De dagelijkse dingen volgens Roger (78jr) uit Beveren Waas Elke week een nieuw verhaal...
Reacties zijn steeds welkom!
>> NU OOK BESCHIKBAAR VIA WWW.ROCOR.SHORT.BE
02-08-2009
Boer zoekt werkvolk
In de straat waar ik mijn jeugd heb
doorgebracht was het weggetje, ongeveer 1 kilometer lang. Er waren tien
boerderijen. Nu, 60 jaar later, zijn er nog drie. Ik moet zeggen, de mensen die
dat deden zijn intussen overleden en hadden geen opvolgers, toch geen jongens
die het wilden verderzetten. Men zag het niet zitten, er was geen toekomst voor.
Enkele hoeven die nu nog zijn overgebleven, zijn generaties lang altijd van
vader op zoon geweest.
De landbouwers dokkerden met paard en kar
over het oneffen kassei wegje in de straat, met ernaast brede grachten, er stonden
geen woningen voor burgers. Tussen de boerderijen lagen de akkers, maar ook de
weiden en de boomgaarden. Dan moest men met de dieren niet ver gaan om te laten
grazen. Autos waren toen nog zeldzaam. Trouwens: als een boer met een kar
oogst van de akker naar de hoeve kwam, had hij het ganse baantje nodig en moest
er gewacht worden om elkaar voorbij te laten gaan. Nu is er een tweevaksbaan
met fiets -en voetpad en zijn alle grachten dicht en staan er verkeerslichten
en kun je zien hoe mooi de voortuin is bij de Roger.
De boer recht tegenover mij is een harde
werker en runt samen met zijn vrouw het bedrijf. Ze zijn altijd bezig. Ze
krijgen hulp van hun kinderen, maar er is geen opvolger bij. Ze hebben ook alle
moderne machines, maar het blijft hard werken voor hen beiden. Toen de meesten
stopten met boeren kwam er bouwgrond te koop, waar ik dankbaar gebruik van
maakte, samen met vele anderen. Nu zijn er vele nieuwkomers, jonge mensen, en
vroegere stadsbewoners met kinderen, die niet weten dat melk niet uit de
ijskast komt maar van een koe, en die denken dat eieren uit de supermarkt komen.
Nu onze overbuur; heeft koeien en varkens en die laten soms wat vallen. Dat
komt samen in een aalput die wordt verspreid over de akkers, drijfmest, en dat
stinkt! Hij houdt wel rekening met de wind, zodat de geur niet dikwijls tot bij
ons komt. Soms mislukt dat, mij stoort het niet, ik ruik liever eens een
keertje koeienstront, dan gans het jaar de verraderlijke dampen van de chemische
fabrieken van Linkeroever. De nieuwkomers denken daar anders over. Nochtans,
als u over een boer komt wonen die er al drie generaties een boerderij heeft,
weet u dat er soms geurhinder is.
Om U een voorbeeld te geven over de
vervuiling van die zogezegde propere chemie: ik vang het regenwater op om mijn
serre te voorzien van water. Verschillende keren per jaar drijft op dat water
een 5cm dikke groene schuimlaag. Ik schep dat schuim eraf, maar ben er niet
gerust in. Men stelt ons altijd gerust, sluit je ramen en alles is voorbij. Niet
met mij hé, geef mij maar den beergeur van den boer zijn beesten, daar weet ik
van dat het EERLIJKE stank is.