Grote groep Grote Canadese ganzen gezien in woonwijk te Joure.
door Jan de Jong
Tijdens een middagwandeling door de wijk Skipsleat in Joure kwam ik op 10 december bij het zandstrandje aan en werd aangenaam verrast door de aanwezigheid van maar liefst 52 grote canadese ganzen en 1 grauwe gans. De groep dobberde rustig op het vrij stille water van het poeltje en enkele met de kop tussen de veren.
10-12-2021. Dobberend in het flauwe zonlicht dreven de Grote canadese ganzen middags rond op het water.
Nooit eerder had ik zo een grote groep in Joure bij elkaar gezien. De vogels hebben het water gekozen om daar veilig te rusten om niet gestoord te worden door grondpredatoren. Tijdens de broedvogeltellingen van 1972 t/m 1975 voor het standaard werk Vogels in Friesland van de Stichting Avifauna van Friesland, nu al bijna 50 jaar geleden, was de Kanadeeske Goes nog een onregelmatige gast in Friesland. Meldingen van vóór 1965 komen zelden voor. Sinds de eerste grote canadese gans in 1951 in ons land broedde is de soort enorm toegenomen, ook in Friesland. Tijdens de broedvogeltelling van 1998-2000 (SOVON) broedde de grote canadese gans al in grote delen van het Lage Midden en incidenteel in Zuidoost Friesland.
Recent onderzoek van SOVON (Vogelatlas, 2018) toont aan dat de populatie grote canadese gans in Friesland sterk is toegenomen. De grootste dichtheden in Friesland komen voor in het Lage Midden. Toch wordt de soort in de gemeente De Fryske Marren recent nog maar weinig als broedvogel gemeld. Hoor graag waar er dit jaar broedgevallen waren in de gemeente De Fryske Marren. Van de groep van 52 grote canadese ganzen (droegen geen halsband) in de wijk Skipsleat is niet zeker of het wintergasten uit noordelijker streken zijn of lokale vogels van DFM.Jaarlijks broedden er tussen de 12.000 en 16.000 paar in ons land en worden er in de wintermaanden zelfs een 43.000 a 54.000 wintergasten vastgesteld (tellingen SOVON). Zo werden er in september/oktober in Friesland nog flinke groepen gezien. Enkele meldingen;
05-09-2021. 51 te Heerenveen Skoaterwâld (Karin Uilhoorn).
02-10-2021. 200 op een slaapplaats Duurswoudsterheide (Koert Scholten).
11-10-2021. 55 bij Zwagermieden (Jeffrey Huizinga).
13-10-2021. 90 bij Drogeham.
17-10-2021. 60 bij Harkema (Jaap van der Leest).
Soms tref je na het broedseizoen er al flinke groepen aan zoals op;
De grote canadese gans is na 2000 flink toegenomen in de provincie Friesland.
Het vermoeden is dat er in zwakke winters vrij veel grote canadese ganzen in de wijde omgeving van de broedplekken blijven rondhangen. In Friesland zijn tussen 1911-2021 maar 7 grote canadese ganzen geringd volgens het Vogeltrekstation in Wageningen.
Toch zijn er wel wat pootringen die van elders komen gevonden of afgelezen. Uit Friesland zijn er meldingen of vondsten bekend geworden uit Noorwegen, Zweden, Duitsland en Nederland. Hierbij enkele meldingen van grote canadese ganzen die in Friesland zijn gevonden /waargenomen;
06-07-1977 geringd als juv. Te Sundänge Zweden. 20-02-1979 vers dood te Stavoren.
24-10-1978 geringd als adult te Oslo Noorwegen. 12-11-1982 vers dood te Cornwerd.
01-07-1997 geringd als juv. Te Munster Duitsland. 05-01-2000 niet vers dood bij Akkrum.
26-06-1999 geringd als juv. Ten n. van Hesel Duitsland. 16-12-2002 vers dood West Terschelling.
12-07-2004 geringd als adult te Munster Duitsland. 24-01-2007 levend te Stavoren waargenomen.
26-06-2006 geringd als adult te Munster Duitsland. 24-02-2011 vers dood te Makkum.
25-06-2007 geringd als adult te Munster Duitsland. 06-10-2020 vers dood bij Witmarsum.
Dit is de oudste (13,3 jaar) grote canadese gans die in Friesland werd vastgesteld
30-05-2010 geringd als adult te Bielefeld Duitsland. 27-02-2019 vers dood te Drachten.
Deze was kort ervoor (20-02-2018) nog gezien te Midwolda in Groningen, mogelijk ziek.
11-07-2009 geringd als adult bij Haren Groningen. 06-12-2014 vers dood bij Joure.
11-07-2009 geringd als adult bij Haren Groningen. 11-03-2011 en 01-03-2012 te Kollum.
De vogel werd op 21-10-2014 dood gevonden te Harkema.
07-07-2016 geringd als juv. Bij Eindhoven. 01-10-2017 levend gezien bij Piaam Friesland.
07-07-2011 geringd als juv. Bij Haren Groningen. 10-02-2012 vers dood bij de Tijnje.
15-07-2011 geringd als volwassen bij Burgum. 03-03-2015 waargenomen bij Burgum Friesland.
Als we voor Friesland de terugmeldingen van ringgegevens van het Vogeltrekstation in Wageningen bezien dan komen er nogal wat grote canadese ganzen elders vandaan. Vooral veel meldingen uit Duitsland. Ook in de provincie Groningen zijn nogal wat grote canadese ganzen geringd volgens het Vogeltrekstation. In de periode 1911-2021 zeker 621 vogels. Een klein deel van de vogels die in Groningen zijn geringd zijn dus in Friesland gezien.
In West-Europa zijn veel Grote Canadese ganzen met gekleurde halsbanden met een letter en of cijfercode voorzien. Dit om zo de vogels te kunnen volgen zonder ze nog een keer te vangen. Elk land heeft een eigen kleur nekband oranje voor Engeland/ rood voor Noorwegen/wit voor Belgie/ geel voor Rusland en groen voor Nederland. In Nederland worden vooral groene halsbanden gezien. Voor Friesland zou het leuk zijn als er ook wat meer op deze speciale halsbanden gelet zou worden.
Ben erg benieuwd of er in deze winter nog grote groepen grote canadese ganzen gezien worden in Friesland en natuurlijk of er ook vogels met gekleurde halsbanden tussen zitten. Momenteel is het winterweer nog zacht doch volgens weerkundigen kan het deze winter toch wel flink gaan vriezen (mogelijk veel sneeuw?) en dan zal de groep overwinteraars in beweging komen.
Fitis vangsten op Ringstation Rohel dramatisch gekelderd.
Fitis vangsten op Ringstation Rohel in 2021 dramatisch gekelderd in De Fryske Marren.
In 2021 zijn er in de gemeente De Fryske Marren op Ringstation Rohel 2172 vogels (48 soorten) van een pootring voorzien. Een respectabel aantal. Toch zijn er ook soorten waarover we ons zorgen moeten maken. Een daarvan is de fitis. Fitissen worden de laatste jaren steeds minder op Ringstation Rohel gevangen en geringd. We kijken de afgelopen 10 jaar eens terug wat er zoal aan fitissen gevangen is en hoe deze afname is verlopen.
In de gemeente De Fryske Marren worden op Ringstation Rohel steeds minder fitissen gevangen.
In de periode 2012 t/m 2021 zijn er in totaal 1144 fitissen gevangen (geringd 1099/controle 45 vogels).Tabel 1 (hieronder) laat zien dat de meeste volwassen fitissen (na1kj) in de maand april gevangen worden en dat de juli maand de meeste vliegvlugge jonge fitissen (1kj) oplevert.
* = In kolom N1kj tussen haakjes de controle vogels die al een ring droegen.
Tabel 1.Vangsten fitissen per maand op Ringstation Rohel (periode 2012-2021).
Gevangen per maand.
De eerste (vroege) fitissen zijn eind maart al aanwezig. De vroegste zelfs op 25 maart. Vooral in april worden er veel volwassen fitissen (279) op de doortrek gevangen. In mei zijn de aantallen (54) al beduidend lager als de eerste broedgevallen verschijnen. Vooral na half juni komen de jonge vogels los en trekken weg en door tot eind juli. De vroegste twee jongen werden op 10 juni 2017 gevangen. In augustus is de meeste doortrek al geweest en komen er nog wat late (noordelijke vogels?) door. Na half september zijn de meesten wel vertrokken. De laatste volwassen fitis werd op 21 september 2016 geringd. Oktober vangsten komen zelden voor op Ringstation Rohel. Op 14 oktober 2021 werd nog één late jonge vogel geringd. Zo te zien niks aan de hand met de fitis als we naar de gegevens per maand kijken. Doch schijn bedriegt als we naar de jaarcijfers zien. Grafiek 1 maakt de afname van de jaarlijkse aantallen echter een stuk duidelijker.
Grafiek 1. Aantal gevangen fitissen op Ringstation Rohel in periode 2012-2021
Gevangen per jaar.
De fitis is de laatste tien jaar wel steeds minder gevangen en geringd op Ringstation Rohel. Kijken we naar de vangsten van de fitissen in grafiek 1 dan valt op dat de aantallen sinds 2012 snel afnemen met een dieptepunt in 2021. In 2021 is een dramatisch laag aantal van slechts 70 vastgesteld.
Vangdagen met en zonder fitissen.
De jaarlijkse vangsten zijn sterk afhankelijk van het aantal dagen dat er gevangen wordt en of er dan ook daadwerkelijk fitissen gevangen worden. Daarom is in tabel 2 het aantal vangdagen met en zonder fitissen weergegeven en zijn de hoge en lage vangdagen (tussen haakjes) weergegeven per seizoen.
Tabel 2. Aantal vangdagen met fitissen per jaar/maand met tussen haakjes () de werkelijke vangdagen per jaar/maand.
Vangdagen tijdens voorjaarstrek en het broedseizoen.
Het aantal vangdagen tijdens de voorjaarstrek en broedseizoen is lager dan tijdens de weg- en najaarstrek; 2 in maart, 3,4 in april, 3 in mei en 3,3 in juni.
Maart.In de maart maand zijn er minder vangdagen geweest, gemiddeld komt dat neer op 2 dagen per jaar. Ook zien we dat het aantal dagen dat daadwerkelijk fitissen gevangen zijn erg laag is (4). De meesten komen echter pas na 25 maart aan. Alleen in jaren 2014 (2x), 2017 en 2019 zijn er vangdagen met fitissen geweest.
April. In de aprilmaand zijn er veel fitissen die nog aankomen op broedplek en deels nog doortrekken. Het aantal vangdagen met fitissen is vrijwel gelijk aan het werkelijke aantal vangdagen. In 2015 werd slechts 1 vangdag met fitissen gemist.
Mei. In de meimaand is er vooral in de eerste weken nog doortrek te verwachten van noordelijke vogels en worden broedvogels uit de omgeving gevangen. Wat opvalt is dat er in de meimaand vooral na 2017 een 5-tal vangdagen met fitissen wordt gemist.
Juni. De Juni maand kenmerkt zich in de eerste decade door de vangst van lokale volwassen vogels en de eerste jonge vogels. Mogelijk ook eerste volwassen vogels die het broedgebied verlaten en na een niet succesvol legsel vertrekken.
Vangdagen tijdens weg- en najaarstrek.
Het aantal vangdagen in de trekmaanden juli, augustus, september en oktober ligt wat hoger dan tijdens de voorjaarstrek en het broedseizoen; gemiddeld 4 in juli, 4,9 in augustus, 4,7 in september en 3,6 in oktober.
Juli. In de julimaand komen vooral de jonge fitissen door die wegtrekken samen met een deel van de oude wegtrekkende broedvogels uit directe omgeving. Er worden in de juli maand dan ook vrijwel geen vangdagen gemist waarop geen fitissen worden gevangen.
Augustus.De maanden augustus en september (najaarstrek) springen er qua aantal vangdagen uit. In de maand augustus 2013 zelfs acht vangdagen en 2016 en 2017 zes. Er zijn in de augustusmaand wel 18 vangdagen geweest waarop geen fitissen werden geringd. Veel fitissen zijn dan al door en er worden dan alleen nog wat late doortrekkers (uit noordelijker streken?) gevangen.
September. In september druppelen die aantallen nog wat door met enkele vogels. Ook in de septembermaand een hoog aantal vangdagen van 47 met in 2016 en 2018 zelf zes vangdagen, en 2021 zeven. De leverden zelf maar 14 vangdagen op waarop fitissen zijn geringd. Twee vangstdagen in september 2013 zijn er geen fitissen gevangen.
Oktober. In oktobermaand werd in 2021 nog 1 late eerste jaars vogel gevangen op 14-oktober. Tot nu toe de laatste data van een fitis op Ringstation Rohel.
Fitissen verzorgen hun jongen met veel insecten voedsel wat ze in de wijde omgeving van het nest verzamelen.
Totaal lijst vangsten fitissen.
In tabel 3 zijn de totale vangst aantallen en vangst percentages van jonge (1kj) fitissen en het aantal vangdagen per jaar/maand met en zonder fitissen weergegeven. In 2020 waren er van de 96 gevangen fitissen slechts 31 jongen vogels (32,29 %). Wat opvalt is dat vooral het aantal vangdagen in de periode 2012-2021 nogal varieert (van 36 [2012] tot 25 [2020]). De vangdagen met en zonder fitissen zijn daarom in deze tabel 3 weergegeven om zo een beter beeld te krijgen van het wel of niet aanwezig zijn van fitissen tijdens een vangdag.
Tabel 3. Het aantalgevangen volwassen en eerste jaars fitissen per jaar/maand in periode 2012-2021, aangevuld met het percentage eerste jaars en de aantal vangdagen met en zonder fitissen per jaar.
Van de geringde fitissen (2012-2021) op Ringstation Rohel zijn er 4 teruggemeld en konden er 3 met vreemde ringen gecontroleerd worden. Buitenlandse ringvangsten op Ringstation Rohel was er maar 1 uit Belgie.
Tabel 4.Aantal terugmeldingen en controle vangsten op Ringstation Rohel van 2012-2021.
Van de eigen ringen zijn er 103 (66 individuen) na een of meerdere jaren op ringstation Rohel terug gevangen en gecontroleerd.
Tabel 5. Aantal eigen terugvangsten op Ringstation Rohel in periode 2012-2021.
Voorlopige conclusies.
Het aantal gevangen fitissen op Ringstation Rohel is vanaf 2012 flink afgenomen met een dieptepunt in 2021. In 2021 zelfs een afname t.o.v. 2012 met 61,75%. Zowel de volwassen vogels (62,5%) als de eerste jaars (61,06%) namen in aantallen in 2021 enorm af.
Tijdens de voorjaarstrek in april worden bijna de helft (48,78%) van de volwassen fitissen gevangen. Daarbij zijn opvallend veel fitissen (7,89%) met ringen (22) uit voorgaande jaren gecontroleerd.
In de maand juli worden 60,66% van de eerste jaars gevangen.
Het aantal eigen terugvangsten (tabel 5) uit voorgaande jaren op Ringstation Rohel is met factor 7 teruggelopen. In de jaren 2012-2014 was dit nog 11-13-11 (35) en in de jaren 2019-2021 is dit gezakt naar 1-3-1 (5).
De geconstateerde afname van ringvangsten op Ringstation Rohel is zeer verontrustend daar het een soort is die het van insectenvoedsel moet hebben.
De grote vraag is; Is deze afname het gevolg van de al maar veranderende klimatologische omstandigheden in relatie met de algehele afname van insecten in ons land of zijn er op de route naar het overwintergebied in Afrika en in het overwintergebied grote veranderingen geweest in die periode?
De fitis is een soort die 2 x (!) zijn rui doormaakt.! 1 keer in het broedgebied en 1 keer in het overwintergebied. Met name tijdens deze twee ruiperioden moet de voedselsituatie in zowel in Europa (broedplek) als in Afrika (overwintering) en op de trekroutes sprake zijn van een goede en gezonde voedselsituatie.
Mijn vermoeden is dan ook dat het met name in het broedgebied dan ook niet goed zit met deze overleving.
Rietzangers vetten op tussenstations op voor ze Afrika bereiken.
Aan de noordoever van het Tjeukemeer bij Rohel worden elk jaar vele rietzangers geringd in het natuurreservaat Marswâl van Staatsbosbeheer in de gemeente De Fryske Marren. Van deze geringde rietzangers krijg je af en toe eens een bericht dat ze ergens onderweg naar hun overwintergebied in Afrika zijn gevonden en of gecontroleerd. Vaak zijn het vogel ringers en onderzoekers die de vogel dan in hun netten aantreffen met een genummerde pootring. Gisteren kreeg ik dan ook bericht terug van een jonge rietzanger die we op 24 juni 2019 hadden voorzien van een pootring.
Deze rietzanger is in 2020 nergens opgemerkt, ook niet op de ringplek, en werd op 25 augustus 2021 door een Spaanse vogelringer gecontroleerd in het plaatsje Villarquemado, ergens tussen Madrid en Valencia aan de oostkant van Spanje. Op ruim 1478 km van de plek waar hij geringd werd. De rietzanger was al een mooi eind op weg naar Afrika dus. Uit onderzoek van de Spaanse ringer bleek dat de vogel maar liefst 16,9 gram woog en een vetscore(volgens Busse) van 5 had.
Vetscore lijst van Busse zoals die door ringers wordt gebruikt bij de controle van de vetscore van vogels.
Dus was deze rietzanger al weer flink op gewicht, mogelijk vlak voor vertrek gevangen, voor de volgende etappe naar zijn overwintergebied in Midden Afrika. Bij wegtrek vetten de rietzangers zich snel op , soms binnen 1 a 2 dagen, om zo snel grote afstanden te kunnen afleggen. Als je weet dat de jonge vogel op 24 juni 2019 rond 06:15 uur normaal een gewicht had van 10,8 gram dan is het gewicht van de vogel in Spanje beduidend hoger (toename 56%). Het gewicht zegt dus iets over de conditie en toestand waarin de vogel op dat moment verkeerd.
Zo was een andere rietzanger, een volwassen vrouw, die we op 17 juni 2019 op Ringstation Rohel van een pootring hebben voorzien op 29 juli 2019 nog op het terrein Marswâl aanwezig met een gewicht van 12,3 gram (vetscore 4). Ook deze vogel werd in 2020 nergens gecontroleerd en werd daarna op 20 augustus 2021 door een vogelringer van het Urdaibai Bird Center gecontroleerd te Bizkaia in Spanje aan de noord west kant van Spanje tussen San Sebastian en Bilbao, ruim 1234 km van Ringstation Rohel. Toen woog de rietzanger op 20 augustus nog 11,8 gram met een vetscore van 5. Vier dagen later, op 24 augustus 2021, werd deze rietzanger nog eens gecontroleerd in dezelfde omgeving aldaar maar nu woog de vogel al 14,2 gram. Het gewicht van de vogel tijdens de controle van de ring kan dus tijdens hun trekperiode sterk wisselen en is mede afhankelijk van het moment van vangen/controleren en de duur wanneer een vogel aan het opvetten is. Het opvetten is sterk afhankelijk van het aanbod van het voedsel en de plaatselijke omstandigheden (weersinvloeden, etc.).
De rietzanger zingt nog zijn hoogste liet in de schaars achtergebleven (on)economische gebieden van de mens.
Deze opvet stations waar de rietzangers gebruik van maken kan dus van levensbelang zijn en overal liggen tussen hun geboortegrond tot diep in Afrika. We moeten ons realiseren dat vogels OOK in Afrika als ze de terugweg naar hun geboortegrond moeten inzetten OOK o.a. hun lichaam weer in conditie moeten brengen (o.a. opvetten) voor ze weer terug kunnen keren. Naast voedsel is ook nog eens de rui van het totale verenkleed in Afrika aan een vervangbeurt toe. OOK deze rui vergt goed EN GEZOND voedsel want met een slecht verenkleed en onvoldoende vetreserve redden ze de lange en gevaarlijke toch niet. Ook andere Afrika-gangers zoals de boerenzwaluw, kleine karekiet en vele andere soorten hebben daar op een of andere manier mee te maken. Vogels hebben een gezond leefgebied nodig en zijn daar sterk afhankelijk van om te overleven zowel in hun overwintergebied als in hun broedgebied waar ze jongen moeten verzorgen.
De mens stelt zijn leefgebied vast in euro’s en territoriums die daaraan gebonden zijn en stelt het welzijn van ieder individue daarvan afhankelijk. De natuur daarentegen heeft eigen harde wetten en regels waar het economische aspect bij ontbreekt. Onze economische wetten en regelgeving zorgen ervoor dat de natuurlijk keuzes van de andere levende natuur keer op keer in een ander keuzemenu moment wordt veranderd om zo toch maar aan alle economische (rechten?) en voorwaarden te voldoen. Vogels hebben geen economische belangen en zijn sterk afhankelijk geworden van de mens.
Joure , 18 november 2021.
Jan de Jong. E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure. Tel. 0513-414788. E; j.d.jonglc@home.nl
Zeer late boerenzwaluwen zochten nog voedsel bij Joure.
Op 7 november kreeg ik van vogelwachter Tonny de Jong uit Joure een whatsapp binnen dat hij in Joure bij Skipsleat nog twee boerenzwaluwen zag die druk aan het voedsel zoeken waren boven de landerijen. Dergelijke meldingen van boerenzwaluwen zijn laat, doch bij zwakke winters treffen we het steeds vaker dat boerenzwaluwen nog laat doortrekken of zelfs proberen te overwinteren in ons land. Vaak sneuvelen ze alsnog als het vrij snel begint te vriezen. Hopelijk redden deze twee het nog en bereiken ze veilig hun overwintergebied. Heeft U ook late boerenzwaluwen zien doortrekken meldt het dan even door voor mijn nieuwsbrief die vanaf heden af en toe verschijnt voor correspondenten.
De laatste week komen er van tal van correspondenten berichten door dat ze een houtsnip in de tuin hadden of dat er een tegen de ruiten vloog. Bij Ydwine van der Molen in Ureterp vloog er op 1 november een met een klap tegen de ruiten. Gelukkig heeft de vogel de klap overleefd en kon die nadat ie in een doos wat was bijgekomen weer zijn weg vervolgen. Ook bij Bart en Janny van den Berg in Goënga vloog op 5 november een houtsnip tegen de ruiten en bleef wat versuft zitten op de tegels.
Op dezelfde dag melde Sieger Schotanus uit Bakhuizen me dat er in Zwolle bij zijn zoon ook een tegen de ruiten was gevlogen, helaas was die op slag dood. In Joure vloog op 7 november er bij Fam. Nolles ook een tegen de ruit die versuft bleef zitten. Veel houtsnippen waren tijdens de afgelopen week met zware mist in moeilijkheden. Tijdens de doortrek komen ze met weinig zicht naar beneden en komen op allerlei plekken terecht, soms midden in steden en dorpen in tuinen en parken. Ben benieuwd of deze soort ook op meer plekken slachtoffer werd van de mist.
Sterke doortrek van koperwieken.
Van Durk Visser uit Joure kreeg ik een melding dat er op 29 oktober in de Haulster bossen bij Ouwsterhaule honderden koperwieken aanwezig waren. De koperwiek komt niet alle winters in grote getale in de omgeving van Joure voor. Toch konden we op Ringstation Rohel aan het Tjeukemeer merken dat er flink wat koperwieken aanwezig waren. Tussen 14 oktober en 3 november vingen en ringden we voor het Vogeltrekstation in Wageningen er maar liefst 131. een absoluut jaarrecord sinds 1985 toen we daar begonnen met Ringonderzoek op het Staatsbosbeheer terrein Marswâl. Op 3 november tijdens een plotseling opkomende mist werden er maar liefst 56 gevangen. De vogels bleven ondanks de mist maar komen.
In Jelsum werd door Wim Hoogendam in Dekema State ook een slachtoffer aangetroffen op 6 november. Tijdens de mist zullen er zeker op meer plaatsen koperwieken en andere lijsterachtigen gesneuveld zijn. Vaak als vensterslachtoffer.
Andere waarnemingen.
Op 26 oktober zag Trienke Dekker uit Langezwaag nog 2 vrouwtje zwartkop met bruine kopkapjes bij haar in de tuin. In sommige zachte winters worden ze wel vaker gezien. Doch de aantallen zijn vaak maar gering.
In Joure zag Lieuwe van Welie op 31 oktober een groene specht aan de Boeyer. De soort komt steeds vaker voor in Friesland. Heeft ook al in Joure gebroed en is dit jaar ook gezien in Sint Nicolaasga.
Op 24 oktober ontdekte Remco Schraa in Tietjerk een zeldzame waterspreeuw en wist die op de foto vast te leggen. Dergelijke vogels zie je zelden , laat staan dat je ze ook nog op de foto kan zetten.
Op 4 november kreeg ik van Eesge Westerhof uit Joure een foto van een knobbelzwaan met een gele halsband toegestuurd. De vogel zwom ergens in een slootje langs het fietspad bij Akmarijp.
Op 3 november vloog aan de Harddraverweg in dichte mist een bokje (snippensoort) tegen de vensterruiten zo meldde Yfke de Hoog me. Na enige tijd rust kon de vogel weer zijn vrijheid worden gegeven. Naast houtsnippen dus ook andere trekkers die sneuvelen.
Op 4 november zag Rob de Geus in Joure een ijsvogel in Skipsleat. Eindelijk na zo'n tijd toch weer 1 in Joure.
In oktober zond Ger Boersma me een foto van 2 vreemde eenden die hij in Stiens zag. Het bleken Zweedse eenden te zijn. Deze worden vaak in gevangenschap gehouden en ontsnappen wel eens.
Gedurende de herfst trekken er veel vogelsoorten door en weg naar warmer oorden. Hieronder zijn vaak zanglijsters , ijsvogels , sperwers, houtsnippen en vele andere kleinere soorten. Elk jaar weer komen er vele van deze soorten om doordat ze zich tegen de vensterruiten kapot vliegen. In De Fryske Marren (en daarbuiten) heb ik gedurende de afgelopen veertig jaar vele van deze slachtoffers in handen gehad en onderzocht. Nog steeds krijg ik berichten binnen over slachtoffers. De afgelopen dagen ook weer meer berichten tijdens de weg en doortrek van vogels. Ja soms ook van die mooie ijsvogels.
De prachtig blauwe rug streep wordt tijdens de vlucht vaak het beste gezien.
In 2006 schreef ik al eens;
Zo is het bijvoorbeeld opvallend dat veel ijsvogeltje als vensterslachtoffer sneuvelen in Joure , ik kreeg van Mevr. Pasma van de Kooilaan op 26 augustus 2000 een jong wijfje dat onder het vensterraam gevonden werd , de vogel was eigenlijk nog maar rond de 30 dagen oud en woog rond de 40 gram. Bij Fam. Visser aan de Helling in Joure sneuvelde een jong mannetje op 11 oktober 2002, deze bleek na nader onderzoek tussen de 45 en 65 dagen oud te zijn, ook nog maar kort in leven dus. Zelfs in december 2004 sneuvelde er bij Fam. Spanninga aan de Omkromte nog een jong mannetje , de vogel had al een behoorlijk vetreserve opgebouwd en woog maar liefst 47 gram. Door waarschijnlijk het te vroeg ontsteken van vuurwerk is de vogel door een schrikreactie in blinde paniek tegen de ruiten gevlogen en gesneuveld.
Recent;
Dit jaar (2021) weinig ijsvogels gezien rondom Joure en er waren ook veel minder broedgevallen (ook elders). Toch zwerven vooral de jonge vogels wat om in Friesland en die zijn met name te herkennen aan hun bruine zweem op de voorpoten. Oude vogel hebben meer een oranje pootkleur zonder bruin.
Let op de meer bruine voorkant van de poten en de witte punt van de snavel.
Hoe dit te voorkomen.
Veel vogels komen dan ook na de klap tegen de ruiten om omdat ze wegkruipen en met de handicap niet goed meer kunnen functioneren. Vensterruiten zijn dus een groot gevaar voor deze trekkers. De ruiten beschermen tegen aanvaringen is dus een optie die we kunnen aanbevelen doch dit kan in enkele gevallen niet voorkomen dat er toch slachtoffers vallen, het licht en de lichtinval in de kamer kan soms ook parten spelen en in enkele gevallen de spiegeling van de (grote) glazen ramen. Grote planten die in de kamer vlak bij het raam geplaatst staan worden nogal eens door vogels aangezien als een rustplek. Ook het plaatsen van de voedertafels vlak bij de vensterruiten leidt er in enkele gevallen toe dat er mogelijk meer slachtoffers kunnen vallen. In de regel helpt het om met name bij windschermen vogelstickers te plaatsen of om het glas volledig mat te maken. Voor het beschermen van de vensterruiten van de woning word maar weinig stickers geplakt daar dit in de praktijk , uitzicht vanuit de woning, op problemen zou kunnen stuiten. Meer en meer maakt men ook gebruik van gematteerde plakstrippen die op de binnenzijde van de ruiten geplakt wordt. Soms wordt ook er een silhouet van een roofvogel gebruikt en opgehangen, doch deze moeten in het broedseizoen weer verwijderd worden daar de kleine zangers dan ook uit U tuin kunnen verdwijnen.
Slachtoffers van vensterruiten melden.
Heeft U bij de woning een slachtoffer gevonden meldt het ons dan. Van alle binnengekomen meldingen houden we bij hoeveel er wel in Nederland gevonden worden.
Dode vogels worden door ons onderzocht op conditie en er worden enkele biometrische gegevens van genoteerd , evenals kleedkenmerken en afwijkingen in verenkleed .Met name het doormeten van het dode dier geeft ons enig inzicht in bijvoorbeeld het gewicht, de vetgraad, vleugellengte, loopbeen, snavel, oogkleur en vele andere kenmerken.
Soms gaat het om een bijzondere ondersoort die hier maar zelden wordt gezien, met name bij de kleinere zangvogels die voor menigeen moeilijk uit elkaar te houden zijn, wil het nog wel eens voorkomen dat er iets opmerkelijks tussen zit. Vogelringen bij kleine zangvogels en Lijsterachtigen komen zelden voor, bij kleine roofvogels en uilen vaak veel meer, dit komt omdat de vindkans van een roofvogel (grote vogel) vaak veel groter is dan een klein zangvogeltje. De pootring kan ons meer vertellen over de herkomst van de vogel en zijn ouderdom, vondsten dus altijd even melden.
Bij gewonde vogels kunnen we mogelijk dan nog wat betekenen voor de revalidatie van het slachtoffer. Met name vogels die na een klap versuf achterblijven is het van belang om snel te handelen. Wees altijd bedacht op roofvogels en uilen, deze kunnen vlak na de klap plotseling opleven en dan met hun klauwen en snavels om hun heen slaan en U mogelijk verwonden.
Het beste is dan om er een lege doos met luchtgaatjes er overheen te leggen om zo de vogel de nodige rust te geven. Let er op of er direct na de klap tegen de ruiten ook bloed uit de snavel van het slachtoffer komt, is dit het geval dan is het zeker een inwendige bloeding en moet er direct hulp geboden worden. Neem de vogel dan voorzichtig op en hou de snavel onder een langzaam lopende waterkraan. De vogel neemt zo enig water tot zich wat in veel gevallen met kleine bloedingen grote bloedstolsels kan voorkomen, het bloed word dan namelijk door de circulatie van het water in het lichaam warmer en voorkomt stolsel vorming.
Leeft de vogel na zeker 30 minuten nog en heeft het geen uitwendig letsel en kan het niet uit vrije wil wegvliegen waarschuw ons dan zodat de vogel kan worden opgenomen in een asiel of vogelopvang in de buurt. Ga nooit zelf proberen de vogel te verzorgen ,daar zijn opvangcentra voor waar specifieke kennis voorhanden is. Tevens hebben veel vogelsoorten een beschermde status en mogen ze niet uit het wild zomaar in gevangenschap gehouden worden.
Opgemaakt 31 oktober 2021.
Jan de Jong E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure. Tel. 0513-414788
Vogeltrekonderzoek is boeiend en draagt bij aan de wetenschap.
Als we naar vogels kijken vragen we ons wel eens af waar we aan kunnen zien waar de vogel vandaan komt, doch aan het kleed van de vogel kan men maar weinig zien. Dat kan alleen als we ze individueel merken.
Sinds 1911 worden er in ons land vogels van pootringen (en recent soms zenders) voorzien om zo onder anderen na te kunnen gaan waar onze vogels heen gaan, hoe oud ze wel niet kunnen worden, en vele andere vragen die ons bezig houden. De vogels krijgen dan in ons land onder anderen 1 ring van het Vogeltrekstation met een enig en uniek nummer om de poot, en aan dit enige en unieke nummer, al dan niet voorzien van een of meerdere letters, kunnen we dan aan de hand van een registratiesysteem van de aangelegde ringen (in Nederland Vogeltrekstation Wageningen) onder anderen de soort zien en waar en wanneer de vogel geringd is en hoe oud het exemplaar was tijdens het ringen. Verder staat er voor elk land op de ring in Europa en daarbuiten een inscriptie waar men aan kan zien uit welk land de ring afkomstig is. Nederlandse ringen zijn voorzien van diverse teksten; kleine ringen staat bijvoorbeeld op Arnhem VT Holland, op de groteren ringen staat Vogeltrekstation Arnhem Holland.
Voor de Wetenschap is de dode gevonden vogel (indien nog vers) met een ring verder nog wel degelijk van belang zijn. De dode vogel met ring (gevonden in Nederland) kan gemeld op: https://vogeltrekstation.nl/nl/vogels/ring-gevonden. Lees dit op de site eerst even helemaal door voor U een pootring opgeeft. Op het Vogeltrekstation in Wageningen worden ringgegevens bijgehouden van geringde en gevonden vogelringen in ons land. Melders die een pootring opgeven van een geringde vogel krijgen bericht terug.
Verder kan de vogel ons namelijk iets meer vertellen over de conditie van het individu; bijvoorbeeld de vleugellengte, gewicht, vetgraad, pootlengte, snavellengte, kleedafwijkingen, etc. De vogel, als hij dood en nog vers is, kan dan aangeboden worden aan een onderzoeker c.q. vogel ringer die gecertificeerd is, die persoon kan dan de gegevens van het individu vastleggen. Ook foto’s van het individu (naast het ringnummer) als de vogel weer wordt losgelaten kunnen waardevolle aanvullingen zijn.
De vondst van een dode geringde vogel wordt hierdoor beter gedocumenteerd en kan dus veel meer betekenen voor de wetenschap. Er kan tevens bij dode vogels een inwendig onderzoek plaatsvinden naar o.a. geslacht en afwijkingen. Bij sommige soorten kunnen we maar moeilijk de mannetjes van de wijfjes onderscheiden aan de hand van kleedkenmerken. Een vondst van een dode vogel met pootring kan ons onder anderen een mogelijkheid geven om vast te stellen wat voor geslacht het is, de ring kan ook voor slijtage proeven worden gebruikt.
Heeft U een dode vogel gevonden met een pootring meldt dit dan. U bijdrage wordt zeer op prijs gesteld en U bewijst de Wetenschap en de onderzoekers hier een dienst mee. Zo meldde Anne Lenis uit Joure me net (28 oktober 2021) een vondst van een roodborst die gesneuveld is tegen de vensterruiten. Ook dode ongeringde vogels dragen bij aan onderzoek.
Vogel ringers zijn er speciaal voor opgeleid om onderzoek naar de vogeltrek en de vogel te mogen doen vraag naar een gecertificeerde ringer in U omgeving. Houd ons op de hoogte van U opmerkelijke vondsten!
28 oktober 2021
Jan de Jong E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure. Friesland. Nederland.Tel.0513-414788
Veel boerenzwaluwen zijn al op weg naar hun wintergebieden, hoogste tijd voor een nieuwsbrief.
Na de laptop crash eind augustus heb ik veel boerenzwaluw gegevens die binnen kwamen via de mail opnieuw moeten selecteren en tot mijn grote schrik ontbraken veel email adressen uit het bestand. Ook nu nog mis ik er vele adressen. Wat de oorzaak was dat deze crash veroorzaakte is niet bekend geworden , de laptop was amper 2 jaar oud. Vooral de vóórgeselecteerde email-adressen (ringplekken/correspondenten, etc.) bleken totaal onleesbaar te zijn. Gelukkig konden de IT’s vrijwel alle email berichten van 2021 veilig stellen. Doch ik moest de selecties van email adressen (met gegevens van plaats, adres, telefoon, etc.) opnieuw invoeren en rubriceren. Dat was een enorm werkje. Nu is vrijwel al dat werk klaar en kan ik deze (wat late) nieuwsbrief aan U verzenden.
Aankomst en vertrek boerenzwaluwen.
Van de boerenzwaluwen die terugkeerden in schuren en stallen in 2021 is een overzicht gemaakt. Wat meteen opviel was dat er in 2021 veel meer meldingen al eind maart binnen kwamen. In totaal kwamen er 112 aankomst meldingen en slechts 32 vertrek meldingen binnen. Van de 112 aankomstmeldingen kwamen er 101 uit Friesland en 11 uit de andere provincies (Groningen 1, Zuid Holland 1, Noord Holland 1, Overijssel 2, Gelderland 3 en Drenthe 3). Vroegste was 13 maart in Jelsum (Marie Christien van Deursen), vogel slechts 1 nacht geweest en toen weer vertrokken. De meeste meldingen in maart kwamen pas in de derde decade van maart (28 t/m 31 maart) binnen. 28 maart 1, 29 maart 5, 30 maar 8 en 31 maart 12.
Om nu een vergelijking te maken met de aankomst van 2020 en 2021 heb ik de gegevens van 73 adressen waarbij beide aankomstdata werden gemeld met elkaar vergeleken en deze in een grafiek uit gezet.
In de grafiek valt meteen op dat de aankomst in deze 73 stallen flink verschilt. Hadden we in 2020 bij dit overzicht slechts 1 melding in maart , in 2021 waren dit er maar liefst 15. Echter in 2020 valt de piek in de eerste april decade op met 55 meldingen en kwamen er in de 2e en 3e decade van april veel minder terug vergeleken met 2021. Hieronder vind U de lijst met aankomst en vertrek data.
Lijst 2021 aankomst en vertrek.
Bij het samenstellen van de lijst heb ik gebruikt gemaakt van de beschikbare email adressen die ik nog kon gebruiken. Het valt op dat er nogal wat vertrekdata van boerenzwaluwen IN schuren ontbreken. Dat komt omdat ik veel tijd heb moeten besteden aan het herstelwerk na de crash van de laptop. In de lijst hieronder zijn de adressen waar het email adres ontbreekt in de meest rechterkolom met een x aangegeven. Mocht iemand dat email adres toevallig weten dan hoor ik het graag.
Bij veel waarnemers staat er in de kolom laatste vertrokken uit de stal in 2021 helaas geen data. Graag zou ik die nog ontvangen indien die bekent zijn. Ook aanvullende gegevens en of bijzondere gebeurtenissen foto’s en ervaringen dit jaar zou ik graag meenemen in het Boerenzwaluw Journaal 2021. Het is de bedoeling dat dit verslag weer rond januari 2022 zal verschijnen. Graag nodig ik dan ook een ieder uit om zijn boerenzwaluw ervaringen te delen. Mocht U nog oude gegevens van vorige jaren hebben opgetekend dan hoor ik dit ook graag. Vooral van buiten Friesland zijn er meer aankomst en vertrek gegevens nodig om een vergelijking te maken met andere Regio’s.
Let op de meer brede donkere keelband van deze “Europese” boerenzwaluw Hirundo rustica rustica.
Aanvullingen/ correcties op onderstaande lijst (bijgewerkt tot 4 oktober) ontvang ik graag.
Staan U gegevens er niet bij meldt dit dan even aan me. Heeft U de aanvullingen doorgegeven dan staan ze reeds in het nog te maken Boerenzwaluw Journaal 11. WAT ROND JANUARI 2022 VERSCHIJNT
Hierbij even een update van de aankomst van boerenzwaluwen IN stallen en schuren t/m 29 april 2021. Dit jaar beleven we een wat vreemde aankomst van de boerenzwaluwen in broedschuren en stallen. Door de warme dagen eind maart waren ze vroeger dan normaal terug in de stallen. Er waren zeker 24 meldingen die al in maart binnen kwamen. De meeste daarvan lagen tussen 28 en 31 maart, met 1 uitschieter van zelfs 13 maart! Door de koude inval in begin april verdwenen er op veel plaatsen ook de vroeg gekomen eerste boerenzwaluwen weer uit de stallen. Soms bleven ze meer dan 10 dagen weg. Slechts in twee gevallen kreeg ik melding van koude slachtoffers (Molkwerum en Appelscha). Je vindt de dode vogels vaak niet snel omdat ze moeilijk te vinden zijn in grote stallen. Soms zitten ze kort na aankomst zelfs dood op het nest en lijkt het net of ze zitten te broeden. Tot nog toe ontving ik er 62 april aankomst meldingen. Van de 86 adressen zijn al aankomstmeldingen binnengekomen en moeten er nu (29 april) nog 27 binnengekomen van adressen die in 2020 een opgave verstrekten. Staat U aankomstmelding van teruggekeerde boerenzwaluwen in de stal/schuur er nog niet bij meldt dit dan even, ook uit meerdere provincies! We zijn daar erg blij mee. Verheugend is dat er vanuit andere provincies in ons land nu ook meldingen van aankomsten binnenkomen (Gelderland 3, Groningen 1, Overijssel 1, Noord-Holland 1 en Zuid-Holland 1.) Doch daar is nog een hele weg te winnen. Wie is b.v. de eerste uit Zeeland, Brabant, Limburg, Flevoland? Ook uit andere landen zijn aankomstreeksen IN stallen welkom.
Foto uit Archief Jan de Jong. Boerenzwaluw verzameld modder voor het nest.
De aankomst IN de schuur of stal verteld ons iets over de werkelijke terugkeer van de eigen broedvogels. In maart en april, soms ook in mei, kan je wel boerenzwaluwen aantreffen die (nog) geen binding hebben met de broedplek maar b.v. nog op doortrek zijn. Zo broeden noordelijke (Poolse/Zweedse/Finse) boerenzwaluwen veel later en trekken hier zelfs eind april/begin mei nog door. Late boerenzwaluwen die rond boerderijen zwerven kunnen dus net zo goed broedvogels uit noordelijker streken zijn en al voedsel zoekend hun weg vervolgen. Daarom is de notitie van de aankomst IN DE SCHUUR OF STAL zo belangrijk. Velen zijn dan ook blij dat HUN zwaluwen weer terug zijn.
Foto Huub Reulen. Mnnetjes met lange staarten hebben vaker een hogere kleurfase op buik.
Opmerkelijk bij de terugkeer in de stallen is dat de aankomstdata van individuele broedvogels, soms zelfs in dezelfde stal, erg kan verschillen. De eersten (de vaak wat oudere mannen) zullen vaak al eind maart al in Friesland en elders in Nederland verschijnen. Door allerlei oorzaken (soms klimaatomstandigheden /storm/kou/stof en zandstormen, etc.) kunnen aankomsten vertraagd zijn. De lange weg terug uit Midden en Zuid-Afrika is er een met veel hindernissen. Ook omstandigheden (voedseltekort/droogte, etc.) IN het overwintergebied kunnen bepalend zijn voor de uiteindelijk vertrekdata uit Afrika. Verder is opmerkelijk dat veel van de geringde boerenzwaluwen uit Engeland b.v. meer teruggemeld worden uit het zuidelijke deel van Afrika, terwijl er van alle geringde boerenzwaluwen in ons land (jong/oud/wel/geen broedvogel) er in dat gebied (Zuid-Afrika) maar zelden een wordt teruggemeld. Boerenzwaluwen geringd in ons land worden over een breed front in Afrika teruggemeld van noord Afrika (Marokko, Algerije, Tunesië, Libië) langs de westkust van Afrika (Marokko, Senegal), naar Centraal Afrika (Sierra Leone, Ivoorkust, Ghana, Nigeria, Gabon) afbuigend naar Congo en Zambia en enkele in heel zuidelijk Afrika.
We zijn erg benieuwd of er dit jaar ook op veel meer plaatsen de boerenzwaluwen veel later zijn teruggekeerd. Mogelijk zijn er zelfs flinke af of toename te constateren met dit extreme voorjaarsseizoen.
Hieronder geef ik de lijst van AANKOMSTEN IN STALLEN EN SCHUREN weer in 2021 en kunt U ook de aankomstdata vergelijken met 2020.
Boerenzwaluwen terug IN de stal in 2020 -2021 (t/m 29 april 2021)
Plaats
Provincie
Naam
1e terug in stal 2020
Aantal
1e terug in stal 2021
Aantal
Aalsum
Friesland
Maatschap Andringa
?
?
10-apr
2
Appelscha
Friesland
Adrienne Jonker
11-apr
2
11-apr
1
Bears
Friesland
Jochum Rijpma
12-apr
1
16-apr
1
Berkenwoude
Z-Holland
Jaap Graveland
25-apr
1
Britswert
Friesland
Afke Hoogland
6-apr
1
Broeksterwâld
Friesland
Elisabeth Post
?
?
25-apr
2
Buren Ameland
Friesland
Janke Nobel
10-apr
2
Burgum
Friesland
Jaap van Leersum
22-apr
2
Dedgum
Friesland
Ton en Catharina Westendorp
22-apr
2
27-apr
1
Deinum
Friesland
Anne Jansma
6-apr
1
31-mrt
1
De Knipe
Friesland
Sil Dekker
6-apr
2
14-apr
1
De Knipe
Friesland
A. Durkstra
7-apr
1
Delfstrahuizen
Friesland
Nelleke Roos
6-apr
1
17-apr
2
Drogeham
Friesland
Egbert Veenstra
6-apr
2
26-apr
2
Eastermar
Friesland
Arend Timmerman
5-apr
2
4-apr
2
Eastermar
Friesland
Willem Oevering
6-apr
1
8-apr
1
Ermelo
Gelderland
Marion Derks /schaapskooi
31-mrt
1
30-mrt
2
Gelselaar
Gelderland
Arend Heideman
28-mrt
1
31-mrt
1
Gelselaar
Gelderland
Wilbert Oltvoort
?
?
29-mrt
1
Goingarijp
Friesland
Bloemers I.
7-apr
3
Grou
Friesland
Maatschap. Wartena- Hoekstra
8-apr
2
Grou
Friesland
Sjoerd Hoekstra
10-apr
2
23-apr
2
Harkema
Friesland
Foppe van der Meer
3-apr
1
4-apr
1
Haskerhorne
Friesland
Hieke en Nico Boersma
?
?
17-apr
2
Haskerhorne
Friesland
Jolanda Hoekstra
18-apr
2
31-mrt
2
Haulerwijk
Friesland
Dirk Hiemstra
6-apr
1
Hemrik
Friesland
T. Algra
7-apr
1
Hemrik
Friesland
Henk. F. Hansma
26-apr
2
Hitzum
Friesland
Joki Bakkers
7-apr
2
27-apr
3
Hitzum
Friesland
Bouwe en Betty Blanksma
?
?
30-mrt
4
Hommerts
Friesland
H.J. van Os
7-apr
2
Jelsum
Friesland
Marie Christien van Deursen
7-apr
13-mrt
1
Jonkerslân
Friesland
Heleen Achterberg
6-apr
1
14-apr
1
Joure
Friesland
Artina Oppenhuizen
6-apr
3
14-apr
2
Jutrijp
Friesland
Wilbert Boersma
5-apr
2
Jutrijp
Friesland
I. Groenveld
4-apr
2
Jutrijp
Friesland
H. Huitema
5-apr
1
Jutrijp
Friesland
H.J. de Jong
10-apr
8
31-mrt
2
Katlijk
Friesland
Hendrik en Atsje de Vries
6-apr
2
30-mrt
1
Kinnum
Friesland
Willy Nijdam
?
?
21-apr
1
Kollum
Friesland
F. Solle
?
?
19-apr
3
Kollum
Friesland
Anny de Jong
9-apr
2
3-apr
1
Kollumerpomp
Friesland
Menne Osinga
11-apr
2
26-apr
7
Kortehemmen
Friesland
Hilda Mollenhorst
10-apr
2
Koufurderrige
Friesland
Jan Brouwer
7-apr
1
14-apr
2
Koufurderrige
Friesland
B.de Vries
5-apr
3
Langezwaag
Friesland
Sietse van der Wal
5-apr
1
9-apr
3
Langezwaag
Friesland
B. de Vries
6-apr
2
Langezwaag
Friesland
G.J. Fekken
11-apr
2
Lippenhuizen
Friesland
L. Jager
8-apr
2
14-apr
1
Lippenhuizen
Friesland
Wytse de Jong
11-apr
4
17-apr
1
Luxwoude
Friesland
Maatschap Maat - Fleer
6-apr
2
4-apr
1
Makkum
Friesland
Wietske Visser
5-apr
6
Metslawier
Friesland
Tjitske Veenstra-van Dijk
5-apr
2
4-apr
1
Mildam (brug)
Friesland
Jan Oord
11-apr
2
Molkwerum
Friesland
Mineke Bekkema
10-apr
1
4-apr
1
Noardburgum
Friesland
Jan en Froukje van der Veen
7-apr
1
22-apr
2
Noardburgum
Friesland
Johannes van der Veen
4-apr
1
Offingawier
Friesland
Dirkje Winia Hoekstra
6-apr
1
31-mrt
1
Oldeberkoop
Friesland
A. Koning
6-apr
3
16-apr
1
Oldeberkoop
Friesland
Dirk Schipper
6-apr
1
13-apr
1
Oldekerk, Gaarkeuken
Groningen
Roel en Maartje Veenstra
24-mrt
1
29-mrt
2
Oldeouwer
Friesland
Alkema J.
20-apr
6
Oldeouwer
Friesland
P. Klompmaker
6-apr
2
29-mrt
5
Oldeouwer
Friesland
H. Nijholt
16-apr
1
16-apr
1
Oldeouwer
Friesland
Fokke Stastra
5-apr
2
16-apr
1
Ommen
Overijssel
Ton Elzerman
7-apr
1
30-mrt
1
Oosternijkerk
Friesland
Roel Sikkema
?
?
18-apr
1
Oosterzee
Friesland
Jan van der Stouwe
?
?
30-mrt
1
Oudega
Friesland
Abe Stegenga
31-mrt
1
28-mrt
2
Oudwoude
Friesland
Willem en Sietske Jonkman
9-apr
1
Ouwsterhaule
Friesland
Maatschap Wietsma
11-apr
2
15-apr
1
Paesens
Friesland
Oane Taekema
9-apr
1
30-mrt
1
Rohel
Friesland
D.J. Akkerman
7-apr
1
15-apr
1
Rotsterhaule
Friesland
Afke Baas
6-apr
1
1-apr
1
Rotsterhaule
Friesland
J. de Kleijne
17-apr
1
Rotsterhaule
Friesland
S.F. Venema
5-apr
2
5-apr
1
Rottum
Friesland
H en E. Meester
7-apr
4
6-apr
2
Ruigahuizen
Friesland
Melle van der Goot
10-apr
2
26-apr
1
Rijs
Friesland
Bosman
?
?
6-apr
2
Scharsterbrug
Friesland
Siebe en Titia Bosma
20-apr
1
27-apr
3
Sint Anna Parochie
Friesland
Sophie Brakelé
4-apr
1
1-apr
1
Sint Johannesga
Friesland
Petra Vermaning
8-apr
1
3-apr
1
Steggerda
Friesland
Ultsje Jellema
23-apr
2
12-apr
1
Suamarreheide
Friesland
Bareld Storm
8-apr
2
12-apr
2
Terband
Friesland
Trienke en Henk Tjepkema
5-apr
1
31-mrt
2
Terwispel
Friesland
Bart Berga
8-apr
2
12-apr
2
Terwispel
Friesland
Evert Wind
16-apr
2
16-apr
1
Terwispel
Friesland
Arie en Ilse Steenwijk
14-apr
2
31-mrt
1
Terwispel
Friesland
Hannelien Ruijs en Marc van Leuven
8-apr
2
31-mrt
2
Terwispel
Friesland
Rikus en Tryntsje Veenstra
7-apr
1
14-apr
1
Terwispel
Friesland
Sjoerd Wagenaar
6-apr
1
4-apr
1
Tijnje
Friesland
Harriet van Sleen
4-apr
2
30-mrt
1
Tijnje
Friesland
Eelke van der Veer
?
?
1-apr
1
Tijnje
Friesland
Jemmy Hoogeboom
?
?
26-apr
1
Twijzel
Friesland
Joke Smidt
6-apr
1
15-apr
2
Tzummarum
Friesland
Wopke de Groot
?
?
29-mrt
6
Vegelinsoord
Friesland
Herman Lenes
?
?
31-mrt
1
Warga
Friesland
Keimpe Gerrit de Boer
6-apr
2
25-apr
2
Warga
Friesland
Aafke en Wiebe Kooistra
6-apr
1
Warga
Friesland
S. Talsma
6-apr
2
Warns
Friesland
P.J. Dijkstra
6-apr
1
14-apr
2
Warns
Friesland
Bauke Smid
8-apr
5
14-apr
2
Warns
Friesland
Sybe de Vries
?
?
25-apr
1
Welsrijp
Friesland
Joustra
5-apr
2?
Wijckel
Friesland
Daan Meijer
?
?
29-mrt
1
Wijnaldum
Friesland
Sytse Elzinga
6-apr
2
Wijnaldum
Friesland
Rinze en Maartje Post
11-apr
4
4-apr
1
Wijnjewoude
Friesland
Frans Pool
?
?
4-apr
1
Wijnjewoude
Friesland
H. Drent
11-apr
2
16-apr
2
Wognum
N-Holland
Jacob Blank
?
?
14-apr
1
Wommels
Friesland
Roel Schraa
5-apr
2
30-mrt
2
Zweins
Friesland
Anneke de Boer
7-apr
4
14-apr
2
Staat U naam en woonplaats er niet bij geef deze dan snel op zodat van elke woonplaats in ons land de aankomst IN de stal beter wordt onderbouwd met U bijdrage. Ik hoop van harte dat ook uit de andere provincies nu veel meer aankomstmeldingen gaan binnenkomen. Reacties kunt U zenden naar j.d.jonglc@home.nl of telefonisch doorgeven op 0513-414788.
De laatste week hoor je op allerlei plaatsen de zanglijsters al weer zingen. Zelf hoorde ik op 18 februari in de wijk Skipsleat er al twee luid zingen en enkele dagen later op een 6-tal andere plekken in Joure. De zanglijster (Bûnte Lyster) is er altijd vroeg bij met de eerste zang. Soms worden ze al in zwakke winters gehoord. Zoals op 15 december 2000 toen Tsjepke van der Honing er aan de Helling in Joure al een volop zingend (15 minuten) hoorde. Eelke Bosma uit Haskerhorne hoorde op 9 januari 2004 bij zijn woning ook een, de vogel was op 17 januari nog druk met de zang. Vanaf maart kan je de zanglijster de laatste jaren steeds meer horen zingen.
Foto Wim Priem 7-4-2020.Zanglijsters komen steeds vaker in tuinen, parken en volkstuinen.
Vroege en late nestvondsten.
De eerste broedgevallen kunnen al vroeg zijn. Zo vond ik in het archief al een melding van 2 maart 1998 toen er in Drogeham bij Fam. Spoelstra een nest met 1 ei werd gevonden. In Leeuwarden op 17 maart 1994 nest met 2 eieren (Auke Willem de Jong). Op 22 maart 1993 in Leeuwarden nest met 4 ei (Mevr. Aalbers). Het broeden kan tot zeker in augustus aanhouden en kan meerdere legsels bevatten. Zo werd er op 6 augustus 1996 in Hardegarijp nog zanglijster op nest met 1 ei gevonden in een klimhortensia door Fam. Goodijk. Op 8 augustus 2000 meldde A. Meersma uit Minnertsga me dat er nog een zanglijster zat te broeden in een dichte veld iep op nog geen twee meter van een merelnest met kleine jongen. De jonge zanglijsters zijn pas 25 augustus uitgevlogen.
Oproep let op vroege legsels.
Ik ben benieuwd of er dit jaar in Friesland (of daarbuiten) ook vroege maart legsels bekend zijn geworden van de zanglijster. Vaak wordt er in de maart maand nog maar weinig omgekeken naar broedende zanglijsters. Waarschijnlijk komen er de laatste jaren steeds meer broedgevallen voor in begin maart door de veranderende klimatologische omstandigheden. Het is dus opletten als je vrouwtjes zanglijsters al vroeg ziet slepen met nestmateriaal. Steeds vaker broeden ze in wat grotere tuinen bij woningen. Hun nest is komvormig gebouwd (door vrouwtje) van dunne takjes, mos, gras, plantenwortels, bladeren etc. en aan de binnen zijde een opvallend gladde kom. De eieren helder lichtblauw met zwarte of donkerbruine spikkels. Het vrouwtje begint vaak na het laatste ei te broeden en na 12 a 14 dagen komen de jongen uit. Deze jonge worden daarna nog zeker 12 a 16 dagen verzorgt voor ze uitvliegen. Als de jongen 7 a 9 dagen oud zijn openen ze al hun ogen en kunnen bij dreigend gevaar al uit het nest springen! Op de 8e dag komen de buik schouder en rugveren al 1 millimeter ui de bloedspoelen. Vanaf de 11e dag zijn de vlekken op de borst al zichtbaar.
Foto 3-4-2015. Anna de Vries. Smidse van de zanglijster waar hij zijn tuinslakken kapot slaat om de inhoudt te nuttigen. Het is belangrijk dat slakken in uw tuin NIET bestreden worden met giftige middelen. Dit zou slecht kunnen uitpakken voor zanglijsters die ze regelmatig eten.
Vooral in de trektijd, maar ook in het late broedseizoen, kunnen veel jonge zanglijsters al aan het zwerven gaan. Mening zanglijster komt dan opvallend vaak om als vensterslachtoffer. Zo vond Tjepke Hofma uit Joure er op 11 augustus 1994 in zeer korte tijd 3 dood in de tuin. Ook tijdens de voorjaarstrek sneuvelen er vele tegen vensterruiten, soms van ver. Meldt vensterslachtoffers zo veel mogelijk.
Enkele voorbeelden van gesneuvelde doortrekkers.
1. Op 26 maart 1994 sneuvelde er een tegen de ruiten in Hommerts bij B. Zwijgers. De vogel was geringd (GBT. RV…80617) op 20 november 1993 in Watlington in Engeland. Kennelijk een vogel die in Engeland probeerde te overwinteren en op de terugweg naar zijn broedgebied na 126 dagen al sneuvelde (476 km).
2. Op18 maart 2019 vloog een zanglijster zich dood tegen de ruiten bij Binne en Aafke Kunnen in Ureterp. De vogel droeg een ring uit Noorwegen (NOS. …8222559) en was op 1 september 2017 als jonge vogel op de najaarstrek geringd te Buas, Songdalen en is na 563 dagen toen ie op weg was weer naar zijn geboorteland gesneuveld (583 km).
3.Op 12 februari 1980 sneuvelde bij G. van der Bij in Zwaagwesteinde 1 zanglijster tegen de ramen met een Zweedse pootring (SVS. …4163166). De vogel was op 6 oktober 1979 op de najaarstrek geringd in Svensca, Hogarne, Zweden en sneuvelde al na 129 dagen (1076 km).
Soms gaat de najaarstrek van zanglijsters wel erg snel.
1.Op 14 oktober 1990 werd er in Leeuwarden door J.K. Dijkstra een jonge zanglijster dood gevonden onder het vensterraam, de vogel bleek 13 dagen (!) daarvoor geringd te zijn (SUE. H…201973) op 1 oktober te Parnumaa, Matsalu in Rusland 286 km).
2. Op 4 november 2003 vond Sabine Bosma uit Schettens een dode zanglijster met ring onder het raam (SVS. …4446768). De vogel was 27 dagen ervoor op 8 oktober 2003 als jonge vogel geringd te Varberg in Zweden (622 km).
Leeftijden
Zanglijster kunnen een flinke leeftijd bereiken. Dat weten we aan de hand van de vele ringvondsten en ringvangsten. Oudste zanglijster volgens het Vogeltrekstation in Nederland werd 12 jaar en 12 dagen. De oudste in Friesland ruim werd 11jaar. Helaas sterven veel zanglijsters (meer dan 50%) al binnen het eerste levensjaar, voornamelijk op de najaars en voorjaarstrek. Daarbij vliegen ze in ons land veel tegen windschermen en ramen en komen om in het verkeer. Onervarenheid speelt daarbij een grote rol. In het buitenland werd nogal eens een geschoten.
Het is nog maar begin maart en de eerste meldingen van boerenzwaluwen in ons land komen al binnen. In Friesland zijn eind november de laatsten gezien. Op 17 november 2020 zagen Theo Bakker en Gerben ter Haar er nog 1 bij Ternaard ’t Schoor. Twee dagen later zag Hans van Gasteren er nog een bij de vliegbasis Leeuwarden rondvliegen en op 23 november 2020 ontdekte Romke van der Veen er nog een late tussen Veenwouden en de Houtwiel.
Op 24 december 2020 werd de laatste in ons land uitgezwaaid in Serooskerke in Zeeland door Corstiaan Beeke. De hele maand december zijn er zeker nog een 15-tal meldingen in ons land geweest, vooral aan de westkant in de provincies Noord en Zuid-Holland, Zeeland en enkele in Noord-Brabant. Vaak ging het maar meer om één of twee vogels. Mogelijk zelfs om dezelfde vogels die aan het rondzwerven zijn.
De eerste boerenzwaluw in 2021 in ons land was vroeg en werd al gemeld op 18 februari uit de Kwade hoek in Zuid-Holland (Henrik). De eerste boerenzwaluw in Friesland werd enkele dagen later op 21 februari gemeld. Op 20 februari werd er door Stefan Muller en Mark Broeckaert bij Assendelft (Zuid-Holland) een boerenzwaluw gezien. Kees Hendriks zag op diezelfde dag er ook 1 in Gouda bij Slagenbuurt. Op 21 februari zag Erik Jansen er aan het Badstrand op het eiland Schiermonnikoog de eerste vroege in Friesland. Irma Acket zag op 24 februari haar eerste in Mariapeel in Limburg en M. P. Janssen-Willems trof er op 28 februari 1 bij Vlodrop- Roerdal in dezelfde provincie. Jos Hooijmeijer zag in Koudum op 3 maart zijn eerste boerenzwaluw dit jaar.
Met momenteel (4 maart) nog komende nachten met nachtvorsten van -1 tot -4 graden lijkt het toch aan de koude kant voor boerenzwaluwen om hier overdag al genoeg voedsel te kunnen vinden om te overleven. In hoeverre de boerenzwaluwen die in februari in ons land gezien worden vogels zijn uit onze broedgebieden is nog onduidelijk. Mogelijk zijn het boerenzwaluwen die probeerden te overwinteren in Zuid -West Europa (Portugal) en Noord-Afrika. Halverwege en eind februari komen in Portugal soms al de eerste boerenzwaluwen terug op de broedplekken. Dat is veel vroeger dan bij ons in Friesland.
De gemiddelde aankomstdata van 86 boerenzwaluw adressen in Friesland in 2020 was 8 april (8.55). Daarbij valt op dat er van de 86 stallen er ruim 25% (23 stallen) binnen kwam op 6 april.
Zie Grafiek aankomst Friesland onderaan artikel.
De vroegste aankomst in broedschuur of stal in 2020 was 3 april te Harkema (Foppe van der Meer).Laatste was 26 april te Hemrik (Henk F. Harmsma).
Vanuit de andere provincies in ons land kwamen helaas maar weinig meldingen binnen van de eerste aankomst IN broedschuren of stallen. Toch kreeg ik uit Gelderland van Arend Heideman (Gelselaar) een vroege melding binnen van 28 maart. Vroegste was een melding van Roel en Maartje Veenstra uit de Gaarkeuken te Oldekerk (provincie Groningen), daar was de 1e al terug op 24 maart. In de onderstaande tabel zijn alle meldingen per woonplaats alfabetisch op een rij gezet. Mocht U boerenzwaluw aankomst er in 2020 NIET in dit overzicht staan dan zou ik dit graag nog willen weten.
Boerenzwaluwen terug IN de stal in 2020
Plaats
Provincie
Naam
1e terug in stal 2020
Aantal
1e terug in stal 2021
Aantal
Appelscha
Friesland
Adrienne Jonker
11-apr
2
Britswert
Friesland
Afke Hoogland
6-apr
1
Buren Ameland
Friesland
Janke Nobel
10-apr
2
Burgum
Friesland
Jaap van Leersum
22-apr
2
Dedgum
Friesland
Ton en Catharina Westendorp
22-apr
2
De Knipe
Friesland
Sil Dekker
6-apr
2
De Knipe
Friesland
A. Durkstra
7-apr
1
Delfstrahuizen
Friesland
Nelleke Roos
6-apr
1
Drogeham
Friesland
Egbert Veenstra
6-apr
2
Eastermar
Friesland
Arend Timmerman
5-apr
2
Eastermar
Friesland
Willem Oevering
6-apr
1
Gelselaar
Gelderland
Arend Heideman
28-mrt
1
Goingarijp
Friesland
Bloemers I.
7-apr
3
Grou
Friesland
Maatschap. Wartena- Hoekstra
8-apr
2
Grou
Friesland
Sjoerd Hoekstra
10-apr
2
Harkema
Friesland
Foppe van der Meer
3-apr
1
Haskerhorne
Friesland
Jolanda Hoekstra
18-apr
2
Haulerwijk
Friesland
Dirk Hiemstra
6-apr
1
Hemrik
Friesland
T. Algra
7-apr
1
Hemrik
Friesland
Henk. F. Hansma
26-apr
2
Hitzum
Friesland
Joki Bakkers
7-apr
2
Hommerts
Friesland
H.J. van Os
7-apr
2
Jonkerslân
Friesland
Heleen Achterberg
6-apr
1
Joure
Friesland
Artina Oppenhuizen
6-apr
3
Jutrijp
Friesland
Wilbert Boersma
5-apr
2
Jutrijp
Friesland
I. Groenveld
4-apr
2
Jutrijp
Friesland
H. Huitema
5-apr
1
Jutrijp
Friesland
H.J. de Jong
10-apr
8
Katlijk
Friesland
Hendrik en Atsje de Vries
6-apr
2
Kollum
Friesland
Anny de Jong
9-apr
2
Kollumerpomp
Friesland
Menne Osinga
11-apr
2
Kortehemmen
Friesland
Hilda Mollenhorst
10-apr
2
Koufurderrige
Friesland
Jan Brouwer
7-apr
1
Koufurderrige
Friesland
B.de Vries
5-apr
3
Langezwaag
Friesland
Sietse van der Wal
5-apr
1
Langezwaag
Friesland
B. de Vries
6-apr
2
Langezwaag
Friesland
G. J. Fekken
11-apr
2
Lippenhuizen
Friesland
L. Jager
8-apr
2
Lippenhuizen
Friesland
Wytse de Jong
11-apr
4
Luxwoude
Friesland
Maatschap Maat - Fleer
6-apr
2
Makkum
Friesland
Wietske Visser
5-apr
6
Metslawier
Friesland
Tjitske Veenstra-van Dijk
5-apr
2
Mildam (brug)
Friesland
Jan Oord
11-apr
2
Molkwerum
Friesland
Mineke Bekkema
10-apr
1
Noardburgum
Friesland
Jan en Froukje van der Veen
7-apr
1
Noardburgum
Friesland
Johannes van der Veen
4-apr
1
Oldeberkoop
Friesland
A. Koning
6-apr
3
Oldeberkoop
Friesland
Dirk Schipper
6-apr
1
Oldekerk, Gaarkeuken
Groningen
Roel en Maartje Veenstra
24-mrt
1
Oldeouwer
Friesland
Alkema J.
20-apr
6
Oldeouwer
Friesland
P. Klompmaker
6-apr
2
Oldeouwer
Friesland
H. Nijholt
16-apr
1
Oldeouwer
Friesland
Fokke Stastra
5-apr
2
Ommen
Friesland
Ton Elzerman
7-apr
1
Oudwoude
Friesland
Willem en Sietske Jonkman
9-apr
1
Ouwsterhaule
Friesland
Maatschap Wietsma
11-apr
2
Paesens
Friesland
Oane Taekema
9-apr
1
Rohel
Friesland
D.J. Akkerman
7-apr
1
Rotsterhaule
Friesland
Afke Baas
6-apr
1
Rotsterhaule
Friesland
J. de Kleijne
17-apr
1
Rotsterhaule
Friesland
S.F. Venema
5-apr
2
Rottum
Friesland
H en E. Meester
7-apr
4
Ruigahuizen
Friesland
Melle van der Goot
10-apr
2
Scharsterbrug
Friesland
Siebe en Titia Bosma
20-apr
1
Sint Anna Parochie
Friesland
Sophie Brakelé
4-apr
1
Sint Johannesga
Friesland
Mulder P.
8-apr
1
Skarl
Friesland
Peter Jan en Hieke Dijkstra
6-apr
1
Steggerda
Friesland
Ultsje Jellema
23-apr
2
Suamarreheide
Friesland
Bareld Storm
8-apr
2
Terband
Friesland
Trienke en Henk Tjepkema
5-apr
1
Terwispel
Friesland
Bart Berga
8-apr
2
Terwispel
Friesland
Evert Wind
16-apr
2
Terwispel
Friesland
Arie en Ilse Steenwijk
14-apr
2
Terwispel
Friesland
Hannelien Ruijs en Marc van Leuven
8-apr
2
Terwispel
Friesland
Rikus en Tryntsje Veenstra
7-apr
1
Terwispel
Friesland
Sjoerd Wagenaar
6-apr
1
Tijnje
Friesland
Harriet van Sleen
4-apr
2
Twijzel
Friesland
Joke Smidt
6-apr
1
Warga
Friesland
Keimpe Gerrit de Boer
6-apr
2
Warga
Friesland
Aafke en Wiebe Kooistra
6-apr
1
Warga
Friesland
S. Talsma
6-apr
2
Warns
Friesland
P.J. Dijkstra
6-apr
1
Warns
Friesland
Bauke Smid
8-apr
5
Welsrijp
Friesland
Joustra
5-apr
2
Wijnaldum
Friesland
Sytse Elzinga
6-apr
2
Wijnaldum
Friesland
Rinze en Maartje Post
11-apr
4
Wommels
Friesland
Roel Schraa
5-apr
2
Zweins
Friesland
Anneke de Boer
7-apr
4
Uit deze lijst met eerste aankomsten in de stallen blijkt dat er toch een grote variatie in aankomst is. Vaak zijn het de mannetjes die als eerste terug zijn (lange staarten!) en snel hun plekje innemen. Soms zitten er grote verschillen in aankomst per woonplaats. Zo was het verschil in aankomst in Hemrik in 2020 groot tussen T. Algra (7 april) en Henk F. Harmsma (26 april). De oorzaken van vroege en late aankomsten kunnen allerlei oorzaken hebben. Soms worden de terugkerende boerenzwaluwen op hun reis verrast door opkomende stof en zandstormen. Een ander keer hebben ze een slecht seizoen in het overwintergebied gehad (weinig voedsel voor de rui van veren) en moesten ze veel naar het zuiden overwinteren of door weersomstandigheden een andere route nemen die veel langer was (b.v. terug over Italie in plaats van via Gibraltar). Ook deze winter 2020-2021 hadden de boerenzwaluwen weer te maken met stof en zandstormen. Op 18 februari 2021 toont het NOAA-20 ruimtevaartuig deze stof en zandstorm in Noordwest Afrika. Net op de route terug voor veel zangers die via Gibraltar ons land weer willen bereiken.
18 februari 2021
Zand en stofstormen in Noord-Afrika in februari 2021.
Terwijl een groot deel van de pluim ten westen van Afrika verschijnt, is een sliert stof te zien die door de wind naar Europa waait. Volgens een verhaal van meteoroloog Marshall Shepherd, drijven sterke en aanhoudende winden uit het zuiden minstens een paar keer per jaar stof uit de Sahara naar Europa. Dit klopte want ik vond op de afvalcontainers achter onze woning dit jaar weet een laagje bruin zand!
Ik ben dan ook erg benieuwd wanneer de eerste boerenzwaluwen dit jaar terugkeren IN de broedstallen. Helpt U mee mijn lijstje met aankomstdata te vullen in 2021. Mocht U naam en woonplaats er niet bij staan, of U wilt voor de eerste keer meedoen dan hoor ik het graag. Stuur U aankomstdata door van 2021, ook oude data van voorgaande jaren is van harte welkom!
Joure 5 maart 2021.
Jan de Jong, E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure. Tel. 0513-414788 of email; j.d.jonglc@home.nl
In de wintermaanden zien we vaak op allerlei plekken in en rond Joure maar ook op de Friese meren rondom aalscholvers vliegen en voedsel zoeken. Enkele aalscholvers bivakkeren al geruime tijd in het Hurdspietsje aan de E.A. Borgerstraat en rusten dan uit op het kruis boven op de kerk. Ze vissen met name in het najaar op veel plekken in de vijvers en vaarten in en rondom Joure.
Foto Jan de Jong. Aalscholver op kruis van gereformeerde kerk aan E.A.Borgerstraat.
Een deel van onze Nederlandse broedvogels trek weg en een deel overwintert in ons land. De aalscholver had in de zeventiger jaren een dieptepunt qua broedparen toen er nog maar een 1000 paren in ons land broeden. Echter door de stopzetting van vervolging en het verbod op het gebruik van DDT namen de aantallen snel weer toe en waren er rond 2000 meer dan 20.000 broedparen verspreidt over kleine kolonies in ons land aanwezig. Ook in Friesland komen enkele kolonies in klein aantal voor, onder anderen in het Oosterschar bij Rotsterhaule.
Foto Corriet van Rossen. Volwassen en onvolwassen aalscholvers op steiger te Goingarijp.
Tijdens schaarse sneeuwwinters zijn er bij ijswakken vaak wel enkele aalscholvers aanwezig. Als dat maar goed gaat dacht ik nog toen alles in dit wintertje in een snel tempo dicht vroor. Niet dus. Anne Lenis uit Joure belde deze week me dat hij vlak bij zijn woning in de vijver een dode aalscholver had gevonden. De vogel droeg een roestvrij stalen pootring uit Zweden en is opgezonden. Een wintergast uit noordelijker streken dus. Die zal wel verhongerd zijn dacht ik. Te zijner tijd krijgen we daar bericht over van het Ringstation in Zweden (Riksmuseum Stockholm). In de wintermaanden krijgen we gasten hier uit allerlei streken. Soms raken ze tijdens hun jacht op visjes en prooien uit het water onder het ijs en verdrinken dan. Ook komen ze nogal eens om door verzwakking en onderkoeling. In mijn archief vond ik nogal wat aalscholver slachtoffers die een pootring droegen en in onze omgeving zijn aangetroffen. Hierbij enkele meldingen;
1. NOS.BA..29148 geringd op 14 juni 2008 als nestjong te Frederiksstad in Noorwegen en op 12 januari 2008 dood gevonden te Rotsterhaule (Lammert Bos, Rotsterhaule). Afstand; 764 km. Tijd; 168 dagen.
2. DKC. ….218816 geringd op 17 mei 1989 als nestjong te Vorseovej in Denemarken en op 3 april 1994 dood gevonden te Tjerkgaast/Spannenburg (sint de Boer, Tjerkgaast). Afstand 431 km. Tijd 1752 dagen.
3. SVS. …9240032 geringd op 27 juni 1989 als nestjong te Gyovagen in Zweden en op 8 november 1989 verdronken in visnet bij Lemmer (Veldhuizen, Lemmer). Afstand 958 km. Tijd; 134 dagen.
4. DFH. ….258205 geringd op 24 juni 1989 als nestjong te Sleeswijk-Holstein in Duitsland en op 10 oktober 1989 verdronken in vis fuik te Lemmer (Poepjes, Lemmer). Afstand; 316 km. Tijd; 108 dagen.
5. DKC. ….218750 geringd op 17 mei 1989 als nestjong te Vorseovej in Denemarken en op 27 februari 1994 dood gevonden onder het ijs te Broek bij Joure (Abele de Jong, Broek). Afstand; 422 km. Tijd; 1747 dagen.
Vaak komen de nog jonge aalscholvers door onervarenheid om of zwemmen in visfuiken of netten van de beroepsvissers. Aalscholvers die in Nederland geboren zijn kunnen flinke afstanden afleggen. Ze overwinteren deels in eigen land maar trekken ook in de winter flinke einden weg. Zelfs naar gebieden rond de Middellandse Zee, Noord-Afrika tot zelfs in Tunesië. Bij Aalscholvers worden ook regelmatig kleurringen aangelegd om zo de individuen te kunnen volgens. Deze kleurringen zijn groot en bevatten vaak een combinatie van cijfers en/of letters. Twee voorbeelden uit dezelfde kolonie;
1. NLA. .9001049 geringd op 9 juni 1986 in de Oostvaarderplassen in Nederland en als nestjong (2 jongen in nest) met kleurring geel SA is teruggemeld (kleurring afgelezen) op 21 januari 1987 te Thyna, Sfax in Tunesië. Afstand; 2025 km. Tijd 226 dagen.
2. NLA. .9000702 geringd op 15 juni 1984 in de Oostvaardersplassen met kleurring in Nederland en als nestjong (3 jongen in nest) met kleurring wit RV is teruggemeld (kleurring afgelezen) op 2 november 1987 te Hard, Vorarlberg in Oostenrijk. Afstand; 634 km. Tijd; 1236 dagen.
Aalscholvers kunnen dus enorme afstanden afleggen om elders te overwinteren. In veel gevallen hebben we naast onze Nederlandse aalscholvers in de winter hier ook vogels uit noordelijke landen. Ze zijn dan op zoek naar rijke visgronden. Een enkele keer wordt er ook wel eens een nestjong uit het zuiden van Europa hier aangetroffen zoals een vogel die geboren werd in Frankrijk.
1. FRP. CA…48045 geringd op 24 mei 1991 als nestjong te Saint-Philbert-de-Grand-Lieu in Frankrijk is op 4 augustus 1992 gecontroleerd en weer losgelaten te Lemmer.
Foto Henk Graafland. Jonge vliegvlugge aalscholver op tak
We hebben dus een internationaal gezelschap aan aalscholvers dat zich hier te goed doet aan de vel vis in vijvers, parken en meren. Op de gereformeerde kerk de Oerdracht aan de E.A. Borgerstraat laten de aalscholvers een wit krijtspoor op het dak achter van de resten van de gegeten vissen. Na een hevige regenbui verdwijnt er vaak een deel doch na enige droge dagen is het krijtspoor weer terug. Ze zoeken vaak hoge punten op om hun vleugels na het vissen te laten drogen.
De aalscholver is bij ons al niet meer weg te denken uit gemeente De Fryske Marren.
Waar komen al die vinken in de winter toch vandaan?
De afgelopen weken met winterse stormen en koude inval kwamen er op voedertafels en in menig tuin groepjes vinken voor die zich te goed deden aan het aanwezige voer. In de afgelopen zachte winters zag je de vink maar weinig in de tuin. Waar komen al die vinken dan zo plotseling vandaan?
Foto van Maarten Hotting. volwassen man vink op voedertafel.
De vink is in de zomermaanden in de gemeente De Fryske Marren een algemene broedvogel die meer in parkachtig landschap, bossen, langs bosranden en in dicht struikgewas broedt. Vaak wordt zijn nestje in tuinen met meidoornstruiken, fruitbomen en heggen aangetroffen. Nestjes zijn vaak gemaakt van mos, veertjes, boomschorsschilvers, plantenwortels, wol, haar en plantenpluis. Het geheel wordt bijeengehouden met spinrag en insectenspinsels. Vanaf de tweede helft van april kun je de vink alweer in zijn broedgebied aantreffen, tot eind april/begin mei kan er nog sprake zijn van noordelijke doortrek.
De eerste eieren (4 a 5) zijn vaak verschillend getint of gevlekt met roze en soms vage lichtblauwe zweem maar duidelijk met donkere bruine vlekken en kriebels en spikkels. De vrouwtjes leggen per dag een ei en beginnen vaak te broeden als het voorlaatste ei gelegd is. Soms 1 legsel maar ook tweede legsels of vervolglegsels komen voor. Het wijfje broedt alleen zo’n twaalf a dertien dagen op de eieren en daarna helpt het mannetje bij de voedering van de jongen. De jonge vogels worden nog zeker twee weken in het nest gevoerd voordat ze deze verlaten en trekken daarna zeker nog tussen de twintig en vijfendertig dagen met de ouders op. Vaak blijven onze eigen broedvogels daarna in de omgeving wat rondzwerven en overwinteren deels in eigen land.
Foto van Piet Schuttelaar vrouw vink op boomstronk.
In oktober /november komen noordelijke broedvogels uit Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland onze vinken vergezellen en nemen de aantallen daardoor ook flink toe. Een deel van de noordelijke doortrekkers gaat nog verder zuidelijk en overwinterd in Engeland, Ierland, België en Frankrijk tot in Spanje en Portugal. Doch ook flink wat sneuvelen er al op de weg er naartoe. Enkele voorbeelden aan de hand van ringgegevens uit mijn archief;
1. DKC. 9P…36458. geringd op 4 -9-1993 als volwassen vrouw te Sonderha, Jylland in Denemarken en op 4 november 1993 tegen glas gesneuveld te IJsbrechtum (vinder K. Tiezema, IJsbrechtum). Afstand; 462 km. Tijd; 61 dagen. Helaas in hetzelfde jaar nog gesneuveld.
2. NOS. E…249494. geringd op 24-4-1995 als volwassen man te Hovdebygda, Ostra in Noorwegen en op 20 december 1996 tegen ruit gevlogen te Vegelinsoord (vinder Bonnie Kootstra, Nijbeets). Afstand;1024 km. Tijd; 605 dagen. Mogelijk Noorse broedvogel die sneuveld als vensterslachtoffer in gemeente De Fryske Marren (DFM).
3. NOS. …9888240. geringd op 1 april 1987 als volwassen man te Austad, Flekkefjord in Noorwegen en op 17 januari 1988 dood gevonden te Joure (vinder René Corbier, Joure). Afstand; 596 km. Tijd; 291 dagen. Gestorven in winter van 1988.
4. NLA. B…691797. geringd op 13 oktober 1986 als jonge man op Vlieland en op 18 januari 1987 vloog het zich dood tegen de vensterruiten in Langweer (vinder; Rienstra, Langweer). Afstand;60 km. Tijd; 97 dagen. Mogelijk een vogel uit noordelijker streken die in Friesland is gebleven om daar de winter door te brengen en toch nog sneuvelde.
5. NLA. V…407443. geringd op 24 september 2009 als jong mannetje aan de noordoever van het Tjeukemeer bij Rohel en op 15 april 2011 gecontroleerd en weer los in Gjesdal, Rogaland in Noorwegen. Afstand;659 km. Tijd; 569 dagen. Deze leefde gelukkig nog en is niet gesneuveld.
De oudste vink in Friesland bereikte een leeftijd van 16,3 jaar.
Veel vinken sneuvelen in de herfst en winter tegen vensterruiten, glasschermen of komen tijdens koude perioden om. Soms gaat het om vinken uit eigen land, maar in de meeste gevallen betreft het wintergasten die vaak ook nog jong en onervaren zijn. Zo krijg ik de laatste weken steeds meer meldingen wintergasten die op en bij voedertafels vertoeven en door een plotselinge schrikreactie in paniek wegvliegen en dan sneuvelen of gewond raken. Ook andere soorten zoals; spreeuw, houtsnip, ijsvogel, merel, keep, groenling, koperwiek en zelfs sperwers vliegen zich dood tegen ruiten. Meestal helpt het om de voedertafel niet te dicht bij de vensterruiten of windschermen te plaatsen. Roofvogels zoals de sperwer jagen vaak op zangvogels die op voedertafels zitten. Tijdens hun felle vlucht kunnen ze door de hoge snelheid minder snel wenden en vliegen dan met een enorme klap tegen de ruiten. Ook kleine zangers zoals kool en pimpelmezen kunnen dan daarbij hun bewustzijn verliezen en zo een gemakkelijke prooi worden voor katten.
Vliegt er een vogel tegen de ruiten en blijf ie stil liggen dan kan men hem op een donkere rustige plek, in kartonnen doos met luchtgaten, weg zetten en tot rust te laten komen. Mocht er bloed uit de snavel komen dan kan men hem een beetje water geven, dat voorkomt in veel gevallen bloedstolsels die een gevaar vormen. Zet de waterkraan met een voorzichtig straaltje aan en doe af en toe de snavel onder de waterstraal. De vogel neemt dan wat water op, na enkele herhaalde keren de vogel rustig wegzetten en minstens 2 uur wachten. Door het water in het lichaam verwarmt het bloed meer en stolt niet. Kan zijn dat de vogel alsnog een hersenbloeding krijgt na enige tijd, dus rusttijd in acht nemen. Is ie daarna ogenschijnlijk gezond, dan kan ie weer los. Let op of ie met beide ogen nog goed kan zien. Zwaai de hand heen en weer voor de linker en het rechteroog, blijft ie de hand volgen dan is het goed. Soms raken vogels door de enorme klap blind aan een oog. Is dit het geval of vertrouwd u het toch niet of de vogel wel fit is (pootje niet goed/suf zitten) waarschuw dan de dierenambulance.
De vogel moet dan zeker opgenomen worden ter revalidatie.
De ooievaar was vroeger een niet weg te denken beeld in het Friese landschap. Stappend achter de maaimachine met paarden kon je ze op menig boerenland zien speuren naar kevers, muizen en kikkers. Tussen 1931 en 1971 telde Friesland zeker nog een kleine 100 nestplaatsen volgens de literatuur. Echter na de veertiger en vijftiger jaren kwam er een flinke dip in het aantal broedparen en namen de aantallen zienderogen af. In 1972 telde men nog 1 broedpaar in Luxwoude. Na de herintroductie van de ooievaar in ons land namen de aantallen langzaam weer wat toe. Rond de telling van 2013-2015 zijn er zeker weer zo’n 825-1000 broedparen in ons land. Om ze individueel te volgen worden veel ooievaars voorzien van een opvallende pootring van het Vogeltrekstation in Wageningen. Deze pootring wordt na de tachtiger jaren door de toename van steeds beter wordende fototoestellen met zoom instelling steeds vaker vastgelegd door vogel fotografen en natuurmensen. Ook nu trekken vogelaars er steeds meer met camera op uit. Regelmatig krijg ik dan ook meldingen en fotos van vogels met ringen toegestuurd met het verzoek om na te gaan waar het eksemplaar weg komt. Zo ontving ik de afgelopen dagen ook een foto met een ring van een ooievaar die bij Oudehaske op 31 januari 2021 door Marco Hasselaar werd vastgelegd. Deze ooievaar bleek al vrij oud te zijn en is als nestjong op 20 juni 1999 in Eernewoude (Friesland) geringd. De vogel heeft de ring zeker 21 jaar, 7 maanden en 11 dagen gedragen. Nu is 21 jaar voor een ooievaar toch nog geen oudje als het om ooievaars gaat. In het archief van het Vogeltrekstation in Wageningen waar de registratie van alle Nederlandse ringen wordt bijgehouden is de oudste ooievaar zeker 40 jaar oud geworden.
Toch is met de ooievaar die in 1999 geboren werd in Eernewoude iets aan de hand. In de databank van het Vogeltrekstation vond in het hele levensverhaal van de vogel terug en kon mooi zien op welke plekken de vogel gezien was. In totaal is de ooievaar 30 x gemeld tussen 1999-2021. Geen enkele keer werd de vogel opgemerkt in zijn overwintergebied wat normaal in Afrika ligt. Direct al na het eerste jaar vertrok de vogel van uit Friesland richting Duitsland en werd op 22 april 2000 bij Hitzhusen, Sleeswijk Holstein waargenomen. Tussen 2000 -2018 is de vogel steeds in Duitsland gezien met uitzondering van de jaren waarvan geen waarnemingen zijn; 2004,2010,2012,2016,2017 en 2018. In 2011 werd de ooievaar op 28 maart nog gezien in Duitsland bij de dierentuin in Rheine. Al die jaren dus steeds in Duitsland. Op 17 februari 2019 duikt ie plotseling weer op in Friesland bij Oudehaske, zo meldde van Bergen uit Bontebok aan de hand van fotos. Zou deze “Friese “ooievaar dan uiteindelijk heimwee hebben gekregen naar zijn geboorteland? Het lijkt er wel op want op 9 juni 2019 melde Haije Folkertsma dat de vogel met pootring op een nest met twee jongen bij R. Bruinsma in de Tijnje is afgelezen. In september 2019 werd de pootring bij Oldeboorn afgelezen. In 2020 is de vogel niet waargenomen om plotseling in de januari maand van 2021 weer op te duiken bij Oudehaske.
Al met al flink wat omzwervingen van deze ooievaar. Het volgen van vogels aan de hand van pootringen, kleurringen, halsbanden en zenders neemt de laatste jaren sterk toe. Daardoor wordt er steeds meer bekend omtrent de omzwervingen van soorten en kunnen we de vogel meerdere jaren soms volgen. Bij grote vogels is de ring met inscriptie gemakkelijker vast te leggen dan bij kleinere soorten, doch de fototoestellen (met zoom) zijn steeds beter geworden en daardoor de mogelijkheden ongekend. Veel fototoestellen hebben gps-instellingen en worden data en tijd automatisch opgeslagen. Opmerkelijk is dat de ooievaar die Marco Hasselaar zag bij Oudehaske een voorbeeld is van veel ooievaars die hier tijdens de veranderende klimatologische omstandigheden steeds meer pogen te overwinteren. Let dus op pootringen ze kunnen U een heel verhaal opleveren als U de inscriptie weet vast te leggen.
Er worden de afgelopen jaren opvallend meer snorren gevangen op Ringstation Rohel. In 2019 zestien en 2020 twaalf, terwijl jaarlijkse vangsten van drie a vier normaal zijn. De snor is een soort die er meer een verborgen leefwijze op na houdt. In Noord Nederland worden maar weinig snorren geringd voor wetenschappelijk onderzoek.
Op 19-08-2020 zijn er zes snorren gevangen op Ringstation Rohel.
Geringde snorren Ringstation Rohel
1985-2020
Leeftijd
Maand
volwassen
jonge vogels
totaal
maart
1
0
1
april
2
0
2
mei
0
0
0
juni
1
0
1
juli
9
30
39
augustus
2
31
33
september
4
24
28
oktober
0
1
1
totaal
19
86
105
Tabel 1. Aantal geringde snorren op Ringstation Rohel 1985-2020
Van 1985 t/m 2020 zijn er op Ringstation Rohel aan de noordoever van het Tjeukemeer 105 snorren (19 volwassen / 86 vliegvlugge jongen) geringd. De eerste in 1988. Daarna jaarlijks met uitzondering van de jaren 1989,1991,1993,2000,2001en 2010. Verder waren goede jaren 2003 (6) /2006 (6) /2009 (7) / 2019 (16) en 2020 (12). Topjaar was 2019 toen er maar liefst 16 werden gevangen (15 jonge vogel en 1 volwassen). De vroegste volwassen werd op 29 maart 2003 gevangen en de laatste (jonge vogel) op 23 oktober 2020. Er werden slechts 3 eigen terug vangsten bekend. Alle drie in hetzelfde jaar van ringen terug gemeld na 5, 10 en 14 dagen. Slechts 1 x (15-7-2012) werd er een vrouwtje met broedvlek gevangen. Van de 105 geringde snorren op Ringstation Rohel werden er tot en met 2020 er slechts twee terug gemeld. De eerste is geringd op 11 juli 2004 als jonge vogel te Rohel Tjeukemeer en werd na 19 dagen terug gevangen op 30 juli 2004 te Zwarte Meer, Kampen (33,471 km). De tweede kwam een stuk verder en is op 4 augustus 2020 als volwassen vogel op Ringstation Rohel geringd en werd na 17 dagen al teruggevangen in Frankrijk bij Noyant/Soulaire-et Bourg (748,756 km).
In de tabel 1 zien we duidelijk dat in het broedseizoen op Ringstation Rohel er vrijwel geen snorren worden gevangen en geringd. In juli komen de volwassen snorren in beweging en worden ook de eerste vliegvlugge jongen gevangen. Doortrek gaat dan door tot diep in september (uitzonderlijk oktober) waarbij waarschijnlijk ook snorren uit noordelijker broedgebieden gevangen worden. Er zijn in Nederland echter geen terugmeldingen van noordelijk van ons land geringde snorren. Ook zijn er geen terugmeldingen bekend uit ons land uit het overwintergebied in Afrika. Toch komt de oudste snor die in ons land (tenminste 4 jaar) vastgesteld is uit Friesland. Een op 5 juli 2014 op Ringstation Burgumermar (Eastermar) volwassen geringde snor ,geringd door ringer A. Timmerman, werd 4x terug gevangen (2-5-2015/22-4-2017/29-4-2017 en 19-5-2018). Bron www.vogeltrekatlas.nl. De vogel heeft de ring 1415 dagen gedragen en is zeker ouder dan 4 jaar. De oudste snor in Duitsland bereikte een leeftijd van 8 jaar en 5 maanden.
cijfer is het aantal geringde snorren rond deze locatie.
In Friesland zijn maar weinig snorren geringd in de periode 1911-2020. Vogeltrekstation Wageningen geeft in de Vogeltrekatlas rond de 650 aan. Op het kaartje springen de aantallen bij Makkum (184/IJsselmeerkust), de omgeving van Rohel (171/Tjeukemeer) en de omgeving van het Bergumermeer (103) er qua aantal uit. Als broedvogel komt de snor in Friesland voor in moerasgebieden en natte meer oevers met dichte oevervegetatie. De totale snorren populatie in Friesland is maar klein en ligt geschat w.s. rond de 250 a 300 paar. De Nederlandse populatie wordt tussen 2013-2015 geschat op 1900-2400 broedparen volgens de Vogelatlas van Nederland (2018).
In 2020 is er veel materiaal binnengekomen voor het 10e Boerenzwaluw Journaal. Meer dan 80 bladzijden informatie over het boerenzwaluw onderzoek. Verheugend is dat er ook van buiten de Friese grensen meer infomatie binnenkomt. Dit jaar heb ik me dan ook moeten beperken bij het samenstellen van dit verslag. Weer meer korte verhalen van ervaringen van correspondenten. Opvallend veel miskleuren werden er in 2020 ontdekt in Friesland, zeker 7! In dit journaal een uitgebreidt verslag met veel fotos en feiten. Verder veel nieuwe aankomstdata van buiten de provincie. Alvast veel leesplezier toegewenst. Het uitgebreide verslag staat in de Bijlage hieronder
In 2020 zijn er op Ringstation Rohel ondanks de corona pandemie met mondkapjes, hoge waterstanden, zware mist en snikhete dagen toch nog 1803 vogels geringd. Daarbij waren dit jaar weer opmerkelijke soorten zoals 11 ijsvogels, vele honderden kleine karekieten, rietzangers en zwartkoppen. Maar ook soorten als snor, roodborsttapuit, draaihals, cetti's zanger en zelfs een roodsterblauwborst lieten zich vangen. De laatste soort is nieuw op Ringstation Rohel. Het verslag telt 87 bladzijden en is voorzien van veel fotos bij de dagverslagen. Er is ook een Top 10. Hierbij het verslag in de Bijlage. Veel leesplezier.
Veel ringvangsten op 13 juli 2020 aan het Tjeukemeer
Topdag op Ringstation Rohel aan noordoever Tjeukemeer.
Op 13 juli 2020 ging ik smorgens al vroeg op weg naar het Tjeukemeer om CES10 uit te voeren voor het Vogeltrekstation Wageningen. Assistent Gerard Westerhuis was verhinderd tot 15 juli zodat ik dacht dat ik zelf wel de 10e CES alleen kon uitvoeren. Onderweg zag ik al dat er bij Ouwsterhaule en Oldeouwer af en toe mistflarden boven het veld opdoken. Om 03:30 uur aangekomen bij het witte bruggetje zag ik dat boven het oeverland een "deken" van laaghangende mist hing en dat de vegetatie kleddernat was. Nadat ik de vangmaterialen naar de ringplek bracht merkte ik op dat het in de rietzoom nog opvallend stil was. Een enkele kleine karekiet liet zijn karaterestieke "karre..karre..kiet " in het riet horen. De netten werden met de nodige voorzichtigheid geplaatst in de vangbanen en al snel kwam ook de zon er langzaam bij. De rode gloed gaf in samenhang met de laaghangende mist boven het oeverland een mooi gezicht.
Doch zodra de zon maar net boven de horizon opkwam waren ook de eerste vangsten in de netten aanwezig. De hele morgen hield de stroom aan en zou het aan een stuk door uithalen/ringen/noteren worden. Van biometrie kwam niks terecht die morgen. Maar liefst 214 vogels werden er gevangen. In totaal 189 geringd en 25 terugvangsten. Hierbij een staatje van de gevangen en geringde vogels.
Vogelsoort
R
T
ET
1kj
C
N
Opmerkingen
Boerenzwaluw
22
22
1*
23
1 x v na1kj geringd in Rohel
Boompieper
1
1
Vrouw met broedvlek
Bosrietzanger
4
4
Fitis
14
13
1
15
1 v na1kj /Venebuurt Terwispel
Grasmus
2
1
1
3
1 x ruiscore 1 !
Grote bonte specht
2
1
2
Huismus
4
4
4
IJsvogel
2
2
2
Kleine karekiet
18
6
7
1
25
1 v na1kj met Brussels ring
Kneu
1
1
1
2
Koolmees
3
4
7
7
Veel eigen terug, weinig aanwezig
Merel
1
1
Oeverzwaluw
5
1
5
Pimpelmees
1
1
1
Vrijwel niet waargenomen
Rietgors
7
2
6
9
Rietzanger
52
4
43
1
57
1 m na1kj met Paris ring
Roodborst
1
1
Snor
1
1
Spotvogel
1
1
Spreeuw
1
1
1
Sprinkhaanzanger
3
3
Tjiftjaf
12
10
12
Na1kj nog zonder rui
Tuinfluiter
4
1
2
5
Winterkoning
3
3
3
Witsterblauwborst
1
1
Zanglijster
1
1
1
Zwartkop
23
1
13
24
Weinig eigen terug.
Totaal 27 soorten
189
4
17
139
4
214
13 juli 2020 Rohel Tjeukemeer
R = nieuw geringd. T = terug vangst eigen ring van voorgaande jaren. ET = eigen terug vangst van zelfde ringjaar. Dat geldt ook voor vogels die voor de 2e keer in dit jaar worden terug gevangen. 1kj = het aantal gevangen eerste kalenderjaar vogels. C = controle vangst van andere ringer(s). N = totaal gevangen vogels
Vanmorgen opvallend veel boerenzwaluwen in de netten omdat er een flinke groep al in de buitenste rietzoom de nacht had doorgebracht. Bij het "wakker worden" vlogen er diverse in de netbanen. Het bleken vooral jonge vogels te zijn die al aan het voorverzamelen zijn. De rietzanger overtrof vanmorgen alle verwachtingen , maar liefst 57 werden er gevangen . vooral eerste jaars vogels (43/ruim 75%). Zelfs een volwassen met een Paris ring.
De grote bonte spechten lieten hun aanwezigheid duidelijk horen en vanaf de ringplek hoorde ik ze al op tientallen meters van de plek waar ik de vogels ring en controleer.
Bijzonder was toch de vangst van een boompieper.
Een volwassen vrouwtje boompieper (met broedvlek) liet zich vanmorgen vangen op Ringstation Rohel, het 11e eksemplaar sinds 1985. Boompiepers worden maar weinig geringd op Ringstation Rohel. Dit is de eerste volwassen vogel sinds 1985. In de periode 1985-2020 zijn er nu dus 12 gevangen (11 1kj en 1 na1kj). In de jaren 2004,2006 en 2011 twee x 1kj geringd, en in de jaren 1985,1992,1993,2015,2018 1 x 1kj, en nu in 2020 1 x na1kj! Vroegste datum was 6-7-1985 en laatste datum is 18-9-1993.
Al met al een succesvolle dag op Ringstation Rohel.
In 2019 zijn op Ringstation Rohel in totaal 50 soorten gevangen en 2049 vogels van een ring van het Vogeltrekstation Wageningen voorzien. Weer meer vogels dan in 2018 toen er 60 soorten met een totaal van 1929 werden geringd. Dit jaar werd er in de maanden november en december niet aan de noordoever van het Tjeukemeer gevangen omdat de verhoogde waterstand door de vele regenbuien ertoe heeft geleid dat de ondergrond van de loop en vangpaden erg drassig werd. Je zakte op sommige plekken diep weg en daardoor werden vangbanen en looppaden te veel beschadigd. Er werd dit jaar wederom een nieuwe soort aan de soortenlijst (sinds 1985) toegevoegd. In oktober werd er in netbaan C6, tijdens hoog water op het oeverland, een waterpieper gevangen. De 97e op de soortenlijst.
Naast de waterpieper was de Cetti’s zanger toch wel een van de meest opvallende soorten dit jaar. Er werden maar liefst 7 geringd. In 2019 werd ook meteen vastgesteld dat er een paartje heeft gebroed, w.s. in het stukje oever tussen netbaan B15 en B15a.
De baardman zit wat in de lift, we ringden dit jaar maar liefst 19 terwijl de fitis het wat liet afweten met 85 geringde vogels (minder 1kj).
Met de kleine karekiet schoten we dit jaar met 343 geringde vogels over de 10.000 op de ringplek. Doch de piekjaren van 2003 en 2006 met over de 500 kleine karekieten bereiken we niet weer.
Dit jaar hadden we zelfs een vroege massavangst van pimpelmezen in juni, op 24 juni werden er maar liefst 114 uit de netten gehaald. De netten moesten voortijdig gesloten worden om de massa vogels goed te kunnen verwerken. Tijdens dergelijke dagen moet er veel gelet worden op de conditie van de vogels.
Er werden dit jaar 55 eigen vogels met een ring van vóór 2019 terug gevangen, waaronder 9 rietgorzen, 8 kleine karekieten, 8 rietzangers, 4 tuinfluiters en 4 zwartkoppen. Buitenlandse ringen werden er vrijwel niet gevangen, slechts 1 kleine karekiet met Belgische ring liet zich vangen.
In totaal zijn er in de afgelopen 35 jaar (1985-2019) zeker 49242 vogels en 97 soorten op Ringstation Rohel geringd. De kleine karekiet (10298) is daarbij de meest geringde soort en bevat ruim 20% van de vangsten.
In de komende jaren zal zeker de 50.000 geringde vogel op Ringstation Rohel bereikt worden doch er zal vanaf 2020 met wat minder netten gevangen worden en er zal meer aandacht en tijd aan de biometrie van gevangen vogels en opleiding van assistenten en aspirant ringers geschonken worden. In 2020 hoop ik de leeftijd van 70 jaar te mogen bereiken, tijd om het wat rustiger aan te doen.
Reacties naar:Jan de Jong j.d.jongringer403@home.nl
De laatste weken heb ik constant aan het eindverlag van het Boerenzwaluw Journaal Friesland 2019 gewerkt. Het resultaat is een flinke hoeveelheid informatie over boerenzwaluw onderzoek en wetenswaardigheden uit de provincie Friesland.
Het jaar 2019 kenmerkte zich door opmerkelijke weersomstandigheden (hitte perioden). Tijdens het broedseizoen werden de boerenzwaluwen diverse keren op de proef gesteld. In totaal werden er een 1316 boerenzwaluwen van een ring voorzien en er werden maar liefst 300 volwassen boerenzwaluwen terug gevangen die al een ring droegen.
In 2019 is er voor het eerst een kleuren onderzoek uitgevoerd bij volwassen boerenzwaluwen die in stallen en schuren broeden. Daar kwamen opmerkelijke resultaten uit.
Verder aandacht voor hybriden en miskleuren. Dit jaar viel het op dat er in Friesland , maar ook daarbuiten,opvallend veel vogels waren die afwijkten. Zelfs diverse die al in vergevorderde ruistadia waren.
Toch was het nog een goed jaar met op veel plaatsen tweede legsels. Opvallend was dat vooral in de wat oudere ligboxen en schuren van boeren nogal wat broedparen aanwezig waren.
De vogels kwamen welliswaar verspreidt binnen in het voorjaar door problemen bij de terugkeer via de trekroute. Zo kon het gebeuren dat er zelfs na half mei nog vogels binnen druppelden terwijl andere vogels al bijna jongen hadden.
Verder komen in het verslag overal wetenswaardigheden voor en laten we diverse mensen aan het woord over hun ervaringen dit jaar.
Vogelwacht Sint Johannesga- Rotsterhaule teld nesten boerenzwaluwen.
Vogelwacht Sint Johannesga Rotsterhaule brengen boerenzwaluwen in kaart.
Veel vogelwachten inventariseren en beschermen weidevogels in hun wachtgebieden. Ook de vogelwacht Sint Johannesga Rotsterhaule doet hier actief aan mee. Naast de weidevogel activiteiten besteden vogelwachten in Friesland ook regelmatig aandacht aan andere soorten. Een van die soorten is onder anderen de boerenzwaluw. In 2019 is er door de vogelwacht Sint Johannesga -Rotsterhaule voor het eerst een onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van broedende boerenzwaluwen in hun wachtgebied. Maar liefst 613 nesten werden er door de initiatief nemers van de vogelwacht Sint Johannesga Rotsterhaule e.o. (Andre de Jager, Johannes van Stralen en Simon de Winter) genoteerd. In de dorpen Oldeouwer, Ouwster-Nijega, Ouwsterhaule, Rohel, Rotsterhaule, Rotstergaast, Sint Johannesga en Vierhuis werden veel bezoeken afgelegd en het aantal nesten genoteerd via de BFVW registratie app. Via hen kwam ik in contact met veel adressen waar boerenzwaluwen broeden.
In 2019 heb ik als boerenzwaluw onderzoeker, na eerst telefonisch contact te hebben gehad met de vogelwacht Sint Johannesga-Rotsterhaule e.o. en de bewoners, een twaalftal adressen bezocht waar ik boerenzwaluwen heb mogen ringen en onderzoeken.
Oldeouwer. J. Alkema (12 nesten/18 geringd), P.M. Klompmaker (27 nesten/56 geringd), H. Nijholt (1 nest/3 geringd), F.Stastra (5 nesten/13 geringd), G. Wind (10 nesten/19 geringd). Ouwsterhaule. J. Wietsma (25 nesten/23 geringd). Rohel. D.J. Akkerman (24 nesten/29 geringd), Tjeukemeeroever Marswâl (41 geringd).Rotstergaast. F. Bosga (15 nesten/16 geringd). Rotsterhaule. A. Baas (5 nesten/10 geringd), J.de Kleijne (30 nesten/43 geringd), S.F. Venema (31 nesten/128 geringd). Sint Johannesga. P. Vermaning (12 nesten/47 geringd).
In 2019 zijn er in totaal in het wachtgebied van de vogelwacht Sint Johannesga-Rotsterhaule e.o. 440 boerenzwaluwen geringd en 12 boerenzwaluwen droegen al een ring. Op diverse adressen konden de boerenzwaluwen gemakkelijk gevangen en geringd worden voor de invliegdeur, o.a. bij P. Klompmaker in Oldeouwer en bij S.F. Venema in Rotsterhaule. Op enkele plaatsen waar de nesten gemakkelijk te bereiken waren met een kleine trap zijn ook de nestjongen geringd. Er zijn totaal 110 nestjongen geringd. Er zijn op diverse adressen gegevens verzameld in het wachtgebied. Te veel om in 1 seizoen allemaal te kunnen onderzoeken. Het onderzoek gaat in 2020 dus dan ook gewoon door. Van de bezochte adressen waar boerenzwaluwen zijn geringd wordt in het Boerenzwaluwen Journaal 2019 uitgebreid op het onderzoek ingegaan. De adressen waar in 2019 boerenzwaluwen zijn geringd krijgen dan ook via de mail automatisch het Boerenwaluw Journaal toegestuurd. Mochten er bij U ook boerenzwaluwen broeden en U woont als lezer in het wachtgebied van de vogelwacht Sint Johannesga- Rotsterhaule en is er bij U in 2019 geen telling verricht en U wenst het Boerenzwaluw Journaal van 2019 graag te ontvangen zendt U dan gerust een email met U gegevens door naar j.d.jongringer403@home.nl . U gegevens kunnen dan nog aan de lijst worden toegevoegd.