Ondanks koude dagen draagt Fitis al een ei. Vanmorgen om 4.00 uur was ik al aanwezig op de ringplek aan het Tjeukemeer. Op de heenweg kwam ik lichte motregen tegen doch de wind was gelukkig zwak. Direct bij aankomst in het donker keken twee ogen me strak aan, het bleek een grijze vlekjes kat te zijn op de polderdijk.Geschrokken van mijn hoofdlamp zette hij het op een lopen richting boerderij. Na het opzetten van de netten was de lichte motregen verdwenen en kwam de eerste zang van de vogels langs de oever langzaam op gang. Opvallend veel Fitis en Tuinfluiter lieten hun zang horen. Er werden vanmorgen een 30 tal vogels gevangen, zie bijgaande verslag.
Een mooie ringmorgen op Koninginnedag aan het Tjeukemeer.
De ringmorgen aan het Tjeukemeer begon met veel grondmist doch bleek een succesvolle morgen te worden. Vooral Zwartkop en Fitis waren duidelijk nog op doortrek. Maar liefst 15 soorten werden er gevangen en daarbij waren diverse die we dit jaar voor het eerst op de ringplek worden gezien. In de Bijlage een verslag van de prachtige ringmorgen.
Ondersoort transitiva van Boerenzwaluw aan het nestelen in Nederland?
Als Boerenzwaluw ringer en onderzoeker hou ik me al enige tijd bezig met de Boerenzwaluwen en ring en onderzoek ze. Op www.waarneming.nl vond ik enkele dagen geleden een foto van een Boerenzwaluw mannetje (fotograaf Dirk Huitzing) die op 25 april in de Krimpenerwaard in Polder de Nesse was gemaakt. De vogel was aan het nestmateriaal (modder) verzamelen en dus duidelijk een eksemplaar dat in de omgeving een nest aan het bouwen was. Opvallend aan deze Boerenzwaluw was dat de gehele keel,buik en onderstaart sterk donkerbruin tot roodbruin was hetgeen bij Boerenzwaluwen maar weinig voorkomt.Dit noemen we de "boissonneauti" vorm en is een variant op bij ons broedende vorm Hirundo rustica rustica.
Roodbruine onderzijde bij Boerenzwaluwen heb ik wel vaker in Friesland aangetroffen bij volwassen vogels (vaak mannetjes) zij het dan in verschillende fases, doch m.i. nooit hoger dan score 3 volgens het Handboek Birds of the Western Palearctic (BWP),deel 5, 1988 blz 272.
De scores volgens het Handboek zijn;
0.Virtually white. 1.Dingy-white or cream-white. 2.Cream or cream-pink. 3.Pinkisch cream-buff with rusty tinged under tail-coverts. 4.Rufous-buff, like Hirundo rustica transitiva 5.Rufous-chestnut, like Hirundo rustica savignii and Hirundo rustica tyleri.
De scores van 0 t/m 2 komen regelmatig voor in Friesland (en Nederland?) , score 3 is tot nog toe de hoogste die ik in Friesland zag (Terwispel). De scores 4 en 5 volgens het Handboek zijn m.i. zeldzaam voor Nederland en duiden mogelijk op de ondersoort(en) H.r. trasitiva /savignii of tyleri. De waarneming en foto van Dirk Huitzing is m.i. een Hirundo rustica transitiva. Kees Roselaar van het NCB Naturalis wees me erop dat de de z.g. "boissonneauti" vorm eigenlijk maar moeilijk te onderscheiden is van de vorm transitiva , eigenlijk moet je een geringde broedvogel uit het transitiva gebied hebben en deze vergelijken met de "boissonneauti" vorm die hier aangetroffen wordt. Voor ringers, en ook fotograven, ligt hier een mooie uitdaging om ook eens te kijken naar al deze varianten bij de Boerenzwaluw die in ons land voorkomen. De foto van Dirk Huitzing is m.i. de eerste die een score van 4 bereikt (zie ook Boerenzwaluw Journaal 2011 blz.9). Ringers en fotograven in Nederland (en Belgie?) zouden fotos kunnen maken van ringvangsten en waarnemingen van broedvogels om zo de verschillende scores te kunnen vastleggen. Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe de verhoudingen van deze kleurvariaties bij broedvogels.
In de Bijlagen heb ik de verschillende kleur variant codes op een rij gezet. Van de codes 0 en 5 heb ik eigenlijk nog niet zulke mooie fotos gevonden. Codes 1 t/m 3 komen het meeste voor in Nederland? Wie heeft er nog duidelijker voorbeelden?
Op 20 april 2012 tijdens de eerste ronde van het Constant Effort Site (CES) ringproject aan de noordoever van het Tjeukemeer kwam een Houtduif in een van de vangbanen terecht. De vogel probeerde door middel van "schrikrui" te ontkomen. Houtduiven worden maar zelden aan de noordoever van het Tjeukemeer gevangen, in de periode 1985 -2011 waren dat er maar zes (1988 -1,1995-1, 1998-2, 2003-1en 2007-1). De soort kan behoorlijk oud worden volgens de literatuur zelfs meer dan 16 jaar. Ze broeden op allerlei plekken, ook in steden en dorpen in parken. De vogels leggen 2 eieren per legsel en kunnen vaak meerdere keren per seizoen jongen groot brengen. Soms worden er in Friesland tot in december nog nesten met jongen gevonden. De soort broedt niet op de ringplek Rohel Tjeukemeer doch komt verder richting Vierhuis wel voor als broedvogel, zij het dan in gering aantal. Een verslag van de ringactieviteiten en verdere bijzondere waarnemingen zie de Bijlagen.
Op 12 april al vroeg in de ochtend afgereisd naar de noordoever van het Tjeukemeer.De weersvoorspellingen waren goed en bij aankomst was er dan ook weinig wind en er was geen mistvorming. De vangsten waren vanmorgen niet slecht. Vooral veel Fitis en Tjiftjaf, doch ook de Zwartkop liet zich meer zien en vangen. Zelfs een nieuw Witsterblauwborstje kreeg een nieuwe ring. Maar wat spannend was kwam toch later in de morgen vanuit het westen onze kant op. Plotseling hoorden we rondom allerlei gekrijs in de struiken en vlogen er verspreidt een 8 tal Gaaien over naar oost. De vogels vlogen niet hoog en een deel kwam zelfs in de bosjes. Bijgaande een verslag van de succesvolle ringmorgen.
Al vijf ringvangsten aan noordoever van Tjeukemeer
Op 5 april smorgens om 4:20 uur al aanwezig op de ringplek te Rohel. Koud en zwaar bewolkt.Eigenlijk geen mooi weer voor de kleine zangertjes,doch de wilgenkatjes bloeien al en als dat er is kan ook de eerste fitis al snel terplekke zijn. Op 2 april hoorde Durk Visser uit Joure er bij de Put van Nederhorst bij Langweer al een eerste zingen doch zelf had ik er nog geen waargenomen laat staan gehoord op die dag. Vanmorgen heb ik het geluid ook niet gehoord, doch plotseling tussen de diverse Tjiftjaffen trof ik er een vijftal aan. Ze zijn er dus al! Naast de Fitissen werden er weer een flink aantal andere soorten vogels gevangen . In de onderstaande Bijlage een verslag van de vangsten met nog een vroege gast!
Als ik dit schrijf zijn er op
enkele plekken in Friesland al vroege Boerenzwaluwen waargenomen.
Het is nog vroeg voor onze
lenteboden doch in het zuiden en midden van ons land zijn ze al volop
waargenomen. In de regel keren de vroegste vogels zo rond eind maart hier terug
en zoeken hun plekjes op in de stallen of schuren. De hoofdmoot verschijnt echter in de 1e of 2e decade van april.Wie zag de eersten in uw woonplaats?
De aankomst kan soms wat door weersomstandigheden
uitgesteld worden. In De Hoeve,Oudega, Makkinga en Burgum waren in de eerste dagen van april al enkele te zien doch de hoofdmoot komt vaak
in de eerste week van april. Vroeg was een melding van 19 maart toen er eentje bij Bolsward gezien werd door Otte Spoelstra. Op de 21e maart waren er ook al Boerenzwaluwen in HilaerderMieden bij Hylaard en het Fochteloerveen .Eind maart doken er bij Ter Idzard, Stiens en de Leonserpolder tussen Hylaard en Jorwerd ook al vroege Boerenzwaluwen op.
Maar eentje maakte er nog melding van dat de eerste in de schuur terug was gekeerd en dat was in Wommels bij Fam.Schraa waar op 27 maart al een vroege vogel in de schuur zat te kwetteren.
Het gaat de laatste jaren steeds
minder goed met de Boerenzwaluw, ze komen in steeds minder hoge aantallen terug
uit het verre Afrika. Met het vinden van voedsel hebben ze in Friesland minder
moeite doch het vinden van een geschikte broedplek wordt elk jaar slechter.
Veel oude boerderijen met een (hooi) schuur en of kalver hok verdwijnt en de
moderne ligboxstallen herbergen niet allemaal meer van die geschikte broedplekken.
In oudere boerderijen met nog een grupstal komen nog de meeste broedparen voor,
zo waren er bij boer Talsma in Warga zelfs in 2011 maar liefst meer dan 40
paar.
Voor het onderzoek naar de achteruitgang van de soort in ons land doe ik
al vanaf 1992 mee aan de studie naar de oorzaken van deze achteruitgang, heb
van het Ministerie een speciale vergunning om ook aan de vogels zelf biometrie
onderzoek te doen. Graag kom ik in contact met boeren of bewoners die hoge
concentraties van broedende zwaluwen in hun stallen of schuren hebben.
In 2011, het jaar van de
Boerenzwaluw, zijn er op verschillende lokaties in Nederland Boerenzwaluwen
voorzien van speciale geolokators,kleine zendertjes op de rug, voor Friesland zijn 20 van deze speciale
geolokators door ons aangebracht op plekken waar de vogels gemakkelijk teruggevangen kunnen worden. Deze geolokators
moeten ons veel meer informatie verschaffen over de trekroute, treksnelheden en
om de overwinter gebieden beter in kaart te brengen.
Dit voorjaar komen de Boerenzwaluwen met zenders (0.7 gram) terug uit Afrika en is het dus opletten of je er eentje ziet! Graag direct melden op 0513-414788 of j.d.jongringer403@home.nl
Verder horen we graag jullie ervaringen
en belevenissen met zwaluwen hoe vroeg ze terug keren en op welke
plekken ze wel tot nestelen komen. Het blijkt dat er in sommige jaren ook
minder eieren geproduceerd worden, en bij koude voorjaren komt het nogal eens
voor dat er veel jongen omkomen door de kou, nesten zitten dan net op plaatsen waar
veel koude wind door stallen (vooral in ligboxen) waait. Soms kan daar wat aan
gedaan worden door op voor de vogel geschikte broedplekken te creeeren.
We zijn er benieuwd of er in Friesland
ook sprake is van afname van de broedpopulatie van Boerenzwaluwen.
Op woensdagmorgen 28 maart al vroeg uit Joure vertrokken naar de ringplek aan het Tjeukemeer. In Joure had ik nog weinig te duchten van de weersomstandigheden het zicht was redelijk helder. doch toen ik door de tunnel richting Ouwsterhaule reed kwamen de eerste mistbanken me al tegemoed. Dit werd steeds erger toen ik door Ouwsterhaule richting Oldeouwer reed. Met een slakkengangetje bereikte ik de ringplek. Potdicht was het van de mist!Toch maar de netten geplaatst daar het misschien snel weer optrok door de zon dacht ik nog. Niks van dat, het duurde ruim tot over 9.00 uur eer de mist verdwenen was. Er werden maar een 10 tal vogels gevangen waaronder een prachtige Witsterblauwborst. Fokke Stastra uit oldeouwer was mee en trof het niet qua vogels. Hieronder het verslag van de mistige morgen.
Op vrijdag morgen was het bij zonsopkomst een stuk kouder aan de noordoever van het Tjeukemeer tijdens het ringonderzoek aan vogels. Bij zonsopkomst lag er op de vegetatie een dun laagje rijp en met de Noord oostelijke wind voelde dit koud aan. Van de Blauwborsten weet ik dat ze altijd vroeg aanwezig zijn dus snel het geluid aangezet en na een 15 minuten hing er eentje in de netbaan voor de speaker! Blauwborsten zijn prachtige vogels om te zien en langs de oever van het Tjeukemeer broeden ze elk jaar wel in klein aantal. De Tjiftjaffen hielden zich vanmorgen nog opvallend stil, toch waren ze wel aanwezig gezien de vangsten. Een Ransuil kwam in de ochtend schemering nog even langs en bleef in de omgeving van de netten wat rondhangen, kennelijk aangetrokken door de zang van de Blauwborst uit de speaker. Na het opkomen van de zon kwamen ook de andere zangvogels los, doch van doortrek was nog maar weinig sprake. Er zijn in totaal 21 vogels gevangen, zie voor een verslag de Bijlage.
Op woensdag 21 maart vroeg vertrokken naar het Tjeukemeer voor de vangst op vroege Tjiftjaffen. Op weg naar de ringplek af en toe enkele spatten regen. Het zou een zonnige en niet koude ochtend worden. Tjiftjaffen waren er wel, doch er was weinig verplaatsing langs de oever.Wel af en toe enkele Tureluur overtrekkend gehoord, stellig de eerste aankomers op de Friese weiden. Grauwe ganzen waren er bij aankomst diverse op het Tjeukemeer, deze soort is de laatste jaren spectaculair toegenomen in Skarsterlan. De Tjiftjaffen lieten zich vanmorgen nog weinig horen.Slechts enkelen hadden vetscore 1. In de Bijlage het verslag van de 2e ringochtend in 2012.
Rietgors laat zich vangen aan de noordoever bij Rohel.
Vanmorgen al weer vroeg op pad, om 4.15 uur ging de wekker. Voor het eerst dit jaar weer naar Rohel om vogels te vangen en te onderzoeken. Bij het openen van de gordijnen vanmorgen gelukkig geen mist, alhoewel dit wel te verwachten was aldus P.Paulusma de weerman. Er was ook weinig wind zodat het een mooie morgen leek te worden. Na ontbijt en de rit naar Rohel kwam ik bij het witte bruggetje van Rohel aan, wat een rust en serene toestand, zouden er wel vogels zijn? Gelukkig bleek er na het opkomen van de zon al snel dat vogels als Zanglijster, Merel en Winterkoning al zongen , dus grote kans dat er een van gevangen zou worden. Op 2 plekken al zingende Winterkoningen, dit had ik eigenlijk na zo'n vrij heftige winterperiode met temperaturen onder de -15 graden eigenlijk niet verwacht. Van de Rietgors bleek er toch al een flink aantal aanwezig op de ringplek waarvan ik er een 6 tal kon vangen. Ook een 1e Tjiftjaf kon met behulp van geluid naar de netten gelokt worden. Voor de vangstcijfers zie mijn verslag onderaan dit berichtje.
Vorig jaar november zag ik de Knobbelzwaan met de gele halsband AY29 in de Haskerveenpolder voor het laatst. Ik was eigenlijk wel benieuwd of de vogel de winter ook had overleefd omdat ik vorige week er toch wel diverse dood had zien liggen in de weilanden rond Oudehaske.Gelukkig trof ik de vogel op 23 februari met zijn wijfje aan de Vegelinsweg. De vogel liet zich wel dicht benaderen zodat ik zelfs met mijn gewone veldkijker de Helgoland Germania ring kon aflezen.Dit mannetje die inmiddels al zeker 13 jaar,6 mnd en 13 dagen de ring draagt is toch al aardig op leeftijd. Vanmiddag (3 maart)weer even gekeken doch kon de vogel niet zo weer ontdekken, mogelijk dat hij al een geschikte nestplek met zijn vrouwtje heeft opgezocht of dat ze toch ergens in een slootje in de landerijen verblijven. Soms zoeken ze een plekje om te nestelen dicht bij de boerderijen doch ze kunnen ook best vertrokken zijn. Wie de vogel na 23 februari nog gezien heeft graag even melden.
Gisteren kreeg een een berichtje van Bertus Rijpkema (Reling ,Joure) binnen dat er aan de oostkant van Joure in het plan de Ekers bij de vijverpartijen een gans gezien was met een groene halsband. Vanmorgen was het niet zo mistig zodat ik besloot om er op uit te trekken om deze gans op te sporen, voor hetzelfde was ie natuurlijk al weer lang vertrokken. Ik weet dat er de laatste jaren steeds meer Grauwe ganzen in de omgeving van Joure broeden zodat ik ergens hoopte dat de vogel in deze omgeving rond blijft hangen. Rond 8.15 uur op pad richting oostkant van Joure. Op de Haskerveldweg waren al een tweetal paren Scholekster druk aan het voedsel zoeken en een 15 Roeken en zeker 8 Meerkoeten hadden de plek ook gevonden. Bij de kruising van de Wildehornstersingel trof ik vogellaar Durk Visser die ook zijn natuurrondje maakte. Nog weinig nieuws, allen wat zingende Zanglijsters, Merels en Koolmees aldus Visser. Terwijl we stonden te praten vloog er een mannetje Sperwer de struiken in op zoek naar prooi en een Gaai zat boven in een Els. Durk ging verder de singel in en ik vervolgde mijn weg naar de Grauwe ganzen. In en bij de poeltjes trof ik een veelheid van vogels aan, zeker 4 paar Scholekster, 6 paartjes Krakeend, 5 paar Kuifeend, 12 paar wilde/verbasterde eend, 6 paar meerkoet,1 paar fuut, 1 paar Nijlgans en een 60 tal grauwe ganzen. In de vijver trof ik geen ganzen met halsband aan zodat ik even door het plan de Ekers ben gefietst. Een Torenvalk zat oostelijk van het gebied wat in het topje van de bomen. Op de landerijen ten noorden van plan de Ekers een 40 tal Stormmeeuwen en tiental Kokmeeuwen zoekend naar voedsel. Een groepje van 13 Wulp vloog over richting Noordoost. Aan het einde van plan de Ekers gekomen tot de slotsom gekomen dat de gans met de halsband zeker verdwenen was zodat ik rustig de weg terug aflegde. Bij de kruising gekomen van de Haskerveldweg en de Wildehornstersingel keek ik nog even over de landerijen , en warempel daar liepen twee gansen waarvan er eentje (mannetje) een groene halsband droeg. Op de heenweg zaten deze er nog niet, waar kwamen die nou vandaan? Snel de kijker erop gericht voordat ze wegvlogen en de halsbandcode afgelezen.
Thuis gekomen de code op de website van www.geese.org gezet en na luttele seconden kreeg ik het levensverhaal. De vogel was als jong mannetje in De Deelen (bij de Tijnje) geringd op 18 juni 2007 door Berend Voslamber. Voor het eerst werd de vogel in 2008 op 16 februari bij de Deelenput gezien door Romke Kleefstra.Tot 13 november 2008 bleef de vogel maar wat in Friesland omzwerven todat hij plotseling op 30 december 2008 gemeld werd in Spanje bij La Marisma de Hinojos,Huelva. Op 1 maart 2009 was ie weer terug in Friesland en wel te Rotsterhaule, waar hij op 23 augustus van dat jaar voor het laatst was gezien door Romke Kleefstra. In 2010 zag Romke de vogel weer op 21 februari bij de Koarte Ekers. In 2011 was de vogel voor het laatst op 14 oktober nog in het Oosterschar bij Rotsterhaule aanwezig en in 2012 ontdekte Frans Ozingaop 11 februari de vogel weer aan de Lange Ekers bij Joure. En nu voor het laatst is de vogel dus op 3 maart weer dicht bij Joure te zien. Een echte "Jouster" dus.
Door de groene halsband kunnen we de vogel dus volgen waar hij in zijn leven verblijft. Een uitstapje naar Spanje voor deze Grauwe gans blijkt een verrassing. De laatste jaren worden er nogal wat ganzen met verschillende kleuren en met diverse letter/cijfer combinaties gezien in het Friese landschap. Heeft men een gans gezien en de letter cijfer combinatie afgelezen en of gefotograveerd dan kan men achter zo'n code het hele leven van de gans volgen. Diverse waarnemers vinden het een "sport" om zoveel mogelijk soorten en gekleurde halsbanden af te lezen met een sterke telescoop (gemakkelijk) doch ook met een gewone kijker is de code soms gemakkelijk af te lezen. Straks als de ganzen tot broeden over gaan is het interessant om te weten waar en op welke plek deze vogels tot broeden komen, dus als men de komende weken in het veld zo'n gans met halsband tegenkomt geeft het dan even door. Het Wetenschappelijk onderzoek stelt U waarnemingen bijzonder op prijs. Ook andere halsbanden en of kleurring meldingen , ook van andere soorten, zijn welkom.
Eind februari (25e) al was ik naar de Blauwgraslanden in Akmarijp geweest om de Wulpen te tellen voor het Staatsbosbeheer. Toen al ontdekte ik dat er nog steeds geen Grutto's terug waren gekeerd naar onze contreinen. Wel al waren toen de eerste groepen Scholeksters terug op het strandje in Skipsleat te Joure. Op 25 februari waren er in de Blauwgraslanden vele duizenden Kieviten te zien die regelmatig opvlogen omdat de ganzen (Kol-Brand en Grauwe) nogal onrustig waren. Enorme aantallen ganzen verbleven daar op de slaapplek op het onder water staande Blauwgrasland. Naast Kieviten verbleven er ook een 140 Goudplevieren, 4 Bergeend, een 10 tal Buizerden, 3 Wulpen en... helemaal achterin op een hekkepaaltje 1 Slechtvalk. De Veldleeuwerik zong al boven de landerijen, dit is een van die plekken waar je de soort (helaas) nog regelmatig kan aantreffen. Maar die avond geen Scholeksters, Grutto's Tureluurs gezien. Dus 2 maart er in de middag , nadat de mist van smorgens was opgetrokken er maar weer eens op uit naar de Blauwgraslanden om te kijken of ze er nu al waren want het is per slot van rekening al maart. Wel trof ik een groepje van 7 (6+1) binnenkomende Wulpen aan, de Goudplevieren waren alle verdwenen en de Kieviten leken nog massaler aanwezig dan vorige week , nu rond de 4000 (!) in getal. Zelfs 2 Scholekster zaten wat op een modderig stukje naar voedsel te zoeken doch weer geen Grutto's. Nu ontdekte ik dat er zelfs twee Slechtvalken waren die hier stellig hun overwintergebied hebben, eentje zat weer achterin de Blauwgraslanden en de andere zat op een paaltje langs het weggetje naar de Blauwgralanden.
Hoorde op de radio dat Jos Hooymeijer van RUG in Groningen meldde dat de Grutto's een slechte periode hadden gehad vanuit Afrika naar Europa en dat de vogels in Spanje maar nauwelijk op konden vetten door de droogte daar. Kurkdroog waren de rijstvelden en dus konden ze zich niet opladen en bijtanken voor ze naar de broedgebieden gaan. De Grutto's zullen het dit jaar dus w.s. slecht hebben en laat, of mogelijk helemaal niet, meedoen aan het broedproces. Voor het leggen van de 4 grote eieren moeten ze in goede lichamelijke conditie zijn!
Jammer dus , ik had nog steeds geen Grutto's gezien in Skarsterlan. Schrale troost was dat Sabine Lenis uit Joure me op 1 maart al telefonisch meldde dat ze vijf Grutto's had gezien tussen Goingarijp en Terkaple , op 29 februari zag ze daar al haar eerste. Er is dus nog hoop dat er meerdere terug zullen keren. Ik ben dan ook benieuwd of er de komende dagen op meer plekken in Skarsterlan (en daarbuiten) grotere groepen zullen worden ontdekt op de landerijen. Hou me aanbevolen voor meer meldingen en telefoontjes. Sabine Lenis zag ze dit jaar voor het eerst in Skarsterlan, waneer zag jij de eerste Grutto dit jaar? Ik heb (helaas) nog niet het genoegen gehad doch blijf volhouden.
De laatste weken kreeg ik van twee plekken in Friesland fotos toegestuurd van waarnemers waarop een Pimpelmees stond afgedrukt die een zeer lange snavel had. Je komt bij weidevogels af en toe wel eens een Scholekster tegen die gekruiste snavels heeft doch je verwacht niet dat een soort als een gewone Pimpelmees deze vreemde afwijking zal hebben. Waarnemer Henk Adema uit Ferwerd zond me een foto toe die hij op 6 januari 2012 maakt van een Pimpelmees op een vetbol in de tuin. Hij schreeft me op 22 januari dat de vogel eigenlijk al enkele weken was te zien. Vanuit Drachten kreeg ik van Fam Hamstra op 23 februari ook een foto toegestuurd van een zelfde verschijning. In eerste instantie dacht ik; hee wat vreemd, zou het een en dezelfde vogel zijn? Doch als je goed de beide vogels bekijkt dan is dat niet zo. De vogel uit Drachten heeft alleen een verlengde bovensnavel en die uit Ferwerd heeft zowel de ondersnavel als de bovensnavel verlengd.Ik vraag me af of de afgelopen winter er op meer plekken van deze afwijkingen aan mezensoorten zijn geconstateerd.Ik had tot nog toe nog nooit dergelijke Pimpelmezen gezien met zulke lange snavels. Nu de Koolmees en Pimpelmees al weer de nestkasten gaan inspecteren en vanuit de omgeving al hun territoria zang laten horen ben ik benieuwt of er dit jaar ook betere resultaten qua broeden zullen worden bereikt. Het broedseizoen 2011 was voor veel soorten mezen slecht, de vooruitzichten voor dit jaar lijken (goed beukenootje jaar) veel beter. Nestkasten kan men nu het beste inspecteren op gebreken en controleren of de ophanging nog goed is. Het is vooral zaak dat nestkasten van binnen goed droog zijn en van de juidste invliegopening zijn voorzien. We zien helaas maar weinig variatie in invliegopeningen bij nestkasten in tuinen. Wilt U ALLEEN Pimpelmees in U kastje maak de invliegopening dan rond 26 mm. Voor andere kastjes past U variatie toe in kastgrote en invlieggatdiameter. Koolmees b.v. 32 mm, Spreeuw 35 mm en Gekraagde Roodstaart 46 mm invlieggat. Zo krijg je een meer gevarieerde broedvogel bevolking in je tuin.
24 februari 2012. Jan de Jong,Joure. Tel.0513-414788
Als ik dit schrijf is de strenge vorst al weer op zijn retour doch de kou zit nog wel in de lucht. Het sneeuwde vanmorgen en vanmiddag licht. De afgelopen weken hebben we veel vogels in nood kunnen zien. De Houtsnippen vluchten voor de noordelijke koude en werden op allerlei plekken ziek, gewond of zelfs dood gevonden. Van Pieter Schaap uit Snikzwaag kreeg ik een Houtsnip die bij zijn moeder in de tuin was gevonden, mogelijk tegen een vensterruit gevlogen toen hij op de vlucht was voor de kou. Tonny de Jong uit Joure bracht me een zwaar zieke en gewonde Kerkuil die hij aantrof op de Meenscharweg. De vogel werd belaagd door een Buizerd die deze zwakke vogel verwonde. Wonden aan vleugel , rug en kop en een blind oog waren te slim en zijn dan ook de reden geweest dat het eksemplaar al na enkele uren sterfde. Van Eelke Bosma uit Haskerhorne kreeg ik een telefoontje dat er aan de Beukenlaan in Joure een dode Watersnip was aangetroffen en dat er vorige week een Woudsend een dode Ransuil was gevonden. Er zullen op wel veel meer plekken slachtoffers zijn gevonden, de Vogelwacht van Heerenveen is vorige week begonnen met het bijvoederen van de vogels bij de wakken rondom Heerenveen. Velen voeren actief bij woningen met vetbollen en zaden. Lijsterachtigen zijn dol op appels en ander fruit afval. Nu de sneeuw en mogelijk ook de ijzel voor een afdeklaag zorgen in de komende dagen is het belangrijk dat er op de vaste voederplekken wordt door gevoerd. Aan de kust langs de Wadden en bij Lauwersoog zijn al veel dode Scholekster, Tureluurs en Steenlopers aangetroffen ,daar zijn moeilijk maatregelen voor te bedenken. Het bijvoederen is nu een belangrijke zaak geworden vooral veel lijsterachtigen , Winterkoningen, Vinken ,Sijsjes, Kepen , etc. komen op voedertafels aan.
Op 31 januari laat kreeg ik een telefoontje van een vogelopvang Marssum dat er bij Franeker een Slechtvalk gewond was gevonden en bij hun binnengebracht was. De vogel was aan de linker vleugel en de rechterpoot gewond. Normaal zie je Slechtvalken altijd in de buitengebieden doch deze was kennelijk bij het oversteken van de weg niet snel genoeg geweest. De gewonde Slechtvalk droeg een Noorse pootring zo deelde Mevr. van der Veer van de Vogelopvang Marssum me mee, deze ring zou door het asiel worden opgegeven en ik zou er nog wel van horen waar ie weg kwam. Normaal duurd zoiets even voordat de informatie binnen is doch in dit geval kreeg ik van hen direct al bericht retour, de vogel bleek als nestjong geringd te zijn op 9 juni 1998 te Hovsherad, Rogaland,Lund op 598 km van Franeker. Zeker 13 jaar en 7 maanden en 22 dagen oud maar liefst was de vogel geworden! Ringvondsten van Slechtvalken in Friesland zijn zeldzaam. Waarnemingen uit Friesland zien we de laatste jaren steeds meer binnenkomen. Zo zag ik zelf op 31 januari 2012 tussen Joure en Heerenveen op een parkeerterrein ook een Slechtvalk met een prooi zitten op een 20 tal meters van de rijbaan. De vogel had een duif te pakken en was deze aan het plukken. Ook bij de Blauwgraslanden van Akmarijp is de laatste jaren wel eens eentje gezien. Slechtvalken zijn rappe jagers in het veld, toch is er onder hen dus ook wel eens een die "zonder te kijken " de weg oversteekt , met alle gevolgen van dien.Voor meer waarnemingen uit de omgeving hou ik me uiteraard aanbevolen.
Vanmorgen rond 9.30 uur even een rondje op de fiets door de natuur gemaakt bij Joure. Het zonnetje scheen en de temperatuur lag rond het vriespunt. Op diverse plekken aan de Borgerstraat waren al actieve Merel mannetjes te zien en bij het tunneltje richting Scharsterbrug zag ik een groepje Koolmezen die aan het voedsel zoeken waren in de struiken.
In de Twigen trof ik een prachtige Buizerd aan die zich kort liet benaderen , aan de andere kant van de rijksweg vloog een Grote Zilverreiger over richting de Langweerder Wielen. Veel eenden zaten er niet bij de brug de Oude weg. Het weggetje bij de waterzuiverings installatie ingeslagen richting het Jouster slûske daar trof ik langs de rietzoom diverse Kuifeenden ,Wilde eenden, Meerkoeten en enkele Tafeleenden aan.
In de polder richting Broek-zuid zat nog een Buizerd mooi op een paaltje de natuur in zich op te nemen. Terug naar de zuiveringsinstallatie fietsend zat er aan de noordzijde van de Oudeweg nog een Buizerd die belaagd werd door Zwarte kraaien. Over de rijksweg richting het fietspad langs de Langweerder Wielen bleek de polder de Woudfennen praktisch leeg te zijn. Hier en daar een enkele Kokmeeuw die wat op de natte grond dribbelde om voedsel.
Op de Langweerder Wielen diverse kleine groepjes Kuifeenden en enkele Tafeleenden die uit de rietzoom tevoorschijn kwamen. Richting de Put van Nederhorst fietsend op het schelpenpad viel het me op dat er langs de oevers van de Langweerder Wielen toch wel erg veel zwerfvuil lag. Dit was ik ook al aan de andere kant bij de zuiveringsinstallatie tegen gekomen toen ik op weg was naar het Jouster slûske. Vooral in de wintermaanden als de natuurlijke dekking weg is komen de plekken tevoorschijn waar toeristen en bootjes mensen in de zomermaanden hun rotzooi deponeerden.
Bij de Put van Nederhorst aangekomen valt meteen de verschijnning van twee Knobbelzwanen en een Aalscholver op, de Aalscholver zat op een boei met de vleugels gespreidt zijn veren te drogen in het kille zonnetje. Langs het schelpenpad aan de zuidzijde van de Put van Nederhorst fietsende richting Scharsterbrug ontdekte ik in het kale struikgewas diverse Merels en Koolmezen en op de Put aan de leie zuidzijde zaten een hondertal Kuifeenden te rusten, enkele vogels doken actief om voedsel.
Op het heuveltje uitkijkend over de landerijen aan de zuidzuide van de Scharsterrijn bij Boornzwaag ontdekte ik een groep van zeker 31 Canadese gansen die samen met een 12 tal Tamme gansen (half witte/en witte) en een 125 tal Meerkoeten aan het grazen waren op het oeverland. Een zestal (!) Hazen waren aan het spelen op een weiland en bleven de gehele tijd bijelkaar, al maar rennend en spelend.
Het heuveltje af en dan langs de Scharsterrijn richting Scharsterbrug leverde een prachtige Roodborst op die als een standbeeld zo stil stond op een paaltje langs het fietspad, de vogel liet zich tot op 4 meter benaderen. In de Scharsterrijn trof ik halverwege nog een paartje van de Grote Zaagbek aan die aan het duiken waren naar voedsel en aan de zuidzijde van de Nestle fabrieken zat in de luwte een stille Buizerd ingedoken op een laag hekkepaaltje. Het grasland aan de westkant van de oude tramweg bij Scharsterbrug herbergde veel Stormmeuwen die alle naar voedsel zochten in het nog deels groene weiland.
Bij de Hollandiastraat aangekomen linksaf geslagen en weer richting Joure gefietst. Een paar 100 meter voor Joure zag ik links in het weiland een flinke grote vogel liggen, het bleek een dode Buizerd te zijn. De vogel was al zeker langer dan 2 weken dood en er waren nog maar enkele resten over, zoals 2 vleugels, 2 poten met een deel van het skelet en de kop. Duidelijk nog een jong eksemplaar. Kennelijk door het verkeer omgekomen gezien zijn gebroken poten en vleugels. Buizerden vanmorgen volop gezien in het veld doch niet verwacht dat op die plek een gesneuveld eksemplaar zou worden aangetroffen.Toch nog een flink aantal soorten vanmorgen tijdens mijn fietstochtje van 1,5 uur kunnen ontdekken.
Als ik dit schrijf is het nieuwe jaar al weer een tijdje gevorderd. Het water wordt de komende dagen steeds minder belangrijk in de Media nu het gevaar weer wat geweken is betreffende overstromingen. Toch blijven wij als Friezen met een kater zitten. Het begin van het jaar was opvallend zacht (winter?) weer met kloften Kieviten en enorme watervlakten.Weer eens wat anders dan sneeuw en ijs! Zacht en nat was het rond de jaarwisseling ook in de Blokslootpolder tussen Joure en Sneek waar ik enorme groepen kieviten zag rusten tussen Ganzen en Goudplevieren. Zelfs 1 Scholekster ontbrak niet op een van de aanlegsteigers!
Veel natuurkenners en ook Waterschapmensen hebben de toevloed aan watermassa al veel eerder zien aankomen. Door de enorme verdrogingen van de veenlagen de laatste 30 jaar in vooral het Lage Midden van de provincie Friesland is er een "enorme kom" ontstaan door verzakkingen van deze veenlagen. Met alle gevolgen van dien ook voor de weidevogels en bebouwingen in deze gebieden.
Voor een groot deel stroomt het water natuurlijk naar het diepste punt van de "kom" als we niet zorgen dat het water er weggepompt wordt. Kaden en polderdijken geraken steeds vaker al in een vroeg stadia verzadigd door de hoge stand van het boezemwater en kunnen na een zware regenperiode de druk al snel niet meer aan. We zullen door de alsmaar aanhoudende verzakkingen steeds meer kaden en polderdijken moeten gaan aanleggen als we de toevloed van water wilen keren uit de landbouwgebieden en bebouwingen. Het wordt als maar duidelijker in Friesland we moeten "pompen of verzuipen"!
De kosten die door al deze verzakkingen in het Lage Midden veroozaakt zijn komen voor een groot deel te rusten op de schouders van niets vermoedende Friezen, zij moeten dit opbrengen en kunnen machteloos toezien hoe er vanuit de landelijke overheid, die toch een belangrijke invloed heeft gehad op de ontginning van het landschap en stimulering van de economie in het Friese landschap er nu weinig of niets meer in wil investeren. Er komen geen nieuwe sluizen ("pompen" ) bij. Straks blijft alleen een groot meer midden in de provincie over waar , hoe kan het ook anders, de Recreactie en Toerisme naar toe gelokt wordt. Een nieuwe impuls in de economie! Landbouw is uit Recreatie wordt in, langzaam wordt daar nu al een beetje naar toegewerkt door de Provincie door de ontwikkeling in de Recreatie te steunen en te activeren. Grote vraag is en blijft hebben we over 30 jaar nog wel een natuurgebied over als de Oude Veenen bij Eernewoude en zijn er nog wel landbouwgebieden over in Friesland?
Vragen die we naarmate de toekomst vorderd ons steeds meer zullen gaan afvragen . Leven we straks nog op drijvende huisjes of zullen we moeten verkassen naar de Wouden op de hoge zandkoppen? De tijd zal het leren, doch intussen maar flink blijven doorpompen anders verzuipen we !!
Op 24 december 2011 is er door Aant de Jong uit Joure een Visotter gefotografeerd vanuit de kijkhut de Skiere Goes in het Oosterschar te Sint Johannesga. Het beest liet zich gedurende enige tijd goed zien aldus Aant de Jong die op die middag fotos aan het maken was. Hij was blij verrast dat het beest zo plotseling opdook.De visotter is geen onbekende in het Oosterschar. Vroeger in de jaren rond 1960 waren er nog diverse in de gemeente te vinden, we kwamen ze tegen op diverse plekken , o.a. langs de Tjeukemeeroevers bij Rohel en de monding bij de Skarsterrijn, Petgaten van Vierhuis, langs de Tjonger, het Ooster en Westerschar en in de wintermaanden konden we ze vaak sporen langs de diepe kanaalvaarten die door de ontgonnen polders liepen tussen Rotstergaast en Vierhuis. Na de zeventiger jaren werd het snel minder met de visotter in Friesland en is hij snel verdwenen. Het doet me goed dat de Visotter terug is in Skarsterlan. Waar het beest vandaan komt is niet zeker, het kan een van de recent uitgezette exemplaren zijn doch het dier kan ook best op eigen gelegenheid hier zijn gekomen. Per slot van rekening is het Oosterschar bij Sint Johannesga/Rotsterhaule een prachtig natuurgebied (beheerd door It Fryske Gea) waar deze soort thuishoord en hebben we genoeg visrijke gronden waar het dier voedsel kan vinden. Ook de petgaten bij Vierhuis en oevers aan het noorden van het Tjeukemeer bij Rohel (Staatsbosbeheer) zijn zeer geschikte gebieden voor permanente vestiging.