" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
24-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 340
Klik op de afbeelding om de link te volgen

  

C48. DE AANSLAG.

 

                             Steglitz, 7 augustus '45.

Het huis stond in rep en roer. Niét wegens zijn rijke oogst, waar enkel de Weimars volop aandacht aan schonken, maar wél omdat Miel een soort astma-aanval had gekregen en erin dreigde te stikken. Gerda was er ook bij en had de crisis al wat bedwongen met een 'rookpil', die in alle Duitse schuilkelders in de EHBO doos voorzien was om bij brand slachtoffers van een rookvergiftiging àf te helpen. Heel de familie De Bens was haar zeer dankbaar voor haar kordate tussenkomst. En plots leken alle vroegere wrijvingen en pesterijen van Ma en Françoise zo kwaad niet bedoeld: vergeven en vergeten ?...Voorlopig toch.

Maar iets later bleek ook Ari dezelfde ziektesymptomen te vertonen, zij het in veel mindere mate. En na een wat doorgedreven ondervraging door de twee oudste zussen zakten hun respectieve broertjes door de mand.

Uit hun bekentenissen maakte Joseph op dat Ari ergens in de bossen van Grünewald een munitiebunker vol kistjes rookgranaten wist liggen die de geallieerden blijkbaar nog niet hadden ontdekt. Volgens Miel leken het wel dikbuikige bierflesjes, gevuld met een stroperig vocht. Ari kende die van zijn opleiding bij de HJ : als je er zo eentje tegen een boom kwakte, ontplofte die in duizend glasscherven en een reusachtige groene rookwolk, fantastisch om zien! Die twee bengels hadden daarmee nogal wild 'geoefend' om een dikke mistbank aan te leggen tussen de bomen en plots had een draaiwind dit gordijn naar hen toe geblazen. Ari was op tijd kunnen gaan ritsen, maar Miel was even in die dikke groene nevel verdwaald geraakt en had een paar teugen van deze prikkelende dampen binnen gekregen...

Toen Joseph de jongen op zijn ziekbed bezocht viel hem de zurige lucht op die in het kamertje hing. Die deed hem opeens denken aan zijn konijntjes die destijds, in de 'abri' aan de Bassevillestraat, allen samen plots waren gestikt...En toen hij ook nog de rode vlekken op Miels armen zag, wist hij genoeg. Mosterdgas!

Miel merkte zijn schrikreactie en zei met een hijgend piepstemmetje: " 't Zelfde als Lowietje Maenhout, hé..."

Het duurde even voor Joseph het verband snapte. Maar toen herinnerde hij zich het verhaal dat Miel hem een paar maand geleden verteld had. Over de dood van dat vriendje, Lowietje Maenhout, waarmee Miel in de zomer van '41 een maand op vakantie was geweest bij Duitse boeren. "Kinderlandverschickung", heette dat: groepen verzwakte Vlaamse kinderen werden door de DEVLAG om aan te sterken naar het Hartzgebergte gestuurd...Naar Stadhagen, in de Schaumburger-Lippe herinnerde hij zich...Tijdens een uitstap naar het plaatselijk zwembad had dit Lowietje Miel toen in vertrouwen verteld dat hij, samen met een oudere gast, in de duinen van Westende dikwijls 'Cowboy en Indiaan' ging spelen...Die gast had zijn 'kamp' altijd in een ondergewaaide bunker van 14-18, achter het monumentje van generaal Grossetti ,bunker die bij de jeugd gekend stond als 'het slijmkot' om voor de handliggende redenen...En dat die gast hem dan gevangen nam...En in de abri aan de martelpaal bond...En die idioot hem voor straf daar zand liet eten...Zand dat, naar later bleek, vergiftigd was door mosterdgas van de oorlog '14-'18...En dat Lowietje daaraan waarschijnlijk in '42 gestorven was...met zijn lijf vol van die rode plekken...

Joseph stelde de zieke gerust: àls het al over de zelfde vergiftiging zou gaan, waren ze er nu zo rap bij dat hij binnen een week wel weer helemaal genezen zou zijn. Hij zei er natuurlijk niet bij dat het verdomd moeilijk zou worden om überhaupt een dokter te vinden! Maar Miel leek helemaal opgelucht: " Mag ik u nog iets vertellen ?...Iets dat onder ons blijft ?...Ma, en zéker Françoise,... mogen dat...nooit te wete komen ! "

" Heb je nog een stommiteit uitgefret, misschien ?"

"Ja, misschien...maar dat zal zéker...stukken gevaarlijker zijn...Ik heb samen met Ari...een kistvol van die granaten...een heel stuk verder...door het bos gesleurd ...tot aan de spoorwegviaduct...over de grote baan...Ari zei pas heel op 't laatst...dat de weerwolf die nodig zou hebben...voor een grote aanslag...vanop die brug...op een Russisch troepentransport...En ik wil daar...absoluut geen zaken mee hebben! ...Ge moet eens met...Ari zijn vader gaan spreken...dat dat niét kan doorgaan hé ! "

Joseph had moeite zijn woede voor dit waanzinnig plan te verbergen, maar kon zich toch beperken tot: "En weet dien onnozelaar dan niet dat de Russen voor elke gedode sovjetsoldaat vijftig burgers afslachten ?! Ik hoop verdomme oprecht dat ze dan ineens ook heel de familie Krüger naar Siberië sturen! " Hij stond op en om zijn uitval wat te temperen klopte hij bezorgd het kopkussen van de jongen wat in vorm. Het boek dat er onderuitschoof wilde hij terug duwen, tot hij het herkende als één van Dahlmanns collectie...De rode kop van Miel zei genoeg.

" Ha, tiens, waar hebt ge dàt gevonden ?" vroeg hij quasi opgewekt, maar Miel wist zo vlug niet wàt zeggen. Daarom wierp hij de drenkeling een reddingsboei toe: "Ik was dat al een tijdje kwijt...Toch niet van Françoise gekregen, hé ?!"

Miel vond zijn tong terug en zei schor: "Van Ari...Die vond het...vorige week op onze zolder...hier boven "

"Hoe is hem verdomme dààr binnengeraakt ?! Toch niet langs de deur hé, want die doe ik altijd op slot! "

"Nee, door die spleet in het dak...Ari is een echte slang...met zijn mager lijf...Zo is hem ook...die gasbunker in gekronkeld...De stalen deur stond geblokkeerd ...op een spleet van...nog geen twintig centimeter! "

"Allee, zwijgt nu maar...En dat boekstje zal ik maar beter meenemen, zeker ? Voordat je zuster er op valt! " grinnikte hij als een samenzweerder ,mannen ondereen....

 

Hij had dus overduidelijk de dader te stekken die in Dahlmanns roze kamer was gaan snuffelen en met zijn drieduizend mark was gaan ritsen. Plus een paar vettige boekjes ,al kon hij er daar wel van missen.  Maar dat fortuin recupereren was natuurlijk een ànder paar mouwen! Op een spontane restitutie moest hij niet rekenen. Er zou druk bij te pas moeten komen, véél druk: eerst op Ari, onder vier ogen. En als die niet bràk, dan op z'n vader! Maar verdomme, hoe dan ook: zijn centen kréég hij terug!

Heel de avond en een stuk van de nacht piekerde hij op zijn chantagetactiek. Zó hard zelfs dat Gerda haar toenaderingspogingen in bed moest opgeven en zich tenslotte verongelijkt van hem afkeerde. Dat de Amerikanen hem bij het 'breken' van Ari konden helpen, stond in zijn hersenspinsels als een paal boven water. Alleen wist hij nog niet juist hoé. Ari's zwakke plekken waren in de eerste plaats zijn relaties met de Werwolf, dan die 'vuile' boekjes die hij stal en aan zijn vrienden doorgaf - waarmee zijn vader zéker niet erg opgezet zou zijn - en tenslotte zijn eigen gasbesmetting.

Zou Joseph hem geen wonderlijke genezing kunnen voorspiegelen, zoals hij overlaatst met 'Plakpot Martens' nog had gedaan ?...

 

De volgende morgen stond hij met nieuwe porno paraat op zijn gebruikelijke stek op de 'Tauschmarkt', toen een stevige Rus ongecomplexeerd kwam neuzen in zijn rommel. Gelukkig deed de man geen bod, en droop gewillig af toen die twee van de 'spionnagedienst' erbij kwamen staan. Hun interesse voor de boeken was slechts show, want de burger stak direct van wal: "Witze, wij kunnen u gebruiken in onze werking en moeten daarvoor duidelijke afspraken maken. Dat kan hier niet op straat, en ook niet in de car. Het is zelfs waarschijnlijk dat onze collega's van de N.K.V.D. ons voor het ogenblik in 't oog houden. Daarom zal ik bij valavond om tien uur bij u thuis langs komen met mijn Nederlandse adjunct om één en ànder op punt te stellen. Onder vier ogen, begrepen, dus zorg dat er niet te veel pottenkijkers rond staan, hé ..."

Hoezo, "ze konden hem gebruiken" ? Als collega-spion ? Hij was dus niet langer meer de ex-Hitlerjeugdfanaat, de celleider van de Werwolf ? Niet langer een lokaas voor de ondergedoken terroristen, of wisselgeld voor een handeltje met de NKVD ? Van pure opluchting schoot hij in een zenuwlach en hikte met tranende ogen:

"Okee dan: tien uur...In de Albrechtstrasse ,15b , op het tweede verdiep. Bonk maar S.O.S in morse op de deur..."

De man knikte en wilde weggaan, maar Joseph riep hem spottend tot de orde: "Hey-hey! Vergeet mijn hongerige kindjes niet! Geef mij voor de show drie cornedbeefs voor één boek, want ànders zou de N.K.V.D. argwaan kunnen krijgen als je niks koopt...Goed zo, dank je wel! Kies maar de vettigste uit, Sargeant Kieffer! ...En als toemaatje geef ik je vanavond alle details over een aanslag die de Werwolf voor één dezer dagen plant! "

De Duitser versteef terplaatse :" Wat zeg je ? Een aanslag ? Van de Werwolf ?"

"Dat is inderdaad juist samengevat, Old Chap! Tot vanavond! En vergeet de Bourbonwhiskey niet! "

Joseph voelde zich als een échte filmster - Humphrey Bogart of Louis Jouvet - in hun rol van meesterspion. Een sigarettenpeuk op de onderlip was het énige wat hem mankeerde...En hij zag vergenoegd hoe de 'Old Chap' in het uitgeworpen aas beet.

"Witze, hoe komt het dat jij iets over deze aanslag kan weten ? Tot nu toe zijn maar een paar man van mijn dienst op de hoogte en die hebben zéker niet gelekt! Uw info komt dus uit de hoek van de daders! En dat is niet erg gezond voor u, weet ge! "

"Dat zal ik wel overleven, zeker, Old Chap ?"

"Witze, hou op met die cinema en noem mij maar Herr Weintraub! ...En vooruit: wat weet gij van die aanslag ?"

" Hier toch niet hé,...heu... Weintraub! Denk aan de Russen! Maar vanavond krijg je een verslag uit eerste hand van twee jongens die ongewild bij de voorbereiding betrokken werden. Die liggen nu ziek in bed, besmet door dat gas en hebben héél dringend verzorging nodig."

Weintraub viel uit de lucht: "Gas ?!...Wàt gas ?"

"Yperiet...Of als ge wilt: mosterdgas. Dààrmee zou de aanslag uitgevoerd worden, als je dat nog niet wist! U breng dus best vanavond een dokter mee die zo'n besmetting kan behandelen, of je inlichtingsbronnen zouden wel eens vroegtijdig droog kunnen vallen...En vergeet ook niet een stafkaart met de omgeving van de Grünewaldsee bij de hand te houden, waarop mijn patiënten de plaatsen kunnen situeren die u mogelijk interesseren...En doe mij straks, vóór ik hier opkraam, twee 'gaskits' kado: je weet wel, zo'n E.H.B.O-doos die iedere soldaat bezit om zich te beschermen tegen een gasvergiftiging. Ik wil ze zelfs ruilen tegen twee van mijn bestsellers! Als je er geen van het Duitse leger vindt, zal een Amerikaanse set mèt gebruiksaanwijzing ook wel goed zijn ,denk ik..." Toen de andere nóg bleef twijfelen, haalde Joseph instinctief plots zijn sergeantenstem boven:

"Dringend, Herr Weintraub! !"

Dàt hielp.

 

Thuis vroeg het wel wat moeite om Françoise en haar moeder samen te krijgen met Gerda en Pa Krüger. Iedereen wist ondertussen hoe de jongens hun longaandoening hadden opgelopen en was heel opgelucht en erkentelijk dat Joseph voor 's avonds een Amerikaanse legerdokter had kunnen versieren. Ze begrepen ook wel dat de Yanks eerst wilden weten waar die gasgranaten zo voor het grijpen lagen.

Met een leugentje-om-bestwil :"Want ze zijn er, door ondervraging van gevangenen, àchter gekomen dat de Werwolf binnenkort aanslagen plant met gasgranaten...En ze gaan natuurlijk uitzoeken of er een verband bestaat met het accidentje van onze twee gasten, hé: dat ligt voor de hand."

Iedereen keek Joseph ongerust aan en daarom besloot hij nog wat verder door te duwen.

"Een verklikker heeft ook een paar jongens door het bos zien lopen die samen een soort munitiekist droegen... Hopelijk gaat het niet om Ari en Miel, want als die kist teruggevonden wordt en hun vingerafdrukken staan op die flessen dan zullen onze jongens daarvoor een stevige verklaring moeten vinden...Ik zal Miel eens aan de tand voelen, onder vier ogen, en jij, Gerda, zou hetzelfde moeten doen met Ari. Kwestie van niet verrast te worden door die Amerikaanse agent, vanavond. Want je begrijpt wel..."en hier keek hij nadrukkelijk naar Pa Krüger: "als ze nog maar een zweem van Werwolf vermoeden, is dat ook zéér vervelend voor héél zijn familie hé ! En dan trekken ze hun dokter terug en laten ze u ook letterlijk stikken! Daarom, wilt u Ari verwittigen dat ik hem, vóór de Yanks komen, nog even onder vier ogen wil spreken ?"

En sibillijns voegde hij er aan toe: " Hij zal wel weten waarom..."

 

Heel de namiddag liep iedereen zenuwachtig rond. Gerda trachtte aanhoudend de gierende hoestkrampen van Miel met haar 'Luftschutzpillen' te kalmeren, evenwel zonder veel succes. En Pa Krüger had zijn krochende zoon al een ongenadige pandoering gegeven, waarvan enkel Joseph de reden meende te kennen. Toen hij na het avondeten bij de buurman op 'ziekenbezoek' ging wist hij dan ook dat deze het pad al geëffend had. Ari hing met een gestelpte bloedneus op de keukentafel.

"Mooi zo, ik heb het vanmiddag niet willen zeggen om de familie De Bens niet in paniek te brengen. Maar ik weet zeker dat de getuige uit het bos onze twee jongens zal herkennen als de twee dieven die met die munitiekist door het Grunewald rondzeulden. Ik stel dus voor dat Ari het eerlijk speelt en volop met de Yanks meewerkt door op een stafkaart de bunker aan te duiden wààr dat gas ergens ligt opgeslagen. En waar hij die kist granaten naartoe heeft gedragen of waar ze verstopt ligt. En hopelijk nóg ligt, zodat zij die morgen kunnen ophalen. Zeg maar dat je een voorraad van dat vuurwerk wegstak met de bedoeling nog speelgoed over te houden voor làter, tegen dat de autoriteiten die bunker zouden leeghalen...Akkoord ?"

De Krügers knikten bedrukt.

"Dan zou ik nu graag twee woordjes met Ari wisselen waar niémand bij is: het gaat tussen hém en mij, ja ?"

Vijf minuten later gaf Ari hem de 3.000 mark terug...

 

Klokslag tien verschenen de Amerikanen geluidloos voor de deur van 15b. Joseph schrok zich een aap: hij had buiten staan uitkijken naar een auto uit de Albrechtstrasse ,zittend op een stapel bakstenen. Maar zij waren op hun dikke rubberzolen discreet te voet achterom gekomen door de tuin van het preventorium. Pas binnen in de trapzaal staken ze hun zaklamp aan.

"Second Stock" verwittigde onze polyglot, en ging hen moeizaam voor naar de tweede verdieping. Onderweg merkte hij verbaasd dat ze alle drie hun revolver schietklaar hielden..." La confiance règne..." lachte hij wat geforceerd ,maar zag in de flitsende stralen van de zaklampen slechts grimmige gezichten. Ook toen Françoise hen, bijgelicht door een kaars binnenliet, doorzochten ze eerst wantrouwig alle kamers vooraleer zich in het salon te wagen. Daar stond heel de familie De Bens, plus vader en zoon Krüger, hen met grote angstogen in een kringetje op te wachten, spookachtig verlicht door de stormlamp op het tafeltje. In het midden lag Miel bleek in de zetel als het overjarig kindje Jezus in de kribbe!

Weintraub stak geïrriteerd zijn revolver weg en zei kortaf tegen Joseph: " Sie und die zwei Jungs bleiben hier ; alle Andere raus! " wat wel even voor commotie zorgde. En terwijl de dokter zich over Miel ontfermde, leidde de derde man Ari naar de mahonie eettafel waar Weintraub al een stafkaart op had uitgerold. Ari had niet veel tijd nodig om zich te oriënteren: bijgelicht door de zaklamp volgde zijn vinger vanaf het eindpunt van de Louisestrasse, rechtdoor de bosweg naar het Jachtschloss aan de oever van het Grünewaldmeer. Vijfhonderd meter het strand af naar het noorden: " Hier gaan wij altijd zwemmen! "

Maar Weintraub wilde weten waar die verdomde munitiebunker lag. Ari volgde vanaf het meer een stippellijntje vijf-zes centimeter naar het oosten: "Hier ongeveer..."

" En waar heb je die kist granaten verstopt ?"

" Hier, aan de zuidrand van dat ven, 'Pücklerteich'.

Weintraub duidde de twee plaatsen aan met een naaldenprik: "En hoe komt het dat jij zo goed kunt kaartlezen ?"

"Van de jaarlijkse 'Kampflager' met de H.J. natuurlijk, zoals àlle jongens van mijn leeftijd! " zei hij fier: " Bij de nachtmars-op-kaart ben ik nooit verloren gelopen en bij het karabijnschieten op dertig meter was ik zelfs de beste van mijn sectie...Normaal had ik nu al lang mijn derde mouwstreep gehaald als de Ami's drie jaar geleden niet met dat bombarderen waren begonnen: toen vloog ik naar de FLAK en..."

" Ja-ja, maar wat weet jij van die geplande aanslag ?"

"Aanslag ?" deed Ari verwonderd: "Niets..."

"Jongen, ik vraag het nog éénmaal. Denk goed na: wat weet jij over die aanslag ?!"

Ari antwoordde zenuwachtig: "Maar niets, mijnheer..."

"Goed." besloot Weintraub: "Dan ga jij nù met ons mee en morgenvroeg bij de eerste klaarte gaan wij samen eens een wandeling maken in het Grunewald. En ik hoop voor jou en je familie dat wij op die twee plaatsen die verdomde gasrommel effectief vinden! Vraag je vader thuis wat warme kleren voor de nacht te halen, dan zijn wij weg! En, " vroeg hij in het Engels aan de dokter die Miel had onderzocht en een spuitje gegeven: " Kunnen we gaan ?"

"Voorlopig gestabiliseerd, maar zou toch beter binnenkort een zuurstofkuur mogen krijgen. Hier in een overvol Berlijns hospitaal is die luxe uitgesloten. Moet dus hoe dan ook gerepatrieerd worden naar Belgium..Dat is geen apenland hé, want sinds 'The Big War' zijn ze daar zelfs gespecialiseerd in de gepaste nazorg voor Yperietaccidenten, lijkt mij...Die komen nog regelmatig voor in de oude slagvelden van "Flanderns Fields" ,heb ik gehoord..."

Weintraub nam Joseph even terzijde: "Verwittig de ouders van de zieke dat de Werwolf vast zal vermoeden dat hun jongen de aanslag verraden heeft en weerwraak zal nemen...Ze kunnen hier beter binnen de 24 uur verdwijnen naar het 'Displaced Persons Camp" in...jawel: Grunewald! Wij kunnen hen daar morgenavond, zelfde tijd, met de bus naartoe rijden: 'Courtesy of the U.S.Army Intelligence '! Willen ze niet ,dan zijn de gevolgen voor hen! Goede nacht."


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
24-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 339
Klik op de afbeelding om de link te volgen

HERR WEINTRAUB ,U.S.Army Intelligence Service.

De nacht was verschrikkelijk. Aanhoudend schoot hij zwetend wakker uit nachtmerries vol piepende autoremmen ,angstaanjagend krakende traptreden en schurende scharnieren. Toen hij tenslotte de volgende morgen op de Tauschmarkt geraakte, stond hij stijf tegen zijn muurtje gedrukt, als voor het vuurpeloton op het genadeschot te wachten.

Zijn kwelgeest liet hem niet telang wachten en draaide er geen doekjes om: "

" Witze, man, je zit in slechte papieren. Ik heb mijn licht opgestoken wat die opleiding van 'Einzelkämpfer' in Stettin zoal kon betekenen...In feite vormden ze daar de terroristen van de Werwolf, hé...Al goed dat ik ook te weten kwam dat je geen gevaar meer bent voor de openbare orde, want je sneuvelde heldhaftig op 27 april bij de laatste straatgevechten in Steglitz..."

Hij keek Joseph in de ogen: " Wat denkt ge dààr van, jonge man ? Je bent dood! Hier klopt iets niet hé ?!... Witze is niet uw échte naam, dat is duidelijk, en hoe u juist heet interesseert mij voorlopig niet. Maar waarom ben je zo stom geweest de naam van 'Witze' te kiezen ? Waarom niet 'Adolf Hitler',nu je toch een schuilnaam zocht ? Witze was leider voor cel 'Steglitz-3' van de Werwolf, weet ge dat ? Voor een kreupele zoals gij is dat wél wat te hoog gegrepen, vindt ge ook niet ?!"

Joseph besefte dat de andere hem in de tang had en besloot hem het spektakel van zijn gespartel niet langer te gunnen. Dus viel hij terug op zijn tweede fortengordel: " Goed dan: ik ben Jean-Marie Peeters, een Belgische Fremdarbeiter..."

" Fremdarbeiter ? Maar dan had je toch al lang naar je Heimat terug moeten keren ?"

" Inderdaad. Maar ik ben verliefd, en verloofd geraakt met de jonge Duitse vrouw , Gerda Krüger ,waarmee ik nu samenleef ,zoals u weet. En om tóch hier bijeen te kunnen blijven moést ik wel Duitser worden. Mijn zogezegde 'schoonvader' heeft mij dan de papieren van die Witze bezorgd, een HJ-soldaat die voor onze deur gesneuveld is. Enkel die stomme geboortedatum moest op de pas nog veranderd worden van '28 naar '23 en voor de rest was alles piekfijn in orde..."

De burger bleef hem een hele poos schattend aankijken terwijl de sergeant een sigaret opstak. Tenslotte wierp hij het eruit: " Okee! Goed luisteren: voorlopig blijf je 'Witze' heten: er verandert niets. En van wat hier gezegd werd mag niets uitlekken, verstaan ?! En tracht niet voor ons te vluchten of onder te duiken, want dan verwittigen we de Russische collega's van de N.K.V.D. en kan jij je testament maken, begrepen ? Kom morgen weer met een paar boeken op je zelfde plaats staan, dan pikken we je wel op voor verdere instructies. Ingerukt! "

Kieffer ritste zijn culturele opkikkertjes mee en kwakte een kussensloop met individuele K-rantsoenen op Josephs prothese-voet. Maar toen de verhoopte pijnkreet niet kwam, droop hij verongelijkt af , achter zijn meester aan.

 

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
24-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 338
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C47   SEX AND SPAM.

 

                           Steglitz, 1 augustus 45.

Pa Krüger had in zijn functie van Adjunct-Blokoverste blijkbaar tóch goede relaties met het districtbestuur, want Joseph kreeg zonder de minste moeilijkheden zijn rantsoenkaart klasse 2 voor de maand augustus. Op naam van Thomas Georg Witze nog wel, en niemand van de stadsadministratie vroeg waar de vorige bewoner van 15b-2, die brutale kreupele Fremdarbeiter Peeters Jean-Marie, gebleven was...Slecht punt voor de Deutsche Gründlichkeit, zullen we maar denken.

Maar ook privé dwong Pa Krüger alle respect af. Zijn Amerikaanse toezichter had gezorgd dat het nodige hout er kwam voor de dakherstelling. En in een paar dagen was het gat boven de 15b en c, met de hulp van Neumann en Vati Weimar, volledig dicht. Joseph had zogenaamd ook een handje toegestoken, maar meer om een oogje in het zeil te houden en hen te beletten in zijn twee kasten te neuzen of zijn ledikant te demonteren. Dat in die stijlen nog zesduizend Reichsmark verstopt zat hoefde niemand te weten. En toen het 'werkvolk' eindelijk verdwenen was, rijkelijk beloond met drie sigaretten élk, opende hij het luik in de plankenvloer ónder zijn bed om er het zwarte pakje met drieduizend mark tussen de juffers uit te vissen...Want nu Ma De Bens z'n oude slaapkamer hieronder weer opeiste, zou bij een toevallige inspectie van haar plafond die schat zó voor het grijpen liggen. En Madam kennende...neen dank u!

Het pakje lag niet waar hij het verwacht had: het was waarschijnlijk vérder doorgeschoven toen hij het vanop zijn bed in het gat tussen de balken had gemikt! Maar hoe hij ook dieper in de donkere sleuf graaide, liggend op zijn buik en zover zijn arm reikte: ...niets te vinden! Het zweet brak hem uit van de zenuwen, tot hij plots ijzig kalm het drama duidelijk onder woorden durfde brengen: "Beste vriend, je centen zijn foetsie ,gestolen! "

Natuurlijk: gestolen, maar door wié ?! De kring met mogelijke daders was maar héél klein, als je de oude Weimars uitsloot. Gerda en Françoise waren alle twee op zijn kamer geweest, en Ma De Bens was geslepen genoeg om sluiks in te breken met de sleutel van een àndere deur. Maar die hadden elk voor zich geen enkele reden om, balancerend op zijn bed, hun nek te breken om in dat plafondgat te gaan vissen...Neen, iémand had in de roze kamer op zolder dat luik in de plankenvloer onder het bed ontdekt en was zó bij het zwarte pakje geraakt. En die "iemand" kon enkel Pa Krüger zijn: die vent had al in het begin van mei de schade aan zijn eigen dak opgenomen en ook de scheur boven de roze kamer gezien, natuurlijk. Maar was die spleet wel breed genoeg om een volwassen kerel als Krüger door te laten ? Eerlijk gezegd moest Joseph dat betwijfelen...Maar wié ,en hoé dan wél ,verdomme ?!

Toegegeven, dat verlies zou hem niet tot de bedelstaf brengen. Hij had nog altijd een dikke negenduizend mark over: zes in de bedstijlen van de roze kamer en drie in de opgespelde broekspijp. Dat was normaal genoeg om ruim twee jaar toe te komen, zijn vijf goudstukken niét meegerekend...Maar tóch! Eén ding wist hij zeker: die Krüger zou hij goed in de gaten houden en bij de eerste gelegenheid uitpersen als een citroen! En hoewel hij wist dat piekeren geen blaas hielp, lag hij die nacht toch lang nijdig en verbitterd naar het plafond te staren. Met als gevolg dat hij Gerda niet met de nodige toewijding op haar wensen kon bedienen en zij - wat pinnig - dan maar zélf het roer in handen nam...

 

Dat de conferentie van Potsdam nu recht op een mislukking afstevende zullen de Berlijners stevig geweten hebben. De grootmachten streden een onderlinge prestigestrijd uit op de rug van Jan-met-de-pet. De Russen sneden in de drie westerse sectoren regelmatig de electriciteit af, zogenaamd om veiligheidsredenen. Makkelijk ,want de centrales lagen in hùn zone ! Sommige dagen was er énkel nog stroom tussen 02.00 en 05.00 uur 's morgens. De voedselaanvoer voor de markten werd dan weer geblokkeerd op sanitaire gronden, omdat die grondstoffen gewonnen werden in de groene gordel rónd Berlijn waar zogezegd nog steeds veel besmettelijke ziekten heersten...Groene gordel ,die toevallig ook in de Sovjetzone lag...

De Amerikanen op hun beurt sloten de toegang tot hun vuilnisbelten af om juist dezelfde reden. Al goed dat daar 's nachts geen toezicht op werd uitgeoefend, of het sterftecijfer van uitgehongerde zombies ware in hun sector nog véél hoger geweest. Maar dagelijks zag je toch mensen die van uitputting op straat flauwvielen...Het bestuur bleef erg in gebreke en kon op de rantsoenkaarten amper de helft van de bonnen honoreren...Duidelijk de schuld van de hautaine Amerikanen, die daarenboven steeds meer krediet verloren door hun gulzige opeising van huizen, links en rechts. Gelukkig veegden steeds meer Yanks hun voeten aan het 'verbroederingsverbod' en konden tenminste op die manier veel 'Liebe Fräulein' wat eten binnenhalen voor de familie...

En nóg iets héél vreemds: het zeer christelijk Amerikaans bestuur stond oogluikend het aborteren van 'Russische' foetussen toe...Misschien om op die manier de toekomstige 'Rode' piek in de bevolkingsaangroei te fnuiken ?...

Maar wat vooral de conferentie deed kapseizen was het wegvallen van Premier Churchill. Deze verstokte en geslepen anti-communist verloor de eerste naoorlogse Britse verkiezingen en moest noodgedwongen aan de onderhandelingstafel de plaats ruimen voor de erg linkse Attlee. Deze had, buiten een naïeve bewondering voor Josef Stalin, voor de rest van wereldpolitiek niet het minste benul...En de nieuwe Amerikaanse president Harry Truman begreep van het Europese wespennest ook al geen kneit ! Dat beloofde !

 

Omdat Joseph vond dat Gerda 'zijn' boeken ver onder de waarde had omgeruild, besloot hij zélf in de slangenkuil van de 'Tauschmarkt' zijn kans te wagen. Met in zijn rugzak drie platvloerse geïllustreerde porno's, één Franse klassieker en een sjiek erotisch platenwerk van Félicien Rops trok hij naar het Rathausplatz beneden en installeerde zich op juist hetzelfde plekje dat Gerda hem had aangeduid. De meeste àndere aanbieders waren zwartgeklede vrouwen of sjofele grijsaards, met hier en daar een opgeschoten bengel in zijn versleten en gedemilitariseerd H.J.-uniform. Het was er nog niet druk, want tussen de 'standjes' liepen bijna uitsluitend kaki's van oost en west rond te neuzen. Daarom verbaasde het Joseph dat zijn eerste kijklustige een nog flinke burger was van rijpere leeftijd die hem vaag bekend voorkwam.

De man bladerde opvallend koel door het pikante platenwerk van Rops, legde het terug en wierp een vluchtige blik op de porno's en 'Les Histoires d'O' vooraleer zich hautain af te wenden. Maar alsof hij zich bedacht keerde hij na twee stappen terug en vroeg in perfect Hoogduits wat Joseph verwachtte voor zijn kunstig fotoalbum. Een Duitser !?  Die zijn schamel maandrantsoen inzette voor deze erotische rommel !? Op zijn leeftijd !

" Schade ,aber ich tausche nur gegen Amy-konservenessen...Nichts Deutsches !" Jammer inderdaad ,want hij had medelijden met die ouwe ,maar hij moest hoe dan ook hard zijn in z'n nieuwe stiel ! En om hem helemaal af te poeieren specifieerde hij zijn exclusieven :"Brot, Butter und Bucksenfleisch ,Cornedbeef made in U.S.A.! Können Sie mir ein anständiger Vorschlag machen ?..." vroeg hij brutaal, alsof hij al heel zijn leven lang had staan sjacheren. Maar tot zijn complete verrassing gaf de man niet af en na wat heen en weer bieden kwamen ze akkoord op drie broden, één doos Butterspread en drie blikken cornedbeef, ongeveer het dubbele van wat Joseph had verwacht, ook al was het hem een raadsel waar een Duitser dergelijke kostbare eetwaren vandaan kon halen. Maar ondertussen was er een herkauwende Amerikaanse sergeant bij komen staan: de twee leken elkaar te kennen, want bij de laatste handslag knikte die Yank goedkeurend. Joseph moest lachen: blijkbaar had de puriteinse Amerikaan zijn Duitse stroman het 'vuile' werk voor hem laten doen!

"Komt u het eten halen ?" vroeg de burger: " Onze car staat achter de hoek." ...Hoezo "Onze car ?!"

"Maar ik kan de rest van mijn boeken hier toch niet achterlaten en mijn standplaats vrijgeven! "

"Hoeveel moet je dan voor die àndere rotzooi hebben ?"

"Hetzelfde als voor het album...Drie..."

"Okee" onderbrak de man hem ongeduldig: "Dus zes voor alles! ...Kom nu maar mee! " Ook de sergeant scheen er plots de buik van vol te hebben en leek hem zwijgend tot spoed aan te manen: deze onaangename indruk kreeg Joseph toch. Met de vijf boeken onder de arm liep de Yank alvast voorop, gevolgd door Joseph en de oudere heer.

De gehuifde Dodge stond inderdaad tegen de hoek met ook zo'n beaat herkauwende neger achter het stuur. En in het donker van de laadbak kon Joseph een paar kartons onderscheiden waarin verlokkelijke conservedozen lagen te blinken. Zonder argwaan stapte hij dan ook in...en toen sloeg de val dicht.

Even begreep hij niet wat er gebeurde, omdat het heertje hem eerst zo spottend aankeek en dan wat vermoeid zuchtte.

"Herr Witze, ik ben in dienst van de Intelligence Service van de U.S.Army..."

"You are Tommès Djordj Waaitzie, aren't you ?!" onderbrak de sergeant hen. Maar de burger wees hem onmiddellijk terecht :" Sargeant Kieffer, let me do the talking, ja ?!" En zich weer in het Duits tot Joseph wendend: " U bent toch Thomas Georg Witze, nietwaar ?...En u woont samen met een zekere Krüger Gerda in de Albrechtstrasse 15b , Berlin-Steglitz ? "

Joseph knikte verbaasd: die vent scheen dan tóch de baas van het koppel. Maar hoe deze achter zijn nieuwe naam was gekomen zónder zijn pas te vragen was hem een raadsel.

Doch hij herpakte zich vlug en zei spottend: " Mein Gott ! Ben ik dan al zó beroemd, dat iedereen mij op straat herkent ?"

De man bleef hem onbewogen aankijken: "Ik heb u inderdaad herkend. Maar jullie namen staan ook zo vermeld op de bus van het appartement in de 15b en op de lijsten van de Bevolkingsdienst van het district Steglitz. Wat ik eerlijk gezegd de laatste tijd nog niet dikwijls ben tegen gekomen, gezien het gemak waarop je tegenwoordig valse papieren kan krijgen...En wij houden u inderdaad al een tijdje in de gaten: dat u dit nog niet gemerkt heeft bewijst dat u nog veel te leren heeft in het vak..."

Vak ?! Welk vak kon die verdomde Witze wel geleerd hebben in deze woelige tijden, buiten soldaatje spelen en zijn leven opofferen voor de Führer ? Impulsief flapte hij het eruit: " De oorlog beëindigen als geamputeerde op één been, geloof mij, mijn vriend: zoiets bevordert het aanleren van een nieuw vak allerminst ! Maar ik sta open voor elke werkaanbieding die u mocht te binnen schieten, hoor: mijn hersens zijn nog onbeschadigd! ...Armee Intellect Service, zei u ?...Wat houdt dat in ?  Met een valse baard en een zweep de hoeren ondervragen ? Dan ben ik je man ,hoor !"

De man kreeg duidelijk genoeg van dit wazig schaduwboksen: "Luister Witze: enkel het feit dat je bij de U.S. contra-spionagedienst in de kijker loopt, moet bij jou een belletje doen rinkelen. Tenzij je er de voorkeur aan zou geven met de collega's van de Russische NKVD te spreken én uw testament op te stellen, raad ik u ernstig aan ónze leefregels strikt na te leven. En dat is één: niét plots te verhuizen of elders onder te duiken! Twéé: geen énkel contact te zoeken met vroegere medestanders en ook niet met óns. En drie: morgen sta je gewoon weer hier op de markt met de zelfde rommel alsof er niets gebeurd is. En denk eraan: je ként ons niet ; niet gaan zwaaien als wij je morgen driemaal voorbij lopen. Ook straks thuis geen woord over dit gesprek, verstaan ? Ingerukt nù ! "

Maar toen bleek dat hij al dat eten niet in zijn rugzak kreeg, reden ze hem toch even bergop tot aan de hoek van zijn doodlopend zijstraatje en kipten hem daar af. Het laatste stukje naar de 15b, met een volle ransel conserven op zijn schoft en drie broden onder elke arm, had hij méér bekijks dan hem lief was.

Françoise viel haast van de trap toen ze die berg eten de hal in zag hinken en kon niet nalaten te vragen of er soms wéér ergens een goederentrein geplunderd werd. Maar hij gunde die vuige verklikster geen woord: zij of haar moeder hadden hem natuurlijk bij de Yanks verraden en dat zou ze verdomme uitzweten!      

Ook bij de Weimars verwekte zijn puffende 'entréé' als vroegtijdige Santaklaus een uitzinnige sensatie. En hoe onbeleefd preuts Ma Krüger later ook aandrong om te weten wàt ze juist voor deze heerlijkheden hadden ingeruild: Gerda gaf geen krimp! Maar als zoenoffer gaf Joseph haar wél een brood mee, kwestie van haar buiten te krijgen en eindelijk de verwarring in zijn brein even te laten bezinken..

De hele verdere dag probeerde hij een lijn te ontdekken door het enigma waarin hij als een blinde idioot ronddwaalde. Die meesterspion had duidelijk gezegd dat hij Joseph 'herkend' had...Van een foto, hoogstwaarschijnlijk, en tóch sprak die man hem met 'Witze' aan. Maar Joseph leek maar héél vaag op de glimlachende pasfoto in het soldijboek van de gesneuvelde HJ-soldaat. Dus als daarvan al een dubbel in de handen van de Yanks was gevallen kon die afbeelding hen onmogelijk naar de zorgelijke tronie van Joseph geleid hebben.

Pas laat in de nacht kreeg hij min of meer zicht op zijn beangstigend probleem. Gerda lag van uitputting al vredig naast hem te snurken. Hij had haar al het werk laten doen en daar had zij ondeugend misbruik van gemaakt om driftig de teugels te vieren. Onder het motto van 'Elk diertje zijn pleziertje', zeg maar. Doch reeds tijdens deze sessie was hem een lichtje opgegaan dat misschien een eerste sluier van zijn probleem kon oplichten, maar hem daarom niet minder ongerust maakte...

 

Volgende morgen ging Joseph met een beklemmend voorgevoel en hangende pootjes naar 'zijn' stapeltje bakstenen in de hoek van de Tauschmarkt op het Rathausplatz. Maar zijn nieuw geheim contact met de 'meesterspion', dat hij als routine had moeten afhaspelen, liep helemaal verkeerd. Een oudere Rus met vreemde epauletten op zijn blau-grijs officiersuniform toonde nog vóór de aankomst van de Yanks plots belangstelling voor één van zijn Franse 'werken'. En, toppunt: de man bleek de frivole teksten voldoende te begrijpen om monkelend zijn kepie achterover te schuiven. Maar gelukkig kwam het niet tot een écht gesjacher want de Rus had geen worsten of conserven aan te bieden. En voor de aangeboden machorka-tabak dééd Joseph het niet. Hij kende die grof gesneden rommel nog van zijn veldtocht in de Oekraïne en schrok terug om Pa Krüger daarmee te vergiftigen...Gelukkig bleef de man niet nodeloos aandringen want Joseph had reeds een glimp van US-Sargeant Kieffer opgevangen. Nadien zag hij ook zijn Duitse baas een paar keer in de nabijheid rond drentelen, maar het duurde ruim een kwartier vóór deze hem openlijk aansprak.

Of er sinds gisteren al een "verdachte vreemde" contact met hem had gezocht, wou hij weten, terwijl hij voor de show in een pornoboekje bladerde. Neen dus. Waarop de baas eens fijntjes monkelde: "En de Rus van daarjuist ? Blau-grijs officiersuniform van de Inlichtingendienst ?"

"Die had geen geschikt ruilgoed aan te bieden..."

"Misschien, maar het was wél Luitenant Voronof, mijn collega van de NKVD, die eventjes beleefd met jou kwam kennis maken: zien welk vlees wij in de kuip hebben..."

Joseph schrok zich een aap, maar de Duitser gaf hem geen tijd om te bekomen: "En dàt zou ik ook wel eens willen weten! U zei dus dat u Witze heette, Thomas-Georg, geboren: Köningsberg-Oost-Pruisen op 4 maart 1928 ?"

" 1928 ?" Joseph moest ondanks alles plots glimlachen voor deze pueriele valstrik: " Neen, pardon: 1923! "   

De man diepte een soort steekkaart uit zijn binnenzak en leek het nauwkeurig na te kijken: " Herr Witze, hier staat duidelijk '28, en geloof me, beste man, mijn steekkaarten liegen niét! Wat maakt dat u zéventien jaar bent, okee ? ...U ziet er wél oud uit voor uw jeugdige leeftijd, beste! Maar ja: de laatste tijd veel meegemaakt zie ik...Moeder en zuster verloren tijdens de 'Treck' langs de Weichseler Haff... Een zware slag, inderdaad. En dan op 29 januari 45 uit Gotenhafen gevlucht op het hospitaalschip K.D.F(*) 'Wilhelm Gustloff', de volgende nacht wél getorpedeerd, maar halfdood weer opgevist...Na herstel - en ze zeggen hier vreemd genoeg niets van een beenamputatie - in de Marinekazerne van Stettin een speciale opleiding gekregen van 'Einzelkämpfer'...Wat dat ook moge zijn..."

Hij keek Joseph recht in de ogen en zuchtte vermoeid:

" Maar moést u - wat ik zéér betwijfel - inderdaad een dikke vis zijn voor de nazi-jagers van mijn soort, dan bent u dat des te meer voor mijn collega's van de NKVD. Dat zij iets geroken hebben, toonde Voronov daarjuist al. En bij werkelijke interesse zullen ze u gewoon hier komen kidnappen, ook al is dat buiten hun sector. Daartegen kunnen wij u niet beschermen, tenzij wij u vooraf aanhouden...Denk daar tegen morgen maar eens goed over na: zelfde plaats, zelfde tijd...en zelfde 'deal'! ...Straks zal Sargeant Kieffer uw boekjes wel komen omruilen tegen een redelijke vergoeding: uw literatuur schijnt op de Dienst erg in de smaak te vallen...

 Als ruil gaf Kieffer hem een zak met conserven allerhande, maar broden waren er ditmaal niet bij. Dit gaf aan zijn intrede in de 15b wél meer discretie dan de dag voordien, maar deed bij zijn 'gezin' evenveel geestdrift losbarsten. Stel je voor: kleine blikjes leverpaté en tubes zalmpasta voor één persoon, sardines in olie en haringen in vette tomatensaus! Zelfs een zakje zuurtjes zat erbij, een pakje kauwgom en...jawel: drie condooms, die Gerda niet vlug genoeg voor de ogen van Hildegarde kon wegritsen!

Al deze feestvreugde deed hem bijna de dreigende waarschuwing van de Duitser vergeten: als de Russen je willen hebben, komen ze je gewoon 'kidnappen'. Dat woord riep een verre herinnering op over Amerikaanse gangsters in de politieromans die Arthur Birnbaum destijds las tijdens hun zogenaamde herhalingslessen...Goede oude tijd, inderdaad meneer! Nu werd hijzélf misschien eerstdaags het slachtoffer om gebonden en gekneveld in de koffer van een auto naar een geheime sovjetkerker gevoerd te worden. Om in 'Nacht und Nebel' te verdwijnen...

Maar waaróm in godsnaam ?! Waarom zouden de Russen zoiets met hém doen ?! Het was wel algemeen gekend dat hun huidige slachtoffers ofwel iets 'wisten' - met andere woorden hersens hadden die ze in de Sovjetunie konden gebruiken: wetenschapslui en dergelijke...Of iets hadden uitgespookt in Rusland dat niet door de beugel kon, in de aard van massamoorden of strafexpedities... Maar Joseph wist dat hijzelf in géén van beide groepen thuishoorde...Of dat van Witze óók met zoveel woorden gezegd kon worden, was natuurlijk een àndere vraag! ...Alhoewel, een jongen van zeventien ?...

(*) K.D.F. staat voor 'Kraft Durch Freude' ,benaming van de sociale dienst van het z.g. "N.S.Arbeitsgemeinschaft" (algemeen syndicaat) dat - vóór de oorlog - verdienstelijke arbeiders plus echtgenote gratis een veertiendaagse cruise aanbood naar de Canarische Eilanden met het luxe-passagierschip "Wilhelm  Gustloff". Deze cruiser werd tijdens de oorlog omgebouwd tot hospitaalschip onder de vlag van het Rode Kruis ,maar tóch door een Russische duikboot getorpedeerd in de Baltische zee op 30 januari 1945. De kapitein (!) en een dikke duizend vluchtelingen konden gered worden. Ongeveer negenduizend opvarenden verdronken.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
24-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
23-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 337
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C46  

GERDA, IN SOLDE...

 

                             Steglitz, 15 juli '45.

Joseph had niet veel verwacht van zijn eerste optreden als gigolo bij Gerda. Vroeger had hij in zijn dromen maar zelden op haar liggen geilen, en nu het 'van moetes' was en in 't écht ,had hij gevreesd er niet veel van terecht te zullen brengen...Vooral die beenstomp van hem had haar amoureuze stemming van bij het begin om zeep kunnen helpen. En indien zíj haar weerzin had laten blijken, zou dat voor hém wel helemaal een afknapper geworden zijn...Of, in tegendeel, misschien op een woeste verkrachting  uitlopen!...Jawatte !

Maar Gerda viel al bij al goed mee...,in bed toch. Vooraf had hij haar ,onder een losse babbel ,op een ferme scheut likeur van Dahlmanns paarse 'Parfait Amour' getrakteerd, kwestie van de lachspieren en de rest wat op te warmen. En toen tenslotte puntje bij paaltje kwam had zij doodgewoon het initiatief overgenomen: de kaars uitgeblazen en in het halfduister voor het open venster zich in een echte silhouettenshow "van haar sluiers ontdaan", zoals dat heette...Waarbij hij zo op eerste zicht niet kon begrijpen waarom de kleine Günter van dorst was omgekomen...En terwijl zij goed wist dat hij haar vanuit het donkere eind van de kamer in zijn onderbroek gulzig zat optevreten, neuriede zij schaamteloos de schlager van Zarah Leander: " Ich weiss es wird einmal ein Wunder gescheh'n, und dann wirden Tausend Märchen wahr! "

Nou, een wonder werd het niet, maar toch een leuke, complexloze liefdesnacht waarvan Gerda duidelijk veel méér genoot dan hij verwacht had. Helemaal niet te vergelijken met de routine die hij zich van Phil herinnerde, al kon die, als ze wou of dronken was, ook wel eens aardig uit de bocht vliegen...Maar ja: dit kind hier had blijkbaar héél veel in te halen, en liet openlijk merken dat ze dit inderdaad vast van plan was!

Zij was als eerste poedelnaakt tussen de lakens gedoken en had hem nadien in bed spottend de pyjama van het lijf getrokken : puur natuur wilde ze het ! Nog zo'n typisch Duitse gezondheidsmanie waaraan hij met Phil nooit had meegedaan. Na de eerste wat gereserveerde zoenen om onder stoom te geraken, was voor de rest alles heel vlot verlopen...Ze had zelfs op een moment van opwinding zijn beenstomp geaaid en hem tot driemaal toe woest opgevreeën, vooraleer ze dicht tegen hem uitgeput in slaap viel. Joseph had gaandeweg rap gemerkt dat het haar bij het minnekozen minder om de zoete woordjes te doen was dan wel om de stevige lijfelijke drang...'Geen woorden, maar daden', dàt was blijkbaar haar devies...En bij het ontwaken, met haar volle borsten en haar gladde jonge lijf in helder daglicht, moest ze absoluut geen moeite doen om hem opnieuw op zijn paard te krijgen. Maar hoe dan ook: vier keer per nacht hield hij nooit vol. Dat was goed voor één keer, hé: Gerda moest maar zoals iedereen met honger leren leven!

Neen, vier keer, dat werd "Vom Guten zuviel! "...Met zo'n zware uitspattingen had hij helemaal geen rekening gehouden! En juist nù, met die voedselschaarste, terwijl hij al geen van de dikste was! ...Kalmkens aan, hé Madam!

Ook Hildegarde wierp meteen het probleem van het eten op, toen de twee 'jonggehuwden' wat verfrommeld aan de ontbijttafel verschenen. Als Gerda mee aanschoof bij de Weimars zou dat wél een zware belasting zijn voor hun al zeer geslonken voedselvoorraad. Ze mocht dan als jonge moeder wel een rantsoenkaart klas één rijk zijn, véél was daarmee in de winkels niet te krijgen...Maar Gerda zélf wimpelde dat bezwaar weg: Pa Krüger had als nieuwe blok-overste onder Amerikaans beheer wel hier en daar zijn contacten uitgebouwd, waardoor hij in een paar winkels 'achterom mocht gaan'...En bij zijn Amerikaanse baas viel ook wat te schnabbelen en te 'tauschen', want die vent was verzot op Saksisch porselein...Voor het idyllisch pronkstuk dat in het salon van wijlen Herr Dahlmann op de schouw stond, zou hij hen met hun vieren vlot een week eten geven! Daarbij kwam nog dat Gerda - als nieuwe aanwinst in het huishouden en zolang het openbaar vervoer niet werkte - de enige was die voldoende fit kon marscheren om te voet eten aan te sleuren uit de markten in de Russische sector. Want dié werden wél bevoorraad door de boeren en tuinders uit de sovjetdistricten rondom de hoofdstad ,terwijl de Rus de aanvoer naar de 'westerse' zones nu weer volledig had geblokkeerd...Reden genoeg dus om Gerda, op eerste zicht toch, als een fameuze aanwinst voor Hildegardes huishouden te beschouwen, niet ?

Bon, nu de verhoudingen in de 15b grondig veranderd waren, lieten de Krügers er geen gras over groeien. Gerda zei dat ze Joseph niet meer kon zién met die stomme krukken. Daar de Russische dreiging ver verdwenen was, had zijn show van kreupele Fremdarbeiter geen enkele zin meer, vond ze: vanaf morgen wou ze hem enkel nog met zijn beenprothese zien lopen, verstaan! En als hij met dat ding in de buurt voldoende oefende, kon hij haar binnenkort vergezellen bij het afschuimen van de markten in Oost-Berlijn. Voor het ogenblik kon haar broertje Ari haar daarbij wat helpen: dan zette die minder kwaad bloed bij de buren met zijn kattekwaad in de omliggende ruïnes...

Maar toen Joseph haar in bijzijn van Hildegarde een brief van vijftig mark gaf "om de eerste aankopen te dekken", sloeg het bazige gedoe van Gerda plots om. En terwijl Frau Weimar weer een traantje wegpinkte, scheen de 'jonge bruid' zich opeens te realiseren dat ze, mits wat flemen, van die brave sul ook bùiten het bed veel gedaan kon krijgen...

" Ach Herr Gott ! Ich hab' ein reicher Ehemann ! " riep ze gekkend, maar keek toch plots met meer ontzag naar hem op. Goed, dié zit! , dacht Joseph: Houden zó!

Het nieuws had vlugge beentjes, want Gerda was nog geen kwartier weg of haar vader stond al met een brede grijns voor de deur: " Wel, mijn jongen, hoe bevalt de huwelijkse staat ?"

Joseph haalde wat blasé de schouders op: " Och, ik denk wel dat het klikt...Maar ik ben al een paar jaar geen zuivere maagd meer, weet ge, en Gerda is bijlange niet de eerste...Ik kan dus vergelijken. En ik blijf er bij dat ik zo kort na het overlijden van mijn vaste vriendin niet bij een àndere vrouw had moeten slapen..." De koele minnaar uithangen zou Pa Krüger wel tot wat meer respect aanzetten...

" Ach Josef Junge! Het leven is te kort om zich aan de moraalridders te storen! Gerda was heel, héél gelukkig deze morgen, en dat is voor mij het enige dat telt. Je hebt haar op die manier stevig geholpen om het verlies van de kleine Günter te vergeten. Doe zo voort, Josef, en misschien schenk je mij wel in de nabije toekomst een niéuwe kleinzoon, wie weet..."

"Inderdaad, Herr Krüger, om het eventjes over die nabije toekomst te hebben..."

" Noem me toch Otto , jongen: dat Herr-Krüger-gedoe altijd! Ik noem je toch ook Josef! "

" Dat is juist het probleem: als ik mijn oude naam 'Josef' blijf houden, dan moet ik hier binnen de tien dagen wég! Dus indien je mij eventueel wat lànger bij Gerda zou willen houden, zal je mij als de bliksem een nieuwe identiteit moeten bezorgen, hé Konrad...Dat was de afspraak: gelijk oversteken! "

" Ach vent, dat is toch al lang in orde! Ik heb jullie hier ingeschreven als Herr und Frau Thomas Witze-Krüger! En hier zijn de papieren van die gesneuvelde Hitlerjunge Thomas Georg Witze: zijn lidkaart van de H.J. en zijn soldijboekje. Het zal wel wat centen kosten om hem vijf jaar ouder te maken, maar ik heb begrepen dat de ping-ping voor jou geen probleem kan zijn..."

Zie eens aan, dacht Joseph, mijn faam als ezel-geldschijter heeft wel héél vlug de ronde gedaan!

" Voor de huwelijksakte moet je nog een paar dagen geduld hebben, maar dat komt ook wel in orde..."

Hij, trouwen ? En een nieuw Güntertje maken ?

Joseph zei niets, maar God hoorde hem brommen.

 

Wie ook niet zo opgezet was met het klokkengebeier was Françoise De Bens. Toen Joseph om één uur naar de nieuwsberichten op de radio wilde luisteren in de gemeenschappelijke salon, kwam ze hem nogal vastbesloten zijn vet geven. Dat zijn nieuw lief 's nachts onwelvoeglijk veel lawaai maakte en dat de 'kleine' Miel in het belendend slaapkamertje nauwelijks een oog had dichtgedaan!

" Zeg Françoise, ge zijt onze tijd in Middelkerke vergeten, zeker ?! Hoe het gevrij rondom op de laatste rij van de cinema ons op gedachten bracht ook van alles te riskeren dat het daglicht niet mocht zien , weet je nog ?...Zo'n geluiden stimuleren hé! Zijt gij maar gerust: als de Miel vanmorgen blauwe balken onder de ogen had, zal hij daar vannacht zélf wel de hand in gehad hebben, zeker ? Om het deftig te omschrijven, als ge begrijpt wat ik wil zeggen ? En het is niet omdat gij zelf nog nooit onder een vent hebt gelegen, dat ge op dat gebied precieus moet gaan doen, hé! Ik trap daar niet in."

"Luistert, sukkel! Als ik mij tot nu toe deftig heb kunnen houden, was dat mijn eigen keus, en niet zogezegd bij gebrek aan kandidaten, hé! Ik herinner mij onder andere een zekere kwispelende Petré die, zowel destijds in Middelkerke als nu hier op de Fehrbelliner Platz, alle moeite gedaan heeft om mij plat te krijgen...En die ik wandelen stuurde, omdat ik in het leven bétere occasies verwacht dan wat hier nu voor mij staat, gesnopen ? Om het eveneens deftig te omschrijven, hé! Of hebt ge soms een tekeningetje nodig ?"

Joseph haalde geringschattend de schouders op: " Dus tóch nog altijd in uw gat gebeten omdat ik destijds uw vriendin Nadine verkoos boven u ? En gij enkel mee mocht naar de cinema om Arthur Birnbaum bezig te houden ?"...

Ze keek hem even verbaasd aan en barstte toen uit in een gemaakt hoge lach: " Pauvre couillon! "

Maar Joseph begreep wél dat hij hiermee een punt zette achter een oude genereuze jeugdvriendschap. Van nu af aan moest hij niet meer op haar rekenen, en was het elk voor zichzelf!

 

Nu op de conferentie van Potsdam de eerste openlijke geschillen roet in het eten gooiden, sloten de Russen definitief de bevoorrading van de groentemarkten in de westerse districten af, "wegens sanitaire redenen", zoals dat heette...Waarop de West-Berlijners massaal op inkoopjacht naar de Russische zone trokken, omdat dààr volgens de sovjetpropaganda "het dagelijks leven van de inwoners er zienderogen op vooruit ging..."

Gerda en haar moeder kwamen inderdaad met een rijke oogst knolgewassen van hun eerste raid terug, steendood doch tevreden. Maar haar broertje Ari had over een àndere goudader horen fluisteren en was met Miel van heel vroeg in de morgen naar het geheimzinnige "Amerikaans stort" in de bossen van Grunewald getrokken, een vier kilometer te voet. Wààr juist de Yanks ergens met karrevrachten hun keukenafval uitkiepten wist hij niet zeker, en het was pas na uren ronddwalen dat ze toevallig zo'n camion zijn verse lading tussen de bomen zagen 'sluikstorten'. Met nog een paar vrouwen en kinderen, die de auto van ver hadden gevolgd en nu zwetend kwamen aanlopen, vlogen ze op de rijke buit keukenresten: groenten en fruit in overvloed! Maar de vrouwen bleken meer oog voor de praktijk te hebben en concentreerden zich op de vette tafeloverschotten. Half opgegeten belegde boterhammen, omeletten en biefstukken, Bratkartoffel en hompen worst, letterlijk àlles wat ze al in geen duizend jaar meer onder de tand hadden gekregen...Wel wat besmeurd, natuurlijk, met soepen en sausen en zo, maar afgespoeld perfect eetbaar...In één woord: een échte goudmijn!

Ari gaf het voorbeeld en trok zijn hemd uit om er al die heerlijkheden in te verporren: " Kom, we zijn hier vlak bij het meer. Voor we naar huis gaan kunnen we daar wat lekkere stukken afspoelen en opeten...En misschien ook eerst om beurten even gaan zwemmen, terwijl de andere de buit bewaakt...Want we stinken waarschijnlijk als de pest en hier kunnen we gratis voor niets een bad nemen."

Miel had een reusachtige bewondering voor zijn iéts jongere vriendje: een bijdehandse blonde 'ruïnenrat', die ondanks de jeugdige leeftijd al heel wat had meegemaakt. Een soldatenopleiding gekregen onderandere en met een oorlogsgeweer écht geschoten. Zelfs met de Panzerfaust geoefend en voor de rest regelmatig slachtoffers uit het puin gehaald na de bomaanvallen...Ook al eens onder de brokstukken een bloot vrijend koppel in bed gevonden, pochte hij kwijlend: vast aaneen geklonken maar zo dood als een pier van de luchtdruk. Toen hebben ze nogal een scheet gelachen in de ploeg: verdikke zeg! Maar normaal werkte hij 's nachts als 'Flak-helper': het aanreiken van de munitie voor een 88 mm luchtafweerkanon in batterij 217 van Teltov. En telkens ze een vliegtuig hadden neergehaald, mocht híj de ring rond de loop schilderen: 'zijn' kanon had er zo al negen! Toen tenslotte de Bolsjevieken Berlijn insloten had hij nog éven meegedaan aan de inzet van zijn kanon tegen de pantsers, maar na de eerste terugtocht op nieuwe stellingen was hij naar huis gestuurd wegens te jong...

" Nadien heb ik mijn kanon nog teruggevonden, hier op de hoek van de Schlossstrasse, helemaal verwrongen door een voltreffer van een tankgranaat, met drie van mijn kameraden dood ernaast...In trouwe dienst van de Führer tot het einde...Op één of àndere manier had ik er graag bijgebleven, weet ge...Ik droom er nog regelmatig van dat ik met mijn kanon op een T-34 vlam..."        

Daar viel de Miel zijn mond van open! ...Wat hoogst waarschijnlijk ook Ari's bedoeling was...

 

De Weimars hadden het tijdens de vegetarische avondsoep over oude vrienden die bijna niets meer te eten hadden. Als die overdag niks dringends moesten doen, bleven ze gewoon in bed om energie en krachten te sparen. Gelukkig was het kraantjeswater nu al heel wat zuiverder, en zelfs drinkbaar na een korte kookbeurt. Maar van water alléén kon je niet leven, zei Hildegarde. En daarom voelden beiden zich zo content nog nuttig in hun kringetje te kunnen meedraaien: zij in het huishouden en Vati met de dagelijkse aanvoer van zuiver pompwater. Maar nu dit laatste niet langer van levensbelang werd beschouwd, moest hij dringend een àndere nuttige bezigheid zoeken.

Gerda stelde voor dat hij zich zou toeleggen op het béter dichtkloppen van de vensters, en misschien kon hij Pa Krüger helpen bij de herstelling van het dak...

Dak ? Joseph schoot wakker: zijn bruid had het de hele nacht weer aardig uitgehangen en hij voelde zich een beetje suf. Wat was dat met het dak ?!

"Ach, dat wijf, Ma De Bens, doet weer moeilijk! Ze wil ons beiden absoluut uit het tweede verdiep verdrijven of dreigt bij de Yanks klacht in te dienen tegen Pa wegens valsheid in geschriften, of zoiets, en tegen jou wegens valse naamdracht...Voor die paar weken - hoogstens - dat die familie hier nog blijft plakken wil Pa geen moeilijkheden zoeken. Hij kan van zijn Amerikaan triplexplaten krijgen en een paar rollen teerpapier om het gat boven de 15b en de 15c te dichten. Dan kunnen wij voor die paar weken zolang naar de mansarde uitwijken. Maar zohaast die bende terug naar België vertrekt palmen wij beiden de volledige tweede verdieping in: het is dus maar voor éven..."

Daar hebt ge 't spel! dacht Joseph: de beproefde tactiek van de schopstoel werpt opnieuw z'n vruchten af! Daar zal die jaloerse Trien van een Françoise wel voor een deel tussen zitten! Altijd gevaarlijk om met zo'n vinnig vrouwmens ruzie te maken...Vraag was hoe hij het geheim van de roze kamer tijdens de dakwerken kon beschermen...Of misschien was het veel beter er helemaal geen geheim meer van te maken ? Nu hij Gerda beter had leren kennen als een hitsige merrie, verwachtte hij niet dat die hoerige dessous en het pornografisch leesvoer haar zieltje buitenmate zouden schokken...

Hij besloot het er maar voorzichtig op te wagen...

 

Zo voorzichtig had hij écht niet moeten zijn. De geheime deur achter de spiegel vond ze wel spannend en moest smalend lachen toen ze een bizar inzicht kreeg in het verwrongen seksleven van wijlen Herr Dahlmann. Als kind had ze haar buurman altijd wel wat klefferig gevonden, maar er verder nooit last van gehad. Nu kon ze zelfs wat medelijden opbrengen voor die zielepoot en begreep ze plots waarom hij zich in godsnaam als vrouw verkleed had om de invallende Russen te misleiden...

Toen Joseph over de grote verkoopwaarde van die boekjes begon, zag zij al direct een gat in de markt. Als bepaalde mannen met een stevige seksuele honger dit zo interessant vonden, zouden er bij de vreemde militairen zéker 'gegadigden' rondlopen. Die gasten zouden daarvoor zéker een paar dozen vlees of boter over hebben,hé...Ze vond dat ze beiden vanavond in bed van deze bizarre lectuur eens een grondige studie moesten maken!...

Hop, hier gaan we weer!

 

De volgende morgen stond er een dampende dikke vette groentensoep met worstblokjes op het menu, een nogal rare combinatie van Gerda's 'boodschappen' uit de Oostzone en een deel van de oogst op de Amerikaanse vuilnisbelt. Ari had die zogenaamd 'eerlijk' verdeeld tussen zijn moeder, zijn zuster en zijn compagnon Miel De Bens. Deze had zich wel afgevraagd wat Gerda daarbij kwam doen, maar verder niet aangedrongen op een 50/50 split. De buit was immers zo overvloedig geweest, dat ze al dat vleesafval toch nooit tijdig óp zouden krijgen vóór het bederf zou toeslaan. Deze morgen hadden ze afgesproken een nieuw stort in Grunewald te zoeken en hun vondsten wat kieskeuriger uit te zeven.

Gerda van haar kant trok ditmaal gewoon naar de lokale 'Tauschmarkt' bij het station van Steglitz. Daar kwamen net zo goed Amerikanen als Russen rondneuzen. Ze wilde eens testen wat een selectie van vijf pornoboeken met weinig (Duitse) tekst maar veel 'Franse' afbeeldingen zoal kon opbrengen. Tegen de middag was ze al weer thuis, met twee grote dozen 'Spam' - wat volgens het etiket stond voor 'SPiced hAM' en later een soort boterhammenworst bleek te zijn -, één doos 'Butterspread', ttz een mengsel van margarine en smeerkaas, drie cornedbeef, een groot blik spek-en-bonen en tenslotte twee grote dozen met een soort Russische goulash...Dit laatste wilde ze de komende dagen als eerste opendoen en proeven, want ze vreesde dat de gladde Russische officier, die op één van haar plaatwerken had geboden, haar met zijn opdringerig 'Fleisch-Fleisch-ja-ja' grandioos had gerold. Maar och god, dat was dan haar leergeld: de bluts met de buil... Ook al beweerde Joseph dat 'hongerige' venten - en dat waren toch de meeste oversekste militairen - normaal veel méér vleesblikken zouden over hebben voor die pikante 'Franse' rommel...

" Misschien..." gaf Gerda toe: " Maar die boekjes hiér viseren toch wel een heel speciaal soort mannen, hé. Iedere vent is daar niet op gesteld, heb ik gemerkt." En ze voegde er wat spijtig aan toe: " Jij leek me alvast gisterenavond tijdens onze studie niet erg aangesproken door dit soort literatuur...Ik dacht dat je daar hoe dan ook wel een beetje warm voor zou lopen...Jij niét dus..."

Joseph zuchtte tevreden. Genoeg is genoeg !

 

Ari en Miel hadden weer een uur in het bos rondgetrokken vóór ze een vers sluikstort vonden waaruit ze hun middageten konden puren plus een hoop belegde boterhammen van wit brood voor thuis. De rest van de namiddag bleven ze op het strand van de Grunewaldsee luieren: zwemmen en zonnen en onbezorgd genieten van de zalige vrede alom...

Het was er tamelijk druk: in hoofdzaak vrouwen, al dan niet met kinderen. En veel meisjes van zestien die er alles aan deden om in de kijker te lopen bij de eerder zeldzame jóngens van zestien. Want ouder mansvolk wàs er niet: dat zat ergens te verpieteren in één of ander krijgsgevangenkamp...Ari met zijn vranke klep zat in een mum van tijd verwikkeld in een trek-en-duw flirt met drie giechelende deernen. Maar Miel, die hun buitgemaakte boterhammen moest bewaken, hield zich op zijn buik liggend wat verlegen en gefrustreerd afzijdig, zogenaamd geremd door de taalbarrière maar in werkelijkheid door zijn spannende zwembroek.

Yanks zag je er niet: die hadden heel de Havel-See tussen Spandau en Potsdam voor zichzelf opgeëist en lieten er geen 'vreemden' toe, onder het motto 'No Fraternisation' (geen verbroedering). Maar hier aan de Grunewald See - dat nochtans in de Amerikaanse zone lag - werden regelmatig iedere dag camionladingen Russen aangevoerd. Speelse jonge rekruten meestal, gastjes die waarschijnlijk de gedemobiliseerde veroveraars van Berlijn kwamen vervangen en ten opzichte van de Duitse 'Frau' weinig schuldcomplexen geërfd hadden. Van het verbod op verbroedering lagen die jongens niet wakker, ook al kon hun sergeant de pletsende meute in het water goed in de hand houden. En als één van de bengels met zijn afzakkende onderbroek té opdringerig de aandacht van de meisjes trachtte te trekken, vloog die gewoon even 'in straf' bij de camion. Anderzijds zag je ook loslopende soldaten liggen flirten met welwillende 'dames' die blijkbaar flink van wanten wisten...En soms verdween er ook wel zo'n koppel in het struikgewas van de bosrand achter het strand...Maar al bij al ging het er héél ontspannen en écht vredig aan toe.

Tegen vijven had Miel zijn buik vol van de hitsige bokkesprongen van Ari en maakte nukkig aanstalten om op te kramen: ànders geraakten ze nooit meer op tijd thuis!

" Ach wat! " zeurde z'n vriend: "Als we hier recht het bos ingaan, snijden we héél de hoek af naar de hoofdstraat en winnen we makkelijk een kwartier..."

Maar Miel stond op zijn strepen en aangezien hij de 'buit' droeg was de andere wel verplicht te volgen. Doch eens ín het bos nam Ari bazig de kop, omdat hij beweerde blindelings de weg te kennen.

Na nauwelijks één minuut deed hij gebiedend teken te zwijgen en beiden speurden ze stokstijf in het dichte struikgewas wààr het plotse lachend gebral vandaan kwam.. Russen, zo te horen aan hun uitroepen en de eeuwige Kalinka-accordeon... Ook een vrouwenstem.. Ari hurkte neer en sloop vervolgens als een waardige zoon van Winnetoe op het geluid af. Miel had het wat moeilijker door de 'buit' die hij moest meeslepen, maar wou als ex-wolfje van de V.V.K.S. voor hem niet onderdoen.

Ze moesten even een welving over en in de put daarachter lag het...vol Russen - zéker een twintigtal - die zich vrolijk aan 't bezatten waren! Eén, die blijkbaar zijn gevoeg had gedaan in de bosjes, werd op luid gejuich onthaald terwijl hij zijn gulp demonstratief dichtknoopte en zijn 'aflosser' een kameraadschappelijke mep op de schouder gaf...Aflosser ??...Zou er daar dan maar één WC zijn, dat elkaars beurt moesten afwachten ? Miel begreep er niets van en wilde wég: als die kerels hen ontdekten bij het spioneren zouden ze hen zéker een ferme pandoering geven, of misschien half dood slaan! Het duurde echter wel even vóór hij Ari zover kreeg om mee wég te sluipen: idioot om voor zo'n banaal schouwspel zoveel risico te willen nemen!

" Heb je dat dan niet opgemerkt! " verdedigde Ari zich opgewonden: " Die vrouw daar, even buiten de kring van de zatlappen ?! Jij kon het misschien niet goed zien van waar jij lag, maar de ene Rus had "het" nog maar juist met haar gedaan, of de àndere kroop er al op! Vooraf gaf hij haar wél een conservenblik dat ze eerst keurde en dan bij de rest achter haar hoofd zette! Die hoer was duidelijk haar wintervoorraad aan het aanleggen: aan vijfentwintig dozen per dag zal die niet van honger sterven! "

" Niets zegt dat ze dat iedere dag krijgt hé! "

Maar ze besloten tóch stoer morgen een béter en een langduriger kijkje te nemen in het boudoir van de dame...

 

Daar beleefde Miel de schrik van zijn leven. Het oord des verderfs lag er verlaten bij, toen ze het vanuit een àndere hoek beslopen hadden. Geen kat te zien. Maar zij lag er wél, blijkbaar stil te wachten op klanten...Of te slapen...Haar roerloosheid werd op den duur een uitdaging voor Ari om een dennenappel naar haar te gooien en dan gniffelend weg te duiken. Maar er kwam geen reactie. Ook niet na vier-vijf projectielen, waarvan ze de laatste pardoes op haar kop kreeg...

Tenslotte liep Ari er brutaal naartoe maar schrok plots terug van al die vliegen tussen haar blote billen. Het mens had duidelijk een bloeding gekregen, gisteren, en was zo dood als een pier. Maar aan haar hoofd stonden nog steeds, als loon van de angst en het noeste labeur, de vijfentwintig grote blikken Russische goulash...

In hun haast wisten ze niet beter dan de Amerikaanse broodresten uit hun draagtassen te kiepen en er de dagopbrengst van mevrouw in te stouwen.

En het vervolgens hard op een lopen te zetten!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
23-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
22-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 336
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C45BIS   DE WESTERSE KNIEVAL IN POTSDAM.(17 JULI-2 AUG) 

                 Nu de nazi's overwonnen waren moesten de Grote Drie het nog eens worden over een nieuwe wereldorde op de puinen van het oude Europa, de vredesverdragen met Duitsland en zijn satellieten voorbereiden en de oorlog in het verre oosten zegevierend beëindigen. Daarvoor werd rendez-vous gegeven in kasteel Cecilienhof in Potsdam, 17 juli '45.                              

De Russen lieten in afwachting de Berlijners massaal aanrukken om het puin langs de grote verkeersaders van de hoofdstad weg te ruimen. Openbare markten moesten weer wat leven in de brouwerij brengen en werden overvloedig vanuit de sovjet-zone bevoorraad, ook deze in het westelijke stadsgedeelte. Schouwburgen en bioscoopzalen die niet volledig in puin lagen moesten dringend terug in bedrijf worden genomen ; musici en toneelgezelschappen kregen één week om weer aan de slag te gaan. En aangezien kunstenaars op een bijkomende rantsoenkaart konden rekenen ontstond er in een minimum van tijd een wildgroei aan "satirische" keldercabaretten die op gebied van platitude en slechte smaak de sterkste vooroorlogse records braken. Gelukkig konden de sovjets de kwaliteit van de gebrachte stukken moeilijk beoordelen, maar afgaand op het massaal artistieke aanbod waren ze zeer tevreden met hun Duitse kultuurpolitiek...

De Russen oogstten echter weinig succes bij het Duitse publiek met filmproducten van eigen bodem, zoals de aftandse draken van Eisenstein "Kruiser Potemkin" en "Ivan de Verschrikkelijke",  hoofdzakelijk wegens het ontbreken van vertaalde ondertitels. Enkel wie zich als ware anti-fascistische volksdemokraat wilde voordoen zag zich verplicht de vertoning van deze films tot het einde uit te zitten...Dansgroepen en koren van het Rode Leger daarentegen waren wél erg in trek, niet alleen bij de bevolking maar ook bij de westerse militairen.                                                

Van bij de aanvang werd de 'Conferentie van Potsdam' grondig verpest toen Stalin de afspraken van Yalta over de afbakening van de invloedssferen opnieuw ter discussie stelde en totaal nieuwe eisen op tafel wierp. Zo vorderde hij het mandaatbeheer op over de oude Italiaanse koloniën (inzonderheid Libië), het protectoraat over Irak en Iran en het controlerecht over de zeeëngte van de Bosphorus. Daar hij stelde dat Polen in zijn invloedssfeer lag tekende hij eigenmachtig de nieuwe grenzen van dit land en ontnam de geallieerden dienaangaande iedere medezeggenschap, maar eiste wel 20 miljard dollar herstelbetalingen te kunnen innen over het volledige Duitse grondgebied, dus ook uit de Westelijke bezettingszones. Van Oostenrijk vorderde hij 250 miljoen dollar en van Italië 100 miljoen, maar weigerde geallieerde trekkingsrechten op de ex-Duitse satellieten Hongarije, Roemenië en Bulgarije te erkennen omdat deze landen zijn "oorlogsbuit" waren. Dus ook geen sprake om daar vrije verkiezingen in te richten of de Donau open te stellen voor de internationale scheepvaart!                                  

Terwijl Churchill frontaal Stalins pretenties aanvocht trachtte president Truman naar Amerikaanse gewoonte de scherpe kantjes af te ronden. Hij paaide de Rus door hem de gelukte proef met de atoombom te verklappen maar ontlokte daarmee bij de sfinx Stalin enkel een koele glimlach.

Toen op 25 juli bleek dat de Britse premier de Engelse verkiezingen verloren had, moest deze in Potsdam de plaats ruimen voor zijn opvolger ,de Labourleider Attlee ,een saloncommunist van het zuiverste water. Gelukkig durfde hij, door zijn volledig gebrek aan ervaring in de wereldpolitiek, geen enkele verplichting te nemen of een sovjeteis in te willigen, en leidde door zijn voortdurende onthoudingen bij de stemmingen deze cruciale "wereldconferentie" al vlug in een patstelling.

Men kwam tenslotte tot het besluit dat ,bij gebrek aan een akkoord ,elke mogendheid in haar eigen bezettingszone en invloedssfeer kon handelen naar eigen willekeur ,maar dan ook moest voorzien in eigen behoeften. Een mooie omschrijving voor een diplomatieke ramp.

De Westersen verloren hun invloed in de Balkan en de Rus moest verzaken aan zijn gevraagd medebeheer van het Roerbekken. Wél kreeg Stalin 25% van de West-Duitse industriële productie in ruil voor het leveren van kolen en levensmiddelen, o.a. aan de geallieerde sectoren van Berlijn.        

De "Grote Drie" werden het wél eens om de 8 miljoen leden van de nazi-partij uit het openbaar leven te verwijderen en de oorlogsmisdadigers in gezamenlijk overleg te bestraffen. Ook dienden de 15 miljoen Volksduitsers uit de door Rusland "bevrijde" gebieden over de "Oder-Neisse grens" naar het westen te worden verwijderd. Meer dan de helft had dit reeds bij het naderen van het Rode Leger "uit eigen beweging" gedaan en tijdens deze vlucht waren er naar schatting een 750.000 min of meer gewelddadig omgekomen: de "evacuatie" van de rest zou volgens Stalin geen groot probleem meer vormen...                                                            

Op 2 augustus gingen de overwinnaars na een ronkende verklaring uiteen, maar de uitvoering van hun beslissingen strandde nadien in oeverloos gekibbel. "Het Ijzeren Gordijn" rond de sovjetzone werd langzaam neergelaten ,dixit Churchill. Van een economische ruilhandel kwam niets in huis, waardoor de geallieerden jaarlijks meer dan een half miljard dollar moesten uitgeven om de bevolking in West-Duitsland in leven te houden. Ook de denazificering verliep chaotisch: om het gebrek aan technisch kader te verhelpen was men verplicht 75% van de "Parteigenossen" onmiddellijk wit te wassen en veel oorlogsmisdadigers ontliepen zo hun verdiende straf.                                                      

Enkel op het proces van Nürnberg konden de overwinnaars een schijn van samenwerking hooghouden. De show begon op 20 november '45 onder grote internationale belangstelling maar liet de Duitse publieke opinie koud. Het doek viel op 1 november '46, na 402 zittingen: 12 nazibonzen werden ter dood veroordeeld (Bormann bij verstek) en opgehangen (Göring ontsnapte aan de galg door zelfmoord te plegen). Zeven kregen tussen tien jaar en levenslang en drie werden vrijgesproken.                              

Bij volgende processen, in Nürnberg of elders in Duitsland en de buurlanden, kwam het nog zelden tot samenwerking tussen de grootmachten en hanteerde elk voor zich het bijltje naar eigen goeddunken. Wat niet noodzakelijk in het voordeel van de veroordeelden uitviel. Maar na verloop van tijd sleet ook de gestrengheid en toen in '53 de Duitse burgerrechtbanken de bestraffing overnamen, bleken er plots geen oorlogsmisdadigers meer te bestaan...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
22-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
21-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 335
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DE AMERIKAANSE DROOM.

 

                                             Berlijn begin juli '45.

De zomer begon onder een zeer slecht gesternte. De hitte overdag was nauwelijks te harden en de dorst werd een groot probleem. Het bruine vocht dat nu op onregelmatige tijden uit de kraan liep kon je bezwaarlijk water noemen, en er van drinken werd officieel levensgevaarlijk verklaard. Zelfs gekookt bleef het verantwoordelijk voor de grootste epidemie van dysenterie en tyfus die Berlijn ooit gekend had. Iedere dag braken er nieuwe besmettingshaarden uit en het geteisterde medico-sanitair apparaat van de vroegere Reichshauptstad kon deze golf onmogelijk aan.

Plots werden de Russen de aftakeling beu en besloten het probleem op hùn manier van de baan te ruimen. Joseph had de snelle evolutie van het prestigeconflict tussen de overwinnaars over de radio kunnen volgen. Nu het vast stond dat de conferentie van de Grote Drie sowieso binnenkort zou doorgaan in Potsdam, wilden de Russen met allerlei pesterijen laten zien dat zij hier de baas waren. Maar de Amerikanen maakten hen meteen duidelijk dat zijzelf, hoe dan ook en desnoods met geweld, ruim vóór het begin van de conferentie hun zone in Berlijn gingen bezetten, ondanks het sanitair cordon. Zo voor het blok gezet wilde de Rus geen gezichtsverlies lijden. Hij kon niet voor het oog van de wereldpers een besmettelijke ziektegolf in Berlijn als alibi gebruiken om deze grote conferentie op te blazen. Daarmee zou hij zijn onmacht bekennen om een dodelijke epidemie in de vernielde Rijkshoofdstad te bedwingen. Dus verhuisden ze gewoon die epidemische besmetting met zieken en al naar de groene gordel búíten de stad. De reeds overvolle lazaretten en noodhospitalen in deze bosrijke gebieden werden vooraf verplicht hun herstellende patiënten te evacueren naar opvang in steden verder weg van de agglomeratie. Et voilà, probleem opgelost!

Met de dreiging die van de rottende lijken uitging maakten ze ook korte metten. Op de vier hoeken van Berlijn richtten ze nieuwe begraafplaatsen in, samen goed voor kilometerslange massagraven. Alle nazi's werden opgetrommeld om de voorlopige zerken in de stad te ledigen en verantwoordelijk gesteld voor de lijkenadministratie. Aan de vele lijken die nog diep onder de puinhopen lagen konden ze voor het ogenblik niets uitrichten: daar moesten de ratten maar voor de opruiming zorgen...Maar voor de rest leverde de Rus massaal het vervoer en de bérgen ontsmettingskalk waardoor het gros van de klus binnen de week was geklaard.

Familieleden die tóch een persoonlijke noot aan de herbegraving van hun geliefden wilden geven, konden het glorieus vergeten: die liepen maar in de weg van het gevoelloze bandwerk en kregen zelfs geen toegang tot de kerkhoven. Alles moest zo razend vlug gebeuren: Pa Krüger verwittigde Joseph dat ze Phil die morgen uit het parkje van het preventorium gingen ontgraven, en toen hij ging kijken reed de camion middenin een kalkwolk al weer weg ,de hoek om. Nadien is hij er nooit in geslaagd haar nieuwe laatste rustplaats te achterhalen...Dat hij daar ook niet veel moeite voor deed vond Hildegarde niét zo netjes van hem. Maar van dat éne 'slechte punt' lag hij écht niet wakker: hij had àndere zorgen.

Op 26 juni vreesde Joseph dat een stom incident op een ramp zou uitdraaien. De Russische stadscommandant, de Generaal Bersarin, stierf in volle centrum bij een auto-ongeval. Omdat er eerst sprake was van een aanslag door de Werwolf reageerde de bezetter brutaal met het uitroepen van de krijgswet. Plots wemelde het in de stad weer van bitsige soldaten, en werden her en der opnieuw massaal 'verdachten' opgeschept. Maar toen de Russen twee dagen later meesmuilend toegaven dat de schuld voor de botsing lag bij de vrouwelijke verkeersagente op het kruispunt én een ordinaire klapband, zakte de koorts onmiddellijk. Ook al bleven veel 'opgeschepten' vanzelfsprekend voorlopig achter slot en grendel...En verdwenen jammer genoeg terzelfder tijd op de grote kruispunten al de parmantige 'vendelzwaaisters' plots van het toneel...

Met dezelfde vrachtwagens die de lijken hadden opgeruimd begonnen de Russen vervolgens op grote schaal meubilair van de burgers te stelen. Ze braken nu heel willekeurig onverwachts ergens in, niet meer om te verkrachten of op jacht naar 'Uhr! ',maar gewoon om Matka's stulpje op de Russische steppe met een nieuw salonbuffet op te fleuren. Later zou blijken dat ze vooral de toekomstige Amerikaanse zone hadden leeg geplunderd...

Dat de Amerikanen - en waarschijnlijk ook de Britten, maar daar sprak men niet over - al een tijdje stonden te trappelen om naar hier door te stoten, wist onderhand het kleinste kind. En iedereen maar dromen van overvloedige maaltijden met vette worsten en zoete desserts met slagroom en ananas...Maar in de 'Tägliche Nachrichten' werd er met geen woord over die toekomstige wittebroodsweken gepiept, wél over de reusachtige inspanningen van het sovjetvolksleger om de Berlijnse bevolking te voeden... In het krantje ging het grote nieuws enkel over het bezoek van de Russische minister van buitenlandse zaken Mikojan. Die had plechtig verklaard dat de schuld voor de misdadige oorlog niét lag bij het Duitse volk, maar enkel bij haar fascistische leiderskliek. Dàt vonden de mensen nu eens interessant, zie! ...

Pas op 30 juni hoorde Joseph op de radio de bevestiging van het gerucht dat een voorwacht van hogere Amerikaanse officieren in Berlijn was aangekomen. Die moesten kwartier maken voor hun bezettingstroepen die nu kortelings toch gingen volgen. Eindelijk! ...En iedereen knoopte aan deze vlieger het staartje dat hem het nauwst aan het hart lag. Vati en Neumann pepten elkaar op met het vooruitzicht op 'deftig' rookgerief, en Hildegarde hield het klassiek bij 'Bratkartoffel' met een vette worst...Joseph zag in de aankomst van de nieuwe machthebbers dan weer het einde van zijn onderduikersbestaan en de herwonnen vrijheid om te gaan en te wonen waar hij maar wilde.

Gerda was pienter genoeg om op dezelfde lijn van gedachten bij een ànder eindstation te belanden. Als de Russen hier wegtrokken verloren de Krügers meteen hun beschermheren en was het gedaan met de chantage die ze onder het mom van blokoverste op de buurt konden uitoefenen. Als ze desondanks Joseph nog aan zich wilde binden, zou ze van nu af de forcing moeten voeren...

Reeds de volgende morgen stortte haar wereld in. Joseph zat nog lui na te tafelen met Vati, elk genietend van een bedwelmende Chesterfield, toen plots Françoise De Bens en haar broertje Miel op de drempel stonden. Uit haar nogal zenuwachtige uitleg begreep hij dat de Amerikanen heelder villawijken in Dahlem voor de inkwartiering van hun kader hadden voorbestemd, waaronder natuurlijk de woning waar de familie  destijds ongevraagd was ingetrokken... Op het districtbestuur konden ze de voorziene uitdrijving van de Duitse bewoners nog niet officieel bevestigen, zei ze, al lag het natuurlijk wél in de lijn der verwachtingen, hé...En zohaast er zo'n ontruiming bevolen werd, zouden ze maar twee uur krijgen om hun matten te rollen en de hele inboedel moeten achterlaten! Een verwittigd man...enz...Als zoethoudertje beloofde het Rathaus de uitgedreven burgers geen stokken in de wielen te steken als die op eigen kracht een nieuw onderkomen zouden vinden...liefst van al nog in een ander district, hé!

Nadat ze zo het algemeen dramatisch kader had neergeplant, kwam de aap uit de mouw: " Hier staan we dan, hé Joseph...In afwachting dat we op een deftige manier naar België kunnen weerkeren, zien wij op eerste zicht geen àndere mogelijkheid dan weer ons oud appartement hiér te betrekken, hé...Met een beetje goede wil van iedereen..."

"Françoise, ik denk dat ge tegenwoordig niet teveel op goede wil moet rekenen ..." begon Joseph voorzichtig.

Maar zij liet zich niet van de wijs brengen: " Voor alle zekerheid ben ik natuurlijk éérst in het Rathaus van Steglitz mijn licht gaan opsteken, hé! En ik heb ontdekt dat wij nog altijd op dit adres ingeschreven staan op het tweede verdiep, dat nu deels bezet zou zijn door een jong samenwonend koppel...Peeters Jean-Marie met Krüger Gerda? Gij dus, samen met een ongetrouwde moeder, klopt dat ?... Ha ja, ik vergat het bijna: mijn oprechte deelneming, hé Joseph, voor het overlijden van Phil! ...Maar naarvolgens dat ik zie ben ik blijkbaar niet de enige die haar rap vergeten is, hé!...Weet ge nu al waar ze begraven ligt ?"

Joseph negeerde de sneer: " Zo rap zie ik jullie toch niet terugkeren, hoor Françoise, al heb ik daar persoonlijk niets op tegen: ge hebt mij en Phil destijds ook hier onderdak gegeven toen wij werden uitgebomd. En eventueel kan ik zelfs mijn slaapkamer daar op het tweede ontruimen en definitief hier bij de Weimars intrekken: geen énkel bezwaar, kind...'t Is niet omdat je destijds mijn wulpse avances op het bureau hebt weggelachen dat ik nu nog een wrok tegen jou zou koesterten ,verre van...Maar met de àndere bewoners zult ge méér last krijgen. Héél de familie Krüger heeft namelijk een oogje op de woonruimte van de 15b in 't algemeen en op het tweede verdiep in 't bijzonder...En liefste schat, zoals gij u misschien nog herinnert, is meneer Krüger hier de blokoverste...Dat hij op papier, en zonder mij verder iets te vragen, zijn dochter alvast aan mij heeft gekoppeld is zo'n beetje mijn levensverzekering in deze bange tijden. Gerda is niet bij de lelijkste en ik spuw niet in de soep die ze mij voorzetten...Maar wees gerust: aan 'bijeen slapen' ben ik voorlopig nog niet toe :de plaats is nog altijd vrij... Alhoewel, als het kouder wordt, 's nachts..."

" Och, bedankt voor het aanbod ,maar de tijden zijn ondertussen wél een ietsje veranderd ,hé Oberscharführer ! Maar mijn zegen héb je hoor ,als je op die Gerda wil kruipen en in zonde gaan leven !... En ik die vreesde dat je weer met mij zou aanpappen ! Man, is dàt een pak van mijn hart! " spotte zij.

Joseph grijnslachte mee: " Ik zeg wel 'voorlopig' hé, want als gij hier alle vroegere ruimte gaat opeisen, zal ik wel verplicht zijn samen met ons Gerda zondig te gaan kameren. De keus is aan u. Maar vergeet niet eerst eens met de blokoverste Krüger te babbelen. Als hij het dak repareert wordt de mansarde bewoonbaar. Voor mij, met m'n ene poot en al die trappen, is die hoogte te vermoeiend, maar 't is misschien wél iets voor jou, Miel en Rika, hé ?..."

" Zeg Joseph, gij schijnt nogal bang te zijn van uw nieuwbakken schoonvader! Dat was toch een opgefokte nazi, hé ?! Die zal nogal een post pakken als de Amerikanen hier zijn! Indien hij wat verstand heeft, kan hij toch beter géén ruzie maken met Belgische staatsburgers die door de nazi's naar hier gedeporteerd werden en nu eindelijk door de Amerikanen zijn bevrijd..." Ze lachte eens scheef: " Ja-ja, meneer Peeters, mijn Pa was ten andere heel content te horen dat zijn jonge hulpkok van de Frits Werner fabriekskeuken uit de dood was opgestaan! Ge ziet: gij en wij zitten in hetzelfde schuitje, weet ge..."

" Denkt ge dat Herr Krüger dat slikt ,van dat deporteren? Met mijn nieuwe naam heeft hij al duidelijk zijn twijfels laten blijken, ook al heeft hij mij nooit in uniform gezien. Maar gij hebt hier destijds in 't gebouw zo opzichtig geparadeerd met uw werk op het SS-Hauptamt, en hem zelfs met Weihnachten daarmee om de oren geslagen! Dat is hij vast en zéker nog niet vergeten! "

" Hij heeft er ànders alle voordeel bij dat wél te vergeten! Ik heb de laatste tijd al veel ex-partijleden daar moeiteloos van kunnen overtuigen: mannen die wél voorlopig hun oude postje in het nieuwe bestuur konden behouden maar zélf op een losse schopstoel staan, hé... Wie hen verraadt, wint volgens de ANTIFA op twee borden: die vent vliegt voor eeuwig naar Siberië én zijn vertrouwensplaats hier komt vrij..."

" Françoise, stopt alstenblieft, ik kan niet om met verklikkers! Plakpot Martens - ja , die van ons buro -  heeft dat met mij ook geprobeerd en hij ligt nu in een massagraf op 't Martinuskerkhof..."

" Tiens, is Martens óók dood ?" meesmuilde ze.

" Ja, hier van 't derde uit het venster gevallen... Da's tegenwoordig een heel gevaarlijk beroep, verklikker."

Françoise leek even zwaar na te denken: " Verklikken zou ik nooit doen, maar er subtiel mee dreigen is veel productiever. Zolang ge maar kleinigheden vraagt die geen pijn doen: een brood hier, een 'Schein' daar...En nu dat de Amerikaan het binnenkort voor het zeggen krijgt, maar van het politieke kluwen hier geen jota begrijpt, zal dat tussen mij en de oud-nazi's steeds vlotter gaan! Onder het mom van 'Broeders in de Misdaad', zeg maar...En in dat milieu geeft onze Belgische pas ons een extra wapen.. Dat zal ik onze Herr Krüger eens rap onder de neus duwen, zie! Ge hoort nog van mij. En een goede raad Joseph: trouwt niet te rap met die Gerda, hé ventje! Dat lijkt mij zéér vermoeiend, en je zal in de komende maanden al je krachten nodig hebben om niet in deze stontzooi te verdrinken ! Salu, vent, tot binnen kort hé ! En hou ze warm !"

In de vroege morgen van 3 juli ging eenieders droom dan eindelijk in vervulling. Eindelijk ja, na dit maandenlang smachten, maar toch nog vlugger dan verwacht:

"De Amerikanen zijn er! "

De mare ging reeds bij dageraad opgewonden rond van huis tot huis, zoals de christenen de Messias aankondigden: de Yanks waren in Steglitz! ! Met dreigende tanks op de Marktplatz, het Bahnhof en de voornaamste kruispunten van de Albrechtstrasse! En ook met van die belachelijke platte autootjes waarin steeds vier slungels gemaakt nonchalant zaten te herkauwen: nogal een idioot zicht. Maar deze Yanks leken helemaal niet zo'n jolige losbollen, zoals oudere Berlijners zich de cowboys uit de Hollywoodfilms herinnerden: dit waren eerder verbeten en norse vechtjassen. Ze keken hautain en gespannen dwars door de opgewekte nieuwsgierigen heen, als waren ze lucht. De half opgerookte sigaretten vermorzelden ze treiterig onder hun dikke rubberzolen. En als er al eens één onachtzaam een peuk tussen de kwijlende omstaanders wegschoot, leek hij amper het gevecht op te merken dat hij daarmee tussen de gore blonde bengels veroorzaakte... Oudere heren, die hun 'bevrijders' kruiperig in gebroken Engels welkom wilden heten, werden hooghartig genegeerd of zelfs afgeblaft..."No fraternisation !"

Neumann die naar het Bahnhof was gaan kijken, bleek bij zijn thuiskomst helemaal van zijn melk: " Hoe is het mógelijk! De oorlog is toch al màànden voorbij! Die ongelikte beren lijken ons wel te hàten, zeg! Terwijl wij hén toch nooit iets misdaan hebben hé! Het zou eerder omgekeerd moeten zijn, met al onze prachtige kultuursteden die zij met hun barbaarse 'bombenterror' totaal vernietigd hebben! Je zou op den duur nog de Rus betreuren: dat was wel een wraakzuchtig monster, maar iedere eerlijke Duitse soldaat wist tenminste waarom! "

Daarmee was de toon gezet.

De volgende dagen verliepen in totale verwarring. De cowboy op z'n witte paard bleek al vlug helemaal geen redder in de nood. Alhoewel de Amerikanen met al hun voertuigen - én de negerchauffeurs! - het straatbeeld volledig bezetten, waren daarmee de Russen nog niet uit de wijken verdreven. Die gingen ongestoord verder met hun systematische plundering van de burgerhuizen in de westerse districten. En als de vrouwen zich daarbij tegen Ivan durfden te verzetten tot ze afgerammeld werden, deden de Yanks gewoon of hun neus bloedde! Erger nog: zohaast de Amerikaan het bestuur van zijn districten opeiste, sloten de Russen doodleuk de bevoorrading van de plaatselijke markten af. Met als gevolg dat reeds na drie dagen van Amerikaans bestuur de hongersnood voor de deur stond! Zelfs de zo misprezen pekelharingen van het Rode leger waren nergens meer te krijgen.

De toestand liep helemaal uit de hand toen bleek dat de Russen zorgvuldig alle meubels hadden weggesleept uit de huizen die de Yanks uitgekozen hadden voor hun eigen inkwartiering. In plaats van de plunderende Russen op het matje te roepen, gingen de Amerikanen in der haast zélf op rooftocht en vulden uit de burgerhuizen van de belendende wijken hun ontbrekend meubilair aan.

Toen dàt bekend werd vreesde Joseph dat ze ook bij hém wel eens de twee 'brandkastbedden' onder zijn gat konden weghalen, samen met de verdoken schat in de hoekstijlen...Het ledikant van Dahlmann stond in de roze kamer voorlopig veilig verborgen, maar met dàt in zijn achterkamer op het tweede moest dringend iets gebeuren.

Voor de helft van deze bankbriefjes had hij al lang een zekere bergplaats bedacht. Dus viste hij de rits opgerolde bankbrieven en de vijf goudstukken weer uit de bedstijlen en verborg ze met veiligheidspelden in de opgeplooide broekspijp van zijn beenstomp. De uitvoering van dit plan nam zowat de rest van de morgen in beslag en hij merkte dat Gerda razend nieuwsgierig werd naar wat hij daar uitstak. De rest van zijn schat verpakte hij stevig in zwart verduisterpapier en mikte de omslag in de plafondholte tussen de juffers waar hij vorige maand de boekentas van Betaalmeester Dahlmann had uitgewurmd.

 

Bij het avondeten wist Hildegarde te vertellen dat Pa Krüger inderdaad van de U.S.Administration de bons gekregen had als blokoverste. Joseph vond dit een mooie gelegenheid om het echtpaar op een borrel te trakteren. Maar toen hij daarvoor in zijn geheime provisiekast dook, merkte hij tot zijn ontzetting dat niet alleen alle dozen en pakjes met een laagje groene schimmel bedekt waren maar ook de drie buitenmaatse worsten! En de ene die reeds aangesneden was leek net goed voor de vuilbak. Maar toen hij die ietwat gegeneerd aan Hildegarde toonde, viel die haast in katzwijm van verrukking: "Ach das macht doch nichts, Herr Josef! In die Suppe schmeckt das köstlich! Gib'schon hier, du Engel! "...

Alles goed en wel, maar zijn proviand kon hij in elk geval zo niet op zijn kamer laten verkommeren. In de huidige omstandigheden zou dat werkelijk misdadig zijn: hij moest die dozen aan de goede zorgen van Hildegarde toevertrouwen. De twee oudjes moesten dan maar zorgen dat al dat eten verhuisd geraakte van de roze mansardekamer naar Josephs logeerkamer bij hen op het eerste, en zorgen dat al die schimmel verdween. Dus besloot hij volgende morgen open kaart met haar te spelen...

"Frau Weimar, en ook u, Herr Weimar, " begon hij plechtig na het ontbijt: "Moet je eens luisteren: ik weet dat ik u kan vertrouwen en geloof dat gij van uw kant ook mij vertrouwt. Wij moeten over eten een goed akkoord sluiten, zoals we er ook één hebben over mijn betaald logies hier tot het eind van augustus. Toén hebt u gemerkt dat ik over wat kapitaal beschikte, en ondertussen vermoed u ook wel dat ik een geheime bron heb van lekkernijen die ik soms op tafel zet, nietwaar ?!"

Hildegarde hing roerloos aan zijn lippen en slikte als de hond van Pavlov driftig haar opwellend speeksel weg.

" Ik wil deze geheime voorraad vrij ter beschikking stellen van ons huishouden en speciaal van u, Hildegarde als onze huishoudster. Maar ik stel één voorwaarde: ik wil tot eind augustus beetje bij beetje van deze voorraad kunnen meeprofiteren en dus moeten we het verbruik over de volgende vijfenzeventig dagen uitsmeren. Dat zal per dag maar een klein toemaatje zijn op ons gewoon rantsoen. Maar alle beetjes helpen en tegen eind augustus zullen de Amerikanen de voedselbevoorrading wel meester zijn..."

Omdat Hildegarde stil begon te huilen, maakte Joseph het kort. Hijzelf zou nog deze voormiddag in zijn kamer op het tweede het eten uit de geheime bergplaatsjes opdiepen en Vati was onmiddellijk akkoord om met een boodschappentas die proviand in een tiental 'ritten' naar beneden te dragen. Discreet natuurlijk, want Gerda mocht niet weten wàt er verhuisd werd. En Hildegarde moest maar zien hoe ze de schimmeluitslag de baas werd, vooraleer het onder Josephs bed in haar logeerkamer te stouwen...

Juist op tijd overigens, want het werk was nog maar pas achter de rug of Ma De Bens hing al aan de bel van de tweede verdieping. Toen Gerda op haar gebonk open deed stoomde het slagschip onvervaard het appartement binnen. Wat deed die kleine slet feitelijk in hààr keuken, zeg ? En wilde zij eens als de bliksem die vieze toiletrommel uit hààr badkamer halen ?! Toen Gerda pruttelend probeerde op te werpen dat zij hier tenslotte wóónde, leek Ma plots te verstijven.

" Wat ?! Dat zou je wel willen! Goed luisteren hé kind: IK woon hier! IK, dat wil zeggen: de familie De Bens! Wij, en niemand anders! En hoepel nu maar op! "

Joseph was ondertussen de trap opgeklommen om ZIJN achterkamer met hand en tand te verdedigen, maar Ma had daar geen oren naar: " Ha, Joseph Petré! Jongen, wat komt gij hier doen ? Volgens de lijst van het stadhuis wordt die achterkamer toch betrokken door Jean-Marie Peeters en zijn lief ? En waar woont gij dan ? Ach ja, beneden bij de Weimars, heb ik gehoord...Wel, moeit u dan beter niét in de discussie, hé jongen..."

Joseph herkende onmiddellijk de tactiek die haar dochter Françoise hem een paar dagen geleden nog cynisch uit de doeken had gedaan: labiele oud-nazi's van hun schopstoel kegelen. En Ma De Bens scheen daar al zéér bedreven in te zijn!

De toegelopen Pa Krüger kreeg evengoed de wind van voren: of hij dacht hier nog de kleine Hitler te kunnen uithangen ? De Amerikanen hadden hem toch afgezet als blokoverste wegens zijn nazi-verleden hé ? Of hij dan als de bliksem de vloer eens wilde ontruimen ? Want zo'n inmenging noemde ze huisvredebreuk, Okee ?!

Na een uur van vinnig bekvechten kwamen ze toch overeen dat de familie De Bens morgenmiddag het appartement opnieuw zou betrekken, totaal én volledig, op de achterkamer van Joseph na, en dit uiterlijk tot 15 augustus. Tegen die tijd zou iedereen wel teruggekeerd zijn naar België en kwam de woonst volledig in handen van de familie Krüger.

 Joseph besloot evenwel verder bij de Weimars te blijven eten en slapen, maar zich overdag als 'huurder' van de achterkamer op het tweede terug te trekken, in hoofdzaak om er zijn bezittingen in het oog te houden.

Gerda was van het toneel verdwenen en scheen troost te zoeken bij haar ouders. Volgens Hildegarde kon de jonge vrouw een beetje nestwarmte goed gebruiken want ze had twee dagen na elkaar ferme morele opdoffers gekregen. Maandagmorgen was er die bedelaar geweest, die op de dorpel van de Krügers had geslapen en uitgeput om een slok water en een korst brood had gesmeekt. Hij was een maand geleden ontsnapt uit een Frans krijgsgevangenkamp: tien keer érger dan de hel ! Uitgehongerd, waagden ze voor een kom soep iedere dag hun leven bij het opruimen van mijnen in de bossen van de Elzas. En als het niet rap genoeg vooruit ging werden ze nog door negers afgeranseld op de koop toe...

Toen Gerda dat hoorde moest ze aan haar man denken die misschien ook daar gevangen zat. Dacht ze. Maar de volgende dag, toen plots de post weer scheen te werken, kreeg ze een officiële brief, nog afgestempeld met de Duitse adelaar: "Uw echtgenoot Schniering Ernst, stamboeknummer zoveel en zo voort, IS VERMIST SINDS 5 SEPTEMBER 1944, WAARSCHIJNLIJK GESNEUVELD. IN NAAM VAN DE FÜHRER EN HET DUITSE VOLK...enz"...Het bericht was wél al bijna een half jaar oud, waarschijnlijk verloren geraakt in het débacle van de overhaaste aftocht uit Frankrijk, maar Gerda was er toch nog flink door gepakt.

 Bij Pa Krüger viel het verlies van zijn schoonzoon krek samen met het herwinnen van zijn functie van "Hausobmann", de nieuwe naam van blokoverste, maar dan onder toezicht van een Amerikaanse ambtenaar. In theorie dan toch. Maar in de praktijk kon hij weer de kleine Führer uithangen zoals vroeger. En dat zouden de De Bensen vlug aan den lijve ondervinden ;Joseph ook, ten andere...

Reeds op donderdag namiddag, nog geen uur na zijn nieuwe benoeming, belde hij bij De Bens aan. Heel correct maar zelfzeker duwde hij Françoise zijn verse legitimatie onder de neus plus een document met de voorziene bezetting van het tweede verdiep. Het samenwonend jong koppel Peeters-Krüger kreeg de beschikking over twee slaapkamers én deelde het gebruik van keuken, sanitair en salon met Ma en Pa De Bens. Die kregen ook één slaapkamer, plus de mansarde voor de drie kinderen. Een duidelijk pesterig Salomonsoordeel, uitgekiend om 'die genädige Frau' op de kast te jagen...

Krüger nam Joseph apart aan, onder vier ogen. Binnen veertien dagen, dus tegen eind juli, moest hij als vreemdeling Berlijn verlaten hebben. Dat was de wet. Indien hij tegen die tijd niet zijn biezen had gepakt zou Krüger hem aangeven als oud-SS-er, en Joseph zou heel wat moeite hebben om zich vrij te pleiten, niet waar ?!...Maar Herr Krüger kon van hem ook een rasechte Berlijner maken met de papieren van de Hitlerjongen die hier voor de deur gesneuveld was, toen de Russen de straat veroverden...Ja-ja, inderdaad, hij had de zakken van dat lijk destijds binnenste buiten gekeerd: en dàn ?!... Als Duitser kon Joseph natuurlijk zo lang in Berlijn blijven als hij wilde, en ontsnapte hij meteen aan de vervolging door het gerecht in België. Een prachtige oplossing hé! Er was echter één voorwaarde: hij moest als echtgenoot leven met zijn dochter Gerda: al dan niet getrouwd, dat was voorlopig van minder belang. Zij was sinds de ontvangst van de 'Führer-brief' officieel weduwe en riskeerde dat nog héél lang te blijven door het nijpend gebrek aan huwbare mannen in de streek. Dat lot wilde hij haar als vader besparen, vooral nu hij merkte dat zij Joseph wel "zag zitten"...

" Gerda ziet mij zitten, zegt ge ? Een verminkte met één been ? En geen enkele vakkennis als kostwinner ?"

" Ach vent, klaag zo niet! Ze wil een man in haar bed, dat verstaat ge toch! En voor de rest overdag: met dat kunstbeen presenteert gij heel goed en vinden we wel iets om de kost te verdienen: overal zijn er handen tekort. Maar ik wil vooral van haar gezaag af zijn, en daar kunt gij voor zorgen, als ge uw verstand gebruikt!...En de rest, hé vent ! " voegde hij er met een vette knipoog aan toe ...

Moeilijk mis te verstaan, overigens...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
21-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
20-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 334
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C44.  

EEN NIEUW LEVEN ?...

 

                                   Steglitz, juni '45.

Na de dood van het schriele Güntertje leek het wel of daarmee terzelfder tijd ook heel wat nodeloze spanningen werden begraven. Gerda leefde helemaal op nu zijzelf van dat eindeloos en zenuwslopend gedrein verlost was en zij niet langer haar omgeving tot overlast wist. Begraven ook de laatste levende herinnering aan haar oude geliefde ,die ze na het 'Führerbericht' met de lapidaire melding "vermist ,waarschijnlijk gevallen" toch al had afgeschreven...Nu kon ze eindelijk 'schoonschip' maken ,en met een propere lei en vol nieuwe moed aan een nieuw leven beginnen ! De uitgebluste slons van gisteren werd zelfs van de ene dag op de andere het zonnetje in huis, en dat zal Joseph geweten hebben...

Ook Pa Krüger scheen Joseph weer het licht in de ogen te gunnen en als hij hem toevallig in huis of op de stoep tegen het lijf liep, kon er zelfs een knipoog af. Hildegarde wist te vertellen dat de man op zijn fameuze lijst " Herr Peters Jean-Marie und Frau Krüger Gerda" als samenwonend op de tweede verdieping had genoteerd, samen met de familie De Bens. Vooral om zijn dochter daar administratief een vaste stek te geven, zei Hildegarde. "Ja-ja ,administratief" sneerde Joseph ,"wat dekt dat allemaal...Gerda als echtgenote ,om te beginnen zeker ?! Van dekken gesproken ,hé..." Hij lachte met z'n eigen geestigheid. Vooral opgelucht omdat er verder van een "Obersturmführer" geen sprake meer was...

" Op het gelijkvloers ,in Dahlmanns atelier ,wonen nu officieel Oma Teltow, de schoonmoeder van Herr Krüger, en haar kleinzoon Ari. Wij Weimars bezetten dus als vanouds onze eerste verdieping, het Belgisch echtpaar De Bens met hun zoontje en jullie jonge koppel het tweede, en op de mansarde slapen zogenaamd de twee meisjes De Bens, ook al is die zolder wegens zware dakschade voorlopig onbewoonbaar "...

"Tiens ",flitste het door het hoofd van Joseph: " Hoe zou Krüger zo vlug die schade aan het dak vastgesteld hebben ? Door een inspectie vanuit het buurhuis? Of door de spiegeldeur van de roze kamer te forceren ?"...

Maar bij een latere controle bleek de geheime doorgang nog steeds vergrendeld alsof er nooit aan gemorreld werd...Joseph dacht nu gerust te kunnen slapen...Voorlopig nog in z'n eentje, maar hij had zo een vaag gevoel dat Pa Krüger van gedacht was veranderd. Het nieuwe complot van de buren leek er niet langer in te bestaan hem vlug naar België te laten deporteren, maar wel hem op een of andere manier aan de dochter te koppelen. Immers, die dooie zuigeling, waarover hij tegen Hildegarde zo hartgrondig zijn weerzin had uitgeschreeuwd, was nu van het toneel verdwenen. Opgeruimd staat netjes, zal vast iedereen heimelijk gedacht hebben. Koudweg bekeken kon Joseph, zélfs in de ogen van Frau Weimar, nu geen nieuwe reden meer aanhalen om Gerda nog te verstoten. Tenzij de recente dood van Phil hem nog tot een preutse terughoudendheid zou dwingen, natuurlijk. Wat Hildegarde al bij al wel kon aannemen van zo'n 'Netter Kerl' als haar gast...

De grauwe donderlucht boven Josephs relatie met heel de Krügerclan leek dus langzaam op te klaren, ook al vertrouwde hij die tweezak zélf nog voor geen cent.

Hij kon er beter van uitgaan dat hij vroeg of laat plots tóch heimelijk de wijk zou moeten nemen en er ondertussen voor zorgen dat zijn rugzak permanent gepakt klaarstond. En om de week oefenen om vlug zijn "worsten' met Reichsmarken uit de bedstijlen te recupereren, ook in de roze kamer...En zoals hij al meer had overwogen zou het daarbij niet slecht zijn om alvast ver buiten Berlijn - in de westerse bezettingszone - een mogelijk toevluchtsoord te bedenken, dicht bij de Belgische grens bijvoorbeeld. Als dan de repressie daar wat op z'n einde liep moest het mogelijk zijn van Aken of Monschau uit een korte raid heen en weer naar de kust te maken, om wraak te nemen op Pylieser en consoorten...Dat scenario moest hij toch dringend eens verder uitwerken, vond hij...Ook al stond er in Westende niemand op hem te wachten.

Maar goed...Als je de 'Tägliche Rundschau', het inlichtingenblad van de bezetter, mocht geloven hadden de Russen zelfs een week geleden ook in Steglitz een nieuwe burgerlijke districtsraad aangesteld die bevoegd was om het pure overleven van de bevolking ter harte te nemen. Dat omvatte vooral de zorg voor de volksgezondheid, de voedselbevoorrading, de huisvesting, het puinvrij maken van de straten en meehelpen met het herstel van het openbaar vervoer. De 'tijdelijke' herbenoeming van een verstokte nazi als Pa Krüger tot 'Blokoverste', was voor Joseph voorlopig het eerste teken dat het openbaar leven weer ontwaakte uit de coma van de laatste weken. Maar dat de Raad daarvoor beroep deed op de dienaars van het officieel zo verfoeide Hitlerregime bewees in zijn ogen de totale onmacht van het nieuwe bestuur.

Ondertussen begonnen ook de haastig her en der opgeworpen grafterpen van de slachtoffers die in de laatste gevechten stierven door de warmte verpestend te stinken. Joseph moest daarbij doorlopend aan Phil denken, in de bomtrechter naast het preventorium...Maar voor het ogenblik scheen de overheid niet over de middelen te beschikken om die lijken deftig te herbegraven op een kerkhof... Tóch moest dat er dringend eens van komen, want van overal kwamen berichten van een dysenterie- en een tyfusepidemie. En wat hij dàn met het stoffelijk overschot van zijn hartsvriendin moest aanvangen, spookte nog regelmatig door zijn dromen. Of beter gezegd :zijn nachtmerries... Met Plakpot-Martens op kop, lijkwit van de bluskalk en zingend van "Muss ich denn..."

De "Tägliche Rundschau" bazuinde ook triomfantelijk rond dat het Volksleger van de Sovjetunie uit eigen voorraden de voedselvoorziening van de Berlijners verzekerde. Maar Joseph had in heel de Albrechtstrasse nog maar één enkele winkel zien heropenen...Buiten sporadisch een wilde bedeling van stokoude broden of pekelharing, die door een paar stoïcijnse mongolen vanuit een vrachtwagen recht in de reikhalzende menigte werden gekeild, hadden de mensen nog niets gemerkt van een sterk opgehemelde nieuwe voedselaanvoer...

Wel werd er op de Rathausplatz sinds kort bijna doorlopend een soort "markt" gehouden, die heel vlug van aard veranderde. In de voormiddag kon je met veel geluk op de "Freie Markt" soms wat groenten of fruit veroveren, goedkoop en zonder rantsoenbonnen, maar die boerenkarren waren in een wip uitverkocht. Op de "Schwarzmarkt" in de hoek kon je soms écht voedsel krijgen, vlees en vet, maar wél schandalig duur. De ruilmarkt stond midden op het plein, en daar kon je met de Russen horloges en juwelen 'tauschen' tegen blikken vlees. Soms stond er zelfs een 'eerlijke markt' voor levensmiddelen tegen zegels aan de officiële prijs, maar de bonnen werden slechts voor de helft gehonoreerd. En overal waar vrouwen 'aanschoven' was het hoofdthema van de gesprekken: 'Wat is de Reichsmark nog waard' en 'Wanneer komen nu die laffe Yanks! '

Van de heersende woningnood hadden ze in de 15b geen last, wel integendeel. Maar Krüger, die zogenaamd moest zorgen dat àndere daklozen in de beschikbare kamers gehuisvest werden, pleegde met zijn getreuzel machtsmisbruik om éérst de eigen familie een nieuw logement toe te kennen. En niemand tikte hem op de vingers...

Het puinvrij maken van de hoofdstraten en het omvértrekken van de scheve uitgebrande gevels en gebarsten muurpanden, daarentegen, schoot wél goed op. Dat had schijnbaar te maken met de komst van de Grote Drie Overwinnaars, hun gevolg en de vele persmensen, voor de geplande 'Conferentie' in Potsdam waarover al veel kwakkels de ronde deden. Maar in de zijstraten, zoals het doodlopende stukje van de 15b waar die journalisten nooit een voet zouden zetten, moest de grote kuis nog steeds beginnen en waren tussen de puinkegels van de ingestorte huizen enkel wat smalle paden vrij gemaakt.

Ook aan het openbaar vervoer werd hard gewerkt, en hier en daar werd in de stad op korte strookjes tramlijn al weer gereden, zij het bij voorrang voor de militairen die er hondsblij regelmatig op en af sprongen...Maar het stedelijk verkeer interesseerde Joseph maar weinig, want hij was sowieso niet van plan zich ver van huis te wagen om niet een tweede keer in handen van een soort 'Plakpot Martens' te vallen. Hij bleef meestal binnen om een oogje te houden op zijn 'schatkamer'...Zijn enig contact met de buitenwereld liep tweedehands over de Krügers, Neumann en Vati Weimar, ook al moesten die twee laatsten het vooral hebben van de roddels rond de waterpomp. Voor de meer geloofwaardige inlichtingen hield hij zich aan zijn kristalpost, ook al bulkte die dan walgelijk van de opgepepte sovjetpropaganda...

Pa Krüger zag hij slechts zelden, maar zijn dochter des te meer. Die was de laatste dagen opvallend opgewekt alsof ze nog nooit van een dode boreling gehoord had. Ze fladderde onbezorgd door heel het appartement rond alsof het àl van haar was. Wat, eerlijk gezegd, door de recente chantagedreiging van haar vader in feite ook klopte! En Joseph mocht al blij zijn dat ze, voorlopig althans, de privacy van zijn slaapkamer een beetje eerbiedigde... Meer afgedwongen eerbied in feite, want hij hield die deur permanent op slot, goed wetend dat een rondsnuffelend vrouwmens onmiddellijk op die hoerige garderobe van Dahlmann zou vallen.

Joseph merkte ook dat Hildegarde ver aan het einde van haar keukenlatijn was gekomen. De eetwaren die ze op de vooravond van de Russische inval hadden buit gemaakt bij de plundering van het goederenstation, waren nu werkelijk volledig opgeteerd. Op de nieuwe rantsoenkaarten hadden ze maar met mondjesmaat wat eetbaars kunnen kopen, en dan in hoofdzaak nog gedeshydrateerde aardappelschijven. Die bewaarden wel goed, maar smaakten naar gekauwd karton. Samen met de ruime bedeling pekelharing kwamen die waarschijnlijk voort uit de zo geprezen voorraden van het Russische Volksleger. Door dagelijks niets ànders dan die rommel te eten bleef je wél in leven, maar psychisch ging je er aan kapot. Dus voelde Joseph dat het hoogtijd werd om Hildegarde op een paar pakken macaroni van Dahlmann te trakteren...

Weer tranen van geluk, natuurlijk, en ook knorrige Vati ging door de knieën toen hij een heel pakje Chesterfieldsigaretten cadeau kreeg. En beiden zwoeren ze dure eden dat ze Joseph tot hun laatste snik tegen de afpersing van Pa Krüger zouden verdedigen...Die kreeg plots een nieuw naamplaatje: "Dieser unverschämter Volksverräter! Eine Schande für Deutschland! " Maar tóch voelde Joseph achter hun tranen weer hun argwaan tegenover zijn vrijgevigheid opduiken: waar haalt die vreemde vent in godsnaam al die schatten vandaan ?!

 Met Krügers volgende stunt kregen ze nachtwerk. Naar hij zei eisten de Sovjets dat aan elk bewoond huis binnen de week vier vlaggen zouden wapperen van minstens 1,8mx1m: een Russische, een Amerikaanse, een Britse en...jawel, een Franse! Voor het vinden van de stof en het aaneennaaien van de kleurpanden waren de bewoners collectief verantwoordelijk. Op nalatigheid stond als straf, zowel voor mannen als voor vrouwen: puinruimen of het voort afbreken van de nog talrijke wegversperringen.

Hildegarde vond nogal gemakkelijk de nodige rode en witte stof, maar blauw was écht een probleem. Zélf verven bleek uiteindelijk de enige oplossing. Gerda kwam met een paar zakjes blauwsel voor de was aandraven, maar dat kleurde niet genoeg. Pas toen Joseph teneinde raad heel de inktvoorraad van Dahlmanns bureau in de verfpot goot   begon het spoelsel min of meer op bleek koningsblauw te trekken...Het duurde ook even voor hij een giechelende Gerda zover kreeg dat ze met een kartonnen mal 96 sterretjes uit een oud fluwijn knipte en ze vervolgens in zes rijen van acht op weerszijden van de blauwe lap begon te driegen. Waarom die Amerikanen absoluut zo'n ingewikkelde vlag hadden willen kiezen, vond iedereen nogal pueriel.

Maar onderwijl spraken de naaisters en knipsters slechts over één onderwerp: de Amerikaanse soldaten! Dat het allemaal jonge gasten waren die wél vet aan hun lijf zouden hebben, en daarbij lacherig en vrijgevig waren op de koop toe. Natuurlijk graag vrouwen versierden en doorlopend chocolade of sigaretten in het rond smeten. En vooral minder haatdragend tegen de Duitse burgerbevolking waren dan bij voorbeeld de Fransen en de Britten: hun vaderland was immers nooit aangevallen door de Wehrmacht en zij hadden dus geen reden om voor wàt-dan-ook weerwraak te moeten nemen. Als ze ten andere al die steden zullen zien die door hun barbaarse bombardementen totaal uitgemoord werden, zullen ze zéker als ieder goede christen wroeging krijgen en het op één of àndere manier willen vergoeden.

Met de komst van de Yanks zou 'alles' wel vlug beter worden, dachten de dames van het naaiatelier, Gerda op kop! En Hildegarde hoopte dat die gasten de Russische zwijnen wel eens een lesje zouden leren! Maar toen Ma en Oma Krüger daar niet geestdriftig op inhaakten verklapte Gerda ten slotte dat haar Pa lid geworden was van de pas opgerichte Kommunistische "Einheidspartei Deutschlands"...Het was gedaan met het openlijk ophemelen van de Yanky-Boys! Hoogstens kon nog wat voort geroddeld worden over de 'Werwolf' die verdacht werd terreuraanslagen tegen de bezetters te plannen. De Russen gingen die geheime organisatie krachtig onderdrukken, zei Frau Krüger, en vijftig nazi's ophangen voor elk sovjetslachtoffer...Al goed dat ze de vlaggen na drie-vier dagen konden buiten hangen en het atelier sluiten, want de lol was er definitief af...

 

Op woensdag 6 juni maakten ze een grote stap voorwaarts in hun nieuwe 'rode' wereld. Enerzijds werd bekend dat alle districten van nu af autonoom bestuurd zouden worden, zeg maar als zelfstandige administratieve republieken. Dat hield bijvoorbeeld in dat, wie om dringende redenen wilde verhuizen naar een ànder Berlijns district, lange vragenlijsten moet invullen en onbesproken personen als borg moest vermelden vóór de districtsraad de aanvraag ook maar in overweging wilde nemen...Dit voorafgaand onderzoek werd verricht door de ANTIFA, een groepering van zelfverklaarde 'zuivere antifascisten' die hoe langer hoe meer, vrijwillig en ongevraagd, hun greep op het publieke leven verstevigde. En de kandidaat-emigrant eindeloos liet wachten voor hij daar eventueel een visum voor ontving. Maar de verklikkingen, waarnaar in de vragenlijsten gevist werd, konden wél met bekwame spoed afgehandeld worden...

Anderzijds kreeg Steglitz diezelfde dag opnieuw electriciteit, wat Vati aan de spreuk van Lenin herinnerde dat het bolsjevisme gelijk was aan het socialisme, maar dan mét electrische stroom! De ouwe scheen door die 220 volt helemaal op te kikkeren, want tegen Joseph sneerde hij dat het tijdperk van de kristalpost nu definitief was verstreken! Afwachten, zei deze, want de grote gecompliceerde radio in Dahlmanns salon deed voorlopig niets dan brommen en fluiten...Waarschijnlijk was het een verlaat protest van dat luxemeubel tegen de ruwe behandeling door nazaten van Djengis Kahn, een dikke maand geleden.

Hoe dan ook, de eerste dagen zou hij uit dat monster niet veel hoopgevende nieuws kunnen puren! Uit zijn kristalpost al evenmin, ten andere, want dààr hoorde hij steeds maar kletsen dat Russen en de Amerikanen het over niéts eens waren, en zéker niet over de nieuwe zonegrenzen! Maar zonder akkoord kwamen er géén Amerikanen naar Berlijn, en zónder Amerikanen geen conferentie van de Grote Drie in Potsdam...De vrede was in élk geval nog niet voor morgen!

Nu er - af en toe toch - stroom was, sloeg Hildegarde aan het kokkerellen. Zonder zout of bouillonblokjes rook of smaakte haar "Eintopf" soms héél vreemd door de culinaire vondsten met ersatzpigmenten die ze in de 'slang' her en der hoorde aanraden. Maar het was warm eten, en dus al een flinke stap vooruit.

 

Na de noen van donderdag 15 juni kregen de bewoners van 15b plots een paar spoken uit het verleden op hun dak. Hildegarde riep dringend Joseph naar beneden en aan haar schrille stem hoorde hij onmiddellijk dat er een haar in de boter zat. Kwam de ANTIFA hem aanhouden misschien ? Een ogenblik dacht hij aan vluchten, maar loerend in de trapzaal meende hij stemmen te herkennen...

En inderdaad, het waren Pa de Bens en zijn zoon Miel, waarvoor Hildegarde de trap naar de tweede verdieping versperde. Joseph riep hen naar boven, zéér tegen de zin van Frau Weimar én Gerda, die ook was komen aanlopen. De begroeting op de overloop van de tweede verdieping verliep wat stijf en kil, vooral toen Joseph de bezoekers diets maakte dat de familie van buur en blokoverste Pa Krüger nu bezit had genomen van hun vroegere woonst... Gelukkig nam De Bens dat nogal filosofisch op want, zei hij, ze waren van plan in hun villa in Dahlem te blijven tot ze op een deftige manier terug naar Middelkerke konden reizen. Hij kwam maar even kijken of hier nog wat van hun kleren en proviand gerecupereerd kon worden...

Deze vraag werd door Gerda op hoongelach ontvangen: Kleren, zei u ? En proviand ? Nooit van Russen gehoord zeker ?! Steppekrijgers die lijk de vernielzuchtige Hunnen een bloedig spoor van moorden, plundering, verkrachting en meer van dat moois achterlieten ? Wel die waren ook hier in de Albrechtstrasse gepasseerd en hadden er twee weken lang hun lusten botgevierd. Niéts hadden ze héél gelaten, alles dooreen gesmeten en volgescheten wat ze niet konden meenemen...In de kelder lag nog een hoop kleren en beddegoed, of zeg liever 'vodden': misschien kon meneer dààr zijn gading in vinden ?!

Joseph legde haar gebiedend het zwijgen op, om wat beleefder af te ronden: " Zo erg is het wel niet, maar véél kans om nog iets van waarde te redden kan ik u écht niet geven...En voedsel zéker niet: wat nog niet gestolen was hebben wij de laatste weken natuurlijk zélf opgegeten..."

Dat begreep Pa De Bens heel goed. Maar moest Joseph soms persoonlijke papieren van hen vinden of iets van waarde dat duidelijk van hén was, wilde hij het dan zolang bewaren ? Tegen het einde van de maand zouden ze nog eens langskomen...

" En ik moest van Françoise jou en Phil de beste groeten doen! Gaat het zo'n beetje met haar ?"

Joseph keek hem even verwezen aan, maar vermande zich vlug: " Phil is dood, Pa...En ik denk dat Françoise dat wel geweten heeft, nadat die Rus hier in de kelder heeft staan schieten met zijn mitraljet, juist vóór we op 27 april geëvacueerd werden. Maar ze heeft het mij toen niet durven zeggen, denk ik...Niet dat het veel geholpen zou hebben, want Phil kreeg een schot door de keel en is binnen de minuut gestorven...Ik heb haar na mijn terugkeer hier in de kolenkelder gevonden, bedolven achter een muur van bruinkoolbriketten...We hebben haar voorlopig begraven in het parkje van het preventorium, hier naast..."

De jonge Miel scheen het drama maar half te snappen en wilde het jolig over een andere boeg gooien: " Zeg, en uw kleine broer Leon, die ook een tijdje op de Fehrbelliner Platz zat en dan naar de Kriegsmarine trok ?"

Joseph haalde de schouders op en staarde in de verte: "Die is hier in de straat gesneuveld, tijdens de laatste gevechten en werd op het Martinuskerkhof begraven...In een massagraf 'Grube drei'..."

Pa De Bens leek erg aangedaan door al de catastrofes die Joseph de laatste weken over zich heen had gekregen. Van de frisse snedige SS-Oberscharführer die hij gekend had bleef slechts een leeg kreupel wrak over. "Ach, wat erg...Mijn deelneming, jongen..." was alles wat hem te binnen viel.

Of ze nog lang in Dahlem dachten te blijven, vroeg Joseph om beleefd af te sluiten.

" Tot de Amerikanen er zijn, en dan op ons gemak terug naar huis in België...En gij ?"

" Ook zoiets, hé...Dat ze me daar maar in den bak steken, als ze dat plezant moesten vinden: mij kan dat allemaal niet veel meer schelen...

Pa De Bens begreep dat er nog maar weinig te zeggen viel en droop stil af.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
20-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
10-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 333
Klik op de afbeelding om de link te volgen

                   Boekdeel C4.

 

Beslaat de periode van juni ’45 tot mei ’46 en gaat over de Berlijnse vrouwen in solde, een oude vriend in Grünewald en een koele ontvangst bij hete Helena,  zieke  Jupp, en zijn koude dochter Erika...

 

 

C43: JANUS KRÜGER.

 

                     Steglitz, tweede helft van mei '45.

Zolang de Weimars voort aanschoven om een rantsoenkaart te bemachtigen had hij het kot voor zich alleen. En hij kon wel wat rust verdragen, nu het er op aan kwam zonder veel vreemde pottenkijkers zijn fortuin veilig op te bergen. Vanmorgen, in die rotslang voor het stadhuis, had hij al dromende de verschillende mogelijkheden gewikt en gewogen, maar véél waren dat er niet. Op z'n lijf verbergen was uitgesloten ,met al die willekeurige fouilleringen op straat door de zatte Russen. Daarbij ,één ding stond vast: hij mocht niet àl zijn eieren in één nest leggen - te gevaarlijk - en moest zijn kapitaal dus over een paar schuilplaatsen verdelen.. Deze 'kluizen' moest hij daarenboven constant kunnen bewaken, zonder dat het de mensen opviel of verdacht voorkwam...Daarom waren er na een vlugge schifting al vlug slechts twee plaatsen overgebleven: zijn eigen slaapkamer op de tweede verdieping bij de familie De Bens én de geheime 'roze kamer' van Dahlmann, een verdieping hoger. Op alle twee stond er een gelijksoortig metalen bed, wit gelakte tralies op hoofd- en voeteinde en met van die koperen sierbollen op de buisvormige hoekstaanders. Zijn gouden munten zaten al verstopt in de open gevezen bollen van zijn eigen bed, dus in de buisvormige poten van die slaapmeubels zal nog wel één en ànder los te vijzen zijn...

Makkelijk ging het niet, zo zonder gereedschap, maar na een uurtje wrikken was bij drie van de vier hoekstijlen de sierkop er af gedraaid, en lokte in elke buis een mooie gladde holte van vier centimeter doorsnede en, op eerste zicht, 'onmetelijk diep'! Uit het nog steeds openstaande radioatelier van wijlen 'meneer' Dahlmann had hij voordien al een paar stukken koperdraad mee genomen. Daarrond een deel van de grootste banknoten wikkelen en die rolletjes vervolgens vastbinden was wel een heel secuur werkje, maar, moest hij toegeven, nog nooit had werken hem zoveel genoegdoening verschaft! ...Nu nog deze kostbare rits 'worsten' in de bedstijlen laten zakken, de sierkoppen er terug op, en klaar was Kees.

Om één of àndere reden ging dezelfde operatie op het bed van de 'roze kamer' veel vlotter van de hand. En zo  tegen vijf uur was alles achter de rug, juist vóór de twee Weimars terug binnenstrompelden, uitgeput maar mét hun rantsoenkaart klas vier. Jawel, klas vier, zuchtte Hildegarde bitter: de voorlaatste trap vóór de hongerdood want ze waren tenslotte oud, versleten en niet meer zo productief, hé...Later hoorden ze ook Gerda Krüger met haar kleine de trap opkomen. Maar dié had enkel, ondanks de morele chantage met haar pasgeboren baby, een 'Folge-zettel' kunnen veroveren om morgen, in de nieuwe slang, voorrang te krijgen..."Te lui geweest om vandaag op tijd uit haar nest te komen ",bromde Hildegarde nadien afkeurend tegen Vati. "Die denkt zeker dat héél de wereld van bewondering aan haar voeten zal vallen omdat ze een kind heeft gebaard! " De populariteit van de jonge moeder scheen al aardig wat barsten te vertonen...

Om geen onnodige achterdocht op te wekken maakte hij de oudjes wijs dat hij de rest van de namiddag bij radio-atelier Dahlmann beneden nieuwe onderdelen voor zijn kristalpost had gezocht. De voorgaande, gemonteerd op een lege sigarenkistje, had weliswaar als geheel de druktest onder een wraakzuchtige Russische laars niet overleefd, maar de platte 4,5 volts batterij werkte nog.

Hildegarde verontschuldigde zich verveeld dat ze te moe was om zo laat in de namiddag nog een deftig avondmaal bijeen te krabben. Na tafel gingen de oudjes vroeg slapen, terwijl Joseph in de living van de tweede verdieping aan de slag ging om een nóg betere kristalpost in elkaar te boksen. Tegen donker had hij er zelfs een kaars voor over om zijn nieuw gewrocht aan de praat te krijgen. Gerda kwam onderwijl uit de meisjeskamer nog even plakkerig buurten. Maar met die zware koptelefoon óp verstond hij tóch niet wat ze zoal slijmde. Tenslotte, nadat hij haar tweemaal met een handgebaar gebiedend het zwijgen had opgelegd omdat hij een zender meende te ontdekken, droop zij mokkend af naar haar kamer...

Het viel hem vlug op dat er, tegen tienen, veel meer radiozenders in de lucht waren dan vroeger, hoofdzakelijk Amerikanen met jazzmuziek die hem erg aan de fonoplaten van Arthur Birnbaum deden denken. Maar ook weer een paar zenders met Duitse propaganda voor de Russische weldoeners.. Misselijk, als je bedacht dat er ondertussen nog dagelijks ongestraft verkracht werd en onschuldige burgers naar Rusland afgevoerd, samen met de machinerieën die ze op bevel van de bezetter uit de fabrieken hadden gedemonteerd. Simpel en praktisch geredeneerd natuurlijk: wie deze ingewikkelde persen en zware turbines hiér uitéén kon vijzen, zou ze later - achter de Oeral - met méér slaagkansen weer inéén kunnen steken...

Enfin, de tijd waarin hij iets aan de wereld kon verbeteren, was definitief voorbij. Hij besloot dan maar te gaan slapen, niét bij de Weimars - wegens het middernachtelijk uur - maar liever hier in zijn eigen kamer. En de deur goed te sluiten om Gerda niet op loopse gedachten te brengen...En ook om eens te testen hoe het voelde om middenin een fortuin te liggen en slapend rijk te worden.Of beter gezegd ,als rijkaard te gaan slapen !

Maar al wat hij voelde was een vochtige matras, en die herinnering maakte hem wél twintig jaar jonger...

 

De volgende dag begon heel slecht. Hij trof Gerda in de deur van de keuken met een triomfantelijk lachje op de lippen. Haar vader, vertelde ze met een herboren trots en boven het gekrijs van haar baby uit, was zojuist door de Russische bezetter opnieuw aangesteld in zijn vroegere functie van blokoverste. Met alle volmachten om de verordeningen van de bezetter te doen naleven en alles te melden wat daar tegen inging...Het leek wel of ze Joseph schijnheilig een schot voor de boeg gaf...

De Weimars vroegen niet waarom hij die nacht niet in hun logeerkamer had geslapen. Maar hij zag aan hun stijf gedoe dat ze hem verdachten een scheve schaats met Gerda te rijden. Vati begon daarom volop de loftrompet van Pa Krüger te blazen. Hij had van diens nieuwe aanstelling als blokoverste gehoord en vond deze tuchtregeling een goede zaak voor de wederopbouw: "Ordnung muss sein! "

Joseph kon een sneer niet onderdrukken: " We hebben het toch over dezelfde Krüger die u voor veertien dagen nog een verachtelijk nazi-zwijn noemde, of niet ?"

Vati schrok daar wel even van: " Heb ik dat gezegd ? Dan was dat zeker schertsend bedoeld hé! Sie verstehen doch Spass, nicht, Herr Josef! En de omstandigheden zijn ondertussen toch sterk veranderd, niet waar.."

Maar Hildegarde zag wat verder dan haar neus lang was: "Ik heb gehoord dat iedereen die nù lid wordt van de nieuwe 'Kommunistische Partei Deutschlands' een dubbele rantsoenkaart krijgt..." En zo verschoof het gesprek naadloos op Josephs rantsoenkaart klasse één die maar tot uiterlijk één juli geldig bleef. Keerde hij dan werkelijk reeds zo vlug naar België terug ? En waar moesten zij dan getweeën nadien in godsnaam van leven, met hun povere overlevingsrantsoenen klasse vier ?! Dan konden ze beter meteen de gaskraan opendraaien, besloot ze kordaat.

Dat zou niet veel helpen, merkte Joseph droog op, want vóór die leidingen hersteld geraakten zou het nog wel even duren...Gisteren, in de slang voor het stadhuis, was dat ook al ter sprake gekomen en had een vrouw van het stedelijk waterleidingsnet verteld dat de Rus de herstellingen in onze westelijke voorsteden tegenwerkte. Deze districten vielen vroeg of laat toch onder beheer van de Amerikanen en dààr wilden de Russen voorlopig geen Kopek aan de wederopbouw besteden. Laat Uncle Sam zélf maar de schade van zijn bombardementen vergoeden, zal de Ivan gedacht hebben, die hebben dollars genoeg. Dus vóór de komst van de Amerikanen moesten we hier niet op zuiver leidingwater rekenen, volgens die vrouw, en met de gasbedeling of de elektriciteit zou dat wel van hetzelfde laken een broek zijn, opperde Joseph...

Vati wilde een serieuze bespreking van Hildegardes plotse zelfmoordplannen kennelijk uit de weg gaan en oreerde dat de Rus nochtans gezorgd had dat de mensen in Friedenau overdag stroom hadden. Die voorstad grensde noordelijk aan Steglitz en zou toch volgens alle verwachtingen ook in de Amerikaanse zone komen te liggen...

" Weet je, Herr Joseph, misschien krijgen wij eerstdaags óók stroom zoals Friedenau, en dan heb je die middeleeuwse kristalpost niet meer nodig."

" En kan ik weer deftig eten koken! " haakte Hildegarde in, die blijkbaar reeds over haar inzinking heen was: " Als er natuurlijk iets te eten valt..." En daarmee was de klachtencirkel rond...

Plots kreeg Joseph een vrijgevige bui: "Ik zal natuurlijk, zoals beloofd, trachten op één of àndere manier ook nà 1 juli hier in Berlijn te blijven, en zéker tot eind augustus...Tegen die tijd zal de Amerikaan hier wel alles opnieuw op poten hebben gezet en gezorgd dat er voldoende eten is. In afwachting zal ik eens met de bakkerin gaan praten om het voor jullie op een akkoordje te gooien. Tegen forse betaling moet het toch mogelijk zijn jullie in de toekomst iedere dag een brood te leveren hé, in 't zwart."

" In 't zwart! " riepen ze samen ontzet: " Hoe kom je dààr op ?!" Maar Hildegarde vervolgde sluw: " En wij hebben sowieso dat geld niet..."

Joseph trapte met een hoogmoedig lachje in de val: "Geen zorgen maken, lieve mensen! Dat zal ik binnenkort wel regelen...als de bevoorrading in meelspijzen eerst maar weer op gang komt"

Ze keken hem met open mond aan alsof hij zojuist een wit konijn vanonder de tafel had getoverd: " Maar als je terugkeert naar je Heimat, na 1 augustus..."

"Ik zei: geen zorgen maken! Ook nà mijn vertrek zal de bakkerin jullie iedere dag een brood bezorgen: levenslang, wat er ook gebeurt! Dat regel ik! " Hij voelde zó de grootheidswaan naar zijn hoofd stijgen en bedacht hoe heerlijk het zou zijn tot het einde van hun dagen als hun weldoener vereerd te worden.

     Gelukkig dat 'levenslang' voor de twee oudjes geen eeuwigheid meer kon duren, want zó verschrikkelijk rijk was hij nu ook weer niet...

 

De rest van de dag bracht hij op het tweede verdiep door, met het aftasten van zijn kristalpost en het mediteren over zijn nabije toekomst. Hij ving iets op over de 'Parade de overwinnaars' die de Russen planden en waarin ook Westerse troepen zouden meelopen. Maar de grote oost-west-as door het stadscentrum was nog niet helemaal puinvrij gemaakt. Uit de roddel aan de waterpomp had Vati opgevangen dat de Grote Stalin in afwachting van deze viering in Potsdam logeerde op kasteel Sans-Souci en daar president Truman en Churchill zou ontvangen om over de toekomst van Duitsland te confereren...Veel goeds was daar niet van te verwachten want op de BBC had één of àndere clown omgeroepen dat alle Duitsers partijlid waren geweest ,of minstens sympathisant van Hitler ,en dus hoe dan ook medeverantwoordelijk voor het débacle.  

Tijdens het middageten stoorde Joseph zich niet aan de blikken van verstandhouding die de twee Weimars sluiks wisselden toen hij vertelde wat hij die morgen zoal over de radio had opgevangen. Hen scheen méér te interesseren wat Gerda daar boven allemaal uitspookte en of hij ook gemerkt had dat ze er bedrukt bijliep... Volgens Ma Krüger zei had de jonge moeder te weinig melk en deed de kleine het daarom niet zo goed: er kwam geen gram vet bij. Of hij dat ook gemerkt had ?

De kleine Günter schreide inderdaad nogal veel, maar met zijn koptelefoon op kon dat Joseph weinig schelen. Wél ergerde hij zich op den duur over de nonchalance waarmee Gerda in de loop van de namiddag bij hem in de living 'even binnen wipte' als een kind aan huis, uiteindelijk zelfs helemaal zónder kloppen. Vriendelijk, weliswaar, maar tóch...Hij had haar tenslotte drie weken geleden énkel de meisjeskamer van de familie De Bens in leen gegeven om haar tijdens de kraamperiode te beschermen tegen de Russische baldadigheden. Deze dreiging was nu echter grotendeels geluwd, maar ondertussen paradeerde madam ongegeneerd door héél het appartement, en dat in een losse kledij die soms weinig aan de verbeelding over liet...Hij was nu wel een invalide, maar toch niét op dàt gebied hé!

Toen hij daarover tijdens het avondeten een woordje liet vallen reageerden de Weimars opvallend gereserveerd. Hildegarde mompelde iets in de aard van 'soepel zijn, nu Pa Krüger terug blokoverste was geworden' En volgens Vati konden ze die familie misschien beter wat toegeven... Gerda was toch nog altijd 'ein hübsches Mädel' nietwaar ?

Bon, dan wist hij dat weer: hij was geen debiel...

 

Voor het slapen - braafjes in de logeerkamer van de Weimars - trachtte hij tóch even zijn problemen op een rijtje te zetten. Officieel moest hij dus vóór 1 juli wég zijn uit Berlijn. Dat vond hij veel te vroeg, gezien de repressie in België nog op volle toeren draaide...

Anderzijds, als ze hem hier dan tóch buiten wilden bonjouren, kon niemand hem dwingen expliciet naar België terug te keren: de wereld was tenslotte groot genoeg...

Maar twee dwingende redenen doorkruisten deze vrolijke visie op zijn toekomst. Vroeg of laat moést hij sowieso naar Westende terug om wraak te nemen op Pylieser en consoorten voor de moord op Marie, de dood van Leon en zijn eigen verminking. En bijkomend had hij ook graag de schat van Jupp opgegraven die, volgens de uitleg van Leon, in de linkerhoek van de abri diep onder het zand verdoken lag...Al was deze laatste drijfveer nu wat minder dwingend geworden, sinds hij er zo goed voor zat...    

Toch wel rustgevend, dacht hij soezend: zo van alle geldzorgen verlost te zijn...

 

Hij had het er in zijn fantasie met Gerda flink van genomen en liet haar met tegenzin uit zijn armen ontsnappen, toen het nadrukkelijk geklop op zijn kamerdeur zijn ochtenddroom verstoorde. Een mannenstem ?...Zo vroeg in de morgen ? " Ja-ja! Ik kom er aan! "...Pa Krüger, schijnbaar...Zou er zo vlug reeds iets van zijn natte dromen zijn uitgelekt ?

De man was nu niet bepaald groot van gestalte, maar vulde in spreidstand breeduit het deurgat, zijn duimen krijgshaftig aan de broeksriem gehaakt, in een verdienstelijke poging zijn aftakelende fysiek met tien jaar nazi-turntraining te stutten. Niet slecht voor een kerel die tenslotte al een tijdje gepensioneerd was...

" Herr...heu...Peeters, ja ? Wir haben zu sprechen. Darf ich ?" Juist toen de man autoritair over de drempel wilde stappen had Joseph de verrassing verwerkt en priemde hij zijn wijsvinger in 's mans plexus:

" Nicht hier, Herr...heu...Krüger, ja ? Wacht een ogenblikje in de kamer van uw dochter, akkoord ? Ik zal vlug wat kleren aanschieten..." En even autoritair duwde hij de deur, ondanks een kleine weerstand, tegen Krügers neus dicht. Zo, dat zal hem wat manieren leren.

Die vent kwam zich waarschijnlijk presenteren als de nieuwe blokoverste, en dan wilde Joseph hem niet in zijn gore onderbroek te woord staan. Dat zou hem automatisch in een genante positie plaatsen en hij wist uit ondervinding dat de Duitse bullebakken niets liever wilden dan zo'n vreemde luis letterlijk in zijn hemd te zetten. Niet met mij hé!

Krüger zat niét bij zijn dochter te wachten, maar rookte een afgrijselijk stinkende pijp lindebloesem in Josephs living, pontificaal breeduit in de enige lederen zetel van het salonmeubilair.

" Ik zie dat u de weg kent..."sneerde Joseph schijnheilig: " Doe maar of u thuis bent..."

Maar Krüger liet zich niet van de wijs brengen: "Maar ik bén hier thuis, Herr Peeters...,of moet ik soms Herr Obersturmführer zeggen ?..."

Joseph staarde hem versteend aan...Toch wat onder de indruk van Josephs ijzige blik vervolgde de tweezak quasi jolig: " Ja, man, het heeft een tijdje geduurd vóór ik in u de SS-officier herkende die mij, tijdens het Fliegeralarm op uw zatte Weihnachtsfeest, lijk een luizige hond terug de straat op joeg. Terwijl ik énkel nauwgezet mijn plicht vervulde, niet waar...Het zij zo...Het kunstbeen dat ik eind april in mijn koertje vond en het gebabbel van uw buren heeft u de das omgedaan, vriend...En wat mijn relatie met Herr Dahlmann betreft: ik kén hem reeds ruim dertig jaar en had meermaals de eer hier in dit fijn salon met hem een glas te heffen. Ik voel mij hier dus inderdaad thuis, terwijl u...hoelang in deze woning wegschuilt, zei u ? Twee maanden hoop en al ?..."

Joseph wimpelde zijn schurftige insinuaties af: " U wilde mij zo dringend spreken ?"

Krüger monkelde vals na deze terechtwijzing: " Ook goed, ter zake dan! Als blokoverste moet ik de lijsten indienen van alle personen die in mijn rechtsgebied definitief of tijdelijk verblijven. De bedoeling is vlug de beschikbare woonruimte op te speuren om de talrijke daklozen van de laatste gevechten een leefruimte aan te bieden. Dat zijn er heel wat, en om rap te gaan begin ik bij mijn buren. Logisch nietwaar..." Terwijl hij zijn uit het hoofd geleerde officiële tekst afdreunde had hij een formulier uit zijn farde genomen.

" Laat eens zien...Albrechtstrasse 15 B: volledig onderkelderd, één handelsgelijkvloers met vier lokalen én toilet, twee ruime etagewoningen op één en twee met elk drie slaapkamers en één kleine mansardewoning. Slechts kleine bomschade aan gevel en dak. Dat zal het zeker zowat zijn, hé ?...Veel woonruimte, officieel slechts bezet door één oud Duits koppel en een tijdelijke onderkomst voor énerzijds een jonge Duitse moeder met boreling en ànderzijds één... ja, één wàt, Herr Peeters ?...Een Belgische Fremdarbeiter die al lang naar zijn Heimat had kunnen terug keren, en hier tóch nog blijft plakken, misschien tot de Amerikanen zijn repatriëring bekostigen ?.. Of misschien 'n ondergedoken Belgische SS-officier ?...Wat moet ik daar in godsnaam op invullen ?..."

Joseph negeerde zijn vraag met uitgestreken gezicht: "U vergeet de Belgische familie De Bens, Herr Krüger: Fremdarbeiter. Vader, moeder, twee volwassen dochters en een zoon! "

" Die zijn voor het oorlogsgeweld gevlucht en wonen hier niet meer, punt! Mijn probleem voor wat de 15 B betreft, Herr Peeters, zit hier voor mij. En als gij u heel, maar dan ook hééél klein maakt, zodat ik u niét meer zie zitten, dan kan ik u misschien over het hoofd zien bij het invullen van mijn lijst. Als ge begrijpt wat ik bedoel! Verder nog een aangename dag gewenst, Herr Obersturmführer! "

 

Zijn dag was verpest, dat hoefde geen betoog. Bij het schrale 'ontbijt' schenen de Weimars al goed op de hoogte, want ze leken echt gegeneerd en zeiden geen woord. Joseph trok zich nors terug: hij moest dringend deze nieuwe situatie eens grondig bekijken...

Dat die vent zich in Josephs graad vergiste en van Fremdarbeiter Peeters een SS-officier maakte - wat deze duidelijk nooit geweest was - deed allemaal niet veel terzake. Het was zo klaar als een klontje dat Krüger hem in de tang had. Vraag was enkel waaróm die vent dat deed. Uit wraak voor dat onnozel zattekullen-incident van vorige Kerstmis ? Dat zou er wel héél erg óver zijn! En zeggen dat Pa Krüger hem nog geen maand geleden met tranen in de ogen eeuwige dankbaarheid had gezworen, toen Joseph genadig onderdak verleend had aan zijn uitgeputte dochter. 'Zijn enige oogappel' had die vent haar jankend genoemd, toen zijn Gerda als een troglodiet van die krijsende keutel beviel in een kolenkelder van de buren... En nu dít ?! Hij begreep het niet. Die vuile komediant was een onbetrouwbare Janus, een schurk met twee gezichten!

Na een hele dag piekeren werd het wél steeds duidelijker dat de Weimars het beste geplaatst waren om deze verwarde situatie voor hem uit te klaren. Op één of àndere manier waren zij via-via volledig op de hoogte geraakt van Herr Krügers verdoken intenties. Daarom besloot Joseph hen bij het avondeten voor het blok te zetten.

" Luister eens Hildegarde, ik vrees dat ik jullie gisteren wat érg optimistisch hulp en bijstand heb beloofd tot het einde der dagen, maar er is een haar in de boter gevallen...Jullie weten het klaarblijkelijk al dat onze nieuwe blokoverste mij hier zo vlug mogelijk buiten wil krijgen en daar de zotste bedreigingen voor uitvindt. Zo noemt hij mij 'Obersturmführer', ook al ben ik dat nooit geweest. Maar als hij deze valse beschuldiging bij de bezetter uit, dan zit ik in Siberië lang vóór ze mij daarover ook maar de eerste ernstige vraag stellen! ... Zo gaat dat nu eenmaal, tegenwoordig! "

"Maar wij kunnen toch getuigen dat u een oprechte goede mens bent! Herr Josef"...

" Dank u, maar véél zal dat niet aan de situatie veranderen, vrees ik...Hoe dan ook: in deze pijnlijke omstandigheden ben ik dus verplicht, rapper dan gehoopt , naar mijn Heimat terug te keren...En ik ben ook bang dat mij de tijd zal ontbreken om een akkoord met de bakkerin af te sluiten voor uw verdere bevoorrading in brood...Dat is inderdaad jammer, maar u moet de schuld niet bij mij zoeken, maar wél bij Herr Krüger hé..."

Hildegarde was de eerste die zich na een pijnlijke stilte herpakte: " Maar Herr Josef, ik geloof nooit dat de Krüger er op aanstuurt om u hier buiten te krijgen, wel integendeel...Zijn bedoeling is eerder alle vrije ruimte in de 15b met mensen van zijn gezin te betrekken. Zijn woning ligt naast de uitgebrande Bierstube en heeft veel schade geleden, ook door de granaatinslag op de mansarde waar moeder en dochter Schinsky gestorven zijn. U weet toch dat zijn schoonmoeder en zijn zoon Ari nog steeds in hun schuilkelder slapen omdat hijzelf veel kamers onbewoonbaar heeft verklaard. Die hebben natuurlijk een oogje op ons gelijkvloers: het atelier van wijlen Herr Dahlmann. En ik ben zeker dat hij het tweede verdiep op naam van de Belgische familie Bens zal laten staan, maar er onderwijl zijn dochter Gerda en u zal in onderbrengen..."

" Gerda en mij ?! Dat klinkt nogal getrouwd hé! "

" Maar dat is toch ook de bedoeling, Herr Josef, van bij het begin..." lachte Hildegarde argeloos: "Jullie zijn van de zelfde leeftijd en kunnen toch zonder veel moeite als jong koppel mét kind geboekt staan ? Wat recht heeft op een afzonderlijke woning, weet ge, de mansarde bij voorbeeld...Dan is op papier heel het huis volzet en hoeven wij van ambtswege geen wildvreemde schooiers op te nemen. Dat zou toch mooi zijn nietwaar ?!"

" Jong koppel mèt kind ?! Ik zou voor die krijsende keutel mogen opdraaien ?! Enkel op papier, akkoord, maar vergeet het hoor: dat komt hoe dan ook helemaal niet ter sprake! Ik en dat schreeuwende mormel! Nee bedankt hoor! "

De Weimars stonden even als door de bliksem geslagen maar weer ontdekte Hildegarde ergens een straaltje hoop.

" En wàt als de kleine bij Mutti Krüger op het gelijkvloers wordt bijgehouden, zodat gij en Gerda ongestoord op het tweede verdiep kunt verblijven ? Zou dàt niet goed zijn ?" Met dat 'ongestoord' bedoelde zij waarschijnlijk: welk vuil varken van een vent kan aan de verlokking van zo'n smakelijke, gewillige brok wellust als Gerda weerstaan...Blijkbaar zelfs Vati niet, want die sloeg zijn blikken neer.

Maar Joseph vermande zich: " Lieve Frau Hildegarde, ik wil met die kleine geen uitstaans hebben: is dat duidelijk of niet! " En zonder het te beseffen sprak hij zo het doodsvonnis uit over de kleine Günter.

 

De kleine zou door een nijpend gebrek aan drinken sowieso gestorven zijn, maar misschien niet zo vlug. Want water koken was al een hele karwei en de zogenaamde melkpoeder, die Pa Krüger op aanwijzen van Joseph uit de ruïne van de apotheek recupereerde, "bleef er niet in"... De kleine ging volgens Hildegarde zienderogen achteruit en Gerda liep er verwezen bij als een slaapwandelaarster. Tenslotte gaf Joseph haar een doosje Amerikaanse condensmelk uit een Rodekruispakket van Dahlmann: aangelengd met wat water zou het de kleine er misschien doorhalen. Dat was ook de enige keer dat hij het uitgeteerde skeletje van de kleine zag: grote angstogen en een gerimpeld flinterdun velletje los over het gebeente...En toen het ondanks dat versterkende drankje tóch weer begon te dreinen, legde Gerda het neer in zijn wiegje en dronk zélf wezenloos het doosje zoete condensmelk leeg...

 

Pa Krüger begroef het bundeltje eigenhandig in de achtertuin naast de grafterp van de dames Schinsky, en wilde er geen buren bij hebben. Moeilijk te zeggen of het gezin de dood van het wurm diep betreurde. Want toen Gerda na afloop, waarschijnlijk op aanstoken van Frau Krüger, Joseph kwam bedanken voor de Amerikaanse melk, deed ze dat even achteloos alsof ze wisselgeld terugkreeg bij de bakker.

Ondertussen was er waarschijnlijk door Hildegarde achter de rug van Joseph aardig wat bekokstoofd, want Gerda meldde hem de volgende morgen opgewekt dat haar vader het dak zou laten repareren, zodat zijn slaapkamer zou kunnen opdrogen. Hoe zij wist dat het daar lekte was hem een raadsel, maar plots begreep hij wel het gevaar van deze koerswisseling. Bij de dakherstelling zou Krüger ongetwijfeld de roze kamer van Dahlmann ontdekken. Dat was op zich niet zo erg, zolang hij er de 'schatten' en de proviand van Joseph niet vond. Dus moest hij als de gesmeerde bliksem al zijn waardevolle stukken uit dat vunzig hok daar evacueren. En de enige vluchtweg die hij zo rap kon bedenken, was het gat in de plankenvloer waar de 'Zahlmeister' zijn boekentas in had verstopt...

Heel de voormiddag was hij er druk mee bezig. Eerst in zijn eigenkamer het gat in het plafond vrij maken en dan zijn afgetrokken bed eronder geplaatst. Dan de deur goed op slot. Naar de mansarde en in de roze kamer het bed opzij trekken: de uitgezaagde planken uit de vloer halen en klaar was Kees. Vervolgens wierp hij alles van waarde, op de hoerige garderobe en een deel van de porno boeken na, gewoon door de opening naar beneden op zijn matras in de kamer er onder. Hij was wel benieuwd hoe de 'dakwerker Krüger' op de vunzige rommel van die voorname Herr Dahlmann zou reageren...Bij het weggaan sloot hij ook de geheime spiegeldeur achter zich, waarmee hij de intelligentie van zijn toekomstige schoonvader even op de proef wilde stellen.

Inderdaad: toekomstige schoonvader, verdomme! Want dat hij blindelings in de val was getrapt van een bende complotterende engeltjesmaaksters werd hem nu onderhand wel duidelijk...  


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
10-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
08-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 332
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C42bis LANDVERRADERS,VERDREVENEN, HEIMKEHRER

 

Na de Duitse capitulatie was het erg gesteld met de vreemde legioenen die onder de Duitse hakenkruisvlag hadden gestreden. Een vroeger onderling akkoord verplichtte de vier bezettingsmachten onmiddellijk alle krijgsgevangenen van niet-Duitse origine naar hun land van herkomst terug te sturen. Toen de geallieerden destijds dit akkoord afsloten, beoogden ze daarmee de Sovjets te pressen haast te maken met de vlotte repatriëring van al de westerse krijgsgevangenen uit de Stalags in Polen en Oost-Duitsland. Met mondjesmaat gaven de Russen daar gevolg aan. Maar de Westerse (SS) legionairs, die in Russische gevangenschap waren geraakt en normaal volgens de letter van het akkoord aan de justitie van hun geboorteland dienden overgedragen, konden het vergeten: als ze al niet op staande voet werden geëxecuteerd wachtte hen bij de Rus krek 20 jaar dwangarbeid in een Siberische goulag.                   

Maar de Sovjets riepen dit verdrag wél in om de uitlevering af te dwingen van alle Russische divisies die aan de Duitse zijde hadden gestreden, zoals de Vlassovs, de Finnen, de Georgiërs, Don-Kozakken, Wolga-Duitsers, Moldaven, Ukraieners, Wit-Russen, en Balten. Om van de SS-legioenen uit de Balkanlanden, die zij nu bezetten, en de Ustachi uit Joegoslavie nog te zwijgen. Veel van deze hulptroepen waren reeds tijdens de veldtocht in het Westen en Italië in geallieerde handen gevallen. Het gros had zich evenwel vanuit het instortende óóstfront een aftocht bevochten om zich aan de Britten of de Yanks te kunnen overgeven.                               

Op speciaal bevel van Churchill zag de Engelse legerleiding zich verplicht in de zomer van '45 eerst de Vlassov-divisie (20.000 man) uit Oostenrijk en later nog een afdeling van 15.000 man uit Noord-Italië aan de Sovjets uit te leveren...tot ze merkten dat de Russen hun eigen landgenoten op staande voet massaal terechtstelden. Er braken opstanden uit in de Britse kampen en veel van deze collaborateurs konden in de omliggende bergen voorlopig onderduiken, om later onder het mom van zigeuners hun laatste toevlucht te zoeken in de Amerikaanse kampen voor "Displaced Persons" .                  

Maar er waren nog miljoenen verdreven burgers die door de nazi's gave en goed hadden verloren en dit nu trachtten te herwinnen. Het "Derde Rijk" had bij zijn expansie in de jaren '39-'42 talloze mensen uit hun haardsteden verdreven om plaats te ruimen voor de Groot-Germaanse kolonisatie van dit veroverde "Lebensraum". Voor zover deze massa 'verdrevenen' niet in Duitse concentratiekampen tenonder ging, werden ze toch ver van hun geboortestreek als slaven tewerkgesteld, meestal in de zware Duitse oorlogsindustrie van de Roer of de zoutmijnen van Beieren. Na de bevrijding trokken ook deze ontwortelden de baan op naar hun vroegere thuis...Waar ze meestal allesbehalve welkom waren!                                                 

Alsof ze er op uit waren om de stromen zwervers langs de wegen nog wat te vergroten ontsloegen de westerse geallieerden (zg uit humanitaire redenen) overhaast alle werkonbekwame krijgsgevangen Duitse militairen uit hun hospitalen en kamplazaretten. Deze door het Internationale Rode Kruis gepatroneerde "Heimkehr" van grote contingenten gemutileerden, blinden, geesteszieken, TBC- en maaglijders kon de chaos en de ellende in de vernielde Duitse steden enkel nog wat opdrijven. Temeer daar ruim de helft van deze oorlogsslachtoffers niet door hun familie kon worden opgevangen omdat deze zélf op de vlucht was geslagen voor de Russen, of verdreven door de Polen en de Tsjechen, of stomweg "ausgebombt" door de Britten en de Amerikanen...

De gelukkigsten onder deze vroege "Heimkehrer" vonden op de bomen vóór hun vernielde thuis of op een halfverkoolde deurpost een bijna onleesbaar verregend voddeberichtje in de aard van "Gefreiter Otto Müller: Familie abgereist nach Tante Emma Klosters, Schillergasse 8, Stadthagen Harz!  Machen's alle gut! " De reclamezuilen in de vernielde steden hingen vol met dergelijke wegwijzertjes. 

Tegenover zoveel rampspoed geplaatst hielpen de geallieerden als de bliksem de afgeschafte maar goed-draaiende (nazistische) sociale dienst "N.S.Vorsorge" weer op poten zetten. Die mocht (of moest), naast duizend-en-één àndere opdrachten, de voorlopige opvang van deze gore bende verschoppelingen in goede banen leiden.        

Alles samen kan worden gesteld dat na de ineenstorting van Nazi-Duitsland een dertig miljoen haveloze vluchtelingen kris-kras door de puinen van het Derde Rijk trokken op zoek naar hun oude of een nieuwe Heimat. Velen stierven ziek en uitgehongerd in de wegkant, anderen trachtten moordend en plunderend te overleven of persten gewoon uit wraakzucht de Duitse boerenbevolking af...Om deze ontwortelde vaderlandslozen, die nauwelijks uitzicht hadden op een nieuwe thuis, van de straat af te halen, richtten (vooral) de Amerikanen, onder impuls van hun doodgeverfde minister van financiën Morgenthau, een tiental grote en een dikke honderd kleinere opvangcentra in.                                                      

Deze "Displaced Persons Camps" waren aanvankelijk een hemel op aarde voor miljoenen zwervers en werden in het Westen de wolken ingeprezen. Veel "D.P.'s" trachtten daar in aanmerking te komen voor emigratie naar het Westen maar slechts een klein percentage slaagde daar in. Afgezien van de jonge joden - die door diverse zionistische organisaties sluiks op transport werden gezet naar Palestina - en zij die er in slaagden een plaatsje in de West-Duitse samenleving te heroveren, bleven de meeste mindervaliden in deze kampen voort vegeteren.

In de loop der jaren verloren dergelijke opeenhopingen van misnoegde ontwortelden hun goede reputatie zowel bij de bezettingsautoriteiten als bij de heroplevende Duitsers. Deze laatsten werden door zulke volksvreemde broeinesten doorlopend herinnerd aan een recent verleden dat ze liefst zo vlug mogelijk wilden vergeten...                                                    

Dankzij het 'Marshal-plan (door de U.S.A. gefinancierde nationale steun) ontstond het "Deutsche Wirtschaftswunder": de plotse heropleving van de plaatselijke economie ! Daardoor konden uiteindelijk na jaren de resterende, vér-uitgestorven kampen in 1956 worden gesloten. Het daarin nog achtergebleven menselijk bezinksel van de grootste Europese volksverhuizing werd in alle stilte in nieuwgebouwde Duitse sanatoria, ouderlingengestichten en instellingen voor geestesgestoorden opgenomen.

Iedereen tevreden, zullen wij maar denken. Ook al verliep deze 'opruiming' van het oorlogsleed in de rest van Europa aardig wat trager...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
08-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
07-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 331
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DAGBOEK VAN EEN STOM RUND.

Het duurde daar niet lang. Tien minuten later had hij zijn rantsoenkaart 'Klasse I' op zak. "Voor één maand, wel te verstaan", meesmuilde de brilleman, want de Russische autoriteiten zouden geen Fremdarbeiter meer in Berlijn dulden na 1 juli. De wraak van de zuigeling !  Met dit schot voor de boeg werd hij braaf langs een achterdeurtje uitgelaten...

Verdomme, 1 juli, dat was binnen zes weken: niet direct voor morgen, maar zeeën van tijd kreeg hij nu ook weer niet om zijn leven een nieuwe richting uit te sturen, hé...Gelukkig dat die centen uit de luchtl waren gevallen als een hemelse manna, anders zat hij nu wél met een probleem...Enfin hij kende er één die in haar pollen zou wrijven: Hildegarde zou door zijn vervroegde afreis twee maanden leefloon op haar bil kunnen slaan!                                                                                    

Voor de goede orde verwittigde hij de Weimars even dat alles prima was verlopen, maar hield zich ondanks de nieuwsgierigheid van de omstanders voorzichtig op de vlakte over die 'Klasse I'...Onnodig die horde hongerlijders nog méér te shockeren.           

Thuis besloot hij de tijd te doden met het ontcijferen van Leons dagboek, maar veel nieuws kon hij er niet uit puren. Alles wat erin beschreven werd had hij zelf gedurende jaren meegemaakt : zowel de onmenselijke kadaverdiscipline tijdens de opleiding als de verholen angst voor de frontinzet.

Maar ook de stomme trots na de kleine  terreinwinst geboekt tijdens het moordende laatste SS-tegenoffensief van Stargard naar Arnswalde, medio februari... En vervolgens de chaos van de hopeloos trage terugtocht, het wilde wijken voor de vurige pletwals en het verstikkende gevoel er helemaal alleen voor te staan...                                                                                  

In het begin klaagde Leon, zoals alle frontsoldaten, de verlammende onwetendheid aan over wat er feitelijk om hem heen gebeurde en welke rol hijzelf speelde in dit bloederig scenario. Waren de naaste buren erin geslaagd de Russische doorbraak te stoppen of zaten ze met zijn allen reeds in een omsingeling ? Waarom moesten ze in godsnaam, ten koste van zoveel jonge levens, mordicus de Sovjets met een tegenaanval van 'Birkenberg' verjagen ? De Birkenberg verdomme! Een duintop die nauwelijks een paar meter boven het omliggende heideland uitwelfde! ... En die ze nog dezelfde nacht opnieuw ontruimden, met achterlating van hun halve getalsterkte... Dood...Leon scheen het in zijn dagboek met dergelijke acties erg kwaad te hebben. Inderdaad een misdadige, nutteloze verspilling van jong leven, moest Joseph stilzwijgend beamen, al wist hij bijna zeker dat deze tegenaanval bedoeld was om de algemene aftocht te beveiligen. Het klassieke spel: dergelijke zelfmoordoperaties had hijzelf met tientallen meegemaakt en zich op den duur daarbij geen vragen meer gesteld. Hoofdzaak was, tijdens de terugtocht niet àchter te blijven en het er nog maar eens heelhuids vanaf te brengen...                               

" Ja broertje, " zuchtte Joseph, "ik kén dat"... Deze aanhoudende drang om in de rotste omstandigheden toch maar in leven te willen blijven: hij had het ergste allemaal wel duizend keren doorworsteld...De dode en verminkte kameraden die ze noodgedwongen moesten achterlaten en het heimelijk geluk weer een dag te zijn doorgerold zonder een schrammetje...Het schransen als ze bij een brandend boerenhof een brullend koebeest uit haar lijden konden verlossen...De wilde roes als ze in een vergeten voorraadkamer iets te eten vonden na een paar dagen van knagende honger...Ach neen, Leon jongen, ge vertelt mij niets nieuws...                         Nauwelijks een jaar geleden lag hijzelf nog te bibberen van ellende in trechters vol zwart slijk van de Oekraïne en Moldavië, aan de Slutch en de wilde Dnjestr...Staro-Konstantinov...Kamenetz-Podolski... Allemaal mooi klinkende namen die onuitwisbaar in zijn nachtmerries stonden gegrift. En al die stinkende schijtdorpen daar tussenin... Er éérst verbeten de illusoire veiligheid van een paar schutterskuilen moeten verdedigen tegen de doorgebroken sovjetpatrouilles en dàn de opluchting smaken als ze die stelling 's nachts eindelijk mochten ontruimen...Het wurgende schuldgevoel bij het achterlaten van een paar gesneuvelde makkers wier namen hij bijna was vergeten... Simoens... Detaye... Rosse Bertje, de chauffeurs van hun laatste 2 cmFlak  op motoraffuit... Om in doffe berusting, vooral tegen het einde, het steeds nijpender gebrek aan munitie te moeten ondergaan... En de panische schrik voor die ratelende stalen monsters, de T 34 tanks, die bijna ongehinderd àchter hun zwakke verstrooide stellingen dood en vernieling zaaiden en er de énige aftochtweg blokkeerden...Kamenetz, de bloedvlek in zijn nachtmerries...

Ja Broertje, en zeggen dat we vroeger lustig zongen van: " Es ist so schön Soldàààt zu sein, Ro-se-marie! " Die waanzin was nu godzijdank voorbij!                                                                

Van de meeste vernoemde Pommeraanse dorpen en gehuchten, waar Leon met zijn makkers - even verbeten als zinloos - heldhaftig weerstand boden tegen de Russische opmars, had Joseph nog nooit gehoord. Zachan, Zadelow, Gross Schlatikow, de Ihna rivier, de stad Stargard en het Altdamm-bruggenhoofd...Zoveel ijdel, neen stóm heroïsme, zoveel nutteloos opgeofferde doden om telkens opnieuw voor een paar koppige boerengezinnen een ultieme vluchtweg open te houden naar de brug over de Oder. Enkel en alleen omdat die steenezels slechts op het allerlaatste nippertje hun hofsteden wilden verlaten om dan tóch maar met paard en kar naar het westen weg te vluchten...Zoveel zinloze inzet voor het wanhopig-nog-iets-langer-vasthouden van een modderige morzel gronds in platgebrande dorpen waar nadien geen kat meer over zou spreken...                                                                       

Slecht éénmaal verloren de notities in het dagboek van Leon abrupt hun afgekapte telegramstijl. Na de doodgebloede unieke tegenaanval van 'Langemarck' en de andere SS divisies ter bevrijding van het omsingelde garnizoen van Arnswalde, vermelde Leon voor het eerst tijdens de laatste week van februari hoogdravend de naam " Juffer Ilse von Witzleberhof. Maar de volgende dagen werd dit al vlug heel familiair "Ilse"...        

" Tiens-tiens..." spotte Joseph mild, " zijn fluitje is zo te zien weer in orde"...En ja hoor: die laatste nacht van 28 februari moet er heelwat gebeurd zijn, want broertje sprak zowaar van "schoon lief" en "bloedend hart"! ...                                                                    

" De soevenier aan deze laatste vijf dagen, die mijn schoon lief mij schonk alvorens te sterven, zal ik steeds met haar afscheidsbrief op mijn bloedend hert bewaren! ", schreef hij. Verdomme, als dàt geen grand amour is, zeg! ...Nooit verwacht dat Leon zo dichterlijk uit de hoek zou kunnen komen! En dan nog bijna zonder fouten! Hij herlas deze passage nog eens om ze goed te begrijpen: "alvorens te sterven"...Zijn schoon lief was dus de pijp uit, waarschijnlijk zelfmoord...Leon had echt geen geluk in de liefde! De sukkelaar toch..."                                                            

Enkel jammer, dacht Joseph, dat broertje die herinneringen aan zijn eerste echte vlam op zijn "bloedend hert" bewaard had , want nu lag alles met hem in "Grube drei" te rotten...En hij zou wel eens graag geweten hebben waarom dat kind zo plots moest sterven...Vluchtweg geblokkeerd door de Russen, waarschijnlijk.. .Zelfmoord, akkoord... En nog wel nà eerst even schriftelijk afscheid te nemen van een toevallig ingekwartierde soldenier...Wél  allemaal zéér romantisch, maar ook te gek om los te lopen! ...

Alhoewel, in de waanzinnige draaikolk van die laatste oorlogsmaand was niéts onmogelijk. Kon je bij een Apocalyps van dood, vernieling en verderf nog een redelijke reactie verwachten van het laatste restje afgejakkerde acteurs op dat brandend strijdtoneel?... En dat alles daar in vuur en vlam stond - boerenhoven, schuren en bossen - kon hij zich levendig voorstellen: hij hoefde slecht aan zijn eigen helse vlucht over de wilde Dnjestr terug te denken, voorjaar '44...                                                                                 

Na de dood van zijn Ilse verviel Leons verhaal - van de vlucht uit Stargard naar de Oder gedurende de eerste week van maart '45 - weer in een moeilijk te begrijpen telegramstijl. In diagonaal overliep hij de laatste bladzijden van het dagboek, dat op 2O april plots eindigde met de laconieke vermelding: 

" Führergeboertsdag. De roeskies zijn over de stroom geraakt. Geen munitjoon meer om ze tegen te houden. Liggen onder zware artielleriebeschieting van de stalienorgels. Sinds deze morgen reeds 3 kameraden gevallen. Met een gekwetste Fransman van "Wallonie" tot aan de spoordijk geraakt. Verder niet."

Tijdens de vlucht waren de resten van "Langemark" en "Wallonie" klaarblijkelijk dooreen geraakt .          

Hoe Leon na de slag aan de Oder uiteindelijk tot in Berlijn was gesukkeld, om in de apotheek van de Albrechtstrasse te sneuvelen samen met Schwester Monika Loridan, zou hij dus nooit met zekerheid te weten komen. Maar hij kon het wel raden: hij was waarschijnlijk kort na de Russische doorbraak gewond geraakt en door Monika afgevoerd naar hier, vooraleer de tang rond Berlijn gesloten werd. Licht gewond, uiteraard. Want anders had die Hollandse kloot van een Obersturmführer Van Praet tot Sloten  - als hij tenminste wijlen Martens nog mocht geloven - hem hier niet uit het frontlazaret geplukt om in die apotheek op de hoek aan de overkant een laatste weerstandsnest te bemannen...

Van een écht 'Himmelfahrtkommando' gesproken!                    

"Verdomme, ik heb hem die dag waarschijnlijk op een haar nà gemist toen ik met Weimar en de andere buren bij die brulaap van de Volkssturm hier op de hoek ben gaan parlementeren in de hoop dat die vent met zijn HJ-soldaatjes wat verderop de held zou gaan uithangen! Niet uitsluiotend met kindsoldaten ,maar ook met een paar mannen van de 'Langemarck', zoals nu bleek...Had ik Leon toén kunnen spreken, zou die nu misschien nog in leven geweest zijn"...                                                  

Maar ja, wàt voor leven ?...Met dat SS uniform van de Vrijwillige Langemarck divisie was hij hoe dan ook een getekende, die vroeg of laat door de Russen zou worden gevangen genomen: een vogel voor de kat...Dan nog beter de korte pijn...En in de armen van Monika sterven was uiteindelijk aardig wat aangenamer dan op de pijnbank van de N.K.V.D....Ja, om het met Bertje te zeggen: " Weer u scherp, en eind als een soldaat! " Rodenbach had misschien toch gelijk...                                                                                                           

In gedachten verzonken borg hij het dagboek terug weg in de broodzak van Jan Van Rennen en diepte er twijfelend de twee verfrommelde briefomslagen uit op. Had hij wel het recht om ook daarin te neuzen ? Een schuine oogopslag op de eerste deed hem vermoeden dat het een soort moederlijk epistel was van één of andere oorlogs-meter... Bij de tweede kreeg hij een schok: " Mein lieber Junge" stond er als aanhef, en onderaan "dein für immer, Ilse! " Dàt was hem dus! Leon had hem tóch niet op zijn bloedend hert mee in het graf genomen! Ziet ge wel: àlles slijt...Zelfs de mooiste liefdeseed wordt na een maand vergeten...               

Zijn ogen vlogen over de korte tekst: blablabla, blablabla...Eén zin trok plots zijn aandacht: " Aanvaard alsjeblief dit kleine geschenk als herinnering aan onze ontmoetingen, één voor elke nacht. Weten dat ik in jouw gedachten voortleef, maakt mijn besluit lichter. Ik hoop dat het je zal lukken Mutti en mijzelf een deftig graf te geven achter de schuur, zoniet vraag ik je ons ,samen met het hof ,in een hemels vuur te laten opgaan: geen beestmens zal ons dan nog kunnen onteren"... Verdomme zeg, wat een koele kikker was me dat! Om er op die leeftijd zo beredeneerd een eind aan te maken en als toemaatje ook nog je begrafenis te regelen! Chapeau! ...        

Aandachtig herlas hij de macabere afscheidsbrief maar werd er niet veel wijzer door. Er stond geen datum op, maar afgaand op het dagboek moest die nobelions-dochter, Ilse von Leberwurst-of-hoe-ze-ook-heette, haar amoureus testament rond 26-27 februari opgemaakt hebben. Dus een hele tijd vóór hij eind maart Leons laatste brief ontving...Raar dat zijn broer niets over deze stormachtige episode had geschreven want vroeger maakte hij van zijn hart nooit een moordkuil als het zijn kalverliefdes betrof...Verdomme, als hij nog terugdacht aan die eindeloze ontboezemingen over zijn Olgatje Erte, destijds in het intieme duister van hun slaaphol op de scheerzolder van de barak! "Holgaatje", zoals Joseph haar altijd treiterend noemde...Maar ja, dat was alweer vijf-zes jaar geleden en ondertussen had de klok niet stilgestaan...De laatste vier oorlogsjaren - door Leon en hemzelf, elk op eigen manier doorworsteld - hadden hen volledig uit elkaar gedreven en hopeloos van elkaar vervreemd... 

Plots kreeg Joseph een ingeving. Wat schreef die geit daar ook weer ? " Klein geschenk als blijvende herinnering aan onze vijf zwoele nachten"...Hij graaide in Van Rennens broodzak naar het kleine kalfslederen zakje. Eén forse ruk knapte het zijden stropje af en vijf gele munten schoven in zijn handpalm...Dus tóch geen vijfmarkstukken zoals hij eerst had verondersteld maar oude gouden munten, verdomme! Allee, dat moest wel goud zijn, veronderstelde hij: de dochter van graaf von Leberwurst kan het verlies van haar bloempje toch niet met een paar koperen centen gedenken, hé! Dat zou wat té goedkoop zijn, zelfs voor een tijd als nu waarin de maagden met bosjes voor de bijl gingen...

  Zo had hij zich een warm glanzend goudstuk ook altijd voorgesteld: nogal groot en vooral zwaar. Toch maar even in bijten of het geen verguld lood is, dacht hij sluw, ook al had hij niet het flauwste idee welk resultaat hij van dit wereldwijs gebaar kon verwachten. Maar in Rusland had hij dat die mensen daar doorlopend zien doen. Toen evenwel zijn rechter hoektanden dreigden af te knappen liet hij zijn achterdocht voor wat ze was en liep naar het zonlicht bij het open venster. Rondom de beeldenaar van een edele vorst las hij: "Fredericus VI - Rex Dania" en op de achterkant, onder een gekroond wapenschild bewaakt door twee naakte mannen met forse knuppels, stond: "2 FR D'OR" met het jaartal 1838.                      

" Rex Dania zal wel staan voor Koning der Denen " veronderstelde Joseph, ook al had hij in Oostende nooit latijn gevolgd. Maar voor dat Franse " 2 francs d'or" op een Deens goudstuk vond hij zo vlug geen uitleg. Tenzij die "FR" de afkorting van Frederik zou zijn...Of Florint, maar ook dàt hielp hem niet vooruit.             

De vier overige munten zagen er nét eender uit... Verzonken in gedachten liet hij ze rinkelend van de ene handpalm in de andere glijden tot hij zich plots realiseerde dat in de hovingen of de geruïneerde achterhuizen aan de overkant iedereen hem met deze schat bezig kon zien.

Geschrokken week hij achteruit en ging op bed zitten. Spiedend gleed zijn blik als door de geweerkijker van een scherp-schutter traag langs de dichtgespijkerde venstergaten aan de overkant. En ja hoor: schuinrechts bewoog een schim schichtig achter het gele oliepapieren raam op de derde verdieping!                                             

Zou die iets gezien hebben ? Geërgerd stootte hij met zijn kruk van ver zijn venster dicht en bleef even besluiteloos in de verduisterde kamer naar de smalle streep zonlicht op het balatum staren. Maar enfin: als die vanop tien meter een goudstukje herkend heeft was het nu toch te laat. Hij kon het beter vergeten. En hij zette zich nadrukkelijk aan het piekeren om een gepaste schuilplaats voor zijn munten te vinden.                                       

Ermee op zak blijven lopen tussen al die grijpgrage primaten op straat was vragen om moeilijkheden...De rosse kamer boven vond hij te gewaagd: tijdens het aanschuiven vanmorgen had hij opgepikt dat alle leegstaande kamers in de wijk opgeëist zouden worden voor de daklozen van de laatste gevechten. De blokoversten moesten nog deze week de beschikbare woonruimte komen recenseren. De donkere kelder was één mogelijkheid, maar dààr kon hij niet het minste toezicht op houden. En hier op zijn kamer?? Het plafond kon ieder ogenblik naar beneden donderen...                                        

Toen viel zijn blik op de koperen bollen bovenaan de ijzeren poten van zijn witgelakte stijlenbed. Vlug even wringen en...snerpend vees de bovenste helft los. Binnenin kon hij makkelijk twee munten rechtopstaand verbergen. Zo, het dekseltje er weer opgedraaid en klaar was Kees. Drie minuten later lag zijn nieuw ontdekte schat veilig opgeborgen en in een zalige roes liet hij zich gelukkig glimlachend languit op zijn bed zakken...Hij had hier verdomme misschien voor duizend mark op de kop getikt! Geen aan de lopende band gedrukte Reichsbankrommel zoals de schat van zijn huisbaas die door de eerste de beste rode pokkenpotentaat tot waardeloos schijtpapier kon worden gedevalueerd... Neen, klinkende munt die hem in gelijk welke omstandigheden drie-vier maanden in leven zou houden!                        Verdomme, éérst die boekentas van de betaalmeester nu dit :als dat zo voortging hoefde hij zelfs helemaal niet meer naar de "Tauschmart" om die vunzige rommel van Dahlmann om te ruilen!   

Op de wekker in de keuken liep het al tegen tweeën en nog kwamen de Weimars niet opdagen...Voor zover hij wist hadden ze geen "Butterbrot" meegenomen naar het stadhuis om de honger te verdrijven tijdens het eindeloos aanschuiven...

Verdomme, straks kregen die sukkels nog een appelflauwte! Zou hij hen niet beter vlug iets te bikken brengen ? Na dat vorstelijk gebaar met die elfhonderd mark kostgeld begon de rol van reddende engel hem best te bevallen. En tenslotte voelde hij zijn beer ook fors grollen...Joseph besloot daarom maar vlug een vieruurtje inéén te boksen: koude koffie in een bierfles en elk twee plakken Pumpernickel met leverworst. Veel aten die twee toch niet 's middags...Onder het klaarmaken sloeg hijzelf haastig zijn deel van het festijn naar binnen...Alles in de rugzak gestopt en dan op zijn krukken terug de Albrechtstrasse af!                                                                             

Vanaf de viaduct onder het Bahnhof merkte hij reeds van ver dat de slang nauwelijks korter was geworden...Een Schupo trachtte de mensen in de staart te overtuigen dat ze beter terug naar huis konden keren: vandaag kwamen ze tóch niet meer aan de beurt.

Maar hij ontketende daarmee bijna een rel: "Ja zeg Vati, dat zie je van hier! We staan hier al bijna drie uur: dan moeten die luie pennenlikkers daar binnen maar wat uit hun pijp komen! " Bij de laatsten zwol een stampend spreekkoor aan: " Folgezettel! Folgezettel! Folgezettel! "...Een ticket met volgnummer moest hen morgen voorrang verlenen!                                                          

Vooraan zaten veel vrouwen stil tussen het volk weggedoken op een vouwstoeltje te soezen, verzonken in eigen gedachten de knagende honger verbijtend. De Weimars waren ondertussen ook reeds tot op een tiental meter van de ingangspui gevorderd en schrokken blij verrast uit hun lethargie op toen hij hen aansprak.                

" Ah, Herr Josef! ..."                                    

" Ich bringe Ihnen etwas zum essen"...Plots voelde hij alle ogen gericht op Kwatta en reikte hen wat gegeneerd eerst de fles met koffie aan. De blikken van de omstaanders leken wel vast gelast aan het pakje Pumpernickel. Hildegarde controleerde even discreet wat hij er tussen had gesmeerd maar het Balkanwijf had het gezien:       

"Was ist denn das! Sie haben's aber gut! " Het droop van de kwijlende afgunst.                 

"Mensch, Leberwurst! " kraste de vrouw van de Kriegsmarine en zakte lijkbleek tussen de omstanders ineen...                                                        


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
07-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
06-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 330
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C42.

LIEFDESLOON EN LEVERWORST...

    

                                                                                                                           Donderdag, I7 mei '45.                                                            

Voor het slapengaan sloop Joseph nog even naar boven, haalde Dahlmanns Lügerpistool uit elkaar en keilde de losse onderdelen één voor één door het open mansarderaam, ver in de ruïne van het uitgebrande huis aan de overkant. De koppelriem en het holster gooide hij in een boogje door het gat in het dak, op de vernielde zolderverdieping van buur Neumann: daar zou niet zo vlug iemand komen, en op die manier raakte hij tenminste veilig van deze compromitterende rommel af...                                                                         

Wat zit de wereld toch verdomd raar in elkaar, overwoog hij in bed: zonder die bloederige affaire met Martens zou hij het nooit in zijn hoofd gehaald hebben het plafond in zijn oude kamer te gaan inspecteren en was waarschijnlijk vroeg of laat iemand ànders met die schat gaan lopen...De Krügers misschien, of Ma De Bens. En hij gunde het geen van beiden! Aan de andere kant: indien hij die tas vroeger had ontdekt, zou hij als een bangschijter Martens zonder meer de gevraagde duizend mark gegeven hebben en misschien nooit te weten gekomen hoe het met Leon was afgelopen...        

Enfin, beter zo. Nu had het noodlot alle problemen perfect opgelost: die slijmerige afperser was van de aardbol verdwenen en over Leon moest hij zich ook al de kop niet meer breken...Zo verdween langzaam maar zeker elke verwijzing naar zijn zwarte verleden...En met al die centen op zak hoefde hij zich over de naaste toekomst niet veel zorgen te maken.                               

Hij schrok wakker van het bonken op zijn deur. Het was al klaarlichte dag. Zo vast had hij al in weken niet meer geslapen: geld mocht dan niet gelukkig maken, grinnikte hij, het hielp je toch van veel muizenissen af!                                       

" Ja-ja, ich komme schon! ",riep hij wat ongeduldig.               

" Schnell, Herr Josef, wir müssen zum Rathaus! "                  

Wat was dàt nu weer ?...Toen hij zich wat aangekleed had en op zijn krukken in de keuken verscheen stonden de Weimars al helemaal opgetut klaar om te vertrekken. Of hij dan zojuist de radiowagen niet had gehoord ? Die had in de straten omgeroepen dat alle inwoners van 'wijk twee' - dat zijn wij! - vandaag op het Rathaus een rantsoenkaart af moesten gaan halen.

"Gemeentelijk Inschrijvings-bewijs en identiteitspapieren meenemen, vlug! "                                                                   

Veel tijd om toilet te maken kreeg hij niet, en tien minuten later huppelde hij op z'n krukken haastig met hen mee de Albrechtstrasse af: die oudjes waren verdomme nog goed te been als ze eten roken!

De trieste stoet vluchtelingen uit het oosten was ook reeds op gang gekomen en de Russische militaire politieagente - in de volksmond "das verdammtes Flintenweib" - stond op het kruispunt al zo vrolijk met haar vlaggetjes te molenwieken alsof ze zich in haar leven niets leukers kon voorstellen.                

Eens de tunnel onder het Bahnhof-Steglitz uit, zagen ze al van ver de reuzenslang voor het stadhuis aanschuiven: miljaarde-nondedju, dàt werd een pretje voor de hele dag ,dacht Joseph ! Ze sloten zo vlug mogelijk achter aan en nà hen kwam nog steeds volk toegelopen. Het vooruitzicht binnen afzienbare tijd weer iets deftigs onder de tand te krijgen dreef schijnbaar zelfs de kreupelen uit hun bed, want naar Joseph kon vaststellen was hij hier niet de énige op krukken...          

De eerste gelukkigen die hun rantsoenkaart al bemachtigd hadden werden met indringende nieuwsgierigheid door de wachtenden ondervraagd over hoe het daar binnen verliep, en wat er allemaal op de kaart voorzien was. Hoeveel vetstoffen ? En hoeveel meelspijzen ? Maar veel wijzer werden ze niet: de meeste gelukkigen spoedden zich wat hautain met hun rantsoenkaart en hun kroost glimlachend terug naar huis .              

Want dàt was Joseph van bij het begin opgevallen: in de rij stonden massa's vrouwen en kinderen van alle leeftijden, maar omzeggens geen mannen, tenzij wat oude mekkeraars, halve kreupelen of blinden. Als Duitsland ooit uit de vernieling wilde herrijzen, zou het daarbij enkel op het 'zwakke geslacht' beroep kunnen doen, dacht hij: het 'herenvolk' werd de laatste jaren duidelijk uitgedund! 

Naar later zou blijken waren er tien miljoen mannetjesexemplaren in de mist verdwenen: vier miljoen gesneuveld aan het front, en één miljoen mannelijke burgers gedood door de geallieerde bombardementen of tijdens de vlucht voor de oprukkende sovjetlegers. En van de vijf miljoen in Russische krijgsgevangenschap zouden er de eerste jaren ook al niet teveel terugkeren...                                                                            

De slang wachtenden schoof slechts heel langzaam op, maar dat vond Joseph niet zo erg: de laatste nieuwtjes werden druk besproken, en waar ze die berichten vandaan haalden mocht de duivel weten. Zo had er één van een Russische officier gehoord dat gisteren de laatste Duitse troepen van het Balkanleger eindelijk "Kaputt" waren: ze hadden zich aan de Anglo-Amerikanen overgegeven, een volle week nà de officiële wapenstilstand! Niet dat ze recent nog veel gevochten hadden, hoor...Maar ze wilden begrijpelijkerwijze liefst niet in handen vallen van de Joegoslavische partizanen en waren in goede orde uit Slovenië naar Oostenrijk afgezakt, samen met de legers van hun bondgenoten: de Kroatische Ustachi en de Russen van de Vlassow-Divisies...

Typisch dat de Duitsers zoveel belang hechtten aan het "ordnungsvoll" verloop van al hun nederlagen, grinnikte Joseph. Deze laatste terugtocht interesseerde de vrouw speciaal want haar zoon was erbij en een maand geleden had ze nog een brief ontvangen uit Wenen dat alles goed ging met hem...Alhoewel, Wenen was reeds sinds half april in sovjethanden...                                     

Een andere vrouw - graatmager en slordig gekleed - had het hardop over haar twee "Jungs" bij de Kriegsmarine, die één dezer dagen met hun U-boot wel in een haven van de Verenigde Staten zouden binnenlopen. Tijdens zijn laatste verlof in januari had de oudste haar verklapt dat zijn commandant, in geval van capitulatie, eerst een neutrale haven in de Antillen zou proberen te bereiken om zich pas later aan de Amerikanen over te geven...                                  

" Jetzt liegt er vielleicht mit einem Hulla-Mädchen im Mondschein auf einem weissen Palmenstrand...",lachte de vrouw hoopvol: " Genau wie der Johannes Heesters singt, wissen Sie"...En ze neuriede een schlager uit een populaire film met Ilse Werner. De omstaanders keken haar verwezen en geschokt aan: die had ze vast niet alle vijf meer op een rij...                                                                           

" Hulla-Mädchen gibts nur auf Hawai! ", verbeterde een astmatische grijze schoolmeester met een brilletje bitsig.                           

Waar moeide die oude mekkeraar zich mee, verdomme! Haar zoon had gezegd dat op àlle tropeneilanden blote bruine bloemenmeisjes dansten, en hij kon het weten want hij had al een aardig stuk van de wereld gezien, met overal blote bruine bloemenmeisjes! ..."Wie war's ? Haben Sie auch diese Tropiek-insel besucht, Herr Professor ?!"                       

De andere vrouwen grinnikten bleekjes mee, toch wat jaloers op de exotische wensdromen van een gekke moeder die, zoals trouwens de meeste burgers, blijkbaar nooit gehoord had over de hecatombe van de Duitse onderzeevloot. Sinds de laatste maanden was driekwart ervan gekelderd en het gros van de overlevende matrozen was als infanterist opgeofferd in Pommeren, tijdens de hopeloze afweer van het Russische eindoffensief tegen de havenstad Stettin...               

De meeste gesprekken gingen echter ongegeneerd over eten, eten en nog eens eten. Het weinige dat ze de laatste veertien dagen onder de tand hadden gekregen kwam meestal van de Russen: één vrouw had het over een losse gift van een officier (neen-neen, geen soldaat! ) waar ze onder de ijzige blikken van de omstaanders nogal vaag over deed...Een andere had ook nog iets opgevangen bij een toevallige wilde bedéling van oude broden die een paar Mongolen vanop een vrachtwagen zonder zien één voor één midden de samengetroepte vrouwen gooiden, ongevoelig alsof ze het vee voederden... Zo te horen was dat nog méér gebeurd, maar nooit in de zelfde straat.                       

"Zeer vernederend! " vond de preutse Hulla-professor, "Zoiets hebben ónze soldaten nooit gedaan! " Maar veel bijval oogstte hij niet. Wél was iedereen het eens om de laatste bijzondere toewijzing ter gelegenheid van "Führergeburtstag", op 20 april juist vóór de inval van de Russen, een gemene volksverlakkerij te noemen. Slechts een paar winkels hadden een klein gedeelte van Hitlers afscheidscadeau kunnen uitreiken, de rest was zelfs nooit in stock geweest! "Zo is het makkelijk! "...En ,in feite ,wie weet wanneer al dat lekkers van deze nieuwe rantsoenkaarten in een winkel tekoop zou zijn ! Want veel van de vroegere kruidenierszaken hadden immers de laatste vuurstorm van de Rus niet overleefd...Makkelijker zou het er niet op worden ,voorspelden de verbitterde Cassandras.                 

De meeste gezinnen hadden ondertussen ook al hun "ijzeren rantsoenen" opgegeten, een paar verzegelde colli die in elke schuilkelder verplicht bewaard moest worden voor het geval een bominslag de bewoners een tijdje van de buitenwereld zou afsluiten. Nu teerden er nog veel op de laatste kruimels van het voedsel dat ze destijds op 25 april uit het hels brandende goederenstation van Steglitz hadden gesleurd..." Tiens, tóch! " dacht Joseph monkelend, " Voor het eerst hoor ik een Duitser toegeven dat hij aan die plundering heeft deelgenomen! "...                                          

" We moeten nog éven volhouden..." zuchtte die van het Balkanleger." Als de Amerikanen strak komen kunnen we met deze schijtrantsoenbonnen van de Ivan de stoof aansteken! "                  

Ha! De Amerikanen! Wat een hemels onderwerp om over voort te zeuren! Maar hun aandacht werd afgeleid naar een eindeloze colonne Duitse krijgsgevangenen die in trage tred uit de Grünewaldstrasse naar hen toe kwamen gestapt, tegen de stroom van de 'Ostvertriebene' in. 

De Russische bewakers dwongen de boerenkarren met de vluchtelingen vrije baan te ruimen voor hun haveloze troep en schoten af en toe in de lucht als dit naar hun zin niet vlug genoeg ging. Nét veedrijvers in een oude Amerikaanse cowboy-film...Op de drukke Rathausplatz hield de fikse vrouwelijke MP het kruisende verkeer van de landverhuizers met vinnig vlaggezwaai tegen: nu kon er ineens géén lachje meer af! .                            

Op kop van de colonne reden een paar panjekarren, elk getrokken door een koppel trippelende steppepaardjes en beladen met hooi waarin een twintigtal Russen lagen te slapen. Op de laatste van deze wagens stond een zwaar machinegeweer gemonteerd, zo'n voorhistorisch schiettuig op twee ijzeren wielen, en achter de stalen beschermplaat hurkte een waakzame bemanning. De loop wees dreigend over de koppen van een eerste groep gevangenen: een paar honderd ongeschoren officieren met uiteenlopende lichte bagage en zonder hun graadkentekens of schouderstukken. Het leek wel een hoop gepluimde kippen... Alle twintig meter slofte opzij zo'n gedrongen Mongoolse schildwacht met hen mee, een kop kleiner en het getaande vollemaangezicht zonder de minste uitdrukking. Maar de spleetogen flitsten waakzaam in 't rond en langs de rij wachtende vrouwen op het voetpad: niemand durfde er nog een vin te verroeren.                 

In alle volgende groepen van telkens een driehonderd man - en zo waren er zeker een stuk of dertig - stapten uitsluitend onderofficieren en soldaten die er nog havelozer uitzagen dan hun oversten. Maar zij droegen praktisch allemaal hun ransel op de rug met de dekenrol er ordelijk op vastgeriemd. Vergeleken met de "Herren" van de eerste groep gaf Joseph déze jongens heel wat meer kans de ontberingen, die hen nog te wachten stonden, te overleven. 

De bewaking was wél voor alle groepen dezelfde: zware MG op de panjewagens vooraan en schildwachten met trommel-MP op de arm langszij... Maar naargelang de stoet vorderde leken de bewakers wat minder bitsig.                                      

Veel vrouwen en kinderen uit de rij wachtenden drongen nu naar de rand van het voetpad en riepen aanhoudend de naam van hun vermiste gezinsleden. Maar de grauwe gevangenen hadden klaarblijkelijk van de bewakers strenge orders gekregen en waagden het niet te reageren, buiten een moedeloze blik en wat gelaten schouderschokken...Hier en daar wierp er al eens één, van achter de rug van hun schildwacht, een bolletje papier in de menigte, dat dan vlug door de kinderen werd weggeritst en aan moeder gegeven...Een fles in de branding ...                                       

De laatste groepen sjokten voorbij in een nevel van opgewerveld stof, dat de regenvlaag van gisteren niet van de straat had kunnen wegspoelen. Toen de mist uiteindelijk verwaaide achter de bezemwagen bleven de vrouwen de colonne nog even beduusd nastaren, om dan stil weer hun plaats in de rij wachtenden in te nemen.          

De "optocht" had bijna een uur geduurd, schatte Joseph: zeker tegen de 10.000 man! Rondom hem gaven er een paar luid commentaar bij een toegeworpen berichtje dat een blonde bengel aan zijn moeder had gegeven. Op een afgescheurde strook krantenpapier stond gekribbeld: " Frau Iréne Jablonski, Steglitz, Albr.Str.23, Hermann machts gut "...Nummer 23? Daaraan moest Joseph niet twijfelen: dat was die ingestorte apotheek van Leon... Weinig kans dat Iréne dit bericht nog ooit zou lezen...En voor haar Hermann zag het er ook al niet zo denderend uit.                                                  

De Russische vendelzwaaister op het rondpunt kwam juist weer op kruissnelheid toen er uit tegenovergestelde richting een veel kortere stoet Franse krijgsgevangenen met paard en kar kwam aangedrenteld.             

" Tiens, daar heb je de aflossing van de wacht...",dacht Joseph.              

Tussen pak en zak lagen er op de wagen een tiental hun roes uit te slapen. Maar het gros liep er als een bende vrolijke vagebonden ordeloos achter, in een losbandige kostumering gaande van naakte behaarde torso's tot de zondagse 'frak' van hun Duitse herenboer. Toch droegen ze allen nog één of ander onderdeel van hun versleten uniform: een soort statussymbool, bedoeld om de Duitse burgers te pesten. De tricolore rozetten dienden dan weer om de Russen te imponeren. Ze deden wel stoer maar overtuigden daarmee niemand, zichzelf nog allerminst...Toen er echter één uitvloog tegen een oude Pruis die niet vlug genoeg de baan ruimde werd hij door een paar monkelende makkers terug in de stoet getrokken.

In de rij wachtenden schoven de vrouwen verschrikt wat dichter bijeen. Maar de groep was amper voorbij of ze barstten los in misprijzend commentaar over de "dreckige Franzosen" die jarenlang de hielen van hun Duitse bazen - én bazinnen ! - hadden gelikt. Die dachten nu een "grosses Maul" te mogen opzetten, nadat andere legers voor hen de kastanjes uit het vuur hadden gehaald..." Scheisskerle! "                  

Joseph zag zichzelf wat in de verdrukking komen toen enkele buurvrouwen wantrouwige blikken wierpen op zijn rozet.

Maar Frau Hildegarde voelde zich onmiddellijk geroepen om tekst en uitleg te verschaffen: hij was een "kriegsbeschädigter Fremdarbeiter aus Belgien, ein ganz netter Junge! " Dank U...                               "

Ein Belgier ?" Maar waarom schoof hij dan hier samen met de Duitse burgers aan voor een rantsoeneringskaart ? Moest hij dan niet - zoals toch door de Russen was bevolen - zo vlug mogelijk naar zijn vaderland terugkeren ? Er onder verstaan: dan vreet hij het weinige dat voor ons is bestemd niet mee op! Maar zo duidelijk durfde ze het toch niet te zeggen...Een oud heertje vond, na een blik op de krukken, gezwind een meer diplomatische oplossing: waarom ging hij binnen niet eens kijken of er geen apart loket was voor invalide buitenlanders, Fremdarbeiter en andere prioritairen ?                                                                                     

" Prioritären ? Wieso Prioritären ? Wie die neuen Anti-Faschisten, vielleich ?..."spotte de vrouw.                  

Joseph herinnerde zich de wrevel voor het administratiegebouwtje van het Martinuskerkhof, toen hij zich gisteren op zijn "vriendschap met de Sovjet-Unie" beriep om voorrang te krijgen bij het opzoeken van  Leons graf. Daar hadden de wachtende dames ook ferm afgegeven op dit soort nieuwe christenen, die het nu hoog tijd vonden om een al dan niet voorgewend martelaarschap te verzilveren...Alsof een paar dagen 'bak' ten gevolge van een hoog oplopende ruzie met een nazibuurman volstond om zichzelf tegenwoordig de lauwerkrans van gepatenteerde antifascist aan te meten...             

Maar hij bezat tenslotte het attest van die Rus en hoefde als kreupel geschoten vreemdeling helemaal niets voor te wenden: hij was hét gedroomde toonbeeld van "slachtoffer der nazi-terreur", of niet soms ?!                                                                                      

Hildegarde zag hem nog twijfelen en zei bemoederend: " Gehe schon, mein Junge...Wir warten hier"...En alleen al om aan de afkeurende blikken van de omstanders te ontsnappen, besloot hij zijn toneelstukje nog maar eens op te voeren.                 

Zwaar doorhangend op zijn krukken strompelde hij langs de lange rij naar voor, de hoek om, en dan weer een heel eind tot aan de monumentale ingangspoort waar twee "Schupos" de orde bewaarden. Dat was voor het eerst dat hij weer een Duitse politieagent in een uniform zag, al was het dan gepluimd en ontdaan van alle belastende nazi-distinctieven. Voor hun voeten zette hij zich op de trap neer en werkte zich achterwaarts omhoog naar de pui onder de beschaamde blikken van de omstanders. Zo'n opvoering miste nooit haar effect en nu hielp één van de agenten hem zelfs bij het recht kruipen en maakte voorkomend de doorgang naar de hal vrij.            

" Nou-nou...",dacht Joseph grimmig," er is beterschap! ..."                       

Twee andere agenten verdeelden in de inkomsthal de kop van de slang over een tiental winketten en één wees hem, na een norse keurende blik op zijn tricolore paspoort,het verste aan. Een moeder met drie kinderen was er juist weggewerkt en de Xantippe achter het glas rammelde onbewogen haar litanie af:                                

" Ihre Personalausweis und ihre Steglitzer Einschreibungs-bescheinigung"            

"Verdomme een hele mond vol! ", mompelde Joseph hardop en verkneukelde zich op voorhand met de kop die dat wijf zou trekken. Hij schoof zijn pas onder het glas door en het spel zat meteen op de wagen! Ze keurde het vod, even achterdochtig als een laborante met een bacteriëncultuur zou doen, en schoof het met de vingertop terug met de veroordeling dat hij geen Volksduitser was.             

" Nein, Gott sei Dank!" Daar keek ze raar van op.              

"Diese Lebensmittelkarten hier sind nur für Volksdeutschen! " probeerde ze hem kortweg af te schepen.                          

" Mensch, wo holst du das her ?! Ich bin Fremdarbeiter, Kriegsbeschädigter ùnd erkannte Anti-Faschist, und du meinst ich soll nichts zum Fressen bekommen ?!  Wenn du es noch nicht weisst, du Kuckuck: der Adolf ist tot, und jetzt sind wir an die Reihe, verstanden!... Wir!... Und gerne ein Bisschen schnell, ja! "                               

Zijn ijzige, harde kazernestem deed alle omstanders aan de andere winketten ontzet opkijken en de wachtenden in de hal trachtten van ver reikhalzend iets van de scène op te vangen. De Schupo twijfelde een ogenblik over zijn nieuwe bevoegdheden, maar kwam dan toch maar voorzichtig aangeslenterd.                          

De Xantippe had heel wat van haar grandeur verloren en staarde Joseph versteend aan.                                  

" Und hole mir dein Chef her, du Null! ". Het was van Rusland geleden dat hij zich nog zo met een geschreeuwde scheldtirade had opgepept.          

De chef en de agent verschenen gelijktijdig aan het winket en de bleke brilleman vroeg hautain wat er "los" was. Joseph besloot onmiddellijk die kwal ook even op de pas te zetten en keek hem kil in de ogen, terwijl hij afgemeten vroeg of hij soms drek in de oren had ?                                                   " Moet ik het nog duidelijker zeggen ? Dat schijthuis daar meent dat ik als buitenlandse arbeider, oorlogsinvalide én anti-fascist géén recht heb op een toewijzing van levensmiddelen! Als dat soms ook de mening van de chef is, had ik dat graag onmiddellijk geweten!                                                    

"Bitte-bitte! ...",trachtte de baas hem te kalmeren, terwijl hij Josephs paspoort plots zeer interessant leek te vinden...Wat stond daar vanvoor op geschreven ? Was dat soms Russisch ?               

" Kan je dat niet lezen ?",vroeg Joseph geshockeerd, " met uw functie van bureelhoofd kan je begot nog geen Russisch lezen ?"               

Hij schudde verbijsterd het hoofd en keek de man medelijdend aan, maar vóór hij over zoveel achterlijkheid verder luid zijn mening kon verkondigen had de chef de deur van de balie uitnodigend opengeklapt met een " Bitte, kommen Sie doch ins Büro..."                     

<!--[if gte mso 9]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
06-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
05-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

                        De Afrekening


Einde van het Berlijns avontuur...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
05-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
04-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 329
Klik op de afbeelding om de link te volgen

HEMELSE DAUW...

En van ravage in de rose mansarde gesproken: miljaarde, dàt was er één! Het carpet voor Dahlmanns bed leek meer op een zompig rood moeras. De regen had het bebloede gordijn, waarmee hij het tot moes geslagen gezicht van Plakpot-Martens ha d omwonden, totaal doordrenkt en het spoelwater zocht nu zijn weg tussen de reten van de plankenvloer... Het plafond van de kamer hieronder, die hij vroeger in het appartement van de familie De Bens betrok, zou er vast een gezond kleurtje bij gekregen hebben! Miljaarde, getaarde, gevlamde, geketste! Hoe kon hij dàt nu weer gaan uitleggen? !                      

Maar kom, er moest iets gebeuren, en vlug! Misschien viel het tij nog te keren...                                                                                         

Met een emmer uit het keukentje en het kletsnatte gordijn ging hij als een volleerde kuisvrouw de plassen te lijf: opdweilen en uitwringen, opdweilen en uitwringen, steeds opnieuw...De volle emmers roestbruine smurrie goot hij haastig in het toilet, om dan met de moed der wanhoop van vooraf aan te hérbeginnen.                       

Na vijf beurten leek het onheil bezworen. De verzopen kartons met blikjes en flessen liet hij ongemoeid onder het bed staan: als hij die nu durfde te verplaatsen vielen ze sowieso uiteen, en de deegwaren die niét waterdicht waren verpakt had hij na de vorige stortbui reeds veilig in de kleerkast gestouwd. Méér kon hij hier voorlopig toch niet doen.                                                    

Maar hij moest wel zo vlug mogelijk te weten komen hoe het met het  plafond hieronder was gesteld, en de beste manier vond hij nog steeds: zijn stoute schoenen aantrekken en gaan kijken! Tenslotte was het nog altijd ZIJN kamer! Toen hij de Krugers een paar dagen geleden de meisjeskamer op het appartement van De Bens liet betrekken had hij godzijdank uit voorzorg de deur van zijn eigen kamer op slot gedaan...                                                                                          

Gerda, het kersverse moedertje, deed verbaasd open op zijn kloppen. Ze zag er slonzig uit en haar rode rechter wang wees er op dat hij haar uit een middagdutje had gehaald. Zedig hield ze de kraag van haar gebloemde peignoir onder de hals dichtgeknepen.                     

Neen, Opoe Kruger was er niet, fluisterde ze, en de kleine Günter sliep...                  

Nou, hij zou niet lang storen, maar moest even iets doen op zijn oude kamer. In haar oogopslag meende hij te ontwaren dat ze van hem een beter excuus had verwacht om haar aan te klampen want ze week met een vreemd-spottende glimlach opzij...De sloerie!                

" Aber selbstverständlich, Herr Josef, kommen Sie doch herein, Sie sind hier doch zu Hause..."            

Met een " Laat u niet storen: ik ken de weg! " liet hij het jonge vrouwtje duidelijk verstaan dat hij haar voor niets kon gebruiken en geen gids bij de rondleiding nodig had...Vaag verongelijkt verdween ze in de keuken.                                   

Na tien centimeter klemde de deur van zijn kamer door rommel en  gruis op de grond ,en het eiste heel wat trek- en duwwerk voor hij zich door de opening kon wringen.                  

Er leek wel een bom ontploft. Grote natte platen pleister hingen van het gehavende plafond naar beneden, bengelend aan een rij dunne stucadoorlatjes. Aan de ontblote zes-zeven juffers van het roosterwerk parelden een myriade rode bloeddruppels als evenveel robijnen. Met een gestaag getik spatte deze "hemelse dauw" in de kleine roestbruine plasjes op vloer en bed...                                        

" Verdomme, die sprei is ook al om zeep! ",stelde Joseph verbeten vast, " Zo kan ik hier wel aan het werk blijven! " Hij schudde het vochtige dekkleed uit in een wolk van kalkstof en pleistergruis en trok het metalen bed met matras en al in die hoek van de kamer waar het plafond had stand gehouden.                               

Onderzoekend inspecteerde hij nauwkeurig de natte roostering van het plafond en plots viel zijn oog op een bruine rechte hoek die tussen twee balken buiten de bezetting uitstak. Wat was dàt nu weer? ! Een contactdoos van de electriciteit ?...Bij nader toezicht leek het eerder deel uit te maken van een valiesje of een boekentas of zoiets...Maar zelfs vanop het bed kon hij er met de hand niet bij...Vlug, zijn wandelstok!                               

Zijn hart begon sneller en sneller te kloppen naarmate hij met de stalen punt het voorwerp van zijn ontdekkingsdrift steeds verder over de rand van de gekartelde pleisterplaat heen kon werken. Nu zag hij het duidelijk: het was een bruinleren boekentas die daar tussen de juffers van de plafondroostering geklemd zat. Hij draaide zijn wandelstok om, peuterde het gekrulde handvat over de tas heen, en na een paar forse rukken plofte deze samen met een stuk van de bezetting in een grijze regen van stof en gruis zwaar op de matras.                                                                                                          

Zwaar, inderdaad...Wat kon daar verdomme wel inzitten?  En wie had dat daar tussen de  vuile roosterbalken verborgen?... Die bizarre geflipte Herr  Dahlmann van hierboven natuurlijk, door een stuk uit zijn plankenvloer te zagen! Nogal erg klassiek als schuilplaats...Niet meer, of er zitten nog van die smerige boekjes in...Maar dan wel heel, héél smerig, om ze zo speciaal te verbergen!                                             

Ondertussen had hij met zenuwachtig trillende vingers de twee klepriemen losgepeuterd, maar de zware nikkelen sluiting in het midden zat vast. Waarschijnlijk op slot...Maar door de klep opzij te trekken kon hij zijn hand door de spleet werken en naar de inhoud tasten...Een riem...ja, een opgerolde riem...een koppelriem van een officier, aan de gesp te voelen. En meteen begreep hij ook wat het grotere gladde oppervlak voorstelde: een lederen pistooltas! Verdomme nog tienmaal gevaarlijker dan dynamiet, tegenwoordig!... Als de Russen dat hier ontdekten, zetten ze onmiddellijk alle inwoners van I5 B tegen de muur...Niet te verwonderen dat Dahlmann de boekentas zo goed had weggeborgen!... En wie weet watvoor àndere levensgevaarlijke rommel er nog meer inzat!                                               

Met moeite slaagde hij erin z'n pols nog dieper door de spleet te wringen om naar de inhoud onder de pistooltas te tasten...Een blikken doos, zou je zeggen...neen, twéé! Toch niet om zijn boterhammen in te steken, hé! Want van zo'n pennenlikker kon je van alles verwachten!... Stel je voor: officier-betaalmeester in de politiekazerne van Spandau...Een mooiere baan om als pietluttige boekhouder veilig de oorlogsbrand te overleven was nauwelijks denkbaar!                            

Boekhouder?...En Betaalmeester ?... Betaalmeester !?... Hélaba ! Plots versteef Joseph als een zoutpilaar, om tien seconden later als een bezetene de zware tas op en neer te schokken, zonder voordien te trachten zijn voorarm eruit te bevrijden. En inderdaad, er rammelde wel iets, maar hij had blijkbaar toch een ander geluid verwacht...Ruw rukte hij zijn hand terug. Hij moest dat ding open krijgen! Maar hoe? ! Het slot zat stevig met klinknageltjes aan de zwaar lederen klep bevestigd: zonder gereedschap was dat onmogelijk te forceren...

Hoe dan ook, met deze compromitterende, levensgevaarlijke inhoud kon hij moeilijk heel het huis doorwandelen, of de vergrendeling beneden in de keuken bij de Weimars openbreken...Als Hildegarde dat pistool zag, kreeg ze vast een appelflauwte!                                        

Neen, in de roze kamer boven zat het voorlopig veilig, en in het aanrecht van Dahlmann vond hij vast wel een stevig mes of misschien een geschikte schroevendraaier...Daarbij, als er werkelijk inzat wat hij verhoopte kon hij pottenkijkers best missen!                             

Hij veegde de bruine tas zorgvuldig schoon met de vochtige sprei, die er zodoende niet veel properder op werd, en bracht vlug zijn eigen uiterlijk voor de spiegel weer wat in orde door het stof van haar en schouders af te kloppen. Toen hij zijn kamer opnieuw afsloot kwam Gerda even in de gang kijken. Ze had zich ondertussen wat opgetut en droeg nu een frisse jurk, maar moest met spijt vaststellen dat Joseph haar nauwelijks bekeek.                                          

" So Josef, reisen Sie ab? ",vroeg ze wat pinnig. Het kruiperige "Herr" kon er blijkbaar niet meer af.                            

" Auf Wiedersehen, Frau Kruger...",met de nadruk op 'Frau'. Zo, dàt wist ze weeral! Wat dacht die stomme geit wel, zeg! Dat hij haar terplekke zou bespringen om stoom af te blazen ? Na al de voze lectuur die de betaalmeester hem had nagelaten ,zat zij fameus een klasse telaag !

Met al het ijzerwerk dat hij in Dahlmanns' keukenlade kon bijeenscharrelen toog hij in de beslotenheid van de roze kamer aan de slag. Makkelijk ging het niet, en omdat hij zo weinig vat kreeg op het stevige metaal, twijfelde hij op een bepaald moment of hij uiteindelijk het leer rond de sluiting niet beter gewoon kon doorsnijden. Maar dat zou deze dure tas hopeloos bederven en dat vond hij jammer... Dus dan maar voort prutsen. Tot plots de tong het met een klik begaf.                      

Het dienstpistool, een reglementaire Walther 7,65 met volle lader, legde hij opzij: dat probleem zou hij later wel oplossen... Wat idioot van die vent om zo'n ding te bewaren als de Russen je straat instormen, en je toch niet van plan bent weerstand te bieden of jezelf voor de kop te schieten!... Dan volgde een pennendoos met het ware arsenaal van de klerk-eerste-klasse, tweekleurige gom incluis. Het dikke betaalregister met een honderdtal namen en de hen verschuldigde bedragen wierp hij achteloos op bed.

                        En toen trok hij de twee koekentrommels te voorschijn: keurig met een             afgestempelde papierzegel dicht geplakt, want " Ordnung muss sein! ",zelfs  als            de wereld om je heen vergaat!                                               

De eerste, loodzwaar, bleek half gevuld met rollen munten van tien en vijftig Pfennig..." Alles samen toch voor over de honderd mark! ", schatte Joseph vluchtig. Maar terwijl zijn hart wild van slag raakte wist hij nu,  met de zekerheid van een kraamvrouw, dat er nog meer op komst was en sneed met zijn duimnagel de zegelstrip onder de tweede dekselrand door.                                         

Zijn adem stokte bij het zicht van al die bundels bankbrieven die als een boekenrij in de doos hard tegeneen stonden geperst. Zo hard zelfs dat hij met de vuist een paar forse dreunen op de bodem moest kloppen van het ondersteboven gehouden blik voor ze op het bed neer warrelden.

In één oogopslag zag hij verschillende pakjes van 50 Reichsmark liggen tussen de bundels met kleinere coupures van 20, 10, 5 en 1 mark..Even keek hij versteend naar deze onvoorstelbare hoop geld, maar toen barstte hij giechelend los in een lyrische reeks verwevingen van Gods naam met astronomisch grote getallen, terwijl hij vol ongeloof met de duim door de losse zijkant van de bundeltjes ritste. Van "Hemelse Dauw" gesproken !

Wat was me dàt, zeg! Zo'n pak centen! Niet te omvatten: zo'n kapitaal had hij nog nooit bijeen gezien... Hoeveel zou het zijn?  Duizenden en duizenden, in elk geval: rond de vijftien, brut geschat...Hij was te opgewonden om een eenvoudige som te maken van de ronde getallen die op de bandjes stonden gedrukt, en greep het kasregister op het voeteinde van het bed.                                                                                 

Op de laatste vier beschreven bladzijden hadden de vernoemde rechthebbenden niét voor ontvangst afgetekend voor hun halfmaandelijks loon, dus moest dàt het bedrag zijn van Dahlmanns incasso. Helemaal achteraan stond het totaal vermeld:  I4.362,50 Reichsmark... Het getal danste voor zijn ogen en als om zichzelf te overtuigen herhaalde hij drie-vier maal dit fabuleus bedrag: " Veertienduizend driehonderd tweeënzestig en een halve Reichsmark! "... Dat kon toch niet waar zijn! Hij kneep nijdig in zijn beenstomp om uit deze waanzinnige droom te ontwaken, maar ook nà de marteling stortte zijn eldorado niet in...              

Een hele poos bleef hij nog bezig met het liefkozen en openwaaieren van de bundeltjes, tot het goed door begon te dringen dat hij nu " een rijke boefer" was, die de eerste jaren op geen cent hoefde te zien!...Van deze "Hemelse Dauw" kon hij wel een tijdje leven !

Veertienduizend mark en een scheet...Verdomme ! Een dikke scheet dan nog ,van ruim driehonderd mark ! Géén kattepis hé ! Terwijl je normaal met tien mark per dag deftig voort kon :  hij was voor minstens drie jaar gerust!...Zolang dat geld in omloop bleef, natuurlijk... Dat zou het toppunt zijn, moesten de Russen deze banknoten plots ontwaarden! Dan was zijn weelde van korte duur geweest...Een mooie droom die als een zeepbel uiteen spatte! Bankpapier was sowieso een illusie: dat hadden de Duitsers na de vorige oorlog aan den lijve ondervonden toen ze met een kruiwagen vol geld boodschappen moesten doen...Stel je voor, zeg!                                                 

Neen, als hij verstandig was zette hij de hele boel als de bliksem om in zaken die hun waarde behielden. Sigaretten, bij voorbeeld, en eten in blik, om te beginnen: genoeg om het tot de winter vol te houden. En hij kon de Weimars een paar maanden logeergeld vooruit betalen, want hij begreep goed genoeg dat hij zijn waarde als beschermheer binnenkort wel zou verliezen nu de Russische straatterreur ver naar zijn einde liep. Ze hadden hem tenslotte niet voor zijn mooie ogen onderdak verleend... 

Dat moest hij strak eens ter sprake brengen... Hij kon daarbij gerust de 'Grand Seigneur' uithangen,  zonder op een cent te zien. Kost en inwoon, laat ons zeggen tot eind augustus...Dat was ongeveer honderd dagen, aan tien mark: dat waren er dan al duizend goed besteed...En lepe Hildegarde kennende, zou ze ofwel een gat in de lucht springen, ofwel met een gelukzalige grijns doodvallen!                 

Tijdens het frugale avondeten begonnen de Weimars zelf over het wegebbend schrikbewind van de Tartaren en hij merkte al vlug dat ze het probleem van zijn logies onder elkaar reeds lang van alle kanten hadden besproken. Hij besloot dus het gras onder hun voeten weg te maaien en zei dat hij morgen eens inlichtingen zou nemen hoe hij zo vlug mogelijk terug naar België kon geraken.                     

Daar schrokken ze wel wat van en sloegen meteen om als een blad. Zo'n plots vertrek hadden ze duidelijk niet verwacht! " Maar, Herr Josef, er kan toch nog van alles gebeuren! De Russen zijn nog lang niet uitgeraasd...Kan je niet beter wat wachten tot de Amerikanen hier zijn, en alles rustig is in de stad?  Wij zijn toch maar weerloze arme oude mensen...We hebben het samen toch goed gehad, de laatste weken, niet waar soms?  "                                   

Zo te zien waren ze dus nog steeds vragende partij. Na een paar schijnbewegingen had hij hen helemaal in de verdediging gemaneuvreerd, rijp voor de stormaanval:                    

" Goed dan, hij zou hier nog even blijven...Maar uiterlijk tot einde augustus...En voor zijn logies wenste hij te betalen! " Hij zag dat ze eind augustus wel wat teveel van het goede vonden, maar bij het woord "betalen" hield Hildegarde de adem in, merkte hij. 

Als een geroutineerde matador gaf hij haar zonder dralen de genadestoot: " Zehn Mark pro Tag!...  Einverstanden? "        

Haar opengesperde oogballen rolden als de totalisatorschijven in het venstertje van een automatisch kasregister: " Rutch! Ping-ping! ..Rutch! Ping-ping! "...Voilà, daar hebt je 't spel: die valt van haar stokje!

 Maar het mens was taaier dan hij dacht: door het trillen van haar lippen veronderstelde hij één ogenblik dat ze in huilen zou uitbarsten, tot hij merkte dat zij prevelend reeds druk aan het vermenigvuldigen was.                                                                     

Daarom maakte hij korte metten: " Laat ons maar een rond getal nemen: Elfhundert Mark...En ik sta erop vooruit te betalen, akkoord? " Terwijl de twee Weimars als vissen op 't droge naar adem hapten, haalde hij een collectie bankbrieven uit zijn versleten brieventas en telde het bedrag in vijftigers voor hun neus op tafel.                              

Hildegarde viel niet dood en sprong evenmin een gat in de lucht. Traag nam ze zijn hand in de hare en drukte er nijgend een lange zoen op. Haar schouders schokten en toen ze opkeek parelden de tranen in haar vermoeide ogen.                                              

" Josef, du bist ein feiner Kerl! "                     

Tiens, had hij zich dan tóch in haar vergist?... Of had zijn vrijgevig naar-boven-afronden het eelt van haar hart geweekt?...

Hoe dan ook: voorlopig zat hij hier goed... 

 

Die nacht kon hij moeilijk de slaap vatten. Al dat geld had zonder twijfel zijn nabije toekomst - zeg maar  voor de eerste drie-vier jaar - veilig gesteld. Maar wel op één voorwaarde: dat zijn fortuin in deze onzekere tijden niet onder zijn gat werd weggeritst. Nu iedereen  - en niet alleen de Russische schoelies - ongegeneerd bij elkaar binnen liep en de eerbied voor mijn en dijn angstwekkend was afgekalfd, kon zo'n schat razendsnel voetjes krijgen. Dahlmann zaliger zou dat zeker kunnen beamen!

Zoiets achter slot bewaren had geen zin, zolang de Rooien hier rondzwierven: die deden niets liever dan een gesloten deur openschieten. En ingenaaid in de kleren op uw lijf bewaren was nog méér gewaagd, sinds die gasten er een sport van maakten om ieder potentieel slachtoffer - en niet alleen de vrouwen! - grondig af te tasten... Verstoppen was de enige mogelijkheid, en liefst ergens in de geheime boudoir van de huisbaas. Want blijkbaar kende niemand het verborgen mechanisme van de draaiende spiegel, wat al veel grijpgraag volk uit de buurt zou houden. En wie wél binnen geraakte kon hij altijd naar een dwaalspoor afleiden door wat vuile boekjes te etaleren. Iedere vent trapt daarin ,en vrouwen konden wel nieuwsgierig rondsnuffelen ,maar een deur openbreken zag hij hen nog niet zo vlug doen.

Groot probleem bleef evenwel dat gat in het dak. Het niét herstellen was geen optie, want binnen kort zou de regen tot in zijn slaapkamer bij de Weimars door sijpelen en kwam Vati sowieso op het spoor van Dahlmanns perverse 'liefdesnest'...En het wél herstellen, noodgedwongen met de hulp van Libowitz, Neumann of Krüger was stomweg vràgen om moeilijkheden...

Verdammde Scheisse! !

 

 

<!--[if gte mso 9]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
04-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
03-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 328
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C41RHEINGOLD...                                                                                                   

                             Berlijn, I6 mei '45.                                                                                                                    

De volgende morgen was er in hun straatje een hele commotie rond het lijk van de onbekende zelfmoordenaar op de stoep voor de 15B.                            

  Iedereen sprak er schande over dat een vroege vogel - 't is te zeggen een Russische soldaat -  niet aan de verleiding had kunnen weerstaan om het stoffelijk overschot vlug nog van zijn laatste bezittingen te beroven: zie maar eens naar die binnenstebuiten gekeerde zakken!        

Joseph kon er niet onderuit: eerst moest hij tegen de Weimars, en later tegen de chef van de ophaalploeg,  uitleggen dat deze toevallige kennis van hem aan dysenterie leed en waarschijnlijk vannacht een crisis had gekregen ten gevolge van de cognac...Hij was al zwaar depressief geweest toen Joseph hem uit medelijden een voorlopig onderdak had aangeboden. En pijnlijke krampen hadden hem zonder twijfel in de vroege morgen over de drempel van de waanzin gedreven,hé...

En over de vensterbank...Neen, niemand had iets gezien of gehoord...Een triestig geval, ja...Voor zover Joseph het zich herinnerde heette die 'toevallige kennis' Jansen...Herman Jansen:                        

" Ein Belgischer Fremdarbeiter, genau wie ich, verstehen Sie?... "  Een sukkelaar...                      

De ploegchef noteerde het gelaten in een soort fakturenboekje en stak de afgescheurde doordruk als een armzalige papieren ersatzpochette in de borstzak van Martens' sjofele vest:

" Ordnung muss sein! "... 

Vier griezelige gasmaskers sleepten de zware last op de kar, waar al een nat vrouwenlijk onder een zwerm vliegen lag te stinken. Vlug nog twee scheppen kalk erover gezwierd en in een witte wolk sjokte de lugubere groep het straatje uit...                                

Exit kwelgeest 'Herman Jansen'.                                                           

Vooraleer Hildegarde de gelegenheid kreeg boven rond te neuzen ging Joseph haastig op inspectie om de laatste sporen van de nachtelijke 'zeemansbegrafenis' op te ruimen en nadien stond hij erop, zonder haar hulp en met twee emmers water uit de blusvijver van het parkje aan de overkant, in heel Dahlmanns' garconnière serieus grote schoonmaak te houden. Zogenaamd om de gebruikte kamers grondig te ontsmetten van alle dysenteriekiemen...Zij liet hem gewillig zijn gang gaan, duidelijk opgelucht dat zij haar eigen gezondheid niet in gevaar moest brengen met zo'n zware karwei.                                                                                           

Tijdens het middageten vermeden ze piëteitsvol nog over de zelfmoord van zijn 'vriend' te spreken. Dus dàt hoofdstuk was nu ook definitief achter de rug, dacht Joseph. Maar een mens kan zich nog aardig vergissen...                                                                                         

Het weer was helemaal omgeslagen toen hij Vati vertelde met hem en Neumann een stukje te willen oplopen, richting waterpomp: hij wilde een bezoek brengen aan het Martinus Friedhof bij de Bergstasse, zei hij devoot. Hij kon zijn landgenoot toch niet zonder een gebed laten begraven hé?  Dat vonden de Duitsers heel patent van hun Belg: diep in hun binnenste hadden ze eerlijk gezegd zoveel deernis en naastenliefde van een "Auslander" niet verwacht.        

" Du bist doch ein guter Mensch, Herr Josef ", moesten ze toegeven toen hij een half uurtje later van de twee buren afscheid nam aan de achterkant van het drukke kerkhof waar verschillende ploegen in een mist van kalkstof fors stonden te scheppen...             "

Man, als je eens wist hoe ik vierkant m'n voeten veeg aan het dumpen van Martens' lijk in de lange greppel van dat modderige massagraf! Hoe dieper ze hem duwden, hoe liever! " Ten andere, van af de ingangspoort zag hij al dat het praktisch onmogelijk zou geweest zijn de greppel dicht te naderen:  heel die hoek van het kerkhof was met een sanitair kordon afgezet. Daarachter was het een drukte van belang: een stuk of tien pelotons grafdelvers openden evenveel voren, de lijkkarren reden aan en af, en volgende pelotons wierpen de greppels geleidelijk aan weer dicht in een nevel van opwarrelend bluskalkpoeder. Echt goed georganiseerd bandwerk, uitgevoerd met gekende "Deutsche Gründlichkeit"...Het moet gezegd dat die mannen op gebied van massagraven toch wel een beetje ondervinding hadden opgestoken, de laatste jaren...                                           

Maar daarvoor was Joseph niet naar hier gekomen. Hij wilde enkel de registers raadplegen op de administratie en zo te zien was hij niet de enige...Een lange slang schoof aan naast het kleine gebouwtje, waarvan de gevel versierd was met een weinig toepasselijk arduinen basrelief: een zwaar-geharnaste engel, het hoofd treurend genegen boven een reusachtig zwaard. Treurig, inderdaad, want in zo'n zware uitrusting riskeerde ze niet zo vlug naar de hemel op te stijgen. En in elk geval geen reclame voor het Duitse militarisme!                             

Hij sloot wat gelaten aan op het einde van de lange rij wachtenden: meestal grauwe vrouwen en norse grijsaards, in zichzelf gekeerd en volledig verzonken in hun eigen sombere gedachten. Af en toe sloegen er een paar verontwaardigd aan het mekkeren als er een nieuwkomer de rij negeerde en zich hautain langs de kop van de slang door het deurgat wrong.          

"Mensch ! Schau mal an: noch ein sogenammter Anti-Faschist! Haben zehn Jahre das Maul gehalten, und jetzt wird auf den Volksgenossen gespuckt wie Dreck! Eine richtige Schande! " Vuile onderkruipers! In plaats van het goede voorbeeld te geven en met de lotgenoten mee aan te schuiven! Alsof wij destijds niet allemaal tegen de oorlog waren, nietwaar?  Zo'n rotzooi heeft toch niemand gewild...               

" Tiens-tiens...",dacht Joseph, " als er hier één officiële, erkende anti-fascist staat, dan ben ik het toch zeker? ! Of kon er misschien nog iemand pronken met de eretitel ' Vriend van de Sovjetunie '? " Hij besloot zijn kans te wagen en stapte zwaar hinkend uit de rij naar voor: als hij gewoon als een idioot bleef aanschuiven kon het nog uren duren voor hij aan de beurt kwam.                   

Binnen aan de deur stond een soort provoost de orde te bewaren in een haastig gedénazificeerd uniform met een paar verdacht-donkere plekken boven de verschenen  borstzakken.

Hij duwde de Cerberus zelfzeker zijn tricolore paspoort tegen de neus en liet hem duidelijk verstaan dat hij voor de rest op kon hoepelen: zo moest je verdomme een Duitser behandelen! Maar die oude beunhaas greep hem bij de schouder.                     

" Hé-hé! Was soll das, Mensch? ! Was ist das für'n Affen-Ausweis? " Die brutale vent noemde deze relikwie een apenpas?  Zo niet, hé makker!                           

" Wie sagst du?  Affen-Ausweis? ! Du meinst ich wäre eine Affe? ", blafte hij de grijze portier in het gezicht," Kannst du nicht lesen was hier steht?  'Freund der Sovjet-Union'! Unterschrieben von dem Russischen Kommandanten! Sie hätten vielleicht lieber ein  Ausweis der Gauleitung gesehen, was? " Deze insinuatie op de donkere plekken van 's mans dienstrok scoorde nog sterker dan een verzonnen kniestoot in zijn kruis.                                                                       

Vijf seconden later stond Joseph voor de balie, vijandig aangestaard door een tiental opzij geschoven vrouwen en een gecraqueleerde portier, die minstens een halve meter was gekrompen.                    

Met een hondse onderdanigheid liet de overijverige receptioniste haar vinger langs de kolom namen glijden van hen die op I2 mei begraven werden:

" Petré, sagen Sie...Petré... Petré... Nein, nichts."  Ze sloeg het zesde registerblad om: "...Ach, hier, ja tatsächlich:  Petré Leo, SS Langm.,Steglitz Albrecht 23! Grube Drei! " De matronne glimlachte fier om de degelijkheid van haar ambtelijke geschriften.                         

  " Darf ich mal? ",vroeg Joseph. En zonder verdere complimenten draaide hij het boek naar zich toe.                               

Het gotische schrift las niet erg gemakkelijk, maar hij kon er toch niet onderuit: daar stond het in purperen inkt geboekstaafd. Broertje was dood en begraven in massagraf nummer drie...                

Juist toen hij peinzend het dikke register terug wilde draaien naar de bediende viel zijn oog op de naam onder de lijn van Leon: " Loridan"...Hij kreeg een schok bij de verdere ontcijfering van de vermelding: " Loridan Monika, Krankenschwester, idem, idem."  Als gebiologeerd staarde hij naar deze naam...Monika...Monika...Er was geen enkele twijfel mogelijk: Monika Loridan..., dat was het knappe lieve Vlaamse verpleegstertje, Schwester Monika van Praag, die hem over de zenuwschok na zijn tweede amputatie had heen geholpen...Schwester Monika van het "SS Erholungsheim für Kriegsbeschädigte", waarmee hij nog die korte liefdesaffaire had beleefd...en op dat rendez-voushotel was gaan vogelen ! Leon had in één van zijn eerste brieven geschreven dat hij haar in Lüneburg opnieuw ontmoet had. Die twee waren dus op één of andere manier aan elkaar blijven plakken, zo te zien...Verdomme, die lieve zachte zoete Monika: ook al dood!... De slag kwam harder aan dan het overlijden van Leon...                                                                  

" Gestatten Sie! " Hij schrok wakker uit zijn herinneringen toen de matrone het register hebberig weer naar zich toe trok en vragend de vrouw achter hem aankeek. Gewillig ruimde hij de plaats aan de balie en merkte in het buitengaan niets van de pinnige vrouwenblikken uit de rij wachtenden, noch van het schuchtere militaire saluut waarmee de gecraqueleerde Cerberus hem vereerde.          

Het was nu wel zonneklaar: die twee op de derde verdieping van de vernielde apotheek waren Leon en Monika geweest! En hij had ze daar zonder meer laten liggen, als aas voor de vliegen en de ratten!... " Idem, idem", stond er achter: zelfde plaats van overlijden, zelfde plaats in het gruwelijke massagraf...Grube Drei...Twee jonge levens samen afgeknakt: wat een zwijnerij!                            

Maar het was hem een raadsel welk noodlot die twee tijdens de laatste gevechten bijeen had gedreven om samen ten onder te gaan...Je kon nu wel zeggen dat een idioot impuls hen op een slecht moment naar de verkeerde plaats had geleid, maar dat loste niets op...          

Joseph geloofde totaal niet in een god of een soort alles-besturende Voorzienigheid. Neen, Monika moet waarschijnlijk stomweg ergens in de chaos op Leon gevallen zijn, en de naam Petré heeft haar aan een oude liefde doen terugdenken. En tijdens de laatste opdracht wilde ze zonder twijfel de jongste broer onder haar hoede nemen, zoals ze een jaar voordien met de oudste had gedaan...Arme Monika...                                                        

Toen hij in de Albrechtstrasse weer aansloot in de sliert vluchtelingen uit het oosten vielen de eerste zware druppels in de dikke stoflaag op het wegdek. Iedereen keek bezorgd omhoog naar de dreigende wolken, afwegend of ze voort zouden sjokken onder de povere beschutting van haastig omgeworpen militaire regenponcho's, of betere tijden afwachten in de tochtige koetspoorten van de nog rechtop staande woonblokken. Ze hoefden echter niet lang te twijfelen: de hemel brak open en de stortbui geselde het voetvolk van de straat af.                    

  Joseph veroverde onder zo'n duister tunnel-gewelf een droog plaatsje tussen de afgepeigerde stinkende vluchtelingen en hun vreemdsoortig bagagevervoer: trekkarretjes, kinderwagens allerhande, oude fietsen mét of   zonder banden en zelfs kruiwagens. Het leek wel of ze het wiel herontdekt hadden als ideaal middel om de lasten te verplaatsen die te zwaar of te omvangrijk waren voor de rugzak...

Er hing een zure lucht om hen heen, een onsmakelijk mengsel van natte hond en vuile luiers. Ze spraken slechts gedempt, in kleine klitten bijeen, als schaamden ze zich zo laag te zijn gevallen. Enkel een baby sloeg vervaarlijk aan het kelen toen zijn moedertje van deze rustpauze wilde profiteren om de borst te geven. Maar toen de scheeuwlelijk luidkeels weigerde, probeerde ze er nors wat voorgekauwd broodpap in te duwen.        

Er liep geen kat meer op straat. Enkel de piepende krakende boerenkarren trokken in de pletsende regen verder de stad in, de uitgeputte paarden wat herademend onder de opfrissende douche over kop en schoft...                                                                                 

" Ze stappen, hun strengen al stijvend, de fiere twee horsen tegader...": Joseph dacht terug aan zijn humanioratijd in Oostende. Verdomme, met moeite vier jaar geleden, maar het leek reeds een stuk vaderlandse geschiedenis!... En hoe zou het met Nadine zijn?  Negen kansen op tien lag die nu ergens in de duinen te vrijen met een Amerikaan, die teef! Of met een Canadees, want Leon had hem destijds verteld dat dié aan de kust hadden gevochten...Miljaarde, die regen maakte hem wel zwaarmoedig, met al die herinneringen aan zijn vervlogen liefdes: eerst Monika, nu Nadientje weer!...                                               

Die regen...ja: het zal er weer proper uitzien in de verzopen roze kamer van Dahlmann! En al dat kostbare eten dat er lag opgeslagen!... En die rommel die hij uit Martens zakken had gehaald...

Maar nu deze afpersingsaffaire achter de rug leek, en de 'chanteur' veilig onder de grond stak, kon hij zich dat laatste niet erg meer aantrekken...                                           

En van rommel gesproken: plots dacht hij eraan dat die broodzak, die hij bij de lijken in de apotheek had gevonden, met die Jan Van Rennen totaal niets te maken had!... Het dagboek waarmee hij zo kleinerend had gelachen beschreef in feite de ultieme belevenissen van zijn eigen broer...Maar had hij dàt intuïtief niet reeds van bij het begin aangevoeld ?  Ja toch...                                           

Toen de regenvlaag overdreef verlieten de landverhuizers in kleine groepjes hun schuilplaats weer en vatten met voorgewende frisse moed de volgende kilometer aan op de eindeloze weg naar de Amerikaanse lijnen... Zouden zij dan niet op de hoogte zijn van het gerucht dat de Yanks binnenkort naar hier moesten komen?  Of wisten ze wel beter?  Wat een pest, dacht Joseph, met deze voortdurende onzekerheid: de lucht gonst van de geruchten, maar je hebt geen enkele houvast. Stel dat, ondanks al die optimistische verhaaltjes, de Amerikanen geen voet verzetten en de Russen heer en meester blijven in Berlijn...Leuk vooruitzicht, zeg! Dan was het voor hem binnenkort ook "inpakken en wegwezen" geblazen...De baan op !                        

Joseph keek met bedrukt gemoed de laatste vluchtelingen na die uit de beschutting van de koetspoort weer bij de lange sliert verdrevenen aansloten: in zijn verbeelding zag hij zichzelf al met hen meesjokken naar het westen, tussen de eindeloze puinhopen van vernielde Duitse steden, het onbekende tegemoet...                       

Terug naar de Vlaamse kust?  In feite had hij daar niets meer verloren...Geen mens die in Westende nog iets om hem gaf, en vice versa...Kon hij niet beter onderduiken in een grote stad zoals Gent of Antwerpen?  Maar om uiteindelijk wàt te doen, verdomme?! En hoe lang zou zijn valse identiteit in dat apenland van achterdochtige pennelikkers stand houden?  Ware het niet veiliger om wat rustiger tijden af te wachten in een grote Duitse grensstad, buiten bereik van de op hol geslagen Belgische justitie? Aken ? Of Keulen bijvoorbeeld... Jupp woonde daar ergens: misschien kon dié hem voorlopig opvangen?            

Maar wat dom van hem! Jupp zat natuurlijk ook ergens vàst : krijgsgevangen, vooropgesteld dat hij de vuurpoel van de laatste maanden had overleefd. Leon had wel verteld dat die Duitser juist voor de intocht van de Canadezen uit de batterij deserteerde, maar zoiets loopt zelden goed af... Daarbij, zelfs indién hij de dans was ontsprongen, had die vent geen enkele reden om Joseph aan zijn hart te koesteren: hun enige affectieve band liep over Marie, en die was al lang dood en begraven!

En op de koop toe had slimme Joseph hun amoureuze verhouding destijds uit alle macht tegengewerkt! Neen, Jupp kon hij beter zo vlug mogelijk vergeten...                          

Hij zuchtte wat ontmoedigd, maar hervatte zich snel: er stond niets in brand en voorlopig kon hij de zaken nog rustig op hun beloop laten. Enkel de regen had hem zo neerslachtig gemaakt, voelde hij, en nu brak alweer een waterzonnetje door de wolken, zie...Hij kon beter als een gesmeerde bliksem eens thuis gaan kijken wat voor een ravage deze bui in de roze kamer van 'Frau' Dahlmann weer had aangericht...                         

<!--[if gte mso 9]> <w:LsdExceptio


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
03-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 327
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C40

EEN-TWEE-DRIE... IN GODSNAAM!                                                       

                             Steglitz, I5 mei '45. 

Zittend op de drempel van de voordeur, als een schouwgarnituur feestelijk omkaderd door z'n twee slaphangende vlaggen, stak Joseph vlug een 'Lucky Strike'op, toen hij Martens de hoek om zag komen: de weinige wind waaide goddank in de goede richting.             

Traag heupwiegend als een haai kwam deze op z'n slachtoffer af, gehuld in een openhangende kapootjas van het Belgisch leger, zelfzeker en met een zichtbaar sadistisch plezier genietend van de schrik die hij met zijn vertoning hoopte aan te jagen. Maar dàt laatste stadium was Joseph al voorbij. En toen de roofvis hem op een tiental meter was genaderd merkte hij met een tinteling van vreugde hoe de stommerik hersenloos in het aas hapte.                     

Martens snoof wellustig het zoete aroma van de Amerikaanse sigaret op en viel smadelijk uit zijn rol.

" Amaai, wat smoorde gij nu?... Het kan niet meer op, zeker?  Plutocraat! "               

Joseph negeerde de vraag: " Zijt ge niet wat te vroeg?... En uw oog is genezen, zo te zien!... " De haai droeg inderdaad geen zwart ooglapje meer maar leek de sneer niet te horen.                         

" Wat is dàt voor iets?  Miljaarde,  Meneer smoort Amerikaans tegenwoordig, of riek ik niet goed? "...De hebberige jaloersheid droop van zijn smoel af, vond Joseph, die deed of hij nu pas merkte wat zijn tegenspeler zo buitenmatig interesseerde. Hij wierp een korte geringschattende blik op het zoet-geurende lokaas tussen zijn vingers, zonder er schijnbaar aandacht aan te besteden. Maar de andere drong gretig aan: " Wat zoudt ge ervan zeggen om mij er ééntje te presenteren, makker?  Dat zou alles een heel stuk gezelliger maken, vindt ge ook niet? "                                   

" Ja, wat nog allemaal!  Een borrel?  En een kus van de juffrouw?  Gij vergeet toch niet dat ge gekomen zijt om mij duizend mark af te luizen? "              

"Maar toch in alle vriendschap, hé, Herr Oberscharführer!  In herinnering aan de goede oude tijd, nietwaar!  Daar kan toch wel een sigaretje op af, zeker? !"...                                            

Joseph keek hem nors en kil aan. Martens zag er niet erg fit uit: vaalbleek, met blauwe balken onder de ogen en zweetdruppels die parelend wegzakten langs de rimpels van zijn gegroefde gezicht. Op die twee dagen leek hij jaren ouder geworden. Die vent broeide vast een ziekte in zijn lijf, zoveel was wel duidelijk...En onder de ijskoude blik leek hij heel wat van zijn zelfzekerheid te verliezen... Joseph besloot het hard te spelen.                            

" Luister goed, man ", zei hij hautain, terwijl hij genadig het pakje Lucky Strike uit zijn borstzak graaide en een opgetikte sigaret aanbood, " ge kunt het beter direct in uw oren knopen: die duizend mark moogt ge vergeten: ik heb geen geld en dat wist ge van in het begin. Het zou me minstens een maand kosten om zo'n bedrag bijeen te krabben, door allerlei zaken op de zwarte markt te versjacheren!... Daarvoor heb ik geen aanleg, en nog veel minder goesting."...                                                                 

De andere luisterde nauwelijks, zo gulzig trok hij, genietend met de ogen dicht, met diepe halen aan zijn gekregen sigaret. Hij verslikte zich plots en barstte uit in een verstikkende hoestbui. Het zweet en de tranen gutsten van zijn wangen en bleek nakuchend drukte hij zijn vrije hand bukkend in zijn buik, terwijl hij met het voorhoofd op de pols tegen de gevel steunde. Hij spuwde bedachtzaam een paar losse fluimen voor zijn versleten schoenen en kwam hijgend tot rust. Niet erg gezond, die stoere jongen...              

"De Amerikanen schijnen je toch niet zo goed te bekomen...",spotte Joseph sarcastisch, maar de andere onderbrak hem hees krassend: " Zeg me liever... waar ik hier ergens... naar 't gemak kan gaan! "                                  

" Ach zo! ",dacht hij, toen hij plots de symptomen herkende," De beschamende 'loop-graaf'ziekte steekt weer de kop op, zo te zien:" de darmkrampen die het verblijf in de frontlijn tot een hel maakten, onder het motto "Loop en graaf !"  Maar de ingebakken solidariteit onder oude tranchéeratten overwon zijn weerzin.                                                  

" Kom mee naar boven...Maar het is op het derde!  Wat denkt ge: zal het gaan? "                 

" Bah, 't zal wel moeten...",kreunde de andere triest, " het is nu tóch al te laat..."                                                                                

Beiden strompelden stijf de zes trappen op, elk met zijn eigen handicap. Boven bij Dahlmann wees Joseph de W.C.-badkamer aan en de emmer water die hij eergisteren speciaal uit de blusvijver geschept had: " Moest g'u somwijlen wat willen wassen? "      

Hijzelf liep door naar de cosy-corner in de zitkamer en stak peinzend een tweede sigaret op om dit nieuwe aspect van de situatie even koel onder ogen te nemen. Een reus op lemen voeten, die Martens...          

Dat begint hier aardig te stinken, dacht hij: die vent heeft vast dysenterie, wat helemaal niet verwonderlijk zou zijn met dat doorlopend lyrisch 'wegwerken' van rotte lijken op het kerkhof...Hoe dan ook: als hij werkelijk zo ziek moest zijn, dan was hij zonder geneesmiddelen binnen de week een vogel voor de kat!  Een mooie oplossing, want zodoende geraakte hij van het varken verlost, zonder dat hij het hoefde te kelen of de handen vuil te maken...

Maar dan moest hij wel trachten hem te overhalen hier in huis te blijven in afwachting van dat heuglijke moment, om hem te beletten de Russen op de hoogte te brengen van Josephs bezwarend verleden... Dit nieuwe plan had echter twee grote nadelen: hij zag ertegen op die vent een weeklang te verzorgen, en op de koop toe riskeerde hij eveneens besmet te raken door die smeerlap!           

Maar anderzijds ontnam deze ziekte Martens één grote troef: zijn fysieke overmacht!  En dàt was niet niks!... Misschien kon deze plotse inzinking van zijn tegenstander de gegevens van het probleem grondig veranderen en hem toelaten in die zin een variante op zijn oorspronkelijk ontwerp uit te broeden?... Of een combinatie van de twee, want een verzwakt varken stribbelt hoe dan ook minder tegen...          

Maar vóór hij hem het hoekje omhielp, moest hij eerst te weten komen waar hij Leon ergens kon vinden...  Zoniet was alle moeite, die hij aan dit akkevietje zou besteden, zinloos...              

Langzamerhand begon Joseph al een wat duidelijker inzicht te krijgen in de chronologie van zijn plan: eerst moest hij Martens lijmen om een dagje of zo hier te blijven, zodat hij ondertussen contact kon opnemen met broerlief. En vooraleer deze hier introk moest hij van het varken zien af te raken. Als hij dat laatste niet op tijd klaar kreeg, dan kon Leon misschien een handje toesteken om die vent de deur uit te werken,... of beter gezegd: het venster! Een soort zeemansbegrafenis :eerst een dreun op z'n hersens met deze pook hier ,dàn wat laten opstijven op een plank en vervolgens midden in de nacht een geruisloze schuif-af door het raam!... "Eén-twee-drie...in godsnaan !"...Een duikvlucht van drie-hoog naar beneden zal wel ruimschoots voldoende zijn voor een " Himmelfahrtkommando"... zoniet moet ik dringend mijn klassiekers eens herlezen! "                                                            

Een gestommel in de badkamer onderbrak zijn zoet gemijmer. Een ogenblik later wankelde een lijkbleke Martens de woonkamer in met zijn kapootjas over de arm, en liet zich zwaar zuchtend in de lederen zetel zakken.                  

" Wel vadertje, ge hebt het lelijk zitten, zo te zien! ", gekte Joseph: " Durchfall? "            

De andere veegde met de mouw het klamme zweet uit de ogen en keek toen wat gelaten op: " Ik moet u toch geen tekeningeske maken, hé..."                "Bloed ?"                                                         

" Wat denkt ge? ",vloog hij uit, " Dat ik voor een gewone stront zo'n smoel zou trekken?!... Natuurlijk, bloed...Die rottige vliegen op het kerkhof! "             " Kunt ge dan geen soort gasmasker opzetten, zoals d'andere allemaal doen? "         

" Ge denkt toch niet dat ik daar in een cirque sta, hé?  Hebt gij soms al eens geprobeerd een Requiem te zingen met zo'n stom gasmasker op uw snuit? "  Deze plotse verontwaardiging scheen hem wat op te kikkeren. Hij ademde een paar maal nadrukkelijk in en uit: " Bon, Winnetoe, om tot onze zaken terug te komen: hoe staat het met de centen, de piasters of hoe moet ik het zeggen? "                                      

" Maar man, gebruik uw verstand!  Wat zoudt gij nog met geld kunnen aanvangen?  Ge weet goed genoeg dat ge binnen tien dagen de pijp uit zijt, als ge u niet deftig kunt verzorgen... Op een huisbezoek van een doktoor moet ge tegenwoordig niet meer rekenen: wat van die gasten nog in leven is werkt zich kapot in de hospitalen bij de gekwetsten, of tracht de epidemie in te dijken... Als ge een kleine kans wilt overhouden om er door te rollen, moet ge u dààr laten opnemen...En dan nog: ook in 't hospitaal kreperen ze lijk vliegen!... Maakt uzelf niets wijs, man: Zuid-Amerika kunt ge vergeten...Dat haalt ge nooit van ze leven! "                                        

Terwijl Martens hem nors en gemeen bleef aanstaren, trok hij een kastje van de cosy-corner open en haalde een fles brandy te voorschijn. Hij zag aan de plotse flikkering in de haaienogen dat de tegenspeler voor een tweede maal in het lokaas zou happen.            

" Ha, und gleich kommen die Weiber! ",riep deze verlekkerd uit en van zijn 'slaptitude' was opeens niets meer te merken.               

Joseph keek hem gemaakt verbaasd aan: " Wilt gij soms óók een borrel drinken?... Ge weet toch dat dit helemaal niet gezond is in uw situatie, hé...                  

" Daar veeg ik vierkant m'n kloten aan...Ge zegt het zelf:  het leven is te kort om lang te zeveren!  Voor mij een dubbele, Garçon! "          

" Kalmkens aan, hé: ge weet zeker niet goed wat dat kost? !" Maar hij nam toch een tweede glas en schonk onder Martens' gulzige ogen een flinke bel uit.                                                                

" Als dat zoveel kost, kunt ge mij die fles alvast als voorschot verlappen, hé!  Dat is dan al twintig mark die ge minder moet afdokken...Allee, prosit!  Gelijk ze bij u zeggen: " Die gèn oar hèn, zien pudden! " Joseph nipte zwijgend aan z'n glas en zag met leedvermaak hoe de andere na een eerste slok genietend achterover zakte in de fauteuil...Het werd tijd om een ander onderwerp aan te snijden, vond hij.             

" Voor we verder spreken over voorschot en losgeld afbetalen...",begon hij voorzichtig, " zouden we het eerst eens moeten hebben over Leon, denkt gij ook niet?  Dan zien we later wel wat die inlichting waard is..."                                                             

" Ow, makker: de zaken niet op de kop zetten, hé!  Denkt gij maar eerst eens deftig na wat mijn inlichting bij de Russen waard is!  Of beter gezegd: als ik ze géén inlichtingen geef! "                

Die koppige ezel zat met een idee-fixe, waar hij blijkbaar niet makkelijk vanaf was te brengen... Joseph schudde meewarig het hoofd: " Ge schijnt het nog altijd niet dóór te hebben dat het binnen tien dagen met u gedaan is...Wat voor nut heeft het dan om nog rap-rap een oude wapenbroeder te verraden, tegen onze erecode in? ! Wat, als ik ù bij de Russen moest aangeven? "...                   

Martens proestte het uit: " Gijsse sukkelaar!  Wat kan mij de Roeskies schelen!  Gelijk ge zegt: binnen een week ben ik toch de pijp uit!  En als ze mij een paar dagen eerder tegen de muur zetten spaart me dat een hele hoop buikkrampen!... Maar ik verwacht zelfs niet dat ze zo barmhartig zullen zijn om een zieke schijtreiger lijk ik in den bak te steken, want ze zijn zélf als de dood voor een vuile besmetting...Neen, Winnetoe, die vlieger gaat niet op...En om uw eigen woorden te gebruiken: gij schijnt nog altijd niet dóór te hebben dat gij mijn wapenbroeder niet zijt, maar mijn overste die mee verantwoordelijk is voor al mijn ongeluk en die er op de koop toe met mijn lief vandoor is gegaan!  Dat heeft met erecode niets te maken, boerke: dat is een persoonlijke zaak tussen gij en ik!  En het is dààrvoor dat ge zult bloeden, en voor niets anders! "                

Joseph keek hem onbewogen aan, hoe hij gulzig zijn glas achterover sloeg.                      

Bon, als dat u gelukkig kan maken...Maar stel nu eens dat ik aan medicamenten geraak om u te genezen "... Hij dacht aan de vernielde apotheek op de hoek: een nieuw zet in het schaakspel.        

Een glimp van hoopvol ongeloof verzachte even het verweerde gezicht. Even maar, en dan brak het spottende sarcasme weer door.        

" Och, wil die süsse Krankenschwester mij genezen?  Wat lief van u, zeg!... Stomme kloot!  Alsof ik niet begrijp dat ik voor de rest van mijn leven een doorlopende bedreiging ben voor een miezerige onderduiker lijk gij!... Weet wel dat ik uit jouw handen nooit een medicijn zal aannemen, boerke, want negen kansen op tien is het vergif, en voor mij is elke dag er één!  Ik kan je hulp bij een vervroegde "Abfahrt" best missen, makker: als ik een statie te vroeg uit de trein wil stappen doe ik dat wel op eigen kracht!  Daar heb ik niemand bij nodig..."                              

" En als die dubbele borrel nu eens vergiftigd was...",opperde Joseph spottend. Martens blikte naar zijn lege glas en dan naar dat waar zijn 'gastheer' nauwelijks aan genipt had, maar liet zich niet vangen.                                                                       

" Geef me dan nog maar één van dat soort vergif...", lachte hij sardonisch en hief zijn glas op. Joseph lachte met hem mee en schonk nog eens vol. Dit ontspande de sfeer een beetje.                  

" Om op Leon terug te komen...",begon hij opnieuw.            

" Man, zaag zo niet aan m'n oren met uwen Leon! " viel Martens hem verveeld in de rede, " die vent is dood en begraven! " Hij nam een slok van zijn cognac en zag niet hoe Joseph plots als een zoutsteen verstijfde. " Ik heb hem een paar dagen geleden zien begraven in de grote sleuf van het Martinus Friedhof, waar wij stonden te zingen...Aan de Bergstasse, hier in Steglitz. Ik herkende zijn SS-uniform met het Langemarck-lint rond de manchet toen ze hem van de lijkkar smeten, en ik heb onze sopraan Truus erop afgestuurd, zogenaamd als een verre nicht. Ze heeft zijn Soldbuch gekregen, en later heb ik het register ingekeken. Als plaats van overlijden stond er: Steglitz, Albrechtstasse 23...Daar hebben ze hem gevonden: hij moet hier dus vlakbij gesneuveld zijn, praktisch voor uw neus boerke "... Hij oreerde onverstoorbaar verder, zonder de opwellende moordlust in Josephs ogen op te merken.                            

Die vent had hem dus heel die tijd voor de aap gehouden en hem in de waan gelaten dat broertje Leon ergens veilig zat ondergedoken...Dat varken!  Dat vuile vettige strontvarken!  Dat schunnige schijthuis! Dat... Voor hij het goed realiseerde had hij onder het kussen van de canapé de pook gegrepen en die zwijnhond met een brede zwaai een hengst op z'n hersens verkocht. 

De oogballen sloegen omhoog, als om de schade binnenin de schedelpan te onderzoeken. De tweede haal verbrijzelde het glas in de hand, die Martens nog instinctmatig ter bescherming van zijn rechterslaap tevergeefs had opgeheven. Leunend op het salontafeltje hakte Joseph nog vier-vijf maal in op het voorhoofd van zijn slachtoffer, tot hij zwaar hijgend besefte dat hij er onnodig een smeerboel van maakte. De mislukte "maître chanteur" lag levenloos onderuitgezakt in de leren zetel, het gezicht onherkenbaar tot moes geklopt.                                                                             

Toen het rode waas voor zijn ogen wegtrok zag hij tot zijn ergernis overvloedig bloed stuwen uit diepe wonden die de glasscherven in wang en hals hadden gekerfd. Gelukkig stroomde het meeste in de kraag van het versleten vest, dat door het onderuitzakken hoog boven Martens' schouders stond opgefronst.                   

Vlug-vlug, hij moest iets doen vóór heel de fauteuil besmeurd geraakte!  Hij wierp een haastige blik om zich heen en rukte toen woest het overgebleven gele gordijntje met de wingerdranken van het raam. Hij zag onmiddellijk dat het bloeden niet te stelpen was en wikkelde haastig heel de smeuïge kop in het plakkerig bevlekte vod. 

Dat scheen de vloed voorlopig te houden, maar het lijk kon toch zo niet blijven liggen...Eérst vlug de voordeur op slot: je weet maar nooit wie hier op het lawaai af mocht komen...Al had hij achteraf wel de indruk dat de slachting tamelijk geruisloos was verlopen:  hij herinnerde zich niet dat hij in zijn razernij onder het houwen hard zou hebben geschreeuwd...Zouden de Krugers hieronder iets hebben gemerkt?  Hij hoorde toch geen reactie.                                                                               

Bon, nu het lijk voorlopig verbergen!... Volgens zijn oorspronkelijk uitgekiende plan zou hij het varken in de 'Roze Kamer' hebben gekeeld en het daar opgesloten tot hij het 's nachts ongezien op straat kon dumpen. Ondanks het veranderde scenario leek hem dat nog steeds de beste oplossing...                                

Vijf minuten later lag het lijk veilig achter de geheime spiegeldeur opgeborgen, zonder dat hijzelf bij het trekken en sleuren zijn eigen kleren had besmeurd. In de badkamer was al het water in de emmer opgebruikt en een gore uitgespoelde onderbroek hing aan het handdoekrek uit te lekken...In de W.C.pot zweefde nog een roze schijn van de bloeddrek. Die moest straks dus eveneens ontsmet worden... Er stond niets anders op dan een nieuwe emmer water te halen in de blusvijver van het parkje om alle bloedsporen in Dahlmanns salon uit te wissen.                                            

Het duurde ruim een uur voor de karwei geklaard was. Toen hij met een gerust gemoed terug bij de Weimars verscheen en Hildegarde wat raar opkeek omdat hij niet op het middageten was verschenen, legde hij uit dat zijn vriend onwel was geworden en hij nadien de boel wat had opgeruimd. Die vent verdroeg geen drank, en zodoende...                      

Als domper op alle verdere achterdocht zette hij de aangebroken fles cognac op tafel: " Ein Willkommgeschenk von unserem Gast!  Er schläft jetzt, aber auch ohne ihm können wir ein Heiltrunk bringen, was meinen Sie? " 

Hildegarde zei nooit nee,  wist hij al...Toen na de derde borrel Vati van zijn waterkarwei binnenkwam, voelde deze zich wat tekort gedaan. Tegen zes uur stond de bodem van de fles droog en waren de twee oudjes al flink in de wind. Joseph had zich bij de laatste borrels opvallend matig bediend, wat de Weimars bijzonder sympathiek van hem vonden...             

Het avondeten stelde niet veel voor, maar niemand had daar dan ook veel van verwacht en bij het vallen van de duisternis kreeg hij de oudjes in bed. Een kwartier later leek het wel of ze hun bedstede stuk zaagden...                                                             

Joseph wachtte tot hun enige wekker middernacht aanwees en kroop toen in alle stilte zittend de trappen op. Bij de Krugers, op het tweede, snurkte ook iemand: de opoe waarschijnlijk...Voetje voor voetje sloop hij Dahlmanns appartement door en hoorde voor het eerst dat zijn kunstbeen weer piepte...Ook de spiegeldeur knarste spookachtig als in een misdaadfilm.                                                     

Toen hij de kaars aanstak steeg een zwerm dikke vliegen verschrikt van het lijk op en ze gonsden kwaad om zijn hoofd. Hoe weerzinwekkend hij het ook vond, eerst moest hij Martens' zakken grondig onderzoeken en om vlug te gaan maakte hij de fout ze binnenstebuiten te keren. De inhoud gooide hij bijeen op een hoopje: morgen had hij alle tijd om het op z'n gemak te bekijken.  

De portefeuille in de achterbroekzak voelde vies en vochtig aan en hij moest aardig wat pulken om die onder het lijk uit te halen.          

Die zware vent verslepen tot onder het mansarderaam van de zitkamer was reeds een slopend werk omdat het zo geruisloos mogelijk moest gebeuren, maar hoe hij in hemelsnaam dat zakkerige lijk over de vensterbank moest krijgen, een meter boven de vloer, zag hij zo direct niet zitten...              

Na enig denkwerk sleurde hij het op de lage lange salontafel. Het hoofdeind vervolgens op de vensterbank heffen was helemaal geen kinderspel, want Martens had de onhebbelijke gewoonte steeds opnieuw naar beneden te glijden. Maar uiteindelijk lukte het toch door het lijk met het gordijnkoord voorlopig aan het tafelblad vast te binden en het voeteinde op twee keukenstoelen te steunen...

Deze wankele constructie bracht de katafalk min of meer horizontaal vóór het open venster zoals hij gepland had. " Koppie-koppie! " gromde hij tevreden. En om deze zege van de geest over de dode materie te vieren gunde hij zich eerst een sigaret om even uit te blazen.           

Goddank dacht hij er tijdig aan het bebloede gordijn van het hoofd af te wikkelen, want een zelfmoordenaar met een bloempjesmotief over de kop zou waarschijnlijk raar overkomen... Alhoewel,  tegenwoordig kon niets de mensen nog verbazen...              

Het voeteinde omhoogporren was een helse bedoening: in gewichtheffen hadden ze hem tijdens de SS-opleiding nooit vooraan genoteerd. En tot overmaat van ramp weigerde Martens nu halsstarrig van het hellend tafelblad af te glijden ,het open venster uit. Maar door met de armen hoog boven het hoofd te schokken kreeg Joseph eindelijk wat leven in het lijk, bij wijze van spreken... 

Toen ging het plots vliegensvlug. En met een klassiek "één-twee-drie: in godsnaam! " schoof Martens als een dode zeeman van het tafelblad de dieperik in.                

Het leek een eeuwigheid te duren voor Joseph het lijk op de kasseien hoorde ploffen: miljaarde, wat een hels lawaai was dàt! " Als nù de hele buurt niet wakker schiet zijn de buren ofwel potdoof, ofwel poepeloerezat zoals de Weimars", dacht hij verschrikt.         

Ofwel wilden ze gewoonweg niets meer horen...                       

<!--[if gte mso 9]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
03-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
02-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 326
Klik op de afbeelding om de link te volgen

ONGENODE GASTEN...

Tijdens het avondeten leidde hij het gesprek af naar de nieuwtjes die hij in de "Berliner Nachrichten" had gelezen en merkte al vlug dat Vati goed op de hoogte was. Enkel de herrie, vanmorgen met Neumann, had hen belet er toen dieper op in te gaan. Het vooruitzicht op een spoedige herneming van de levensmiddelendistributie stemde hen hoopvol, ook al waren de vooropgestelde rantsoenen verschrikkelijk laag. Maar Joseph stelde hen gerust:  alle begin was moeilijk. Om na de complete chaos, de instorting van het economisch leven én de vernietiging van alle bestaande bestuurlijke instellingen iets nieuws op poten te stellen, moest én drastisch én voorzichtig te werk worden gegaan. Voor de Sovjets was een geleide hongersnood hét beproefde middel om de burgerbevolking naar hun hand te zetten, ook al keken de Yanks nu mee over hun schouder. Dus met de tijd zou dat wel wat verbeteren, hé...       

Daarbij: zo erg lang zouden die gasten hier wel niet meer blijven, want Vati vertelde dat bij de citerne over niets anders meer werd gesproken dan over de aanstaande intocht van de Yankees. De Zwitserse radiozender Beromünster zou reeds verkondigd hebben dat ze hun divisies in gereedheid brachten om de hen toegewezen sector te komen bezetten, en daar hoorde het zuidwestelijke deel van Berlijn bij. Hildegarde vroeg hoopvol: "Steglitz dus ?"..  

De Yanks waren weliswaar primaire 'Kulturbarbaren', maar de jongens beschikten tenminste over eten in overvloed en zouden de bevolking zeker niet laten verhongeren. En de Tommies stonden klaar om naar de noordwestelijke sector op te rukken, ook al verwachtten de Duitsers daar geen wonderen van. Want Engeland had te veel onder de Duitse bombardementen geleden, om nu hier de perfecte 'Gentleman' te komen spelen... Maar aangezien de voorstad Steglitz zeker onder Amerikaans beheer zou vallen, hoefden ze zich van de Britse wraakzucht niets aan te trekken...

Dit hoopvol perspectief vierden ze gedrieën luchthartig met een paar borrels bij het licht van een kaars, die ze verkwistend tot het laatste stompje op lieten branden. Waarom zouden ze nog zo angstvallig sparen, als binnenkort weer alles te koop zou zijn ?...                              

Wat Vati er niet bij had verteld, was het gerucht dat op veel plaatsen in de stad een epidemie van dysenterie en tyfus was uitgebroken en dat de Russen vooral dààrom hun troepen in de veilig afgegrendelde kantonnementen consigneerden...                                                                   

Het viel Joseph de volgende morgen wél op, toen hij even de neus buiten stak, dat het personeel van de lijkkar er bijliep als witbestoven spoken, vol ontsmettingspoeder. De meesten droegen een luguber gasmasker en zagen eruit als reusachtige vliegen, terwijl anderen het moesten stellen met een eenvoudig wit doek voor de mond. Het was windstil en overtrokken en in de straat hing weer de penetrante zurige stank van rottende lijken. Hij besloot vandaag maar binnen te blijven en zich te concentreren op zijn probleem met Martens...                        

Op zolder, in Dahlmanns roze kamer, was het meeste water opgedroogd, maar de matras voelde nog erg vochtig aan en er hing een broeierige serrelucht vermengd met een weeïg vleugje rottigheid van buiten: niet precies een aangename sfeer om een 'vriend' in te ontvangen... Indien het weer zo nog even aanhield, zat hier binnenkort alles onder de schimmel! En de geheime spiegeldeur openlaten om de zaak wat te verluchten, hield het gevaar in dat een buitenstaander deze schuilplaats zou ontdekken. Daarbij kon van de buitenlucht niet veel lentefrisheid verwacht worden...Toch moest hij het erop wagen, want deze zwoele moerasdamp onder de pannen viel niet langer te harden!               

Na wat wringen en kalk van de grond wegschrapen, kreeg hij de voordeur van Dahlmanns appartement op slot: zo kon een ongenode bezoeker hem in elk geval al niet meer bij verrassing op het lijf vallen.

Zohaast hij de spiegeldeur openzette, zorgde de glasloze vensterramen, tegen alle verwachting in, toch voor een frisse zucht en de stank leek vlug te verminderen. Als hij het hier een etmaal kon laten tochten, zat de kans er dik in dat de dompige sfeer volledig zou wegtrekken. Alhoewel...                                    

  Plots dacht hij eraan, dat hij helemaal niet verplicht was Martens in de roze kamer te ontvangen, zoals hij eerst had gepland. Dat zou zelfs veel makkelijker gaan in de belendende woonkamer van Dahlmann, mits deze een grondige beurt te geven. Buiten het vernielde lattenplafond leek het dak zelf praktisch onbeschadigd en met de cosy-corner en het overige meubilair was van de ruimte zonder veel moeite iets deftigs te maken...De wirwar van loshangende plafond-latten eraf trekken, de glasscherven en het kalkstof wegwerken, en klaar was Kees !...                                                                

Hij besloot meteen Hildegarde aan te pakken om aan het nodige kuisgerief te geraken en spelde haar daarom een mooi verhaaltje op de mouw: gisteren was hij een landgenoot tegen het lijf gelopen, wiens onderkomen was afgebrand. Z'n verloofde was door de Russen van kant gemaakt na een collectieve verkrachting en de jongen wilde er uit wanhoop ook een eind aan maken. Maar met een nieuw dak boven het hoofd, een bed om te slapen en iemand om tegen te spreken, zou hij zijn depressie wel vlug te boven komen...                                          

" Und das Essen ?", vroeg ze wat pinnig: een tweede logeergast vond ze duidelijk van het goede teveel!                            

" Geen nood! ",stelde hij haar gerust : " die vent heeft eten genoeg bij om het een poos in z'n ééntje uit te zingen! " En zohaast hij er weer wat bovenop was, zou Joseph wel zorgen dat hij met het eerste konvooi terug naar België vertrok... Joseph zag haar duidelijk denken : "Iemand die eten in overvloed bezit, laat allicht wel eens een kruimeltje vallen...Wanneer kwam die arme jongen ? Morgen middag reeds! Dan zou Hildegarde straks een handje toesteken bij het opkuisen van Dahlmanns mansardewoonst...                  

Het benam hem de hele morgen om het grof vuil weg te werken. Tijdens het middageten bruiste Vati van de onsmakelijke geruchten die hij bij de citerne had opgevangen, over de epidemie die steeds maar grotere proporties aannam. Zo danig onsmakelijk, dat zijn vrouw hem op den duur vroeg z'n mond te houden.                          

Joseph sleepte voor Hildegarde twee grote emmers water uit de blusvijver naar boven en tegen vier uur mochten de mansardekamers echt gezien worden. Voor alle zekerheid had hij het afwassen van de boekenkasten en de spiegeldeur in het zitkamertje voor eigen rekening genomen, om te beletten dat zij per ongeluk de geheime toegang tot het roze liefdesnest zou ontgrendelen. Alles verliep evenwel feilloos. Toen zij terug naar beneden slofte bleef hij op de cosy-corner liggen, zogenaamd om wat uit te rusten, maar in feite vond hij het hoogtijd worden om de details van z'n krijgsplan op een rijtje te zetten...        

Wat kon hij zijn gast aanbieden voor de gevraagde 1.000 mark, zonder zichzelf in het hemd te zetten? Buiten alle flessen sterke drank en de wijn zag hij niet zo veel...Tenzij...Ja, natuurlijk! Die pakjes 'Lucky Strike'! Daar schoot hij al een heel eind mee op. Zouden die geen twintig mark kosten op de zwarte markt ?

Vijftien maal twintig, dan zat hij al aan driehonderd...Tel daarbij twaalf flessen prima wijn, Gewurztramminer en Chateauneuf du Pape: geen kattepis! Ook zoiets van driehonderd... Dan zat hij al een stuk over de helft. En die vijf dure flessen eersteklasse Franse cognac brachten hem toch al en heel eind in de goede richting, voldoende om te kunnen onderhandelen...Wie weet, misschien kon hij Martens wel vermurwen met een paar van die blote-wijven-boekjes! ...Of met de rode jarretels van Dahlmann! ...Hij schoot in een lach, bij de gedachte alleen al!                                    

Vraag was, wat hij zou doen als de andere zijn aanbod in natura weigerde...Hij kon voorstellen zelf eerst deze kostbare luxe-artikelen te verzilveren en hem later de opbrengst in Reichsmarken te overhandigen, maar dat zou natuurlijk wel wat tijd vragen. En daar zag hij tegen op: eerst en vooral had hij een hekel aan dat sjacheren op de zwarte markt en ten tweede wilde hij zo vlug mogelijk van die opdringerige vent af. Hoe rapper deze zaak achter de rug was, hoe liever...                        

 En wat, als dat varken weigerde te wachten tot hij de boel verkocht kreeg ? Hij had werkelijk geen idee wat hij hem in ruil kon aanbieden...Hij bezat praktisch geen rooie cent, in elk geval niet voldoende om tot een akkoord te komen en het stilzwijgen af te kopen... Misschien kwam de andere wel met een voorstel op de proppen, zoniet...                        

Ja, zoniet...Als Martens het op de spits dreef, bleef er zijns inziens geen andere uitweg dan een messteek...Vooraan links naast het borstbeen, onder de vierde rib, zoals hem was geleerd...Of langs achter, onder het schouderblad....Eén stoot, en klaar was Kees, snel en proper! Veel hoefde dat niet te bloeden, als hij een lange dunne dolk kon vinden...En van het corpus afraken was tegenwoordig echt geen probleem: je kiept het op straat, en de volgende dag halen de witbestoven 'Parteigenossen' het gewoon op met de lijkkar!                         

Maar waar vond hij in hemelsnaam een deftige dolk ? Hij moest onmiddellijk de keuken eens afschuimen, hier bij Dahlmann. Of anders beneden bij De Bens, maar daar zat Boma Kruger op z'n vingers te kijken...De lade naast het fornuis van Hildegarde kende hij als z'n broekzak: daar lag zéker niets in...                   

Maar zijn speurtocht leverde nergens iets op.                                 

Toen dacht hij plots aan zijn scheermes! ... Inderdaad: één haastige haal over de strot en het varken is gekeeld! Maar hij wist uit ondervinding dat de bloedstraal wel twee meter ver kon spuiten! Een smeerboel eerste klasse en daarbij duurde het ruim een minuut voor zo'n forse kerel als Martens het bewustzijn zou verliezen...En ondertussen maar krijsen en kabaal schoppen natuurlijk! ...Leuk was ànders, maar als het moest...In godsnaam dan maar! Misschien was het aangewezen hem na het kelen onmiddellijk een flinke dreun op z'n hersens te verkopen, zodat hij tenminste de bek dicht hield  en niet heel de buurt bij elkaar schreeuwde! Met de keukenpook van Dahlmann, bij voorbeeld...                                                                  

Het plan begon vorm te krijgen, vond hij tevreden, en legde de pook alvast klaar naast de cosy-corner.                               

Tijdens het avondeten wilde Vati weer uitgebreid over de gestaag voortwoekerende epidemie beginnen, maar merkte al vlug dat de smeuïge details niet in de smaak vielen. Toch vroeg hij Hildegarde met aandrang in elk geval voor hem ook zo'n wit mondmasker te maken: veel mensen bij de citerne liepen er al mee, maar of het werkelijk iets hielp wist geen kat.                                                

Joseph ging vroeg naar zijn kamer. Hij besloot iets te lezen om het opdringerig spookbeeld van dat krijsende varken uit zijn gedachten te verdrijven. Even twijfelde hij tussen het schunnige boekje van Dahlmann, diep in de rugzak verstopt, en het dagboek in Van Rennens broodtas, maar koos dan toch maar voor het laatste.

Het duurde een paar bladzijden om aan het kriebelschrift te wennen, maar geleidelijk schoot hij al wat beter op. Hij struikelde niet meer over de kinderachtige spelfouten, waar hij zich een week geleden nog zo in verkneukeld had: die jongen deed z'n best en moest zijn gevoelens waarschijnlijk neerpennen op erg benarde momenten aan het front en in zeer moeilijke omstandigheden, wie weet.

De korte dagnotities herinnerden hem sterk aan zijn eigen rekrutentijd en de pijnlijke aanpassing aan het harde soldatenleven, maar de gelaten sfeer die ze opriepen was hem helemaal vreemd... Hier drong nooit de minste geestdrift door, om de Rus in het haar te vliegen en de wereld van het Bolsjevisme te bevrijden, zoals hij dat tijdens zijn eigen opleiding gekend had...En al evenmin een blind vertrouwen in de Leiding, of een vaste overtuiging in de eindoverwinning van de 'Nieuwe Orde'...Zelfs allesbehalve: puur defaitisme! Maar hoe kon het ook anders, in deze omstandigheden ?! Die jongen was tenslotte niet hélemaal zot ,blijkbaar !                  

Want eerlijk gezegd zou het tegenovergestelde hem verwonderd hebben... Sinds de zomer van '41 ,toen hijzelf tekende voor het 'Vlaams Legioen' ,waren de tijden erg veranderd, moest Joseph toegeven, en in oktober '44 waren zelfs bij de meest verstokte naïevelingen ondertussen de oogkleppen wel weggevallen!  De schrijver deed hem een beetje aan Leon denken, die ongeveer rond dezelfde tijd - late herfst - voor dienstneming bij de 'Langemarck' was opgeroepen, en gegaan was omdat hij wel moést! Van 'vrijwilligheid' was daarbij helemaal geen sprake meer geweest...verre van!                              

In het dagboek werden weinig namen genoemd, tenzij van de instructeurs en een paar officieren. Van de lotgenoten stonden enkel een paar vrienden met de voornaam vermeld, maar meer nog met hun bijnaam. Joseph had de jonge Jan Van Rennen natuurlijk nooit gekend, maar alles wat deze aan zijn dagboek had toevertrouwd wekte bij hem een vreemde beklemming op en onwillekeurig stelde hij zich de schrijver voor onder de trekken van zijn broer Leon...                           

Op de duur werd hij er ongemakkelijk van...Het intieme journaal van een volslagen onbekende lezen, meer nog: van een volslagen onbekende DODE, zou hem niet zo tegen de borst mogen stuiten. Maar meer en meer beeldde hij zich in dat zijn eigen broer hier aan het woord was, en dàt wekte zodanige weerzin op, dat hij het dagboek tenslotte opzij legde.                                                                   

Want als hij deze zelfbegoocheling niet verbrak, leidde de vonst van dit dagboek onweerstaanbaar tot de conclusie dat het lijk boven de apotheek Leon was...En dat hij dus zijn broer vorige week op de derde verdieping van die ruïne had laten wegrotten...                                   

Maar aangezien Martens beweerde dat hij Leon gisterenmorgen nog had ontmoet...Hij begreep er niets meer van.                         

" Kom, laat ons aan iets anders denken "...En hij diepte het leuke boekje van Dahlmann uit z'n rugzak op.    


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
02-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
01-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 325
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 C39     ...EN LEON ?                           

                                                                                            

Steglitz, zondag 13 mei '45.

Joseph begon zich plots te realiseren dat hij in een netelig parket verzeild was geraakt. Het zag er naar uit dat hij Martens niet makkelijk met een kluitje in het riet zou kunnen sturen, vooropgesteld dan nog dat hij zo'n 'kluitje' bezat ! Die ongelikte beer eiste niet één ,maar héél véél 'kluitjes' ! Anders gezegd :  gróte bankbrieven verdomme ! En liefst met véél nullen, in ruil voor z'n discretie over het verleden van Herr Oberscharführer Petré...Want Joseph had het vlug begrepen :één naamloze verklikking bij de Russen, en hij kon zijn wintergoed bovenhalen voor een reisje naar Siberië...

Op de heilige en hooggeprezen SS bloedbroederschap waar Kaltenbrunner nog naar had verwezen, hoefde hij bij deze verbitterde, haatdragende vent niet te rekenen, wel in tegendeel!

Hij keek de andere peinzend aan en zuchtte diep:   

" Ik weet niet waar ge het vandaan haalt...Man, hoe zou ik in godsnaam aan geld moeten geraken om jouw reis naar Brazilië te bekostigen ? 'k Heb zelf geen rotte knop! "

" Allee, vaderke, maakt dat een ander wijs, hé! Gij en Phil samen verdienden toch een deftige pree ? Daar zal toch wel iets van over blijven, zeker! "                                         

" Vergeet niet dat wij twee maanden geleden totaal werden 'ausgebombt', hé makker ,een week voor de Russen kwamen...Uit het puin van ons huisje hebben we met moeite wat kleren kunnen redden en sindsdien hokken we op een kamertje bij vrienden, die dan nu al twee-drie keer door de sovjets werden leeggeplunderd..."                                 

" Hou op, Winnetoe, of ik begin tranen met tuiten te blèren! ", spotte Martens, maar hij leek toch al wat van zijn zelfzekerheid te verliezen. " Ik heb ten andere nooit gezegd dat ge die centen hier en nu moest afdokken, of dat gij het volledige reisgeld moest betalen... Maar bloeden zult ge, vaderke, als ge zonder zever van mij af wilt geraken! Ik vraag niet dat ge voor mij een bank gaat overvallen, maar ge hebt zeker wel iets dat ge kunt verlappen: ...die gouden ring waar ge vroeger zo mee stoefte...en wat "Schmuck" van Phil, mij om 't even... Denk er maar aan dat ik u voor minder dan duizend mark niet gerust laat..."                                                    

" Duizend mark! ? Maar, man, dat heb ik nog nooit van m'n leven bijeen gezien! Waar zou ik dat in hemelsnaam vandaan moeten halen ? Duizend mark! "                           

 " Hoe gij daaraan geraakt, is uw probleem! Voor mijn part gaat ge op de hoek van de straat wat liedjes zingen: dat brengt goed op. Ik spreek van ondervinding, want ik doe al een week aan een stuk niets anders..."                                                

Joseph keek hem met een verbaasde glimlach aan, in de hoop een andere wending aan het gesprek te geven.                                

" Ja-ja, man, ge moet zo niet stom staan zien: ik zing al een week aan een stuk op het kerkhof, samen met Fredericks, die moppentapper van de 'Niederländische SS Propagandastelle' en met Truus, zijn rosse verloofde...Destijds waren wij op het 'Hauptamt' lid van het gemengd zangkoor. Nu voeren we een soort gezongen missen op bij de privé-begrafenissen van mensen die niet willen dat hun gezinslid lijk een naamloze hond in een massagraf wordt gesmeten." 

Martens leek plots weer een normaal mens: "Ik speel zelfs regelmatig voor pastoor, als het om katholieken gaat", zei hij fier, " want dat soort geestelijken is hier ver uitgestorven, en zo dient m'n potjeslatijn van Leuven toch nog voor iets, verdomme! Maar meestal speelt Fredericks predikant bij de protestanten...De mensen vragen niet, of alles wel volgens het boekje verloopt. Het enige wat ze willen is een beetje stijl, en langgerekte tremolootjes in een klassiek liedje van Bach, Haendel of Mozart! Ik kan je verzekeren dat er aardig wat gesnotterd wordt op onze diensten en dat er veel volk naar komt kijken..."                                                                      

" Allee, dan hebt ge toch een nieuwe baan gevonden, die goed opbrengt...", poogde Joseph hem laf te paaien, maar Martens was op z'n hoede.                                                                                          

" Ik kan er van leven, ja, en voorlopig is er werk in overvloed, al komen er andere kapers op de kust die met moeite " Muss ich denn" kunnen zingen, en dan nog vals...Maar het is vooral interessant omdat we als "Kulturträger" recht gaan krijgen op een rantsoenkaart van groep één. Ge hebt het daarjuist al in de gazet kunnen lezen...In afwachting zingen we vooral voor rookgerief en eetwaren, al kan ik niet zeggen dat we 's avonds veel appetijt hebben. Het stinkt daar op die kerkhoven namelijk als de pest, met al die rotte lijken die ze aan de lopende band aanbrengen. Maar dat heeft dan weer het voordeel dat de familie het zelden volhoudt tot het einde van het lied en zeker niet nodeloos blijft plakken..."                   

Hij stokte en bleef Joseph een poosje nadenkend aanstaren, tot deze er onrustig van werd: " Wat is er Martens ? Wilt ge mij soms als misdienaar engageren ?"                                         

De andere schudde zwijgend het hoofd en zei toen abrupt: " Om over iets anders te spreken...Hoe gaat het met je broer Leon ? Hebt ge daar overlaatst nog van gehoord ?..."                               

" Leon, verdomme, hoe komt ge dààr bij ?... De laatste brief kreeg ik half april, toen hij in ruststelling lag achter de Oder, juist voor ik hier zelf werd uitgebomd. Als hij nadien, tijdens het Russische eindoffensief, nog geschreven heeft, kon de Reichspost het in elk geval niet meer nasturen, in de chaos van de laatste weken...Waarom vraagt ge dat ?"                              

Martens keek hem tergend spottend aan: " Wat ik je ga zeggen, zal je misschien aanzetten een beetje rapper met de centen over de brug te komen...Luister goed, want meer los ik er voorlopig niet over: sinds eind april heb ik hem nog tweemaal gezien, uwen Leon. De eerste keer trof ik hem hier, op deze zelfde plek waar wij staan, toen die zotte Hauptsturmführer van onze Hollandse buren op den buro, Jonkheer van-kust-mijn-kloten of hoe heet dat varken..."

" Hauptsturmführer van Praet tot Sloten ?"...

" Juist! Die zot is hem - de Leon met nog een paar andere licht gewonde sukkelaars - hier uit het noodhospitaal van de Ratskeller komen halen om ergens een stelling te houden, juist voor de Roeskies hier doorbraken... Rond 26 à 27 april, moet dat geweest zijn..."              

" Leon hier in Steglitz ?! En de tweede keer ?"                                             " De tweede keer was...vanmorgen, en ik heb een tamelijk goed idee waar hij is ondergedoken...Vraag me niet méér, want voor ik de kleur van uw centen heb gezien, doe ik m'n mond niet meer open! Salut Winnetoe! Overmorgen om twaalf uur stipt sta ik bij u aan de deur! "                                        " Wacht eventjes! Weet ge mij wel wonen ?!"                        

" Kleine Albrechtstrasse, 15 B, nietwaar ?  Daar zag ik u vanmiddag toch buitenkomen, Herr Oberscharführer! Of moet ik zeggen Rabotnik Belgiskaya ? (werkman uit België)"...En met een sardonische lach liep hij het plein over naar het Rathaus, vanwaar ons aller Vadertje Stalin net zo duivels als Martens op Joseph neerkeek...                                                      

Oef, daar was hij vanaf! ...Enfin voorlopig toch, tot overmorgen. Twee dagen respijt. Maar veel aarde bracht dat niet aan de dijk: op zo'n korte tijd kon hij onmogelijk aan dat geld komen! Duizend mark...Die vent was gek zeker ?! Verontwaardigd over het brutale optreden van die wraakzuchtige zot en tevens beschaamd over zijn eigen slappe, karakterloze reactie, stapte hij op zijn krukken met grote sprongen terug naar huis. Al goed dat hij geen dienstwapen meer had, of hij zou dat varken ter plaatse hebben neergeknald! Maar de tijden waren veranderd, zijn oude dienstgraad gaf hem geen enkel gezag meer: nu telde alleen nog de fysieke kracht en op dat gebied was Martens de onbetwiste meester...Neen, hij moest trachten het hoofd koel te houden en een goedkope oplossing zien te vinden...                              Die vent wist waar hij woonde, dàt was de miserie! Onderduiken had geen zin: als die smeerlap het in zijn kop haalde hem aan de Russen te verklikken, kwamen die heren hem thuis wel even ophalen, ondanks al dat vlagvertoon aan de voordeur...Hij kon natuurlijk ook stiekem verhuizen, zonder adres achter te laten, maar dan verloor hij meteen het relatieve comfort van zijn nestje bij de oude Weimars...En de schat eetwaren op de zolder van Dahlmann...                      

De schat op de zolder bij Dahlmann...Daar zeg je al iets! ... Misschien was die vent daarmee te paaien ?... Het was wel geen duizend mark waard, maar toch: voor goed eten en drinken zouden veel mensen hun ziel verkopen, tegenwoordig! Al tekende Joseph wel zijn eigen doodvonnis, indien hij deze geheime voorraad af zou staan aan die bloedzuiger: zonder de verborgen levensmiddelen kon hij het de volgende maanden onmogelijk volhouden...Toch kreeg hij langzamerhand het gevoel dat op de zolder de oplossing lag voor zijn moeilijkheden: thuis moest hij dat probleem eens rustig van alle kanten bekijken... Hij had tenslotte nog twee dagen...              

Maar in twee dagen kon er veel gebeuren...Zo kon bijvoorbeeld Leon uit zijn schuilplaats verdwijnen, zonder nog een spoor achter te laten en dan was hij zijn broer misschien voor goed kwijt... Joseph wist niet wat hij over dat verhaal van Martens moest denken. De kerel had deze wonderlijke geschiedenis misschien gewoon uit z'n duim gezogen om hem op stang te jagen: een oude bekende in de chaos van de laatste weken twee maal na elkaar tegen het lijf lopen, zoals hij beweerde, leek wel een zéér groot toeval.

Hoe dan ook, uit wat Martens had gelost kon hij toch opmaken dat Leon de dans was ontsprongen. Fijn zo, dacht Joseph, die echter tot zijn ergernis wat beschaamd moest vaststellen dat dit nieuws hem niet met een dolle vreugde overspoelde. Stak die kinderachtige naijver van vroeger misschien weer de kop op, toen Leonneke nog zo overduidelijk moeders 'febbekakske' was geweest? Hij verwierp onmiddellijk deze belachelijke aantijging: de laatste jaren hadden hen beiden ouder en wijzer gemaakt, hoopte hij. En daarbij, Marie was dood... Samen met haar verdween ook haar oneerlijke voorkeur voor de Benjamin, wat hem vroeger - al dan niet terecht - zo dikwijls had geërgerd. Komaan , zand erover!                                                                             

Maar hij was ondertussen wel erg van zijn broer vervreemd geraakt door die lange harde jaren aan het front, praktisch zonder nieuws van 'thuis'...Dat had hij vooral goed gemerkt toen hij hem vorige herfst op de Lüneburger Heide uit het spinnenweb van dat hoertje Hélène had bevrijd...Akkoord, die beschamende druiper-affaire had iedere spontane ontboezeming in de weg gestaan, maar zelfs gedurende Leons wekenlange logeerperiode in Dahlem, hadden ze met elkaar geen enkel ongedwongen gesprek 'van man tot man' kunnen voeren...En Joseph herinnerde zich eveneens wat verveeld hoe achterbaks hij broerlief in oktober eerst naar de 'Kriegsmarine' had afgeschoven en later naar de 'Langemarck'. Zuiver uit jaloezie! Enfin, de kleine had het overleefd: dat was het voornaamste...           

Hoe het nu verder moest gaan, zouden ze wel zien. Mogelijk dat ze zich met z'n tweeën samen beter door de komende moeilijkheden zouden slaan: dat hing er wat van af hoe erg Leon gekwetst was geraakt bij de laatste gevechten...Martens had gesproken dat die Hollandse beunhaas een groepje lichtgekwetsten uit het lazaret had gevist...Maar in hun onderlinge verhouding zou Joseph het met z'n broer zonder z'n vroeger prestige van SS-Oberscharführer en zijn voetstuk van frontstrijder moeten stellen...En ook zonder z'n poot! Al deze handicaps deden hem wat opzien tegen een toekomstige ploegvorming met zijn jongste broer...En als de kleine zwaarder verminkt moest zijn dan Joseph, kon dit wel eens een blok aan zijn been worden. In het omgekeerde geval zat het er dik in dat Leon, met z'n berenlijf en ondanks het leeftijdsverschil, het leiderschap van de ploeg zou opeisen. Ja-ja, dacht hij bitter, in het land van de blinden is éénoog koning!                                               

De toch slechts lichte helling van de Albrechtstrasse pakte hem nog steeds op de adem, als om hem eraan te herinneren dat hij fysiek niet veel meer voorstelde. In elk geval te weinig om het tegen een beer als Martens op te nemen, of met hem op de vuist te gaan...De blote vuist, wel te verstaan...Maar met een mes ? En bij verrassing ?...Daarover moest hij nog eens goed nadenken...Als die walglijke vent werkelijk gevaarlijk werd, viel zo'n "Endlösung" ernstig te overwegen...En op de koop toe was hij daarbij moreel gedekt door de banbliksems van zijn baas Kaltenbrunner om elke verrader van een SS-wapenbroeder met de dood te bestraffen ! Wel dan ,waar wachtte hij op ?! Een kwestie van zuivere zelfverdediging! ...Enfin, hélemaal zuiver was het misschien niet, maar..."à la guerre comme à la guerre", nietwaar...                                                     

Thuis gekomen sloot hij zich op in zijn kamer om aan de bakerpraatjes over kleine Günter te ontsnappen en wierp zich gekleed op bed om rustig een uitweg te zoeken uit het wespennest waar Martens hem had ingestort. Maar welke meesterlijke combines hij ook uitdacht tussen de schat op zolder en het aanstaand bezoek van dat varken, ze eindigden allemaal op de punt van een mes...         

In Godsnaam dan maar ? Met een mes ?                                                     


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
01-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
21-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 324
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C38BIS: TOUWTREKKEN OM BERLIJN.             

Toen Generaal Jodl op 7 mei om 01.45 u 's morgens in Reims de overgave tekende van alle Duitse troepen, had dit moeten volstaan om de oorlog officieel op 8 mei om middernacht te beëindigen. De Russen stonden er echter op de ceremonie met meer heisa op 8 mei om 14.00 u nog eens over te doen in de technische school van de Oost-Berlijnse voorstad Karlshorst, lauter omdat hun vertegenwoordiger bij Jodl in Reims slechts de graad had van generaal-majoor.

Stalin vond dat deze eer aan maarschalk Zjoekov, de overwinnaar van Berlijn, toekwam. Eisenhower weigerde in deze show mee te spelen en stuurde er zijn plaatsvervanger, de Britse Lucht-maarschalk Tedder op af. Deze eerste confrontatie verzandde al vlug in een babylonische spraakverwarring ,omdat de Russen twistpunten tot dogmatische symboliek verheven wat de Westersen pietluttig muggenneuken vonden. 

Tenslotte werd na urenlange discussie dan toch overeen gekomen dat de generaals Spaatz en de Lattre de Tassigny enkel zouden tekenen als getuigen voor respectievelijk de USA en Frankrijk.

Binnen in de zaal protesteerde de Lattre echter omdat de podiummuur enkel met de vlaggen van de drie grootmachten was versierd: er ontbrak de Franse glorierijke "tricolore"!  Weer verliepen kostbare uren voor de Russen dit protocollaire euvel konden verhelpen terwijl  maarschalk Keitel zich met zijn Duitse delegatie in een zijkamertje zat te verkneukelen. Toen "de Vier Groten" het iets voor middernacht dan toch eens werden om te tekenen bleek dat generaal de Lattre, na zijn vlag, nu ook zijn pen was vergeten en moest er één van Zjoekov lenen...De show lukte tenslotte een stuk Nà middernacht ,dus op 9 mei 1945 , en niét op 8 mei : de vrede begon met een leugen...               

Het voor de hand liggend gevolg van de Duitse capitulatie was de bezetting van het Derde Rijk en de verdeling van Duitsland, Berlijn, Oostenrijk en Wenen in sectoren zoals voorzien in het "Eclips-plan". Elk van de overwinnaars kreeg de uitsluitende heerschappij in zijn eigen sector, ook al was het burgerlijk bestuur over het Groot-Duitse Rijk (inclusief Oost-Pruisen, de Poolse corridor én Oostenrijk! ) wettelijk nog in handen van de centrale spookregering van Grossadmiral Dönitz!  

De Russen losten dit probleem in hùn zone kordaat op door reeds op 30 april (dus nog vóór de val van de hoofdstad ) de oude Duitse communistische garde onder leiding van Walter Ulbricht en Otto Grotewohl uit Moskou naar Pankow bij Berlijn te laten overvliegen en hen met de voorbereiding van het burgerlijk bestuur in de sovjet-zone te belasten. Op de lagere posten stelde Ulbricht weliswaar onbesproken, maar ook politiek totaal onervaren "bourgeois-antifascisten" aan. Belangrijke functies reserveerde hij echter voor zijn partijgenoten, ook in de Berlijnse sectoren die later door de geallieerden zouden worden overgenomen.                            

De Westersen treuzelden nog tot twee weken na de capitulatie voor ze op 23/5 heel de regering Dönitz van oorlogsmisdaden beschuldigden en onder arrest stelden. Voor de rest moesten alle oorspronkelijke burgerlijke bestuurders onder voogdij van een militair voorlopig voort werken, in afwachting van een onderzoek naar hun nazi-verleden. Maar eerst moest in Berlijn en Wenen de Allied Control Authority, als vervanger van de centrale Dönitz-regering, haar zetel krijgen. En daarmee begon het touwtrekken tussen de overwinnaars dat gaandeweg zou leiden tot de koude oorlog.                                                   

Want de Russen wilden de aankomst van de Westerse pottenkijkers in Berlijn zo lang mogelijk uitstellen om er nog tijdig de laatste waardevolle fabrieken te kunnen ontmantelen en naar de USSR te verschepen. Door het "recht van verovering" lieten zij uitschijnen de stad in eigendom te hebben en de geallieerden slechts het statuut van onderhuurders of genodigden te kunnen toebedélen. De Westersen lieten echter, in de daaropvolgende oeverloze discussies, beleefd verstaan bij hùn overrompeling van West-Duitsland ook 40% van de toekomstige sovjetzone te hebben veroverd: zij wilden zich daaruit wel terugtrekken, maar dan gelijk oversteken a.u.b!  

De pesterijen begonnen pas goed toen de Amerikanen de voorhoede van hun installatiepersoneel op 23 juni over de autobaan door de Russische bezettingszone naar Berlijn wilden sturen. Ofwel beweerden de sovjets eerst de bruggen te moeten inspecteren, ofwel (en dat was nog een betere vondst) hadden de plaatselijke commandanten zogenaamd geen weet van enig geallieerd doorgangsrecht: alle uitvluchten waren goed om de colonnes tegen te houden of hun bewegingsvrijheid te beperken. De Britse en Franse pogingen om hùn sector te bereiken liepen nog faliekanter af. Daarop stelde de moegetergde generaal Patton voor om met zijn 3.Tankleger eventjes vanuit Beieren naar Berlijn door te stoten teneinde "those red bastards" wat tafelmanieren bij te brengen...De geschokte Eisenhower riep hem echter onmiddellijk tot de orde!                  

Slechts het met rasse schreden naderen van de voor medio juli geplande ontmoeting van de "Grote Drie" in Potsdam bracht wat schot in de zaak. De Amerikanen voerden de forcing: gewapenderhand namen ze in de nacht van 4 op 5 juli bezit van hun sector en stelden de Russen bij het ontwaken voor een voldongen feit. De volgende uren stonden de ex-bondgenoten met getrokken messen tegenover elkaar en ook de Berlijners hielden verschrikt de adem in. Maar toen de befaamde Amerikaanse 2.Pantserdivisie, de "Hell on Wheels", zich kordaat via de Autobahn een doorgang naar Berlijn forceerde ,toverden de Russen plots hun breedste glimlach te voorschijn, jongensachtig fier op de lol die ze de laatste twee maanden hadden geschopt!  Misschien was Pattons voorstel dan toch niet zo idioot geweest als het op 28 juni had geleken...         

De Russen speelden echter heel onverwacht een troefkaart uit door doodleuk te stellen dat, nu de geallieerden hun sectoren hadden bezet, zij eveneens verantwoordelijk werden voor de voedselvoorziening van de bevolking, t.t.z. één miljoen hongerlijders in een voor 80% vernielde stad!  Normaal betrokken de Berlijnse markten hun verse eetwaren uit het wijdomliggende platteland, dat nu echter door de Sovjets was bezet. Van daaruit waren de Russen er de voorbije twee maanden in geslaagd de Berlijners een dagrantsoen te bezorgen dat "volgens de civieke verdienste" in vijf klassen varieerde tussen 800 en 1250 calorieën. Vieze vettige maïskoeken, gedeshydrateerde aardappelen en gedroogde vis werden weliswaar aan alle tafels niet met de zelfde geestdrift verorberd, maar bij de intocht van de geallieerden was er zeker geen sprake van hongersnood.

De stedelijke administratie stond weer min of meer op poten en de Russen hadden het nazi-systeem van de stratenblok-oversten nog uitgebreid tot het benoemen van een opzichter per woonblok. In de meeste hoofdstraten waren de bomtrechters gevuld en de puinhopen opgeruimd door mierennesten opgeëiste burgers, in hoofdzaak vrouwen. Aan het herstel van de rioleringen en het gas- en elektriciteitsnet werd volop gewerkt, maar de voornaamste centrales om deze te voeden lagen buiten de stad, in de sovjetzone...In een paar voorsteden werkte hier en daar zelfs de waterleiding weer, ook al was het schaars bedeelde bruine vocht een gevaarlijke bron voor besmettelijke ziekten.           Vanaf 6 juli konden de Berlijners zich dus aan de hooghartige Yanks gaan vergapen die gaandeweg het straatbeeld in hun sector veranderden. De slungelachtige G.I.'s in hun belachelijke jeeps-met-zwarte-chauffeur staarden echter als indolent herkauwende kalveren dwars door hen heen: " No fraternisation! " was het parool...

Maar deze aanvankelijke stugheid smolt vlug weg, eerst tegenover de onbeschaamd-bedelende blonde straatjeugd, wat later tegenover hun iets oudere zusters, die prompt de ruggen rechtten als achter hen met lange uithalen brutaal-bewonderend gefloten werd...                                     

Op 11 juli vergaderde de drieledige " Kommandatura" voor de eerste maal en bereikte moeizaam een voorlopig vergelijk over de stedelijke bevoorrading in voedsel en brandstof. De volgende dag trokken de sovjettroepen zich terug uit de westelijke sectoren. Buiten de nog steeds geldende avondklok (van 23.00 tot 06.00 uur) bleven de sectorgrenzen echter open, wat onmiddellijk aanleiding gaf tot een hele rits bloedige incidenten. De Russen hanteerden immers het uur van Moskou terwijl de geallieerden op Greenwich waren afgestemd!  Amerikanen die bij valavond in de 'andere' zone werden aangehouden lieten zich dit niet zonder meer welgevallen ;idem voor de Russen bij het ochtendgloren...Pas op 1 augustus kwam de Kommandatura overeen om voor Berlijn over te schakelen op de Centraal-Europese tijd.       

Op de welig woekerende zwarte markt hoefden de Duitsers de onberekenbare Russen niet langer te vrezen en beschouwden de G.I's al vlug als hun beschermheren, later als hun melkkoeien. Overal langs de sectorgrens schoten geïmproviseerde ruilbeurzen uit de grond waar burgers hun niet-levensnoodzakelijke bibelots gingen "tauschen" tegen zaken van praktisch nut, vooral vleesconserven en...sigaretten. De Yanks waren verzot op Leica fototoestellen en antieke kunst, de Russen trachtten er de laatste polshorloges en vulpennen te bemachtigen. De "Reichsmark" speelde daarbij zelden een rol (want de bange Duitsers aanvaardden geen bezettingsmarken die hen te erg aan de inflatie van 1923 deed terugdenken), 'Players', 'Lucky Strike' en 'Chesterfield' des te meer.         

Dit bezettingsgeld was een àndere bron van wrijving tussen Oost en West. De Russen hadden hun rotatieven vrolijk laten draaien om er o.a. drie maand achterstallige soldij van hun troepen in Duitsland mee te betalen. Deze marken waren echter niet omwisselbaar tegen roebels, zodat hun soldaten wél bulkten van het geld maar het niét konden overmaken naar huis. De Amerikanen daarentegen mochten hun bezettingsmarken wél converteren in dollar waardoor er een wankele zwarte wisselkoers ontstond tussen de Reichsmark, het bezettingsgeld, de dollar en de roebel. Wat later kwam het Britse Pond en de Franse Frank de verwarring nog vergroten ! Daardoor betaalde de Amerikaanse belastingbetaler in feite het bandeloos verteer van de Roodgardisten!  

De U.S.Military Police hield dan ook om de haverklap razzia's bij deze illegale wisselagenten en namen er het bezettingsgeld van de Russen in beslag... De sovjet-patrouilles pluimden uit wraak dan weer de G.I.'s die in de Russische zone met hun sigaretten en cornedbeef dure Leica's en Saksisch gleiswerk - meestal waardeloze namaak -  hadden "gekocht"... De controle aan de sectorgrenzen werd daardoor steeds strenger om tenslotte uit te monden in een sluiting.

Zo kwam langzaam de infernale spiraal van de 'Koude Oorlog' op gang waar de modale Berlijner uiteindelijk het slachtoffer van werd.                                                                         .                                            


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
21-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
20-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 323
Klik op de afbeelding om de link te volgen

EINDELIJK VREDE ?

De stemming tijdens het eten was wat kil en Joseph besloot na de middag zelf eens op nieuwsjacht uit te trekken, nu Vati het verdomde hem nog iets te vertellen over z'n bevindingen bij de pomp. De Russen schenen wat uitgeraasd na de losbandigheden van de laatste dagen, en hadden hun interesse verschoven van het rijden op "Frau!" naar idem-dito op een stalen ros. Hij kon dus met een gerust hart even weg , zonder direct een inval in huis te moeten vrezen. Hildegarde keek wel wat schichtig, maar hij kon hier toch niet eeuwig de wacht optrekken bij haar voordeur. Voor alle zekerheid liet hij zijn kunstbeen thuis en vertrok op de onhandige krukken: hoe sjofeler hij eruit zag, hoe kleiner de kans dat ze hem op straat zouden lastig vallen.                              

Na de hevige stortbui van vorige avond was het aardig wat frisser geworden buiten, maar de zurige lijkenstank verpestte nog steeds de hele buurt. Libovitz was met zijn groepje 'Parteigenossen' nog even kalm aan het puin ruimen en erg veel waren ze nog niet opgeschoten, maar ditmaal kon er wél een vriendelijke groet af: de kleine Günter zal er waarschijnlijk voor iets tussen zitten, dacht Joseph.               

Aan de hoek twijfelde hij een ogenblik of hij rechts de Albrechtstrasse omhoog zou nemen in de richting van de citerne,  maar besloot toch maar naar links af te zakken, naar Steglitz-Bahnhof en het Rathausplatz. Aan de overkant stond een ploeg bij de ingestorte apotheek het voetpad vrij te maken en de grote gevelbrokken op de straatweg met voorhamers stuk te kloppen. Joseph vroeg zich af of ze de lijken van de 'Langemarcker' en de vrouwelijke soldaat al van de derde verdieping hadden gehaald...Die sukkelaar Jan Van Rennen... Bij gelegenheid moest hij het dagboek van die jongen toch eens trachten te ontcijferen en de twee brieven die hij in de broodzak had gevonden...Misschien kon hij later een woordje sturen naar de familie, als de algemene toestand wat verbeterde...Hen thuis van de bange onzekerheid afhelpen... Voor een échte SS-er was sneuvelen tenslotte minder erg dan doodhongeren in één of ànder Russisch gevangenkamp...                                

Even trok in de traag voorbij sjokkende groepjes Saksische vluchtelingen een hoge boerenkar bespannen met twee paarden zijn aandacht. De vermoeide menner op de bok droeg het versleten uniform van een Franse krijgsgevangene en tegen zijn schouder lag een jonge vrouw te slapen. Vanonder de vaal grijze huif staarde een dreumes van een jaar of drie-vier Joseph recht in het gezicht, alsof het kind niet verwacht had in de Grote Stad een mankepoot op krukken tegen te komen. Opzij van de bok wiegde aan een bezemsteel de Franse driekleur slap mee met de schokken van de knarsende wielen in het beschadigde wegdek... Joseph kon wel raden dat die besnorde Jules er met zijn boerin vanonder trok, maar wat wil je: die man werkte misschien reeds vijf jaar als krijgsgevangene op de hoeve, waarvan de boer ergens in de verre vreemde was gesneuveld... L'amour, toujours l'amour, nietwaar! ...Als hij maar voor dit "slapen-met-de-vijand" van de patriotten thuis geen last gaat krijgen...Want volgens de geruchten kregen de vrouwelijke "bijslapers" in Frankrijk door de verzetshelden een gratis scheerbeurt aangeboden ;vraag was wat hun mannelijke soortgenoten bij hun terugkeer uit Duitsland konden verwachten... 

En nu maar trachten met je zondig gezin, "cette Boche" en haar jong, in Straatsburg over de grens te geraken...Ik weet niet of het er echt inzit, beste man, maar in elk geval: " Bonne chance! "...                                                                                         

Verderop in de straat waren nog verschillende puinploegen aan de slag en de rijbaan was er volledig vrijgemaakt, op de wrakken van de twee uitgebrande T 34 tanks na. Ook de zware versperring onder het viaduct van de spoorwegberm, waar voor tien dagen nog dat groepje HJ-soldaatjes in flarden werd geschoten, was nu samen met de lijken discreet van de aardbol verdwenen...                           

Toen hij onder het donkere viaduct uit wandelde, leek een nieuwe wereld voor hem open te gaan. Het plein tussen Bahnhof en Rathaus wemelde van ontluikend leven. Tegen de geteisterde toren van het stadhuis hing een reusachtig plakkaat met de grijnzende kop van vadertje Stalin, " Sieger des bestialen Faschismus": je kon er onmogelijk naast kijken...Over de volle breedte van de Schloss Strasse bejubelde een schreeuwerige slogan op een rode banderol het glorierijke Sovjetleger en in de parterre voor het station waren werklieden bloemen aan 't planten rond een houten hamer-en-sikkel-grafmonument, ter nagedachtenis van de vele gesneuvelde helden. Russische helden, wel te verstaan...               

Over de Schloss Strasse reden gestaag de legervrachtwagens in colonne op en af, hier en daar onderbroken door panjekarren bespannen met één of twee vrolijk trippelende steppepaardjes. Maar de blikvanger stond midden op het drukke kruispunt : een opgepepte vrouwelijke sovjetsoldaat regelde er het verkeer, twee vlaggetjes zwaaiend met de fikse snokkerige bewegingen van een keurgymnaste. De trommelmitraillette op de rug scheen haar daarbij helemaal niet te hinderen en af en toe bracht ze de voorbijrijdende oversten lachend een snedig saluut.

Al met al kreeg deze 'straatmadelief' veel bekijks van de grauwe voetgangers, die nochtans tijdens de laatste oorlogsjaren veel Duitse vrouwen het uniform van hun mannelijke collega's hadden zien aantrekken. Maar vrouwelijke militaire politie: dit was iets nieuws ! Een vrouw met een mitraillette ,een "Flintenweib" !     

Als de Duitse soldaten vroeger zo'n paar "Flintenweiber" gevangen namen ,of jonge jodinnen uit de steppedorpen ,mochten die nog drie weken (en niet méér) in een frontbordeel meedraaien vooraleer ze door het commando wegens hygiënische redenen geluidloos "vervangen" werden...Voor zover je een nekschot geluidloos kunt noemen, natuurlijk...In de rustkantonnementen àchter het front werd de aanvoer van vers meisjesvlees altijd smekkend becommentarieerd ,maar geen kat durfde na te denken hoé ,wààr en in wélke omliggende ravijn de versleten "Anusjka's" beseitigd werden...Ach ,voor de repos-du-guerrier zal wel in alle legers op een zelfde manier gezorgd worden...De Russen zullen met de gevangen Duitse "Blitzmädel" (telefonistes) vàst op een gelijkaardige manier zijn omgesprongen, meende Joseph...                        

Hij schudde de deprimerende gedachte van zich af: dit meisje hier was blijkbaar zonder kleerscheuren door alle rottigheid heen gerold...De zielige sjokkende stroom karren met 'Ostvertriebene' liet ze enkel het kruispunt oversteken, als heinde en verre geen Russisch verkeer te bespeuren viel. Het waren vooral deze opstoppingen die op het Bahnhofplatz voor een ongewone drukte zorgden.

Maar het meest opvallende bewijs dat het openbare leven als een feniks uit de nog warme assen opstond, vond Joseph in de ateliercamions van de Berlijnse trolley-bussen, waarvan de technici het luchtnet van voedingskabels vernieuwden en de afgeknakte steunpalen vervingen. Eindelijk een sprankje hoop op een toekomstig hervatten van een min of meer normaal bestaan!                                    

Hoe dit 'normaal bestaan' er overigens zou kunnen uitzien, moesten de mensen uit de "Berliner Nachrichten" opmaken, een krant van vier bladzijden die op een rood geschilderd uithangbord bij het Rathaus stond uitgeplakt en waarvoor een tiental nieuwsgierige lezers samentroepten. Het begon Joseph op te vallen dat de Sovjets alles wat ze aan de ogen van de bevolking opdrongen stevig rood schilderden, als om hen er goed van te doordringen dat rood de kleur van de toekomst was, en zij de meesters waren.                                           

Met moeite trachtte hij zich een weg te banen tot voor het bord. De Duitse vrouwen, bij wie vroeger een heilige eerbied voor oorlogsverminkten was ingehamerd, gunden hem nu slechts een korte misprijzende blik over de schouder, toen hij zich met een beleefd " Kriegsbeschädigde! " voorzichtig een plaatsje vooraan probeerde te veroveren. De tijden waren wel veranderd...Misschien droegen ze hun haat tegenover de Russische soldaten over op hun eigen mansvolk, dat hen onvoldoende tegen de geweldplegingen had beschermd, en aan de oorsprong lag van de chaos waarin ze nu moesten zien te overleven...       

Na een paar minuten wringen geraakte hij toch vooraan. De krant dateerde van 9 mei: waarschijnlijk de zelfde uitgave als deze welke aan de citerne was uitgeplakt en waar Neumann het vanmorgen over had...

" Deutschland Kapituliert", blokletterde de voorpagina boven een foto van Feldmarschall Keitel die in Karlshorst de onvoorwaardelijke overgave van alle land-, lucht-, en zeestrijdkrachten ondertekende en daarmee met één pennestreek het Derde Rijk van tafel veegde. 

Vluchtig doorlas Joseph het hoeraproza en plots viel zijn oog op een zinsnede die z'n mond deed openvallen van verbazing: "....ook al de omsingelde troepen in het achterland capituleren, zoals de Atlantische havensteden La Rochelle, Royan, Lorient en Duinkerke..." Dus hadden die verdedigers het daar acht maanden op hun eentje volgehouden, in Duinkerke, op nog geen boogscheut van Westende! Broertje Leon had beter dààr zijn toevlucht gezocht, bij de bevrijding van '44, in plaats van hier aan de Oder de Grote Jan te komen uithangen!                                              

    Maar vooral het landkaartje op de tweede bladzijde, met de frontlijn op het ogenblik van de overgave, trok zijn aandacht. Daarbij vielen hem twee zaken op: eerst en vooral, dat de Amerikanen tot voorbij Magdeburg waren geraakt, op nauwelijks 80 kilometer van Berlijn. Indien die kerels wat meer op de gas hadden geduwd, de laatste dagen, had niets hen kunnen beletten tot hier door te stoten. Waren zij dan soms niet geïnteresseerd in de Rijkshoofdstad, of bestond er een afspraak om deze cadeau te doen aan de Russen ?                  

Indien de laatste veronderstelling juist was, zag Joseph de toekomst maar donker in, want als Stalin hier de baas bleef kon het voor Joseph op den duur héél onaangenaam worden...Hij moest de verdere evolutie van de toestand goed in 't oog houden, vond hij,  en zijn burgervaliesje maar alvast klaarzetten...               

Verder intrigeerde hem de open ruimte tussen de frontlijnen in de oostelijke Alpen: zo te zien waren de Duitsers nog steeds meester in Noord-Joegoslavie, Zuid-Oostenrijk en het Italiaanse Süd-Tirol. Zouden de overwinnaars dan toch bang geweest zijn hun vingers te verbranden aan de mystieke 'Alpenfestung' ? Misschien was de aftocht van de Duitse troepen en hun Balkanvazallen uit dit wespennest naar de Amerikaanse lijnen toe een stuk stugger verlopen dan voorzien ? Het kon daar nog een leuke boel worden, op die smalle bergwegen, met al deze aftrekkende militaire colonnes tussen de vluchtende slierten burgers!                                                              

De vierde bladzijde stond propvol verordeningen voor de Duitse burgerbevolking. Deze over het opdoeken van alle nazi-organisaties en de opvordering van alle partijleden voor de werken van algemeen nut, kende Joseph al van buiten, al had Neumann er nooit bij verteld dat die 'verbranden' eveneens alle wedden, lonen, vergoedingen en pensioenen op hun vette bierbuik konden schrijven... 


"Miljaarde-potverdomme, daar gààt het mooie invaliditeitspensioen voor m'n afgeschoten poot! ", dacht Joseph vol zure zelfspot, al had hij in feite nooit iets anders verwacht...             

De voedselrantsoenering zou vanaf 20 mei 1945 terug ingevoerd worden, maar de rechthebbenden werden voorlopig opgesplitst in vijf groepen. Groep één omvatte alle erkende antifascisten en nazi-slachtoffers, die recht kregen op 1.800 calorieën per dag: veel was het niet, maar je kon ervan leven...Iets dergelijks moest groep vijf, de ex-nazi's, niet verwachten, want dié kregen slechts 800 calorieën per dag...Maar iedereen die aan de wederopbouw en het puinruimen meewerkte, kreeg een bijkomende rantsoenkaart met 1.200 calorieën per gepresteerde werkdag van 12 uur: een hint om niet op je kont te blijven zitten...,of als oudje meteen door het venster te springen, veel méér keus hadden ze niet...                           

Uit pure overlevingsdrang nam Joseph zich voor, zo vlug mogelijk zijn statuut van " Fremdarbeiter" te laten verzilveren met het aureool van erkend nazi-slachtoffer én een gepast baantje te zoeken:  hij had aan het front al genoeg honger geleden!                                  

Prijzen - ook huurprijzen - wedden en lonen werden geblokkeerd op het niveau van 1 januari 1945 en de Reichsmark bleef voorlopig in omloop...                                                                                                   

" Tiens-tiens, mijne groete patron Petré! ", bromde een lage mannenstem achter zijn rug.                  

Joseph schrok zich een beroerte... Bliksemsnel keek hij om. Hoe kénde die vent hem ?... Die kop zegde hem niets: een éénoog met een rosse baard...Nooit gezien!                           

  " De vuile colle-pot in den hoek..." ,grinnikte de andere: "Al die schone speechkes van Ward Hermans en konsoorten voor ons maandbladje..."       

Nu herkende hij de sarcastische plooi om de mond en de valse, spottende blik in dat éne oog...Het buikschot met de grote bek,  die op de redactiekamer de teksten voor "De Vlaamse SS Man" aan elkaar plakte!                                                                                  

"Martens, verdomme ?...Wat doet gij hier ?!"                

" Kalmkes aan, Winnetoe! ...Martens is dood, gevallen op het veld van eer, zoals ze zeggen, voor Vlaanderen en Christus...Een berkenkruis met A.V.V-V.V.K., weet ge wel ?...Ik heet nu Jansen, ...Herman Jansen...En gijzelf, Groot Opperhoofd ? Ook fameus gedegradeerd, zie ik! "                                                               

Hij trok zijn ex-ondergeschikte vlug weg uit de groep lezers, die echter nauwelijks aandacht hadden geschonken aan hun vreemd taaltje.                                        

" Komaan, heu...Herman Jansen: de vijand luistert mee!  Onze soldatentijd is voorbij en ik zie tot mijn groot genoegen dat ge er nog deftig zijt door gerold...op dat oog nà dan..."                     

" Tot uw groot genoegen ?... Niet overdrijven, hé Winnetoe!  Ik durf wedden dat ge me hier op staande voet naar den duivel wenst: een lastige getuige van 'Uw Zondig Verleden", die kunt ge missen lijk de pest! ... Ik ook, ten andere..."                                          

Joseph meesmuilde wat, zonder er evenwel op in te gaan. Maar als die Martens-Jansen zo'n last had van zijn zondig verleden, waarom had hij hem dan verdomme in volle straat aangesproken ?                  

" En droog uw krokodilletranen maar voor dat oog van mij..." Hij hief het zwarte klepje op en aan zijn gezichtsvermogen bleek niets te mankeren." Dat spel is een stuk van m'n uitgangsuniform:  als ik thuis kom steek ik het op zak. Ik verwissel het wel iedere dag van kant, om niet scheel te zien, op den duur...'t Is zo al moeilijk genoeg om met twee open ogen de wonderen van de rode wereldrevolutie te volgen, hé!  Laat staan wat het zou zijn moest ik dubbel zien!  Maar ik merk dat het bij u ook carnaval is en dat ge uwen zondagse poot in de kast hebt laten staan, hé Winnetoe..."                       

    " Is dat de nieuwe stijl, dat Winnetoe-gezever ?", vroeg Joseph wat geërgerd. Hij had die vent nooit gemogen: te groot, te sterk, en op de koop toe te brutaal.                                  

" Ha Baas, maar weet ge dat dan niet ? Op den bureau noemden wij u altijd zo...De Winnetoe ! Achter uw rug, wel te verstaan, want toen waren we nog bang voor uw graad, hé...Oberscharführer Petré was wel wat te lang voor zo'n klein boerke lijk gij, nietwaar ?..."                                                          

Die hufter legde het er werkelijk op aan hem op z'n paard te krijgen!  De wraak van de zuigeling...               

" En hoe gaat het met ons Philomeentje ? Nog altijd een pront wijfke ?...Doe haar de groeten van de colle-pot, als ge wilt! "          

" Phil is dood! ",onderbrak hij ijzig het onbeschofte gesar van die vent.        

Even hield de andere verrast zijn mond.             

" Ja ?...Zie Baas, dat vind ik nu oprecht jammer,  serieus..."       

Hij scheen het echt te menen, maar kon niet nalaten er aan toe te voegen: " Ge weet het misschien niet, maar voor dat gij verleden jaar de Grote Manitoe werd op onzen bureau, heb ik langen tijd achter haar rokken gelopen... Och, wees gerust: ze moest me niet hebben,...ik weet niet waarom...Maar 'k heb er altijd van gedroomd haar in m'n beddebak te trekken...Van gezicht was ze wel niet van de netste, zelfs verre van, met die paardenkop vol pokkegaten...Maar wat een heet lijf, hé! ...Zo'n ferme poep, miljaarde! ...En dan die bumpers, hé! ..."       

Joseph vond het nu welletjes: " Phil is vermoord door de Russen, Martens!  Hou die vuile praat dus maar voor u!  Een beetje respect voor de doden zou u geen kwaad doen! ...En zeker niet voor zo'n brave ziel, die ge...goed gekend heb, gelijk ge beweert!  Ik kan niet zeggen dat het mij plezier deed u weer te zien...Salut! "               


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
20-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
19-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 322
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

 C38 OVERLEVEN TOT ELKE PRIJS.

 

            Steglitz, van 6 tot 12 mei 1945.

Tijdens de week van zondag 6 mei bereikten de Russische uitspattingen en baldadigheden hun hoogtepunten en al wie niet absoluut de straat op moest, dook weg in de donkerste hoek van de kelder, als een radeloos konijn in zijn hol. Niet dat het veel hielp, want de oversexte losgeslagen soldateske schuimde dagenlang hele wijken grondig af, op zoek naar 'trofeeën', jong vrouwenvlees en sterke drank, en dan nog liefst een combinatie van deze drie opwindende ingrediënten samen.

Daarbij kon je niet zeggen dat ze erg kieskeurig te werk gingen. Polshorloges, zakuurwerken en...keukenwekkers lagen bij iedere Rus het best in de markt, kort gevolgd door ringen, juwelen en mondharmonica's bij een meer kunstzinnig onderdeel van de troepen. De meeste vrouwen lieten de oude buurman met zijn tang hun weerbarstige trouwringen afknippen, want er werd in de kelders gefluisterd dat de ongeduldige soldaten al eens met de bajonet een vinger durfde afhakken als het gewone aftrekken niet vlug genoeg lukte. Tenslotte, welke waarde had dat symbool van echtelijke trouw nog in een tijd van collectieve verkrachtingen, als men wist of vreesde dat de heer des huizes ergens in het buitenland - tussen Noorwegen ,Libye en de zeven wereldzeeën - reeds lang naar de eeuwige jachtvelden was vertrokken ?...

Dergelijke échte of vermeende weduwen keken dan ook  meestal minder paniekerig aan tegen de abrupte avances van al deze bronstige Russen. Temeer daar ze de laatste dagen hun voorzorgen hadden kunnen nemen, en een paar liter boorwater bij de hand hielden tegen het gevaar van besmetting en bevruchting. Als ze dan onverhoopt een stinkende Mongool over de vloer kregen die zijn lust in een 'Frau! ' uitschreeuwde, hoefde dat niet noodzakelijk een ramp te worden: misschien kende de jongen zijn manieren en beet hen niet te bloedig in de hals...En de ongenode gasten een borrel aanbieden om hen van hun vleselijke lusten af te leiden kon soms korte tijd soelaas bieden, maar meestal liet dat compleet uit de hand. Want bij één borrel bleef het niet: die mongolen zopen àlles wat in een fles zat en min of meer geestrijk rook. Ook de brandalcohol voor de kookvuurtjes die 'wettelijk' in alle Berlijnse schuilkelders aanwezig moest zijn...Waardoor veel van die woestelingen hun geboortedorp nooit meer terugzagen, simpelweg omdat ze blind waren geworden... Dit was misschien één van de oorzaken die de legerleiding er na een week toe aanzette de troepen in de kampementen te consigneren. Maar ondertussen was het kwaad geschied en zwol de zelfmoordgolf, die uit de hysterie van de godendeemstering was geboren, aan tot waanzinnige proporties.

Door het rudimentaire vlaggenvertoon aan de voordeur, vrucht van Hildegardes huisvlijt, was de 15B aan veel miserie ontsnapt. En omdat Joseph als beschermheilige door de dankbare Weimars zo de wolken werd ingeprezen, besloot hij grootmoedig met een Rodekruispakket vanonder Dahlmanns bed voor sinterklaas te spelen.

En opgetogen dat ze waren: Vati stak met gesloten ogen genietend een Lucky Strike op en Hildegarde leek tien jaar te verjongen met haar doosje zoete condensmelk.

"Mensch!  Herr Josef!  Wo holen Sie das denn her ?"

Maar hij wimpelde hun hebberige nieuwsgierigheid geheimzinnig lachend af. Ze moesten het eens weten! Ze zouden hem op staande voet de kop inslaan!

 

Toen Neumann de volgende middag Vati kwam ophalen voor hun dagelijkse tocht naar de citerne, kregen ze een nauwkeurig overzicht van al de gruwel die in het omliggende was gebeurd. De plunderingen en verkrachtingen werden er nogal dik opgelegd, vond Joseph. Maar na wat rond-de-pot-gedraai, over de tricolore vlaggen en de schijnbare onschendbaarheid dat het 'Russisch' plakkaat aan de voordeur van 15B bezorgde, kwam eindelijk de aap uit de mouw:...

In de kelder van het vernielde huis naast de Neumanns had de kleindochter van de Krugers - "de vroegere blokoverste, je weet wel..." - gisteren een baby gekregen, haar eerste. Frau Libovitz had met nog twee andere vrouwen bij de bevalling geholpen en moeder en kind waren in leven, zonder meer...Maar in dat donkere vochtige hol kon die sukkel toch niet blijven liggen, nietwaar...daarom moest hij vanwege de buren vragen of deze arme schapen niet voorlopig hier hun toevlucht konden zoeken, kwestie van even tot rust te komen, begrijp je ?...Het appartement van 'die Belgier' - hij bedoelde de familie De Bens - was toch vrij, nietwaar, en dààr zouden de Russen het vrouwtje niet zo vlug lastig vallen, hé...Als de mannen van de buurt de handen in elkaar sloegen, kon er nog vandaag één slaapkamer bewoonbaar gemaakt worden...

"Wat denk je ?" vroeg Neumann zogenaamd aan de Weimars, maar ze keken alle drie peilend naar Joseph. Ze begrepen ook wel dat de broze onschendbaarheid van het huis helemaal van hém afhing en dat hij als énige officiële bewoner van het appartement zijn veto kon stellen...Maar Joseph vreesde vooral dat, indien er nóg meer Duitsers bescherming zochten onder de Belgische driekleur, de wijn zódanig aangelengd zou worden dat de Russen het niet meer zouden slikken...    

Omdat hij niet stante pede antwoordde, suggereerde Neumann voorzichtig: " Die Gerda könnte Ihre Ehefrau sein...Zwanzig Jahre, und ein hübsches Mädchen..." Maar toen Joseph verontwaardigd opkeek, corrigeerde de oude vlug: "Solange die Russen hier sind, meine ich...Den Soldaten gegenüber könnten Sie ein Ehepaar vorstellen, verstehen Sie ?"

Ja-ja vent, trek nu je staart maar in!  Phil ligt nog maar pas onder de grond en ze wilden hem al een àndere vrouw aan z'n been lappen!  En dan nog wel één die juist een blètend snotjong gekregen heeft!  Stel je voor: hij had al last genoeg om voor zichzelf te zorgen...Nee, bedankt!  Vooral omdat niemand er zéker van was dat haar echtgenoot, na de geallieerde landing in Zuid-Frankrijk, tijdens de gevechten in de Provence inderdaad gesneuveld was. Zijn laatste verlof dateerde van augustus vorig jaar en sindsdien had niemand meer van hem gehoord...Maar ze hadden evenmin het zo gevreesde 'Führerbericht' ontvangen, of een standaard doodsbrief van zijn compagniecommandant. Die jongen kon voor het zelfde geld gevangene zijn van de partizanen of de Amerikanen. Of gedeserteerd en hier binnen een maand voor de deur staan...

"Nee, nogmaals stevig bedankt" dacht Joseph: "Aan mijn lijf geen polonaise! "

Neumann zag dat het de verkeerde kant opging en deed er in zijn verwarring nog een schepje bovenop: Oma Kruger kon met haar kleindochter meekomen om voor haar te zorgen ;Joseph zou van die mensen helemaal geen last hebben ...Een oma ? Ook dàt nog!

Hij keek de zwetende oude man nors aan: was Opa Kruger niet die nazi die zoveel poeha had verkocht toen hij met Phil bij de familie De Bens wilde intrekken, een maand geleden ? Omdat er zogenaamd duizenden "ausgebombte Berliner" geen dak boven hun hoofd hadden, en dié normaal voor gingen ? Waren dat niet zijn eigen woorden geweest ?

Neumann wist niet meer waar hij moest kruipen: Herr Josef moest toch begrijpen dat de omstandigheden toén helemaal ànders lagen hé ? Nù, met de terreur van de Russen op straat, en zónder de hulp van Herr Josef dreigde dat kind in haar donker hol te creperen.

Joseph begreep dat hij zijn rol van nazi-slachtoffer niet té ver moest drijven. Nou, Okee...gaf hij grootmoedig toe, maar dan wél op twee voorwaarden: als de familie De Bens terug moest komen, dienden zij onmiddellijk de plaats te ruimen, en van de inboedel mocht niets verdwijnen, "als ge begrijpt wat ik bedoel..."

"Aber selbstverständlich, Herr Josef!  Es sind doch nette Leute, und keine Gauner (gauwdieven)!...Der alte Kruger war vielleicht ein Nazi, aber er ist immer sehr korrekt mit uns gewesen...Und jetzt hat er Wurst an diese ganze Scheisspolitik, glauben Sie mir! "...

Nogal wiedes, dacht hij: wie het nu nog niet begrepen heeft, leert het nooit!  Al moest je bij die oude ijzervreters van niéts meer verschieten. Hij wierp Vati een vragende blik toe, maar die wilde zich duidelijk liever op de vlakte houden.

"Goed dan, " zei hij tegen Hildegarde ;"Neem de kamer van de twee dochters maar...Maar leg in hemelsnaam een tafelzeil op dat ene bed: ik zou niet willen dat er vlekken op de matras kwamen...je weet wel..."

" Wird gemacht, Herr Josef, " stelde ze hem gerust, " Keine Angst! ...Und herzlichen Dank! "                                                     

Neumann was nog maar pas samen met Vati vertrokken om water te halen, of Bompa Kruger ging met twee maats aan de slag op de tweede verdieping en Joseph, die gewoon bij hen bleef om een oogje in 't zeil te houden, moest toegeven dat de oudjes bijzonder handig waren in het opruimen van de ravage. Twee jaar lang overleven onder steeds weerkerende luchtaanvallen had hen een zekere routine in dat soort dingen bijgebracht, veronderstelde hij...Hoe dan ook, het ene raam na het andere raakte vlug tochtvrij en ze kiepten emmersvol kalkpuin en glasscherven zonder veel omhaal van twee-hoog de straat op.

Hildegarde vloog er om vijf uur met een paar buurvrouwen in als een witte tornado en tegen het avondeten waren de keuken, de badkamer en één slaapkamer opgeruimd en bewoonbaar.                                                           

De intocht van moeder en kind was een zielige bedoening. Het jonge vrouwtje zag eruit als een spook, vuil en smerig van het kolenstof, en zichtbaar uitgeput van de doorstane emoties. Maar een grondige wasbeurt met het opgespaarde water van drie-vier gezinnen beurde de sloor al wat op en toen ze met haar hummeltje insliep in het hagelwitte bed van Francoise De Bens, dankten Oma en Opa Kruger Joseph met tranen in de ogen "voor de geboden gastvrijheid". Dit zouden ze nooit vergeten...zeiden ze in koor...Ja watte !                                                                           

In de late avond verdreef een hevige wolkbreuk niet alleen de zurig stinkende hitte van de laatste dagen uit de straten, maar eveneens de plunderende soldaten, wat voor iedereen een ware opluchting was. De voorlopig met kartonpapier en planken dichtgespijkerde ramen hielden bijna overal stand onder de gutsende regenvlagen,  maar Joseph dacht bedrukt aan het grote gat in het dak van Dahlmanns rose kamer...Als al die stromen inslaand water de macaroni en het pumpernickelbrood onder het bed maar niet bedierf! ...De matras zou wel de eerste regengolf opvangen, maar hij besloot toch de volgende morgen even discreet op inspectie te gaan.                                            

De sfeer in huis veranderde op slag na de intocht van de Krugers. Ook al hoorde je de kleine nauwelijks, toch waren alle oren gespitst op het minste geschrei dat van de tweede verdieping tot de Weimars doordrong, en de Oma kwam regelmatig bezorgd verslag uitbrengen over de kleur van zijn luiers en de povere melkproductie van haar kleindochter... Günter - zo noemden ze de hummel - zoog niet stevig genoeg, liet geen boertjes zoals een Duitse baby hoorde te doen, en Günter dit en Günter dàt. Joseph werd er tureluurs van en vluchtte naar de roze mansarde van de bisexuele Kapitein Dahlmann.                                                

De matras leek inderdaad wel een spons, maar de kartons onder het bed waren droog gebleven. Voor alle zekerheid borg hij de niet-waterdichte verpakkingen toch maar in de kleerkast, achter de hoerenjurken en het geurige ondergoed. Maar ook het tapijt op de plankenvloer sopte van het vocht. De kamer die hij met Phil bij de familie De Bens betrok lag hier vlak onder: bij de eerste de beste gelegenheid moest hij het plafond daar eens onderzoeken, want met al dat water kon de zoldering het wel eens begeven!  Maar zolang de Krugers daar in de àndere kamers schuilden, bleef hij er liever buiten...                                             

Toen Vati en Neumann van hun tocht naar de citerne terug kwamen, brachten ze sensationeel nieuws mee.

Gisteren, dinsdag de achtste mei, had Duitsland zich definitief en onvoorwaardelijk over gegeven: eindelijk was de oorlog gedaan!  In een schoolgebouw van Karlshorst, een weinig beschadigde voorstad van Oost- Berlijn, hadden de overlevende kopstukken van het Algemene Führerhoofdkwartier de volledige capitulatie van alle krijgsmacht onderdelen ondertekend. Het was voorbij, ... eindelijk voorbij! ...                                      

Hildegarde brak in tranen uit: "Endlich vorüber"..., snikte ze," endlich vorüber...So eine Schande...Al diesen Toten umsonst: eine Schande! ...Ohne diesen Wahnsinn ware unsere liebe Otto und Ilse noch da gewesen! ...Danke, mein Führer ",voegde ze er giftig aan toe, terwijl ze naar haar man loenste.              "Kom-kom, Hildegärtchen", troostte Vati haar," vergeet toch deze zwijnerij en begin nu niet opnieuw over het hoe en het waarom: het is voorbij, en daarmee uit."                                                                    

"Voorbij ?...Ja, misschien," vond Neumann, "maar nu moest de rekening betaald worden voor de gebroken potten, zoals na de Grote Oorlog, met Versailles...Niet de vernielingen die de vijanden ons hebben aangedaan, met alle Duitse doden en gewonden: daar zullen we zelf ons plan mee moeten trekken... Maar alle schade en verliezen aan mensenlevens, die wij bij de vijand hebben veroorzaakt, ja-ja Wilhelm, dié zullen wij moeten vergoeden..."

"Herstelbetalingen, zoals in '18, maar dan wel tienmaal zoveel!  En aangezien we er toén ook nooit in geslaagd zijn de rekening te vereffenen, zal het nu nog tienmaal erger worden dan met de devaluatie van de jaren '20...Weet je nog ? Eén miljard mark voor een klein grijs brood ?!...Neem het van mij aan: het is nog lang niet voorbij, de miserie begint pas!  We hebben een waanzinnig hoog spel gespeeld, tot ver boven onze mogelijkheden, ...én verloren!  Toen Goebbels ons vorige winter vroeg of we de totale Krieg wilden, hadden we moeten weten dat ons "Jawohl! " veel kans had op een totale nederlaag uit te lopen, een totaal fiasco, en totaal failliet...En wie failliet gaat kan zich beter voor de kop schieten, dàt is geweten... Neen-neen, Liebe Frau Weimar, de laatste dode is nog lang niet gevallen, geloof me vrij! "                               De Weimars aanhoorden met stijgende wrevel de lange monoloog van hun plaatselijke Cassandra, maar toen ze zich niet verwaardigden op zijn gezeur in te gaan, vervolgde hij met verse moed: " Hé Vati ? Of is het soms niet waar ? De Russen geven ons al een klein voorproefje van wat ons te wachten staat, in de nieuwe krant die ze tegen de citerne hebben geplakt. "Die Nachrichten" heet het ding, in zuiver Duits opgesteld door een bende collaborateurs. Wie niet blind is kan het lezen:  'Opruiming',staat er. Elk gezin zal, met ingang van 10 mei, minstens één persoon tussen de 15 en de 65 jaar onbezoldigd inzetten bij het volledig puinvrij maken van de straten rond hun eigen woningblok...De ex-nazi's worden gevorderd voor de volksgezondheid: lijken opgraven en opnieuw ter aarde bestellen op de officiële kerkhoven, ofwel de rioleringen ontstoppen en herstellen...En dàt is nog maar een begin!  Enkel de zogenaamd erkende anti-fascisten worden van deze "Arbeidskommandos" vrijgesteld...en ook de "politiek gezuiverde Kultuurdragers en Kunstenaars"!  Wat dàt voor beesten zijn en waar ze dié gaan vinden, mag de lieve God weten!  Kunstenaars zónder partijkaart: ha-ha!  Alsof niet iedereen, die hier "damals" een liedje wilde zingen of een goocheltoer uithalen, een partijkaart moest hebben! ...En officieel erkende anti-fascisten: op welk kerkhof gaan ze dié nog opgraven ?"                              

"Wel", zei Joseph," zij die uit de kampen en de gevangenis werden vrijgelaten, bij voorbeeld..."                                                   

" Das sind doch nur alle Verbrecher (misdadigers)!",viel Neumann hem in de rede. De échte anti-fascisten heeft "Hij" reeds lang laten ombrengen, of wat dàcht je: na tien jaar...Wie met "Hij" bedoeld werd wist blijkbaar iedereen.                                                             

Hoe dan ook, die opruiming is een goede zaak, vond Hildegarde, en als alle burgers dit niet samen ter hand namen, zal niemand het in hun plaats doen...En dan brak gegarandeerd de pest uit!  Dus...      

"Ja, gaf Neumann toe, maar als het hier proper is, vliegen al deze 'Arbeitskommandos' naar Frankrijk en Rusland, en dààr hebben ze nog jaren werk, misschien wel twintig! ..."                 

"Ach wat," vond Vati," daar dienden toch onze soldaten voor, die ze gevangen hebben genomen. Tenslotte moeten die jongens zelf de boel maar opruimen, die ze in deze landen hebben achter gelaten: ik persoonlijk heb daar niets kapot gemaakt tijdens de laatste oorlog!        "

"Nanun, Weimar, da hast du Schwein gehabt! ",lachte Neumann." Voor de oorlog van '70 was je te jong, en voor die van '14 reeds te oud! Maar de meeste onder ons kregen minstens één oorlog aan hun been. Ik ben echter niet akkoord dat wij voor alle schade daar zouden moeten opdraaien: de Fransozen hebben ons de oorlog verklaard en tijdens hun terugtocht in '40 hebben ze tenslotte hun eigen bruggen en zo in de lucht laten vliegen, hé... Daarbij hebben hun kanonnen toch ook de dorpen platgeschoten, die wij op hen veroverden, of niet soms ?...En de Ami's hebben met hun bombardementen, daar in de Franse steden, het laatste jaar meer burgers gedood dan wij gedurende de ganse oorlog, als je dàt maar weet...En de bolsjevieken, met hun tactiek van de verbrande aarde, lieten tijdens hun terugtocht tot Stalingrad ook niet veel bruikbaars achter, nietwaar ? Het is niet eerlijk om dat allemaal in onze schoenen te schuiven,  vind ik..."        

" Weet je wat Ik vind ?",onderbrak Joseph hun zelfbeklag, " Ik vind dat jullie er nogal gemakkelijk onderuit trachten te komen!  Hitler heeft deze puinhoop veroorzaakt, nadat jullie voor hem hebt gekozen. En zolang hij won hebben wij, de overwonnen volken van Europa, de gebroken potten betaald!  Met onze goederen en onze arbeid, die hij ons dwong te leveren...Of denk je soms dat de 'Fremdarbeiter' naar hier is gekomen voor de gezonde lucht ?...Een paar misschien wel, ja, maar niet die vijftien miljoen mannen en vrouwen die jullie naar hier hebt gesleept om het vuile werk te doen...Ja-ja, je hoort het goed: vijftien miljoen Fremdarbeiter, het stond in één van de laatstverschenen "Völkischer Beobachter"!  En vergeet alsjeblief ook de vijftien miljoen gedeporteerden niet,  en evenveel krijgsgevangenen die jullie hier aan het werk hebt gezet...Je ziet: tot nu toe hebben wij betaald " - en hij klopte hard op z'n beenprothese - " met ons vlees en bloed! ...Nu de ànderen gewonnen hebben, is het uw beurt: dàt is eerlijk!  Of niet soms :Wat dénk je?"                

Ze zwegen éénstemmig in koor, toch wat gegeneerd misschien, maar God hoorde hen zékerlijk brommen.                  

Neumann nam vlug afscheid: met die stomme 'Auslander' viel niet te redeneren...   

<!--[if gte mso 9]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
19-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!