Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
15-10-2005
GOUDBESSEN
GOUDBESSEN
De goudbessen
( Physalis pubescens) liggen sinds eind augustus zomaar te rapen in onze tuin.
Moeder natuur heeft ze mooi ingepakt en aldus bewaren ze nog tot Nieuwjaar.
Beide herfstframbozen groeien op een heel andere plaats in de tuin. Nu hebben we ze eens naast
elkaar gelegd en vergeleken.
Himbo-Top
ziet er duidelijk het best uit: groter, mooi gevormd en rood gekleurd, ook iets
steviger. Joan Squire is kleiner, stompiger en een tikkeltje donkerder.
De smaak van deze laatste is
evenwel zachter, aromatiser en zoeter. Aleide en ik gaven er de voorkeur aan op
het punt smaak. Kleinmannen zouden deze ook verkiezen, dacht Aleide. Maar
zouden hun ogen niet eerst gaan naar Himbo-Top?
Himbo-Top smaakt
iets zuurder, maar eveneens lekker.
Beide rassen zijn gezonde , stevige groeiers en moeten gesteund worden.
Joan Squire
is een andere herfstframboos die het nu nog uitstekend doet. Momenteel rijpen
nog heel veel lekkere vruchten.
Je vindt
het ras wellicht enkel in Engeland.
Deze
framboos werd na zijn pensionering gekweekt door Derek Jennings.
Derek Jennings
was vroeger werkzaam op het Scottish Crop Research Institute.
Hij was de
ontwerper van de Taybes (een braamboos: half braam, half framboos) en de braam
Loch Ness, die nu algemeen beroepsmatig geteeld wordt. Ook vele frambozen waren
zijn werk.
Na zijn
pensionering kwam hij in Otham (Maidstone) wonen en zette hij zijn
veredelingswerk verder. Dinkum was een eerste herfstframboos. Dit was geen
groot succes. Er kwamen 2 bramen: Adrienne en Helen, genaamd naar zijn
kleinkinderen. Terry-Louise, een framboos genaamd naar een ander kleinkind,
werd eerst exclusief geteeld voor Marcks en Spencers, maar bleek te teer.
Om een
nieuwe herfstframboos te benoemen waren er geen namen meer van kleinkinderen
(enkel meisjes komen in aanmerking) en gebruikte hij de naam zijn vrouw Joan Squire.
Latere worden benaamd als Joan J en Joan J . Het zijn exclusieve rassen voor de beroepsteelt.
De
kleinkinderen hollen graag in de tuin met hun vriendjes om te smullen. Alles
smaakt, zelf geplukt, zoveel beter!
Babysittend
in deze warme nazomer werd ik door hen uitgenodigd voor een
wandeling in hun omgeving Ze troonden me
mee naar hun geliefkoosde plekjes.Samen
met hen wurmde ik me door dichte, lage struiken, raapte tamme kastanjes , at van rozenbottels, maar liet het proeven van
eikels maar aan hen over.
We vonden
één grote, gezonde kastanjenboom. De tamme kastanje is na de wilde met een ziekte
bedreigd!
De
kastanjes waren kleiner dan deze die we verzamelden in Alden Biezen. Op dat
domein geven
zeven lanen uit bij de vroegere inkom, met het
Apostelhuis. De meeste lanen zijn omzoomd met nutsbomen. Zo
heb je een notenlaan,
kastanjenlaan, lindenlaan... Hun vruchten zijn er voor iedereen!
Samen met de
zesjarige Jasmien bereidden we thuis onze oogst. We sneden in de tamme kastanjes
een kruis en lieten deze in een matig warme oven ongeveer 12 minuten garen. De
kinderen zijn er verzot op en Jasmien kan er zelfs 25 eten.
De
vruchten
van de Rimpelroos (Rosa rugosa) oogst ik, waar geen verkeer is. Ze
worden vaak op pleinen aangeplant. Ik heb ze in mijn tuin niet ver van de keuken staan,
zodat ik
regelmatig kan oogsten. De bloemblaadjes meng ik met water en
rozijntjes als
drank . Voor rozenhoning meng ik de rozenblaadjes met vloeibare acasia honing. De honing
krijgt
een heerlijk parfum. Later schil ik het vlees van rijpe bottels en meng
dit met
honing om zo te gebruiken.
De pitten droog
ik voor rozenbottelthee. Hun afkooksel is pectinerijk en kan als dikmiddel voor
fruitbeleg gebruikt worden.
Een
herfstframboos die nu nog volop vruchten draagt is het nieuwe kwekersras Himbo-Top. Twee jaar terug heb ik het
ras in Duitsland gekocht. Andere rassen als Autumn Bliss en de gele Fall Gold
hebben al hun beste pijlen verschoten in dezeuitzonderlijke , warme en droge herfst.Ik weet nog niet hoe het andere kwekersras Polka zich gedraagt.In
november moet ik dit zeker aan mijn collectie toevoegen.
Ik laat het fruit graag boomrijp worden. Dit wil zeggen dat er zich een
kurklaagje begint te vormen op de inplant van de steel.De appelen komen gemakkelijker los. Enkele
beginnen te vallen. Het is belangrijk dit in de gaten te houden en dadelijk met
de pluk te beginnen.Binnen enkele weken
volgt dan de eetrijpheid.
Een van de net geplukte rassen is de Reinette Hernaut. Ik heb het geluk
gehad de Reinette Hernaut uit eerste hand te leren kennen.
Toen menin 1985 voor t
eerstbomen kon aanschaffen van het
enthout ter beschikking gesteld door de Landbouwfaculteit van Gembloux, reed ik
naar de kwekerij Adamste Ruisbroek in
het Pajottenland. De heer Adams raadde mij ook de Reinette Hernaut aan.Zijn vader had dit ras, - op het einde van de dertiger jaren door een
zekeremeneer Hernaut op het stort van
Anderlecht gevonden, - verder gekweekt en verspreid in het
Pajottenland. Daar gaf men hem de naam dubbele Speeckaert.
De gewone Speeckaert is middelmatig groot. Reinette Hernaut is een grote,
donkergroene appel met een donkerrode blos. Het vlees is stevig, sappig, met
een goede zoetzuur balans. Bij een frisse, natuurlijke bewaring behoudt hij
zijn goede eetkwaliteiten zeker tot in maart. Ik vind het een van de beste
winterappels.
Het ras is weinig gevoelig voor schurft. De boom behoudt een gave
bladstand. Een tijdlang dacht ik dat de boom geen gebreken had.
Pas na zijn tiende jaar is mijn vrij grote boom op zaailingkankergevoelig geworden. Ik knip de meeste
kankertakken weg.
Ik heb nog een tweede, minder grote boom van een enting die ik deed op
een MM 106 onderstam. Dit meer dan vijftien jaar oude exemplaar toont echter
nog geen kankeraantasting. De vruchten zijn nog mooier dan op de
moederboom.Ik had dit jaar weer een
goede oogst, in tegenstelling met veel andere, wel beurtjaargevoelige rassen.
Ik merk dat de womstekigheid nogal hoog ligt. In dat verband hebben we
een opmerkenswaardige vaststelling gedaan.In de met pel gedroogde appelschijfjes, ontwikkelden zich appelmaden,
uit eitjes nog in de nazomer afgezet op de vruchten!
Het
Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen richt voor de derde maal een
Fruithappening in op het domein DE GHELLINCK, Kortrijkstraat, 74 te Elsegem op
zondagaanstaande, 16 oktober van 10 tot
18 u. Gratis inkom.
Net als
vorig jaar heb ik er een stand. Welke rassen zijn interessant in een
beurtjaar?
Dit jaar
verleent de Nationale Boomgaardenstichting zijn medewerking met een uitgebreide
fruittentoonstelling. De regionale rassen worden speciaal belicht. Bijzonder is
dat er een stand fruitdeterminatie zal zijn. Daarvoor brengt men liefst een 5
tal gave vruchten (met steel) per ras mee.
Verder valt
er te proeven en te drinken, is er info en documentatie, zijn er oude en
nieuwe boeken. Zijn er demonstraties enz.
Het weekend
daarop, op 22 en 23 oktober, gaat te Villeneuve dAscq , bij Lille (Rijsel) de tweejaarlijkse POMEXPO
door. Mussée de Plein Air143 rue Colbert
Alden Biezen bezocht. We hadden er reunie met de Esperantisten, medereizigers naar het 90 ste Universala Kongreso te Vilnius, de hoofdstad van Litauwen. Op onze heenreis door Polen kwamen we voorbij het grote kasteel van de Duitse Orde te Marborg. Daar woonde de Grootcommandeur. We hadden onvoldoende tijd voor een bezoek en toen opperde Eduard Kusters, afkomstig uit Limburg, om als alternatief de Landcommanderie van Alden Biezen te bezoeken. De landcommandeur van Alden Biezen stond onder het gezag van de Grootcommandeur. Alden Biezen vormt een machtig complex. Nu is het helemaal gerestaureerd door de Vlaamse Gemeenschap. Vorig jaar werd daar de Europom, de grote , internationale fruittentoonstelling gehouden. ( Tussen haakjes: Dit jaar moest je daarvoor naar München) . Tot 1971 woonde er nog een oude kasteelheer, die alles aan de Belgische Staat zou verkopen. Op een koude decemberdag zou een delegatie uit Brussel komen kijken. Daarom had de kasteelheeer opdracht gegeven de open haard aan te steken. Deze was al vele jaren niet meer gebruikt, daar de man in een van de bijgebouwen woonde. Er ontstond een schouwbrand denk maar aan de kauwennesten die het ganse kasteel in de fik stak.
De Duitse Orde, was een ridderorde, in 1190, ten tijde van de Kruisvaarten gesticht. De intreders moesten tot het zoveelste knoopsgat van adelijke bloede zijn. Ze waren net als de nog eerder gestichte ridderorde der Tempeliers, strijders voor het goede doel.
Na het geleide bezoek en het gezamelijke etentje, wandelden we door het domein en genoten van het schitterende herfstweer. Als je de dreef omhoog wandelt naar de vroegere inkomgebouwen, heb je links en rechts de oude hoogstam boomgaarden. In de zestiger jaren was de eigenaar gelukkig niet ingegaan op de aanlokkelijke rooipremies.
Toen bedroeg het fruitareaal van Haspengouw nog 16 000 Ha . Nu is dit nog maar de helft hiervan.
Links zijn het voornamelijk kerselaars. De Boomgaardenstichting hield er dit jaar zijn kersenhappening. Veel grootfruit was er niet (meer) te zien. Beurtjaar.
Ook geen noten in de notendreef. Tamme kastanjes waren er wel in een andere dreef.
Geen vrouw maar een peer.
7 van de 17 peren aangepikt.
Wilma is de eigen peer van Willy Mahieu, de boomkweker van Jabbeke , die dit jaar het boek Appelen en Peren ondertitel: Laagstammige Fruitbomen van A tot Z publiceerde. Uitgave Lannoo.
13 blz kleurfotos van Peter Bauwens.
72 appel en 37 perenrassen worden besproken. Prijs 15
Wilma is een volledig bruine peer en ligt tussen een bakpeer en eetpeer in. Volledig rijp vond ik ze best te genieten.
Zelfs de Saint Remy peren, harde bakperen, werden aangepikt. Alle peren geoogst.
Nu hangen er enkel nog 4 of 5 groene peren van het nieuwe Pillnitzras David.
Ik kreeg volgende vragen
1) wanneer is het het meest geschikte moment om stekken van de
jostastruik te nemen?
2) Weet jij iets over volgende pruimenrassen?
- RC sanguine de Wismes
- Jubileum
- Excalibur
Bart Dequidt heeft ze alle 3 in zijn assortiment. Vooral de kwaliteit interesseert mij.
Josta is een van soorten waarvan de stekken gemakkelijk bewortelen. Je kan vanaf nu gans de winter stekken. Als ik zou moeten kiezen tussen Josta en Worcester, en ik heb maar plaats voor 1 struik, dan verkies ik de laatste.
Josta is een kruising tussen stekelbes en zwarte bes en ziet er uit als een vergrote zwarte bes. Het is een gezond gewas.
Worcester is een Amerikaanse, aparte soort ( Ribes divaraticum ). Anderen zien er een kruising in tussen zwarte bes en stekelbes, met het uitzicht van een donkerrood-blauwe stekelbes. Worchester is een stuk productiever en minstens even gezond. Resistent tegen de Amerikaanse meeldauw die zoveel steklebessen teistert.
PRUIMEN
RC Sanguine de Wismes. Deze pruim ken ik enkel van naam. Gezien ze uit de observatieboomgaard van Villeneuve dAscq komt zal ze minstens de moeite waard zijn. De vroege rijpheid, eind juli is zeker een pluspunt. Bart kan wellicht meer vertellen.
Jubileum heb ik nu een jaar of zeven. De boom was onmiddellijk vruchtbaar en draagt mooi grote, lekkere, blauwe pruimen. In het begin vond ik het een formidabele pruim. Een jaar of 4-5 terug was er een sterke dracht en had ik te weinig uitgedund. De smaak was flauw, dit in tegenstelling met de O pal pruimen die bij grote dracht nog steeds behoorlijk smaken. Dit jaar heb ik veel dode en afstervende takjes weggeknipt. Ik had wel enkele lekkere vruchten. Een deel was ten prooi gevallen aan monilia. Excalibur lijkt hier minder last van te hebben.
In Engeland heb ik reuzenvruchten van Jubileum gezien, geteeld in de omgeving van Rochester (Poldergrond?).
Excalibur was bij mij veel later vruchtbaar en droeg zeer weinig. In dit bij mij zeer zwak pruimenjaar in 2005 waren er meer vruchten dan tot nog toe, met een zeer goede smaak.
De Jeanne dArc peren zijn de laatste tijd flink dikker geworden en ze zijn rijp. Dit hebben de vogels eerder ontdekt dan ik. Ongevraagd zijn ze er flink van beginnen smullen. De peren plukten redelijk gemakkelijk, idem met de Conference. We hebben een Champion sapmolen. Sap en pulp komen er afzonderlijk uit. Heel gemakkelijk voor kleinere hoeveelheden. Aleide bottelde het sap van de aangepikte peren in 10 bierflesjes van 33 Cl. Lekker. Een kroonkurk erop en pasteuriseren op ongeveer 80°, dan behoud je de fijne smaak.
Hadden we geen gepikte peren gehad, dan waren we misschien niet op het idee gekomen om heerlijk perensap te bereiden.
'Hij is een beetje te hoog en teveel takken die overal op de stam zijn ontsproten. Wij hadden wel heel veel pruimen - van de grote blauwe eierpruimen- maar de boom is te groot en de pruimen hangen altijd te hoog om zonder gevaar te plukken. Ik ben ook geen 20 jaar meer en een ladder is mij altijd te hoog.Dus .... veel pruimen verloren en opgepeuzeld door de vogels en wespen. wanneer best gaan snoeien en mag er veel uit gesnoeid worden?'
De vele takken en vele meesnoepers van je vruchten doen mij veronderstellen dat je het hebt over een Monsieur Hâtive. Dat waren mijn lievelingsvruchten tijdens mijn jeugd. Rijp rond half augustus. De boom moet al iets ouder zijn om veel te dragen. Typisch bij oudere bomen zijn de vele hangende takjes, die best wat uitgedund worden.
Pruimen snoeit men het best vlak na de oogst. Het mag al van na de bloei en tijdens de zomer. Tijdens de wintermaanden is er meer gevaar voor infecties. Bijvoorbeeld loodglansziekte op Queen Victoria, een vroeger populair ras met blauw-donkerrood rijpende vruchten eind augustus.
Een maand terug heb ik ook de top uit een te hoge pruimelaar gezaagd.
Ik zou het vandaag nog durven doen, zeker niet tijdens de winter.
Geplukt: de laatste Boskoop Glorie, de veel aangeplante Hollandse druif, met een goede smaak, productief en vrij resistent. Ik heb die een tiental jaar tegen de zuidermuur van de schuur staan, maar nogal in de schaduw van een appelboom, een Jonathan op M7. Op een snoeidemonstratie werd een forse,laag ingeplante, afhangende tak weggenomen. Aesthetisch was het wel mooier, maar sindsdien is het gedaan met de vele , mooie, rode appeltjes die rond deze tijd onze oprit opfleurden. Elk jaar waren er vruchten, soms meer, soms minder. Op de twee opgaande takken had ik al vroeger Jonagold en Jonagored geënt. Dit zijn geen geschikte rassen voor de liefhebber; veel te schurftgevoelig.
De jonathan is hier veel minder gevoelig aan. Soms had hij wel last van witziekte. Door de laaghangende tak kon ik tijdig de aangetaste topjes uitbreken en zo de verdere schimmelaantasting indijken.
Tegen de westermuur van de schuur groeit de Glenora, een blauwe, pitloze Amerikaanse druif. De smaak is nog beter dan Boskoop Glorie.
We hadden nog enkele amandelnoten Robijn liggen. Maar dat is een harde noot om te kraken. Het lukt niet met elke notenkraker.
Vanmorgen had Aleide er iets op gevonden. Je legt ze op een schoenmakersleest en met een oud strijkijzer - Je weet wel van die ijzeren dingen met een handvat, die op de Leuvense stoof opgewarmd werden. - klop je de schaal kapot. Je ziet waarvoor antiek nog kan dienen!
We hebben het al een paar maal over deze fel gestekelde braam met onze bramensmaak gehad. De oogst is voorbij, maar er zijn altijd nakomertjes.
Met het Sint Michiels zomerweer,- zo noemden ze dat in mijn geboortedorp, met St. Michiel als patroonheilige -, rijpen die verder.
Fantasia is een felle groeier en overal waar eindpunten de grond raken schieten ze wortel. Ik ben ooit in een tuin geweest, waar men enkele jaren had laten betijen. Bij de bramen was er geen doorkomen meer aan.
Nu snoeien bespaart mij later veel werk. Er waren al genoeg bewortelde, nieuwe planten om uit te delen.
Als men wil dat bramen klein blijven, kan men als volgt te werk gaan.
Men knipt de nieuwe scheuten weg. Men behoudt enkel de scheuten die op het onderste hout van de scheut die droeg uitschieten. Dit lukt enkel met een ras waarbij de oude scheuten niet volledig afsterven (de gestekelde rassen Fantasia en Himalaya en de stekelloze Thornless Evergreen, de braam met het peterselieblad ). Doch veel vruchten zal je ook niet moeten oogsten. Zo zag ik in Moeskroen bij de Fraternités Ouvrières een Fantasia met slechts een opstaande stengel.
Dit jaar oogsten we de eerste BIANCA druiven. Het ras is afkomstig van Hongarije. De bessen zijn iets langwerpig, geel-groen en vlezig.
Bij rijpkeid krijgen ze een iets bruinige tint.
Bianca teelt men meestal als wijndruif, maar het zijn ook excellente eetdruiven, met een heerlijk aroma.
Het is een van de moderne, resistente druivenrassen.
Niet het vliegtuig, maar de peer.
Ik heb dit boompje 3 jaar en ik plukte meer dan een dozijn , mooie, middelmatig grote peren.
Concorde is een Engelse kruising van HRI East Malling tussen Doyenné du Comice (Franse peer) en Conference (Engelse peer), daterend van 1977.
Matige groeier, maar zeer gezond.
De peer is eetrijp van oktober tot begin november.
Het vlees is bleek geel, zoet, sappig, smeltend, boterig, fijn van textuur met een aangename, milde smaak.
Ik voel het sap al over mijn kin lopen.
Vanmorgen hoorde ik de klaagroep van de bosuil. Het was een hele poos geleden dat ik die hier nog gehoord had. De steenuil horen we meer.
Tien jaar terug werd voor hem een speciale nestkast opgehangen.
Hij heeft er nog geen gebruik kunnen van maken, want telkenjare komt een hele familie kauwen naar hier afgezakt. Ze houden telkens een hoog oplopende familievergadering om uit te maken wie de woonst toegewezen krijgt.
Zaterdag 1 oktober hield WERVEL ( Werkgroep voor een rechtvaardige en verantwoorde Landbouw) een studiebijeenkomst over AGROFORESTRY : terzelfdertijd (fruit)bomen en (eetbare) planten telen.
Waar kon dit beter dan bij Josine en Gilbert Cardon, die op het eind der zeventiger jaren het initiatief namen voor een tuingroep die biologisch/ecologisch zou werken in het industriële Moeskroen. Les Fraternités Ouvrières was geboren.
Al vele jaren ken ik hun bestaan, maar een bezoek was er nog nooit van gekomen. Ze wonen in de stad, op 58 rue Charles Quint, een 5 minuten stappen vanaf het station.
Door de gang kom je, door het blbliotheekgedeelte van de living, in hun vergader - en werklokaal. In t midden staan tafels en stoelen en aan de wanden allemaal rekken, met daarop genummerde doosjes en dozen met de rasnaam van de zelfverpakte zaden, zon 6000 rassen in t totaal.
Buiten in de tuinjungle, op nog geen 2000 m² , staan er maar eventjes 2000 (fruit)bomen en (fruit)boompjes in korte rijtjes, samen met al de kleinfruitsoorten en in de smalle tussenruimtes worden nog allerlei groenten geteeld. De plantjes worden voorgeteeld en dan uitgeplant. Je loopt over smalle paadjes waar nauwelijks een kruiwagen door kan, maar die hebben ze niet erg nodig. Alle wied- en snoeiafval blijft ter plaatse composteren. Het humuspercentage werd door de Tuinbouwschool van Ath vastgesteld op 12 % ! De bomen worden zoveel mogelijk klein gehouden door enkel zomersnoei toe te passen. De bomen en struiken dragen elk hun naamplaatje, gegraveerd op een rood plastiekplaatje. Verder zijn er nog een paar serres, een kippenhok en een vijver.
Mij trof in eerste instantie de gezondheidstoestand van de boompjes. Nauwelijks schurftbladeren en nauwelijks kankersporen. Een goede zandleembodem en een lage watertafel zijn een goede uitgangssituatie, maar je zou toch denken dat de zeer dichte beplanting, met grote vochtigheid, allerlei schimmels zou bevorderen.
Op 1 oktober staan er alleen nog de herfstvruchten: allerlei groenten, appelen, peren, kweeperen, druiven, vijgen en kiwi's. We proefden een gevallen perzik , bleekgroen van kleur en witvlezig, met een behoorlijke smaak. Het is heel interessant nog zon goede, late vruchten te hebben. Helaas, het naamkaartje was verdwenen en ik vergat de steen mee te nemen, want zaaiperziken hebben soms dezelfde eigenschappen.
Een unieke belevenis. Ik zou de tuin graag op nog enkele andere momenten terugzien. Je kan er op donderdagnamiddag tussen 14 en 18u30 terecht. Jaarlijkse opendeurdag: laatste zondag van augustus.
Tel 056 33 38 70
Vandaag kwam Dirk Willems van Viersel met zijn dochter op bezoek. Hij had een prachtige peer bij: Charles Cognee, indertijd nog gekocht bij Andre Hendrickx. Het is een grote peer met een zacht bleek-groene pel. Je zou er geen winterpeer in herkennen. Best te eten voor half januari. De boom toont een opvallend gezond blad. Ik haalde er de boeken van André Leroy over peren bij, maar deze peer staat er niet, want de boeken dateren van 1869 en de peer van kort daarna: 1879.
Dirk was vol lof over nog een andere winterpeer: Olivier de Serres. En die staat er wel in! Een peer van 1861, gekweekt door M. Boisbunel te Rouen en door hem opgedragen aan Olivier de Serres, le Père de lagriculture, geboren in 1539 en gestorven in 1619. Reeds in 1862 doorstond de peer het onderzoek van de Société dHorticulture de Paris als :très-bon fruit de longue garde.