TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
18-10-2006
ART . NR . 64 . b , - PLAAT VII - ZIJDEN SJAAL - EN PEER
Art . Nr . 64 . b ,
Plaat VII
Zijde Sjaal . De eerste twee stadia worden niet afgebeeld . De arbeid voltrek zich zoals bij het vorige voorbeeld .
Een Peer . 1e , 2e en 3e Stadium .
ART . NR . 64 . b , - TWEEDE STUDIE
Art . Nr . 64 . b ,
Tweede studie
Voor de tweede studie nemen we een zijden sjaal met een vrij eenvoudige versiering , die over de armleuning van een grote stoel hangt . Uiteraard moet ook dit werkstuk weer in drie stadia worden uitgevoerd . Van de eerste twee geven we geen afbeeldingen , want bij de voorgaande studie hebt je daarmee reeds kennis kunnen maken . We wijzen echter op dat het niet noodzakelijk is om de versiering van de sjaal reeds bij de houtskoolschets na te volgen . het gaat er in eerste instantie om , een indruk te geven van het materiaal " zijde " . De blauwe ornamenten daarop , kunnen in een later stadium op de in grijze tonen uit te voeren sjaal worden aangebracht . De constructieschets zal dus slechts de zichtbare delen van de stoel en de omtreklijnen van de sjaal met zijn belangrijke plooien behoeven weer te geven ; de grote schaduwpartijen zullen voorlopig nog slechts in een fijne , lichte toon worden opgezet . Later gaan we dan in dunne verf de onderschildering uitvoeren en de juiste kleurwaarden aanbrengen om reeds iets van de grijze tonaliteit van de stof te doen spreken . Dit doen we weer met een platte kwast en tevens met behulp van een weinig verdunningsmiddel , waarbij de kwast met de platte zijde op het doek wordt voortbewogen . In het eindstadium wordt het werk verder gedétailleerd en tot een voltooid geheel gebracht ( zie de afbeelding op plaat VII ) , waarbij allereerst de stoel zijn groene nuances verkrijgt . Zijn houten arm wordt aanvankelijk bij voorkeur met een rond penseel gemodelleerd en , nadat ook de verschillende tonen van de zijden sjaal op hun plaats gezet zijn , kan de versiering met een soepele , ronde daskwast aangeduid worden , niet al te gedétailleerd en kunnen , hier en daar , lichtende toetsjes geplaatst worden .
Vruchten
Een ander soort van onderwerp zijn vruchten , waarvan we twee voorbeelden geven : allereerst een peer , daarna een perzik . Hun " huid " vertoont natuurlijk verschillen ; bij de een is hij glad , bij de ander fluweelachtig . Deze twee typen vindt men overigens bij een groot aantal vruchtsoorten . Bij de voorgaande oefeningen hebben we opgemerkt dat de materie en de kleur van de stof een zekere eenvormigheid vertoonden over hun gehele oppervlak . Deze keer echter zullen we kleurverschillen opmerken op de schil van de vruchten en overgangen zullen te zien zijn , niet slechts tussen licht en schaduw , maar ook van de ene kleur naar de andere . In dit opzicht is de perzik een karakteristiek voorbeeld door zijn uiterst genuanceerd coloriet , dat van groen naar paars verloopt langs gele , rode en blauwe tonen . Maar laten we eerst de peer eens bekijken . Hij is een voorbeeld van wat Duchesseperen genoemd worden en zijn vorm is wel echt die van een peer . Zijn kleur is geel met framenten van rose - goudachtige toon . Ook hier is een schildering in opeenvolgende stadia noodzakelijk , welke ontwikkelingsgang we overigens gedurende deze gehele cursus sterk blijven aanbevelen , bij ieder soort van schildertechniek , waar immers de systematische uitvoering in étappes de moeilijkheden vermindert en vaak zelfs gemakkelijk doet overwinnen . Men bekijke wederom plaat VII . Hij toont ons de constructieschets , zoals we die ook in een vorig geval zagen , waarbij we er ons op moeten toeleggen om het vormkarakter van de vrucht goed tot uitdrukking te brengen . Eerst is hij weer met houtskool getekend , daarna met een kwast met vrij donkere verf overgeschilderd , zodanig dat een vereenvoudigde aanduiding van licht - en schaduwpartijen te zien is . Aangezien straks de onderschildering in nogal dunne verf zal worden aangebracht , is het raadzaam om met een licht zg. " frottis " ( wrijvende beweging met de kwast ) in bijvoorbeeld gebrande sienna te werken , teneinde de kleur van de komende onderschildering zo min mogeliijk te beinvloeden . Waar we in de eerste aanleg de achtergrond met enkele schetsmatige tonen hebben aangezet , moeten we niet nalaten om in het tweede stadium de twee tonen , rood en bruin , in hun kleurwaarde en - kracht op te zetten , waarbij een verdunningsmiddel voor de verf wederom op zijn plaats is . De peer zelf geven we zijn eigen tonen in licht en schaduw , zonder ons reeds te bekommeren om het rose "blosje " dat deze soort kenmerkt en dat een teken is van zijn rijpheid . Dit toontje zal pas in het laatste stadium onze aandacht vragen en kan ofwel in vette verf , ofwel met z.g. glacis ( waarover in het vorige hoofdstuk gesproken werd ) worden geschilderd . Tenslotte wijden we ons aan de afwerking op de bekende wijze , dus vet in de verf en soepel gepenseeld in de richting van de plastische vormen . Besteed goed aandacht aan de overgangen van licht naar schaduw ; het bolvormig modelé , dat daardoor op sommige plaatsen ontstaat , moet nauwlettend geobserveerd worden , evenals de verschillende toonwaarden . Zo zullen we in de schaduw opmerken dat de paarsachtige complementaire van het geel dit laatste ietwat groenachtig zal doen schijnen , wat nog versterkt wordt door de werking van de groene complementairen , die de rode achtergrond oproept . Derhalve : modulaties in licht en schaduw en tevens kleur geven aan het " blosje " door een mensel van wit , kraplak en cadmiumgeel . Ook mogen de glimlichten op de lichtzijde van de vrucht niet vergeten worden , met één enkele vlotte toets van wit , dat licht gekleurd is met een beetje citroengeel , bij voorkeur aan te brengen , wanneer het werk reeds enigermate is aangedroogd . De reflex ( lichtere rand ) aan de schaduwzijde dient natuurlijk evenmin achterwege te blijven . Beiden kunnen eventueel ook door een zeer licht glacis aangebracht worden . Thans wenden we ons tot de uitbeelding van de perzik . Ook hier gaan we natuurlijk weer in drie stadia te werk , maar we menen dat die thans niet meer alle drie behoeven afgebeeld te worden . We zullen ons derhalve beperken tot een bespreking van het voorbeeld , dat op plaat VIII is afgedrukt . Deze vrucht , die zo smakelijk is , zowel om te eten als om te zien , zal je natuurlijk wel bekend zijn . Zijn coloriet is rijk aan krachtige harmonieën en vertoont dat typisch fluweelachtige aspect , dat ook sommige pruimsoorten eigen is en die tonen kunnen bevatten , die tot coeruleumblauw toe gaan en zelfs tot licht cobaltviolet . Dit tere , donzige vel komt het meest tot zijn recht aan de omtrekken en gaat plaatselijk onmerkbaar over in rode cadmium , hier en daar fijngroen en aan de schaduwzijde in donker paarsblauw . Derhalve , nadat de vormen in tekening vastgelegd zijn , gaat men over tot het aanbrengen van de kleurwaarden van de achtergrond in niet al te vette verf ; vervolgens , in vettere verf , de tonen van het licht op de vruchten , daarna de rode partijen , erop toeziende dat de overgangen naar het licht en vervolgens naar de schaduw de juiste mate van geleidelijkheid vertonen . Als laatste bewerking moet onze kwast zowel in de lichtpartijen als ook in de halftonen en schaduwen de verschillende nuances aanbrengen en tot slot het licht paarachtige blauw van de schil . Men moet echter wel begrijpen dat een schildewijze , waarbij de penselen op zacht strelende wijze over het doek worden bewogen , niet moet inhouden dat het gehele oppervlak er " glad gelikt " zal moeten uitzien . Ons voorbeeld toont in enkele patijen een zekere forsheid en in andere een wat gladdere behandeling . Uw eigen waarneming en gevoel moeten je de weg wijzen bij de keuze der factuur en de , naar gelang de omstandigheden , vereiste toetsen .
19-10-2006
ART . NR . 64 . b , EN c , - PLAAT VIII - PERZIKEN - EN GROENTEN
Art . Nr . 64 . b , en c ,
Plaat VIII
Twee Perziken Een Ui en een Wortel
ART . NR . 64 . c , - GROENTEN
Art . Nr . 64 . c ,
Groenten
Voor de volgende studie maken we een keus uit groenten en wel een wortel en een ui . Wederom laten we de afbeeldingen van de eerste twee stadia achterwege en volstaan we met u het eindresultaat te tonen op plaat VIII . Terloops merken we op dat eigenlijk alles belangwekkend kan zijn om te schilderen , of het nu groenten , vruchten of bloemen zijn ( aan dit laatste onderwerp zullen we later aandacht besteden ) . Het voorstel dat we je ter studie voorleggen zullen we eens nader bekijken . Ook dit is weer opgevat en uitgevoerd in een algemene zin , om het zo uit te drukken , en we zullen ons best doen , hierbij zo ver mogelijk te gaan en tevens van een grote oprechtheid te blijven . We zouden je niet genoeg op het hart kunnen drukken dat het noodzakelijk is om op een objectief ware wijze alle oefeningen van deze les in de praktijk om te zetten . Men dient er van doordrongen te zijn dat het in de eerste plaats door een oplettende waarneming en een natuurgetrouwe weergave is , dat men leert zien en schilderen . Men weet natuurlijk dat het oppervlak van bepaalde groenten een minder aantrekkelijk aspect vertoont dan dat van een vrucht . Niettemin vertonen de tomaat , die de ui en de aubergine , om er enkele te noemen , een glimmende huid die hun een uiterlijk verschaft dat gelijkwaardig is aan dat van de meeste vruchten . De wortel en de aardappel bijvoorbeeld , hebben daarentegen niet dat glanzende uiterlijk dat we kennen van de appel en de peer . Een scherpe observatie van deze kenmerken , als ook die van de kleuren van bovengenoemde objecten zal met succes te pas kunnen komen bij onze picturale weergave . Bij het gegeven voorbeeld kan de tegenstelling , het verschil in " bouwstof " , tussen de wortel en de ui , mede te constateren bij de reflexen en glimlichten op de ui , duidelijk waargenomen worden . Deze kenmerken zijn bij de wortel deels in geringe mate , deels in het geheel niet aanwezig . Overigens worden de waargenomen bijzonderheden niet aanstonds uitgebeeld , maar veeleer bij de voltooiïng , wanneer we hen in hun juiste kleuren en toonwaarden of , beter gezegd , juiste toonverhoudingen , trachten aan te brengen .
ART . NR . 64 . d , - PLAAT IX . - EEN KRISTALLEN FLACON .
Art . Nr . 64 . d ,
Plaat . IX .
Een Kristallen Flacon .
1e , 2e , 3e en 4e Stadium ( voltooid )
ART . NR . 64 . d , - PLAAT X . - SCHOTEL EN MAATBEKER VAN TIN .
Art . Nr . 64 . d ,
Plaat X .
Schotel en Maatbeker van Tin .
PLAAT XI . - EEN KOPEREN POT .
Plaat XI .
Een Koperen Pot .
ART . NR . 64 . d , - PLAAT XII . - TWEE VOORWERPEN VAN AARDEWERK .
Art . Nr . 64 . d ,
Plaat XII .
Twee Voorwerpen Van Aardewerk.
ART . NR . 64 . d , - ENKELE GEBRUIKSVOORWERPEN .
Art . Nr . 64 . d ,
Enkele Gebruiksvoorwerpen
We zetten ons naar verschillende kanten gerichte studie voort en bezien daarom thans een geslepen kristallen flacon , zoals is afgebeeld op plaat IX . We willen je niet verhelen dat de moeilijkheden hier niet gering zijn , maar is , door deze uitdaging , de studie niet juist zeer de moeite waard ? De technische problemen vereisen hier een geduldige en zorgvuldige werkwijze ; we tonen je dan ook deze keer vier verschillende stadia , in plaats van drie , zoals bij de twee voorafgaande voorbeelden . Onze waarneming bespeurt een menigte reflexen , lichtpuntjes , tegengestelde toonwaarden en eigenaardig vertekeningen , waaruit we er de meest karakteristieke moeten kiezen voor een bevredigend resultaat , want ook hier blijft het waar , dat vereenvoudiging één van de grondslagen ons werk dient te zijn . Indien enerzijds ons oog op fotografische wijze te werk gaat , dient toch anderzijds ons brein mede te werken aan het maken van bovenbedoelde keuze , waarbij door het kijken door de oogharen ( dus met half gesloten ogen ) een aantal overbodige détails verdwijnen . Er is nog een andere moeilijkheid en deze houdt verband met het schilderen van een voorwerp dat strakke , eenvoudige en zuivere omtrekken vertoont , die min of meer bouwkunstig zijn en op ondubbelzinnige en toch ook weer luchtige wijze moeten worden weergegeven . Wees dus niet bang om je rustig de tijd te geven om met gestrekte arm de kwast te hanteren en zowel rechte als gebogen lijnen met vaste hand uit te voeren . We hebben hierbij dan tevens een goede oefening in de weergave van dingen , die duidelijk uitgesproken omtrekken vertonen . Het spreekt vanzelf dat het tot stand brengen van de eerste contructie hier meer dan ooit met aandacht dient te gescheiden ; een contructie - of verhoudingsfout zou hier , we zeggen niet onherstelbaar , maar in ieder geval lastig goed te maken zijn bij de latere veropzet en nog meer bij de uiteindelijke afwerking . Zoals fig . 1 van plaat IX laat zien , begint men dus met een duidelijke en correcte constructieschets , die dan gevolg wordt door een eerste , los geborstelde verflaag , waarbij slechts de voornaamste partijen behandeld worden , zonder te letten op de glimlichte en weerspiegelingen . Vervolgens wordt deze eerste onderlaag wat verder doorgevoerd en zoals fig . 2 laat zien , zijn de nuanceringen hier al wat talrijker en ook zijn enkele reflexen al te voorschijn gekomen : de lichtste puntjes echter bewaren we voor het laatst . Thans zijn we genaderd tot het laatste stadium , zie fig . 4 , waar we terecht komen door met een wat dikkere verf de elementen van fig . 3 nog eens onder handen te nemen . De vorm van reflexen en weerspiegelingen moet zeer precies worden nagevolgd , aangezien anders de totale vorm wijzigingen zou ondergaan . De kleine lichtpuntjes moeten zo spontaan mogelijk met een klein puntig penseeltje , dat goed van verf is voorzien , aangebracht worden en in geen geval voor een tweede of derde keer worden overgeschilderd , om deze lichtpunten en - strepen hun helderheid en frisheid te doen behouden . Thans komen een tweetal metalen voorwerpen aan de beurt . Ons voorbeeld toont een tinnen bord en dito maatbeker ( plaat X ) . Materiaal en kleur zijn zeer aantrekkelijk met het grijs , dat wat stiller is dan zilver , soms met blauwachtige , dan weer okerachtige nuances , vooral als het metaal niet mishandeld is door het te glimmend op te poetsen . Weg met die polijsting , maar natuurlijk ook het stof ! Laten we licht en lucht op het metaal doen inwerken om het dat aspect te doen krijgen , dat we er gaarne van zien . Ook bij deze voorwerpen zijn de reflexen en glimlichten zo overvloedig , dat we weer moeten vereenvoudigen . Maar aangezien hier alles ondoorschijnend is , zal het iets gemakkelijker zijn om overbodigheden weg te laten en het belangrijkste te behouden . Een goed opzet is natuurlijk ook hier noodzakelijk , die dan in het eerste stadium gevolgd wordt door een groot gehouden aanduiding van de schaduwpartijen in een lichte verfopdracht , terwijl de lichtplekken hun effect doen gelden op die plaatsen , waar het doek niet met verf bedekt werd . Dan wijden we ons weer aan het tweede stadium , nog altijd in vrij dunne verf , die de plaatselijke toon weergeeft met zijn verschillende nuances in kleur en toon . Deze onderlaag moet nu het doek geheel gaan bedekken . Tenslotte de laatste stadia , waarin de uitbeelding nog verder wordt doorgevoerd met grotere vastheid en met de lichtplekken royaal in de verf .
Op plaat XI ziet men de voltooide studie naar een koperen voorwerp , dat ons volgende onderwerp zal zijn . Drie achtereenvolgende stadia waren ook hier nodig , zoals je nu wel bekend zal zijn . Maar in dit geval zijn de laatste twee geheel met het tempermes uitgevoerd . Dank zij dit instrument verkrijgt de verf weer eens een geheel ander en zelfs bijzonder " rijk " aspect . Men gebruike dit mes op de volgende wijze . Men houdt het vast zoals een metselaar zijn truweel en de verf wordt er mee opgenomen aan de van ons afgekeerde zijde , dus juist anderom als de metselaar doet . De verf wordt dan op dezelfde wijze op het palet gemengd in een draaiende beweging . Deze verf wordt met dezelfde kant van het lemmet op het doek aangebracht en uitgesmeerd waar en voor zover nodig . Het aldus verkregen effect schort het vaak aan nauwkeurigheid bij sommige lijnen en omtrekken van het behandelde object , maar dan kan de kwast weer ter hand worden genomen voor het aanbrengen van als wenselijk aangevoerde correcties of verfijningen . Zo kan bijvoorbeeld het handvat niet gemakkelijk alleen met het mes worden geschilderd ; bij dit fragment kan dan de penseel te hulp komen . Het spel van lichten en reflexen is hier , zoals men ziet , levendiger dan bij het tinnen voorwerp . Maar koper dient dan ook opgepoetst te worden ! Men lette er voorts op dat het in ons geval rood koper betreft en geen geel koper of messing . Dit laatste metaal is veel geler dan echt koper , waarvan de amgemene toon rose-violetachtig is . Om een stuk aardewerk te schilderen , nemen we weer uitsluitend onze kwasten ter hand . We kiezen daarbij bij voorkeur witte voorwerpen , die van eenvoudige versiering voorzien zijn . ( Plaat XII ) . Het is hierbij echter vrij lastig om mooie , vloeiende en regelmatige overgangen te verkrijgen , van de delicate schaduwen naar de lichtste partijen , en hun weergave , dient op subtiele wijze tot stand gebracht te worden . De tekening moet zuiver uitgevoerd worden zonder te veel overbodige lijnen , die de verf kunnen bevuilen , waarna zoals gewoonlijk , de onderlaag op zeer eenvoudige en regelmatige wijze wordt aangebracht in magere verf , niet " knoeierig " en met weglating van de versiering ; slechts de plaatselijke tonen van de voorwerpen , de achtergrond en de tafel in hun tegenstellingen van licht en schaduw en hun harmonie . De overgangszones van licht naar schaduw kunnen reeds voorbereid worden door een zig-zag beweging van de wrijvende kwast , van boven naar beneden over de gehele lengte van de tussentoon . Vervolgens komt , met het derde stadium de afwerking , waarbij de verf weer wat dikker aangewend wordt , zonder gebruik te maken van een verdunningsmiddel , alle partijen overschilderend in de juiste tonen , die we overal waarnemen . De kwasten , die hiervoor gebruikt worden , dienen schoon te zijn en kunnen , desgewenst , voor dit doel in de linkerhand in reserve gehouden worden ( zie hiervoor pl . V ) . Sommige van hen gebruiken we dan uitsluitend voor de donkerder , andere weer voor de lichter tonen . Het is van belang te bedenken dat er bepaalde glimlichtjes te zien zijn , die met zuiver wit moeten worden aangebracht . De witte kleur van het aardewerk moet dus een beetje toniger worden gehouden , teneinde de lichtjes hun schittering te kunnen verlenen .
ART . NR . 64 . e , - PLAAT XIII - EEN BOOM
Art . Nr . 64 . e ,
Plaat XIII .
Een Boom
1e , 2e en 3e Stadium .
Voltooid werkstuk
20-10-2006
ART . NR . 64 . e , - ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
Art . Nr . 64 . e ,
Onderdelen van het Landschap
We gaan drie belangrijke onderdelen van het landschap ter hand nemen , die nogal bewerkelijk zijn door hun eigen aard en door de bewegelijkheid van hun vormen . We bedoelen de bomen , de vlakken en de luchten .
In een later stadium van de studie zullen we ons met het landschap als zodanig bezig houden , een studieobject , dat zeer geschikt is om er zijn krachten op te beproeven maar dat , dit willen we nu reeds opmerken , problemen biedt waarvan de beginneling zich aanvankelijk meestal niet bewust is , maar die niettemin vrij groot zijn . Het is om die reden dat we het gewenst achten je nu reeds een gedétailleerde behandeling van de studie der drie genoemde elementen voor te leggen . Zodoende zult je beter voorbereid zijn om de uitbeelding van een landschapsmotief te ondernemen volgens een werkwijze , die we later zullen bespreken .
Bomen
Het is , nogmaals , door de ontleding in drie stadia , dat we het gewenste resultaat kunnen bereiken . Men zie hiervoor plaat XIII . die de boom in drie stadia weergeeft . Door enkele zichtbare fragmenten van de stam en de takken en door de plastiek van het gebladerte , kunnen we zijn constructie , skelet zou men kunnen zeggen , aanvoelen . De eerste staat toont de opbouw , die bij dit soort van onderwerp stellig niet zo nauw luistert als bij de vorige oefeningen , maar niettemin getrouw het algemene karakter van de weergegeven boomsoort tot uitdrukking dient te brengen . Deze tekening is weer overgeschilderd met het dunne uiteinde van de platte kwast met wat verdunde gebrande sienna of zwart ... Zoals men ziet , zijn licht - en schaduwpartijen sterk contrasterend in schetsvorm aangebracht , waarbij de kwast vlak gebruikt werd voor donkere massa's . Wel te verstaan is de verf hier nog een z.g. sausje , dat bestaat uit verf , aangelengd met siccatief , hetgeen we daarom aanbevelen , omdat een snelle droging ons in staat zal stellen de eerste onderlaag spoedig na het schetsen aan te brengen . Laten we daarbij niet vergeten dat we in de open lucht werken en het licht zich ieder ogenblik kan wijzigen ; het is dus gewenst om zo min mogelijk tijd te laten verlopen tussen de verschillende étappes van de arbeid ; overigens droogt siccatief nog sneller in open lucht . Nu is onze schetopzet klaar , maar alvoren met de onderschildering aan te vangen , willen we een opmerking inlassen . We hebben hier te doen met een grijze hemel en een groene grasvlakte . Hoewel deze beide elementen met opzet zeer eenvoudig werden gehouden , neemt dat niet weg dat het licht hierop een aantal sterk genuanceerde toonwaarden tovert . We gaan dus , nog altijd voornamelijk met de platte kwast , de grote licht - en schaduwpartijen opzetten in de locale tonen , naar gelang hun respectieve nuances , die al de nodige verschillen vertonen , zoals op het tweede stadium te zien is . Laten we hier nog eens aan herrinneren , dat met locale toon bedoeld wordt de toon , die eigen is aan een bepaald voorwerp of fragment onder een bepaalde belichting : dus het rood van een kers , het geel van een citroen , het groen van een boom , enz . Het tweede stadium heeft al zijn eigen waarde en kan een goede ondergrond vormen voor het derde stadium , dat we tot stand brengen door rijkelijk met vette verf te schilderen in de richting van de onderscheiden bewegingen , die de vormen vertonen en de schommelingen tot uitdrukking brengen , niet slechts in drie van de " valeurs " , maar ook in die van de kleuren zelf . Maar , zo zal men zich wellicht afvragen , waar blijft hier nu de zo hoog geprezen , vereenvoudiging ? Laten we elkaar goed begrijpen . Vereenvoudigen wil niet zeggen alles weglaten en voor het overige is een landschap een dermate gecompliceerd geheel , dat zelf in een ver doorgevoerde studie een zekere vereenvoudiging als het ware automatisch plaats vindt . Op de plaat , die het eindstadium toont , merken we naast een zeer genuanceerd modelé , een soort van nerveus " schrift " in het gebladerte , waardoor het ietwat slappe karakter van het tweede stadium hersteld wordt .
ART . NR . 64 . f , - PLAAT XIV - EEN VLAKTE .
Art . Nr . 64 . f ,
Plaat XIV .
Een Vlakte
ART . NR . 64 . f , - PLAAT XV - EEN BEWOLKTE HEMEL .
Art . Nr . 64 . f ,
Plaat XV .
Een Bewolkte Hemel .
ART . NR . 64 . f , - PLAAT XVI . - EEN LANDSCHAP .
Art . Nr . 64 . f ,
Plaat XVI .
Een Landschap . Toepassing van reeds besproken onderdelen ( lucht , bomen , vlakte ) . Men merke op dat de factuur ( verfopdracht ) verwant is aan die van de impressionistische en divisionistische schilders .
ART . NR . 64 . f , - VLAKTEN - LUCHT EN WOLKEN.
Art . Nr . 64 . f ,
Vlakten - Lucht en Wolken
De schilderijen , die we te zien krijgen , vertonen vaak zwakheden . Dit is in het bijzonder het geval met vlakten , vooral in de voorgrond . In een studie of een voltooid schilderij , zelfs in een schets , moet men natuurlijk het verschil tussen lucht en grond tot uitdrukking brengen . Welke ook de kracht is , die sommige luchten kunnen vertonen , hij zal nimmer de soliditeit hebben van de aarde , waarboven hij troont . In deze laatste moet een zekere dichtheid en vastheid voelbaar zijn en dat is nu een kwestie van de juiste toowaarden . Een vette verfopdracht kan het effect van de goed getroffen toonwaarden nog versterken . De schetsopzet is van groot belang . Zijn lijnen moeten gespannen zijn , krachtig aangebracht , vooral daar , waar zij de golvingen in de aardbodem voelbaar maken . Bestudeer de tekening op plaat XIV , eerste stadium , uitgevoerd met de platte kwast en verdunde gebrande sienna of zwart , zoals we tot dusver steeds gedaan hebben . Bij dit onderwerp is het echter niet nodig om brede schaduwpartijen aan te zetten . De onderschildering ( tweede stadium ) in wat dikkere verf , vertoont de locale tonen met zijn nuances die hij bevat , naar gelang de diverse kleuren .
Lucht en Wolken
Tot slot van deze eerste les in het olieverfschilderen , zetten we ons thans aan de studie van een bewogen wolkenhemel , zoals die onstaan kan in de zomer , wanneer door een westenwind , grote , krachtig gevormde wolken het blauw van de hemel doorkruisen . Nu gaan we weer oudergewoonte te werk ; maar het spreek vanzelf dat de vorm van deze speciale onderdelen van het landschap zich snel wijzigt als gevolg van de wind en het zal dus niet mogelijk zijn om hun verschijning met een strenge natuurgetrouwheid , waaraan men dan ook niet gebonden is , weer te geven . De algemene bouw zal groot gezien opgezet worden , waarbij men rekening houd met de wetten van de perspectief , in dit geval toegepast op de hemel , zoals overigens het eerste stadium van plaat XV laat zien . Onmiddelijk daarna gaan we over tot de onderschildering ( tweede stadium ) en we bedienen ons daarbij van platte en nogal brede kwasten , goed van verf voorzien , om de kleurenverhoudingen tussen alle onderdelen van de lucht , zij blauwe partijen , schaduwpartijen van de wolken en hun lichtende randpartijen uit te beelden . We gaan daarbij op brede zelfs gedurfde wijze te werk , terwijl de geleidelijkheid van de overgangen eerst het resultaat van het werken aan het derde stadium zal zijn . Voor de uitvoering daarvan kunnen we je niet genoeg herinneren aan onze opmerkingen bij de volgende stadia , want de vorm en plaats van de wolken zal inmiddels wel grondig gewijzigd zijn . Het is dus noodzakelijk om het visuele geheugen door bepaalde oefeningen te ontwikkelen .
Belangrijke raadgevingen
Omdat we er niet genoeg de nadruk op kunnen leggen , gaan we hier nog eens herhalen , hoe belangrijk het is om de mogelijkheden van uw palet te leren kennen , alvoren men er zich aan gaat zetten om een bepaald onderwerp uit te beelden . We hebben je er in het betreffende hoofdstuk op gewezen dat je zich allereerst dient te wijden aan een ontledende ogenarbeid , dat wil zeggen , in de reeds gebruikte termen , om je veel moeite te geven om de toon van de geziene werkelijkheid te doorgronden en te ontleden . Het is om te beginnen van belang dat je zich vertouwd maakt met uw verven , dat je er zich rekenschap van weet te geven , welk resultaat onstaat door de menging van deze kleuren . Maak dus proeven daarmee op een stuk papier . Geef je goed rekenschap van de verkregen tonen door bijvoorbeeld een bepaald soort geel , een of ander rood met een groene kleur of met een eerstbedoeld blauw , enz . Constateer proefondervindelijk wat er gebeurt wanneer men wit toevoegt aan een of andere toon en hoe hij verandert naarmate meer of minder van dit wit gebruikt wordt . Maak vooral talrijke oefeningen van deze aard .
Tracht vervolgens door menging een of ander locale toon van uw palet terug te vinden , zoals die van een stof of een willekeurig voorwerp , kortom , die van allerlei dingen , die we om ons heen zien . Het is door oefeningen van dit soort , dat je mits veelvuldig herhalingen , er in slagen kunt " er oog op te krijgen " , zoals men dat zegt en daarmee gewapend , zult je pas goed voorbereid zijn om met succes het onderwerp , dat je gekozen hebt aan te pakken en uit te voeren .
21-10-2006
SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - TWEEDE DEEL - ART . NR . 65 .
Schilderen en de Schildertechnieken
Tweede Deel
Art . Nr . 65 .
Het Stilleven Voorwoord
In het eerste deel van deze cursus hebben we de techniek bestudeerd van het schilderen van een aantal voorwerpen of afzonderlijke elementen , die niet in eigenlijke zin " compositie " vormden . Het ligt voor de hand , dat in de aanvang eenvoudige oefeningen noodzakelijk voor u zijn , bestemd om je vertouwd te maken met het materiaal en tevens geschikt om een eerste contact te leggen met modellen van uiteenlopende aard , een contact dat , naar we verwachten , voldoende uitgebreid en ernstig opgevat was , om thans met succes op de ingeslagen weg verder te gaan .
We gaan ons dan nu bezighouden met de weergave van omderwerpen , die in de volle zin van het woord stillevens zijn en vervolgens met bloemstukken , portretkoppen , menselijke figuren , landschappen en dieren . Dat we beginnen met een stilleven , wil niet zeggen dat de studie daarvan minder inspanning en toegewijde aandacht zou vereisen dan bijv. een landschap ; laat men zich daarin vooral niet vergissen ! Maar in het eerste geval wordt de arbeid thuis in het comfortabele omgeving tot stand gebracht , naar onbewegelijke voorwerpen , onder een weinig veranderlijke belichting . De beginner , die uiteraard minder snel werkt dan een geroutineerd kunstenaar , kan onder die omstandigheden op zijn gemak en met zorg werken , doordat hij in staat is het geziene lange tijd waar te nemen , zonder zich te haasten en angst te hoeven hebben voor veranderingen in het licht , die zo vaak zeer snel de motieven van een landschapschilder andere aspecten kunnen verlenen .
Inleiding
Een stilleven bestaat , zoals men weet , uit levenloze voorwerpen , zoals vruchten , groenten , boeken , gebruiksvoorwerpen , sieraden , kleren enz . Niettemin kan men er ook wel eens een levend en beweeglijk element in brengen , hetgeen meestal een dier zal zijn . De Vlaming SNIJDERS en de Fransman CHARDIN behoren tot de schilders , die zich deze vrijheid zo nu en dan veroorloofd hebben . Het is begrijpelijk dat met het oog op een zekere " eenheid " , die men zijn compositie gaarne geven wil , men de diverse onderdelen van een stilleven uit dezelfde soort of " familie " zoekt , of uit categorieën die vanwege hun gebruik of doel aan elkaar verwant zijn . Laten we eens enkele voorbeelden geven : vruchten en groenten - een vis , een citroen en wat peteselie - boeken , papier en schrijfgereedschap - een bontmantel , handschoenen , een sjaal , een handtasje en zo zou men natuurlijk kunnen doorgaan . Dergelijke stilevens roepen , ieder voor zich , een bepaalde sfeer op , die om in de volgorde van bovengenoemde voorbeelden te blijven , de keuken , de studeerkamer of het boudoir zal zijn . In dit opzicht kan een stilleven dus veel betekenend zijn , een bepaald denkbeeld uitdrukken of een bepaalde sfeer in gedachten brengen . Maar , waar enerzijds bepaalde fantasieën in dit verband ( mits van gezonde smaak ) stellig geoorloofd zijn , moet men het anderzijds niet willen zoeken in een oorspronkelijkheid van twijfelachtig gehalte door voorwerpen van sterk uiteenlopend karakter bijeen te willen zetten , zoals een biefstuk met een flesje parfum , om een sterk voorbeeld te geven .
De Uitvoering Van Het Stilleven
Thans gaan we over tot het schilderen van een stilleven uit de keukensfeer . We hebben daarvoor gekozen : twee vissen , wat groenten , een fles slaolie , een aarden kruik en een vaatdoek , dit alles losjes neergezet op een tafel , zoals fig . 1 . ons laat zien .
Allereerst dienen we al deze elementen te groeperen op zodanige wijze dat er een homogene eenheid ontstaat , van een hoofdmotief voorzien en evenwichtig aandoend ; kortom , een gecomponeerd geheel . De vier schetsjes van fig . 2 tonen je een serie pogingen om tot een compositie te raken . We hebben tenslotte een vijfde gekozen , waarvan een schetopzet in fig . 3 ( 1e . stadium ) is afgedrukt , welke schets onstond op de wijze , die we in het eerste lesdeel meer dan eens bespraken . Deze compositie is n.l. de enige , die bovengenoemde hoedanigheden bezit . Let u bijv . eens op de plaatsing van de fles en de kruik . Zij staan niet in het midden van het doek , dat anders in twee gelijke delen verdeeld zou worden , hetgeen een symmetrie met zich mee zou brengen , die eentoonig en onaantrekkelijk zou zijn . Deze beide voorwerpen zijn , integendeel , zo geplaatst dat hun gemeenschappelijke verticale as het schilderij in twee ongelijke delen verdeelt , om op die wijze een oninteressante symmetrie te vermijden . Het hoofdmotief is dus links van de middenas geplaatst . Vervolgens hetzelfde beginsel is het doek ook in de hoogte verdeeld en wel door de achterrand van de tafel . Deze compositielijnen scheppen aanstonds een gevoel van stabiliteit , terwijl de vaatdoek links en de groente rechts de compositie " vastheid " verlenen , tesaman met de vissen , die dan de ruimte tussen beide uitersten opvullen . Merk ook op dat deze vissen als het ware " te paard " zitten en assen hebben , die rechts in dezelfde richting lopen als de fles en de kruik , een verticale indeling , die ook correspondeert met de indeling volgens de z.g. gulden snede van het gehele vlak . Op deze wijze wordt de blik in de richting van het hoofdmotief geleid. Thans komt de onderschildering aan de beurt ( fig . 4 ) . Het licht komt van links , de schaduwen verdelen zich dus min of meer over het gehele onderwerp . We moeten ons doek met de verschillende locale tonen vullen , zonder detaillering en volgens hun onderscheiden waarden voor de licht - en schaduwpartijen . In dit verband houdt je dus weer voor ogen wat hierover in het eerste lesdeel werd opgemerkt .
Men moet dus niet te vette verf gebruiken , maar eerder licht wrijvend over het boek te werk gaan , nochtans niet al te dun , want de eigen kleur van de ondergrond moet toch wel geheel verdwijnen . Het uitvoeren van de onderschildering moet tot gevolg hebben dat er een verflaag onstaat uit locale kleuren en tonen , die geschikt is om er verder overheen te werken , zonder dat die eerste laag hinderlijk is voor een verdere voltooiïng . En hiermede zijn we genaderd tot het derde stadium .
In het vorige lesdeel hebben we gezegd dat het werken in opeenvolgende etappes zonder onderbreking zou kunnen worden volbracht . Maar we hebben er aan toegevoegd dat er nochtans geen enkel bezwaar behoeft te bestaan tegen onderbreking en derhalve indroging . Vanzelfsprekend zijn er gevallen , waarin het voorkeur verdient om in de natte verf te blijven werken , maar in het algemeen moet de verf toch de gewenste dikte verkrijgen door laag voor laag aan te brengen . Het verdient aanbeveling om de dikste op te zetten ongeveer 24 uur na de voltooiïng van de ondeschildering . Deze laatste is dan begonnen in te drogen en de verse verf zal er beter op hechten en zal niet " wegzakken " in de laag , waarop hij wordt aangebracht . Als deze laatste nog te vers is , kunnen er onaangename kringen onstaan doordat de nieuwe toetsen van het penseel aan de randen wegduwt, die zich dan ophoopt en een soort van vooruitspringende kussentjes veroorzaakt .
In het algemeen kan men zeggen dat de onderschildering , die " en frottis " zonder overdaad van de verf is uitgevoerd , een snelle hervatting van het werk mogelijk maakt . Welke systeem gevolgd moet worden , dient je dus zelf , geval voor geval te beoordelen . In ieder geval komt men er niet zonder vallen en opstaan en de ervaring is eigenlijk niets anders dan de som van onze vergissingen ; dat hebben we reeds eerder opgemerkt . En als eens iets verkeerd gaat , raak dan niet in de put en wees vooral nooit ontmoedigd . Integendeel tracht er uw voordeel mee te doen . Fig . 5 toont de voltooide studie . Tijdens deze laatste etappe , heeft de kunstenaar het modelé flink aangepakt door het volume van diverse voorwerpen goed te doen uitkomen , dank zij talrijke en delicate overgangszones . Let eens op de levendigheid van het " handschrift " , die min of meer nerveuze toetsen die , met opzet , aan dit schilderij een pittige expressie verlenen . Onder fig . 7 tonen we een sterk vergroot onderdeel van fig . 5 . De techniek van de schilder laat zich daarop nog beter beoordelen , de vette toetsen kan men duidelijk onderscheiden evenals de veel dunner gehouden donkere partijen .
Tenslotte kan men op het voltooide schilderij ook goed de achtergrond beoordelen . Deze is aan de linkerzijde wat donkerder om een krachtige tegenstelling te kunnen vormen tegenover de lichtpartijen , die over de fles , de kruik en het doek spelen , terwijl hij wat afzwakt naar de rechterzijde , waar hij geplaatst is naast de voorwerpen , die zelf in de schaduw staan : ziedaar het scheppen van contrasten , die zich in de geziene werkelijkheid ook vaak voordoen . Je kunt deze zonder enige angst toepassen , ten voordele van het effect . Overigens zult je in de natuur praktisch nooit twee warme of twee koele tonen naast elkaar aantreffen . We bedoelen hier natuurlijk niet zuivere tonen , maar gebroken tonen die een grotere of kleinere rol spelen in een warm of koel gamma . In ieder geval dient je er bij uw scheppingen naar te streven een aangename harmonie van tonen te vinden , die elkaar goed aanvullen , zonder een overheersende kleur uit te sluiten .
ART . NR . 65 . a , - ANDERE VOORBEELDEN
Art . Nr . 65 . a ,
Andere Voorbeelden
Op fig . 6 is een stilleven van vruchten afgebeeld , waarvan we het niet nodig geacht hebben de vooafgaande stadia te tonen . In het de voorafgaande stadia te tonen . In het voorgaande lesdeel hebben we de manier van weergeven van een peer en een perzik bestudeerd , maar , zoals we reeds zeiden , betrof dat afzonderlijke studietjes . In dit geval hebben we het voornemen om een compleet onderwerp uit te beelden , een geheel , zonder nochtans een compositie " in optima forma " te willen realiseren . In feite blijven we hier van een volstrekt natuurlijke objectiviteit en de enige oorspronkelijkheid bestaat dan ook uit de plaatsing van de schaal met vruchten op de vierkante vloertegels . Natuurlijk hebben we ons weer allereerst gewijd aan de constuctie van het onderwerp in zijn vogelperspectief , die de vruchten zo voordelig doet uitkomen in hun schittering en kleurengamma .
Nadat de opzet is uitgevoerd , hebben we de onderschildering gemaakt in de locale tonen , eenvoudig gezien en zonder in te gaan op het blauwachtig fluweel van de perziken ( dit blijft bewaard voor het laatste stadium ) en op de nuances in de tinnen schaal die ook pas later aan de beurt zullen komen .
We willen naar aanleiding van dit voorbeeld nog wel opmerken dat het vaak zeer gunstig is om aanvankelijk met opzet overdreven krachtige tonen aan te brengen tijdens de onderschildering . Men krijgt dan een forse ondergrond , die sterk van kleur is en tijden het latere werk geleidelijk wordt teruggebracht tot de gewenste tonen .
In ieder geval dient de onderschildering bij dit voorbeeld reeds zeer welsprekend te zijn , als de toonwaarden goed getroffen zijn : een warm licht , rijk en tintelend , zal van deze schaal moeten uitstralen , een lichtstraling , die de schilder nog zal versterken tijden het derde stadium .
Dit laatste zal gekenmerkt worden door het aanbrengen van smeurige verflagen , waarbij men vermijden moet om te talrijke mengingen te maken , wanneer men één of andere toon zoekt , teneinde de verf niet een verzadigd , zwaar en goor aspect te geven , dat iedere frisheid ontbeert . Door een grote hoeveelheid kleuren in een mengsel wordt de kleur gedood . Overigens kan men met een sober palet een grote kleurigheid realiseren . Dit geldt voor alle soorten van onderwerpen , maar in ons geval zijn sommige kleuren dermate helder , dat we in zuivere staat op ons palet kunnen vinden .
Fig . 10 toont je een derde stilleven ( in voltooide staat ) , dat ook gekenmerkt wordt door warme en levendige tonen , je ziet hier weer eens hoe men een belangwekkend en aantrekkelijk geheel kan maken van voorwerpen , die in wezen heel simpel , ja , bijna banaal , zijn . Bestudeer dit schilderij goed en schenk daarbij aandacht aan de origenele compositie , de tegenstellingen , de betekenis die de rode en warme tonen krijgen door het donkergroen van het neerhangend gordijn , de mooie verfbehandeling en zijn geslaagde harmonie .
Op de fig . 8 , 9 , en 10 , heeft je de gelegenheid , om aan de hand van illustraties , enkele zeer verschillende opvattingen van het stilleven met elkaar te vergelijken . Voor sommige kunstenaars is het stilleven weinig meer dan een aanleiding om een aantal kleurvlekken naast elkaar te plaatsen . Die moeten het hem dan " doen " en de geziene werkelijkheid wordt slechts gebruikt om een " starschot " te geven aan het scheppende brein , dat de werkelijkheid loslaat naar gelang de gevoelsstemmingen van de kunstenaar , zijn invallen en zelfs zijn weloverwogen berekening , die tot doel heeft aan een oorspronkelijke sensatie of opvatting uitdrukking te geven .
Men bedenke wel dat een ieder , naar eigen believen , de persoonlijke visie die de kunstenaar hem voorzet , kan interpreteren en dat is misschien wel de reden dat dit soort van kunstwerken - daargelaten hun zuiver picturale hoedanigheden , zoals toonverhoudingen en verfbehandeling - charme of minstens een zekere belangwekkendheid kunnen bezitten . De sensatie , die de beschouwer ondergaat voor een of ander doek , kan identiek zijn aan digene , die de kunstenaar zelf ondervind . Maar het aanschouwen van zo'n schilderij kan ook alweer slechts een uitgangspunt zijn voor diegene , die het bekijkt en deze aanschouwing kan wel eens geheel verschillende gedachten opwekken , een geheel ander denkproces , ja zelfs " droom " , in beweging zetten ; zijn verbeeldingskracht zal er door geprikkeld worden en zal hem op andere wegen kunnen voeren dan die de kunstenaar zelf gevold heeft .
Maar bedenk ook dat de artiest , door zeer dicht bij de natuur te blijven , ontroeren en bekoren kan , zonder ingewikkelde gezochtheden , door een eenvoudige taal te blijven spreken , die ieder mens met gevoel zal kunnen verstaan . Op deze voorwaarde echter - want er is een voorwaarde - dat hij zijn vak beheerst en dat hij zelf ook gevoelig is voor de bekoring van de dingen om hem heen , zo "gewoon " als deze ook vaak zijn , maar die hij met goede smaak bijeen weet te zetten naar gelang hun vormen , zoals hun kleuren . Het bewijs daarvan vindt je in het schilderij van de schilder RENEFER , dat zo " smakelijk " is om te zien en tevens de juiste sfeer vermag op te roepen .
ART . NR . 65 . - FIG . 1 EN 2 . - ONDERDELEN VAN EEN STILLEVEN .
Art . Nr . 65 .
Fig . 1 en 2 .
Onderdelen van een Stilleven .
Serie pogingen om tot een compositie te geraken met dezelfde onderdelen .
ART . NR . 65 . - FIG . 3 , 4 EN 5 . - STILLEVEN DOOR RENIFER
Art . Nr . 65 .
Fig . 3 , 4 , en 5 .
Uiteindelijk gekozen opstelling ( 1e stadium ) . Fig . 4 . Onderschildering ( 2e stadium ) . Fig . 5 . Het voltooide schilderij ( 3e stadium ) .
ART . NR . 65 . a , - FIG . 8 . - STILLEVEN VAN BOSCO . - FLESSEN .
Art . Nr . 65 . a ,
Fig . 8 .
Stilleven van BOSCO : Flessen .
Een " vertolking " neemt de plaats in van een objectieve weergave - ver doorgevoerde vereenvoudiging van de vormen - het spel van de kleuren toont een harmonie van blauwe en paarsen met flitsen van warme en felle kleuren , die de lichtplekken van het motief suggereren .