Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
15-07-2011
Reis Natuurpunt Les Dombes Jura
Reis Natuurpunt La Dombes Jura
2 9 juli
Mijn eerste reis sinds de
fusie. De vorige waren nog met De Wielewaal Voorkempen naar Friesland.
Reisleider Frans Kerstens,
tot de fusie 18 jaar voorzitter, had alles in de puntjes verkend en voorbereid.
32 medereizigers.
Met het weer hadden we
eveneens geluk. Nooit in de regen moeten stappen.
La (of Les, beiden worden gebruikt) Dombes is een
vijvergebied een dertigtal km voor Lyon, een paradijs voor de watervogels. De visvijvers
liggen verspreid in het landschap. We zagen de kwak, blauwe en purperreiger
en zilverreiger. Bij de koeien stond de koereiger. Ik hoorde de bedelroep van
jonge futen. De toeristische dienst heeft een noordelijke en een zuidelijke
route uitgestippeld. We reden ze allebei.
We verbleven in het
centrumstadje VillarsLes-Dombes. Als kamergenoot had ik Leo Mattheeussen van
Westmalle, een echte vogelkenner.
Davidsfonds Halle-in-de-Kempen Zwalm, Vlaamse Ardennen 20 juni 2011
Davidsfonds Halle-in-de-Kempen Zwalm, Vlaamse Ardennen 20 juni 2011
De jaarlijkse reis dit
jaar begon in Oudenaarde met een koffie/thee plus een paar koffiekoeken in de
brasserie De Flandrien van het museum van de Ronde van Vlaanderen.
We wandelden langs de Walburga-kerk, in Brabantse gotiek met
de imposante 88 m hoge toren. Daarachter het vroegere hospitaal, nu OCMW. We
zagen de renaissance-woning, met zuilen, residentie van de bisschop toen
Oudenaarde even een bisschoppelijke stad was.
We kwamen uit op de markt
met het laat-gotische stadhuis,
gebouwd van 1526 tot 1537 onder burgemeester Filip Lalaing. Centraal staat het
40 m hoge belfort, met in de top het beeldje van Hansje de krijger, ooit in de
16 de eeuw de vaandeldrager van de stad.
Gedurende meer dan 300
jaar (1500-1800) wasOudenaarde het
wereld-centrum van de wandtapijtkunst.
Er was echter geen tijd om het Huis De Lalaing te bezoeken, dat nog een
belangrijke collectie bezit. Hier is nu een restauratie- en weefatelier
gevestigd.
De brug over de Schelde gaat
net voor ons in zijn geheel omhoog. Miel, als bouwkundig ingenieur weet een en
ander te vertellen over bruggen. We komen voorbij de Louise-Marie fontein, gebouwd ter gelegenheid van haar huwelijk in
1932 met Leopold I (1812-1850).
Een eindje verder, staat
de O.L. Vrouw van Pamele kerk, in 30 jaar van1234 tot 1265 gebouwd,een mooi voorbeeld van de Schelde-gotiek,
een vroeg-gotische bouwstijl met als belangrijkste kenmerken: het gebruik van
blauw-grijze kalksteen van Doornik, de ronde torentjes op de hoeken, de achtkantige,
centrale vieringtoren en de driedelige raamindeling. Pamele werd rond 1100 aan
de overkant van de Schelde gesticht en was eertijds als stad evenwaardig als
Oudenaarde. De fusie met Oudenaarde gebeurde al in 1593.
We steken terug de brug over
en wandelen naar het begijnhof,
begonnen rond 1480. In de inkompoort beeldje van St.- Rochus, beschermer tegen
de pest. In de straat er naartoe bemerken we een huis in art-decostijl.
Trouwens op de ganse wandeling zien we meerdere merkwaardige gebouwen.
De Gentse waterzooi in de Vierschaar
te Ename smaakte heerlijk, vergezeld van een tripel van Ename, het plaatselijk
bier van de brouwerij Ramon.
Vervolgens wandelen we
naar de kleine, Romaanse Sint-Laurentiuskerk,
gebouwd rond het jaar 1000. Eerst bezoeken we het er naast gelegen, zeer
fijn Provinciaal Archeologisch museum. Ik
genoot van depoëtische
filminleiding. In de laatste zaal verrast een gans gezelschap realistische figuurpoppen.
Een druk op een knop en ze worden telkens audio-visueel tot leven gebracht door
bekende artiesten als bv Luc Philips, Jaques Van Assche enz., zeer aansprekend.
FOTO'S
Abdij Maagdendale
Bij het terugwandelen naar de bus zien we op een storthoop aarde een welig tierende gele akkerhoningklaver
Na weer een korte
wandeling naar de overzijde van het dorp komen we bij de ruïne van de Benedictijnse
Sint-Salvator-abdij, gebouwd omstreeks
1050. Deze abdij groeide en bloeide tot de verwoesting tijdens de Franse
Revolutie. De Vlaamse Gemeenschap bouwt er een bezoekers- en studiecentrum.
Even vallen er een paar
druppels. We hebben eigenlijk geluk met het weer, want op het thuisfront passeerden
een paar flinke vlagen.
We maken een rit door het
golvende landschap van de Vlaamse Ardennen. We rijden in het kleine dorp Mater, voorbij de brouwerij Roman. Op weg naar Korsele
zien we in de verte de Tissenhove-molen.
Op de Geuzenhoek te Korsele- St.-Maria-Horebeke komen we bij de
protestantse kerk. Samen met de protestantse kerken van Etikhove, Mater,
Melden, Nukerke, Oudenaarde, Ronse en Wijlegel vormen zij de Vlaamse Olijfberg, zo genoemd omwille
van de verdrukking waarin deze minderheid zich sinds hun stichting, omstreeks
1564 heeft weten te handhaven. Hun leider Jacob Blommaert, eerst een welgestelde tapijtwever en
schepen van Pamele, werd nadien kapitein van de bosgeuzen.
We bezoeken het kerkje
(1795) en begraafplaats (de naam Blommaert is meerdere keren te zien) en de
achterliggende oude kerkplaats.
In 1882 werd in deze
gemeenschap te Korsele Abraham Hans geboren.
Zijn vader is er onderwijzer in het protestantse schooltje. Na afschaffing van
dit schooltje verhuist het gezin naar Roeselare, maar de jonge Abraham blijft
tijdens de zomervakanties naar zijn geboortedorp komen.
Hij wordt ook onderwijzer
en geeft enkele jaren les. Maar het schrijven wordt zijn grote passie. Als hij
geconfronteerd wordt met de ellende van de Vlaamse seizoenarbeiders in Frankrijk,
engageert hij zich in de Vlaamse Beweging. Tijdens de 1ste
wereldoorlog vlucht hij naar Nederland. Terug in Vlaanderen wordt hij reporter
bij Het Laatste Nieuws en begint hij volksverhalen te schrijven. Zijn Hanskens worden legendarisch. Hij zal
er zon 1800 schrijven, één per week. Vlot leesbare, boeiende en goedkope
lectuur. Zo ontdekt de Vlaamse jeugd de protestantse auteur Abraham Hans.Later ontstaan als tegengewicht?- de
katholieke Vlaamse Filmkens van de Goede Pers Averbode.
In 1934, bij het verschijnen van het 500 ste Hanske, wordt de schrijver
tijdens een algemene volkshulde uitbundig gevierd in de Vlaamse Schouwburg te
Brussel. We bezoeken in een belendende
straat het goed gestoffeerde Abraham Hans museum.
We rijden verder in het
typische Vlaamse Ardennenlanfschap.
De laatste stop is aan de
Zwalmmolen. Er is tijd voor verpozen bij een goede pint op de achterkoer van
de gelijknamige afspanning aan de overkant. We zitten wat beschut tegen de
wind. Maar een draaiwind doet ons toch verschieten als hij een zware parasol
optilt en enkele meters verder achter ons laat neerploffen, gelukkig zonder
erg.
De Zwalm is een zeer
geschikte beek voor watermolens met zijn constant debiet en het grote verval
van gemiddeld 6 m per km. In de loop der tijden werden er dan ook verschillende
gebouwd. De Zwalm-molen is een bovenslag-molen. Het water stort van boven op
de raderen en oefent aldus meer kracht uit dan de onderaan aangedreven molens
in De Kempen.
De zeer beslagen ingenieur
Frans Verlaect met molenaarsbrevet, in dienst van de provincie, laat ons
uitgebreid kennismaken met de geschiedenis en het ganse gebeuren rond en in de
molen.
Deze molen werd rond 1040
gebouwd en behoorde tot de Sint Pietersabdij van de Blandijnberg te Gent. Nu is
hij eigendom van de provincie Oost-Vlaanderen, die instaat voor restauratie en
onderhoud. Naast de maalfunctie produceert hij vooral elektriciteit voor 10
gezinnen.
Nog vermeldenswaard is het
kweken van waterkers in het zuivere water van de Zwalm. Een kwekerij lag echter
niet op de reisweg.
Met dank aan Miel Kint en
Jules Vandecasteele voor de uitstekende voorbereiding en begeleiding en de verzorgde
documentatie waaruit ik dankbaar geput heb voor dit verslag.
Fotos van Aleide en
mezelf.
Op 24 juni 2012 hoop ik er
weer bij te zijn. Een van de opties is Maastricht. Meer dan de moeite waard. Ik
hoop dat het dit wordt. Lang geleden leidde schoonbroer Evert Lagrou, van de
eerste lichting Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw K.U.Leuven en nu
profemeritus er de familie rond. Later bezocht ik de Jezuïetengrotten, waar
paters- kunstenaars meer dan 50 jaar lang, tijdens vrije dagen en vakanties
beeldhouwden in de mergel. Prachtige mythologische en religieuze creaties. Ik
heb bv nog een herinneringsbeeld van de beroemde Laocoöngroep.
P.S. Verslag over de uitstappen Antwerpen-Noord vindt u op de blog op 22/06/2009;
over Keulen op 30/06/2010
FOTO'S
Zwalmmolen
Molenaar
Idem
Stuw op de Zwalm
Bovenrad: het water stort van boven op het rad
Interieur
Aandrijfraderen : Het groot tandrad is in beweging voor elektriciteitsproductie. Als men wil malen legt men dit wiel stil en draait men het onderste tandrad omhoog zodat de tanden ingrijpen.
Na 2 dagen van + 30° kregen we gisteren onweer met veel regen. Na
bijna 2 maand droog weer snakten we naar water. Eerst viel de regen hier zeer
schaars tot een week terug eindelijk 12 l.
Gisterenavond en vannacht werden het 38l. We kunnen een tijd voort.
Nochtans was er vanmorgen nergens meer een plas te bespeuren.
Alhoewel het onweer niet pal boven ons kwam waren er bij momenten
striemende regen en felle rukwinden.
Gelukkig viel hier geen hagel. Naast de daken van de wagens op Ford
Genk is er wellicht schade aan het fruit in het Hageland en dieper in
Haspengouw?
Ik heb enkel mijn suikermaïs terug moeten rechtzetten: Wat aanaarden
en vasttrappen.
Op 22 juni
fotografeerde ik bij Louis deze pruim: zijn Précose de Wismes. Zijn eerste vruchten.
We proefden een vrucht die
al iets rijp werd en een goede smaak laat vermoeden.
Beschrijving van dit ras:
Reine-Claude sanguine de Wismes (ENR)
Matige, brede groei, vroege bloei (familie van de
Japanse pruimen), vrucht hartvormig, rose-violet, vanaf eind juli rijp.
Dit jaar beleven we een
uitzonderlijke vroege rijping. Maar een maand vroeger is toch wel eigenaardig.
De andere kenmerken wijzen wel op de rasechtheid.
k Kreeg een telefoontje van mijn goede vriend
Louis Eelen van Vorselaar: het uiteinde van een tak van zijn witte bessenstruik droeg ook rode vruchten!
De verandering deed zich voor op één tak: Het
uiteinde van de tak draagt rode vruchten.
Een dergelijke mutatie van wit naar rood heb ik
nog nergens gezien.
De vraag is nu of dit een blijvende erfelijke
verandering is?
Hapjes en dranken vanaf 0,50 Feestmaaltijd 20, kind
5,, keuze Vegetarisch,Tilapia of vlees. storten op979-3372683-95of reserveren.
Wegwijzer
Vanaf Turnhoutsebaan in Halledorp, voorbij de kerk eerste
weg links (Brakenberg) nemen, geeft uit op de Lage weg.Naar links
Vanaf afrit 19 E 313 Massenhoven richting Zoersel-Malle.
Na 3 km naast restaurant De Engel links weg naar Halle. Net na de grote bocht,
eerste weg rechts.
Elk jaar in mei zie ik die spinselnesten opduiken
in mijn appelbomen. Die tracht ik dan manueel te verwijderen. Ik vond het
vooral een onesthetisch zicht. Zeer plaatselijk zijn de bladeren verorberd en
is een vrucht aangevreten. Een aantal nesten is leeg en je merkt alleen de
puntjes van de vele uitwerpselen. Soms heb je nog prijs: een kluwen van kleine
rupsjes te pletten tussen duim en wijsvinger. Dikwijls zie je er een paar die
er van tussenuit knijpen. Ze laten zich zakken aan spinseldraad. Vandaar dat ik
dacht dat de vele lege spinsels zich al hadden laten zakken om in de grond te
verpoppen. Niets van!
Hyponomeutamotjes ontwikkelen één generatie
per jaar. Deze nachtvlindertjes met zilverwitte voorvleugels met zwarte stippen
en grijsbruine achtervleugels vliegen in juli tot augustus.
De eitjes (50 tot 90 stuks) worden afgezet
op het jonge hout onder een schorskleurig vlies, komen uit in september, maar de
rupsjes blijven onder het vlies tot in het voorjaar. In de lente worden
aanvankelijk in de toppen der jonge bladeren korte gangetjes geboord
(mineerperiode), nadien wordt op het blad een eerste spinsel gevormd. Rond half
mei zitten de grijs-gele met zwart gestippelde rupsen verscholen onder een
dicht, steeds groter wordend spinsel.De
bladeren eronder worden deels opgevreten en deels geskeleteerd. Rond half juni
treft men de witte, zijdeachtige, langwerpige coconnetjes aan. Al vlug zie je het verschil tussen een
oud verbruind en een nog bewoond wit spinselnest. Ik kon er slechts enkele
ontdekken. Dit was toch een soort geruststelling. Het ontpoppen gebeurt dus in
juli en augustus. Ook andere bomen kunnen worden aangetast. Ik zag ooit een
meidoornhaag, een en al spinsel en kaalgevreten. Het werk van spinselrupsen.
In de nieuwsbrief van de
Fruithof te Frederiksoord lees ik dat er goede resultaten geboekt zijn met het
toepassen van een bacterie preparaat tegelijk met de wintervlinder bestrijding.
Dit product is mij echter nog onbekend.
FOTOS van 14 juni
Als je goed kijkt is er een rupsje dat zich
begint te verpoppen. Een andere kruipt nog vrij rond.
Herboriste Margriet
Empereur leidde de kruidenwandeling van Natuurpunt Voorkempen in het
provinciaal domein Vrieselhof te Oelegem.
Zij viel onmiddellijk op
met haar fijne kledij en mandje.
Herboristen hebben heel
wat te vertellen over het geneeskundig nut van planten. Ook het folkloristisch
aspect komt aan bod en bij Margriet is er ook een poëtisch tintje.
De gids liet ruiken,
proeven en de sensatie gewaarworden van stappen over de verende bodemlaag van
een beukenbos en meteen de luwte gewaarworden.
Achteraf was er een
kruidenreceptie met proevertjes van enkele bereidingen, o.a. een likeur van
beukenbladjenever. Bij mij viel de klaproosblaadjessiroop het meest in de
smaak. Er was ook een fijn toastje met kwark en een kruid en een heel lekker
potje yoghurt met opgestrooide, gedroogde klaproosblaadjes.
FOTOS van Aleide
Vrieselhof
Herboriste Margriet Empereur
Met haar mandje
Inhoud: klaprozen,
lavendel en de witte bloemen van duizendblad
Toehoorders
Bloem van de vrouwenmantel
Het blaadje van de
hondsdraf wordt liefdevol besproken
Met de Vlaamse
Dendrologen op bezoek bij Albert De Raedt te Asper
Ik voelde mij vandaag in
eminent gezelschap. Goede bekenden van VELT en NBS Rita en Guy waren al ter
plaatse.
Een huis langs de drukke
Gentse steenweg, maar daarachter op het eerste zicht een niet vermoede, geaccidenteerde,
met hoogtes en laagtes 30 jaar terug opgebouwd terrein; een toverachtig struiken-
en bomenlandschap: een uniek arboretum van 500 soorten op anderhalve hectare.
Ik stond echt te kijken
hoe bomen op dertig jaar zo hoog en fors kunnen uitgroeien. Tussenin staan
azaleas en rododendrons die dit jaar slechts een zeer kort bloeiseizoen
beleefden. In een normaal jaar hadden we nog iets van de bloei gezien. Nu waren
het uitzonderingen.
Albert heeft meegewerkt aan
een monografie over de harde Gentse azalea.
Gevolgen van het lange,
droge voorjaar heb ik hier niet opgemerkt. Albert zei nooit een PH onderzoek te
hebben gedaan. Hij begon met het omtoveren van een weiland op zand-leem grond. De
PH moet naar de lagere kant liggen, want nergens heb ik een hogere blauwe bes,
Vaccinium corumbosum van wel ongeveer 3 meter hoog gezien. Ook een kornellebes,
Cornus mas groeide er voorbeeldig, een plant die wat kalk nodig heeft en van
nature veel meer in de Walen groeit.
Gelukkig ken ik toch iets
van bomen, want hier ontvouwde zich een fantastische bomen en struiken
rijkdom. De medebezoekers goochelden met al die Latijnse namen.
Albert testte herhaalde
malen ons geurzintuig. Hij kon ook toveren door een blad in twee te scheuren en
hocus pocus pats de twee helften tegen elkaar te houden en onzichtbaar lijmden
ze aan elkaar, een soort natuurlatex.
Hier staat een
fantastische plantenrijkdom bij elkaar en Albert, met zijn 79, kent nog vrij
goed zijn plantenkinderen. Straks moet hij naar een familiefeest van een van
zijn tien kleinkinderen.
Zullen dochter en
schoonzoon, als eigenaar van dit terrein, deze erfenis kunnen verder zetten,
als je weet dat aan weerszijden al verkaveld werd? Nog twee jaar en dan trekt
Albert, afkomstig van Wommelgem naar een appartement in Antwerpen en komt hij
wellicht de gelederen van de Vlaamse dendrologen versterken.