Een artikel uit The Fruit Grower,
het Engels vakblad voor de traditionele fruittelers heeft mij sterk getroffen.
Er staan zeer behartenswaardige zaken in.
GM Gewassen kunnen het Bodemleven
verstoren
Stephan
Timmermans van Lucel Horticultural
in The Fruit Grower March 2006
Recent heeft de EU beslist GM (Genetic Modified: genetisch gewijzigde)
gewassen toe te laten. Zeer dikwijls worden nieuwe ontwikkelingen aan ons
voorgesteld als goed nieuws en als hulp voor de telers om problemen te
overwinnen.
Plagen en ziektes zijn voor de telers een grote
uitdaging omdat deze een grote weerslag hebben op opbrengst en kwaliteit.
Velen van ons leven in de mening dat
plagen en ziektes niet te vermijden zijn.
De beste vraag die men zichzelf kan stellen als deze
problemen zich voordoen is :
Waarom tast dit insect of deze schimmel
mijn gewas aan?
Is het om mij een kwade periode te
bezorgen? Of zou het kunnen dat ik iets verkeerd heb gedaan?
De natuur heeft simpel haar eigen manier om ons te
vertellen wat er gaande is.
Botritis
Als je bijvoorbeeld kijkt naar botrytis in aardbeien
is het interessant om te zien dat de Elsantas van kweker A al gaan rotten na
één vlaag en dat deze van kweker B zelfs na 10 regendagen nog niet rotten. Is
dat omdat B meer spuit?
Helemaal niet. Het ligt aan
de goede plantenvoeding.
Zolang als de teler zorgt voor voldoende
voedingsstoffen om de plant in evenwicht te houden, kan botrytis de plant niet
infecteren.
Regelmatige bodem en bladanalyses kunnen hierbij
helpen.
Overmaat aan nitraten (stikstof) zorgen wel voor een
donkergroen en weelderig bladerdek, maar voor waterige vruchten, die meteen
geïnfecteerd geraken.
De sleutel voor goede, stevige vruchten is een
gezonde, evenwichtige voeding.
In Nederland heeft een onderzoeker een GM aardbei
ontwikkeld die resistent is tegen botrytis.
Het is ongelukkig dat, in plaats van naar een
duurzame oplossing te streven, genetische modificatie van een plant voorgesteld
wordt als een manier om plagen en ziektes op te lossen.
Vervolgt
Genetische
Modificatie
Genetische modificatie is het kunstmatig veranderen van de genetische
opmaak van organismen (planten of dieren): GGOs:
Genetisch Gewijzigde Organismen. Via ingewikkelde laboratoriumtechnieken
worden hierbij stukjes DNA van één organisme gebruikt, om eigenschappen van een
ander organisme te veranderen. Synoniemen voor genetische modificatie zijn
genetische manipulatie, gentechnologie, recombinant DNA-techniek, genetische
transformatie en moderne biotechnologie.
De theorie zegt dat het alleen gaat om het inbrengen
van een stukje erfelijk materiaal, een gen. Ongelukkiglijk is dit niet het
geval.
Dr Anne Clark van de Universiteit van Guelph in
Ontario, Canada heeft hiernaar veel onderzoek verricht en zegt het volgende:
Ik wil duidelijk maken dat de problemen niet noodzakelijk liggen in de mate van
de genetische verwantschap tussen donor en gast. Dezelfde problemen doen zich
voor bij organismen van dezelfde soort (species). Aldus alhoewel het veel
ingrijpender en meer verstorend lijkt een gen te nemen uit een vis en dit
bijvoorbeeld in te planten bij een tomaat - zijn de neveneffecten , die volledig onvoorspelbaar zijn en daarom in
potentie gevaarlijk, dezelfde, onafgezien vanwaar het gen komt.
Het doel is dus met opzet een gen in te brengen in het
genenstel van de ontvanger.
Hierbij speelt het
toeval een rol, welke methode van inbrengen men ook gebruikt.
Men weet niet welk chromosoom op welke plaats
ingrijpt in de andere chromosomen. Men
weet ook niet hoeveel kopieën van een bepaald paketje in een bepaalde cel
zullen geraken. Dit kan één zijn, maar ook tien.
Deze zaken maken een heel verschil, niet simpel om een
bedoelde trek tot uiting te doen komen, maar ook bij een onverwachte zaak, of bij
niet tot uiting komen, of bij nog andere zaken, zonder verband."