Karmijn
de Sonnaville
Vijfentwintig jaar terug proefden we in de Veltwerkgroep fruit vele rassen en
gaven we enten door.
Karmijn de Sonnaville werd door iedereen als een topras
ervaren. Het is een kruising tussen Coxs Orange Pippin en Jonathan of Schone van
Boskoop. De beroepsmatige teelt startte in 1971. Piet de Sonnaville, verbonden aan
het IVT van Wageningen had de kruising al gemaakt in 1949. De appel heeft een
intense smaak, met een heerlijk aroma, een wonderlijke versmelting van zoet en
zuur. Zijn uiterlijk is wat ruw, gedeeltelijk bruinkleurig (russet in het
Engels). Soms ontstaan er groefjes aan de neus, wat de handel niet graag ziet. Daarbij
is het een triploïd en is veeleisend wat bestuiving betreft. Het
eigen stuifmeel is weinig zaaks. In de beroepsteelt is dit ras nu verlaten.
Een interessant ras voor de liefhebber, maar je moet het kunnen kweken.
Van dit ras kweekte ik 3 bomen. Op de grootste heb ik
nooit vruchten gezien. Twee jaar terug werd deze boom gerooid om plaats te
maken voor een boom die moest wijken voor het aardgastraché. Een tweede boom
had zeldzaam vruchten. Misschien kan daar in de toekomst verandering in komen,
want een dichtbij staande boom is omgeënt met een viertal rassen. Wellicht
verbetert de bestuiving. Boom nr. 3 in de kippenren werd vorig jaar omgeënt.
Deze boom heeft 2 gesteltakken, een schuin opgaande en een dikke hoofdtak. Deze
tak heb ik doorgezaagd en er vier enten (zelfde ras) op geplaatst (kroonenting), die alle
vier voorbeeldig groeien. Door bijknippen zorg ik ervoor dat ze ongeveer even
sterk ontwikkelen en in de toekomst de nieuwe gesteltakken gaan vormen. (Vervolgt)
|