Het is toch een bangelijke periode, in een tijd waar overal in de wereld bommen ontploffen. We brachten onze vakantie door in Middelkerke aan zee. Bij een wandeling langs de dijk reed mijn kleinzoon met een gehuurde vreemd soort fiets rond. Heel wendbaar, hij genoot ervan. Op een plaats waar s avonds de muziekevenementen worden gehouden, was nu het terrein voor de kinderen, die er naar hartelust rondtoerden in hun vreemde tuigen. Men heeft vanop de trappen ernaast een mooi overzicht, wat vandaag belangrijk is. Naast mij op het muurtje zat een mevrouw een crème glacé te eten uit een bekertje met een plastiek lepeltje. Een beetje verderop zat een jong koppeltje met een kind, een lopertje zeg maar. Het kind liep rond en kwam voorbij de dame met het ijsje, het kind keek er verlangend naar. De Dame zag het en spontaan bood ze het kind een schepje ijs aan, dat het gretig opslokte en vragend keek voor een 2e schepje, wat ze meteen kreeg en zelfs ook een 3e. De ouders riepen: JULIEKE dat mag niet!, en het kind keerde tevreden terug. De ouders knikten dankbaar naar de dame, zo simpel kan het zijn .xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Bij onze verdere wandeling waren we getuige van een bijna botsing tussen een kind met een fietsje en een volwassen man. De ouders van het kind excuseerden zich en zegden tegen hun kind dat het moest oppassen voor de mensen. Allemaal zo menslievend, want eigenlijk moest die volwassene toch oppassen? Het gebeurde op de dijk, het domein van de kinderen in de zomer. Geen geroep, geen gelijk willen halen, gewoon wat lief zijn voor elkaar, wat begrip tonen, mijn god laat mensen onder elkaar begrijpen dat het anders kan.
We gingen iets drinken langs de dijk met zicht op de zee, er was plaats, maar wel een stoel te weinig. Naast ons was een stoel over, maar daar stonden de tassen op van die mensen ernaast. We moesten het niet vragen, we kregen spontaan die stoel. Toch simpel, zoals het hoort. Bij elkaar allemaal kleine dingen, maar heel menselijk. Het aangename gevoel van iets te kunnen doen voor je medemens, is juist dat tikkeltje wat we allen nodig hebben. Als ge dan overal in de wereld hoort dat mensen zichzelf opblazen, en daarbij een aantal medemensen doden, geven die kleine voorvalletjes toch een goed gevoel. Maar laat ons ermee beginnen want de weg is nog lang vooraleer we zullen begrijpen dat we allen gelijk zijn, en dat het allemaal kan zonder geweld, om iets te bekomen.
NB. De zee en de vakantie doen toch wat aan een mens, vele koppels van rond de vijftig en ouder liepen hand in hand op de dijk verliefd keuvelend, mooi is dat, de kinderen voorzeker bij de grootouders.
Tot gauw rocor
|