De dagelijkse dingen volgens Roger (78jr) uit Beveren Waas Elke week een nieuw verhaal...
Reacties zijn steeds welkom!
>> NU OOK BESCHIKBAAR VIA WWW.ROCOR.SHORT.BE
15-11-2009
Verhuizen?
Van een huis naar
een appartement, mensen denken dat is simpel. U pakt uwen boel op en het is
klaar. Men moet al beginnen met de helft in te leveren, uw spade en je
grasmachine hebt ge niet nodig op een appartement, die spulletjes van je Vader zaliger
waar U zo van hield kunnen niet mee, erg hé.
Wat een mens
allemaal verzameld en bijhoud, dingen waar u van denkt: dat kan ik nog
gebruiken. Vergeet het, een oude wieg, naaigerief, een tapijt, een blaker,
boeken, . Ik had me voorgenomen dingen die ik in een jaar niet gebruik, weg te
smijten. Na enkele jaren hebt U toch nog een container nodig om het weg te
voeren of naar de kringloop winkel te doen.
Als U vraagt aan je
kinderen of kleinkinderen of ze iets kunnen gebruiken kijken ze naar U zo van: Allee
zeg, wat vraagt ons Vader nu? Wat kunt ge daar nu in hemelsnaam nog mee
aanvangen, dingen uit de prehistorie goed voor het museum? Een van de
kleinkinderen zei: Pepe, ik wil je boormachine wel en je automatische schroef machine,
juist het enige wat ge kunt gebruiken in een appartement, om een kader of een
foto aan de muur te hangen.
Een mooie eetkamer
of een salon van enkele jaren oud zo goed als nieuw en voor U zo waardevol. Voor
de rest van de wereld waardeloos of een troostprijs. Ik herinner me nog een
tante die dacht dat alles wat ze bezat van onschatbare waarde was. Toen ze
overleed lieten ze één, zelfs twee schatters komen omdat ze er aan twijfelden
of dat wel correct was. Er kwam een opkoper de boel ophalen, gratis, anders
moest ge er nog voor betalen om het huis leeg te halen. Moest ons tante dat
horen, ze draait zich om in haar graf. Als we haar bezochten in onze jeugd,
moesten we niet gaan zitten anders zouden we haar dure meubels kunnen bevuild hebben met
onze armoedige klederen aan.
Eigenlijk hé, hebben
je spullen alleen maar de waarde die je er zelf aan geeft. Voor iemand anders
zijn dat gewoon nog propere dingetjes, die misschien nog goed zijn als bergkast
in de garage. Ha weet ge wat nog waarde had? Die kleine groene container die ge
bijna niet open kreeg, voor klein gevaarlijk afval. Dat was een schoon gerief
voor een visser aan de waterkant, zei hij.
Uw sleutels om aan
je auto te werken? Vergeet het. Vroeger zag ge U motor nog liggen, nu is alles elektronisch,
men schakelt hem aan de computer en leest af wat er schort. Geen gezoek of
gesleutel meer. Die carbuur lamp van ons vader zijn eerste fiets, kunt ge dat
kwijt op een appartement? Ik denk het niet dus weg ermee.
Antiek, stokoud, oud,
nieuwe antiek, modern, Ikea, zelfgemaakt? Wat is de exacte waarde, als ik zeer
eerlijk mag zijn, dat zelfgemaakt kastje heeft nog altijd mijn voorkeur. Anderen
denken er anders over, maar goed ook.
Ik bewonder oudere
mensen die nog tevreden zijn met hun lichaam, ook al is het niet meer zoals
vroeger. Een lichaam van 60 jaar en ouder, kan er ook nog prachtig uitzien. Van
een rimpeltje in je gelaat hoef je zeker geen drama te maken, ik zeg altijd als
je ogen schitteren en je gevoel van fierheid er nog is en U nog steeds in de
spiegel kijkt vooraleer ge Uw huis verlaat, dan voelt ge U nog mooi.
Doe er wat aan als
iets je stoort. Je haar? Ga naar de kapper hé, verander je kapsel eens, laat
het eens verven. Zeker geen grijs, laat eens wat bloot zien, dat doet iedereen.
U kent toch nog die uitdrukking? Pas op! ZE vallen er bijna uit als ze zich
voorover buigt. Zo ver hoeft U niet te gaan, maar voor mannen een weelde van
verbeelding. Mooi gekleed gaan is duur ik weet het, maar U goed voelen in een
nieuw kleedje of een pakje dat strak zit, een mooi sieraad, de winkels hangen
er vol van, niet eens zo duur. Eens wat hogere hakken, een andere bril, het
maakt veel uit en ge zult U stukken beter voelen.
Men zal zeggen: Amai,
die madam van t zesde, die komt er nogal voor zeg, ze ziet er 20 jaar jonger
uit! Die is zeker op zoek naar ne rijken! Laat ze praten wat telt is je goed
voelen. Wie ben ik om te zeggen hoe het moet? Maar: een nieuwe handtas, zo een
moderne moet ge U zeker aanschaffen.
Dit verhaaltje
niet online zetten!, wist iemand me te vertellen. Weet gij wat mij dat zal
kosten jong?
Wat mij is
opgevallen: er zijn getrouwde koppels die in het restaurant of café zitten en
geen woord tegen elkaar zeggen. Ze kijken zo wat onverschillig rond en hebben
samen niets meer te bespreken. Erg vind ik dat, is alles al gezegd vraag ik mij
dan af, of is uw vrouw zoals een mooi en open boek dat ge al zo dikwijs hebt
gelezen en doorbladerd waarvan ge woord voor woord kent? Of heeft uw bladwijzer
zijn beste tijd heeft gehad?
Natuurlijk, achter
20 of 30 of nog meer jaren kent ge elkaar door en door en weet ge soms al op
voorhand na de eerste woorden wat er zal volgen. Toen U nog jong was, kon u nog
eens opscheppen hoe goed en hoe sterk en slim U wel was, maar nu kunt ge u
vrouw niets, maar dan ook niets meer wijsmaken. Zeker als U op pensioen bent en
alle dagen thuis zit. Ze weet alles van je en kent ook je minder goede kanten,
als die er al zouden zijn.
Wilt ge al wat
zwijgen?, zegt mijn vrouw soms. Dat is mijn minpunt, ik bemoei mij met alles, heb
over alles en ieder onderwerp een mening en af en toe heb ik nog gelijk ook. Als
men weinig zegt, kan men niemand kwetsen, dat is juist. Maar naast elkaar leven
en je woorden wikken en wegen, niet aan mij besteed. Niet lullen maar
bijblijven, leute maken en veel lachen en over seks praten als het past, nee
soms?
Als man en vrouw
met kinderen en kleinkinderen hebt ge toch altijd klap, alleen al de
vergelijkingen tegenover vroeger kunt U eindeloos over praten zeker van mijn
generatie. Hetgeen mij nog het meest opvalt, is de openheid die er nu is. Alles
is bespreekbaar, dingen die men nu zegt en bespreekt, waar men vroeger recht
mee in de hel kwam, is nu het gewoonste onderwerp. Men kan over alles ernstig
discuteren zonder iemand te kwetsen.
Ze was pas 20, hij
50 jaar, ze was heel knap, mooi gezicht met grote ogen. Een meisje waar mannen
naar kijken, en nog eens kijken, en denken: ze zou het mij maar één keer moeten
vragen. Arabelle noemde ze, en niet bewust van haar schoonheid, noem dat maar
een zeldzaamheid bij vrouwen. Ze was briljant en tevens charmant in haar
eenvoud en had een figuurtje waaraan ons lieve heer danig veel tijd had besteed.
De lijnen van haar lichaam vloeiden in elkaar, zodanig perfect dat de
mannelijke fantasie in gang schoot met de eerste aanblik, mannen weten waarom
ze dat doen en doen geen enkele poging om die zondige gedachten in te dijken.
Hij was 50, gewone
vent, maar hij had iets, hij had iets in zijn ogen dat vrouwen aanstaat en
geheimzinnig vinden. Hij woonde in hetzelfde gebouw en kwamen elkaar tegen
zowat halverwege de gang, en hun klederen raakten elkaar, ze keken beiden om,
hij knikte diskreet. Ze vond hem knap, hij had een donkere huid, zijn zwarte
haren plat tegen zijn hoofd gekamd. Kortom: liefde op het eerste gezicht. Arabelle,
zo heette ze, woonde nog bij haar ouders, en toen hij iets simpel kwam vragen,
wisten ze het beiden: ze waren verliefd en beleefden de mooiste stiekeme tijd
van hun leven.
Nu nog die
ouderwetse ouders inlichten. Papa zei: Nen oude snoeper, dat is het! De mama:
Hij is zo oud als ik! Over mijn lijk! Niet met mijn mooie dochter, maar ze
moesten inbinden, anders waren ze hun dochter kwijt. Resultaat: ik heb nooit zo
een goed koppel gekend, ze bleven verliefd zolang hij heeft geleefd, ze hadden
samen 3 kinderen, die nu nog met veel liefde over hun overleden papa spreken.
Zij is achtergebleven
met de kinderen en kleinkinderen, de herinneringen en de vele goede dingen van
het leven samen met hem. Weet ge wat ze eens zei tegen mij? Moest ik opnieuw
beginnen, ik zou hetzelfde doen. Daaraan ziet ge, het is niet de schoonheid of
de centen die het altijd doen, maar de liefde en de passie, vandaar, MAMA IK
ZIE HEM GRAAG!
Ik zat in de auto
toen mijn vrouw haar GSM afging, het ging zo:
Ja ik ben het! Ik
dacht bij mezelf: wie is wie aan de andere kant van de lijn? Geen idee. Mijn vrouw
beantwoord het verhaal van de andere kant met Jaja, allee jong, dat meent ge
niet! Nee zeg, dat kan toch niet, is dat waar? Neen ,ja ja, hoe? Maar kind toch!
Ik dacht toch, wat gij nu zegt, ach neen zeg, ongelooflijk, wie zegt nu zoiets,
niet te geloven, man man, dat wist ik niet, waar haalt ze het, met mij ook
niet, dat doe je toch niet, wanneer zegt ge,wat zegt gij nu, ist waar, die
durft nogal zeg met zo iemand, laat mij niet lachen, geen respect als ik goed
begrijp, ja gij ook tot ziens! Telefoon gesprek beëindigd.
Waar ging het over
en wie was dat?, vroeg ik. Ge hebt niets gemist, ik zelfs trouwens ook niet,
zei ze. Ja zegt mijn vrouw, Ik wilde ook nog iets zeggen maar ze heeft al
ingelegd, haar verhaal was af. Mensen zijn mondiger geworden, dat is juist, en
laten niet meer met zich sollen, maar beleefdheid en de bereidheid om toch ook
eens naar een ander te luisteren is weg. Ze zeggen hun ding, zeggen dag en dat
was het.
Wat mij ook opvalt
is, als ge zelf iets meemaakt waarvan ge denkt: dat moet ik eens vertellen in gezelschap,
dan is U verhaal nog niet ten einde of men onderbreekt U en vertellen iets veel
straffer waar U verhaal kinderpraat bij lijkt en helemaal niet interessant.
Alles is
bespreekbaar, ja ja, maar ge moet de kans krijgen.
U komt vrienden
tegen: Ha lang geleden, hoe is dat met jullie en de kinderen? Er ontstaat een
gesprek midden op straat. Wat is dan het besluit? Weet u wat? We gaan samen
eens iets eten dan kunnen we wat bijpraten. Er wordt een datum afgesproken,
niet duur, ieder betaald zijn deel in het eethuis, een aangename avond, niemand
moet koken, de kinderen zijn bij ons moeder. Soms denk ik nog aan hoe het was
toen we nog jong waren, en er vrienden werden uitgenodigd. Mijn vrouw kookte
dan zelf, dat noemde de maison, er was veel werk aan, maar het resultaat
was altijd heel lekker en er was steeds over, men kon zich eens laten gaan. Om
het op te noemen: het begon met aperitief met warme hapjes, dan volgde Sint-jakobsschelp
gevuld met krab in een kaassaus. Efkens wat bijpraten en dan volgde tomatensoep
met ballekes, tomaten uit den hof, iedereen wilde nog een tweede maal soep. Het
was wijn naar keuze, wit of rood, uit een karaf op voorhand op kamertemperatuur
gebracht. Een sorbet tussendoor smaakt altijd verfrissend, dan kwam het
hoofdgerecht, lamszadel met kroketjes: zelf gemaakte. Met warme groenten,
witlof of worteltjes en erwtjes, voor de kinderen met appelmoes, even rusten en
dan kwam het nagerecht, zeer speciaal. Er waren twee keuzes: pudding met Custard
en Bordelese peren, of crème glacé met warme chocolade.
Een straffe koffie
met een cognac of een praline sloot het geheel af. Ongelooflijk lekker en niet
te evenaren. U vraagt zich misschien af: Wat wilt U daar mee zeggen? Ewel, mijn
vrouw werkte er zeer lang aan, was op die avond steendood en vermoeid, had
bijna niet aan de gesprekken kunnen deelnemen, en bleef achter met een berg
vuile schotels want er bestond nog geen afwasmachine. Het weerzien was goed
gelukt, maar bijpraten? Geen tijd gehad. Vrouwen die koken? Goeie vraag,
koppels die uit eten gaan, de eethuizen zitten vol!
Het is mooi om zien,
een moeder op de fiets en de kinderen ook met een klein fietsje op weg naar
school. Wat doet ze? Ze rijdt in het midden van de baan, haar twee kindjes laat
ze voor zich uitrijden, geen automobilist kan er voorbij. Ze denkt bij zichzelf:
Wacht jullie maar tot ik aan de school ben, ik neem geen risico. Ze beschermd
haar kindjes als een moeder kloek. Vervelend voor de man achter het stuur, maar
ontroerend mooi om te zien, juist zoals in de natuur. Mensen die hun kinderen
naar school brengen met de auto overdrijven toch vind ik, ze willen hun kind
afzetten aan de poort, en werkelijk aan de poort, geen 20 meter verder. Eigenlijk
zou men het rijvak over de speelplaats moeten leggen, dat zou nog makkelijker
zijn.
Ik begrijp het,
ouders zijn bezorgd, maar de auto parkeren een eindje van de school, even
meegaan, kusje geven, nog wat nakijken, dat zou toch ook kunnen. Wat doen ze nu
ze? Stoppen voor de school, gooien alle deuren open, blokkeren gans de straat,
blijven zelf in de auto zitten, roepen de kinderen nog wat na. Allé zeg, dat
doet ge toch niet? Wat me ook ongerust maakt: een moeder met zo een overdekt
hondenkarretje achter zich aan dat ze meetrekt met haar fiets. Ik vind dat zo
onveilig, het kind onder zo een plastiek tentje. Nu wordt elk kind naar school
gebracht, in mijn tijd was dat in kleine groepjes, wat kattenkwaad uithalend, eens
belleke trek doen, al knikkerend voortgaan, vieze mannen bestonden toen niet. Of
toch wel?.
Natuurlijk, het
verkeer is heel druk geworden, niet meer te vergelijken. Men heeft nu kiss and
ride plaatsen, iemand van de school zet de kinderen over straat, ook 30 km/u
beperking, snelheidszones, de kinderen dragen helmen en fluoricerende vestjes.
Allemaal heel veilig en netjes, maar het groepjes vormen is weg. Het zijn
allemaal individuen geworden, elk kind apart. Nu er veel ouders zijn die beiden
voltijds werken om het huis af te betalen, ziet ge soms nogal toestanden. Een
moeder met drie kinderen, een kind op een fietsje dat amper kan rijden, het
tweede kind in een kinderzitje vooraan en een slapende baby achteraan. Onlangs
zag ik een vrouw met een kindje op de fiets, terwijl ze haar kinderwagen met
een baby in, met de hand voorttrok al rijdende, doe het maar na hé! Voorzichtig
zijn!, zei ons Moeder, we woonden 5 kilometer van de school. Ze gaf ons een
kruisteken in plaats van een kiss and ride, was met de benenwagen en we
hebben het overleeft.
Maakt U dat ook
soms mee, er komt een wandelaar naar het oversteek pad gegaan, niet gehaast, en
U laat hem oversteken. Het is Uw plicht dat weet ik wel, maar als die mens dan
naar U kijkt of steekt zijn hand omhoog, of schenkt U een glimlachje, of geeft
een knikje, dan kan dat toch plezier doen vind U niet? Dat noemt leuk omgaan
met elkaar. Iemand die invoegt of ritst en een saluut geeft, automatisch lacht
U terug. Wat ik ook altijd tof vind is als je een trucker voorrang geeft en als
ge hem terug voorbij rijdt flikkert hij met zijn lichten. Meer moet dat allemaal
niet zijn.
Ik zat onlangs met
mijn vrouw in de auto, en nog enkele dames. Komt er toch een zéér, maar dan ook
een zéér kort gerokte dame met de fiets aangereden. Ik stond voor een hartverscheurende
keuze: laat ik ze voorgaan of niet? Ik liet mijn goed hart spreken, want ze had
normaal geen voorrang. Ik laat ze voorgaan en genoot van het schouwspel, we
konden zelfs de kleur bepalen van het kledingstukje dat gedragen werd. Alléé, U
weet wel, ik moet er geen tekening bijmaken zeker? Wat zeggen die dames tegen
mijn vrouw in de auto? Het is weer een vrouw, hij laat ze wel passeren, schoon
billen hé rocor! Lap, met al mijn gentleman zijn had ik het nog gedaan ook, ge
laat dan U hart en U gevoelens en U hormonen spreken en dan speelt ge zo uit.
Ik werd beloont met
een glimlach, wat ik toen dacht moeten jullie niet weten, maar ik kreeg ook nog
een knipoogje. Meer of nog minder moet het en kon het eigenlijk ook niet zijn. Ik
keek ze nog na om te zien of ze wel veilig aan de overkant kwam. Ik was bezorgd,
meer moet U daar niet achter zoeken, weet ge wat mij gezelschap zei? Gaat er
dan bijwonen hé! Enfin ja, dat was erover, zoiets zegt ge toch niet? Vrouwen
zien het verschil niet tussen goed en kwaad? Ik ben zeer goed opgevoed en
voelde mij beledigd, wat denken die wil? Omdat ik jullie niets wil onthouden:
het besproken kleding STUKJE hierboven beschreven was van rode kleur en het
merk Het ontgaat me, ik kan er niet opkomen.
Iedere week 50
frank meedoen voor later, om U te leren dat er veel voor te doen was, vooraleer
men wat gegaard had en dat sparen op de bank veel opbracht. In iedere gemeente,
hoe klein ze ook is, vind u in iedere straat zo een aantal banken om U centjes
te plaatsen tegen hoge rentes. U krijgt 1 percent, als dat geen gigantisch
bedrag is! U kunt uw geld beter in een kous bewaren onder je bed, het is zelfs
veiliger en niemand weet ervan, maar de banken maken nu toch weeral reclame na
hun instorting, op de spaarder zijn kosten natuurlijk.
'Zwart met een
klontje suiker', vind ik goed gevonden, Of met een wolkje melk mijnheer? of Fier
procent. Nog zoiets: Heeft uw zoon een goed rapport, dan moet U bij ons sparen!,
gelezen op een affiche bij de bank. Bij het minste onheil kunt U ons bellen', U
ziet dan een zwarte kat die de baan oversteekt. Denken die nu echt dat mensen
debielen zijn? Nog efkens en het wordt zoals in Japan, daar moet u geld geven
om U geld te bewaren.
Dat vond ik een goede,
enkele jaren terug had een bank volgende reclame: als je geld stortte kreeg je
een flinke interest gedurende 6 maand. Een man had een flinke som op zijn
spaarboek staan, en vroeg om het op die goede opbrengst te zetten voor 1 jaar,
maar dat ging niet zei de bediende, het moest vers kapitaal zijn. Oke!, zei
de man, betaal mij alles cash uit ik wil niets meer met jullie te maken hebben!
Hij nam zijn geld op, liep een blokje om, kwam terug in de bank en zei: Ik ben
hier met vers kapitaal, wat prompt gebeurde aan die hoge intrest natuurlijk.
Begrijpt U dat? Om
U te lokken kreeg U een hoge intrest, maar niet voor de trouwe spaarder. Die
domme man loste dat rap eens op, gelijk had hij.
Dat smerig geld,
hoe kan dat zo belangrijk zijn? Maar hebt er maar eens geen
Ik rijd naar
Brussel met de wagen en luister naar de radio. Het was nog vroeg in de
morgen, tot plots een stem zegt: Er is een
spookrijder is gesignaliseerd op de A12 Brussel-Antwerpen, hou uiterst rechts.
Ik denk bij mezelf: ik bén op de A12, tot plots een auto op mij komt afgestormd.
Ik ontwijk nipt, enkele seconden doodsangst, ik kan gelukkig invoegen het was
niet druk. Alle autos beginnen te claxonneren, de man rijdt vrolijk verder,
zich van geen kwaad bewust.
Dan begin ik te
zweten en dank de heer. Ik ben door het oog van een naald gekropen. Wat een
mens dan allemaal denkt, ge verwenst dat die kerel zijn rijbewijs heeft
gekregen, een inschattingssfout heeft gemaakt, kortom: ge kunt hem vermoorden. Maar
denkt U dan later, hij zal het niet vrijwillig gedaan hebben. Dat zeker niet,
maar 50 meter verder en het was dag Rocor geweest! Vraagt die man zich dan niets
af als die wagens op hem afkomen en plots allemaal opzij gaan?
Ik keek in het
dagblad s anderendaags, niets gebeurd. Die man is zeker de eerstvolgende afrit
afgereden en s avonds tegen zijn vrouw gezegd: Wat deden die mensen allemaal
raar op de snelweg. Hoe een mens zijnleven aan een zijden draadje kan hangen hé. Maar als ik heel eerlijk mag
zijn, als ge alle dagen op de baan bent doe ik ook soms stomme dingen waarvan
ik nadien denk, was dat nu echt nodig? Neem je tijd, ge komt er wel, dat
haastig zijn heeft toch geen zin. Het duurt niet lang meer vooraleer de files
tussen Brussel en de Boomse Steenweg elkaar raken. Ik leerde een man kennen uit
Australië hier op bezoek in België, toen ik hem vroeg hoe hij ons verkeer vond
zei hij: Jullie op -en afritten liggen zo dicht bij elkaar, op 20 kilometer
tussen Antwerpen en Sint-Niklaas zijn er zes, bij ons liggen ze 100 kilometer
van elkaar! Jullie wonen op een zakdoek, niet te verwonderen dat het druk is.
Na de spookrijder
was het ook druk in mijn hoofd of wat dacht U? Een onoverzichtelijke bocht op
de autobaan neem ik vanaf nu uiterst rechts.
Voor alles je tijd
nemen, een uur ontbijten, praten en de krant lezen, naar de zee kijken en het
weer bespreken dat er niet zo goed uitziet. Veel wind, maar geen paniek. Het
kan zalig zijn, niets doen, ik betrap mijn eigen erop dat ik dat wreed goed kan
volhouden, de luierik uithangen. Als men gans het jaar bezig is kan een mens
dat moeilijk geloven dat u U niets moet aantrekken en de telefoon stil blijft, alleen
de kinderen die bellen hoe het met je gaat. Pluk de dag want morgen kan het
anders zijn met je gezondheid en dan hé?, leven doen wij beter nu, dan plannen
maken die 10 jaar verder liggen, op onze leeftijd toch.
Ik lees in mijn
horoscoop dat de vakantie voor mij genieten is van lekker eten en drinken, wat
wandelen en een terrasje doen, lezen, een verhaaltje schrijven, eens gaan
fietsen. Hoe kunnen die dat weten, en mooiste van al: het is nog juist ook, en
ze weten het van iedereen, straf hé. We gaan niet zeuren over prijzen maar wat
ik zag aan zee, kersen die thuis 7.5euro kosten voor 1 kilo, kosten aan zee
7.5euro voor een 1/2 kilo. Kwestie van overdrijven kan dat tellen vind U niet?
Maar niet getreurd:
we zijn op vakantie met duizenden, genieten moeten we. Hier is zoveel te doen!
Ik hoor de bel van de soepkar, verschillende mensen komen buiten met hun potje.
Vervolgens opeten met een geboterd baggetje en wat kaas, alles kan, niets moet,
zeker geen werk zoeken. De zee heeft toch altijd iets speciaal, dat houdt je
bezig. Men kijkt ernaar en het ontspant je, het is altijd anders, ik ga er
graag naartoe. Mensen kijken en beoordelen is dan je meest vermoeiende werk.
Mosselen gaan eten
is er altijd bij, met frietjes en met een pintje bier smaken ze best vind ik,
ieder zijn goesting natuurlijk. Dat die Fransmannen niet afkomen U moet daar
wijn bij drinken!, niets overtreft enkele frisse pintjes bier bij mosselen en
frietjes. Vroeger was het een ongeschreven wet, bij rood vlees rode wijn, bij
vis witte wijn. Wat zei een topchef? U mag rood drinken bij alle gerechten. Wat
zeg ik? Men kan klassebieren drinken bij alle eten, de kwaliteitsbieren hebben
wij en nog de beste van de wereld ook. Je eigen smaak volgen dat moet je en
naar je portemonnee luisteren. In het warenhuis kost een flesje wijn 6 euro, in
het restaurant maal vijf, en van hetzelfde merk.
Weet je wat? Doe je
goesting en doe het met mate(n)
Houdt een mens zijn leven op als zijn partner wegvalt?
Vroeger
was dat zo, als U vrouw of man wegviel, bleef men achter in de rouw, zelden nam
men nog een andere partner. Dat betaamde niet, en het mocht zeker niet te rap gaan,
men deed er jaren over om zeker niet de indruk te wekken dat u de overledene
vergeten was. Er waren uitzonderingen: als een vrouw achterbleef met kinderen
en ze nam een andere man, dan werd het getolereerd en was het niet voor de seks,
anders wat een schande!
Als men toen een kind had, een voorkind noemde dat toen,
zonder getrouwd te zijn, was dat precies een ramp voor de maatschappij. Als ge
in die situatie als meisje verkeerde, was U een verdorven mens, voor mijnheer
pastoor was U de grootste zondares van de wereld. Den huichelaar, hij had het
kind liever zelf gemaakt. U moest beroep doen op je familie om je kindje groot
te krijgen. Nu zijn het allemaal voorkinderen en heeft men al een gezin
vooraleer men getrouwd is.
Als ik nu rondom mij kijk, zijn de overgebleven vrouwen
lustige weduwen, die genieten van het leven, en gelijk hebben ze. Als ze het
geld hebben gaan ze op reis, gaan lekker eten, hebben veel vrienden en
vriendinnen en hebben veel leute. En zeggen ze, hij zou hetzelfde gedaan
hebben, probeer daar maar eens tussen te komen.
Een mens is niet gemaakt om alleen te zijn zegt men, maar
met de mogelijkheden die er nu zijn om te genieten van het leven, dan is een
lat relatie een goede uitvinding. Na de leute en het genieten, ieder terug in
zijn eigen huis, enne: belt gij morgen eens?
Uw partner verliezen waar ge alles mee opgebouwd hebt,
dat moet verschrikkelijk zijn. Men denkt er veel aan en men voelt zich soms zo
alleen. Uw kinderen jaja, maar die hebben het zo druk. Ons ma heeft altijd een
plantrekker geweest, ze doet dat goed, ze voelen je gemis niet.
Ge ziet het niet, ge voelt het niet, maar misschien is het er wel
Dat
is de vraag die iedereen zich stelt, het gaat over je gezondheid natuurlijk. Tot
je 50ste is er niets aan de hand, u ziet het niet u voelt het niet, ik
ga gemakkelijk 100 jaar worden denkt U dan. Bij een jaarlijkse controle zegt uw
huisarts: U moet zich zeker niet ongerust maken, maar uw bloeddruk en cholesterol
is wat aan de hoge kant, u zit een eind over de 200, ook je bloeddruk 8 over
14, is veel te hoog. Hoe kan dat nu? En u wordt ongerust, ik zal toch geen
geraaktheid krijgen zeker en half verlamd worden?
Ja
mijnheer, zegt de arts, ze draait er geen doekjes om: Van het goed leven zeker?
En ze heeft gelijk, eens gaan eten, wat snoepen, wat wijn drinken, al eens een
pintje drinken met wat kaas erbij, wat minder bewegen en lap: dat 100 jaar
worden komt in het gedrang. Dan wordt U voor de keuze gesteld: ofwel brengt ge
uw verdere leven door zoals een kluizenaar en leeft U op water en brood, of de
tweede mogelijkheid: u neemt pillen en doet gewoon verder, u neemt alvast het
voornemen dat ge gaat sporten want door het bourgondisch leven hebt U over
gewicht.
Om
U bang te maken zegt de arts: Als U zo verder doet, bestaat de kans dat u
dichtslipt en moet U hart overbrugd worden, en zagen ze je borst open met de
slijpschijf. En mijnheer, drie mannen op tien sterven aan prostaatkanker. Evenveel
als vrouwen aan borstkanker, u moet u niet ongerust maken, zegt ze dan, maar
probeer toch wat te meer te bewegen en wat te rigiemen.
Ze
heeft 100% gelijk, ofwel een lang leven in goede gezondheid, of een kort leven
met alle geneugten des levens. Ik ga kiezen voor het gemengde van elk de helft,
het halflange met alles der op en eraan. Onlangs zag ik iemand eten, na het
aperitief: steak friet met mayonaise, enkele pintjes bier, daarna een gewone
koffie gesuikerd met een canderel die hij uit zijn zak haalde, hij was op dieet
zei hij, en de dokter had gezegd geen suiker, vandaar.
Ik zie een oma met haar kind
op de tram, met een hand zich vast klampend aan zo een lint boven haar hoofd. Met
haar vrije hand houdt ze haar kleinkind tegen zich aangedrukt. Naast haar een
plaats vrij, maar daar liggen de voeten op van een op kauwgom knabbelende madam
die zich daar allemaal niets van aan trekt. Ik denk dan, moet ik mij daarmee
bemoeien? Ik heb dat al eens gedaan, met een jonge man die met zijn smerige
poten op de bank recht tegenover hem lag. Ik heb die voeten toen vastgenomen en
verlegt en gezegd: Doet gij dat thuis ook? Ja, zei hij. Onmiddellijk belde
hij op zijn gsm en dat had gevolgen. Men wachtte me op bij het afstappen. Er
werd wat geduwd, maar daar bleef het bij.
Oma vraagt beleefd: Mevrouw, wilt u u voeten van de bank doen zodat ik de
kleine op mijn schoot kan nemen? Zegt madam tuttefruut: U moet niet betalen
ouwe trien maar ik wel, dus mijn voeten blijven daar. Iedereen volgde het
gesprek, niemand trok het zich aan. Zegt oma: Ik heb tot mijn 60 jaar gewerkt,
daarom moet ik nu niet betalen op de tram en ik denk: U hebt nog nooit gewerkt",
wat schijnbaar juist was, want ze was ziek, kon niet werken en stond al heel haar
leven aan de dop, schreeuwde ze.
Ons oma liet het daar niet bij,
en wat doet ze? Ze zet zich op de schoot van miss dwars, die huilde van de pijn,
en toen oma rechtstond verdween mispoes naar achter en toen kwamen de tongen
los. U hebt groot gelijk mevrouw! Maar zich iets aantrekken? Neen, ze kreeg
alle sympathie dat wel, maar iets doen? No way! Zijn wij nu zo bang geworden of
wat? Allemaal een groot bakkes dat wel, maar op afstand? En dat flauw gezegde:
Ik moest mij inhouden of ik zou dat en dat gezegd en gedaan hebben, laat het,
dat is zeveren achteraf.
Toch denk ik, iedereen doet zijn best om zijn kinderen goed op te voeden, ook
in de scholen en jeugd verenigingen. Wat gaat er dan mis? Ik weet het niet,
tijden veranderen maar beleefdheid en rekening houden met een ander, daar heeft
toch iedereen baat bij? Ik had alle respect voor die oma, want toen ze op de
plaats zat waar die voeten hadden gelegen, drukte ze haar kleinkind tegen zich aan.
Haar grootmoeders instinkt, was groter en sterker dan die zogezegde burgerzin,
die niet te zien was bij de mede passagiers. Ze gunde niemand een blik, mij ook
niet. Gelijk had ze.
In de straat waar ik mijn jeugd heb
doorgebracht was het weggetje, ongeveer 1 kilometer lang. Er waren tien
boerderijen. Nu, 60 jaar later, zijn er nog drie. Ik moet zeggen, de mensen die
dat deden zijn intussen overleden en hadden geen opvolgers, toch geen jongens
die het wilden verderzetten. Men zag het niet zitten, er was geen toekomst voor.
Enkele hoeven die nu nog zijn overgebleven, zijn generaties lang altijd van
vader op zoon geweest.
De landbouwers dokkerden met paard en kar
over het oneffen kassei wegje in de straat, met ernaast brede grachten, er stonden
geen woningen voor burgers. Tussen de boerderijen lagen de akkers, maar ook de
weiden en de boomgaarden. Dan moest men met de dieren niet ver gaan om te laten
grazen. Autos waren toen nog zeldzaam. Trouwens: als een boer met een kar
oogst van de akker naar de hoeve kwam, had hij het ganse baantje nodig en moest
er gewacht worden om elkaar voorbij te laten gaan. Nu is er een tweevaksbaan
met fiets -en voetpad en zijn alle grachten dicht en staan er verkeerslichten
en kun je zien hoe mooi de voortuin is bij de Roger.
De boer recht tegenover mij is een harde
werker en runt samen met zijn vrouw het bedrijf. Ze zijn altijd bezig. Ze
krijgen hulp van hun kinderen, maar er is geen opvolger bij. Ze hebben ook alle
moderne machines, maar het blijft hard werken voor hen beiden. Toen de meesten
stopten met boeren kwam er bouwgrond te koop, waar ik dankbaar gebruik van
maakte, samen met vele anderen. Nu zijn er vele nieuwkomers, jonge mensen, en
vroegere stadsbewoners met kinderen, die niet weten dat melk niet uit de
ijskast komt maar van een koe, en die denken dat eieren uit de supermarkt komen.
Nu onze overbuur; heeft koeien en varkens en die laten soms wat vallen. Dat
komt samen in een aalput die wordt verspreid over de akkers, drijfmest, en dat
stinkt! Hij houdt wel rekening met de wind, zodat de geur niet dikwijls tot bij
ons komt. Soms mislukt dat, mij stoort het niet, ik ruik liever eens een
keertje koeienstront, dan gans het jaar de verraderlijke dampen van de chemische
fabrieken van Linkeroever. De nieuwkomers denken daar anders over. Nochtans,
als u over een boer komt wonen die er al drie generaties een boerderij heeft,
weet u dat er soms geurhinder is.
Om U een voorbeeld te geven over de
vervuiling van die zogezegde propere chemie: ik vang het regenwater op om mijn
serre te voorzien van water. Verschillende keren per jaar drijft op dat water
een 5cm dikke groene schuimlaag. Ik schep dat schuim eraf, maar ben er niet
gerust in. Men stelt ons altijd gerust, sluit je ramen en alles is voorbij. Niet
met mij hé, geef mij maar den beergeur van den boer zijn beesten, daar weet ik
van dat het EERLIJKE stank is.
Eens je gepensioneerd bent, hoef je niet meer te sparen en moet ge U, in
de mate van het mogelijke, niets meer ontzeggen. U hebt een huis dat veel te groot
is, U hebt iemand nodig om het te helpen onderhouden want U kinderen zijn echte
lieverds maarhebben geen tijd.OPLOSSING: DE BOEL VERKOPEN en in een service flat gaan wonen. Veel
kleiner en de helft van je spulletjes geeft ge aan U kinderen, hetgeen op je
zolder staat, hebt ge in 10 jaar niet meer gebruikt, dus weg ermee en neem ook
de fietsen mee.
"Uw kinderen komen je nu meer bezoeken, want als ze vroeger bij
hun Moeder op bezoek gingen moesten ze steevast wat doen en altijd om
boodschappen gaan. Nu hebben we meer tijd om te babbelen met ons moeder. Ze
giet een potje koffie op en zelfs dat hoeft niet meer, we kunnen naar beneden
gaan en in het cafetaria iets gaan drinken. Koken voor mezelf daar heb ik niet
altijd zin voor, ik moet altijd de helft wegsmijten, ge kunt hier een dagmenu
eten en het is altijd vrij lekker, in een mooi restaurant, en U bent niet zo
alleen."
Moest mijn man nog leven, zou ik hem misschien niet zo ver gekregen
hebben om naar hier te komen, maar ik voel me hier goed, rustig en zonder
zorgen. Er is altijd iemand die je kan helpen, als er iets mis gaat, maar ik
mis mijn geliefde wel. Natuurlijk, ik doe nu de centjes op van de verkoop van
het huis en dat was voor de kinderen. Ik heb het hun gezegd en weet ge wat ze
zeggen? Maak U geen zorgen, Moeder, jullie hebben heel veel gedaan voor ons. Het
is Uw geld, profiteer ervan, ons Vader heeft het niet meer gekund. Ik was
ontroerd, en ik kan mijn kleinkinderen nog wat pree geven, dat is toch het
mooiste wat bestaat? Ik mag verheugd zijn dat ik nog zo gezond ben en hier toch
nog een beetje zelfstandig kan leven. Ik heb het einde van de oorlog meegemaakt
en de eeuwwisseling. Ik ben aan de laatste fase in mijn leven bezig. Ik heb van
niets spijt, en dat wil wat zeggen!, ZEI MEVROUW van flat 6 met uitzicht op de
tuin, bent U het daarmee eens?
Ben ik verschoten zeg, van die tuigen die daar staan! Die zijn nu zo
spectaculair, dat moet nogal een investering geweest zijn. Er was een wiek bij van
75 meter
hoog, die zwaaide tegen 125
km. per uur, ik zou er niet in durven. Je mag zeker geen
hoogtevrees hebben, oud worden zeker? Het rad blijft altijd sensationeel van op
die hoogte t stad bekijken, ook die schommels van 50 meter boven de grond,
spreken tot de verbeelding. Om een ritje te maken kost dat soms 10 euro, veel
geld vind ik, maar die mensen hun werkjaar is beperkt, het moet op een seizoen
verdient zijn. Er stond ook nog een paardenmolen, dat is nostalgie uit mijn
kindertijd, een ongelooflijke attractie. Ook een schuif af met matjes was
aanwezig. Ik vroeg nog aan MarieLouise: Willen we samen eens in de overdekte
kap gaan?, maar dan werd ze duizelig, zei ze. Honderden kramen met spelletjes,
de kinderen zagen er vrolijk uit en waren blij met die spulletjes en een ballon,
terwijl ze een crème likten. De jeugd in den autobotser met hun vriendinnetje,
om indruk te maken natuurlijk. Maar: er zijn huwelijken van gekomen beweerd men.
Het klikte meteen en botsen gebeurd ook nu nog, zei iemand.
Als ik op de foor loop, krijg ik altijd honger. De geuren die daar
hangen, dat vind je nergens, frieten, wafels, pita, suikerspin, smoutbollen, Ik
wil dan steevast smout bollen eten met koffie, lekker zeg! Ik hang dan ook vol
tot op mijn schoenen met witte bloemsuiker, dat heb ik er voor over. Moeders
met een gezin hoor ik soms zeggen: Naar de kermis gaan met mijn kinderen kost
veel geld, maar het geluk dat op die moment van hun afstraalt wil ik niet
missen. Ze hebben nochtans niets te kort thuis van speelgoed, maar op de kermis
is dat anders! Ik word kinds denk ik en heb er ook van genoten.
Ik ben dik en ik word
er ook constant op gewezen, dat moet gedaan zijn, dat werkt op mijn systeem. Degene
die er nog iets over zegt, zo van: "Amaai, U bent dik!", of "Hey
big brother!", mag zich aan hetzelfde verwachten. Ik zoek naar zijn of
haar minpunten zoals een vals gebit, niet veel haar meer, brildrager, te mager,
te kleine of te grote borsten, of een platte kont. Ik zeg het direct, kwaad of
blij, ik vraag er ook niet achter om wat struiser te zijn. Rocor, dat is smerig,
zult U denken. Juist ja, maar ik kan het niet meer aan.
Het ergste van al: ze
hebben gelijk en dat stoort mij enorm maar ik kan het niet meer hebben. Men kan
het toch wat vriendelijker aanbrengen, vind ik hé. Zo van: "Rocor, vergis
ik mij, of bent U toch wat aangekomen?" En mij moed geven of me erop
wijzen dat licht overgewicht zeer ongezond is. Dat zou ik op prijs stellen. Ik
hoor U al komen, ieder pondje gaat langs het mondje. Dikke mensen eten niet
veel (zeggen ze zelf) of ge moet U niet haasten er is nog, of wie zit er altijd
het eerst aan tafel. De grote oneerlijkheid is: laat twee mensen hetzelfde eten
en U zult zien dat de ene dik wordt en de andere graatmager blijft. Die dunne
is gans de dag op van de zenuwen en is niet te genieten, en ik ben gans de dag
goedgezind en maak mij geen zorgen ondanks die povere 20 kilo overgewicht die ik
gans de dag meesleur.
Voor vrouwen is het
nog erger, zeker als ge in de grote maten moet gaan. Mannen mogen een buikje
hebben, alhoewel, ik voel er mij ook niet goed bij. Maar het smaakt mij toch
altijd zo goed. Deze morgen was ik bij de warme bakker om een bruin brood. Ik
had zoveel goesting om een koek te nemen met chocolade ingebakken. No way! Bruine
boterhammen met magere smeerkaas. Laat het U smaken, en een nep suikertje in je
koffie en een magere yoghurt achteraan. Onlangs zat ik aan tafel met zo een
vrouwelijke biafraan naast mij. "Wat die opat, daar kunt ge een gezin een
dag mee voeden", zegt die plank met een hol in tegen mij. "Smaakt het
niet meneer?" Ik nam tot mij een magere kippenfilet met sla en wat ketchup
en dronk water om het binnen te krijgen. Ik ga niet zeggen wat ik dacht, op die
moment toen die panlat een crème glacé met warme chocolade tot zich nam. "Breng
mij nog een Italian coffee", zei ze tegen de ober.
Beste lezer, ik zou
het op prijs stellen moest ge U medeleven betuigen, en mij terugmailen. Bijvoorbeeld:
"Beste rocor, of ge nu wat overgewicht hebt, het kan ons niet geven, we
zien U even graag."
Als men ze hoort spreken, doen ze het zeker niet voor het oog van de
mensen, want wat kan het hun schelen wat een ander van hen denkt? Dat is pure komedie,
ze doen godver alles voor de ogen van de mensen. Hoe ze zich kleden? Ze gaan in
een dure winkel om niet de kans te lopen dat Linda hetzelfde draagt. Het zijn
echte bimbos, ze gaan nooit de deur uit zonder aan hun look te werken. Om een
brood te halen, verkleden ze zich. Ze zijn voortdurend op zoek naar de
bevestiging van hun schoonheid en hun uiterlijk. Voor wie doen ze het, dat
vraag ik mij af. Enkel voor de aandacht van de mannen? Naar de coiffeur iedere
week, de nagelstudio. Als ik naar die lange witte nagels kijk, krijg ik schrik
en denk daarbij: hoe werken die eigenlijk in den hof of wassen die hun auto, hoe
schrapen die wortels of schorseneren?
"Af en toe een verwenmassage en een peeling, dat doet deugd en is
goed voor mijn huid. Mijn wimpers zijn de laatste tijd niet goed gedaan, ik ga
op een ander. Wat denkt die schoonheidsspecialiste wel, om zoveel geld te
kosten moet het wel goed zijn, vind ik. Ik heb mijn tanden laten witten, ik
moet terugkomen. Een tand staat wat vooruit, ik zal een tijdje een beugel
moeten dragen, dat staat sexy op mijn leeftijd. Nu krijg ik toch wel een
rimpeltje zeker en een sproetje, ik ga niet meer naar de zonnebank. Als dat zo
verder gaat, kom ik niet meer buiten en maak ik een afspraak om dat weg te doen.
Ik schaam mij dood, mijn man zegt: 'Mijn eerste lief was ros en had gans haar
gezicht vol sproeten, ik vond dat tof, en ge weet wat ze van een rosse zeggen
hé!', en hij lachte de zot, ik kan er niet om lachen, ik laat er wat aan doen,
het mag kosten wat wil. Waar ik wel blij om ben, is van mijn maatje 38. De Bea
die heeft nen 44 en die doet daar niets aan, als ik zo dik moest zijn, dan
schaamde ik mij dood. Maar ze heeft wel mooie borsten, de mijne zijn te mager,
zegt mijn man. Ik heb het al eens nagevraagd om ze wat op te spuiten, maar
zwijgen hé! "
Naar het schijnt, bestaan er ook zo mannen die eerst in de spiegel
kijken en hun haar kammen voor ze buiten gaan, himbo 's wordt dat genoemd. Ik
hoor daar niet bij, alle dagen douchen, propere kousen, slipje, proper hemd, gladgeschoren
en dan is het oké voor mij. Ja, toch een vleugje aftershave.
Toch zijn wij allemaal ijdel, vind U niet? We doen het niet voor een
ander, nee, nee! Ik vind dat komedie spelen, beken gewoon dat ge U eigen graag
ziet. Niets mis mee natuurlijk.
Hij loopt gans de dag achter je aan, gaat in de weg zitten als ge iets
doet, hij legt zijn kop in je schoot, geeft U natte likjes in je gezicht. Je
duwt hem weg maar hij verstaat dat niet en denkt dat je wil spelen. Hij bepaalt
wanneer hij wil gaan wandelen, als ge U schoenen aandoet denkt hij dat hij mee
mag met de auto. Hij kijkt je zo triest aan als het niet mag, zodat ge toch
maar toegeeft. Hij heeft in je huis de beste plaats tegen de verwarming in een
mand, en als ge niet oppast kruipt hij bij je in bad, hij wil ook in je bed. Hij
krijgt zowat de beste stukjes van je eten, alhoewel U zich hebt voorgenomen hem
niet te voeren aan tafel, maar voor die ene keer kan dat geen kwaad. Daarom is
hij te dik. Je zetels en uw vloer hangen vol haar want hij is in de ruiftijd,
maar ja, dat is zijn natuur daar kan dat beest niet aan doen.
Als er dingen zijn die hem niet aanstaan, gromt hij, om je te zeggen:
"Hela mannetje, ik ben hier ook nog hé, ik wil U wel een pootje geven,
maar al die stomme spelletjes van zitten en liggen en om je gazet gaan, niet
met mij hé!" Maar hij gromt ook als er iemand te dicht bij je komt, U bent
zijn bezit, U bent zijn baasje. Hij legt ook hoopjes die gij moet opkuisen. Hij
gaat soms op zijn rug liggen met zijn poten in de lucht, dan moet U weten dat
ge hem eens moet krabben. Zijn water -en eten bak hebben een plaats in huis,
dus kunt U maar best zorgen dat het vol is en fris, en een handdoek bij de hand
om zijn druipend bakkes af te vegen. Het was alsof hij wist welk uur het was
als ik van mijn werk kwam, stond hij daar in de deur te wachten al kwispelend,
ik aaide hem dan, en dan was het goed. Een hondenleven, maar dan een luxe
hondenleven.
Ik zag dat hij wat hinkte, hij werd 8 jaar, dus ermee naar de veearts. Die
trok een bedenkelijk gezicht toen hij mijn maat onderzocht, het beest huilde
een beetje als men zijn schouder aanraakte. De arts zei: "Ik heb zeer
slecht nieuws. U hond heeft botkanker, alle bewegingen die hij maakt doen enorm
pijn." Ha, daarom wilde hij niet meer gaan wandelen en keek hij gans de
dag in mijn gezicht. Ik kreeg hem terug mee naar huis met wat pijnstillers, men
sprak van chemo.
Het is geen mens, het is maar een hond dat weet ik maar al te goed, maar
hem zo zien lijden kon ik niet meer. Hij geraakte nog met moeite in de hof, zo
rap ging het. Ik sliep niet meer, ik waakte bij hem, hij kreunde van de pijn. Hij
keek mij aan alsof hij wilde zeggen, maat, we hebben het samen goed gehad maak
er maar een eind aan. 's Anderendaags heb ik hem laten inslapen, het kon niet
meer zijn. Hij kreeg een spuitje tegen de pijn zodat ik afscheid kon nemen. Ik
nam hem in mijn armen, ik weende hardop. De arts begreep het, zei hij .De hond
was een deel van de familie geworden.
Van een vriend gesproken die ge mist, gans de familie was dagen aan een
stuk triestig, wat een dier kan betekenen. Hij was zo trouw, hij miste juist de
taal zegt men soms. Ik heb zijn spulletjes weggeborgen. Mens toch, ik zie er
iedere dag van af, ben er ziek van. Het is was toch maar een stomme hond