Woodstock, 40 jaar later...
Drie dagen vrede en muziek. Dat was de belofte van de organisatoren van Woodstock, dat later zou uitgroeien tot de moeder van alle rockfestivals. Van de voorbereidingen tot het slotconcert, een reconstructie van die vier magische dagen in augustus 1969. Het werden er uiteindelijk vier, inderdaad.
(copyright Jérôme Rombaux)
Lente 1969 "Jonge mannen met onbeperkt kapitaal zoeken interessante investeringsmogelijkheden en zakenvoorstellen". Dat was de advertentie die de steenrijke John Roberts (26) en zijn pas afgestudeerde vriend Joel Rosenman (24) in maart 1968 lieten publiceren in de New York Times en Wall Street Journal. De echte bedoeling van de advertentie was niet om vers geld binnen te halen, maar om ideeën op te doen voor het schrijven van een doldwaze sitcom. In tegenstelling tot wat de legende laat uitschijnen, reageerden muziekmanager Michael Lang (24) en de toenmalige vice-directeur van platenlabel Capitol Records, Artie Kornfield (25), nooit op de advertentie. In hun zoektocht naar cash voor de organisatie van een groots opgezet festival werden ze door hun advocaat op het spoor gezet van Rosenman en Roberts.
15 juli De vijandige houding van de bevolking van Wallkill, dat uitgekozen was om het festival te verwelkomen, dwingt de organisatoren een nieuwe locatie te zoeken, precies één maand voor de start van het festival. Elliot Tiber, eigenaar van een bijna falliet motel, nodigt hen uit in Bethel, zowat 50 km verderop, waar landbouwer Max Yasgur hen voor 25.000 dollar 300 hectaren verhuurt rond White Lake. De locatie was belangrijk omdat Bob Dylan in de buurt woonde en zo verleid zou worden om te komen spelen. Maar uiteindelijk stelde zijn manager, Albert Grossman, teveel financiële en andere eisen.
Dinsdag 12 augustus De eerste festivalgangers stromen toe terwijl de voorbereidingen nog volop aan de gang zijn. De staf krijgt de hulp van een gemeenschap, van wie "goeroe" Wavy Gravy zichzelf uitroept tot minister van het Woord.
Vrijdag 15, 15 uur Twee uur vóór het eerste concert, meldt Chip Monk -die belast is met de aankondigingen- aan de massa mensen, die reeds door de hekken zijn gebroken, dat het festival voortaan gratis is. Duizenden mensen hebben hun wagen op meer dan 20 km van de festivalweide achtergelaten, anderen zullen nooit ter bestemming geraken. Verkeersopstoppingen verlammen de hele staat New York.
Vrijdag 15, 17.06 uur Richie Havens schiet het festival op gang. Zijn set zou een uurtje duren, maar uiteindelijk moet hij ruim drie uur (!) improviseren. Sweetwater, dat na hem moet spelen, zit hopeloos vast in de file. Vrijdag 15, 21.30 uur. De regen onderbreekt het concert van Ravi Shankar. Na een tijdje hervatten de optredens met een doodsbange Melanie Safka, opgevolgd door Arlo Guthrie en Joan Baez. Het risico om geëlektrocuteerd te worden was in die dagen niet irreëel !
Zaterdag 16, 11 uur Na de plaatselijke groep Quill, verschijnt 'Country Joe' McDonald op het podium. McDonald wordt het symbool van de strijd tegen de oorlog in Vietnam dankzij zijn beroemde "Give me a F...U...C...K", dat door het publiek in koor wordt overgenomen. John Sebastian effent het pad voor de jonge Carlos Santana en zijn band, voor wie Woodstock de grote doorbraak zou betekenen.
Zaterdag 16, 23 uur Na concerten van Grateful Dead, Creedence Clearwater Revival (die jammer genoeg niet op de LP zouden verschijnen wegens juridische problemen) en Janis Joplin verschijnen de eerste ernstige problemen: The Who en daarna ook Jefferson Airplane eisen contant geld voordat ze beginnen te spelen. Het is laat, maar John Roberts slaagt erin zijn bankier te overtuigen en het geld te laten overvliegen. The Who begint om 1 uur eindelijk te spelen, maar vrij snel stormt een compleet stonede vrijwilliger het podium op. Pete Townshend, sowieso al niet tuk op hippies, slaat hem in paniek met zijn gitaar neer.
Zondag 17, 7 uur Jefferson Airplane maakt de mensen wakker, maar die hebben andere zorgen aan hun hoofd. Er gaan te veel drugs van slechte kwaliteit rond, er is geen eten en een tekort aan drinkwater en toiletten. Gelukkig maakt een honderdtal gezinnen duizenden sandwiches klaar en een hotelhouder laat duizend hardgekookte eieren aanrukken. Zondag 17, 15.20 uur. Meteen na het optreden van Joe Cocker verandert een verschrikkelijk onweer de omgeving van White Lake in een modderpoel, terwijl 450.000 hippies de regen eenstemmig met een Crowd Rain Chant (een oude Indiaanse traditie)vragen op te houden.
Maandag 18, 3 uur Crosby, Stills & Nash treden eerst op als akoestisch trio en daarna met Neil Young in een elektrische versie. Het onvergetelijk concert duurt twee uur. De optredens van Paul Butterfield en het anekdotische Sha Na Na gaan onopgemerkt voorbij.
Maandag 18, 7 uur 's ochtends Terwijl de festivalweide stilaan leegloopt, zijn de laatste 50.000 mensen er getuige van hoe Jimi Hendrix het Amerikaanse volkslied op geheel eigen wijze verkracht. Het festival eindigt in schoonheid, ondanks het slechte weer, twee doden en een financiële schuld van 1,3 miljoen dollar.
Wij, Europeanen, zouden pas maanden later goed beseffen wat het Festival Woodstock voor de (muziek)geschiedenis en voor beginnende artiesten betekend heeft. In 1970 konden wij genieten van de lange (documentaire) speelfilm van Michael Wadleigh. Zie volgende link: http://nl.wikipedia.org/wiki/Woodstock_(film)
De officiële affiche van het festival dat plaatsvond op 15, 16 en 17 augustus 1969 en dat de geschiedenis inging als het Woodstock Festival.
Jimi Hendrix in een legendarische pose op het moment dat hij de Star Spangled Banner (het Amerikaanse volkslied) op zijn eigenzinnige wijze verkracht, als protest tegen de oorlog in Vietnam.
Joe Cocker brak dankzij het festival definitief door en zijn spastische bewegingen, de voorloper van de luchtgitaar, zijn in het collectief geheugen gebeiteld.
Janis Joplin, solo (dus zonder haar band Big Brother & The Holding Company) gaf één van de beste performances ooit.
De toeloop van hippies en andere muziekliefhebbers was zodanig groot dat er in dat week-end ongeveer 1 miljoen mensen onderweg waren, met als gevolg een immense verkeerschaos !
De legendarische hoes van de drievoudige elpee die later verscheen en een mooi verslag was van het festival.
De grote afwezigen !
Bob Dylan heeft nog altijd spijt dat hij er niet bij was, terwijl hij in de buurt woonde en zijn groep, The Band, wel op het podium stond. John Lennon wilde wel komen met The Plastic Ono Band, maar niet met The Beatles, die door zoveel organisatoren achternagezeten werden. Led Zeppelin werd elders beter betaald. The Rolling Stones waren niet uitgenodigd wegens "te ontstuimig". Altamont zou de organisatoren enkele maanden later gelijk geven ! Joni Mitchell kreeg de toelating van haar manager niet. Frank Zappa had geen zin om in de modder te gaan spelen voor een paar duizend "arme drommels". Jeff Beck, The Doors, Jethro Tull, The Byrds en The Moody Blues hebben doodeenvoudig de uitnodiging afgewimpeld.
|