De dagelijkse dingen volgens Roger (78jr) uit Beveren Waas Elke week een nieuw verhaal...
Reacties zijn steeds welkom!
>> NU OOK BESCHIKBAAR VIA WWW.ROCOR.SHORT.BE
31-10-2009
Wanneer is het laatste woord gezegd?
Wat mij is
opgevallen: er zijn getrouwde koppels die in het restaurant of café zitten en
geen woord tegen elkaar zeggen. Ze kijken zo wat onverschillig rond en hebben
samen niets meer te bespreken. Erg vind ik dat, is alles al gezegd vraag ik mij
dan af, of is uw vrouw zoals een mooi en open boek dat ge al zo dikwijs hebt
gelezen en doorbladerd waarvan ge woord voor woord kent? Of heeft uw bladwijzer
zijn beste tijd heeft gehad?
Natuurlijk, achter
20 of 30 of nog meer jaren kent ge elkaar door en door en weet ge soms al op
voorhand na de eerste woorden wat er zal volgen. Toen U nog jong was, kon u nog
eens opscheppen hoe goed en hoe sterk en slim U wel was, maar nu kunt ge u
vrouw niets, maar dan ook niets meer wijsmaken. Zeker als U op pensioen bent en
alle dagen thuis zit. Ze weet alles van je en kent ook je minder goede kanten,
als die er al zouden zijn.
Wilt ge al wat
zwijgen?, zegt mijn vrouw soms. Dat is mijn minpunt, ik bemoei mij met alles, heb
over alles en ieder onderwerp een mening en af en toe heb ik nog gelijk ook. Als
men weinig zegt, kan men niemand kwetsen, dat is juist. Maar naast elkaar leven
en je woorden wikken en wegen, niet aan mij besteed. Niet lullen maar
bijblijven, leute maken en veel lachen en over seks praten als het past, nee
soms?
Als man en vrouw
met kinderen en kleinkinderen hebt ge toch altijd klap, alleen al de
vergelijkingen tegenover vroeger kunt U eindeloos over praten zeker van mijn
generatie. Hetgeen mij nog het meest opvalt, is de openheid die er nu is. Alles
is bespreekbaar, dingen die men nu zegt en bespreekt, waar men vroeger recht
mee in de hel kwam, is nu het gewoonste onderwerp. Men kan over alles ernstig
discuteren zonder iemand te kwetsen.
Ze was pas 20, hij
50 jaar, ze was heel knap, mooi gezicht met grote ogen. Een meisje waar mannen
naar kijken, en nog eens kijken, en denken: ze zou het mij maar één keer moeten
vragen. Arabelle noemde ze, en niet bewust van haar schoonheid, noem dat maar
een zeldzaamheid bij vrouwen. Ze was briljant en tevens charmant in haar
eenvoud en had een figuurtje waaraan ons lieve heer danig veel tijd had besteed.
De lijnen van haar lichaam vloeiden in elkaar, zodanig perfect dat de
mannelijke fantasie in gang schoot met de eerste aanblik, mannen weten waarom
ze dat doen en doen geen enkele poging om die zondige gedachten in te dijken.
Hij was 50, gewone
vent, maar hij had iets, hij had iets in zijn ogen dat vrouwen aanstaat en
geheimzinnig vinden. Hij woonde in hetzelfde gebouw en kwamen elkaar tegen
zowat halverwege de gang, en hun klederen raakten elkaar, ze keken beiden om,
hij knikte diskreet. Ze vond hem knap, hij had een donkere huid, zijn zwarte
haren plat tegen zijn hoofd gekamd. Kortom: liefde op het eerste gezicht. Arabelle,
zo heette ze, woonde nog bij haar ouders, en toen hij iets simpel kwam vragen,
wisten ze het beiden: ze waren verliefd en beleefden de mooiste stiekeme tijd
van hun leven.
Nu nog die
ouderwetse ouders inlichten. Papa zei: Nen oude snoeper, dat is het! De mama:
Hij is zo oud als ik! Over mijn lijk! Niet met mijn mooie dochter, maar ze
moesten inbinden, anders waren ze hun dochter kwijt. Resultaat: ik heb nooit zo
een goed koppel gekend, ze bleven verliefd zolang hij heeft geleefd, ze hadden
samen 3 kinderen, die nu nog met veel liefde over hun overleden papa spreken.
Zij is achtergebleven
met de kinderen en kleinkinderen, de herinneringen en de vele goede dingen van
het leven samen met hem. Weet ge wat ze eens zei tegen mij? Moest ik opnieuw
beginnen, ik zou hetzelfde doen. Daaraan ziet ge, het is niet de schoonheid of
de centen die het altijd doen, maar de liefde en de passie, vandaar, MAMA IK
ZIE HEM GRAAG!
Ik zat in de auto
toen mijn vrouw haar GSM afging, het ging zo:
Ja ik ben het! Ik
dacht bij mezelf: wie is wie aan de andere kant van de lijn? Geen idee. Mijn vrouw
beantwoord het verhaal van de andere kant met Jaja, allee jong, dat meent ge
niet! Nee zeg, dat kan toch niet, is dat waar? Neen ,ja ja, hoe? Maar kind toch!
Ik dacht toch, wat gij nu zegt, ach neen zeg, ongelooflijk, wie zegt nu zoiets,
niet te geloven, man man, dat wist ik niet, waar haalt ze het, met mij ook
niet, dat doe je toch niet, wanneer zegt ge,wat zegt gij nu, ist waar, die
durft nogal zeg met zo iemand, laat mij niet lachen, geen respect als ik goed
begrijp, ja gij ook tot ziens! Telefoon gesprek beëindigd.
Waar ging het over
en wie was dat?, vroeg ik. Ge hebt niets gemist, ik zelfs trouwens ook niet,
zei ze. Ja zegt mijn vrouw, Ik wilde ook nog iets zeggen maar ze heeft al
ingelegd, haar verhaal was af. Mensen zijn mondiger geworden, dat is juist, en
laten niet meer met zich sollen, maar beleefdheid en de bereidheid om toch ook
eens naar een ander te luisteren is weg. Ze zeggen hun ding, zeggen dag en dat
was het.
Wat mij ook opvalt
is, als ge zelf iets meemaakt waarvan ge denkt: dat moet ik eens vertellen in gezelschap,
dan is U verhaal nog niet ten einde of men onderbreekt U en vertellen iets veel
straffer waar U verhaal kinderpraat bij lijkt en helemaal niet interessant.
Alles is
bespreekbaar, ja ja, maar ge moet de kans krijgen.
U komt vrienden
tegen: Ha lang geleden, hoe is dat met jullie en de kinderen? Er ontstaat een
gesprek midden op straat. Wat is dan het besluit? Weet u wat? We gaan samen
eens iets eten dan kunnen we wat bijpraten. Er wordt een datum afgesproken,
niet duur, ieder betaald zijn deel in het eethuis, een aangename avond, niemand
moet koken, de kinderen zijn bij ons moeder. Soms denk ik nog aan hoe het was
toen we nog jong waren, en er vrienden werden uitgenodigd. Mijn vrouw kookte
dan zelf, dat noemde de maison, er was veel werk aan, maar het resultaat
was altijd heel lekker en er was steeds over, men kon zich eens laten gaan. Om
het op te noemen: het begon met aperitief met warme hapjes, dan volgde Sint-jakobsschelp
gevuld met krab in een kaassaus. Efkens wat bijpraten en dan volgde tomatensoep
met ballekes, tomaten uit den hof, iedereen wilde nog een tweede maal soep. Het
was wijn naar keuze, wit of rood, uit een karaf op voorhand op kamertemperatuur
gebracht. Een sorbet tussendoor smaakt altijd verfrissend, dan kwam het
hoofdgerecht, lamszadel met kroketjes: zelf gemaakte. Met warme groenten,
witlof of worteltjes en erwtjes, voor de kinderen met appelmoes, even rusten en
dan kwam het nagerecht, zeer speciaal. Er waren twee keuzes: pudding met Custard
en Bordelese peren, of crème glacé met warme chocolade.
Een straffe koffie
met een cognac of een praline sloot het geheel af. Ongelooflijk lekker en niet
te evenaren. U vraagt zich misschien af: Wat wilt U daar mee zeggen? Ewel, mijn
vrouw werkte er zeer lang aan, was op die avond steendood en vermoeid, had
bijna niet aan de gesprekken kunnen deelnemen, en bleef achter met een berg
vuile schotels want er bestond nog geen afwasmachine. Het weerzien was goed
gelukt, maar bijpraten? Geen tijd gehad. Vrouwen die koken? Goeie vraag,
koppels die uit eten gaan, de eethuizen zitten vol!
Het is mooi om zien,
een moeder op de fiets en de kinderen ook met een klein fietsje op weg naar
school. Wat doet ze? Ze rijdt in het midden van de baan, haar twee kindjes laat
ze voor zich uitrijden, geen automobilist kan er voorbij. Ze denkt bij zichzelf:
Wacht jullie maar tot ik aan de school ben, ik neem geen risico. Ze beschermd
haar kindjes als een moeder kloek. Vervelend voor de man achter het stuur, maar
ontroerend mooi om te zien, juist zoals in de natuur. Mensen die hun kinderen
naar school brengen met de auto overdrijven toch vind ik, ze willen hun kind
afzetten aan de poort, en werkelijk aan de poort, geen 20 meter verder. Eigenlijk
zou men het rijvak over de speelplaats moeten leggen, dat zou nog makkelijker
zijn.
Ik begrijp het,
ouders zijn bezorgd, maar de auto parkeren een eindje van de school, even
meegaan, kusje geven, nog wat nakijken, dat zou toch ook kunnen. Wat doen ze nu
ze? Stoppen voor de school, gooien alle deuren open, blokkeren gans de straat,
blijven zelf in de auto zitten, roepen de kinderen nog wat na. Allé zeg, dat
doet ge toch niet? Wat me ook ongerust maakt: een moeder met zo een overdekt
hondenkarretje achter zich aan dat ze meetrekt met haar fiets. Ik vind dat zo
onveilig, het kind onder zo een plastiek tentje. Nu wordt elk kind naar school
gebracht, in mijn tijd was dat in kleine groepjes, wat kattenkwaad uithalend, eens
belleke trek doen, al knikkerend voortgaan, vieze mannen bestonden toen niet. Of
toch wel?.
Natuurlijk, het
verkeer is heel druk geworden, niet meer te vergelijken. Men heeft nu kiss and
ride plaatsen, iemand van de school zet de kinderen over straat, ook 30 km/u
beperking, snelheidszones, de kinderen dragen helmen en fluoricerende vestjes.
Allemaal heel veilig en netjes, maar het groepjes vormen is weg. Het zijn
allemaal individuen geworden, elk kind apart. Nu er veel ouders zijn die beiden
voltijds werken om het huis af te betalen, ziet ge soms nogal toestanden. Een
moeder met drie kinderen, een kind op een fietsje dat amper kan rijden, het
tweede kind in een kinderzitje vooraan en een slapende baby achteraan. Onlangs
zag ik een vrouw met een kindje op de fiets, terwijl ze haar kinderwagen met
een baby in, met de hand voorttrok al rijdende, doe het maar na hé! Voorzichtig
zijn!, zei ons Moeder, we woonden 5 kilometer van de school. Ze gaf ons een
kruisteken in plaats van een kiss and ride, was met de benenwagen en we
hebben het overleeft.