Dat dacht ik tenminste, voordat mijn gestel besliste dat ik iets fout had gegeten en alles klakkeloos liet lopen alsof men een waterkraan opendraaide. Had niet gedacht dat ik tegen de vlakte zou gaan, zelfs twee maal na elkaar, plots LICHT UIT, iets meer dan 100 kilo tegen de grond. Ik had geluk, juist op dat ogenblik was de huisdokteres er, om mij te behandelen. Ik ben er haar zeer dankbaar voor, ze belde de ambulance op, die er rap waren, mensen die hun stiel kennen en die me liggend op mijn rug met veel lawaai door het verkeer loodsten. Veel vering zaten er niet onder hun wagen. Iedere naad in de baan voelde ik, de man die bij me bleef praatte constant tegen mij, omdat ik bij de les zou blijven. Hij vroeg zelfs of ik sport deed op weg naar het ziekenhuis, zijn opdracht natuurlijk, mij gerust stellen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Er gaat wat door je hoofd op dat ogenblik, toen de dokter op de spoed wat uitleg vroeg zei ik dat het 70 jaar geleden was dat ik in het gasthuis geweest was, samen met mijn moeder om geboren te worden, de dokter zei dat ik bofte, altijd zo gezond als een vis, en nu deed zo een klein beestje een virusje mijn record om zeep, nu lach ik erom, ik dacht dat ik ging sterven! Mijn vrouw zegt: Nog nooit pijn gehad, nog niets meegemaakt, en maar jammeren! Zij moesten de kinderen kopen, dan pas zouden ze weten wat pijn is, mannen hé! Omdat alle bedden in twee klinieken bezet waren, ongelooflijk toch, moest ik terug op mijn rug in die rammelkar naar een ander kliniek in Temse, om te zien of ze me daar wilden, er was plaats op het intensive. Een soort Fort Knox, niet binnen of buiten zonder toelating.
Men verbond mijn O zo zieke LIJF met 10 kabels zodat men op het scherm kon aflezen wat je hart en bloeddruk deed, ik ben nooit zo op mijn vingers gekeken, zeg maar hart. Het medische personeel verzorgde me heel goed, mijn dank hiervoor. Het is hun baan maar ze deden het met bezorgdheid. Op een nacht zwierf een verpleegster rond, een nachtzuster heet dat, ze had een zaklamp bij om de patiënten niet wakker te maken. Ze had een maskertje op om niemand te besmetten, ik schrok en wilde haar bij de keel grijpen, maar ze had geen zeis bij en ze zegde dat het haar taak was. Ik wenste haar een goede Valentijn, het was 14 februari en weg was ze.
Er zijn aangenamere manieren om valentijn door te brengen dan op je rug met buikkrampen in intensive te liggen, maar ben er gezond ontslagen.
Een dankbare Rocor
|