E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Archief per week
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 83 . - BESLUIT
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 38 - HET STRAND TE TROUVILLE - DOOR HAMBOURG .
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 36 - HET STRAND BIJ BANYULS - DOOR MEVR . DIVERLY
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 35 - LANDSCHAP DOOR FEUGEREUX
  • ART . NR . 82 . b , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 34 . - DE KUST VAN BRETAGNE - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 33 . - SCHETSTEKENING
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 32 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 31 . - DE SEINE BIJ TRIEL - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 30 . - EEN GEZICHT OP HYERES
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 29 . - OP DE MANIER VAN JONGKIND
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 37 - STADSGEZICHT - DOOR PAULE RAY
  • ART . NR . 82 . a , - VERSCHILLENDE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 28 . - EEN ANDER LANDSCHAP
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 25 . - HET LANDSCHAP - DE SCHETSOPZET
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 26 . - HET LANDSCHAP - HET TWEEDE STADIUM
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 27 . - HET LANDSCHAP - LAATSTE STADIUM
  • ART . NR . 82 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 81 . b , - HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 23 . - DE SCHETS VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 24. - DE VOLTOOIDE ARBEID VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . a , - EEN GEKLEDE FIGUUR EN EEN STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 21 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 22 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 19 EN 20 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 81 . - FIG . 18 . - HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - HET PORTRET EN HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - FIG . 16 . - DE SCHETS - HET PORTRET
  • ART . NR . 81 . - FIG . 17 . - VOLTOOIDE AQUAREL - HET PORTRET
  • ART . NR . 80 . a , - BLOEMEN
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 13 , 14 EN 15 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 10 , 11 EN 12 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 80 . - FIG . 8 . SCHETSOPZET MET IETS ZWAARDER GEBRUIKT POTLOOD
  • ART . NR . 80 . - FIG . 9 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - FIG . 5 EN 6 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 80 . - FIG . 7 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . e , - VERWIJDERINGEN
  • ART . NR . 79 . d , - VERBETERINGEN EN DE TOETS
  • ART . NR . 79 . c , - OVER ELKAAR HEENGEBRACHTE TINTEN
  • ART . NR . 79 . b , - VERSMOLTEN TONEN
  • ART . NR . 79 . a , - VLAKKE TINT MET UITSPARING
  • ART . NR . 79 . a , - SCHEMA
  • ART . NR . 79 . - TECHNIEK VAN DE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . b , - PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 4. - VERSCHILLENDE TINTEN
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 3. - MODULATIES
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 2. - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . a , - ( VERVOLG ) PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PRAKTIJK
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 1 . HET MATERIAAL VOOR DE AQUAREL
  • ART . NR . 77 . - THEORIE - AQUAREL -
  • AQUAREL - SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - VIERDE DEEL - ART . NR .76 . - INLEIDING
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 41 . HET BLOEMENMEISJE - ( BONNETERRE ) .
  • FIG . 40 . - STILLEVEN ( RENEFER )
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 39 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . a , - TECHNIEK - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 74 . e , - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . e , - FIG . 37 EN 38 - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . d , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . d , - FIG . 35 EN 36 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . c , - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . c , - FIG . 33 EN 34 - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . b , - VOORBEELDEN - STILLEVENS
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 31 . - HET PASTEL - STILLEVEN - SCHETSOPZET
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 32 . - HET PASTEL - STILLEVEN
  • ART . NR . 74 . a , - TECHNIEK VAN HET PASTEL
  • ART . NR . 74 . - HET PASTEL - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 74 . - FIG . 30 . - PASTELDOOS MET ENKELE TONEN
  • ART . NR . 73 . e , - HET AFFICHE EN ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 26 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 25 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 24 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 29 . - ONTWERP VOOR RECLAMEBILJET
  • ART . NR . 73 . d , - EEN DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 28 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 27 . - DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . c , - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 23 - ZEEGEZICHT
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 21 EN 22 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . b , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 19 EN 20 . - TWEE LANDSCHAPPEN VAN RENEFER .
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 17 EN 18 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . a , - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . a , - FIG . 15 EN 16 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . - HET PORTRET
  • ART . NR . 73 . - FIG . 12 , 13 EN 14 - HET PORTRET
  • ART . NR . 72 . a , - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . a , - FIG . 10 EN 11 . - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . - BLOEMEN
  • ART . NR . 72 . - FIG . 7 , 8 EN 9 . - DE BLOEM
  • ART . NR . 71 . b , - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . b , - FIG . 6 . - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . a , - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR 71 . a , - FIG . 4 . EN 5 . - HET STILLEVEN - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 71 . - FIG . 1 , 2 EN 3 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 70 . b , - TECHNIEK VAN DE GOUACHEVERF
  • ART . NR . 70 . a , - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • ART . NR . 70 . a , - PLAAT I - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - DERDE DEEL - ART . NR .70 . - GOUACHE - PASTEL - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 69 . a , - LAATSTE RAADGEVINGEN
  • ART . NR . 69 . - HET DIER
  • ART . NR . 69 . - FIG . 41 .
  • ART . NR . 69 . - FIG . 40 . - DE EZEL DOOR PELAVO
  • ART . NR . 68 . d , - HET DECORATIEVE LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . d , - FIG . 37 EN 38 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - DE FIGUUR IN HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 36 . - LANDSCHAP DOOR SHEDLIN .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 35 . - BOSGEZICHT DOOR CHARLOT .
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 39 . - STADSGEZICHT DOOR ITHIER .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 34 . - LANDSCHAP DOOR RENEFER
  • ART . NR . 68 . b , - TWEE ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 33. - BRANDING OP DE ROTSEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 32 . - STRANDGEZICHT
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 31 . - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 30 . - TUINGEZICHT
  • ART . NR . 68 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . - FIG . 26 , 27 , 28 EN 29 - LANDSCHAP
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 21 EN 22 - GEKLEDE FIGUUR
  • FIG . 25 . - NAAKT DOOR CALLEWAERT .
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 19 en 20 . - NAAKT - ONDERSCHILDERING EN VOLTOOIDE STUDIE .
  • ART . NR . 67 . a , - DE FIGUUR
  • ART . NR . 67 . - FIG . 24 . - PORTRET DOOR C . LE BRETON .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 23 . - ZELFPORTRET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 16 , 17 EN 18 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 67 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 15 . - EENVOUDIG BOEKETJE .
  • FIG . 14 . - DECORATIEF OPGEVAT BOEKET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 11 , 12 EN 13 . - BOEKET VAN ROZEN - IN DRIE STADIUMS
  • ART . NR . 66 . - DE BLOEM EN HET BOEKET.
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 10 . - STILLEVEN VAN RENEFER . - DE WERKTAFEL VAN DE KUNSTENAAR .
  • FIG . 9 . - STILLEVEN VAN SHEDLIN . - EXPRESSIONISTISCHE TENDENS .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 6 . - STILLEVEN MET VRUCHTEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 7 . - STERK VERGROOT ONDERDEEL VAN FIG . 5 .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 8 . - STILLEVEN VAN BOSCO . - FLESSEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 3 , 4 EN 5 . - STILLEVEN DOOR RENIFER
  • ART . NR . 65 . - FIG . 1 EN 2 . - ONDERDELEN VAN EEN STILLEVEN .
  • ART . NR . 65 . a , - ANDERE VOORBEELDEN
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - TWEEDE DEEL - ART . NR . 65 .
  • ART . NR . 64 . f , - VLAKTEN - LUCHT EN WOLKEN.
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XVI . - EEN LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XV - EEN BEWOLKTE HEMEL .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XIV - EEN VLAKTE .
  • ART . NR . 64 . e , - ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . e , - PLAAT XIII - EEN BOOM
  • ART . NR . 64 . d , - ENKELE GEBRUIKSVOORWERPEN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT XII . - TWEE VOORWERPEN VAN AARDEWERK .
  • PLAAT XI . - EEN KOPEREN POT .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT X . - SCHOTEL EN MAATBEKER VAN TIN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT IX . - EEN KRISTALLEN FLACON .
  • ART . NR . 64 . c , - GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , EN c , - PLAAT VIII - PERZIKEN - EN GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , - TWEEDE STUDIE
  • ART . NR . 64 . b , - PLAAT VII - ZIJDEN SJAAL - EN PEER
  • ART . NR . 64 . a , - DE EERSTE SCHILDEROEFENINGEN
  • ART . NR . 64 . a , - PLAAT VI - EEN LAP STOF
  • ART . NR . 64 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 63 . - PLAAT IV - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - PLAAT V - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - DE OLIEVERFTECHNIEK - HET MATERIAAL.
  • ART . NR . 62 . a , - VERVOLG - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT III - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT II - DE KLEUREN
  • ART . NR . 62. - PLAAT I - THEORIE VAN DE KLEUR
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .
  • BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
  • ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
  • ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
  • FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
  • ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
  • FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
  • FIG . 93 EN 94 .
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
  • ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
  • FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
  • FIG . 90 . - HERENMODE .
  • ART . NR . 61 . - PLAAT VI - MODETEKENING
  • ART . NR . 61 . - DE MODETEKENING
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT IV - SCHETSEN VOOR EEN LAYOUT
  • FIG . 87 . - GEKOZEN SCHETS
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT V - UITVOERING VAN DE TEKENINGEN
  • ART . NR . 60 . a , - HET ONTWERPEN VAN EEN ADVERTENTIE
  • ART . NR . 60 . - FIG . 86 . - RECLAME - ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - HET RECLAME ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - PLAAT III - ( CASSANDRE EN DRODOVITCH ) .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 85 - HET VOLTOOIDE ONTWERP - DOOR A. CREUZOT .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 82 . - SCHETSEN VOOR EEN COMPOSITIE .
  • FIG . 83. - SCHETSEN VOOR DE COMPOSITIE .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 84 . - UITGEZOCHT EN DAARNA UITGEWERKT .
    Blog als favoriet !
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    lisettejsr
    blog.seniorennet.be/lisette
    Teken en schildercursus fritske3
    TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
    03-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 73 . a , - DE GEKLEDE FIGUUR
    Art . Nr . 73 . a ,

                            De  geklede  figuur

      Hier  willen  we  allereerst  verwijzen  naar  het  hoofdstuk  in  het  tweede  lesdeel , dat  hetzelfde  onderwerp  behandeldt  op  grond  van  de  overeenkomst  die  er , in  technisch  opzicht , tussen  de  olieverf  en  de  gouache  bestaat . 
      In  dat  hoofdstuk  hebben  we  gezien  dat  de  schilderarbeid  zich  ontwikkelt  volgens  het  herhaalde  malen  aangeprezen  procedé :  schetsopzet , onderschildering , afwerking .

      Ook  onze  gouache  zal  weer  op  die  wijze  uitgevoerd  worden .  Deze  aandrang  bij  het  herhalen  van  dezelfde  raadgevingen  mag  wat  vermoeiend  worden , hij  is  nochtans  noodzakelijk ;  we  vrezen  echter  het  ongeduld  van  de  leerling , die  alleen  de  vreugde  verwacht  van  het  werken  aan  een  eindresultaat .  Overigens , indien  er  al  sprake  zou  zijn  van  dwang  -  vrijwillige  dwang  -  dan  zal  een  gestadig  oefenen  die  wijze  van  doen  tot  gevolg  hebben , welke  zal  leiden  tot  een  grote  vrijheid  van  uitvoering . 
     
      Intussen  tonen  we  van  het  onderhavige  onderwerp  niet  de  drie  gebruikelijke  stadia , want  we  zijn  ervan  overtuigd , dat  je  met  de  methode  geheel  vertrouwd  bent  en  dat  je  hem  zult  kunnen  toepassen , zonder  dat  men  u  aan  een  lijntje  houdt .  Bekijk  evenwel  het  eerste  stadium  ( fig . 15 ) :  opzet  van  de  constructieschets , gedaan  met  precisie  en  controle ; men  begrijpt  dat  het  onderwerp  zelf  hier  meer  dan  ooit  een  dergelijke  discipline  vereist .  Op  deze  tekening  zijn  de  tonen  van  de  onderschildering  aangebracht , als  altijd  breed  gehouden .  De  locale  kleuren  werden  uitgedrukt  in  grote  vlakken , zowel  voor  licht  als  schaduw , weer  in  niet  te  waterige  verf , zonder  rekening  te  houden  met  kleine  onderdeeltjes.
      Tenslotte  hebben  we , na  droging , de  studie  verder  doorgevoerd  om  het  slotstadium  te  verkrijgen , dat  afgebeeld  is  op  fig . 16 , dat  men  nauwlettend  dient  te  bekijken .  Langzamerhand  moet  je  in  staat  zijn  om  de  techniek  en  de  factuur  van  de  schilder  dusdanig  te  begrijpen  dat  je  er  uw  eigen  kunde  mee  verrijken  kunt .
      Hier  zouden  we  een  pauze  willen  houden  om  je  de  gelegenheid  te  geven  de  voorgaande  beschouwingen  te  herlezen  en  goed  in  U  op  te  nemen . 

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 73 . a , - FIG . 15 EN 16 . - DE GEKLEDE FIGUUR
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 73 . a ,

    Fig . 15  en  16

    Schets  en  voltooid  werkstuk .

    ( Men  weet  dat  met " figuur " de  mens  bedoeld  wordt . )

    02-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 73 . - HET PORTRET
    Art . Nr . 73 .

                                Het  Portret

      Ziehier  een  boeiend , maar  tevens , dit  mag  wel  erkend  worden , moeilijk  onderwerp .  We  stellen  er  derhalve  prijs  op  om  je  de  drie  stadia  van  de  arbeid  te  tonen , je  sterk  aanbevelen  hen  goed  te  bestuderen  alvoren  je  zich  met  kennis  van  zaken  aan  de  uitvoering  van  een  portret  in  gouache  gaat  wijden . 
      Welke  ook  het  karakter  of  de  verschijning  zijn  moge  van  de  kop , die  je  wilt  uitbeelden , het  tot  stand  brengen  van  een  goed  gebouwde  schetstekening  moet  het  onvermijdelijke  uitgangspunt  blijven  en  dit  moet  men  onder  ogen  zien  met  de  vaste  wil  om  hem  van  het  begin  tot  het  eind  op  gewetensvolle  wijze  uit  te  voeren . 
      Het  model  dat  we  je  te  bieden  hebben , ontbreekt  het  geenszins  aan  karakter .  Het  is  de  kop  van  een  stevige  grijsaard , sterk  van  kleur  en  plastische  werking , die  hem  iets  machtigs  geeft ;  hij  kan  dus  krachtig  en  vlot  worden  behandeld  op  een  wijze , die  een  vrijheid  van  penseelvoering  niet  in  de  weg  behoeft  te  staan . 
      Aan  fig . 12  kunt  je  zien , dat  de  constuctie  vrij  ver  doorgevoerd  is .  De  expressie  van  het  model  wordt  er , door  lijnen , aangevuld  met  een  zwak  modelé , goed  in  vertolkt .  Deze  tekening  wordt  vrij  sterk  aangezet  om , tijdens  de  onderschildering , zo  lang  mogelijk  van  dienst  te  kunnen  blijven .  Daartoe  wordt  de  tekening  in  krijt  of  houtskool , na  gecontroleerd  en , waar  nodig , verbeterd , overgetrokken  met  een  penseel  met  zwarte  of  donkerbruine  verf  en  wel  op  zo  correct  en  duidelijk  mogelijke  wijze , zodat  er  geen  ruimte  blijft  voor  twijfel  of  aarzeling , wanneer  men  bij  de  onderschildering  de  diverse  tonen  op  hun  juiste  plaats  moet  aanbrengen .
      Fig . 13  toont  je  het  resultaat  van  die  onderschildering .  Hij  bevat  de  locale  kleuren  van  het  model  in  hun  algemeenheid , zonder  een  diep  ingaan  op  modulaties .  Deze  arbeid  werd  gedaan  in  nogal  vloeibare  verf  om  een  eenvoudige  en  toch  goed  aaneengesloten  basis  te  verkrijgen , die  al  enige  plastiek vertoont .  
      Het  is  weer  tijdens  het  laatste  stadium  ( fig .  14 )  dat  de  kleurtoetsen  vrij  en  losjes  naast  elkaar  geplaatst  worden , zonder  in  elkaar  te  versmelten  om  het  krachtig  modelé  te  bereiken  dat  zo  zeer  in  overeenstemming  is  met  het  wezen  van  de  kop .  De  menigvuldige  toetsen , verschillend  in  toon  en  nuances , nemen  hier  plaats  in  van  zachte  overgangen  om  uitdrukking  te  geven  aan  de  passages , die  de  scherpe  kanten  wat  verflauwen , anders  zouden  deze  te  fel  worden .   

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 73 . - FIG . 12 , 13 EN 14 - HET PORTRET
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 73 .

    Fig . 12 , 13  en  14 .

    Schetsopzet  en  de  Ondertonen

    Voltooid  werkstuk .

    Portret  van  een  grijsaard .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 72 . a , - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
    Art . Nr . 72 . a , 

                    Bloemen  in  een  Landschap

      Met  dit  onderwerp  lopen  we  enigszins  vooruit  op  de  studie  van  het  landschap , dat  we  hier  echter  slechts  bekijken  als  bijkomstigheid  bij  de  studie  van  bloemen  in  de  open  lucht .  In  het  eigenlijke  landschap  tonen  bloemen  zich  tijdelijk  op  min  of  meer  uitgestrekte  terreinen :  een  veld  van  blauwe  korenbloemen  of  één  met  geel  koolzaad , of  groepjes  klaprozen  enz .  Wat  zijn  vorm  betreft  is  de  bloem  daar  zonder  betekenis ;  hij  is  slechts  van  belang  door  de  kleurvlekjes , die  als  op  een  tapijt , over  de  grond  verspreid  zijn . 
      Wanneer  in  de  lente  de  vruchtbomen  in  bloei  staan , kan  de  bloem  van  groot  belang  worden  voor  het  landschap ;  maar  ook  dan  is  zijn  tekening  niet  een  voorwerp  van  zorg  voor  de  schilder , want  het  zijn  de  blanke  en  rose  tonen  met  hun  verschillende  nuances , die  zijn  aandacht  trekken  en  behouden .
      In  de  tuin  is  dat  alles  anders .  De  tuin  is  het  domein  van  de  gekweekte  bloem , die  zijn  eigenlijke  bestaansreden  vormt  en  waarin  de  bloem  van  zijn  kant , in  al  zijn  glorie  troont .
      Men  ziet  hem  samen  met  zijn  soortgenoten , een  onderdeel  van  een  geheel  uitmakend , maar  men  ziet  hem  ook  als  een  afzonderlijke  eenheid  met  zijn  détails .  De  verschillende  soorten  komen  des  te  meer  uit  met  hun  eigen  vormen  en  coloriet , naarmate  zij  tegenstellingen  vormen , die  hier  krachtig , daar  weer  subtiel  kunnen  zijn .  De  andere  bestanddelen  van  een  tuin , zoals  gebladerte , grasperken  enz. zijn  de  hulpvaardige  omlijstingen , waardoor  de  bloemen  nog  mooier  uitkomen .  Maar  dit  alles  schittert  voor  de  ogen  en  is  soms  wel  eens  wat  verward .  Daarom  moet  men  gaan  uitkiezen  en  vereenvoudigen ;  men  moet  een  vertolking  tot  stand  brengen , waarbij  het  gezichtsvermogen  een  controle  zal  ondergaan  van  het  verstand . 
      De  compositie  dient  weloverwogen  te  zijn om  het  onderwerp  op  zijn  gunstigst  te  kunnen  voorstellen .  Men  moet  er  voor  waken  dat  niet  de  gehele  ondergrond  met  kleurvlekjes  overdekt  zal  worden  en  zelf  zal  men  vaak  bepaalde  gedeelten  van  het  onderwerp  moeten  wijzigen ;  laten  we  niet  vergeten  dat  de  waarde  en  de  hoedanigheid  van  het  werk  van  een  kunstenaar  niet  schuilt  in  een  fotografische  weergave  van  het  geziene , maar  veeleer  in  de  uitdrukking  van  wat  een  of  ander  schouwspel  bij  hem  voor  sensaties  en  gevoelens  wekt , derhalve  in  een  interpretatie  van  wat  hij  ziet  en  aanvoelt .  
      Bekijk  fig . 11 , we  zijn  hier  in  een  tuin , waarin  plantengroei  in  vrijheid  tiert , kan  men  wel  zeggen .  Dahlia's  en  lathyrusbloesem  zijn  in  haagvorm  geplant  langs  een  paadje , dat  eigenlijk  de  enige  menselijke  inmenging  vormt .  De  natuur  heeft  voor  de  rest  gezorgd :  zij  heeft  een  fraaie  ontwikkeling  gegeven  aan  deze  planten , die  vergezeld  worden  van  enkele , langs  een  muur  geplante  perebomen .  Een  grasveldje  op  de  voorgrond  en  uitschietende  takken  op  het  middenplan  maken  van  dit  geheel  een  weelderig  en  feestelijk  onderwerp .    
      De  vlakverdeling  is  zo  opgevat  dat  de  groep  van  planten  met  hun  bloemen  een  aaneengesloten  geheel  vormt , dat  door  zijn  verschuiving  naar  achteren  een  indruk  van  diepte  wekt , die  nog  versterkt  wordt  door  de  opening  in  het  gebladerte  aan  de  rechterzijde . 
      Als  steeds  zijn  we  te  werk  gegaan  in  de  drie  bekende  stadia .  We  tonen  je  hier  het  eerste  en  het  laatste  stadium , waarbij  weer  verondersteld   wordt  dat  het  tweede , dus  de  onderschildering , zeer  breed  werd  opgevat .  Hij  bevatte  de  verschillende  tonen  groenen  in  hun  vereenvoudigde  gedaanten , de  eigen  kleuren  van  de  bloemen , zonder  nuances , die  van  het  pad  en  het  grasveldje , zonder  dat  een  détaillering  van  het  gras  werd  ondernomen . 
      We  hebben  hier  niet  te  doen  met  een  onderwerp , waarvan  de  schetsopzet  te  vergelijken  valt  met  die  van  stillevens , die  we  eerder  behandelden .  De  vormen  vertonen  zich  niet  met  die  lineaire  precisie , die  het  schilderij  van  de  nrs. 4  en  5  kenmerkt .  Onze  aanvankelijke  opzet 
    ( fig . 10 )  geeft  het  onderwerp  dan  ook  zeer  summier  weer , met  een  eenvoud , die  voldoende  geacht  moet  worden .  Het  is  eerst  tijden  de  laatste  étappe , dat  de  verschillende  onderdelen  meer  precisie  en  détaillering  zullen  krijgen , terwijl  de  kleurwaarden  de  diverse  plans  zullen  bepalen .  De  uitwerking  van  de  dahlia's  op  de  voorgrond  geschiedde  door  overschildering  op  een  blauwzwarte  ondergrond .  Ook  de  détails  van  het  grasperkje  zijn  door  overschildering , in  vettere  verf , tot  stand  gekomen .  Nochtans  zult  je  zien  dat  deze  gouache  geen  sterke  empatementen  bevat ;  niettemin  vertoont  hij  vastheid  en  stevigheid . 
      Bepaalde  fragmenten , zoals  vooral  de  lucht , maar  ook  de  ondertoon  in  de  bomen  en  het  gras , zijn  nogal  dun  vloeibaar  geschilderd  voor  het  bereiken  van  soepele  overgangen  in  kleur  en  waarde . 
      Laat  ons  thans  overgaan  tot  het  portret .

    01-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 72 . a , - FIG . 10 EN 11 . - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 72 . a ,

    Fig . 10  en  11 . 

    Schetsopzet .

    Bloemen  in  een  Landschap

    Voltooid  schilderij

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 72 . - BLOEMEN
    Art . Nr . 72 . 

                                   Bloemen

      Wat  we  over  bloemen  gezegd  hebben  bij  de  studie  van  de  schilderkunst , blijft  ook  van  kracht  voor  de  gouache .  De  bloem  trekt  de  schilder  aan  door  zijn  kleuren  en  zijn  schittering .  Door  ze  samen  te  brengen  in  een  boeket , kan  men  harmonieën  te  voorschijn  roepen , die , naar  gelang  de  smaak , die  de  kunstenaar  in  zijn  opstelling  vermag  te  demonstreren , hoogst  aangenaam  kunnen  zijn , zonder  dat  hij  daarbij  nalaat  om  iedere  bloem  zijn  eigen  vormkarakter  te  verlenen . 
      Fig . 9  toont  een  boeketje  zinnia's , bloemen  die  samengesteld  zijn  uit  over  elkaar  heen  liggende  stralenkransen  van  bijzonder  rijke , zelfs  zeldzame , tonen .  Dit  boeket  staat  opgesteld  op  een  tratrede  in  het  volle  zonlicht .  Op  het  horizontale  deel  van  de  tweede  trede  ziet  men  een  schaduwpartij , veroorzaakt  door  een  buiten  de  compositie  vallend  gebladerte .
      Gouache  is  dekverf , dat  vergeten  we  natuurlijk  niet .  Derhalve  hebben  we  de  schetsopzet  in  krachtige  lijnen  neergezet  ( fig . 7 ) .  Tijdens  de  onderschildering  kregen  de  bloemen  hun  eigen  tonen , waarbij  een  spaarzaam  gebruik  van  wit  werd  gemaakt , om  het  krijtachige  aspect  te  vermijden , dat  de  glans  van  een  toon  kan  doden , vooral  bij  de  rode  kleuren .  De  tekening , die  hier  en  daar  door  de  kleur  zichtbaar  blijft , stelt  ons  in  staat  om  enkele  schaduwtonen  aan  te  brengen , zodat  de  voltooiing  plaats  kan  vinden  op  een  onderschildering , die  de  grote  volumes  reeds  markeert .  Fig . 9  laat  deze  voltooide  staat  zien ;  de  kleuren  van  de  bloemen  zijn  nog  eens  wat  vetter  opgebracht  om  hun  modulaties  in  kleuren  en  waarden  tot  uitdrukking  te  brengen , zowel  in  de  lichten  als  in  de  schaduwen .  De  toetsen  worden  daarbij  straalsgewijze  geplaatst , overeenkomstig  de  vorm  van  de  bloemblaadjes .  Met  een  soort  van 
    " schrijfwerk " , snel  uitgevoerd  met  de  punt  van  het  penseel , wordt  de  arbeid  voltooid ;  zijn  tekening  moet  het  karakter  van  de  bloem  volgen , met  name  de  ronde  toppen  van  de  bloemblaadjes , die  met  golflijntjes  worden  aangeduid . 
     

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 72 . - FIG . 7 , 8 EN 9 . - DE BLOEM
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 72 .

    Fig . 7 , 8  en  9 .

    Schets  en   Ondertonen

    Een  boeketje  zinnias .

    Voltooid  werkstuk .


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 71 . b , - DERDE VOORBEELD
    Art . Nr . 71 . b ,

                            Derde  Voorbeeld

      We  beëindigen  de  studie  van  het  stilleven  met  het  voorbeeld , dat  afgebeeld  is  op 
    fig . 6 , waarbij  we  ons  ditmaal  beperken  met  U  alleen  de  voltooide  gouache  te  tonen . 
      Het  onderwerp  is  zeer  eenvoudig  en  de  compositie  als  zodanig  speelt  er  geen  grote  rol .  Nochtans  heeft  de  kunstenaar  niet  verzuimd  om  de  vissen  zo  op  te  stellen  dat  hun  glazend  vel  goed  tot  zijn  recht  komt  en , wat  dat  betreft , behoren  makrelen  nu  eenmaal  tot  de  aantrekkelijkste  soorten .
      De  schilder  heeft  ze , met  een  citroen  en  wat  peterselie , neergelegd  op  de  krant , waarin  zij  gewikkeld  waren .  Een  opstelling , die  volkomen  pretentieloos  is  en  die , al  schilderend , zijn  betekenis  zal  moeten  krijgen  door  een  goede  kleurwerking  en  een  waarheidsgetrouwheid , zoals  een  gevoelig  oog  die  kan  aanvoelen .
      Het  maken  van  een  goede  schetstekening  is  hier  niet  al  te  moeilijk , waarna  de  onderschildering  aangezet  wordt  met  locale  tonen  van  algemene  waarde  en  ook  met  de  voornaamste  schaduwpartijen , zodat  er  al  enige  effectwerking  ontstaat .  Bij  sommige  partijen  heeft  de  schilder  de  onderschildering  nat  op  nat  aangebracht  om  zachte  overgangen  te  verkrijgen , die  als  zodanig  verder  onaangeroerd  blijven  in  het  eindstadium :  bijvoorbeeld  op  de  citroen  de  versmeltende  schaduw  en  hier  en  daar  op  de  buik  van  de  vissen . 
      In  dit  eindstadium  ziet  men  juist  op  de  vissen  heel  goed  hun  afwerking :  fijn  genuanceerde  kleurtjes  spelen  er  overheen , zoals  op  parelmoer .  Er  zijn  daar  subtiele  rosen , blauwe , groenen  en  gelen .  Dit  motief , zo  eenvoudig  als  het  schijnen  mag , is  er  niettemin  één , waarbij  de  kunde , toewijding  en  goede  smaak  van  een  kunstenaar  tot  uitdrukking  hebben  kunnen  komen  ; aan  U  om  er  een  nuttige  les  uit  te  trekken .


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 71 . b , - FIG . 6 . - DERDE VOORBEELD
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 71 . b ,

    Fig . 6 . 

    Stilleven  met  vissen .  Eindstadium .  Let  op  de  parelmoerachtige  glans  op  de  makrelen . 

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 71 . a , - TWEEDE VOORBEELD

    Art . Nr . 71 . a , 

                            Tweede  Voorbeeld

      We  gaan  nu  een  geheel  ander  onderwerp  behandelen , dat  in  fig . 4  en  5  in  twee  stadia  getoond  wordt :  1e  de  schets  en  2e  het  voltooide  werkstuk .  Het  tussenliggende  stadium , de onderschildering  laten  we  nu  eens  achterwege .  We  menen  dat  je  door  een  studie  van  het  voorgaande  voorbeeld  weten  zal , dat  de  onderschildering  groot  gezien  in  zijn  locale  tonen  en  zonder  vette  fragmenten  uitgevoerd  dient  te  worden .  Allereerst  behandelt  men  de  muur  in  zijn  algemene , bruinachtige  nuance .  Zijn  toonverschillen  komen  wel  aan  de  beurt .  Vervolgens :  een  grijsachtige  toon  voor  de  ton , het  vliegenkastje  en  de  grond .  Daarna :  een  toon  voor  de  overige  voorwerpen , dozen , mandjes  enz., en  tenslotte  de  kleurvlekken  van  het  mandje  op  de  voorgrond .  De  sterkste  lichten  krijgen  hun  plaats  tijden  de  afwerking  en  wel  met  vette  toetsjes , evenals  alle  modulaties  die  men  te  zien  krijgt  op  figuur  5 .  In  dit  verband  kunt  je  bepaalde  samensmeltingen  van  tonen  waarnemen , vooral  op  de  ton , die  slechts  door  een  zekere  nat  op  nat  werken  tot  stand  konden  worden  gebracht .   
     
     We  zijn  hier  natuurlijk  in  een  kelder  of  souterrain , waar  het  licht  slechts  spaarzaam  binnendringt .  Dit  licht  is  dus  sterk  gezeefd  en  kan  natuurlijk  niet  die  heldere  glans  verwekken  zoals  in  de  buitenlucht .  Daarenboven  krijgen  de  voorwerpen  in  een  dergelijke  ruimte  gewoonlijk  een  zekere  grauwheid  als  gevolg  van  een  onvermijdelijke  laag  stof .   
      Tenslotte  zal  het  je  niet  ontgaan  dat  de  tekening  uiteindelijk  nog  versterkt  werd  door  zwarte  penseelstreken , teneinde  de  vaagheid , die  in  deze  halfduistere  omgeving  heerst , enigszins  op  te  heffen .


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR 71 . a , - FIG . 4 . EN 5 . - HET STILLEVEN - TWEEDE VOORBEELD
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 71 . a ,
    Fig . 4  en  5 .
    Schetsopzet
    Voltooid  Schilderij

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 71 . - HET STILLEVEN
    Art . Nr . 71 .

                              Het  Stilleven

                          Eerste  voorbeeld

      Om  redenen , die  we  in  de  vorige  lesdelen  uiteengezet  hebben , beginnen  we  ook  ditmaal  met  een  stilleven .  We  hebben  daarvoor  een  nogal  speciaal  onderwerp  gekozen , waarbij  de  doorschijnendheid  van  de  voornaamste  voorwerpen  en  de  begeleidende  lichtverschijnselen  een  belangrijke  rol  spelen . 
      Het  betreft  hier  ( zie  fig . 3 ), de  studie  naar  glazen  voorwerpen , waarvan  sommige  doorschijnend  zijn  en  andere  niet , maar  die  allen  het  licht  weerkaatsen .  Het  zijn  deze  twee  eigenschappen , die  we  in  deze  studie  tot  hun  recht  willen  doen  komen . 
      Let  eens  op  de  transparantie , die  bereikt  werd  in  de  beide  flacons  en  in  de  grootste  der  bollen , waartegen  de  andere  weliswaar  helder  en  kleurrijk , maar  nochtans  niet  doorschijnend  afsteken .  Dit  resultaat  werd  verkregen  door  een  scherpe  waarneming  van  de  waarde  en  de  juistheid  van  de  aangebrachte  tonen . 
      Let  ook  op  de  nuances , die  zich  binnen  de  drie  doorschijnende  voorwerpen  bevinden ;  de  achtergrond , dus  de  kleur  van  de  muur , beïnvloedt  hun  eigen  kleur .  Zo  is  het  groen  van  de  rechtse  flacon  minder  sterk  dan  dat  van  de  grote  bol , want  de  kleur  van  de  achtergrond  schijnt  meer  door  de  eerste  dan  door  de  tweede .
      Wat  de  linkse  flacon  betreft , deze  is  van  kleurloos  glas  en  hij  laat  grotendeels  de  kleur  van  de  achtergrond  doorschijnen , echter  in  een  ietsje  sterkere  toon .
      Bij  de  vier  overige  bollen  zien  we  niet  zo'n  sterke  invloed  van  de  muur .  Hij  wordt  hier  en  daar  slechts  weerspiegeld  en  de  bollen , die  als  spiegels  werken  geven  delen  van  de  muur  en  van  de  overige  voorwerpen  weer , naar  gelang  de   vormveranderingen , die  door  hun  bolle  oppervlak  te  voorschijn  worden  geroepen .
      Je  zult  begrijpen  dat  ook  hier  in  drie  stadia  gewerkt  wordt :
      1e .  Een  schets , die  nogal  krachtig  moet  zijn , omdat  we  met  dekverf  te  doen  hebben .
      2e .  Een  onderschildering  evenals  bij  olieverf , en  wel  een  die tamelijk  dun  in  de  verf  moet  blijven  en  waarbij  de  locale  tonen  aangevuld  worden  met  enkele  lichte  schaduwaccenten  ( fig . 2 ) .  In  enkele  mengsels  wordt  een  bescheiden  gebruik  gemaakt  van  wit .  Deze  onderschildering  vertoont  slechts  een  eenvoudige  uitbeelding  en  heeft  tot  hoofddoel  om  de  kleur  van  de  ondergond  te  doen  verdwijnen . 
      3e .  Het  eigenlijke  schilderen , waarbij  de  tonen  eerst  echt  gouacheverf  zullen  worden , geschiedt  tijdens  het  derde  en  laatste  stadium  ( fig . 3 ) .  Hierbij  kunnen  we  een  rijker  gebruik  maken  van  wit  om  stevigheid  en  matheid  aan  de  kleuren  te  geven . 
      Het  werken  met  gouache  bestaat , zoals  je  weet , uit  het  over  elkaar  heen  schilderen  van  tonen , nadat  deze  goed  gedroogd  zijn .  Maar  zoals  je  ook  weet , kan  men  wel  in  de  natte  verf  werken , onder  voorwaarde  dat  er  dan  zeer  weinig  wit  gebruikt  wordt .  Glimlichten  verkrijgt  men  door  empatementen , die  zeer  duidelijk  te  zien  zijn  op  fig . 3 .

    31-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 71 . - FIG . 1 , 2 EN 3 . - HET STILLEVEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 71 .

    Het  Stilleven

    Fig . 1 , 2 ,  Schetstekening  en  de  ondertonen

    Fig . 3  Eindresultaat .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 70 . b , - TECHNIEK VAN DE GOUACHEVERF
    Art . Nr . 70 . b , 

                  Techniek  van  de  Gouacheverf

      Gouache  wordt  voornamelijk  gebruikt  voor  werk  van  middelmatige  afmetingen , zoals  ontwerpen  voor  gordijnen , stoffen , behangselpapier , schetsen  van  aanplakbiljetten , catalogi  of  ander  commercieel  drukwerk .  Men  begrijpt  goed  dat  dit  niet  betekend  dat  men  hiermee  geen  stilleven , bloemen , landschappen , portretten  enz .  zou  kunnen  schilderen , integendeel , het  zijn  ook  juist  deze  onderwerpen , waarmede  we  ons  hier  gaan  bezig  houden .
     Waar  een  aquarel  frisheid  en  doorzichtigheid   kan  tonen , heeft  hij  soms  het  nadeel  een  gebrek  aan  dichtheid  te  hebben , vooral  in  de  lichte  tonen .  Dit  bezwaar  komt  voort  uit  de  aard  van  de  verf , die  nu  eenmaal  in  een  grote  hoeveelheid  water  oplost .
      Gouache , van  zijn  kant , bezit , evenals  olieverf , en  veel  grotere  ondoorschijnendheid , als  gevolg  van  de  samenstelling  van  de  verf  en  ook  door  het  feit  dat  hij  in  het  gebruik  geregeld  met  wit  vermengd  wordt . 
      Het  is  niettemin  raadzaam  om  van  dat  wit  geen  misbruik  te  maken , zo  ja , dan  kan  het  werk  een  krijtachtig  aspect  gaan  vertonen , dat  onaangenaam  aandoet .  Anderzijds  echter  verleent  toevoeging  van  wit  iets  fluweelachtigs  aan  de  gouachetonen , waarvan  juist  de  matheid  een  van  de  bekoorlijkheden  uitmaakt . 
      Aangezien  we  hier  weer  met  een  dekkende  werkwijze  te  doen  hebben  kan  men  dus , evenals  bij  olieverf , gebruik  maken  van  empatementen .  Maar  men  zij  hiermee  voorzichtig , want  zij  dienen  slechts  gereserveerd  te  blijven  voor  die  onderdelen  van  een  bepaald  onderwerp , die  een  zekere  soliditeit  bezitten , krachtig  verlichte  fragmenten  of  flitsende  lichtpuntjes .  Zo  zal  men  inzien  dat  bijvoorbeeld  bij  een  landschap  onder  een  mooie  lentehemel , met  veel  regelmaat  en  soepelheid  in  de  nuances , alles  van  een  verrukkelijke  tederheid , een  uitvoering  die  overal  in  de  dikke  verf  zou  zitten , allesbehalve  genietbaar  zou  zijn .  Derhalve  kan , moet  men  zelfs , naar  gelang  de  omstandigheden , met  meer  of  minder  water  werken , zonder  dat  nochtans  de  dosis  water , in  het  algemeen  gesproken , zo  groot  is  als  bij  het  gebruik  van  waterverf ;  de  hoeveelheid  water , die  men  met  het  penseel  opmeemt  bepaalt  natuurlijk  de  vloeibaarheid , of  het  gebrek  daaraan , van  de  toon , die  verkregen  wordt . 
      In  het  begin  moet  men , wanneer  toon  over  toon  geplaatst  wordt , beginnen  met  dunne  tonen  en  naarmate  men  daar  meer  overheen  schildert , moeten  de  volgende  tonen  vetter  worden , dus  vet  op  mager , juist  zoals  men  doet  met  olieverf .  Hieruit  volgt  dat  de  donkere  partijen  het  eerst  aan  de  beurt  komen  en  daarna  pas  de  lichte , omdat  deze  laatste  immers  in  het  algemeen  wat  vetter  zullen  worden  aangebracht , vanwege  de  gewenste  lichtkracht .  Niettemin  mogen  deze  empatementen  toch  nooit  al  te  dik  zijn , zeker  niet  over  grote  oppervlakken , omdat  ander  vrijwel  onherstelbare  barsten  zullen  onstaan  bij  het  indrogen , waarop  we  overigens  al  gewezen  hebben . 
      In  de  praktijk  zult  je  dus  voor  de  onderschildering  tamelijk  dunne  verf  gebruiken , zodat  je  de  ondergrond  snel  met  kleur  zult  kunnen  vullen  voor  de  belangrijkste  nuances  en  toonwaarden .  Geleidelijk  aan  zal  dit  voorbereidende  werk  gevolgd  worden  door  vettere  en  meer  dekkende  toetsen .  Overigens  zal  men , al  doende , de  twee  werkwijze  gelijkertijd  leren  toepassen  door  n.l.  de  gouache  nu  eens  dun  vloeibaar , dan  weer  eens  wat  dikker  en  een  andere  maal  zeer  vet  aan  te  brengen , wanneer  men  bijv .  door  een  " korstig " relief  een  krachtig  lichteffect  wil  laten  onstaan .
      Aangezien  gouache  snel  droogt , omdat  hij  nu  eenmaal  in  het  algemeen  weinig  water  bevat , is  het  dus  mogelijk  om  over  een  bepaalde  toon  heen  te  schilderen  en  deze  geheel  te  bedekken .  Maar  hiermee  moet  men  wel  oppassen , want  gouache  laat  zich  ook  snel  verdunnen  en  wanneer  de  laatste  kleur , die  je  aanbrengt  een  beetje  te   vloeibaar  is , wordt  de  onderste  verdund  en  gaat  zich  met  de  andere  vermengen ;  hij  komt  dus  weer  op  de  een  of  andere  manier  te  voorschijn .  Dit  kan  onaangenaam  zijn , maar  tevens  ook  een  winst , want , wanneer  men  met  gouache  heeft  leren  omgaan , kan  men  op  deze  wijze  samensmeltingen  en  mengingen  verkrijgen  zoals  bij  de  aquarel . 
      Wanneer  je  vet  werkt , zult  je  begrijpen  dat  de  vorm  van  de  toets  zichtbaar  blijft ;  hij  zal  zich  zeer  weinig  versmelten  met  de  onderliggende  toon  en  in  het  geheel  niet  als  deze  reeds  geheel  droog  is .  Het  is  dus  zaak , evenals  bij  de  olieverf , om  uw  toetsen  een  bepaalde  richting  en  uitdrukking  te  geven  en  hen  aan  te  brengen  overeenkomstig  het  schuiven  der  plans , zoals  het  oog  hen  bedoelt  aan  te  voelen . 
      Een  andere  consequentie  van  het  dekkende  karakter  van  deze  werkwijze  is , dat , naarmate  je  verder  vordert  met  het  schilderwerk , de  in  de  aanvang  aangebrachte  schetstekening  van  lieverlede  gaat  verdwijnen .  Door  meer  kleur  op  te  brengen , kan  de  kleur  als  zodanig  verbeteren , maar  de  tekening  verliest  je  steeds  meer .  Alvoren  te  gaan  schilderen  moet  deze  tekening  dus  met  krachtige  lijnen  bevestigd  worden , waartegen  geen  enkel  bezwaar  is , want  hij  moet  op  den  duur  toch  verdwijnen .  Door  de  normale  gang  van  zaken  te  volgen , n.l.  door  vet  op  mager  te  werken , zal  de  tekening  onder  de  eerst  aan  te  brengen , dunne  tinten , nog  lange tijd  zichtbaar  blijven  en  zult  je  minder  kans  lopen  ergens  mee  in  de  war  te  raken . 
      Wanneer  je  de  vaardigheid , waarvan  in  het  voorgaande  sprake  was , verworven  hebt , kunt  je  daarvan  ook  profiteren  door  een  hulpmiddel  te  hanteren , die  de  gouache  te  bieden  heeft .  Gesteld  dat  je  een  belangrijk  deel  van  een  reeds  gedroogd  schilderij  wilt 
    " oplichten " , dan  begin  je  met  een  zeer  licht  en  als  melk  zo  vloeibare  gouachetoon  te  maken .  Deze  wordt  dan  met  een  dik  penseel  snel  en  luchtig  en  vooral  zonder  heen  en  weer  wrijven  over  de  gewenste  fragmenten  aangebracht , maar  toch  vooral  zonder  met  de  penseel  te  wrijven , want  anders  gaan  de  onderliggende  kleuren  oplossen .  De  aldus  onstane  doorzichtige  sluier  kan  de  ondertonen  vaak  op  zeer  gelukkige  wijze  beïnvloeden .  Men  kan  dit  procédé  meerdere  malen  herhalen , wel  te  verstaan  telkens  op  een  volkomen  droge  ondergrond , hetgeen  van  pas  kan  zijn  bijv .  in  luchten , achtergronden  en  vergezichten .  Zeer  zeker  kan  hierbij  wel  eens  iets  mis  gaan , de  ondertoon  kan  weer  te  voorschijn  komen , er  kunnen  zich  bezinksels  gaan  vormen  enz.  Maar  wie  handig  is  kan  van  deze  ongelukjes  nog  wel  eens  voordeel  trekken  en  van  de  nood  een  deugd  maken .  Dit  werken  met  gouache  is  te  vergelijken  met  de  glacis  in  de  olieverfschilderkunst . 
      Het  uitspreiden  van  grote  kleurvlakken  is  altijd  een  lastig  karwei , die  een  vaardigheid  vereist  die  sclechts  door  de  praktijk  verkregen  kan  worden .  Wanneer  het  er  om  gaat , niet  om  een  " melk "  aan  te  brengen , maar  om  het  nog  blanke  papier  te  bedekken , diene  men  dit  eerst  licht  vochtig  te  maken  met  behulp  van  een  dik  penseel  en  zuiver  water .  De  penseel  met  verf  zal  dan  in  brede  banden  over  het  papier  te  werk  moeten  gaan  en  wel  met  een  zekere  snelheid  opdat  deze  " banden " zich  aan  hun  randen  geheel  met  elkaar  versmelten .  Het  afzwakken  van  de   tonen  geschiedt  natuurlijk  door  toevoeging  van  water  of  wit , of  beiden . 
      Wanneer  men  een  lucht  behandelt , is  het  raadzaam  om  zijn  tint  niet  over  de  tekening  te  laten  vloeien  van  die  onderdelen , die  tegen  de  lucht  moeten  afsteken ;  deze  onderdelen  dienen  voorzichtig  uitgespaard  te  worden .  En  waarom  ?  Omdat , zoals  Karl  ROBERT  het  gezegd  heeft , " de  karakteristieke  aantrekkelijkheid  van  de  gouache  juist  is  om  de  dingen  licht  te  doen  uitkomen , iedere  overbodig  aangebrachte  lichte  toon  een  verzwaring  zal  toevoegen  aan  de  definitieve  toon , die  er  overheen  moet  komen " . 
      Wat  betreft  de  weergave  van  waterpartijen , " moet  men  steeds  hun  algemene  toon , die  een  weerspiegeling  is  van  die  van  de  hemel , onmiddelijk  na  deze  laatste  aanbrengen , omdat  hij  dezelfde  kleuren  bevat , ofschoon  in  een  iets  minder  helder  gamma .  Nochtans  kan  men  ook  wel  met  het  water  aanvangen  en  er  dan  later  met  glacis  of  " melk "  op  terug  komen .  In  de  sterke  reflexen  wordt  een  minder  lichte  toon  gebruikt  naarmate  zij  meer  in  de  verte  liggen , terwijl  zij  ook  in  vetheid  dienen  af  te  nemen .  De  horizontale  lichtstrepen  in  het  water , weerspiegelen  iets  lichter , dezelfde  toon  als  de  hemel . " ( Karl  Robert ) .
      De  algemene  toon  van  vergezichten  houdt  ook  verband  met  die  van  de  lucht .  Als  deze  lichtend  blauw  is , schijnen  de  vergezichten  blauwachtig ; grijs  echter  wanneer  de  hemel  door  de  wolken  wat  verduisterd  wordt  en  donker  bij  een  onweerslucht .  Hun  uitbeelding  moet  lichtheid  en  geen  moeizaamheid  demonstreren ;  afzonderlijke  penseeltoetsen  moet  men  er  niet  in  voelen , maar  hun  aspect  moet  een  samensmelting  tonen .  De  voorgronden  daarentegen  moeten  altijd  krachtig , maar  tevens  breed  behandeld  worden .  Met  détails  zij  men  dus  spaarzaam :  " hier  en  daar  een  steen  of  een   of  andere  plant , die  een  schaalwerking  uitoefent , kan  die  een  schaalwerking  uitoefent , kan  genoeg  zijn .  Het  werk  zal  er  nog  levensechtheid  door  kunnen  winnen , want  de  beschouwer  die  zich  in  de  natuur  bevindt , kijkt  niet  naar  wat  zich  vlak  voor  zijn  voeten  bevindt , maar  veeleer  recht  voor  zich  uit ;  hij  ziet  nu  vooral  de  verticale  plans , niet  de  onderdeeltjes  van  de  vlakken , die  naar  achteren  schuiven " .
     ( Karl . Robert ) .
      Bij  deze  verticale  plans  bevinden  zich  vooral  de  bomen .  De  leerling  dient  zich  in  dit  verband  te  herinneren  dat , om  groene  tonen  te  verkrijgen , hij  andere  kleuren  moet  gebruiken  dan  degene , die  hij  kant  en  klaar  op  zijn  palet  heeft  en  die , in  ongebroken  toestand , slechts  zelden  te  pas  zullen  komen .  Het  mengen  van  diverse  gele  kleuren  met  blauwen  zullen  hem  een  zeer  uitgebreid  gamma  verschaffen .  Er  bestaan  in  wezen  slechts  drie  soorten  van  groen :  de  warme  geelachtige , de  koel  blauwachtige  en  de  grijze  groenen , die  warm  of  koel  kunnen  zijn  naar  gelang  hun  overheersende  toon .  Warme  groenen  zien  wij  op  de  zonbeschenen  takken , koele  groenen  in  de  schaduwen , maar  dit  geldt  slechts  in  zeer  algemene  zin  !  Het  zijn  vooral  de  verschillend  getinde  grijzen , die  een  landschap  zijn  harmonie  verlenen , want  de  natuur  vertoont  aan  ons  oog  eigenlijk  slechts  een  oneindig  gamma  van  grijzen .  Het  is  dus  zaak  om  de  rauwheid  van  groene  kleuren  te  breken  en  men  kan , om  de  reeds  aangehaalde  schrijver  nog  eens  te  citeren  
    " beginnen  met  een  basiskleur , die  als  algemene  toon  zal  dienen  voor  gebladerte  van  dezelfde  soort .  Deze  kan  vervolgens  gewijzigd  worden  naar  gelang  het  verschuiven  van  de  plans , door  hem  blauwer  te  maken  voor  de  achtergronden  en  de  vergezichten  en  meer  geel  gebruikend  naarmate  men  sterk  verlichte , dichterbij  gelegen , partijen  behandeld ;  meer  blauw , wanneer  deze  partijen  in  de  schaduw  zijn .  Onderdelen  die  werkelijk  fel  door  de  zon  verlicht  zijn , takken  bijvoorbeeld , zullen  des  te  stralender  verschijnen , wanneer  het  gehele  werk  beheersd  wordt  door  een  grijze , ietwat  gesluierde  harmonie . "
      Het  hierboven  aangehaalde  betoog  slaat  zeer  zeker  grotendeels  op  het  landschap .  Maar  het  gaf  ons  de  gelegenheid  de  leerling  in  te  lichten  over  enkele  belangrijke  beginselen  bij  het  gebruik  van  gouache , die  hun  waarde  voor  tal  van  andere  onderwerpen  hebben . 
      Thans  gaan  wij  over  tot  de  praktische  toepassing  van  de  uiteengezette  grondbeginselen  door  de  uitvoering  van  bepaalde  onderwerpen . 

    30-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 70 . a , - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
    Art . Nr . 70 . a , 

                   Het  Materiaal  voor  Gouache

      Voor  het  werken  met  gouacheverf  dient  je  het  volgende  materiaal  ter  beschikking  te  hebben :
      1 .  Een  wit  palet  van  aardewerk  of  porselein  of  beter  nog  van  plastic .  Een  palet  van  geëmailleerd  metaal  is  niet  bruikbaar , aangezien  gouache  barsten  in  het  émail  veroorzaakt . 
     2 .  Stevig  papier , wit  of  okerkleurig , zoals  men  gebruikt  voor  olieverf .  Men  kan  een  heel  blok  kopen  of  lossen  vellen , die  dan  gebruikt  worden  met  het  karton , zoals  dat  afgebeeld  is  op  plaar  I .
     3 .  Verven  in  tuben  of  potjes .  Tuben  zijn  wel  praktischer , vooral  voor  het  werk  in  de  open  lucht .  Gebruikt  men  potjes , dan  dienen  deze  in  ieder  geval  voor  het  gebruik  omgeroerd  te  worden , terwijl  de  verf  in  de  gewenste  hoeveelheid  op  het  palet  gezet  wordt  met  behulp  van  een  houten  of  benen  ( geen  metalen )  spateltje , dat  steeds  zeer  schoon  gehouden  moet  worden .
      Wij  raden  je  aan  de  volgende  kleuren  aan  te  schaffen :  titaanwit  -  gele  oker  -  citroen-  geel  -  goudgeel  -  oranje  -  cadmiumrood  -  karmijnrood  -  gebrande  sienna  -  cobaltblauw  -  ultramarijnblauw  -  paars  -  lichtgroen  -  groen  émeraude  -  zwart  .
      ( Deze  kleuren  kunnen  het  best  op  het  palet  aangebracht  in  de  volgorde  die  we  hebben  aanbevolen  voor  olieverf ) .
      De  beste  consistentie  voor  gouache  is  die  van  een  nogal  dikke  créme .  Wanneer  je  potjes  heeft , is  het  wel  raadzaam  om  deze  om  de  drie  of  vier  dagen  te  schudden  of  om  te  roeren  om  verharding  tegen  te  gaan .  Om  die  uitdroging  te  vermijden  kan  men  zelfs , na  gebruik , een  dun  laagje  water  over  de  verf  gieten , vooral  wanneer  hij  gedurende  enige  tijd  niet  meer  gebruikt  zal  worden .  Later  kan  het  overtollige  water  weer  afgegoten  worden .
     4 .  Penselen  en  kwasten :  drie  penselen  van  das-,  of  beter , van  bruin  marterhaar  zijn  onmisbaar , maar  dan  liefst  iets  harder  dan  die  voor  waterverf , wel  echter  in  een  fijne  punt  uitlopend , een  grote , een  middelgrote  en  een  kleine 
      Enkele  kwasten  ( de nrs. 6, 8  en  12  bijv. ) , plat  en  rond , zoals  voor  olieverf .  Hiermede  kan  men  de  onderschildering  uitvoeren , evenals  sterke  lichten , vooral  indien  deze  dik  geëmpateerd  worden . 
      Laat  nimmer  na  hen  goed  met  water  te  reinigen  na  het  gebruik  en  plaats  hen  dan  in  een  of  ander  bakje  met  de  haren  vrij  naar  boven .
     5 .  Water  in  grote  hoeveelheden , want  gouache  verontreinigt  dit  veel  sneller  dan  waterverf .  Het  gebruikte  water  zal  dus  zeer  vaak  vernieuwd  moeten  worden . 
      Men  vergete  niet  dat  gouacheverf  snel  op  het  palet  droogt , vooral  in  de  buitenlucht .  Het  is  dus  beter  om  er  niet  te  veel  tegelijk  van  te  nemen , al  zal  men  dan  wel  eens  vaker  moeten  vernieuwen , hetgeen  een  onaangename  dwang  kan  zijn  onder  de  arbeid .  Maar  men  zou  dit  toch  ook  moeten  doen  als  de  verf  onder  het  werk  op  het  palet  ging  opdrogen  !   Overigens  kan  men , als  voorzorgsmaatregel , de  kleurhoopjes  met  een  beetje  zuiver  water  bevochtigen  om  hun  uitdroging  te  voorkomen . 
      Laten  we  tenslotte  nog  vermelden  dat  het  bezit  van  een  ezel  ( zoals  beschreven  in  de  lessen  over  olieverfschilderkunst )  zijn  nut  kan  hebben , maar  niet  strikt  onontbeerlijk is , aangezien  de  schilder   het  karton , waarop  hij  werkt , op  tafel  of  op  de  knieën  kan  houden .  Voor  het  werken  buiten  is  het  echter  wel  nodig  om  een  of  ander  vouwstoeltje  te  hebben . 

    29-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 70 . a , - PLAAT I - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Art . Nr . 70 . a ,

    Plaat  I

    Het  materiaal  voor  het  schilderen  met  gouacheverf .  -  A :  wit  palet  van  aardewerk  of  porselein  of  beter  nog  van  lichte  en  onbreekbaar  plastic .  -  B  en  B' :  Vrij  dik  raamkarton , dat  het  papier  C  en  C '  uitspaart , waarop  geschilderd  wordt .  D  :  het  raamkarton  geopend  met  het  raam  B '  van  dezelfde  afmetingen  en  het  papier  C ' , aangeduid  door  de  letters  B  en  C  op  de  voorgaande  figuur ;  op  deze  laatste  ziet  men  het  papier  op  het  bovenste  karton  liggen , bedekt  door  het  raam .  Het  geheel  wordt  vastgehouden  door  brede  metalen  knijpers  ( gereed  om  op  te  schilderen ) .  -  E  :  verf  in  tuben .  -   E ' verf  in  potje .  -  F  :  waterverfpenseel .  -   G  :  Olieverfpenselen  ( plat  en  rond ) .  H  :  flesje  water .  -  I  :  waterglas  ( daarvoor  kan  ook  een  jampotje  gebruikt  worden ) .


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - DERDE DEEL - ART . NR .70 . - GOUACHE - PASTEL - KLEURENPOTLOOD
    Schilderen  en  de  

                     Schildertechnieken

                                Derde  Deel 

              Gouache  -  Pastel  -  Kleurpotlood
                       
      Art . 70 . 

                              VOORWOORD

      We  zijn  voornemens  in  dit  derde  lesdeel  het  schilderen  met  Gouacheverf  te  bestuderen , gevolg  door  het  Pastelkrijt  en  het  Kleurpotlood .  Zodoende  blijven  we  een  zekere  logica  nemen , want , ofschoon  de  beide  laaststgenoemden  sterk  verschillen  van  de  eerste , alle  drie  zijn  werkwijzen , die 
    " dekkend "  zijn , evenals  het  schilderen  met  olieverf , waaraan  we  de  eerste  twee  lesdelen  gewijd  hebben .  
      Je  kent  natuurlijk  de  betekenis  die  hier  aan  het  woord  "dekkend "  gegeven  moet  worden :  een  kleurstof  wordt  op  een  ondergrond  aangebracht  in  een  voldoende  dikke  laag  dat  deze  ondergrond  -  van  welke  kleur  ook  -  volkomen  verdwijnt  en  zijn  eigen  tint  dus  niet  meer  door  de  verf  heen  zichtbaar  blijft .  Wij  zullen  zien  dat  bij  het  aquarelleren  daarentegen , de  helderheid  van  het  papier  licht  moet  geven , als  men  het  zo  zeggen  kan , aan  de  er  op  aangebrachte  kleuren , die  dus  min  of  meer  doorschijnend  moeten  blijven .  In  zekere  zin  kan  men  de  aquarel  vergelijken  met  het  gekleurde  glasraam , waar  het  buitenlicht  doorheen  schijnt  om  de  kleuren  hun  straling  te  verlenen . 
      Pastel  en  kleurenpotlood  zijn  droge  materialen , ofschoon  men  van  het  laatste  tegenwoordig  bepaalde  soorten  in  de  handel  brengt , die  met  een  vochtig  penseel  behandeld  kunnen  worden .  Maar  deze  wijze  van  doen  is  toch  geen  regel .  Wanneer  men , in  het  bijzonder  met  kleurpotloden , bepaalde  half - doorschijnende  effecten  kan  bereiken , wordt  toch  ook  hier  de  kwalificatie 
    " dekkend "  gebruikt  en  dit  geldt  nog  meer  voor  het  pastelkrijt . 

                               De  Gouache

                         Aard  van  de  verven

      De  verven , die  bestemd  zijn  voor  het  verschilderen  met  gouache -  en  waterverf  hebben  als  voornaamste  eigenschap  dat  zij  verdund , opgelost  kunnen  worden  in  water  en  dan  bewerkt  kunnen  worden  met  een  penseel  die  in  de  aldus  onstane  vloeistof  gedoopt  is .  Zij  zijn  samengesteld  uit  zeer  fijn  gemalen  pigmenten , waaraan  een  bindmiddel  is  toegevoegd , een  soort  van  lijm , waardoor  zij  op  het  papier  vastgekleefd  blijven .  Dit  bindmiddel  bestaat  uit  een  in  water  oplosbare  gom , zoals  arabische  gom , dextrine  of  soms  bepaalde  gelatines .  Daarenboven  voegt  men  nog  aan  dit  mengsel  bepaalde  stoffen  toe , die  het  drogingsproces  vertragen  en  de  verf  een  zekere  soepelheid  in  het  gebruik  verlenen .  
      We  weten  dat , in  tegenstelling  met  de  echte  waterverf , die  overigens  uit  dezelfde  elementen  is  samengesteld , maar  die  een  hoge  graad  van  doorschijnendheid  moeten  bezitten , de  gouacheverf  dekkend  is , dat  wil  zeggen  dat  hij  de  ondergrond  geheel  doet  verdwijnen  en  wel  zodanig , dat  men  bijv .  een  lichte  kleur  kan  aanbrengen  op  een  zwarte  ondergrond , zonder  dat  deze  invloed  blijft  uitoefenen .  Om  dit  te  bereiken  wordt  bij  de  bereiding  een  grotere  hoeveelheid  pigment  dan  bindmiddel  gebruikt ; deze  laatste  zal  dan  zo  samengesteld  moeten  zijn  dat  zijn  geringe  volume  een  maximum  aan  kleurstof  zal  kunnen  vasthouden . 
      Bij  de  waterverf  is  het  omgekeerde  het  geval : de  hoeveelheid  bindmiddel  overtreft  veruit  die  van  de  kleurstof , teneinde  de  zo  zeer  gewenste  transparantie  te  kunnen  verkrijgen .  Uit  een  en  ander  volgt  natuurlijk  dat  gouacheverf  dikker  van  substantie  is  en  weinig  water  dient  te  bevatten .  
      Zeer  zeker  moet  hij  worden  aangebracht  met  een  nat  penseel , die  hem  wat  vloeibaarder  maakt  en  derhalve  gemakkelijker  hanteerbaar , maar  de  hoeveelheid  water  zal  nimmer  zo  groot  zijn  als  bij  de  aquarelverf :  een  te  vloeibare  gouacheverf  zou  niet  goed  meer  dekken .  Het  te  gebruiken  water  dient  overigens  zo  zuiver  mogelijk  te  zijn .  
      Als  gevolg  van  het  feit , dat  bij  goede  gouacheverven  de  pigmenten  in  de  meerderheid  zijn  tegenover  de  bindmiddelen , geven  zij  matte  tonen .  Op  deze  eigenaardigheid  zullen  we  nog  gelegenheid  hebben  nader  in  te  gaan .  Maar  gouacheverven  dienen  toch  niet  al  te  dik  te  worden  toegepast , want  anders  zouden  zij , na  droging , onplezierige  barstjes  kunnen  gaan  vertonen .  
       
         Verschillende  soorten  van  gouacheverf  

      In  de  handel  vindt  men  meerdere  soorten  van  gouacheverf , die  verschillend  zijn  van  kwaliteit .  Zo  fabriceer  J.M.  Paillard  een  goedkope  " Omnigouache " , een  " Déco " 
    voor  decoratiewerk  en  studies  en  een  extrafijne  kwaliteit .
      Bij  al  deze  soorten  gaat  het  intussen  om  verf  met  de  eigenschappen , die  we  beschreven  hebben .  Nu  heeft  men  door  een  betreurenswaardige  begripsverwarring  aan  sommige  echte  gouacheverven  namen  gegeven  als  " détrempe "  en  " tempera " .  Oorspronkelijk  werden  deze  benamingen  gebruikt  voor  speciale  verven , die  met  water  werden  gebruikt  en  bestonden  uit  emulsie .  Deze  zijn  tegenwoordig  in  onbruik  geraakt  en  wanneer  de  benamingen  détrempe  of  tempera  niet  voorzien  zijn  van  een  nadere  aanduiding  en  een  speciale  gebruiksaanwijzing , dan  betekenen  zij  eigenlijk  hetzelfde  als  gouache , zoals  we  dat  omschreven  hebben . 
      Intussen  was  tempera  in  werkelijkheid  een  emulsie  van  kleur  met  een  waterachtig  bindmiddel  en  een  olie -  of  harsachtige  vloeistof .  Dit  soort  van  verf  werd  reeds  in  een  zeer  ver  verleden  gebruikt  en  reeds  lang  kende  men  de  z.g.  eitepera  ( emulsie  van  pigmenten  en  eiwit )  die  onmiddelijke  voorganger  was  van  de  olieverf , evenals  de  z.g.  wastempera ,  die  bestond  uit  een  emulsie  van  was  in  water ,  waaraan  men  in  de  Middeleeuwen  olie  of  harsen  toevoegde . 
      Men  heeft  dus  verven  gefabriceerd  volgens  het  beginsel  van  de  tempera .  In  het  bijzonder  heeft  men  zich  daarbij  bediend  van  emulsies  van  caseïne  ( kaasstof )  en  oliehoudende  harsen ;  de  aldus  verkregen  verven  geven  lichtende  tonen  en  blijven  nat  na  droging , die  zich  in  dit  geval  sneller  voordoet .  Voorts  zijn  zij  na  indroging , niet  meer  oplosbaar  in  water .  Tot  deze  categorie  behoren  o.a.  de  "  Plaka "  ( Pelikan )  en  
    " Rembrandt "  Temperaverf  ( Talens ) .
      Wanneer  men  nu  een  wasemulsie  toevoegt  aan  deze  tempera , die , zoals  we  zojuist  hebben  gezegd , gebonden  is  met  caseïne , olie  en  harsen , dan  verkrijgt  men  een  zalfachtige  verf , die  minder  snel  droogt , waardoor  men  in  staat  gesteld  wordt  met  meer  vrijheid  " vet "  of  " mager "  ( met  veel  water )  te  werken .  Deze  variëteit  wordt  verkocht  onder  de  naam  " Ceracolor " 
    ( J. - M .  Paillard ) .  Bij  het  drogen  verkrijgt  hij  een  mat  of  halfmat  uiterlijk , matter  en  zelfs  lichtender  dan  olieverf .  Ook  verandert  hij  bij  het  drogen  praktisch  niet  van  toon , laat  zich  zeer  prettig  verwerken  op  alle  soorten  van  ondergrond , kan  vet  opgezet  worden  en  men  kan  er  gemakkelijk  overheen  schilderen .  Tenslotte  kunnen  werkstukken , die  hiermede  uitgevoerd  zijn , bloodgesteld  worden  aan  de  wisselvalligheden  van  de  buitenlucht , bijv . voor  publiciteitsdoeleinden , hetgeen  mogelijk  is  door  zijn  solide  hoedanigheden .
      Om  hetgeen  we  over  de  echte  tempera  gezegd  hebben , nog  aan  te  vullen , moeten  we  vermelden  dat , al  wordt  deze  verf , evenals  gouache , met  water  aangelengd , men  er  dezelfde  kwasten  en  penselen  voor  gebruikt  als  bij  olieverf , terwijl  men  voor  gouache  ook  penselen  gebruikt  zoals  bij  waterverf . 
      Tenslotte  menen  we  dat  men  zich  met  bovengenoemde  techniek  niet  moet  inlaten  alvoren  goed  vertrouwd  te  zijn  met  de  ander  soorten  van  dekkende  verven .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 69 . a , - LAATSTE RAADGEVINGEN
    Art . Nr . 69 . a ,

                       Laatste  Raadgevingen

      We  menen  er  goed  aan  te  doen , alvorens  dit  lesdeel  te  besluiten , uw  bijzondere  aandacht  te  vragen  voor  enkele  belangrijke  raadgevingen ;  door  hen  steeds  voor  de  geest  te  houden  en  er  naar  te  handelen , zult  je  zich  menige  teleurstelling  kunnen  besparen . 
      Voor  een  olieverfschilderij  van  blijvende  duurzaamheid  moet  men :

      a )  olieverven  van  de  beste  kwaliteit  gebruiken . 
      b )  geen  misbruik  maken  van  terpentijn , siccatief  of  vernissen .  
      c )  alleen  kleurechte  verven  gebruiken .
      d )  de  grond , waarop  geschilderd  wordt , goed  verzorgen  en  deze  niet  gebruiken  voordat  hij  door  en  door  droog  is . 
      e )  niet  te  vroeg  slotvernis  op  het  schilderij  aanbrengen .  
     
      Schildergrond .  -   Van  de  goede  preparatie  van  een  doekje  of  paneeltje  hangt  de  toekomst  van  een  schilderij  en  zijn  duurzaamheid  af .  Een  goede  schildergrond  moet  bestaan  uit  een  mengsel  van  loodwit  en  lijnolie .
     
      Het  is  aan  te  bevelen  om  zelf  een  geprepareerde  ondergrond  een  weinig  te 
    " ontvetten  "  daartoe  wordt  hij  met  water  en  zeep  en  een  harde  borstel  in  alle  richtingen  afgeborsteld  en  vervolgens  met  schoon  water  gereinigd .  Men  droogt  hem  met  doek  of  zeemleer  goed  af  en  laat  hem  minstens  gedurende  24  uur  drogen . 

      Het  materiaal  van  de  ondergrond  kan  zeer  verschilend  zijn :  linnen , katoen  of  een  weefsel  van  beide , paneeltjes  van  karton , hout  of  triplex .  De  oude  meesters  gebruikten  vaak  panelen  van  acacia -  of  cederhout  van  goede  kwaliteit  liever  dan  van  bijv .  eiken - of  vurenhout , die  zich  niet  goed  lenen  voor  olieverf .  

      Papier  kan  eveneens  een  goede  ondergrond  vormen , mits  stevig  en  van  goede  samenstelling .  Aangezien  de  droging  op  papier  sneller  in  zijn  werk  gaat , is  het  meer  geschikt  om  er  in  één  zitting  met  vettere  verf  op  verder  te  werken .  
      
      Het  tempermes .  -   De  hoedanigheid  van  dit  instrument  bestaat  uit  de  soepelheid  van  het  lemmet , dat  steeds  in  een  volmaakt  horizontale  stand  dient  terug  te  springen , op  welke  wijze  men  het  ook  buigt .  

      Verven .   Men  bespaart  werkelijk  niets  door  alleen  maar  verven  van  middelmatige  of  slechte  kwaliteit  te  kopen ;  zij  kunnen  geen  enkele  garantie  bieden  met  betrekking  tot  hun  duurzaamheid .  Vergeet  overigens  niet  dat  een  tube  van  fijne  kwaliteit  langer  meegaat , omdat  zijn  kleurend  en  dekkend  vermogen  veel  groter  zijn  dan  die  van  een  goedkope  samenstelling , die  tenslotte  in  ieder  opzicht  minder  voordelig  is .

      Beschilderd  doek .  -   Schilderen  op  een  oud , reeds  beschilderd  doek  vereist  enige  attentie . Een  doekje , waarover  je  niet  geheel  tevreden  bent , behoeft  daarom  nog  niet  als  verloren  beschouwd  te  worden .  Zelfs  na  geruime  tijd  kan  het  nog  gebruikt  worden , voor  hetzelfde  onderwerp  of  voor  een  ander .  Een  reeds  aangebrachte  laag  verf  kan  juist  zeer  aangenaam  zijn  om  op  te  werken .  
      Maar  alvorens  dat  te  doen , is  het  niettemin  noodzakelijk  het  doek  met  grof  schuurpapier  te  bewerken  om  de  dikste  fragmenten  wat  weg  te  slijpen .  Het  hierdoor  onstane  stof  wordt  grondig  verwijderd  en  vervolgens  brengt  men  een  laagje  retoucheervernis  aan , dat  enkele  uren  dient  te  drogen .  
      Indien  aan  hetzelfde  ( oude )  onderwerp  wordt  verder  gewerkt , behoeven  slechts  de  opnieuw  onder  handen  te  nemen  fragmenten  geschuurd  te  worden  en  kan  men  voorts , waar  nodig , met  empâtementen  en  glacis  te  werk  gaan .  
      Indien  daarentegen  het  onderwerp  verschillend  is , moet  er  fors  geschetst  worden , waarbij  men  tracht  om  van  de  reeds  aanwezige  tonen  er  enkele  te  doen  meespreken .  De  verf , die  je  later  aanbrengt , zal  een  rijker  aspect  krijgen , terwijl  hij  zich  ook  beter  vastzet  dan  op  nieuw  linnen .  Al  doende  zal  men  ook  hier  leren  en  nieuwe  mogelijkheden  ontdekken .  Om  een  voorbeeld  te  geven , wist  je  dat , om  een  mooie  blauwe  toon  te  krijgen , rood  de  beste  ondergrond  vormt  ?
      Sommige  schilders  prepareren  hun  doeken  met  opzet  in  verschillende  tonen , warme  en  koele  en  kiezen  dan  voor  een  bepaald  onderwerp  een  doek  uit , waarvan  de  kleur  van  de  schildergrond  harmoniëren  zal  met  het  schilderij  dat  zij  denken  te  maken . 

      Vernissen .  -  Maak  geen  misbruik  van  de  diverse  vernissen  en  wacht  zo  lang  mogelijk  met  het  aanbrengen  van  slotvernis   ( schilderijvernis ) . 
      Zolang  de  verf  niet  absoluut  droog  is , blijft  hij  " in  werking " , d.w.z.  kan  hij  onderhevig  zijn  aan  veranderingen .  Vernis  nu  wordt  snel  hard  en  kan  aanleiding  geven  tot  barsten , want  het  vernislaagje  bezit  niet  de  vereiste  elasticiteit  om  alle  veranderingen  in  de  verflagen  mede  te  volgen . 
      Als  voorlopige  vernis , die  tevens  dient  om  ingeschoten  plekken  op  te  halen , kan  retoucheervernis  zeer  worden  aanbevolen .    

     

    28-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 69 . - HET DIER

    Art . Nr . 69 .

                                Het  Dier

      We  zouden  deze  les  over  het  schilderen  met  olieverf  niet  mogen  beëindigen  zonder  te  spreken  over  het  dier .  We  hebben  ons  daarom  ook  voorgenomen  om  een  rashond  te  schilderen , een  z.g.  cocker .  Dit  soort , dat  gesierd  wordt  door  een  dikke , golvende  beharing , leent  zich  uitstekend  voor  de  studie  van  een  vacht , die  rijk  is  aan  onverwachte  en  bewegelijke  modulaties .  Maar  men  diene  er  goed  voor  te  waken  dat  de  constructie  van  het  dier  niet  wordt  opgeofferd  aan  de  weergave  van  zijn  aanlokkelijke  huid .  Zo  ja , dan  is  de  kans  groot  dat  we  ondanks  de  moeite  die  we  aan  het  schilderen  als  zodanig  zouden  besteden , tenslotte  slechts  een  hoeveelheid  haren  gaan  uitbeelden, die  een  ontwrichte  of  levenloze  hond  bekleden .   
      Wie  onze  lessen  bestudeerd  heeft , is  er  van  doordrongen  dat  men  een  dergelijk  model  nauwlettend  moet  waarnemen  om  te  kunnen  tonen  " wat  er  onder  zit " ;  de  vorm  van  het  lichaam  onder  zijn  pels  dient  dus  goed  bestudeerd  te  worden . 
      Dit  visiueel  onderzoek  zal  het  ons  mogelijk  maken  om  het   dier  te  tekenen , stellig  niet  met  een  lettelijke  nauwkeurigheid , maar  met  aanduidingen , die  meer  overeenkomstig 
    " de  geest "  dan  de  letter  zullen  zijn .  Enige  sporen  van  die  tekening  zijn  hier  en  daar  nog  te  zien  op  fig . 41 ,  die  de  voltooide  studie  weergeeft . 
      Het  ligt  voor  de  hand  dat  de  onderschildering  een  begrip  waarmede  je  nu  wel  vertrouwd  zult  zijn , op  vrije  wijze  uitgevoerd  zal  worden .  Het  hoofddoel  daarvan  blijft  het  aangeven  van  de  grote  licht -  en  schaduwpatijen  en  het  plaatsen  van  enkele  zwarte  plekken  op  het  oor  en  andere  delen  van  het  lichaam .  Omdat  we  het  hier  over  zwart  hebben , zouden  we  een  opmerking  willen  inlassen . 
      Zwarte  olieverf , evenmin  als  zwarte  lakverven , staat  geen  vette  behandeling  toe , aangezien  hij , bij  droging , kleine  barstjes  zal  gaan  vertonen .  Wanneer  het  niettemin  gewenst  is  om  ergens  een  zwarte  partij  te 
    " empateren "   dient  men  eerst  een  vette  onderlaag  aan  te  brengen  van  een  bijna  zwarte  toon , samengesteld  uit  b.v.  een  mengsel  van  donkergroen  en  donkerbruin  om , nadat  deze  gedroogd  is , het  pure  zwart  als  een  dunne  glacis  er  overheen  te  schilderen . 
      We  keren  terug  tot  de  onderschildering .  Hierbij  mogen  ook  de  tonen  van  de  achtergrond  niet  vergeten  worden .  Hiervan  zal  je  de  eenvoud  wel  opvallen , zo  tegengesteld  aan  de  gecompliceerde , ietwat  gewrongen  expressie  van  de  vacht .  Deze  twee  tonen  van  de  achtergrond  vormen  een  harmonie  van  gebroken  complementaire  kleuren , die  zeer  gunstig  afsteken  bij  de  kleuren  van  het  dier  zelf . 
      In  het  laatste  stadium  wijden  we  ons  aan  de  eigenlijke  schildering  meer  in  het  bijzonder  van  de  hond .  De  lichte  delen  worden  vet  opgezet , waarbij  we  de  richting  blijven  volgen  die  de  verschillende  bewegingen  in  de  vacht  te  zien  geven . 

     




    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!