Biolandbouw én ggos
hoe zit dat nu?
Opinie door Isabelle Vanbrabant De
Wereld Morgen 10/06/2011
De actie tegen het genetisch gemanipuleerd
aardappelveld in Wetteren heeft veel stof doen opwaaien. Volgens tegenstanders
zijn ggos nefast voor de natuur en de kleine boeren. Maar in Cuba, uitgerekend
een land dat een voortrekkersrol speelt op het vlak van de biolandbouw, lijken
ggos geen probleem te zijn. Hoe zit dat nu?
Het begon
allemaal met een wat impulsief bericht dat ik had gepost op mijn
Facebookpagina: proficiat patattenbevrijders om het debat te openen.
Zondag 29
mei waren namelijk enkele milieuactivisten erin geslaagd om een proefveld met
genetisch gemanipuleerde aardappelen (ggo's) in Wetteren te bestormen en deels
te vernietigen.
Wat
aangekondigd werd als de grote aardappelruil waarbij een symbolische
vierkante meter veld ging vernietigd worden, was uitgegroeid tot een grote
actie waarbij ongeveer 400 mensen aanwezig waren. De actie liep wat uit de hand
en de media berichtten massaal over de vernieling.
Toen ik
maandagmorgen de verschillende opinies in de media las, had ik in eerste
instantie een gevoel van: 'proficiat, het ggo-debat ligt weer op tafel'.
Viva patata op Facebook
Voor ik
het goed en wel besefte, kreeg ik vanuit alle hoeken opmerkingen op mijn post.
En niet alleen op mijn Facebookpagina bleek het debat op te borrelen. De patatten
hebben blijkbaar iets wakker gemaakt. Het thema leeft onder de mensen. Iedereen
lijkt wel een mening over de zaak te hebben.
En in een
samenleving waar onverschilligheid vaak troef is, vind ik dit toch wel
intrigerend. Het gaat natuurlijk om veel meer dan over die patatten.
Het gaat
over de vrijheid van onderzoek (bijvoorbeeld het ontslag van de onderzoekster Barbara
Van Dijck aan de KU Leuven), over het gebruik van geweld in acties, maar
bovenal gaat het over wat er in de toekomst op ons bord komt te liggen. Dat
staat heel dicht bij ons en ligt heel persoonlijk!
Het is
een verhit debat geworden. Er worden zware woorden gebruikt. Hooliganisme,
bendevorming, om de activisten aan te klagen. Save the science, om het recht
op wetenschappelijk onderzoek te claimen. Save the Scientists - Free Speech,
om de ontslagen onderzoekster te verdedigen.
Groen!
komt in moeilijk vaarwater terecht als Bart Staes in persoonlijke naam te
kennen geeft dat hij begrip kan opbrengen voor de actie. Enfin, hou de media in
de gaten en je merkt al gauw dat deze zaak een flinke staart gaat krijgen.
De kern van de zaak
In dit
artikel wil ik het niet hebben over het al dan niet te verantwoorden geweld
tijdens de actie, noch over het ontslag van de onderzoekster.
Laten we
terug gaan naar de kern van de zaak: is het gebruik van ggos toelaatbaar? De
milieu-activisten van de Field Liberation Movement vinden van niet. En
ook al gaan velen niet akkoord met hun methodes, toch heeft recent onderzoek
aangetoond dat 70 procent van de Europeanen verkiest om géén ggo-voedsel te
eten.
In België
is de wetgeving van de Europese Unie van toepassing: ggo's zijn toegelaten als
het wetenschappelijk bewezen is dat de genetisch gewijzigde stof even veilig is
als het niet-gewijzigde voedingsmiddel.
In de
praktijk is het aanbod op de Europese markt dan ook zeer schaars. Omdat de
Europese consument weigerachtig staat, neigt de EU zelfs nog naar striktere
regelgeving. In landen zoals de VS, Canada, Argentinië en Brazilie zien we de
omgekeerde tendens. Daar worden wel al ggo-rassen op grote schaal verbouwd.
Ggo-industrie
De
agro-business wil natuurlijk niets liever dan dat Europa ook op de kar gaat
springen. En daar wringt voor heel wat tegenstanders van ggos net het
schoentje. De keuze voor ggos versterkt de machtsconcentratie van de
agro-industriesector.
Nu reeds
hebben 10 bedrijven wereldwijd tweederde van de zaadmarkt in handen. Tien
bedrijven hebben wereldwijd 84 procent van de agrochemicaliën in handen en 10
supermarktketens (waaronder Walmart, Carrefour en Tesco) hebben 25 procent van
de wereldmarkt in handen.
De
ggo-technologie zit in de handen van deze grote multinationale ondernemingen.
En ieder wetenschappelijk onderzoek, al dan niet onafhankelijk opgestart, komt
uiteindelijk onder druk van het grote geld in handen van die voedselgiganten.
[2]
Nefast voor kleine boeren
Dit zijn
voor mij de hoofdredenen waarom ik tegen ggos ben. Internationale regels
stellen dat levende organismen niet mogen gepatenteerd worden. En toch zorgde
de ggo-industrie ervoor dat transgene organismes gepatenteerd werden. Door
middel van patenten, koppelverkoop van zaaigoed en herbiciden [3], e.d. worden
kleine boeren nog afhankelijker van de voedselgiganten.
Ze komen
in financiële problemen terecht en gaan overkop. Ik nodig jullie allen uit om
de documentaire Food Inc. te bekijken. Daarin wordt ingezoomd op de
schandalige praktijken van Monsanto en hoe die de Noord-Amerikaanse boeren in
een wurggreep houden.
In India
heeft de introductie van gentechteelt in de katoensector voor grote familiale
dramas gezorgd. De voorbije 10 jaar hebben zon 200.000 Indiase boeren
zelfmoord gepleegd onder andere na mislukte oogsten met ggo-zaden en grote
schulden aan Monsanto.
Valse argumenten
Het
argument dat ggos bedoeld zijn om honger uit de wereld te helpen en boeren in
ontwikkelingslanden betere oogsten zal opleveren, slaat nergens op. Tot op
heden bestaat nog geen enkel commercieel ggo-gewas dat geschikt is om op zoute
of te droge gronden te verbouwen, terwijl dit net één van de grootste problemen
is waar boeren in de Derde Wereld mee kampen.
Ggos
worden praktisch uitsluitend aangewend door monopoliebedrijven om de winstmarge
op te drijven en niet om het hongerprobleem aan te pakken. Trouwens, wereldwijd
wordt er al meer dan genoeg voedsel geproduceerd. Honger kunnen we slechts uit
de wereld helpen door te herverdelen.
Ethische en gezondheidsoverwegingen
Er zijn
nog heel wat andere elementen die meespelen in het ggo-debat. Zo zijn er ook
ethische overwegingen om tegen ggos te zijn. Hoe ver kunnen we gaan in het
sleutelen aan de natuur? Tegenstanders van ggos vinden dat er met dit soort
onderzoek te veel grenzen worden overschreden.
Logisch
dat zoiets bij velen gevoelig ligt: het gaat hier namelijk om ons voedsel. Net
zoals bij andere gevoelige themas als abortus, ivf, euthanasie, enz. vind ik
dat een breed maatschappelijk debat van cruciaal belang is.
Een ander
belangrijk contra-element zijn de risicos voor de volksgezondheid en het
ecosysteem. Ggos bestaan nog geen 20 jaar, dus het is nog veel te vroeg om te
spreken dat deze techniek veilig zou zijn. Voorzichtigheid blijft dus
aangeraden.
Maar de
patattenoorlog liet mij niet los. Bij het lezen van talrijke opinies viel mij
op dat ggo-technologie onverenigbaar met duurzame landbouw werd geacht. In
eerste instantie lijkt dit een logische conclusie.
Als we
kijken naar de dagelijkse praktijk in de VS en Argentinië zien we dat
gentechsoja en maïs zorgen voor grootschalige industriële monoculturen met
zwaar gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest.
Maar
moeten we niet eens verder kijken dan onze neus lang is? Zijn het werkelijk de
ggos die hier het probleem zijn? Is ggo-technologie a priori niet compatibel
met agro-ecologische landbouwsystemen?
Het Cubaanse voorbeeld
Het
Cubaanse voorbeeld heeft me op dat vlak aan het denken gezet. Cuba bevindt zich
bij de wereldtop als het gaat om biotechnologie. Het hoeft dan eigenlijk ook
niet te verwonderen dat het land ook heel wat middelen in gentechnologie
investeert.
De
Cubanen maken slechts 2 procent uit van de bevolking van Latijns-Amerika, maar
beschikken wel over 11 procent van de wetenschappers. Er is dus veel
potentieel. Momenteel wordt in Cuba dergelijk onderzoek gedaan bij volgende
gewassen: maïs, tomaat, aardappel, rietsuiker, koffie, banaan, citrusvruchten
en ananas.
Dr. Rebecca Martinez van het Cubaans Centrum voor Gen-engineering en
Biotechnologie (GIGB) [4] drukt het krachtig uit op deze manier: Cuba is
one of the nations that have mastered the GMO technology, and where the views
on this issue may be rationally discussed because our political system does not
defend individual economic interests, and its use is based on fair principles
with the ultimate goal of improving the quality of life of all the members of
our society.
In Cuba
worden de ggos niet als het probleem gezien, maar het wereldwijde politieke
systeem en de eigendomsverhoudingen waarin ze functioneren wel. Wat nog
verbazingwekkender is, is dat de Cubaanse ggo-technologie plaatsvindt binnen
een langetermijnshift van intensieve industriële landbouw afhankelijk van
chemische middelen naar een lowimputlandbouw.
Na de val
van Sovjet-Unie kwam Cuba in een ware voedselcrisis terecht. Door het gebrek
aan allerhande middelen [5] en niet in het minst aan brandstof en wisselstukken
lagen de grote Cubaanse landbouwondernemingen stil.
Cuba
besloot over te gaan naar een politiek van kleinschalige landbouwcoöperaties.
Chemische meststoffen en pesticiden werden vervangen door biomeststoffen en
wormcompost. De tractor werd vervangen door ossen en ploeg en traditionele
landbouwtechnieken zoals dubbelteelt en rotatie van de gewassen werden opnieuw
ingevoerd.
Binnen
deze transformatie wordt gentechnologie gezien als één van de wetenschappelijke
tools om de landbouw gebaseerd op monoculturen om te vormen naar lokaal
georiëntieerde duurzame landbouw. Het draait de Cubaanse wetenschappers niet om
de winst, maar om het voedsel.
Cubaans
onderzoek spitst zich wél toe op onderzoek die de gewassen o.a. voedzamer [6]
maken, of hoger rendement oplevert. De Cubaanse onderzoekers willen hun
technologie gratis ter beschikking stellen aan de boeren in zowel Cuba als de
rest van de wereld. Als we ggos in dergelijk perspectief bekijken, krijgen we
toch een ander plaatje.
Ecologie vs. technologie?
Misschien
vrezen Cubanen gentechnologie niet zo erg zoals wij doen, omdat ggos in Cuba
als wetenschap of als een technisch middel worden gezien en niet als een
instrument om kapitaal te creëren.
In het
licht van de ggo-aardappeloorlog halen vele experts terecht aan dat we in onze
samenleving technologie niet van de industrie kunnen scheiden. Wetenschap is
onderhevig aan financiële druk.
90
procent van de ggos zijn in handen van Monsanto. En laten we niet naïef zijn:
zij creëren geen ggos om nobele doelen te dienen, alleen om zelf (nog) meer
greep op de voedselketen en op de boeren hun portemonnees te krijgen. Maar
moeten we in een tegenreactie ons dan richten op de technologie zelf?
Maatschappelijk debat
In Cuba
wordt gentechnologie bij de teelt van gewassen nog niet massaal toegepast.
Cubaanse onderzoekers zijn al ettelijke jaren aan het experimenteren, maar nog
maar recent zijn veldproeven in open lucht toegelaten.
Sinds
2008 worden er in verschillende provincies enkele honderden hectares ggo-maïs
geproduceerd. Deze maïs is resistent aan het insect palomilla, dat de
Cubaanse maïsoogsten teistert. Sinds enkele jaren is ook in Cuba een groot
maatschappelijk debat aan de gang.
Cuba
heeft het Cartagenaverdrag in 2002 geratificeerd en verbindt zich dus om
rekening te houden met de schadelijke effecten die ggo-technologie op de
biodiversiteit kunnen hebben. Er zijn ook heel wat Cubaanse wetenschappers die
pleiten dat Cuba nog meer middelen zou moeten inzetten op andere alternatieven
vanwege de ongekende langetermijnrisicos die gepaard gaan met gentechnologie.
Conclusie
In het
debat pro of contra ggos kan het interessant zijn om naar het voorbeeld van
Cuba te kijken. Cuba is al relatief ver gevorderd in gentechnologisch onderzoek
bij gewassen. In tegenstelling tot andere landen is het onderzoek daar volledig
in handen van de staat.
De
onderzoeksinstelling, CIGB, wil met gentechnologie de grote problemen in de
Cubaanse landbouw aanpakken: de binnenlandse opbrengsten verhogen zodat Cuba
minder afhankelijk wordt van voedselimport.
Cuba
importeert ongeveer 60 procent van zijn voedsel voornamelijk soja, rijst, bonen
en maïs. Het onderzoek staat hier dus in eerste plaats ten dienste van de
boeren en de Cubaanse consument, niet ten dienste van de winst.
Het lijkt
er ook op dat onderzoek naar ggos niet uisluit dat er in Cuba een groeiende
tendens is naar kleinschalige duurzame landbouw. Er wordt bijvoorbeeld ook veel
onderzoek verricht naar traditionele landbouwtechnieken en natuurlijke
veredelingsmethodes om meeropbrengsten te verkrijgen.
Gentechnologie
wordt gezien als één van de vele middelen om dat doel te bereiken. Het land
heeft te kampen met zeer schrale landbouwgrond [7] en wordt steeds meer
geteisterd door klimaatsverandering (droogtes, orkanen,
) Pogingen om het
rendement van de teelten te verhogen, zijn m.a.w. geen overbodige luxe.
Op het
eerste gezicht lijkt het inderdaad contradictorisch dat een land als Cuba, dat
wereldwijd gewaardeerd wordt om zijn shift naar een agro-ecologisch
landbouwmodel [8], ook ggo-gewassen toelaat.
In Cuba
is momenteel, tussen wetenschappers, maar ook binnen de Asociación Nacional
de Agricultores Pequeños (ANAP, de organisatie die de belangen van de
kleine Cubaanse boeren verdedigt), een boeiend debat aan de gang.
Ook in
Cuba beseffen ze dat de introductie van ggos gevaren met zich mee kan brengen.
Bijlange niet alle Cubaanse experts zijn overtuigd. Het wordt een moeilijke
evenwichtsoefening. Kan het Cubaanse experiment aantonen dat ggos en
agro-ecologie niet per definitie incompatibel zijn?
De
toekomst moet het uitwijzen. Een ding staat vast: er zijn heel wat Cubaanse wetenschappers
optimistisch over de toekomst van ggos in Cuba. Deze wetenschappers dienen
alvast nobelere doelen dan Monsanto en co. Maar de vraag blijft nog steeds of
ggos geen afbreuk gaan doen aan de drie basispilaren van het agro-ecologisch
model: diversiteit, decentralisatie en voedselsoevereiniteit.
Laten we
terugkeren naar onze 'patattenoorlog' in Vlaanderen. Puur wetenschappelijk
gesproken kan je argumenten aanbrengen om deze ggos te ontwikkelen. Maar hier
is er van 'pure' wetenschap geen sprake. Hier staat de wetenschap helaas in
dienst van keiharde business.
Hier gaat
het om BASF die het experiment financiert. Hier gaat het om de voorbode voor de
verkoop van het patent aan de hoogste bieder. Hier draait het uiteindelijk om
de winst en niet om de wetenschap. Al wil ik hier helemaal niet gezegd hebben
dat de individuele wetenschapper, die bij dit experiment betrokken is, geen
goede bedoelingen heeft.
En daarom
blijf ik bij mijn standpunt: proficiat patattenbevrijders om het debat te
openen. Ook ik heb bijgeleerd. Ik ben me gaan verdiepen in het Cubaanse
standpunt en heb een andere kijk op de zaak gekregen.
Isabelle
Vanbrabant
Isabelle
Vanbrabant studeerde politieke wetenschappen en Conflict & Development aan
de UGent. Ze was vele jaren actief in de Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM)
en is actief bij Iniciativa Cuba Socialista. Ze schreeft in 2010 samen met
Katrien Demuynck het boekje 'Cuba. Revolutie met een groen hart'.
Noten
[1] Ggo
staat voor genetisch gemodificieerd organisme. Het gaat om het genetisch
manipuleren van gewassen.
[2] http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2011/05/31/dit-het-debat-dat-ik-wil-voeren-na-wetteren
[3] In de
Verenigde Staten moeten landbouwers die genetisch gemanipuleerde 'Roundup
Ready'-soja van Monsanto kweken een contract ondertekenen. Daarin verbinden ze
zich ertoe uitsluitend de onkruidverdelger Roundup Ready van Monsanto te
gebruiken en het volgende jaar opnieuw hun zaaigoed bij Monsanto te kopen. Ze
moeten afzien van het recht om een deel van de oogst te hergebruiken. Bovendien
moeten ze ermee akkoord gaan dat Monsanto hun boerderij gedurende de drie
daaropvolgende jaren op elk moment mag inspecteren. http://www.greenpeace.org/belgium/nl/wat-doen-we/landbouw-ggo/Problemen/ggo-patenten/
[4] http://www.cigb.edu.cu/
[5] Einde
van de handelsrelaties met de USSR en verstrenging van de VS-blokkade.
[6] http://laplaceramz.wordpress.com/2009/10/21/cuba-introduces-new-gmo-pineapple-variety-that-triples-yield/
[7] Een
erfenis die ze meedraagt vanuit de koloniale periode. Door eeuwenlange
monocultuur van suikerriet en het kappen van de bossen is er veel bodemerosie.
[8] Een
agro-ecologische landbouw berust op het verstandig gebruiken van
natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en ecosysteemdiensten, zonder ze uit te
putten.
11-06-2011, 15:21 geschreven door Daantje
|