Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
15-02-2013
East Malling Research en Kleinfruit
East Malling Research en Kleinfruit
Het eerste
kleinfruitras dat op de markt werd gebracht was de zwarte bes Wellington xxx in 1927.
Later volgde nog de
late zwarte bes Malling Jet,hier en
daar nog te vinden.
Interessant waren
de meeldauw resistente kruisbessen Greenfinch
doch vooral de Invicta, een gele bes
nu nog veel gekweekt door bio-telers.
De rode bes Redstart is veel minder bekend. Ik heb
ooit een exemplaar gehad doch vond dit erg zuur en weinig groeikrachtig,
alhoewel gekocht in Engeland, heb ik mij de bedenking gemaakt of ik wel het
echte ras heb gekregen.
De veredeling van virusvrije
frambozen begon al in 1920. Kwamen op de markt: Malling Jewel, Malling Promise en Malling Exploit.
Malling
Delight kwam er in de 50tiger jaren, een erg grote maar zachte
vrucht. In de 70tiger jaren de late, goed smakende Malling Leo. Nog later volgde Octavia,
eveneens een zeer laat ras.
Wellicht het interessantst
was de eerste herfstframboos Autumn
Bliss,(1984) die het bij mij althans nog steeds uitstekend doet.
Ik ben eveneens
tevredenover de rode bessen Redwing en Red poll. De rode kruisbes Pax
was bij mij niet zon succes.Op andere plaatsen hoorde ik er wel lovend over
spreken.
Sinds 1983 was EMR
ook aktief bij het ontwikkelen van aardbeirassen. Ik heb nog het late ras Pandora (1988) gehad. Meer dan 25 rassen
werden ontwikkeld, doch de meesten bleven hier onbekend. Dit jaar komt,
toepasselijk, de Malling Centenary
op de markt.
East Malling ( bij
Maidstone, de hoofdstad van het graafschap Kent in Engeland) is vooral bekend
voor zijn baanbrekend werk betreffende onderstammen voor de fruitteelt.
De wereldwijd meest
gebruikte onderstam voor appels in de beroepsteelt is de M9. Deze onderstam
staat garant voor vroege vruchtbaarheid en een kleine boom, die echter wel moet
gesteund worden.
Later kwam daar de M26 bij
met een iets sterkere groei en een beter wortelgestel. Dit is een veel
gebruikte onderstam voor bomen voor de liefhebber.
In de beroepsteelt, op
goede gronden, wordt nu ook de M27 veel gebruikt omdat deze nog kleiner blijft
dan de M9.
Later heeft men de
bloedluisvrije onderstammen MM ontwikkeld door het inkruisen van de Merton
onderstam. Veel gebruikt is de MM106, die een nog iets grotere boom geeft dan
de M26. Nog iets sterker is de MM111, die men gebruikt om er de zwakst
groeiende rassen op te enten.
In de jaren 1930 kwamen er
de kwee onderstammen voor peer:Kwee A en de
zwakkere Kwee C, de meest gebruikte in de beroepsteelt.
Voor pruimen kwamener de selectiesMyrobolaanB, Bropmton en vooral de meest
gebruikte Saint JulienA. MyrobolaanB en Brompton zijn enkel geschikt voor
hoogstammen. In de beroepsteelt wordt de Saint JulienA nu meer en meer verlaten
voor nieuwere rassen omdat de groeikracht nog te sterk is.
Dit is nog meer het geval
met de onderstam Colt voor kersen, die compleet vervangen werd door vooral
de Gisela5 onderstam.
Te Zandhoven voor
de OKRAacademie Voorkempen kwan Erwin Joos, de conservator van het Eugeen Van
Mieghem-museum, Ernest Van Dijckkaai, 9 (tegenover Het Steen) te Antwerpen, spreken.
Thema: Eugeen Van
Mieghem en de Red Star Line.
Deze scheepslijn
bracht 2,6 miljoen emigranten naar Amerika, waaronder een groot aantal Joden
uit Oost-Europa.
Van Mieghem
portretteerde en schilderde op pakkende wijze een groot aantal van deze,
meestal zeer arme mensen.Meermalenmoet
men aan Käthe Kollwitz denken.
De spreker wees er
op dat steeds mensen aanwezig zijn op al zijn werken die een zeer divers beeld
schetsen van de toenmalige wereldhaven. De herberg van zijn ouders stond op de
hoek van de Montevideostraat naast de gebouwen van de Red Star Line.
Deze gebouwen
worden omgebouwd tot museum dat zijn deuren zal openen in September.
Op de blog van
22/06/2009 kunt u zien hoe de gebouwen er toen uitzagen! (zoeken:Antwerpen-noord
blijkt niet meer te werken.)
Vanmorgen hoorde ik
gerucht in de veranda. Het bleek uit de schoorsteen te komen. Hoorde iets als een
vleugelslag.
De buis eruit
getrokken. Toen ik daarna in de veranda kwam zat er een uil tegen het raam.
s Middags wou ik
een foto nemen en hem daarna loslaten. Nu zaten er al 2 uilen.
Door het forse
formaat zag je dat het bosuilen waren. Steenuilen zijn een stuk kleiner en
grijzer en hebben daarenboven gele ogen, in tegenstelling met de zwarte ogen
van de bosuil.
Het is al een hele
tijd dat ik de heldere, weemoedige, melodieuze"hoe-hoe-hoe-hoe" en de kortere "oe-oe-oe-oe" roep niet meer gehoord heb. Iets
meer in de voorjaarsnachten- het kan nog vriezen- zijn roep meermalen gehoord.
Telkenjare broedt
hij iets verder in het Zoerselbos.
Fotos
De hoge
schoorsteenpijp. Jaren geleden bij het kuisen van de schoorsteen heb ik de
resten van een holenduif gevonden.
Tot een week
geleden zag het er nog naar uit dat het een zachte winter kon worden. Men
voorspelde wel wat vorst tegen het weekend en een dag erna sneeuw.
Tot een 10tal dagen
geleden liep de temperatuur soms nog op tot + 12°. Dan begint er weer leven te
komen in sommige planten en worden ze kwetsbaar voor latere vorst.
Vorig jaar kwam die
er pas begin februari. Gevolg mijn braambozen -half braam, half framboos -(alhoewel
frambozen niet bevriezen) en wilde bramen totaal bevroren. Het vroor tot min 14°
De stekelloze cultuurbramen
kwamen er een stuk beter van af. Ik heb lange tijd gedacht dat deze meer
vatbaar waren voor strenge vorst dan onze wilde bramen; niet dus.
De Thornless
Evergreen, de braam die vroeger in de meeste tuinen te vinden was, de ongestekelde
braam met de peterseliebladeren liep
geen schade op. Die staat hier al bijna 50 jaar en ik herinner mij dat die
slechts eenmaal bevroren was, halverwege de tachtigerjaren.
Gisterenmorgen
(16/1) was het hier -10° (Open hemel). (Men had tot -7 voorspeld in de Ardennen).
Vanmorgen -6° (betrokken). Wind is er tot nog toe niet geweest, want dan is het
vriesdrogend effect op de vatbare stengels nog sterker.
De komende dagen
verwacht men iets minder strenge vorst, maar eind volgende week kan het weer
menens worden.
In 1997 hebben wij een reis gemaakt in Mexico. Familieleden die er heen gaan vroegen naar onze bevindingen. Met veel plezier heb ik die heropgediept. Wellicht kan het de bloglezers ook interesseren.
VIVAMEXICO
Mexico is een van die landen waarvan men droomt er
eens te geraken. De gelegenheid kwam echter onverwacht! Begin april 97
adverteert de nieuwe luchtvaartmaatschappij Citybird:voor 10 000 fr (heen en terug) naar de
Verenigde staten of naar Mexico (en dit voor half juni). Direct mijn agenda
consulteren en zien wanneer we zonder al te veel problemen wegkunnen.Een citytrip van een week naar Mexico-stad
geboekt; maar een dochter -wereldreizigster vindt dat we er twee weken moeten
van maken, ondanks enkele verplichtingenen de volle zaaitijd in de tuin.Alles nog eens overwogen, een paar afspraken afgezegd en voor twee weken
ingeschreven. Voor de wijziging per ticket 1500 fr
betaald.
Ik volg al twee jaar Spaans, zodat ik al iets van het
Spaans versta. En in Latijns America spreekt men trager en duidelijker had
men mij verzekerd. Later zal blijken dat dat beetje Spaans zeer goed van pas
zal komen, want met Engels alleen zou het problematisch geweest zijn.
Gewapend met een degelijkreishandboek kan men goed zijn plan trekken.
Daar ik het Mexico reisboek uit de reeks van de Lonely
Planet niet vond, schafte ik als alternatiefhet 'Mexico Handbook' van J. Cummings & C. Mallan aan, first edition
april 1996, 1457 p.us $ 21.95;(rond de 800 fr in FNAC).Moon publications USA.
De algemene en historische informatie is zeer
degelijk. Op de eerste plaats kwam voor ons de praktische informatie
betreffende vervoer en accomodate met telkens streek - en stadsplannen.
Een klasgenoot was behulpzaam met een ruw reisplan:
enkele dagen Mexico-stad en omgeving en dan verder reizen met verschillende
haltes naar de streek van Merida in Yucatan, het Mexicaans schiereiland.
De avond voor het vertrek nog de laatste
opleidingsavond van de Zoerselse Compostmeesters gevolgd. Veel kleren moeten we
niet inpakken want we gaan een vervroegde zomer te gemoet!
Do 17/4. Om 16 u vliegen we boven Mechelen, over Temse
en even later bereiken we de zee aan de monding van de Westerschelde, dwarsen
de Noordzee en Engeland-Schotland, opzij van Ijsland naar de oostkust van
Canada. En dan over de grote meren, over Kansas, het middelpunt van de States,
via Texas Mexico binnen. De zon gaat maar niet onder en om toch iets te kunnen
dutten, voorziet men in ooglapjes. Het wordt donker als we iets na 20 u
landen.(In België 3 u s nachts; 7 u
tijdsverschil). Een muffe walm komt ons te gemoet. De directe kennismaking met
de vervuilde lucht boven de stad, die in een kom met bergen rondom ligt.
De regen van de volgende dag zal daar veel verbetering
in brengen. Tijdens de droge wintermaandenmoet het veel erger zijn.
Daar we echt zelf ons plan willen trekken, gaan we met
onze valiezen tot in de metro, kopen een kaartje (ongeveer 2 fr). Best koop je
er meerdere ineens, want de rijen aanschuivenden aan de kassas kunnen zeer
lang zijn. Ik kijk rond voor een plannetje van de metro, maar er is niets te
vinden!
Met het plan in ons handboek dan maar verder. Wij zijn
gewoon dat we het ticket terugkrijgen. Daar steek je het gewoon in het gleufje
en het verdwijnt. Als je wil kan je de ganse dag over het uitgestrekte net en
een 8 tal lijnen op en af reizen.Dit is
wat een aantal verkopers, muzikanten en bedelaars doen.De volgende dagen hebben wedikwijls gebruik gemaakt van de uitstekende,
zeer frekwente en op rubberbanden zeer zacht rijdende metro. In elk station
vind je wel een paneel, maar nergens, ook niet in de informatiekantoren heeft
men plannetjes van het metronet. Eenmaal tijdens de spitsuren maakten we het
mee dat we beiden gescheiden werden. Mannen en vrouwen moeten dan in
afzonderlijke wagons. Terwijl we nog aan het afspreken waren, kwam al de
volgende trein en een wachter deed teken dat ik mee mocht instappen bij de
vrouwen, blijkbaar als ongevaarlijk individu!
Niet ver van de Zocalo , het centrale plein, met de
gestutte kathedraal gaan we naar hotelIsabel, ons aangeraden en ook als eerste vermeld in onze reisgids.Een oud herenhuis met hoge plafonds. De kamer
met douche en wc , tv en zelfs een safe kost 110 $ Mexicaanse dollar (ongeveer
700 fr).Tot laat in de nacht worden we
vergast met muziekvan een bar in de
omgeving. Het bed is degelijk.
Vrijd. 18 april,dan is er de wekelijkse immense markt in Toluca,
een 70 tal km ten westen van Mexico. We nemen de metrolijn tot de Oservatorio
terminus danin het aanpalendegrote busstationde bus naar Toluca.Op het einde wordthet lang aanschuiven en praktisch alle
passagiers stappen uit om te voet verder te gaan.Vruchten en groenten in overvloed op de markt
en nog heel veel andere zaken, maar typische zaken zien we haast niet;
blijkbaar moesten we nog op andere plaatsen zijn. Even moeten we schuilen voor
een plensbui. We nemen de stadsbus en wandelen door het historische
stadscentrum.De toeristeninfo kunnen we
maar niet vinden.We genieten van
eenexotische plantentuin in een
vroegere overdekte markt. De grote ramen bevatten glasramen in schitterende
kleuren, echte moderne kunstwerken. Spijtig is er geen tijd meer om naar een 2
km verder gelegen interessante abdij te gaan.
s Avonds terug
in Mexico wandelen we naar het Garibaldiplein met zijn muzikantengoepjes, de
mariachis. Tegen betaling zingen en spelen ze populaire muziek.We lieten ons in een van de aanpalende
gelegenheden lokken. Geen inkomgeld, zeer knappe optredens, prijzige
consumpties, zeker als je niet vooraf naar de prijzen geinformeerd hebt.
De
zaterdagvoormiddag besteden we aan het mooist ontworpen museum dat ik ooit zag:
het anthropologisch museum.s
Namiddagrijden we naarXochimilco(20 km van het centrum), met restanten van het vroegere veel
uitgestrektere kanalennet. Het oude Mexico was immers een soort Venetië. Nu is
dat restgebied een toeristisch spektakelmet zijn vele tientallen zeer kleurige, soms vrij grote boten met
uitgelaten mensen. De boten worden net als in Venetië met een lange stok
voortgeduwd.
Vandaag zondag
(meegenomen is dat je op zondag geen entree betaalt) staat Teotihuacanop het programma, gebouwd van 600 voor Chr. tot150 na Chr., ooit een stadsstaat van 200 000
inwoners.Zon machtige cultuur , in
een tijd dat onze verre voorvaderennog
moesten geciviliseerd worden. Men bezoekthet indrukwekkende cultuscentrum. Een vier kilometer lange as, de
dodenlaangenoemd, met aanliggend
vierkante pleinen en symmetrische bouwwerken. Het meest ontzagwekkend is de
piramide van de zon, 220op 225 m en 70
m hoog met vele hoge en ongelijke treden.
Het beklimmen
was minder moeilijk dan gedacht. We ondervinden weinig last van de
hoogteligging , 2300 m.Natuurlijk
wandelen we verder tot het noordeinde van de avenida de los muertosen beklimmen we de minder hogepiramidevan de maan.Indrukwekkendoverzicht.
Overal wordt je
aangeklampt door verkopers met allerhande spullen: stenen fluitjes in vele
vormen, armbanden, sieraden, T shirts, allerhande stenen en beeldhouwwerken
enz.Het wordt een spel van afdingen en
onderhandelen.
Ma. 21/4.We nemen de ADO-bus (het eerste klas busnet
voor de lange verplaatsingen) naar Oaxaca.
Een rit van 6
uur. Een hele tijd kunnen we in de verte de met sneeuw bedekte vulkanen
Popocatepetl, (5.452 m) en de Ixtaccihuatl(4.330 m) bewonderen. Trouwens
veertien dagen later zou de eerst genoemde nog eens uitbarsten en Mexicostadverduisteren.
Oaxaca is the blue-blood of colonial
cities. It has blended elegant Spanish with the rich culture of the ancient
indigenous people. typeertons
reisboek.
We logeren in
het budgethotel Aurora, tegen het centrum gelegen(60 $ ) Gemeenschappelijk sanitair.
Di. 22/4. We
bezoekenMonte Alban , 10 km buiten de
stad.Gebouwd door de Zapoteken(400-300 voor chr.) en daarna nog
verschillende keren herbouwd.Machtige
ligging. Men heeft er een bergtop voor afgegraven!
Terug in de
stad eten we lekker in een vegetarisch restaurantje.We zien een gelegenheid om een E-mail naar
huis te sturen ( 10 $ = 60 fr) . We wandelen tot de prachtige barokke Santo
Domingo kerk.
Ernaast ligt
het Regionaal Museum. Met de verbouwingswerken is enkel de schat uit graf7 van Monte Alban te bezoeken.In 1932 vond men er 500 juwelen in goud,
amber, turkoois en zilver, en speciale schelpen.Meermalen moest ik aan Toet anchamon denken.
In de stad troepen de boeren samen voor het parlementsgebouw en hebben
spandoeken bij om te betogen.
Woensdagavond
om 21 u vertrekken we met de nachtbus naar Villahermosa.We hadden al vroeg de plaatsen 3 en 4 op de
eerst rij vooraan gereserveerd.Dit
zoudenvoor de rest van de reis onze
voorkeurplaatsen worden , omdat je dan het beste uitzicht hebt.
s Nachts komen
de ooglapjes uit het vliegtuig goed van pas. Je slaapt in stukjes, maar voor
mij is dat voldoende. Wat mij het meest opviel zijn de drempels wanneer de
hoofdweg in een dorpscentrum komt.
Men beperkt
zich tot een richel in de weg , maar een zeer efficiënte.Alle verkeer rijdt er stapvoets over!Vergelijk onze dure aangelegenheden, waar men
soms over vliegt!
We komen in de
vroegte aan in Villahermosa. We
reserveren direct zetel 3 en 4 voor de namiddagrit naar Palenque. In de gids
heb ik gezien dat er een openlucht park-museum is (La Venta) met 5
Olmeken-reuzenhoofden. We gaan 2 uur op stap met een Franssprekende gids, die
zowel oog heeft voor natuur als voor historie.Intussen wordt het tropisch warm.Op ons kronkelend pad zien we de basaltkoppen, meer dan 2 m hoog ,
waarvan de zwaarste 25 ton weegt.De
rugzijde is effen.Wellicht werden die
koppen via vlotten vele tientallen kilometers ver gesleept.Wielen kende die beschaving, die al verdween
300 voor chr., niet. Er is ook een interessante kleine zoo en vogelpark.
Naar Palenque is hetnog een goede drie uurmet de bus. We vragen de taxi man te stoppen
voor 2 uitgezochte hotels.VacaVieja biedt het nodige comfort voor een zeer
lage prijs (70 $). We verkiezen een plafondventilator boven een luidruchtige
airconditioning. Ik heb nog niet vermeld dat we in het laagseizoen reizen. De
prijzen liggen lager en overal is er plaats te over.
De Maya- bouwwerken
hier daterenvan 500 tot 700 na Chr. en
werden van onder de oerwoud-begroeiing vandaan gekapt. Voor de ingang hebben de
Chiapasindianen -(twee jaar terug
haalde hun opstand tegen het centrale bestuur ook hier de pers ) -hun eigen verkoop hutmet sets van hun verschillende bogen in
verkorte lengtes of als je wil ook echte bogen. In het park mag men niet
verkopen .We beklimmende24 m hoge tempelpiramide van de inscripties
en dalen dan in het binnenste via vele moeilijke treden weer 26 m aftot het in 1952 ontdekte graf van koning
Pacal. We zijn er alleen met een Canadees koppel.Binnen is het heerlijk koel, buiten tropisch
warm.Er is ook nog het indrukwekkende
paleisen nog meerdere tempels.Via de andere uitgang van de site daal je af
tot een riviertje met watervallen en bekkens waarin men heerlijk kan zwemmen.
We volgden het voorbeeld van enkele indianen-jongens.
In de omgeving
van Palenque was nog veel meer te zien. Hier hadden we nog enkele dagen meer
willen blijven, ondankshet tropisch
klimaat.s Avonds in het hotel heb ik
nog een interessante babbel met een viertal Oostenrijkse jongeren.
Zat. 26/4Om 8 u zitten we opnieuw vooraan in de ADO
lange afstand bus voor de dagreis naar Merida.
We opteren voor hotel Dolores Alba, met zwembad.($ 140)
Zo. staatChichen
Itza op het programma, weer een hele brokMaya cultuur(120 km van Merida).Om alles te
zien zou je wel twee dagen moeten uittrekken.Op mij maakt het reuze balspelveld, 135 op 65 m, aan drie kanten
omsloten door 8 meter hoge muren, het meest indruk. Een gids demonstreert de 7
voudige echo.Het spel werd gespeeld
door de priesters, die met hun lichaam, zonder het gebruik van handen of voeten
een zware rubberbal door een verticale ring op een5 tal meter hoogte moesten krijgen.Als beloning wordt de overwinnaar geofferd
aan de goden, door onthoofding.Een vrij
goed bewaard bas-reliëflaat dit
duidelijk zien.Het is een flink eind
wandelentotde heilige cenoteof bron:een cilindrische put van 20 m diameter met steile wandenen de waterspiegel op 20 m diepte. Hierin
bracht men mensenoffers om regen af te smeken.
Verder is er de
tempel van de krijgers, met ernaast de tempel met de 1 000 kolommen. Verder het
observatorium gebouw en nog vele andere.Hier en daar zie je leguanen, tot ongeveer 40 cm lange reuzenhagedissen.
Het is begrijpelijk dat de Unesco deze site uitriep tot Heritageof Humanity.
s Anderendaagsbezochten we Uxmal
(80 km van Merida), kleiner maar met heel fijne Maya cultuur. Hier nodigde de
zeer steile tempelpiramide uit tot beklimming. Verderhet mooi versierde paleis, met een prachtig
gedecoreerde 100 m lange en 8 m hoge façade. Ernaast bevindt zich de 30 m hoge
grote piramide. Ons bekoorde vooralookhet nonnenklooster : een
binnenplein van 60 op 45 m, rondom afgezet met gebouwen met veel kamers.
Vandaar de vergelijking met een klooster.
Voor onze
laatste dag hadden we de toeristische trip naar de lagunekust met de
flamingosgeboekt. Onderweg met vijf
passagiers, gids en chauffeur in een versleten klein busje kregen we panne,
gelukkig net in een dorpje. We stonden bij de plaatselijke bakkerij van de tortillas.
Tortillas zijn de broodpannenkoeken die algemeen gebruikt worden met velerlei
vullingenof ook als brood gegeten
worden bij andere gerechten. Men gebruikt mais -en of tarwemeel. De vrouwen van
het dorp komen ze er aanschaffen. Met de lijnbus konden we onze reis verder
zettentot de aanlegsteiger waar we
overstapten in een motorboot.In een
wijde boog ging het rond de sierlijke flamingos met een paar haltes om de
vogels te bekijken. Dan werd er nog door het mangrove-struikgewas gevaren, dat
op vele takwortels in het zeewater staat.Op een beschutte plek was een Pools gezelschap aan t zwemmen. Aleide
volgde hun voorbeeld, terwijl ik een babbeltje sloeg in het Nederlands met een
dame die een tijdje in Nederland gewoond had.
s Avonds
vertrokken we voor de 20 uren terugrit van Merida naar Mexicostad. We zaten
weer op onze vertrouwde plaatsen. We betaalden 350 Mex. Dollar voor een
plaats(ongeveer 1700 fr).(Tijdelijk een
gunsttarief). Een vliegreis was bijna vier maal duurder.In de wachtzaal was Aleide mij aan het
tekenen en dit bracht ons in gesprek met een Mexicaans koppel. Ondanks onze
taalbeperktheid toch een goed gevoel. Ook slapen op een bus word je gewoon.
Tegen de middag
boekten we weer in hotelIsabel.Na een goede siësta trokken we nog eens de
stad in voor een flinke wandeling over de Zocalo naar Garibaldi. We lieten een
groep Mariachis voor ons een autentieke bamba zingen en spelen.
Do. 1/5 Onze
laatste dag in Mexico gaan we nog eens naar het archeologisch museum en vandaar
naar het kasteel in het Chapultepecpark om de beroemde muurschilderijente bewonderen.
Van de
namiddagplannen om met de metro nog andere delen van de stad te bezoeken
kwamminder in huis omdat we onze bagage
op de vlieghaven niet kwijt geraakten tot we eindelijkde enige beperkte bewaarplaats vonden.
Ons vliegtuig
vertrok tegen middernacht voor de vlucht van een uur naar Puerto Vallartavoor de tussenlanding. Daarna ging het met
een volledig bezet vliegtuig rechtstreeks naar Brussel waar we om 19 u landden.
Hij gebruikte zijn
methode met succes voor appelen, pruimen en peren en stoelt op een 20jarige
ervaring.
Hij werkt volgens
het vaassysteem, maar op zijn manier. Het eerste jaar wordt er zeer sterk
teruggesnoeid.
Als men op de
kwekerij een exemplaar kiest met goede beworteling en 4-6 takken, vertrekt men
met voorsprong.
Het is de normale
praktijk de takken van de aangekochte boompjes het eerste jaar sterk terug te
snoeien. Doch veel liefhebbers schrikken terug om zo fel te snoeien en korten
enkel het uiteinde van elke tak 10-20 cm in. (Zo deed ik het ook!).
Topsnoeien is
echter verwerpelijk - welke snoeiwijze men ook hanteert - omdat de boom reageert met langgerekte, slungelige
en opgerichte groeiwijze.
Gekochte boompjes
tellen gewoonlijk 3 tot 5 reeds gevormde takken. Doch de takken in het hart (centrum)
van de boom moeten er zonder pardon uit,
want anders worden deze te dominant.
Al de andere takken
worden teruggesnoeid op 5-6 ogen. De hoogste twee moeten echter naar de
buitenkant groeien. Knoppen aan de binnenkant, die anders naar het centrum
groeien dienen met een scherp mes verwijderd te worden.
Meestal snoeit men
enkel in de winter en dan zijn er vier jaar nodig om het beoogde aantal takken
in dit nieuwe systeem te bereiken.
Past men evenwel
zomersnoei toe wanneer de nieuwe scheuten op de geknotte takken 10-20 cm lang
zijn, dan krijgt men een verdubbeling van elke tak. Al wat vereist is, is de
scheuten even hoog af te knippen en op de basistak 4-5 bladeren te laten staan.
Dit dwingt deze tak om op zijn minst 2 nieuwe takken te vormen. Bij zeer
groeikrachtige rassen kan men deze behandeling zelfs nog eens toepassen en
bekomt men al een verdrievoudiging van de takken in één groeiseizoen.
Resultaat: een
enkel in de winter gesnoeid jong boompje met 4 takken heeft tegen de volgende
winter wellicht 8 takken. Waar zomersnoei is toegepast heeft men er al 16. Met
een tweede zomersnoei geraakt men reeds aan 32 takken.
Boompjes die men
aldus behandelt moeten steeds voorzien zijn van het nodige vocht en een goede
bemesting, (liefst elke maand een klein beetje).
Van een boompje met
16 takken, dat in de zomer eenmaal gezomersnoeid werd, kort men elke tak
opnieuw in tot op 4-5 knoppen. Het volgende seizoen komt er een verdubbeling
van de takken tot een 30tal.
Verdere zomersnoei
op een boompje met dit aantal takken is niet meer nodig. Men laat ze gewoon
doorgroeien.
De volgende winter
zal deze boom, in vaasvorm, ongeveer 30 sterke takken tellen, gelijk verdeeld
rond de kroon.
Deze takken bereiken
een lengte van 2 m en veel meer.
Het
is belangrijk in dit stadium nog niet te snoeien aan deze takken; behalve
het verwijderen van een kruisende tak, van dood hout, een kankertak en de
waterscheuten in het hart van de boom. (Deze had men al kunnen wegtrekken in
een jong stadium tijdens de zomer).
Men blijft van de
takken af en verbijt de neiging om de extra lange, slungelige, vele meterslange
takken in te knippen.
Deze ongesnoeide
takken zullen over de ganse lengte korte scheuten en vruchttakjes vormen.
Knipt men een
dergelijke tak toch in, dan komt er een vegetatieve groeischeut en vormt er
zich haast geen vruchthout, zelfs al knipt men slechts 1 à 2 cm weg. Gevolg:
een dergelijke tak groeit wel sterk, maar vertoont lange, kale plekken zonder
of bijna geen zijhout.
Maak u niet druk om
kruisende en krom groeiende takken. Laat ze ongemoeid zodat ze kunnen
vruchtzetten. In een later stadium kan je nog altijd inkorten als dit
noodzakelijk is.
Afblijven van korte
takjes om deze te laten uitgroeien tot vruchthout. Zelfs bij gevorkte eindtakken
hoeft er niet per se een weggenomen te worden, maar het kan.
Een op deze manier
gegroeide tak is bezet met vele korte takjesmet bussels bladeren, maar laat ruimte voor veel zonneschijn tot in de
basis van de boom, zodat ook daar de (zij)takken en vruchten het goed doen en
niet afsterven door gebrek aan licht.
Een gevolg is ook
dat zich al het eerste jaar vruchttakjes ontwikkelen op de niet gesnoeide tak
en de boom- afhankelijk van het ras- al onmiddellijk begint met vruchtdracht.
Het tweede jaar van
niet-snoei is het jaar van de vormgeving van de boom.
De dunne, slanke,
jonge takken, beladen met vruchten, buigen door onder het gewicht. De boom met
zijn hangende takken blijft kleiner en de takken zijn beter bereikbaar.
Een tak die
gedurende 9 maand neerhangt behoudt die stand.
Het kan zelfs nodig
zijn zwaar beladen takken te stutten tegen afbreken. Vruchtdunning kan helpen
tegen overgewicht, maar is meestal niet nodig.
Te stijl groeiende
takken kan je verzwaren met gewichten of naar omlaag binden.
Als de boom na twee
niet-snoei jaren op deze manier gevormd is, zijn er maar weinig verdere ingrepen
nodig: wegknippen van een gebroken tak, wat uitdunnen van teveel vruchttakjes,
wegnemen van een tak die er teveel is
Aldus is er nog
heel weinig snoei nodig.
Ongeveer om de vijf
jaar zal het nodig zijn zijtakken wat in te korten en gans de boom wat uit te
dunnen.
Een van de doelen
van dit nieuw snoeisysteem is de boom zo vroeg mogelijk vrucht te laten dragen.
Aldus bekomt men een minder hoge boom. De boom bereikt vlugger de rijpheidsfase.
Vruchtzetting
vereist voeding en limiteert aldus de groei van takken en waterscheuten.
Met deze methode
bekomt men zijdelingse, in plaats van opwaartse groei. Men kan makkelijker
oogsten vanaf de grond.
Ook de
beurtjaargevoeligheid vermindert.
Er is veel minder
onderhoud nodig.
Licht bereikt alle
delen van de boom tot in de broek.
Dit systeem is ook
gemakkelijk toepasbaar voor boompjes in potgroei.
Alhoewel deze
methode best start met jonge boompjes om deze een goede vorm te geven, kan men deze
nieuwe methode ook toepassen op oudere exemplaren die al gekweekt werden in
vaasvorm. Dit is al lang mijn preferente boomvorm.
Ik hoop dat ik nu
beter weet hoe te snoeien.
Men is nooit te oud
om te leren, wel wetende dat de theorie gemakkelijker is dan de praktijk. Ik
heb er zin in op mijn toch wat oudere dag!
Wij voelen ons nog
steeds zeer gelukkig met het Nieuwjaarsfeest.
Alle veertien
kleinkinderen waren er: Jochen, Michiel, Jonas, Keda, Robin, Kaël, Yamsi, Nico,
Pieter, Silke, Jasmien, Sarah, Isis en Jonathan. Alle kinderen: Peter, Leen,
Veerle, Mieke en Tinneke. Veerle en Rene waren er met Robin, Pieter, Silke en
Sarah. Ze wonen nu in Noord-Vancouver in British Columbia, Canada. Katrien, de
partner van Peter met Tenzin. 3 van de 4 schoonzoons: Rene, Filip en Werner. Enkel
schoonzoon Aminou is momenteel nog in Kameroen. Plus Noëlla, het metekind van
Leen, ingenieursstudente in Louvain La-Neuve en een paar lieven van de kleinkinderen.
Het was een tijdje
geleden dat ze hier allemaal waren.
De foto besloot de
avond.
De wandelclub de
Natuurvrienden hadden op hetzelfde moment hun driekoningentocht. Eén van de
controlepunten was in onze schuur. De wandelaars werden er verwelkomd op muziek
( de doedelzakspeler is van ons dorp) en iets hartigs.
Vorige maand werd
de rode peer Regal Red gelanceerd.Regal Red is een
rode mutant van Doyenne du Comice. Het uiterlijk van de peer is wijnrood en de
smaak is dezelfde als de Comice. De combinatie van smaak en de opvallende rode
kleur zijn de troeven van Regal. De peer is zon 8 tot 10 jaar geleden bij
toeval ontdekt en geteeld door boomkwekerij Nicolaï. Eind 2012 werd Regal Red
voor het eerst gecommercialiseerd. Deze peer is weer een clubras.
De bomen worden exclusief op de
markt gezet in samenwerking met Boomkwekerij René Nicolaï. De commercialisatie
zal exclusief plaatsvinden via D&G Fruit en LTV (De Limburgse
Tuinbouwveiling, Herk-de-Stad), waarbij nauw zal worden samengewerkt. Deze
winter worden er 20.000 bomen bijgeplant. Over een paar jaar mikt men al op een
jaarlijkse productie van 2 miljoen kilo.
De vorige rode peer Sweet Sensation, van Nederlandse
origine, wordt ook in clubverband voorbehouden voor de leden-kwekers.BFV (Belgische
Fruit Veiling) heeft sinds 2006 de rechten voor België op deze peer.
Op dit moment hebben we 230.000 sweet sensation bomen, daar komen dus 120.000
boompjes bij, die deze winter geplant worden, zegt Filip Lowette. Sweet
sensation is interessant voor een boer omdat die zon 15 dagen na de Conference
rijp is. Dat betekent dus dat hij zijn plukkers kan laten doorwerken in
afwachting van de Jonagold. Daarnaast zijn Delhaize en Colruyt geïnteresseerd
in deze peer. Sweet sensation is de enige peer die rood is. Het is een broertje
van de Doyenné du comice, maar net door die rode kleur heeft deze peer de helft
meer antioxidanten (stof die kankerverwekkers kan uitschakelen).
Commentaar: er komt dus concurrentie
bij de rode peren. Het zal nog een tijd
duren vooraleer liefhebbers die ook kunnen telen. En of het op natuurlijke
manier kan? Zelf heb ik een tiental jaar 2 Doyené du Comice gehad, maar ze
deden het totaal niet in mijn zandgrond en waren erg aangetast door takschurft.
Misschien op goede fruitgronden?
met als gids de bekende ATV-weerbericht-journalist Marc Van den Broeck.
Alfacam, gevestigd te Lint, is sinds lang bekend als een innovatieve
onderneming wat betreft het TV-gebeuren. Momenteel zit men in slechte
financiële papieren maar vanuit Indië daagt hulp op.
Alfacam beschikt enerzijds over een vloot TV-captatiewagens en verder
een 15 tal studios, waaronder de grootste studio van België met een groot zwembad.
In de onderhoudshal, waar we de rondleiding beginnen, staan twee wagens
voor onderhoud. De ene is een omgebouwde bus. De andere een grote vrachtwagen.
Bij beiden kunnen er ganse wandstukken naar buiten geschoven worden voor meer
bewegingsruimte binnen.De grote wagen
kan de opnames van een 15 tal cameras aan. Deze grote TV-captatiewagens werden
gebruikt voor de TV-uitzendingen van bv. de Olympische spelen in Peking en het
WK-voetbal in Zuid-Afrika.
In de onderhoudshallen:hightechapparaten en kilometers kabels in specifieke kleuren.
De rondleiding, die anderhalf uur duurt, is op zijn minst spectaculair.
We beëindigen met bezoek aan een aantal studios, grote en kleine.
Weerman Marc Van den Broeck vertelde over de opname van het
weerbericht. De achtergrond is in het groen. Bij het mixen schuift men er
fotos en weerkaarten voor als achtergrond.Kwestie is om op het gevoel de juiste aanwijzingen te geven terwijl men
buiten beeld de teksten leest.
Het Inagro, afdeling
Biologische productie, is sinds 1998
actief in praktijkgericht onderzoek en voorlichting omtrent de biologische
teeltmethode, onder leiding van Ir Lieven DELANOTE en ir. Femke TEMMERMAN. ( Voor onderzoek en voorlichting heeft de
provincie Vlaams Brabant het Biologisch werkend Proefcentrum aardbeien en Houtig Kleinfruit te Roosdaal-Pamel opgericht.)
Besluit
Vooral de late
plantdatum heeft het seizoen 2012 getekend. Voorkiemen in voorkiemzakken bleek
een goede strategie om de poters in goede conditie te houden. De vroege en
hevige plaagaantasting begin juli zorgde voor een stevige selectie. Niettemin
lijken er naast Sarpo Mira ook
enkele beloftevolle nieuwe selecties aan te komen.
Rasbeschrijving
Voor de rassen met
een intermediaire tot sterke plaagresistentie, kunnen we volgende ervaringen
meegeven op basis van de voorgaande jaren:
Biogold (meerdere
jaren in proef) is een vroegrijp ras met een vrij goede plaagtolerantie en een
goede culinaire kwaliteit. De knollen koken licht bloemig en zijn
frietgeschikt. In jaren met hoge plaagdruk toont Biogold zich bedrijfszeker. In
droge jaren, zoals dit in 2010 en 2011 het geval was, blijft de pro-ductie
evenwel achter. Biogold heeft ook een hoge stikstofbehoefte.
Carolus (2011)
is een middellaat ras met een goede plaagtolerantie en een hoog
opbrengstpotentieel. De knollen zijn rondovaal met een goed uitzicht.
Kenmerkend zijn de licht rode ogen. Carolus kookt zeer bloemig. Het uitzicht en
de smaak vielen tegen bij de kookproef in 2011. De frietbakindex was goed.
Sarpo Mira (meerdere
jaren in proef) is een laatrijpe, robuuste en plaagresistente aardappel. Het gewas
start traag op, maar groeit daarna lang en fors door. Hierdoor is een hoge
opbrengst mogelijk. De presentatie van de licht rode knollen is eerder matig.
Sarpo Mira is witvlezig en kookt bloemig. De smaak is doorgaans voldoende.
Sarpo Mira is ook frietgeschikt.
Toluca is
een middellaat ras met een goede plaagtolerantie en heeft een hoog
opbrengstpotentieel. Vroegtijdig loofdoden is nodig opdat de knollen als
tafelaardappel in de maat zouden blijven. De rondovale knollen presenteren
eerder matig. Toluca kookt vast tot licht bloemig en is aanvaardbaar qua smaak.
Toluca is niet frietgeschikt.
Zelf heb ik dit jaar terug
aardappelen geplant en geoogst. Sarpo Mira
terug een groot succes, grote opbrengst en geen aantasting, Bionika iets mindere opbrengst en
lichtjes aangetast in het loof, Skagit
valley gold, een lekkere gele aardappel met matige opbrengst en nauwelijks
aantasting in het loof...
Vooral Sarpo Mira mag gerust in de
kijker gaan staan, één van de rassen die men in het proefproject in Wetteren,
niet meer opgenomen heeft in het 2° jaar bij de aangeplante rassen.
Hij kwam blijkbaar te goed uit de
proef, te resistent, en dit zou het succesverhaal van GGO aardappelen maar in
de weg groeien...
Johan
Klopt
helemaal en ik ga nog een stapje verde, door jaren na elkaar groencompost te
gebruiken en het stikstofgehalte laag te houden krijg je een optimale
roodverkleuring en appels die bijzonder smaakvol zijn en met een zeer hoog ds
gehalte,!!!
"Een appel uit Limburg is tot twintig procent gezonder
dan een uit West-Vlaanderen"
Dat zegt onafhankelijk landbouwexpert Luc Busschaert die twaalf
appelrassen liet onderzoeken.
Oorspronkelijk wou Busschaert onderzoeken of er een
verschil is tussen groene en rode appelen. wat wel degelijk het geval is,
zegt hij. Bij zes verschillende kwekers uit heel Vlaanderen haalde ik appelen
op voor analyses. Onder andere de groene Granny Smith en Greenstar en de rode
Elstar en Jonagold. Bleek dat de rode rassen 10 tot 18 procent meer voedingsvezels bevatten dan groene. Nog belangrijker is de aanwezigheid van quercetine,
wat goed is tegen hart- en vaatziekten. In een rode appel zit er tot 480 milligram
per kilogram, bij een groene tot 250 milligram. En dan is er nog het cholesterol
verlagende pectine. Ook daar zit tot een derde meer van in in een rode appel.'
Er is niet alleen een verschil door de kleur van
appels, ook door de plek waar ze gekweekt worden. Appels uit Haspengouw, Limburg
en een stukje Vlaams-Brabant bevatten tot 20 procent meer van die verschillende
stoffen dan die uit West-Vlaanderen. Ik trok ook naar fruitboeren in Melsele (Oost-Vlaanderen) en Arendonk(Antwerpen)
en zag de waarden geleidelijk stijgen.
Let op, ik zeg niet dat appels uit West-Vlaanderen slecht zijn. Maar de top
zit in de Fruitstreek Haspengouw.
Beste zit
in de schil
De reden daarvoor is volgens Busschaert simpel. De
grond en de ervaring van de kwekers. Iets wat fruitboer Eric Van Langenaker uit
Gorsem, Sint-Truiden, met plezier beaamt. De West-Vlamingen hebben goeie grond
om aardappelen te kweken, wij voor fruit. Onze zandleemgrond is diepe grond. Wortels stuiten niet snel op ondoordringbare lagen, waardoor ze
diepergaan en meer mineralen opnemen.
Doorjuist te snoeien, te plukken en te bemesten halen
we ook het onderste uit de kan'
Tot slot nog een cliché: het beste zit in de schil. Snij je er die af, dan verlies je veel van die goeie stoffen,
zegt Busschaert.
(csn) De
Standaard 14/12/2012
Dit herinnerde mij aan een mededeling, lang
geleden, van Jan Heyman, stichtend voorzitter van de VELT vzw. Hij was toen tuinbouwleraar
fruit aan de Land- en Tuinbouwschool Roeselare. Nu is hij de erevoorzitter van
Velt.
Het ras Cox Orange Peppin (met een uitzonderlijke
goede smaak) kan je enkel goed telen in de nabijheid (+/- 40 km) van de zee.
Tabel: dood:Het ras is gebrand op het moment dat alle
planten van dat ras aangetast waren. De aardappelen werden gerooid op 28 aug.
Carolus had de hoogste opbrengst. Met wat afstand gevolgd door Sarpo Mira en
Bionica.
(Gegevens uit Ekoland
1-11-2012)
(Met dank aan Carel
Bouma van Biologisch Pootgoed.Nl)
De vorige jaren was het beter. Doch vorig jaar bij mij
in Zoersel (Kempische zandgrond), stierf enkel Sarpo Mira niet af door de
plaag. (Ik had Biogold, Ditta, Agria, Toluca (niet in de tabel) en Sarpo Mira) De aantasting was wel later dan dit jaar.
Bij mij sterven de planten een natuurlijke dood (door
ziekte). Met afbranden of afmaaien houd ik mij niet bezig. Daarbij blijven de
(late) rassen nog meestal lang in de grond. Het rottingspercentage blijkt al
bij al zeer gering en ook tijdens de winterbewaring heb zo goed als niet te
klagen.
De aardappelen worden vrij fris en bij vorst voldoende
afgeschermd bewaard tot in de lente. Scheuten worden dan wel eens verwijderd,
zodat oude en nieuwe praktisch op elkaar aansluiten.
(Net als 2008 was 2012 een jaar met extreme plaagdruk).
Rassen en
Aantastingsgraad door Phtophthora op
Proefveld Bioaardappelen te Oudemolen in West-Brabant
(op zware grond?)
ZW4136BioImpuls en NEDATO Oudemolen2012
Object
% Phyt
23 jun
% Phyt
25 jun
% Phyt
27 jun
% Phyt
29 juni
% Phyt
03 juli
% Phyt
06 juli
Carolus
0
o
0
0
0
Bionica
0
0
0
0
0
0
Vitabella
0
0
0
0
0
0
Sarpo Mira
0
0
0
0
0
0
Biogold
0
0
0
0
0.01
1
El Mundo
0
0
0
0
0.01
1
Laurette
0
0
0
0.01
1
dood
Triplo
0
0
0.01
1
dood
dood
Ditta
0
0
0.75
1
dood
dood
Connect
0
0
0.1
1
dood
dood
Agria
0
0.01
1
1
dood
dood
Montreal
0
0.1
2.5
5
dood
dood
FEEDBACK AARDAPPELPLAAG
Hallo Daniël,
Blijkbaar speelt de grond toch een grote rol voor de
aardappelplaag. Ik heb tot nu toe de beste resultaten met Biogold: niks geen
aantasting. Toluca gaf weinig aantasting in het blad maar bijna een kwart van
de knollen was aangetast: snot rot zoals ze bij ons zeggen.
Beide andere rassen heb ik niet geprobeerd, Sarpo Mira
vind ik trouwens te laat om te oogsten, je loopt het risico om meer modder dan
piepers binnen te halen.
Groetjes,
Jan
Secretaris Velt Groot Gooik
Dag
Daniël,
Ter informatie:
Naast het ras Bintje hadden de proefpersonen ook in 2012 wel degelijk
nog andere aardappelrassen in hun tuin staan.
Zo teelde ik zelf, naast Sarpo Mira, - voor het eerst - ook Bionica in
mijn tuin, en ook die is helemaal niet aangetast in het voorbije seizoen.
Ik kreeg van de andere 'testers' feedback door dat bij hun ook Biogold en
Toluca onaangetast bleven; vandaar de vermelding in Seizoenen.
Persoonlijk teel ik al 4 opeenvolgende jaren Sarpo Mira, en dat is volgens mij
momenteel een, bewezen, nog resistent aardappelras.
Dit jaar (2011) heb ik voor het eerst de Biomix-variëteit van
AVEVE gepoot en tot mijn grote verbazing met succes. Weinig aantasting op deze
zeer bloemige aardappelen.
Groetjes,
Maurice
U heeft gelijk met
het feit dat een aantal rassen nog wel wordt aangetast door Phythofthora.
Het is echter net
als het griepvirus dat ook verschillende fysios heeft. Daarom is het niet
altijd zeker dat de plant aangetast wordt.
Ook vallen nieuwe
rassen door de mand omdat de resistentie doorbroken wordt door andere fysios (Bionica, Toluca)
Klopt ook dat Sarpo Mira nog nooit aan getast is,
echter heeft deze aardappel weer ander nadelen zoals smaak en een hoog solanine
gehalte (giftig bij grote hoeveelheden)
Bij gebrek aan
beter, telen wij rassen die vooral sterk in de knol zijn, zo is er wel een
redelijk opbrengst te verwachten. (Biogold,
Agria en Raja)
Gelukkig staat het
kweken van nieuwe rassen ook niet stil. Er komen goede nieuwe rassen aan.
Zie bijlage, (let
op is wel 1 proefveld en zeker geen gemiddelde) met nieuwe rassen
Het viel ons wel op dat,
in dezelfde weersomstandighedenin 2012, aardappelrassen die minder gevoelig zijn
voor Phytophthora niet aangetast werden
(door mij in cursief gezet). Concreet ging het om de aardappelrassen Sarpo
Mira, Biogold, Bionica en Toluca.
Heel waarschijnlijk had er
2011 moeten staan.
Naar mijn ervaring is enkel
het ras Sarpo Mira resistent tegen
de aardappelplaag. (Pas 2 jaar ervaring: 2011 en 2012).
Bionica heb ik nog niet geteeld.
Op mijn zandgrond in De
Kempen werden Biogold en Toluca steeds wel aangetast.
Het nodige illustratiemateriaal
vindt u wanneer u bij zoeken (links boven) intypt aardappelplaag.