TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
01-10-2006
ART . NR . 58 . a , - FIG . 50 . - OP " ABSTRACTE " WIJZE OPGEVAT KOPBEELD .
Art . Nr . 58 . a ,
Fig . 50 .
Op " abstracte " wijze opgevat kopbeeld , sierletter en slotvignet , bestemd voor de illustratie van een werk , waarin geen andere soort op zijn plaats zou zijn .
ART . NR . 58 . - FIG . 33 . - SCHETS IN POTLOOD ( KOPBEELD )
Art . Nr . 58 .
Fig . 33 .
Schets in potlood ( kopbeeld ).
ART . NR . 58 . - FIG . 34 . - UITBEELDING IN HOUTSNEDE ( KOPBEELD )
Art . Nr . 58 .
Fig . 34 .
Uitvoering in houtsnede , van een symbolische illustratie ( kopbeeld ) .
FIG . 35 . - ZELFDE BEMERKINGEN
Fig . 35 .
Zelfde bemerkingen .
ART . NR . 58 . - FIG . 36 . - KOPBEELD - ZELFDE BEMERKINGEN
Art . Nr . 58 .
Fig . 36 .
(Kopbeeld ) Zelfde bemerkingen .
ART . NR . 58 . a , - VERSIERENDE ILLUSTRATIE
Art . Nr . 58 . a ,
Versierende illustratie
We hebben gezien dat we in de voorafgaande gevallen onze arbeid al een uitgesproken decoratief karakter konden verlenen . Maar in die richting kan men nog veel verder gaan .
Onder bepaalde omstandigheden kan en moet zelfs , de illustratie van uitsluitend versierende aard zijn . In die gevallen gaat de kunstenaar zich wenden tot de flora en fauna en tot de meetkundige , waarvan de elementen op oordeelkundige wijze verwerkt zullen worden .
Boeken met abstracte inhoud , zoals bijvoorbeeld de wijsbegeerte , komen in aanmerking voor deze soort van illustratie . Maar men moet intussen wel bedenken dat men ook daar niet op een geheel willekeurige wijze te werk zal kunnen gaan . Want ook daar moeten we er ons op toeleggen om een verbinding tussen tekst en versiering tot stand te brengen : zo zal men wel inzien dat het niet op zijn plaats is om in een boek , dat over de klassieke oudheid gaat , motieven uit de Renaissance af te drukken !
We moeten dus goed doordrongen zijn van de geest van de tekst om in staat te zijn toepasselijke versieringen aan te brengen , waarbij dan ook nog rekening gehouden moet worden met de eisen en beperkingen , die de uitgever ons oplegt . Een vrolijk of humoristisch boek krijgt dus een verluchting van dezelfde geest en een ernstig , " streng " boek vraagt natuurlijk om illustraties van een soortgelijk karakter . Een fijne , gevoelige en voorname tekst zal van delicate en elegante plaatjes voorzien moeten worden , dat ligt wel voor de hand . Overigens kunnen heel wat boeken , waarvan de inhoud overigens in het geheel niet " abstract " is , op louter versierende wijze geillustreerd worden . Het is zelf mogelik om een serie " realistische " illustraties in hetzelfde boek te onderbreken door enkele versierende varianten , op voorwaarde dat de eenheid van het geheel en niet te zeer verbroken wordt . Als voorbeeld daarvan ziet je onder fig. 37 en 38 twee slotvignetten , die met dat doel ontworpen zijn en wel voor de reeds besproken roman " De Krekel " . De eerste wekt een gevoel van vreugde en levenslust op ; de andere beeld weemoed en spijt uit . Dergelijke gevoelen kunnen vaak uit een of ander hoofdstuk van een roman naar voren treden en de illustrator heeft dan de mogelijkheid om hen op die geestelijke wijze uit te drukken , zonder dat deze prentjes met de andere gaan " vloeken " integendeel . De verschillen tussen boeken van verschillende stijl en inhoud zijn nl. niet altijd scherp afgebakend en vaak heeft men te doen met boeken van een " tweeslachtig " soort , waardoor de illustrator in staat zal zijn soms zelfs min of meer gedwongen , om tekeningen van afwisselend karakter in hetzelfde boek aan te brengen . Nemen we in dit verband eens het werk van Jules RENARD , " Natuurlijk Historie " dat doordrongen is van een fijne , levendige en geestige observatie , vol van humor , maar ook van diepzinnige opmerkingen . Het eerste verhaal van dit boek heet " De prentjesjager " , dat , in zekere zin , de toegangspoort is tot die hele dierenwereld , die zich in de vrije natuur ontwikkelt en vervolgens het voorwerp zal zijn van talrijke fijnzinnige opmerkingen van de schrijver . Hieraan is het titelbeeld , van de hand van de graveur Paul BAUDIER gewijd ( fig . 41 ) . De kunstenaar heeft dit meer als landschaptekenaar dan als versierder opgevat , wat intussen niet zeggen wil dat deze compositie geen decoratieve kwaliteiten zou bezitten . Het onderwerp is op vrije wijze behandeld , maar zijn constructie is gespannen . Kijk maar eens naar de schets op fig . 40 . De compositie verttoont een silhouet van heuvels op de horizon , die de hoogte van de omlijsting volgens de gulden snede indeelt . Vervolgens bepaalt een serie van horizontale lijnen de verschillende plans , terwijl enkele schuine lijnen aan het geheel beweging geven . Men merke ook op dat de wolken aan de rechterzijde de compositie een evenwicht verschaffen met betrekking tot de bomen links . De kunstenaar RENEFER was , van zijn kant , belast met de uitvoering van de kopbeelden , een voor ieder onderwerp , en van enkele slotvignetten . Zoals vaak het geval is waren de afmetingen van deze kopbeelden voorgeschreven door de technische eisen van het bewuste boek . De kunstenaar besloot hierbij om op zuiver decoratief terrein te blijven . De illustraties spreken dus hun taal binnen het formaat van de kleine kopbeelden door composities , waarvan dieren en planten de bestanddelen zijn toegepast volgens een vastgestelde stilering en rythme . Evenwicht en symmetrie worden er in acht genomen met vermijding echter van een volstrekte symmetrie ; er is dus een soort van " symmetrie in asymmetrie " . We zien dat overigens op de fig . 39 en 42 tot 46 . Het eerste kopbeeld hoort bij een verhaal dat " De Slang " heet , het tweede bij dat over de kikkers ; er zijn daar ook een paar dieren , die veel met kikkers gemeen hebben . De walvis van fig . 43 leent zich door zijn langwerpige vorm zeer goed voor een " opname " in een kopbeeld . De sluiting van het jachtseizoen werd door de illustrator aangegrepen om een stilleven met wild aan de reeks toe te voegen ( fig . 45 ) . Wat de slotvignetten uit dit werk betreft daarvan kunt je er een tweetal zien in de fig . 47 en 48 . De eerste is geconstrueerd op een gelijkzijdige driehoek . Het patroon van de bissectrices , waarvan drie licht gebogen lijnen zijn toegevoegd , veroorzaakt een aantrekkelijk rythme ( fig . 47 bis ) . Je zult opmerken dat de tweede gebouwd werd , op een verticale as ( fig . 48 bis ) , waaruit een symmetrisch motief onstond . Maar de onderdeeltjes van de compositie veroorzaken weer een zekere asymmetrie , zodat eentonigheid vermeden werd . Indien we thans de illustratie van een wijsgerig geschrift , dat de rol van het hellenisme en zijn grootheid in het verleden behandeldt onder ogen zien , dan zouden we dat " a priori " niet anders dan in een klassieke stijl kunnen opvatten . De tekst zal ons kunnen leiden bij de keuze van de versierende elementen en ook bij de vertolking , de uitbeeldingswijze , die we gaan toepassen . Natuurlijk gaan we te rade bij de oude griekse versieringskunst , waarbij het ons niet verboden zal zijn om hier en daar een beetje variatie en fantasie toe te passen bij deze versieringsmotieven , als we maar niet op nodeloze wijze inbreuk maken op de stijl van het tijdperk . We moeten ook de bouw van onze bladzijde bepalen , die voorzien zal worden ofwel van een zeer smal kopbeeld , een zg . doorlopende band , en waarvan de versiering , steeds van dezelfde hoogte , voor ieder hoofdstuk verschillende elementen zal bevatten ( deze band zal dan op boven - en onderzijde van iedere bladzijde herhaald worden ) , ofwel met een enkel kopbeeld aan het begin van ieder hoofdstuk , dat dan een beetje belangrijker zal zijn dan de doorlopende band . Een andere mogelijkheid tenslotte is het uitsluitend ontwerpen van sierletters bij ieder hoofdstuk . Welke werkwijze we ook zouden kiezen , we zullen toch altijd , blijven werken in de geest van de versieringen van fig . 49 . Er zijn tenslotte , ook teksten van een dergelijke " abstractie " dat het niet mogelijk zal zijn om daarbij , als versiering enig element uit de natuur aan te brengen . Maar in een dergelijk geval zou de meetkunde , deze exacte wetenschap , die zoveel logica in zich draagt van pas kunnen komen , althans in sommige gevallen , om ons combinaties van lijnen en vlakken , zelfs van volumes , te suggereren voor een versiering van grote grafische zuiverheid die in enig verband met de tekst zou staan . Dat is althans zeer goed denkbaar . We vertrouwen dat je thans voldoende ingelicht bent voor wat betreft het ontwerpen van illustraties . We willen er , tot besluit , aan herinneren , dat om een goed " objectieve " illustratie tot stand te kunnen brengen , men steeds veel schetsen moet maken en doorgevoerde studies en in het bezit dient te zijn van een uitstekend visueel geheugen , dat langs de weg van het geduld verkregen werd . Bij de illustratie is het niet slechts zaak om zijn onderwerp op harmonieuze wijze te componeren , maar ook om de verschijning van een bladzijde in zijn geheel goed te overdenken met het oog op een aantrekkelijk evenwicht . Het effect van een illustratie zal verschillend zijn naar gelang de toegepaste reproductie - en druktechniek . Zoals we al bij het begin van deze beschouwing schreven , zullen we later op deze aangelegenheid nader ingaan .
ART . NR . 58 . - ALLEGORISCHE EN SYMBOLISCHE ILLUSTRATIE
Art . Nr . 58 .
Allegorische en symbolische illustratie
In sommige werken , die daarom nog niet geheel ophouden van beschrijvende aard te zijn , neemt de psychologische karakterstudie en de studie van een geestesgesteldheid , gedachten en gevoelens , die voortkomen uit de betrekkingen tussen mensen , een overwegende plaats in . Nu zou de illustrator ongetwijfeld in staat zijn om dergelijke gevoelens door een toepasselijk spel van gelaatsuitdrukkingen te vertolken , maar deze werkwijze , zou toch spoedig leiden tot een vervelende en vermoeiende eentonigheid , hetgeen stellig niet de bedoeling zou zijn noch van de schrijver , noch van de tekenaar . Overigens worden ook een uitwisseling van denkbeelden en hun " tocht " door de geesten van mensen niet noodzakelijkerwijze begeleid door een handeling of een gebaar , dat aanleiding geven kan tot een amusante , geestige of leerzame tekening . Evenzeer zal ook het ophalen van herinneringen van een bepaald persoon niet bepaald welsprekend zijn , wanneer men zich beperkt tot de uitbeelding van de persoon zelf . Maar wat dan wel te doen ? Hierop antwoorden wij : wendt u tot de allegorie , dat wil zeggen het weegeven van een abstact denkbeeld door middel van figuren , die uitgekozen en bijgezet zijn om dit idee beter te doen begrijpen . Men kan daar ook een of ander symbool bijhalen , dat zoals men weet , een figuur , merk of voorwerp is , waaraan men een afgesproken betekenis toekent : zo zijn palm - en lauwertak symbolen van overwinning , olijftak van de vrede enz . Enkele voorbeelden zullen dit duidelijker maken . Een boek beschrijft de lichamelijke en vooral de geestelijke , intellectuele ontwikeling van een jong meisje vanaf haar afscheid van de kostschool tot aan haar huwelijk . We zullen haar dromen , verlangens en illusies leren kennen . We zullen getuige zijn van de botsing van haar verlangens en strevingen met de harde werkelijkheid , van de uitingen van haar persoonlijkheid en haar reacties op de praktijk van het leven . We moeten dus onze illustraties weten aan te passen aan een beschrijving van louter geestelijke orde , betrekking hebbend op opeenvolgende geestesgesteldheden . In een van de hoofdstukken wordt ons verteld dat het meisje op zekere dag een brief ontvangt , die zeer belangrijk is , want hij brengt een totale omwenteling in haar leven teweeg . Deze brief is in zekere zin de sleutel tot het betreffende hoofdstuk . Nu vraagt men ons daarvoor een kopbeeld te onwerpen . De bewuste brief zal de hoofdzaak moeten worden in onze tekening . Daarom ontwerpen we dan ook een overeenkomst in gebaar van het meisje en de postbode , uitsluitend voor wat betreft de handen . Een dergelijke opvatting , die zijn waarde verkrijgt door een symbool , zal er ons toe brengen de elementen van het onderwerp op gestileerde wijze uit te drukken om onze compositie op een uitgesproken decoratieve wijze tot uitvoering te brengen . En deze stilering zal ook toegepast worden in de uitvoering van het landschap op de achtergrond . De tekening zal er door verlevendigd worden ; bekijk de studie en de voltooide compositie ( fig . 33 en 34 ) . Het betreft hier werkelijk een kunstzinnig ontwerp . Wij geven nog een ander voorbeeld . Marguerite AUDOUX heeft een boek geschreven met de titel " Het Atelier van Marie - Claire " , dat van een bijzondere gevoeligheid is . Het verhaal speelt op een kledingatelier en Marie - Claire , die hoofdpersoon is daar een van de naaisters . Wij weten hoe en onder welke omstandigheden deze vrouwen werken en weten ook dat hun arbeid , die vaak zeer inspannend is , spoedig vermoeidheid en afmatting veroorzaakt . In een van de hoofdstukken wordt verteld dat het atelier een borduurder in zijn dienst had , maar dat deze kort te voren gestorven is . Daaruit volgt een verwarrende situatie , want de opdrachten blijven binnenstromen en tot iedere prijs moet men een andere specialist zien te vinden . Na enkele mislukte pogingen biedt zich een borduurster aan , die aangenomen wordt . Haar werk is aanvankelijk zeer goed , totdat zij weer voor haar passie gaat zwichten : de wijn . Daaraan gaat zij zich zelfs te buiten tijden haar werk , dat daar , uiteraard , ten zeerste onder te lijden heeft . Waarin schuilt hier nu het belang van de illustratie ? Ongetwijfeld in de uitbeelding van de borduurster en haar arbeid . Maar gegeven enerzijds het formaat van ons kopbeeld en anderzijds het na te streven doel , zou het niet geschikt zijn om de persoon zelf weer te geven . Een anecdotische wijze van doen is hier meer dan ooit aangewezen . Wij concentreren dus al onze aandacht op de naaimachine en de drank . Laten we door een geslaagde grafische uitbeelding aantonen dat die twee elementen niet met elkaar te verenigen zijn , wil het werk goed volbracht worden . Laten we dus symbolisch blijven . Onder de invloed van drank gaat de borduurster de dingen dubbel zien . De lap stof , de naaimachine en de spoelen gaan voor haar ogen dansen . De daardoor ontstane wanorde accentueren we door het aanbrengen van scheve en straalgewijs lopende lijnen , zoals te zien is op de schets van fig . 35 , waarnaar het symbolische kopbeeld van fig . 36 werd uitgevoerd .
30-09-2006
ART . NR . 57 . c , - ILLUSTRATIE VAN EEN REISVERHAAL
Art . Nr . 57 . c ,
Illustratie van een reisverhaal
We gaan nu over een ander soort echter nog steeds van " objectieve " aard en kiezen daarvoor een reisverhaal : Griekenland , Zon en Landschappen " van Louis BERTRAND . In een serie prachtige hoofdstukken beschrijft de aureur de schoonheden van deze oude grond en de bewonderenswaardige resten van de helleense bouwkunst . In dit verband is een volstrekte natuurgetrouwheid verplichtend . Men zou niet de geringste fantasie mogen aanbrengen in de weergave van de oude monumenten en de landschappen , die de schrijver in zijn boek vermeldt . Nu kan men deze waarheid natuurlijk nergens beter leren kennen dan op de bewuste plaatsen zelf . Het compositiewerk zal hier vooral moeten bestaan uit een goede vlakverdeling . We moeten dus met zorg onze standplaats kiezen , het formaat van onze illustratie bepalen en de schaal van het motief binnen dat formaat om dit op de gunstige wijze aan de belangstelling van de lezer te presenteren . Louis BERTRAND heeft op schitterende wijze de schoonheden van de klassieke bouwkunst beschreven en natuurlijk is hij begonnen met de parel van de Acropolis te Athene , het Parthenon . Deze tempel van dorische stijl opgetrokken in pentelisch marmer , verschijnt in al zijn majesteit zodra men de Propyleeën heeft bestegen . We plaatsen hem aan het begin van het hoofdstuk ( fig . 29 ) . De compositie zal gelegen zijn in de keuze van de uitbeelding ; voor wat betreft de verhoudingen , die we de tempel zelf geven ten opzichte van zijn omgeving . Op fig . 28 ziet je de schets van deze composities . Je zult opmerken dat de verticale as van de voorgevel van de tempel min of meer overeenkomt met de gulden snede van de breedte van het vlak . Er volgt nog een tweede voorbeeld van bouwkunst . Het is , ook weer op de Acropolis het tempeltje van Niké Apteros in jonische stijl , een waar juweel van sierlijkheid onder de stralende griekse hemel ( fig . 30 ) . Men lette op zijn plaatsing , die een gevolg is van het punt , van waar de tekening werd uitgevoerd . Door zo te werk te gaan had de kunstenaar de bedoeling de tempel te laten oprijzen uit de brede ommuring van de Acropolis . In dit verband zult je constateren dat de illustrator aan de rechterzijde het neerdalen van die brede onderbouw heeft willen tonen en tevens , van de hoogte gezien , het naar achteren schuiven van het landschap dat door het bouwwerk beheerst wordt . Deze vlakindeling , zoals overigens van alle anderen , dwingt tot enkele voorafgaande schetsen van de grote massa's van het onderwerp om met smaak en logica de oppervlakte van het hoofdmotief in de illustratie te kunnen bepalen . Maar dit is niet alles . We vinden in hetzelfde boek ook beschrijvingen van landschappen , waar de schilderachtigheid het verre wint van de stijl . In het hoofdstuk dat gewijd is aan Thebe en dat in het bijzondere mate levendig en kleurrijk is , voert de schrijver ons mee naar een punt dat ver van de oude stad gelegen is . Toen hij zijn boek schreef was dat nog maar een eenvoudig dorpje , dat echter een eigenaardige bijzonderheid bezat : in de zomer waren de straten volgepropt met meloenen , die daar op hopen gegooid waren door de boeren , die , na de markt , hun waterpijp gingen roken onder het genot van een glaasje raki in het enige café van het dorp . Voor de illustrator was dit alles natuurlijk een kolfje naar zijn hand ( fig . 31 ) . De opzet is eenvoudig en natuurlijk moest die hoop meloenen goed naar voren komen , zodat hij ook op de voorgrond geplaatst werd . Deze tekening was opgevat als illustratie tussen de tekst van de breedte van de regellengte . Aan het slot van het hoofdstuk was een vrij grote ruimte op de bladzijde over . Daarin werd een losjes neergeschreven slotvignet gezet . We zien daarop een van de meloenenkopers die zijn waterpijp rookt , hetgeen een aanvulling vormt van de uitbeelding der plaatselijke sfeer .
ART . NR . 57 . c , - FIG 28 . - SCHETS .
Art . Nr . 57 . c ,
Fig . 28 .
Schets .
FIG . 29 . - UITVOERING .
Fig . 29 .
Uitvoering .
FIG . 30 . - KOPBEELD MET INSNIJDING VOOR TEKST
Fig . 30 .
Dit kopbeeld , dat ook tussen de tekst gebruikt zou kunnen worden , vertoont een insnijding , waarin enkele regels van de tekst zijn ondergebracht .
FIG . 31 . - ILLUSTRATIE TUSSEN DE TEKST .
Fig . 31 .
Illustratie tussen de tekst .
ART . NR . 57 . c , - FIG . 32 . - SLOTVIGNET
Art . Nr. 57 . c ,
Fig . 32 .
Slotvignet . Al deze illustraties zijn in hout gegraveerd door Renefer . Het bleek noodzakelijk te zijn om hem , in het algemeen , iets te verkleinen , hetgeen ook geldt voor de volgende figuren .
ART. NR . 57 . b ,
Art . Nr . 57 . b ,
Wenden we ons nu eens tot de eigenlijke roman .
Deze leent zich bij uitstek voor illustraties door de grote afwisseling van zijn onderwerpen en omgevingen en door de taferelen die de schrijver ten tonele voert . Beurtelings zijn we bij mensen thuis , op straat , in een café enz .., kortom overal en hun personnages behoren tot alle klassen van de samenleving . Ook de " stemmingen " zijn talrijk en verscheiden van aard . Men zal dus een keuze moeten maken en wel een weloverwogen keuze . Natuurlijk moeten de illustraties een getrouwe weerspiegeling zijn van de personen , die door de schrijver tot leven gewekt zijn . Laten we nog eens tot de kern van een bepaald onderwerp doordringen . Lucie DELARUE MARDRUS heeft een roman geschreven met de titel " De Krekel " , dat het oppervlakkige en grillige leven van een jonge vrouw behandelt ; vandaar de titel . We drukken hierbij drie tafereeltjes af , die gemaakt werden als kopbeelden aan het begin van een hoofdstuk . De eerste illustratie ( fig . 22 ) zegt goed , wat hij zeggen moet , in een zeer eenvoudige compositie . Hij toont een nachtelijke idylle in een buitenwijk van Parijs . Je zult wel zien dat de beide mensen geplaatst zijn op de gulden snede in de breedte van de omlijsting . Het volgende beeld ( fig . 23 ) onderstreept nog eens het realistische karakter van het werk . De jonge vrouw en haar geliefde - die door uiterlijk en houding goed getypeerd wordt - bewonen een kamer in een goedkoop hotelletje en de gebeutenis zelf komt overeen met de beschrijving van de schrijfster . De plaatsing van de beide personen veroorzaakt een tegengesteld ryhtme van lijnen en bewegingen ; het centrum van het onderwerp wordt ingenomen door de lamp en het dakraampje : het totaaleffect is van grote kracht . Ook de illustratie van fig . 24 is geheel in realistische geest van de roman ; we zien weer het goedkope hotelletje met daarvoor de " bazin " , die met de ogen het vertrek van de jonge vrouw volgt . De waarde van deze tekening schuilt in de uitbeelding van de voorgevel van het hotel ; hij drukt duidelijk de armtierigheid van zijn bouw uit , alsmede die van de straat , hoewel men slechts een deel van het trottoir en het plaveisel zien kan . Ook hier is de hoofdpersoon geplaatst op de as van de middelste en uiterste rede . De fig . 25 - 27 tonen drie illustraties die gemaakt zijn voor een andere in Parijs spelende roman . Een grote stad biedt de illustrator toch wel veel mogelijkheden ! Levendigheid bewegingen en schilderachtigheid : ziedaar het leven in zijn menigvuldige aspecten , die allen de opmerkingsgave van een kunstenaar vermogen op te wekken en hem er toe aanzetten een " opstapeling " van schetsen te maken , die een documentatie " uit de eerste hand " vormt , geschikt om er uit te putten bij de illustratie van het boek . Op fig . 25 zien we een van de personnages in een café van Montparnasse , waar men tegen de muren een aantal schilderijen ziet opgehangen van schilders uit de buurt . De kunstenaar slaagde er in om leven en sfeer aan dit tafereeltje te verlenen . De overjas en hoed , die tegen de zuil zijn opgehangen , bevinden , zich ongeveer op de verticale middellijn , maar de linker omtreklijn van de zuil ligt toch op de linkerhelft van de compositie . De plaats van deze zuil is zo gekozen dat er aan beide zijden een verdeling van twee andere elementen mogelijk was . Van de twee vlakken in kwestie is die aan de rechterzijde de grootste als gevolg van de dikte van de meer besproken zuil en in die ruimte zien we de belangrijke figuur , waarover we in het begin van deze korte beschouwing spraken . Niettemin is de compositie toch goed uitgebalanceerd . Op het voorste plan heeft de tekenaar een paar glazen , een siphon spuitwater , een pakje tabak enz. geplaatst , die de plaatselijke atmosfeer typeren . Ook hier kunnen we nog eens constateren , dat , als de kunstenaar " materialen " gebruikt , die hijzelf niet geschapen heeft , hij met deze wel een goed doordachte opstelling schept , die zowel de ogen als de geest weet te bevredigen . Fig . 26 . stelt een parijse straat uit het XVIIe arrondissement voor . De kunstenaar heeft zijn standplaats op origenele wijze gekozen : de perspectief van de straat is nl. in beweging door de huizen die niet , zoals gewoonlijk , op eentonige wijze op een rijtje staan . Dit neemt niet weg dat de compositie gesloten en in volkomen evenwicht gehouden wordt door twee vrij sterke toonwaarden rechts en links , waartussen een witte muur oplicht , die geplaatst is op de gulden snede in de breedte . De mensen en de bestelwagen zorgen voor een levendige noot in dit stadstafereeltje , dat nog door zonlicht wordt opgevrolijkt . Tenslotte zien we op fig . 27 een museumzaal . Alles krijgt hier een soort van weerspiegeling doordat het licht van boven valt op de personen wiers houdingen goed geobserveerd zijn . Een geestige noot wordt toegevoegd door de beide zaalwachters aan de linkerkant . Waarover praten zij wel ? Door de invoering van persoonlijke elementen van deze aard , op bescheiden wijze , kan de illustrator met de schrijver van het boek samenwerken ; zonder op enigerlei wijze de tekst geweld aan te doen , verstekt en verrijkt hij juist het leven aan die tekst ; door dergelijke " extraatjes " wordt een boek nog smakelijker !
29-09-2006
ART . NR . 57 . b , - FIG . 22 .
Art . Nr . 57 . b ,
Fig . 22
FIG . 23 .
Fig . 23 .
FIG . 24 . - KOPBEELDEN
Fig . 24 .
Het formaat van al deze kopbeelden is verkleind .
FIG . 25 .
Fig . 25 .
Zelfde opmerking .
FIG . 26 .
Fig . 26 .
Zelfde opmerking .
ART . NR . 57 . b , - FIG . 27 . - AL DEZE ILLUSTRATIES ZIJN VAN DE HAND VAN RENIFER .
Art . Nr . 57 . b ,
Fig . 27 .
Al deze illustraties zijn van de hand van RENIFER .