TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
23-10-2006
ART . NR . 66 . - DE BLOEM EN HET BOEKET.
Art . Nr . 66 .
De Bloem en het Boeket
Bloemen en boeketten vormen studieobjecten , die in de meeste gevallen veel glans en schittering met zich meebrengen . Men begrijpt dus al dadelijk dat men hier de rijkste kleuren van het palet dient te gebruiken en mengingen , die deze rijkdom kunnen aantasten , vermeden moeten worden . Het inzicht , dat men verworven heeft door de studie van het hoofdstuk " De theorie van de kleur " , zal hier zeer goed van pas komen en zal de beginner de weg kunnen wijzen bij de keuze van bloemen , die in aanmerking komen om geschilderd te worden op grond van hun coloriet , dat op geslaagde wijze gebundeld kan worden in een boeket . Dit boeket kan een karakter vertonen naar gelang de kunstenaar zich meer speciaal interesseert voor de vorm of voor het lijnenspel , of dat hij meer waarde hecht aan fantasie of aan kleur . In het eerste geval is de tekening van groot belang en kan , onder omstandigheden , gericht zijn op een meer of minder uitgesproken stilering . In het tweede geval is het de kleurvlek , die de boventoon voert .
Een bloem bezit een zodanige glans , dat hij vaak lichtgevend schijnt te zijn . De lichtstralen van het spectrum , die hij zelf niet opneemt , zendt hij aan onze ogen terug met een opmerkelijke kracht en zuiverheid . Als slechts de tegenstellingen van kleurwaarden in een schilderij hun rol vervullen , kan dit de illusie van lichtwerking geven , zonder dat men zijn toevlucht behoeft te nemen tot bepaalde anilinekleuren , die stellig zeer fraai zijn , maar tevens in het geheel niet kleurecht . Als men echter " met alle geweld " een dergelijke kleur gebruiken wil om een bepaalde toon te verkrijgen , dient hij op het doek vooraf te worden gegaan door een kleur of kleurmengsel , dat hem in toon zeer dicht nabij komt . Is deze gedroogd , dan kan men de niet - kleurechte toon als glacis er overheen aanbrengen . Op deze wijze toegepast , zal de bewuste toon niet geheel verdwijnen in de toekomst en zal de harmonie van het schilderij bewaard blijven . Door zijn zeer gevarieerd karakter kan de bloem een plaats vinden in composities van onderwerpen met uiteenlopend sentiment : vrouwelijkheid , teerheid , goedhartigheid , uitbundigheid , enz... en het boeket verleent hierbij goed diensten door zijn samenstelling , zijn kleur , stijl en de omgeving , waarin het is opgesteld .
Een boeket rozen
We gaan een boeketje rozen schilderen , zoals afgebeeld op fig . 13 . Het is van tere en bescheiden aard en de elementen , die het begeleiden , kenmerken het interieur van een woning . We hebben dit boeket opgesteld op de midden - as , die het vlak in tweeën deelt . Je zult echter opmerken dat de linkse buitenlijn van de schilderijlijst wel gelegen is op een as die links van de midden - as is gelegen en daardoor de symmetrie tegengaat . De achtergrond wordt zodoende verdeeld in verschillende horizontale en verticale vlakken die het vlak levendigheid verlenen zonder het boeket zelf te oversemmen . Zoals de voorafgaande stillevens , is dit boeket zelf eerst " gecomponeerd " met de bloemen in de hand , die daarna in een vaasje geplaatst zijn op een tafel en tegen de gewenste achtergrond . Ook hier gaan we het gebruikelijke procedé volgen met opeenvolgende stadia : goede werkwijze en zelfkritiek brengen kennis en vakkunde voort . Zie er niet tegen op om de constructietekening met de grootste zorg uit te voeren ( fig . 11 , 1e stadium ) , en geef je rustig de tijd om hem duidelijk en correct te maken . In dit verband zouden we geneigd zijn nog verder te gaan en je zou beter beslagen ten ijs komen , wanneer je eerst enige voorbereidende studies maakt bij onderwerpen van deze aard ; wel te verstaan met een ander materiaal , dan waarmee je uw schilderijtje wilt uitvoeren . Deze studies , met krijt of met de pen , zouden je in staat stellen om de aard van uw onderwerp , zijn stijl , zijn golvingen en bewegingen , die eigen zijn aan de diverse onderdelen , goed op u te laten inwerken . Bij het schilderen kunnen uw toetsen dan vrijer zijn en je zult de betekenis van de vormen bijna automatisch aanvoelen . Is de schetopzet klaar , dan gaan we de onderschildering aanbrengen met de platte kwast en in dunne verf , er zorg voor dragend dat de oorspronkelijke tekening bewaard blijft . We hebben die immers nodig om lichten en schaduwen , waarvan het spel vrij ingewikkeld is , op hun juiste plaatsen aan te brengen . We hebben er ook belang bij om te beginnen met de achtergrond en de tafel , om de beschikking te hebben over bepaalde toonwaarden , waartegen we die van de bloemen en bladeren kunnen afwegen en tevens omdat we , laten we dit niet vergeten , steeds vet op mager dienen te werken : de kleuren van de bloemen zullen , uiteraard , dikker in de verf komen te zitten dan de achtergrond . Deze laatste het eerst aan te brengen is , hoe dan ook , noodzakelijk , want het zou zeer gewaagd zijn , om de verschillende tonen van de bloemen , vooral de tere , op een witte achtergrond te willen aanbrengen . Men zou hen n.l. bijna zeker te licht maken . Wees voorzichtig bij het mengen van de kleuren , gebruik daarbij niet te veel , anders zullen zij hun frisheid verliezen . Nu is de ondergrond geheel met verf bedekt ( fig . 12 , 2e stadium ) . Hij vertoont de locale tonen volgens hun kleur - en toonverhoudingen . Men diene echter te bedenken dat de schaduwtonen min of meer gewijzigd kunnen worden door de complementairen van de kleuren , waaruit zij zijn samengesteld . Herlees , in dit verband , " De theorie van de kleur " in het vorige lesdeel . Het werk wordt nu verder doorgevoerd om tot de voltooide staat te geraken ( fig . 13 ) . Weer beginnen we met de achtergrond , waarop we nu met wat dikkere verf gaan werken en waarbij de verschillende onderdelen nader gepreciseerd en aangevuld worden : de kast , de lijst en het landschapfragment dat hij laat zien , waarbij de twee laatste onderdelen bescheiden en teruggehouden moeten worden . Vervolgens nemen we de modulaties van de toonwaarden onder handen , in de schaduw worden accenten geplaatst en de lichten worden vet opgezet . Wat we thans doen is echt " schilderen " en we doen dat in de richting van de vormen . Let op de spiraalvormige beweging in de grootste roos ; in eenzelfde draaiende beweging moeten we de verf aanbrengen . Het spreekt vanzelf dat platte en ronde kwasten van verschillende dikte hierbij gebruikt zullen worden . De allerlaatste arbeid kan het beste met een das - of marterharen kwast worden uitgevoerd , die de uiteindelijke verfijningen helpen tot stand brengen , die men kan waarnemen op fig . 13 .
Andere voorbeelden
We besluiten dit hoofdstuk met enkele opmerkingen naar aanleiding van twee andere schilderijen , waarvan we slechts het voltooide stadium afbeelden , zonder na te laten je er aan te herinneren , dat zij ook in drie opeenvolgende étappes werden geschilderd . Het boeket op fig . 14 vormt het voornaamste onderdeel van een compositie van uitgesproken decoratief karakter , met zijn fantasierijke arabesken en zijn achtergrond van wandtapijt . Het verschil met het voorgaande is groot ; hij is wat rustiger , zou men kunnen zeggen en het boeket is wat gewoner , zoals men dit veel in de huiskamer aantreft . Een nog eenvoudiger ruikertje ziet je op fig . 15 . , zo simpel dat hij het eigenlijk alleen van zijn kleur moet hebben . Maar deze eenvoud zou je er toch niet toe mogen verleiden om te menen dat de tekening niet goed bestudeerd zou moeten worden : zonder deze voorzorg zou het eindresultaat van uw bloemenstudie je wel eens heel erg kunnen teleurstellen .
ART . NR . 66 . - FIG . 11 , 12 EN 13 . - BOEKET VAN ROZEN - IN DRIE STADIUMS
Art . Nr . 66 .
Fig . 11 , 12 en 13 .
Boeket van rozen . 1e stadium - schetsopzet . 2e stadium - De onderschildering . 3e stadium - Eindresultaat . Schilderij van Renefer .
ART . NR . 66 . - FIG . 15 . - EENVOUDIG BOEKETJE .
Art . Nr . 66 .
Fig . 15 .
Eenvoudig boeketje . van dezelfde schilder
24-10-2006
ART . NR . 67 . - DE KOP EN HET PORTRET .
Art . Nr . 67 .
De Kop en het Portret
Inleiding
Ziehier een uitermate interessant onderwerp , zeer geschikt als uitdaging van menig kunstenaar . Meer dan ooit is het echter nodig om hierbij aan de constructie en grootste aandacht te besteden en hem aan te pakken met de vaste wil zo exact en correct mogelijk uit te voeren . We herhalen daarom de raad die we eerder gaven bij de behandeling van het boeket : enige voorafgaande tekeningen , met zorg uitgevoerd , teneinde het onderwerp in kwestie goed te leren kennen , worden sterk aanbevolen . Van een goede schetopzet hangt voor een deel de gelijkenis af ; we zeggen " voor een deel " , want andere factoren gaan daarbij ook een rol spelen . Om de gewenste gelijkenis te kunnen bereiken , dient het portret het karakter van het individu uit te beelden . Een werkelijk gelijkend portret kan ontstaan door de trekken , die elementen van het gelaat waarvan de persoonlijkheid van het model uiteindelijk afhangt , een weinig te accentueren , zonder echter in een karikatuut te vervallen , hetgeen mogelijk is als we goed begrijpen , welke de wezenstrekken zijn en waarin precies " het leven " schuilt .
Studie van een kop
We gaan nu eens de ontwikkelingsgang na van een vrouwenkop , zoals weergegeven in fig . 18 , met een werk van wijlen de schilder A . RAYNOLT , die een van de beste medewerkers van de A.B.C. Parijse Tekenschool was . Meer dan ooit is hier een uitvoering in achtereenvolgende étappes noodzakelijk . Geen leerling zou zich zonder gevaar kunnen veroorloven deze gebiedende eis te negeren ; hij zou immers voor ontmoedigende en stellig ook onoverkomenlijke moeilijkheden komen te staan . Overeenkomstig een handelswijze die we reeds eerder adviseerden , gaan vele kunsttenaars bij het ondernemen van een portret niet onmiddelijk tot de eigenlijke uitvoering over . Zij maken eerst van het model enkele schetsen en tekeningen , aan de hand waarvan zij er in slagen zich goed rekenschap te geven van de karaktereigenschappen van een bepaalde kop om dan te kunnen beslissen welke wijze van uitbeelding , in het gegeven geval de beste is . Op deze wijze verkrijgen zij een solide grondslag voor hun werk , waarvan de eerste fase een foutloze schetopzet zal zijn , zonder welke men er niet komen kan . Raynolt heeft de kop van zijn model recht van voren willen uitbeelden , zodanig dat het zuivere ovaal van het gezicht en de regelmatigheid van zijn trekken mooi tot hun recht komen . Fig . 16 toont de schetsopzet , die weliswaar nog geen " leven " bezit ( het ogenblik om dat te voorschijn te roepen , is nog niet gekomen ) , maar in ieder geval de vereiste juistheid van de verhoudingen en de juiste plaats van de verschillende onderdelen en trekken van de physionomie in zich draagt . Een zeer licht modelé , uitgevoerd met behulp van een fijne grijze toon , voltooit deze verantwoorde schets , die een veilige basis gaat vormen bij de uitvoering van het tweede stadium , de onderschildering . Maar deze , met het penseel opgehaalde tekening is niet met één slag uitgevoerd . Ze is het resultaat van een voorafgaande schets in houtskool , die telkens gewijzigd en verbeterd werd tijdens een strenge controle voor het model ( fig . 16 ) . Fig . 17 toont dan hoe de onderschildering opgevat werd , op eenvoudige wijze , maar niettemin reeds voorzien van genuanceerde locale tonen en van overgangen van licht naar schaduw , die al een zekere geleidelijkheid hebben . We willen hier opmerken dat het voordelen heeft om de schets van een kop op te zetten in een zeer sober gamma : bijv. met wit , gebrande sienna , groen émeraude en eventueel blauw . De rijkere kleuren , die later zullen komen , krijgen dan des te meer gloed . Het zal voor u van veel nut kunnen zijn om , alvoren portret-studie te gaan schilderen , eerst een aantal van dergelijke schetsen te maken . We keren terug tot ons tweede stadium . Zeer zeker vertoont ze enige slapheid . Maar dit gebrek zal verdwijnen bij het werk , dat volgen zal , dank zij bepaalde toetsen , die we met een zachte kwast schilderen , waardoor een juister bepalen van de vorm mogelijk is . Zelf een zacht rond penseel met fijne punt zal hierbij vaak nuttig en nodig zijn . Bekijken we thans fig. 18 , die de studie in voltooide staat afbeeldt . De ondergrond is thans geheel met verf bedekt , maar op het eerste gezicht zou men dat niet zeggen ; de verf is n.l. zodanig aangebracht dat de platte kant van de kwast tijdens het schilderen het doek raakte . Men merke op dat het gelaat op de klassieke wijze werd behandeld , hetgeen wil zeggen dat de lichten dikker in de verf zitten dan de schaduwen . De wijsvinger gebruikte de schilder als een soort van doezelaar om fijne en zachte overgangen te krijgen tussen de ene nuance en de andere . Dit ziet men in het bijzonder op de wangen . De das - ( of marterharen ) penseel heeft de schilder gediend bij de fijnste details , waarvan hierboven sprake was en die men kan waarnemen bij de ogen en de mond , welke laatste met glacis werd uitgevoerd . Het wil ons voorkomen dat de besproken studie zeer geschikt is om de leerling kennis te laten maken met het in olieverf geschilderde portret , door zijn rustige , trefzekere en zuivere techniek , die niet gekenmerkt wordt door allerlei kunstgrepen en trucjes , die men op dit terrein zo vaak kan aantreffen . Bij de fig . 23 en 24 zult je twee andere portretten zien , die op geheel verschillende wijze gemaakt werden . De schetstekening van het eerste deel werd aanvankelijk overgeschilderd met verdund zwart ( 1e stadium ) . De onderschildering werd vervolgens met vrij dikke verf uitgevoerd . Zijn compositie is eenvoudig en het portret zelf neemt natuurlijk de belangrijkste plaats in . Als tegenstelling tot de gebogen lijnen in de figuur vormen muur en lijsten een ryhme met strakke lijnen . Het portret speelt als het ware de rol van overgang tussen dat verticale rythme en de schuine lijnen van de voorgrond . In het midden wordt de blik langs een krachtig en warm kleurenspel van de wollen das gevoerd naar het coloriet van het gelaat , waar een invloed van complementairen duidelijk te zien is .
ART . NR . 67 . - FIG . 16 , 17 EN 18 . - DE KOP EN HET PORTRET .
Art . Nr . 67 .
Fig . 16 , 17 en 18 .
1e , 2e en eindstadium .
Werk van schilder A. RAYNOLT .
ART . NR . 67 . - FIG . 23 . - ZELFPORTRET VAN RENEFER .
Art . Nr . 67 .
Fig . 23 .
Zelfportret van Renefer . Fors in vette verf geschilderd doek , dat krachtig en sober is , maar niettemin " kleurrijk " . Vergelijk het met het portret van A. Raynolt , dat meer uitmunt door tederheid en zachtheid .
ART . NR . 67 . - FIG . 24 . - PORTRET DOOR C . LE BRETON .
Art . Nr . 67 .
Fig . 24 .
Portret door Constant Le Breton . Werk van een verrukkelijke frisheid en een tegenlijk eerlijke en vrije vormgeving , waarvan de grote bekoring is gelegen in zijn eenvoud en een uiterst fijne toonharmonie .
ART . NR . 67 . a , - DE FIGUUR
Art . Nr . 67 . a ,
De Figuur
Definitie . In de kunst wordt onder figuur verstaan , het gehele menselijk lichaam . Men spreekt van een naaktfiguur , of kortweg een naakt en van een geklede figuur . Allereerst gaan we een naaktfiguur bestuderen .
Studie Van Het Naakt
Het werk moet , als steeds , in drie stadia worden uitgevoerd en je zult nu wel voldoende vertrouwd zijn met deze werkwijze , dat we kunnen volstaan met afbeeldingen van het tweede stadium ( onderschildering , fig . 19 ) en de voltooide studie ( fig . 20 ) . We zouden je er niettemin , niet genoeg op kunnen wijzen hoe belangrijk het is dat je met de uitterste aandacht en met de meeste zorg een schetsopzet tot stand brengt met als doel een zeer duidelijke tekening , zoals we dit ook aanbevolen hebben bij het portretschilderen . Het is beter , vooral bij de aanvang van de studie , om zich aan deze dwang te onderwerpen , dan op avontuur uit te gaan door te gaan schilderen op een onvolledige en onduidelijke schets . Het betreft hier een vrouwelijk naakt in een eenvoudige stand . De onderschildering werd natuurlijk uitgevoerd op een zeer hechte tekening - daarop moeten we de nadruk leggen - en deze onderschildering werd dan weer tot stand gebracht op dezelfde wijze als die bij de kop . De ondergrond werd dus voorzien van weinig genuanceerde locale tonen , waarbij de verf niet al te dun werd gebruikt . We herhalen ook nog eens dat het nuttig is om een onderschildering tot stand te brengen , die reeds een zekere uitdrukkingskracht heeft en die van lieverlede verrijkt zal worden , zowel wat nuances , als ook wat de verf betreft . Vervolgens wijden we ons aan het werk van de 3e étappe , waarbij we niet zullen aarzelen om van kwast te veranderen , zo vaak als dat nodig zal blijken om te tonen van hun frisheid , rijkdom en zuiverheid te doen behouden . Bij het schilderen wordt telkens een iets vettere verf gebruikt , vooral op de lichten , die de onderschildering reeds toont ; de overgangen naar de schaduw worden het best met platte en zachte kwasten uitgevoerd . Zoals men het deed bij de kop ; kan ook hier de vingertop bij wijze van doezelaar gebruikt worden om de teerste overganspassages hun zachtheid en geleidelijkheid te verlenen . Het werk aan het laatste stadium heeft de kunstenaar met enthousiasme volbracht : dit woord is beslist niet te sterk om uitdrukking te geven aan het grote plezier om te kunnen werken met toewijding , zorg en smaak ; een vreugde die groter wordt naarmate het onderwerp meer leven krijgt en men een succesvol eindresultaat voelt naderen . De schilder besluit tenslotte met het aanbrengen van die fijne toetsjes , waarover we reeds eerder spraken en die a.h.w. een soort van " handschrift " vormen , om op vrije wijze de vormen te doen spreken en bepaalde karakteristieke détails tot hun recht te doen komen . Fig . 25 laat een ander naakt zien , dat weer verschillend is van techniek . Het eerlijke vakmanschap , waarmede het tot stand kwam , zult je ongetwijfeld weten te waarderen .
Studie van een geklede figuur
Zoals steeds is hierbij een echte tekening en een goede constructie noodzakelijk . Deze wordt wederom eerst met houtskool uitgevoerd , zodat , wanneer dit gewenst is , hij gemakkelijk kan worden uitgeveegd om correcties aan te brengen . Deze tekening wordt gefixeerd en hij wordt overgeschilderd met wat gebrande sienna of zwart , zoals we gedaan hebben bij de voorgaande studies . We beelden het eerste stadium hiervan niet af ; je zult zich het beeld daarvan gemakkelijk kunnen voorstellen , wanneer je denkt aan de vele voorgaande voorbeelden . De onderschildering komt daarna aan de beurt en we brengen de locale tonen aan , in waarden , die de werkelijkheid benaderen ( fig . 21 ) . Tijdens de arbeid aan het definitieve stadium , wordt de verf weer wat vetter opgezet en de verschillende modulaties en overgangen moeten met zorg worden uitgevoerd . Tevens zal ook de vorm als zodanig nader gepretrifieerd worden met toevoeging van een aantal onmisbare details , terwijl meerdere overgangen wat soepeler gemaakt zullen moeten worden om tenslotte tot een eindresultaat te kunnen geraken ( fig . 22 ) . Eveneens bij het naakt moet men niet nalaten om een omgeving aan te brengen , die echter niet niet weer zo opvallend zal mogen zijn , dat de aandacht van de hoofdfiguur afgeleid zou kunnen worden .
ART . NR . 67 . a , - FIG . 19 en 20 . - NAAKT - ONDERSCHILDERING EN VOLTOOIDE STUDIE .
Art . Nr . 67 . a ,
Fig . 19 en 20 .
Naakt - 2e stadium ( onderschildering ) Voltooide studie . Schilderij van Renefer .
FIG . 25 . - NAAKT DOOR CALLEWAERT .
Fig . 25 .
Naakt door CALLEWAERT . Krachtige schildering , sterk gebouwd en zeer plastisch . Grote rijkdom aan toonwaarden . Brede en eenvoudige verfopdracht - vlakverdeling met de figuur te midden van het gebladerte , waardoor het omlijst wordt en dat tevens de compositie aan beide zijden afsluit .
ART . NR . 67 . a , - FIG . 21 EN 22 - GEKLEDE FIGUUR
Art . Nr . 67 . a ,
Fig . 21 en 22 .
Geklede Figuur . 2e stadium ( onderschildering ) en Voltooide studie .
25-10-2006
ART . NR . 68 . - FIG . 26 , 27 , 28 EN 29 - LANDSCHAP
Art . Nr . 68 . Fig . 26 , 27 , 28 en 29 . Landschap - 1e stadium en - 2e stadium
Zo houdt men het tempermes vast . De verf wordt met de binnenkant van het lemet van het palet afgenomen .
Voltooide studie door RENEFER . Hoofdzakelijk met het mes .
ART . NR . 68 . - HET LANDSCHAP
Art . Nr . 68 .
Het Landschap
Hier zijn we aangeland bij een zeer boeiend onderwerp , dat een grote verscheidenheid vertonen kan , zowel in de motieven zelf , als ook in de talrijke effecten , die deze motieven telkens weer van uitdrukking kunnen doen veranderen . Tijdens het eerste deel van deze cursus hebben we reeds een soort van voorbereidende studie gemaakt , toen we bomen , vlakten en luchten behandelden . Thans kunnen we dus complete composities aanpakken : zeegezichten , bosgezichten , decoratief opgevatte landschappen enz .
Een met het tempermes uitgevoerd landschap
Hier hebben we een motief , waarbij het water van overwegende betekenis is , niet sclechts door de grootte van het opervlak als zodanig , maar vooral doordat het als een soort van bewegende spiegel fungeert die , door de spiegelwerking , het licht van de hemel en de elementen , die hij verlicht , terugkaatst . We gaan dit onderwerp met het tempermes uitvoeren , omdat de verf door het rijke aspect , dat dit procedé meebrengt , het sterkst uitdrukking kan geven , juist aan die lichtgevende glans van hemel en water . Vanzelfsprekend zal ook bij dit onderwerp een foutloze schetsopzet de basis moeten zijn ; een omzet , die ons zijn goede diensten zal verlenen tijdens de verdere schilderarbeid en die het ons mogelijk zal maken om onbekommerd en zonder aarzelingen vrijuit te kunnen blijven schilderen . Die eerste opzet ziet je in fig . 26 . Let op de compositie , die in evenwicht wordt gehouden door de brugpijler links en het groepje bomen rechts . De horizon is op het onderste derde deel van de hoogte van het doek geplaatst om aan de lucht en het licht het leeuwendeel te laten . Fig . 27 laat zien hoe de onderschildering met de kwast werd uitgevoerd , zonder " empâtements " . Een breed geborstelde , dunne laag verf kan volstaan , waarbij onze verf , die slechts de voornaamste locale tonen weergeeft , voldoende aangelengd is met een mengsel van terpentijn en lijnolie . Met deze betrekkelijk dunne laag stellen we ons tevreden , omdat we uit ervaring weten dat de verf , die met het mes wordt aangebracht , ( hetgeen straks gaat gebeuren ) , buitengewoon dekkend is . Het kan zijn nut hebben om in dit verband eens te herlezen , wat we zeiden in het vorige lesdeel onder " de studie van een koperen voorwerp " . Je weet dus wel dat , om er mee te schilderen , men het tempermes vasthoudt zoals een metselaar zijn troffel ( fig . 28 ) . Men begint met de verschillende hoeveelheden benodigde verf op te nemen met de binnenkant van het lemmet , die dan op het middendeel van het palet gezet worden en vervolgens , nog steeds met de binnenkant van het lemmet , in een draaiende beweging gemengd worden . Deze vermenging dient nimmer op de schildergrond zelf plaats te hebben ; deze werkwijze dient strikt verworpen te worden . Dit mengen op het palet dient met de grootste zorg te geschieden . Zo nu en dan moet met het mes alle verf weer eens op een hoopje geschraapt worden en daarna weer dooreen gewreven . Bij het aanbrengen van de aldus verkregen kleur wordt dit wederom met de binnenkant van het lemmet opgenomen en op de gewenste plaats op het doek voorzichtig uitgestreken . Wanneer de verf op hoeken moet worden aangebracht , op smalle partijen of gebogen omtrekken , werkt men met het spitse uiteinde van het mes , dat natuurlijk niet veel verf opneemt en derhalve voor dezelfde bewerking wel meer dan eens gebruikt zal moeten worden . Verandert men van toon , dan moet men het mes met een lapje schoonmaken .
Zoals we ook al eens opgemerkt hebben , zal de " tekening " tijden het werken met het tempermes hier en daar wel eens overschreden worden ; in dat geval neme men de kwast ter hand om alles weer op zijn plaats te brengen . Kwasten worden ook gebruikt om in bepaalde fragmenten de overgangen wat zachter te maken , wanneer het mes in dat opzicht te kort schiet . Hier zouden we onder omstandigheden , een tweede stadium hebben kunnen overslaan om ommiddelijk het mes ter hand te kunnen nemen . Maar voor een beginner is het zeer moeilijk oog te hebben voor de juiste kleuren . En om de vereiste mengsels , vooral met het mes , tot stand te brengen en deze in hun juiste waarden en kleurverhouding op de witte ondergrond te zetten , zou stellig tot moeilijkheden leiden . Het is dus verstandiger om ook een onderschildering uit te voeren . Wanneer we de tweede staat als uitgangspunt nemen , beginnen we met de groen - blauwe toon van de lucht met het mes aan te brengen . Deze bestaat uit coeruleumblauw , een klein beetje gele cadmium en wit . Merk op dat er zich in de lucht enkele lichtere partijen bevinden , vooral links boven de brug . Op soortgelijke wijze werken we aan de weergave van het water , maar , evenals trouwens bij het werken aan de lucht , moeten we er toch voor zorgen dat de andere onderdelen van het landschap niet te veel in het gedrang komen . Vervolgens trachten we de juiste tonen voor de achtergrond , de bomen en de pijlers te vinden , nogal vet in de verf , waarbij hun omtrekken , waar nodig , gecorrigeerd worden . In deze onderdelen moet de verf echter niet dikker zijn dan die van de lucht en het water , die beide lichter van toon zijn , integendeel , volgens het beginsel van "vet op mager " schilderen , moeten deze laatste nog iets meer " geëmpâteerd " zijn en wel als laatste bewerking . Het ligt niettemin voor de hand dat , de uitvoering van enkele détails slechts met pensseel of kwast geschieden kan . Dit is bijv. het geval met de kabels van de brug en , in het algemeen , met kleine onderdeeltjes , die bij de voltooiing met trefzekere toetsjes van de penseel worden geschilderd . Het geheel afgewerkte riviergezicht vindt je onder fig . 29 .
ART . NR . 68 . a , - FIG . 30 . - TUINGEZICHT
Art . Nr . 68 . a ,
Fig . 30 .
Tuingezicht door Renefer .
26-10-2006
ART . NR . 68 . a , - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
Art . Nr . 68 . a ,
Een met de kwast geschilderd landschap
We behandelen thans een ander voorbeeld dat afgebeeld is op fig . 30 . Het is de lente in zijn volle bloei , waarop een geopende balkondeur ons hier een doorkijk gunt . Het licht is er delicaat , maar niet erg " duurzaam " . Het stroomt , gefilterd door wolken , over het landschap dat er bij gedeelten door verlicht wordt . Het z.g. clair-obcur ( een begrip dat we eerder verklaard hebben ) is hier uitermate bekoorlijk . Nadat de constructieschets op deugdelijke wijze is uitgevoerd , beginnen we met de lucht breed op te zetten en dan de veraf geleden delen van het landschap , waarbij we niet nalaten met de gewenste tonen de verschillende tegenstellingen in waarde en kleur , die de door de zon al of niet beschenen fragmenten te zien geven , op hun plaats te brengen . Door dit te doen hebben we natuurlijk al een soort van keuze gemaakt en hebben we één bepaald aspect vastgelegd . Nu kan deze belichting zich gaan wijzigen door de wind die de wolken verjaagt , maar , hoe dan ook , wanneer de schilder eenmaal een keuze gemaakt heeft , moet hij er zich verder aan houden . Het is dus zaak om snel de essentiële tonen vast te leggen en , wanneer de verlichting zich onverhoopt grondig wijzigt , moet men zijn geheugen te hulp kunen roepen en zich niet in de war laten brengen door de veranderingen van het licht , hetgeen uit de aard der zaken niet altijd even eenvoudig is . Zonder een voorafgaande keuze , die gegrond moet zijn op een nauwlettende observatie van het onderwerp en zijn karakteristieke lichteffecten , is het schilderen bij snel wissende belichting nu eenmaal niet mogelijk . Evenals in de voorgaande gevallen zal , na de overschildering , ieder onderdeel zijn eigen kleuren en nuances krijgen , goed de te onderscheiden vormen uitdrukkend , zonder de eenheid van het geheel afbreuk te doen . Een op vrije wijze gepenseelde , pittige détaillering , zal aan verschillende onderdelen hun nadere uitbeelding moeten geven , zoals fig . 30 duidelijk laat zien .
Andere voorbeelden
Er zijn bepaalde effecten , zoals bijv . degene die men geniet op een mooie lenteochtend met een door de zon vergulde , lichte nevel , die meer speciaal de kleur - en toongevoelige kunstenaar aantrekken . Fig . 31 geeft daarvan een voorbeeld . Het is een vergezicht met de Seine , waarop duidelijk twee verschillende plans te onderscheiden zijn . Men ziet de tegenstelling tussen de krachtig behandelde voorgrond en de vervagende tederheid van de verder gelegen vlakten , die min of meer in een nevel verdwijnen . Het spreekt wel vanzelf dat het ondernemen van dit schilderij een weldoordachte schetsopzet met zich mee bracht , zelfs een tot in onderdelen uitgewerkte tekening , want om welbewust bepaalde " overbodigheden " in een kunstwerk te kunnen weglaten , is niets beter dan eerst alles precies aan te geven om daarna op oordeelkundige wijze het een en ander te kunnen verwaarlozen . Fig . 39 toont weer eens iets anders , n.l. een stadsgezicht . Zijn maker is de voortreffelijke schilder ITHIER , die zich gaarne verlustigt in de uitbeelding van bepaalde hoekjes van de Parijze buitenwijken , waarvan hij de schildeachtigheid wonderwel aanvoelt .
ART . NR . 68 . a , - FIG . 31 . - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
Art . Nr . 68 . a ,
Fig . 31 .
Weg op een heuvel met in de verte een stad aan de rivier .
ART . NR . 68 . b , - FIG . 32 . - STRANDGEZICHT
Art . Nr . 68 . b ,
Fig . 32 .
Strangezicht door Renefer .
ART . NR . 68 . b , - FIG . 33. - BRANDING OP DE ROTSEN
Art . Nr . 68 . b ,
Fig . 33 .
Branding op de rotsen .
ART . NR . 68 . b , - TWEE ZEEGEZICHTEN
Art . Nr . 68 . b ,
Twee zeegezichten
We besluiten de studie van het landschap , zoals de natuur zelf ons die te zien geeft , met twee zeegezichten : een strandgezicht ( fig . 32 ) en één , waarop de branding zich op de rotsen breekt ( fig . 33 ) . Dergelijke onderwerpen wekken vaak een indruk van grootsheid , zelfs van een soort oneindigheid . Lucht en wolken spelen er een voorname rol in ; zij moeten vrij snel , in één bewerking , tot stand worden gebracht , waarbij hun bewegelijke karakter goed uitgedrukt moet worden . Op het eerste schilderij ( fig . 32 ) lette men vooral op het fijn genuanceerde coloriet van het strand in het door de voorbijtrekkende wolken , ietwat versluierde licht . De schilder heeft hier de verf niet vet aangebracht ; het is door de nuances dat men de suggestie verkrijgt van het verschuiven van de plans . Het tweede zeegezicht ( fig . 33 ) kwam tot stand naar de natuur , maar niet in de natuur zelf . Hij is dus meer de vrucht van geheugenarbeid dan van een rechtstreekse observatie . Maar , vergist u zich niet , in werkelijkheid is het een soort van samenvatting van alles wat het oog ter plaatse heeft waargenomen , voor die bruisende zee , gedurende een tijd , die lang genoeg was voor de kunstenaar om zich goed in zijn onderwerp te verdiepen . Het is duidelijk dat de golven en hun opspattingen voortdurend van aspect veranderen : meer dan ooit zijn hier een wel doordachte observatie en een juiste keuze noodzakelijk van die elementen , die men moet zien te onthouden om hen weer te geven .
ART . NR . 68 . c , - FIG . 34 . - LANDSCHAP DOOR RENEFER
Art . Nr . 68 . c ,
Fig . 34 .
Landschap door Renefer .
27-10-2006
ART . NR . 68 . a , - FIG . 39 . - STADSGEZICHT DOOR ITHIER .
Art . Nr . 68 . a ,
Fig . 39 .
Stadsgezicht door Ithier . Zijn penssel gaat krachtig te werk , de verf is dik uitgesmeerd en de kleuren " leven ". Welbewust is het karakteristieke van het onderwep naar voren gebracht . De techniek is gedurfd en vrij , de tonen harmoniëren goed .
ART . NR . 68 . c , - FIG . 35 . - BOSGEZICHT DOOR CHARLOT .
Art . Nr . 68 . c ,
Fig . 35 .
Bosgezicht door CHARLOT .
ART . NR . 68 . c , - FIG . 36 . - LANDSCHAP DOOR SHEDLIN .
Art . Nr . 68 . c ,
Fig . 36 .
Landschap door SHEDLIN .
ART . NR . 68 . c , - DE FIGUUR IN HET LANDSCHAP
Art . Nr . 68 . c ,
De figuur in het landschap
Het landschap , zoals we dat bestudeerd hebben , vormt een onderwerp , dat aan zichtzelf genoeg heeft ; maar het kan ook dienst doen als begeleiding , als omlijsting van een figuur , een stilleven of een boeket in een compositie , waarin deze elementen de voornaamste plaats innemen , zo niet in oppervlak , dan toch in belangrijkheid . Op die manier zijn er bekoorlijke , zelfs vreemdsoortige , maar altijd schilderachtige tafereeltjes geschapen . Soms vormen mens of dier een integrerend deel van het landschap ( men denkt aan akkerbouw , oogsten e.d . ) . Soms is het een meer intieme scene , bijv . een picnic in de tuin , waarvan een landschap de natuurlijke omgeving is en waar een verrukkelijke samenklank van kleuren te genieten valt . In het doek , waarvan we je de afbeelding tonen ( fig . 34 ) , speelt de figuur weliswaar geen overheersende rol , doch , niettemin zijn het de figuurtjes , die een sfeer oproepen van een zondagmiddag even buiten de grote stad , waar men beveiligd is tegen het daverende stadslawaai.....
Een expressionistisch schilderij
Laten we thans een manifestatie van uitgesproken moderne richting wat nader bekijken . Het landschap van fig . 35 , een werk van de schilder CHARLOT , is wel zeer tegengesteld aan het neo - realistische werk van zijn collega RENEFER . Wat we hier terugvinden is de neiging ( waarvan reeds sprake was bij het stilleven ) om een schilderij de uitdrukking te doen geven van bepaalde gewaarwordingen . CHARLOT , zo lezen we in het mooie maandblad " Connaissance des Art " , schildert geheel uit het hoofd de sensaties , die de natuur hem geeft . Men kan hem , volgens ons , rangschikken onder de z.g . expressionistische schilders , dat zijn zij die de vormen en de kleuren van de natuur ondergeschikt maken aan de gevoelens , waaraan zij uitdrukking willen geven en niet aarzelen hen in de gewenste richting te wijzigen , daarbij hun toevlucht nemend tot vervormingen en kleurverplaatsingen . Het huis , waarin Charlot in zijn jeugd woonde , was omgeven met velden , waarop bomen geplant waren . Veel van zijn lanschappen , zoals ook het hier bedoelde , doen aan een bos denken , gelijk een droom herinneren te voorschijn kan roepen , die getransformeerd worden tot een vreemd gezichtsbedrog , dat geen diepte of plastiek vertoont . De aldus voorgestelde bomen gaan gekwelde vormen vertonen , alsof men er op uit was hen een persoonlijkheid en menselijke gevoelens te verlenen . Het gekronkel van stammen en takken is het symbool van het geheugen , dat een glimp geeft van het verleden , evenals men door het loof ver gelegen ruimten kan ontwaren . Tenslotte verbeelden de kleine , lichtgekleurde vlakjes , die hier en daar tussen de grotere in verschijnen , de lichtstralen die tussen het gebladerte spelen . Zij symboliseren als het ware die kleine voorvalletjes , die zich tijdens het leven voordoen en die , gering van omvang nochtans belangrijke ernstige gevolgen met zich kunnen meeslepen . In het landschap van Schellin ( fig . 36 ) dient men evenmin een objectieve weergave van de natuur te zien . Van het onderwerp zelf heeft de kunstenaar slechts de algemene suggestie overgehouden die bij hem gewekt werd en die hem sterk trof , buiten iedere rechtstreekse onderwerpen aan de werkelijkheid om . Het doel was zijn motief te construeren , het aan te kleden met op weloverwogen wijze naast elkaar geplaatste kleuren om de toonverhoudingen tot stand te brengen , die een gezamenlijke harmonie vormen , waarin een of ander " dominante " de boventoon voert .
ART . NR . 68 . d , - FIG . 37 EN 38 . - DECORATIEF LANDSCHAP
Art . Nr . 68 . d , Fig . 37 en 38 .
Schets naar de natuur ( gezicht op Andrésy ) . Bouwstof voor het decoratieve landschap , dat hiernaast is afgebeeld .
Decoratief landschap . Schilderij van Renefer .
28-10-2006
ART . NR . 68 . d , - HET DECORATIEVE LANDSCHAP
Art . Nr . 68 . d ,
Het decoratieve landschap
Onder omstandigheden kan menig landschap zich uitstekend lenen voor een decoratieve toepassing . Dit zal het geval zijn , nu eens omdat zijn onderdelen op een evenwichtige wijze verspreid zijn , wanneer bijv . een centraal punt een decoratief karakter verleent , dan weer omdat zijn golvende lijnen een gedachte aan stilering wekken of omdat zijn coloriet in zichzelf al een decoratieve harmonie vertoont . Natuurlijk is het uiterst zeldzaam om in de natuur een landschap aan te treffen dat inderdaad voor 100 % decoratief genoemd zou kunnen worden . Van een of ander motief zou dat wel eens gezegd kunnen worden , maar in de meeste gevallen zou men het toch " onder handen " moeten nemen of op een of andere manier " aanvullen ". Men moet dan ook niet naar een letterlijke weergave van het geziene streven , maar veeleer zich wijden aan een beredeneerde vertolking , waarbij men voor ogen blijft houden de eisen , die verbonden zijn aan een compositie , die opgevat is volgens de aparte wetten van de kleurenleer , de evenwichtige verspreiding van de onderdelen en de groepering om een centraal motief . De waarneming van de natuur en de studie , die daaruit voortvloeit , vormen derhalve niet meer dan een uitgangspunt dat , zeer zeker , belangrijk , zelfs onmisbaar is , maar dat toch eigenlijk weinig meer is dan ruw materiaal , waarop men moet " voortborduren " , om het zo eens uit te drukken . Het is niet slechts de vorm en de tekening , die men zal moeten wijzigen , maar ook de kleur . Deze kan , neen moet , uit hoofde van wat we zojuist betoogd hebben , een welbewuste verandering ondergaan , teneinde een algemene harmonie tot stand te kunnen brengen in het gewenste kleurschema , aangepast aan de sfeer , waarin het landschap , decoratief vertolkt , zijn rol zal spelen . Dit landschap zal dan zijn omgeving op gunstige wijze moeten versterken en tevens , op zijn beurt , zelf door die omgeving goed tot zijn recht moeten komen . Zo is het duidelijk dat het gekozen motief verschillend zal moeten zijn , naar gelang het bestemd is voor de hal van een hotel , of bijv. een eet - of slaapkamer . Het schilderen van een decoratief landschap geschiedt dus in het atelier en niet in de open lucht . Wel heeft de schilder eerst buiten tekeningen of schetsen gemaakt van een of ander motief , dat hij geschikt achtte als kern van zijn toekomstige compositie . Uitgaande van deze gegevens , zal de kunstenaar dan zijn compositie moeten zoeken , zijn rythmische samenstelling , door middel van meerdere schetsontwerpen . Wanneer deze eenmaal een bepaald punt bereikt hebben , kan de schilder zich aan het eigenlijke werk gaan zetten , waarbij alle verworven kundigheden en alle vruchten van zijn ervaring te pas zullen komen . Fig . 37 toont je een schets van een landschap , dat ter plaatse gemaakt werd en fig . 38 de decoratieve uitwerking van hetzelfde motief . Men diene beide goed te vergelijken . We hebben overigens reeds gesproken over deze uitwerking in de cursus onder HET LANDSCHAP . Deze bestaat voornamelijk uit het weglaten van overbodige détails , die geen decoratieve functie vervullen en de toevoeging van bladermassa's links en rechts , die het motief omlijsten en in een centrum plaatsen . De uitwerking van het gebladerte is overigens in zich zelf reeds van een decoratief karakter door zijn gestileerde opvatting . Voor wat de kleur betreft , daarbij is ook sprake van " vertolking " en niet in mindere graad : de kunstenaar heeft het gezocht in warme grijze tonen , blauwen en koele groenen , die elkaar goed verdragen en die ons doen denken aan de tonaliteiten van een wandtapijt .
ART . NR . 69 . - FIG . 40 . - DE EZEL DOOR PELAVO
Art . Nr . 69 . Fig . 40 . De Ezel door PELAVO . Vereenvoudigde en groot geziene schilderwijze , die de aard van het dier goed recht doet wedervaren . Kleur - en verfbehandeling zijn eveneens zeer krachtig . Het coloriet is vrijmoedig en de compositie uitmuntend .
ART . NR . 69 . - FIG . 41 .
Art . Nr . 69 . Fig . 41 . - Evenals op de vorige afbeelding is hier een dier uitgebeeld . Eerst werd de tekening met veel toewijding tot stand gebracht , met de bedoeling niet slechts een " pels " te schilderen , maar een dierenlichaam , dat door die pels bekleed is . De vormgeving berust in feite op de beweging in de vacht , die op zijn beurt , althans voor een deel , zijn aspect verkreeg door de vormen , die hij bedekt .
ART . NR . 69 . - HET DIER
Art . Nr . 69 .
Het Dier
We zouden deze les over het schilderen met olieverf niet mogen beëindigen zonder te spreken over het dier . We hebben ons daarom ook voorgenomen om een rashond te schilderen , een z.g. cocker . Dit soort , dat gesierd wordt door een dikke , golvende beharing , leent zich uitstekend voor de studie van een vacht , die rijk is aan onverwachte en bewegelijke modulaties . Maar men diene er goed voor te waken dat de constructie van het dier niet wordt opgeofferd aan de weergave van zijn aanlokkelijke huid . Zo ja , dan is de kans groot dat we ondanks de moeite die we aan het schilderen als zodanig zouden besteden , tenslotte slechts een hoeveelheid haren gaan uitbeelden, die een ontwrichte of levenloze hond bekleden . Wie onze lessen bestudeerd heeft , is er van doordrongen dat men een dergelijk model nauwlettend moet waarnemen om te kunnen tonen " wat er onder zit " ; de vorm van het lichaam onder zijn pels dient dus goed bestudeerd te worden . Dit visiueel onderzoek zal het ons mogelijk maken om het dier te tekenen , stellig niet met een lettelijke nauwkeurigheid , maar met aanduidingen , die meer overeenkomstig " de geest " dan de letter zullen zijn . Enige sporen van die tekening zijn hier en daar nog te zien op fig . 41 , die de voltooide studie weergeeft . Het ligt voor de hand dat de onderschildering een begrip waarmede je nu wel vertrouwd zult zijn , op vrije wijze uitgevoerd zal worden . Het hoofddoel daarvan blijft het aangeven van de grote licht - en schaduwpatijen en het plaatsen van enkele zwarte plekken op het oor en andere delen van het lichaam . Omdat we het hier over zwart hebben , zouden we een opmerking willen inlassen . Zwarte olieverf , evenmin als zwarte lakverven , staat geen vette behandeling toe , aangezien hij , bij droging , kleine barstjes zal gaan vertonen . Wanneer het niettemin gewenst is om ergens een zwarte partij te " empateren " dient men eerst een vette onderlaag aan te brengen van een bijna zwarte toon , samengesteld uit b.v. een mengsel van donkergroen en donkerbruin om , nadat deze gedroogd is , het pure zwart als een dunne glacis er overheen te schilderen . We keren terug tot de onderschildering . Hierbij mogen ook de tonen van de achtergrond niet vergeten worden . Hiervan zal je de eenvoud wel opvallen , zo tegengesteld aan de gecompliceerde , ietwat gewrongen expressie van de vacht . Deze twee tonen van de achtergrond vormen een harmonie van gebroken complementaire kleuren , die zeer gunstig afsteken bij de kleuren van het dier zelf . In het laatste stadium wijden we ons aan de eigenlijke schildering meer in het bijzonder van de hond . De lichte delen worden vet opgezet , waarbij we de richting blijven volgen die de verschillende bewegingen in de vacht te zien geven .