o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
06-10-2012
retrospectieve willie cools (inleiding)
oeps! de laatste tijd dwarrel ik van de ene
tentoonstelling naar de andere. ik verdrink bijna in mijn notities!
vandaag wil ik toch onderstaand bericht afwerken, het stond sinds eind september in
de startblokken: de retrospectieve tentoonstelling omtrent willie cools
in duffel. duffel, zegt u, nooit van gehoord, nooit geweest? wel, wel, ik ook
niet, tot die bewuste 21 september!
hoe klein en bescheiden dit stadje ook is, het bezit een schitterende
kunstkring: de pelicaen, onder kundige leiding van dhr. hugo
van vlaslaer, die zijn loopbaan als leraar fysica vaarwel zei om zich
prompt te wijden aan literatuur en kunst.
sinds ik het kunstwereldje onveilig maak, ben ik zelden getuige geweest van zo'n
feilloos georkestreerde presentatie van een artistiek evenement!
hugo schreef een schitterende speech, die om beurten door mevrouw lili
stevens, schepen van cultuur, hugo himself en woordkunstenares christa
met veel panache werd gebracht. de samenwerking verliep op rolletjes.
mevrouw de schepen had haar rol tot in de puntjes voorbereid, hugo zei zijn
tekst met een ondertoon van humor en christa las met verve de teksten en gedichten voor! daarna konden we naar hartelust rondsurfen (om een
modern woord te gebruiken), niet alleen op de receptie maar ook op de tentoonstelling. op de benedenverdieping
werd trouwens ook interessant werk van willie cools getoond, uit vroegere en andere reeksen.
op deze foto jo cools
(zoon van), schepen lili stevens, hugo van vlaslaer
en woordkunstenares christa vluymans:
dit is christa, die met gevoel voor nuances
voorlas. na de receptie vergezelde ze mijn vriendin betsy en ik naar het
station en bleef zelfs wachten tot de trein kwam. hoe attent! onderweg vertelde
ze dat in duffel vroeger een stevige wollen stof werd geweven, die dan naar
engeland werd verscheept om duffel-coats van te maken.in duffel worden trouwens
verrukkelijke pralientjes verkocht in de vorm van kleine duffel-coats.
schattigf!
Lili:
Willie was een fervent tegenstander van de
conceptuele kunst. In de uiterste vorm is dat rommel van je zolder halen, die
naast elkaar schikken zodat er toch iets van uitgaat en dan plaats je dat
rommelensemble in een museum voor hedendaagse kunst. Het is door de kunstenaar
bedacht, is een schepping en het kan liefhebbers van het genre treffen. Maar je
moet voor dat soort beeldende kunst niet kunnen, niet kunnen schilderen, beeldhouwen,
etsen of wat dan ook .Willie was overtuigd dat beeldende kunst zonder kunnen
niet kon. Hij heeft zelfs een manifest tegen de conceptuele kunst uitgedeeld in
Antwerpen aan het museum.'
Hugo:
Hij schilderde zelfs vrouwen zonder hoofd... Maar enkele dames op een vernissage in een
galerie vroegen hem: Waarom schilder jij vrouwen zonder hoofd?Wil jij zeggen dat wij geen hoofd hebben,
niet kunnen denken? En de WW, welwillende Willie schonk de Willie-vrouwen
daarna steeds een hoofd met verstand en zonder hoofdpijn.'
jo cools luisterde bedachtzaam naar de sprekers.
aan het eind nam hij zelf het woord en plaatste het werk van zijn vader in een
tijdskader. alhoewel willie op de academie les kreeg van 'impressionistische'
leraars, evolueerde hij al vlug naar een vorm van neo-expressionisme, een
richting in de schilderkunst met als ijkpunten karel appel en cobra. tegelijk
ontwikkelde hij een eigen stijl en experimenteerde met allerlei technieken.
voor ik verder vertel over deze tentoonstelling, toch even een duiding omtrent de titel: la nature was de bijnaam van louis thevenet, de mensen noemden hem zo, misschien omdat hij nogal lyrisch deed over de natuur, vooral als hij een glaasje faro te veel had gedronken, ahum... en de witte neger is het koloniale beeld in het halse stadspark van beeldhouwer dolf ledel (schaarbeek 1893- etterbeek 1976), vrijdenker en humanist.
...
ja, de molenborre is een pittoresk plekje en menig kunstenaar liet zich door deze spot inspireren! jef colruyt schreef overigens over robert honings (halle 1908- 1967): zijn manier van schilderen trof mij: argeloosheid, een ietwat naïeve oprechtheid, eenvoud, spontane expressie. j. p. laus zegt dit zo: de onomzeilbare, dwangmatige manier waarop hij zijn landschappen en stadszichten neerzette.
en:
robert honings schilderde zijn olieverfschilderijen als een aquarel, waarbij het wit van het papier een belangrijke rol speelt. honings werkte op een goudgele achtergrond die hij liet meespelen, wat zijn schilderijen een zekere blijdschap gaf. hij bracht licht in zijn onderwerpen door overschildering met witte toetsen.
op p. 89 van de publicatie staat nog een afbeelding van een ander schilderij van honings, grootheide 1936; jammer genoeg heb ik geen foto van dit verrukkelijk werk.
argh! de naam honings associeer ik nog altijd aan een halse tapijtenwinkel, maar nu ik het werk van robert honings heb leren kennen, weet ik wel beter! en heel gek: ik spreek die naam nog altijd uit als rwobert honey en dan denk ik aan hollywood...
vaartkant, jules devedeleer
jules devedeleer (dworp 1989- halle 1981), vader van, was in halle gekend als bohémien-schilder en zou zelfs enige tijd in een woonwagen hebben gewoond. hij was leerling van paul craps. dit stukje landschap langs de vaartkant is nog altijd herkenbaar en ik denk dat, als je beusingestretchje doorloopt en links langs de vaartkant wandelt, je dit plekje nog tegenkomt.
zo de vader, zo de zoon: dit had evengoed een schattig werkje van rené kunnen zijn!
de laatste kunstenaar die ik in dit blogbericht wil belichten is armand moussiaux (halle 1899- halle 1978), die op dertienjarige leeftijd in het kleermakersatelier van zijn oom zijn eerste schilderijtje maakte. hij won in 1935 een nationale affiche-wedstrijd georganiseerd door de belgische spoorwegen en werd daar aangeworven als publiciteitstekenaar.
deze zennemeander vind ik typisch een schilderijtje uit de eerste helft van de 20ste eeuw, het soort prent dat bij mijn bobonne in tijdschriften als le soir illustré en le patriote illustré kon worden bewonderd. het doet zelfs een beetje art-deco of jugendstil aan, zo met die gestileerde natuur en die kleuren...
armand moussiaux deed zijn ideeën op tijdens wandelingen en schilderde ze in zijn atelier op eigenzinnige manier, waarbij hij soms elementen toevoegde die niet vanuit het waarneembare maar vanuit zijn brein ontstonden, zegt j. p. laus.
over die laatste stelling denkt mijn vriendin lieve diep na: in de liggende vitrine hoogstwaarschijnlijk een tekening of afficheontwerp, aan de muur nog een schilderij van moussiaux. de grillige purperen schaduw bevond zich dus eerst in het brein van armand en werd daarna overgeheveld naar het schilderij, tiens tiens....
de tentoonstellingszaal was eigenlijk iets te klein om het overweldigend aanbod aan illustratie- en documentatiemateriaal tot zijn recht te laten komen, maar veel werd goedgemaakt door het zachte licht dat van bovenaf door deze mooie glasramen naar binnen vloeide...
een samenscholing van kunstenaars! links lieve bollaert en echtgenoot patrick, die net het project verankerd hadden afgesloten, rechts j. p. laus. gedurende de zomermaanden liep j. p. glunderend door door de straten van halle, men zag werkelijk dat hij gepassioneerd bezig was met een plan.
en wat voor een! hij verzamelde werk van meer dan vijftig kunstenaars voor deze tentoonstelling (50!) en betrok intens familieleden, vrienden en eigenaars van schilderijen en artefacten betreffende deze kunstenaars bij dit project. een titanenwerk! daarbij bleef hij bescheiden op het achterplan; in zijn publicatie vind ik trouwens bij de lijst kunstenaars zijn naam niet terug, wel van collega-kunstenaars die actief waren toen zijn eigen carrière in de startblokken stond.
zo'n houding is natuurlijk super. ik kan niet anders dan j. p. laus hartelijk gelukwensen voor deze geslaagde onderneming, voor dit verrukkelijke evenement!
en niet te vergeten: een 10/10 voor zijn publicatie, een aanrader voor iedereen die geïntereseerd is in de kunstgeschiedenis van halle, of liever: voor elkeen die graag prentjes kijkt en boekjes leest...
* Jean-Pierre Laus, Van La Nature tot Witte Neger, Beeldende kunstenaars in Halle 1912-1958, publicatie ter gelegenheid van Open Monumentendag Halle 2012.
als kind deed ik niets liever dan boekjes lezen en prentjes (billekes, zeiden wij toen in het dialect) bekijken. ik las alles wat kwam aangewaaid, van het leven van de heilige theresia van avila tot de leeuw van vlaanderen en de feuilletons in het gazetteke van halle. blijkbaar is niets veranderd: boekjes lezen en prentjes bekijken behoren nog altijd tot mijn favoriete bezigheden.
verleden zondag trok ik dus naar de tentoonstelling van la nature tot witte neger,beeldende kunstenaars in halle 1912-1958,in de kapel van de zusters sacramentinen, c. verhaevertstraat 172 in halle. op de laatse dag van de tentoonstelling, die liep van 8 tot 23 september! ik beklaag me nu al dat ik niet meerdere malen naar de expositie ben gaan kijken. want, dames en heren, er was heel wat te beleven! in kleinere steden gebeurt blijkbaar af en toe ook iets interessants; daarbij is kleinschaligheid dikwijls een troef, want urenlang aanschuiven om binnen te raken bij grootse gemediatiseerde tentoonstellingen in metropolen, daaraan krijg ik stilaan een hartgrondige hekel.
deze tentoonstelling intrigeerde mij, want ook werken van louis thevenet, de halse schilder over wie ik een cyclus van zeven gedichten schreef in de tuinen van thevenet, zouden worden getoond.
als ik naar schilderijen van thevenet kijk, word ik teruggeflitst naar mijn vroege jeugd. geen enkele andere schilder weet zoveel gevoelens van nostalgie in mij los te weken. dit klinkt natuurlijk sentimenteel, maar de leuvense stoof, de meubeltjes, de snuisterijen, het behangpapier, de vloerbekleding, de glazen stolpen met mariabeelden: het is alsof ik opnieuw ronddrentel in het huisje van mijn bobonne in de meiboom, in de onmiddellijke omgeving van de academie.
in dit blogbericht een klein verslag van deze verrukkelijke tentoonstelling. ik wil hierbij benadrukken dat ik geen profie ben, noch wat journalistieke stukjes betreft, noch als fotografe. daarbij was op zeker ogenblik de batterij van mijn digitaal cameraatje leeg, zodat ik mij heb moeten beperken. ik had bv. ook graag een alinea aan de familie colruyt gewijd, maar door het ontbreken van fotomateriaal kom ik hier niet aan toe.
het schrijven van dit blogbericht was dus real fun...
neen, dit is geen thevenet, maar een leuk portret van louis thevenet, geschilderd door jef borremans (halle 1896-1972). let a.u.b. op de stoof met de rakel, de stomende waterketel of moor, zoals wij zeiden toen, de kat en de kolenbak, de petroleumlamp op de schoorsteen, de glazen stolp met het mariabeeld, het kaderke met de zeilboot, het stenen pijpje van thevenet (van het soort waarmee wij indertijd bellen blaasden, of liever: bliezen, want dat is de juiste vervoeging) en het deurmatje.
de verhoudingen en het perspectief zitten niet helemaal goed: de gestalte van thevenet is te groot t.o. de leuvense stoof en zijn hoofd is eigenlijk te dik. maar het geheel is een naief-grappig kleurig schilderij.waarop veel te zien is.
de blauwgroene scheve deur vind ik super!
een echte thevenet, l'église de hal, geschilderd in 1917! een zicht op de mariakapel, gespot van uit de kooromgang, met rechts de ingang van de sacristie. deze beschrijving citeer ik rechtstreeks uit de hoogst interessante publicatie* (p. 38), uitgegeven ter gelegenheid van open monumentendag 2012, gesigneerd jean-pierre laus. deze kunstschilder is de grote motor achter en hoogstwaarschijnlijk ook de bedenker van de tentoonstelling.
ik vond mijn foto nogal donker uitgevallen, maar de foto van het schilderij in de publicatie is even duister. in de diepte is er licht, dat door de glaramen naar binnen valt op de bidstoeltjes. leuk dat thevenet een oud vrouwtje schildert, dat devoot aan het bidden is op de voorste rij..
thevenet schilderde niet alleen kerkinterieurs, maar ook schattige burgerkamertjes. dit plekje vind ik lieflijk en doet me denken aan een poppenhuisje. gewoon een salonafeltje met twee stoeltjes, een koffiekan uit porselein en dito kopjes en twee bloemenvaasjes aan het raam. de kamer is niet groot, hoogstwaarschijnlijk het mooiste kamertje in een eenvoudige (arbeiders)woning.
goed nieuws: de stad halle kreeg van mevrouw jeanne langhendries dit schilderij cadeau!
'hij maakte er heel wat schilderijen van het mooie interieur, aldus jeanne langhendries. ook het tafeltje en het servies hield ze steeds bij en ze maken ook deel uit
van de schenking aan de stad. het kunstwerk krijgt een plaats in het zuidwest-brabants museum.
detail uit dit schilderij. hoe luchtig is het licht! de stijl doet me een beetje aan het impressionisme denken. met kleine toetsen tovert thevenet lichtvlekjes met zijn penseel, het geheel zindert als een zomerdag.
ik zou wat graag in dit schilderijtje kruipen en een kopje koffie drinken uit het blauw-wit porseleinen kopje. ineens denk ik zo: was het licht vroeger, ik spreek over vijftig jaar geleden, anders dan nu? intenser, luchtiger, speelser, fragieler? vreemde vraag toch, die zomaar bij mij opkomt... -
pure vintage!
deze vaasjes doen een beetje chinees aan. misschien moet ik op ontdekkingstocht om de oorsprong van deze vaasjes te achterhalen!
en attendant la procession, louis thevenet, 1924
louis thevenet was een grote bewonderaar van james ensor die hij in oostende had leren kennen. dit schilderij doet natuurlijk denken aan de intrede van christus in brussel in 1889. maar thevenet maakt van de personages vage schimmen, terwijl bij ensor elke figuur gepersonaliseerd is. thevenet schildert met aandacht ... de paraplu's, die een plastisch gegeven zijn en een centraal perspectief vormen. er is ook veel licht: de opklarende lucht en opvallend gekleurde vlaggen redden de regenachtige namiddag.
ik citeer hier opnieuw j. p. laus, die in zijn publicatie professionele uitleg geeft bij elk schilderij. een opsteker voor de kunstliefhebber!
dit duistere schilderij heet remparts en is van pol craps (ukkel 1887, drogenbos 1939), een vriend van thevenet. dit zou een van mijn nachtmerries kunnen zijn, want ik droom dikwijls van huizen en gebouwen, die dan in het donker gehuld zijn. maar in mijn dromen loop ik rond in steden met kathedralen en torentjes en reusachtige, onoverkomelijke huizenblokken. dit is een landelijke baan met een witte boerderij.
winterzicht, guillaume leunens 1959
als ik me niet vergis moet dit de plek zijn waar nu ongeveer
friture eugène is neergestreken, al jaren eigenlijk. want volgens j.p.
laus is dit het geboortehuis van guillaume leunens, op de hoek van de arkenvest en de bergense steenweg. op het ogenblik dat hij dit schilderij maakte, vertoefde leunens in parijs. dit straatbeeld met witte, blauwe en rode toetsen schilderde hij dus vanuit zijn herinnering. ik hou erg veel van dit schilderij, zo blauw.
molenborre, robert honings (halle 1908- 1967)
rené devedeleer, een kunstschilder die een paar jaar geleden is overleden, is de zoon van jules (naar beneden scrollen, dames en heren!) en schilderde indertijd ook een zicht op de molenborre. ik schreef daar een gedicht bij:
MOLENBORRE
trompe loeil of vreemdgaan van ogen
niet de zwarte madonna blikt meedogend
over dit galactisch wit. aan de linkerkant
gloeit een lantaarn, alsof deze muren
licht verlangen, alsof dit wit zijn
niet genoeg heeft aan sneeuw.
de oude huizen kijken koud en slaperig
naar niets. als reuzen van sneeuw leunen
zij zacht tegen elkaar, tijdeloos en teder,
zij knuffelen en zoenen zich scheef.
temidden van dit koele knetterwit,
het frisse grijs van ijs. een muur
staat haaks op dit sprookje
van blauw. daar waar eens de rivier
zich verloor tussen modder en goor, dekt
smetteloze sneeuw de opening, de bron.
maar of deze tekst ook past bij het schilderij vanrobert honings weet ik niet zo zeker...
een
stralende zaterdag 11 augustus. afspraak aan het museum m.* in leuven.
schitterend museum, sinds 2004 helemaal vernieuwd. had ik nog nooit bezocht!
een verrassing dus, en wat voor een! naast de permanente collectie liepen er wel
4 tentoonstellingen, waaronder de monumentale en vooral kleurrijke wall drawings van de
amerikaanse kunstenaar sol
le witt (1928-2007). deze tentoonstelling heet niet voor
niets colors. waw! 5 zalen, volledige verdiepingen vol kleur,
colors, couleurs, färben, väri, färgلون, 色...
ik
voelde me bij het betreden van die zalen vol heftigheid helemaal opgewonden,
wist niet of ik dit nu goed vond of niet. oeps! in recordtempo liep ik door de
ruimtes, helemaal overdonderd. ik snapte er niets van...
maar van 1 ding was ik overtuigd: de realisatie van deze tentoonstelling kon
niet het werk zijn van 1 man, maar was een project waaraan ontelbare kunstenaars
hadden geparticipeerd*.
en ja, in het docu-filmpje zag ik hoe 10 jonge kunstenaars en meer dan 60
studenten van 7 belgische kunsthogescholen en academies meehielpen met
schilderen en tekenen.
wat was dit nu eigenlijk voor een tentoonstelling? wat was er eigenlijk te
zien? ik keerde op mijn stappen terug en maakte gezwind enkele fotos* ...
argh!
ZOVEEL BLAUWBLAUW EN ROODROOD EN GEELGEEL kwam op me af, kurieuzeneus als ik
was wou ik er meer van weten!
ZOVEEL BLAUWBLAUW EN ROODROOD EN GEELGEEL....
haha, beste lezers, natuurlijk moeten jullie de tentoonstelling zien, maar
hieronder toch een poging tot summiere duiding:
* sol le witt gaat systematisch uit van de vier primaire kleuren, zwart,
geel, rood en blauw.de rechte lijn vormt de eerste
basis, en komt aanvankelijk voor in vier absolute richtingen:
verticaal, horizontaal en 45°diagonaal van links naar rechts en 45°diagonaal
van rechts naar links.
* op progressieve wijze worden deze vier lijnrichtingen en
kleuren in lagen op elkaar gebracht en resulteren in alle
mogelijke combinaties van kleuren en richtingen.
* door
het gebruik van divisionistische technieken brengt hij ook kleuren
naast elkaar aan, zodat secundaire kleuren op het netvlies
van de kijker ontstaan. een strook opgebouwd uit een combinatie van zwart, geel
en rood ervaar je zo als oranje.
* vanaf de jaren zeventig werkt sol le witt ook met geometrische vormen,cirkel, vierkant en driehoek en later ook met de secundaire vormen,
rechthoek, trapezium en parallellogram.
* het uiteindelijke resultaat: een veelheid aan effecten en
complexe tonaliteiten!
wall drawing 449 doet denken aan egyptische piramides,
de subtiele kleuren die als het ware in de muur verzonken lijken roepen
associaties op met italiaanse renaissance fresco's op muren van
kapellen en kerken.
tussen haakjes: wat doet die lieve schooljuf tussen de piramides? zij doet alsof ze streng is, maar haar leerlingen hebben veel plezier...
deze dame is zo onder de indruk dat zij bijna automatisch een fiere houding aanneemt. misschien beeldt zij zich in dat zij tussen al die kleuren en vormen een reis maakt naar het oude egypte... is zij misschien de reïncarnatie van hatsjepsoet, de eerste vrouw van farao thoetmosis II en zelf een farao van de 18de dynastie van hetoude egypte?
Hatsjepsoet
Hatsjepsut, Amensis
waaaaw!
argh!
stulpt de kleine kubus nu naar buiten of naar binnen? gezichtsbedrog!
dit lijken wel wapenschilden of hekkens van een ranch of een manège...
kurieuzeneuzemosterdpot
tenslotte:
als kers op de taart deze schitterende foto van het dakterras van museum m. heel surrealistisch en zo wit! naar het schijnt dacht de schooljuf dat dit een speelplein was, want ze begon te rollen met de bollen....
* museum m.:
Het prille begin van M ligt in het stadhuis van Leuven. Daar groeit een
18e-eeuws rariteitenkabinet vanaf 1823 - en over een periode van bijna
200 jaar - uit tot een stedelijk museum. De idee van 'kunst als ambiente', kunst als deel van het leven en de
maatschappij, sluit goed aan bij de diversiteit van het museum en is de
basis voor een nieuw museumconcept. Dat wordt in 2003 vertaald naar een
architecturaal behoefteplan. Stéphane Beel Architecten wordt eind 2004
aangesteld als ontwerper van een nieuw museumcomplex. Beel spreidt zes
bouwlagen over twee bestaande (het voormalige academiegebouw en de
woning Vander Kelen-Mertens) en twee nieuwe panden.
'- Op 1 oktober organiseren we in plaats van de geplande eerste bespreking van dit seizoen een Leeskringbijeenkomst op verplaatsing!
Afspraak om 19u stipt in het Kasteel van Gaasbeek waar we vooraf onder leiding van een gids een rondleiding krijgen op de tentoonstelling Sehnsucht. Aansluitend bespreken we, rond 20.30u, daar dan het laatste boek van Connie Palmen, Logboek van een onbarmhartig jaar. Dit gebeurt
uiteraard onder begeleiding van leeskringbegeleidster Ilse.
- Op 27 oktober zakt Connie Palmen, speciaal voor de leeskringen uit deregio, af naar onze contreien. Ze zal het hebben over haar laatste boek.
Waarschijnlijk zal dit doorgaan in De Cam in Gooik. Maar meer hierover later.'
dit bib-bericht vond ik een paar dagen geleden in mijn mailbox. een fantastisch vooruitzicht!
connie palmen: een schrijfster die ik tot nu toe eigenlijk een beetje links had laten liggen, omdat ik de heisa rondom haar persoon zo opgeklopt vond. een mediageil madammeke, die altijd maar boeken schreef over haar overleden echtgenoten, argh! wat een onderwerp...
maar nu ik, als trouw lid van de leesclub een boek* van haar moet lezen, ben ik er toch aan begonnen en .... ze kan subliem schrijven!
onmiddellijk verdere info over connie palmen opgeziocht en het valt geweldig mee: zij is zeker niet de eerste de beste (neerlandica en filosofe!).
in dit bericht wil ik onderstaande uitspraken van haar publi, uit een marathoninterview van de vpro, vrijdag 6 juli 2007.
"Maar wat u in de war brengt, is nu juist de aard van mijn spel"
Ik ben omringd door stomkoppen en onbenullen die geen idee hebben van wat literatuur is
"Ik vind het leven onder de mensen zwaar", zegt ze. Een familietrek:
"Wij in het gezin Palmen zijn allemaal zo snel verzadigd van mensen.
Naar buiten gaan is een rol spelen. Dat komt omdat ik voorkomend met
mensen omga," zegt ze, "ik heb een hekel aan het adagium van lekker
jezelf zijn. Dus ik hou mijn humeuren voor mezelf of voor intimi."
en deze citaten komen helemaal overeen met mijn huidig levensgevoel!
ik moet echt moeite doen om met 'mainstream mensen' te converseren, hoe lief en vriendelijk ze ook zijn.
heel vlug verveel ik mij....
wat nu?
* Connie Palmen, Logboek van een onbarmhartig jaar, Prometheus, Amsterdam, 2011
verjaardagen duren
bij mij wekenlang. op 30 juni werd ik 66. nog vier jaar te doen en ik ben
70. volgende week is me nog een cadeautje beloofd, maar ik laat mijn
vrienden breeddenkend toe nog tot einde 2012 cadeautjes te verzinnen!
tijd voor mij om
onwaardig ouder te worden. jaja, bij het schrijven
voel ik me schuimig, een fee, een feeks, een canaille.
zoals de dichteres in volgend gedicht (een verjaardagscadeau van mijn beste vriend jaak!)...
PULP
De
stadsdichteres viert een feestje.
Lampionnetjes
lichtelieren in haar tuin.
Haar
troon is een ebbenhouten zetel,
Op
de rugleuning brullen ivoren leeuwtjes.
Vanavond
draagt ze een leuk violet hoedje
Met
kleine zilveren draakjes.
Om
haar hals en schouders een donkerrode stola,
Gemaakt
uit echte struisvogelveren.
Haar
knalrode mond vormt een kusje
Dat
ze achteloos naar mij toewerpt,
Als
ik hartelijk gefeliciteerd zeg.
Met
een mauve oogopslag kijkt ze door mij heen.
Uit
haar zwembad, donkerblauw verlicht,
Duikt,
als de Aphrodite van Botticelli
In
een schelp op schuimend zilt,
Een
roodblonde jongeman op met een waterdicht horloge.
Dat
is mijn waterzoetje, lacht ze,
Als
hij druipend nat voorbijgaat,
Will
jij misschien wat drinken en eten?
Ik
heb kippenvlees en rijst met aardbeitjes.
Antonio,
haar kantige lijfwacht, grijnst onder zijn snor,
De
olijfkleurige held uit het zuiden,
Rolt
zijn harde spierballen onder het nauwe shirtje.
Zn
Smith & Wesson maakt een bobbel in zijn broek.
Ik
schenk haar rozen voor haar tuin
En
een stapel papier met een verhaal van mij,
Dat
ze misschien zou willen lezen
Wanneer
ze eens heel veel tijd heeft.
Haar
mening is gevraagd, haar taalmes vlijmscherp.
Ze
noemt zich de Schaduwvrouw,
Maar
vindt het leuk om af en toe
Een
Lief Okerkleurig Scharminkel te kunnen zijn.
Ze
is de Patti Smith van deze stad,
lalt
een stomdronken blondine,
een
beetje jaloers dat zij mijn verhaal heeft genomen
en
onder extra kaarslicht begint te lezen.
Nu
eerst ontdek ik Macuto uit Congo.
Hij
staat in een donker hoekje van de tuin.
Zwart
in zwart, met een grote waaier uit satijn
Verwent
hij zijn Dame met frisse lucht.
Daar
komt Isabelle, die zo lekker kookt,
En
mij op de wenk van de dichteres
Een
tropisch drankje brengt.
Haar
mooie borsten ruisen aan mij voorbij.
Prachtig,
zeg ik, en bedoel de kleur van het drankje
Isabelle
masseert mijn nek
En
wast mijn handen en gezicht
Met
vochtige, jasmijngeurende doekjes.
Ik
ben benieuwd wat je hier hebt geschreven.
De
Schaduwvrouw leest en zal erover zuchten:
Ook
op mijn verjaardag moet ik werken.
De
literatuur gaat altijd voor.
De
kaarsen zijn tenslotte opgebrand,
De
muziek wordt rustiger
En
eerste gasten gaan terug naar huis.
Een
jong paar kruipt onder een struik vandaan.
Soms
lacht ze, de Schaduwvrouw,
Met
haar potlood krabbelt ze kleine woordjes:
Minder kommas, kortere zinnen.
En
lekker veel schrappen.
Elke
bladzij die ze heeft gelezen,
Houdt
ze in de lucht, om te laten vallen,
En
weggewaaierd van Macuto
Krijgt
ieder blad haar stille zegen.
Ze
zweven in de tuin als witte platvogels.
Gasten
vangen hen en maken er papiervliegers van.
De
blonde griet springt ermee in het bassin,
Ze
kan alleen maar bootjes vouwen.
Na
een Bacardi, diverse wijnen en een cognac
Heeft
ze nog éen bladzijde in haar hand en zegt:
Mijn
chauffeur brengt jou even naar huis.
Ze
beweren dat hij een Bulgaar zonder rijbewijs is.
Ik
vind het een grote eer
Dat
ze zich zo om mij heeft erbarmd.
Als
ik ga, moet ze het nog even kwijt:
Zeg
eens, uit haar spreekt Waarheid, jij schrijft wel PULP.
Ja, dames en heren, ondergetekende gaf onlangs een poëzieles aan een
groepje anderstalige Brusselse jongeren, leerlingen van een Nederlandstalige
school.
De uiteindelijke opdracht was een sms-gedicht te schrijven, een
dichtvorm bedacht door de Italiaans-Nederlandse Sofie Cerutti. Kijk maar naar onderstaand filmpje, en naar de resultaten in bijlage:
dit is het vijfde en voorlopig laatste filmpje van hoover productions, omtrent de tuinen van thevenet. in de opname sporen en verwijzingen naar mijn gedicht it s not only rock and roll baby, not only rock and roll. de muziek is van adèle. titel: my hometown glory. dit vind ik het mooiste filmke. en warempel: ik dans, dans, dans...
it s not only rock and roll baby, not only rock and roll
het meisje met de kippen, ze beweegt
in wolkjes van ijs. de bijenjongen wiegt het meisje
zachtjes in slaap. haar gele jurk gonst van verlangen,
haar dromen dampend en rozig en violet. zij danst
een wervelende dans, zij danst vierkanten, driehoeken,
cirkels, ze kijkt naar de blauwgroene patronen
van een zeshoekige ster, zij veranderen voortdurend,
zij vloeien over en door elkaar, lava stroomt naar binnen.
haar lichaam gloeit (wil je thee, baby, een ijsje van thee,
een ijsje, een sapje, een witte krokante chocoladekrul?)
ze opent zich. de stroperigheid van de lucht glijdt
gelijkmatig over haar huid, ze kijkt met haar ogen, ze kijkt
met haar mond. het meisje, het fuchsia meisje doet het condoom
aan en uit, aan en uit, de drempelwaarde bepaalt de verhouding
van de opwaartse kracht van de reeds genoemde factoren
stroperigheid & warmtegeleidingsvermogen.
scenario: emwé buig camera: natasja productie: von diesel hoover geluid: my hometown glory, adèle
jaja, rundskop
heeft geen oscar behaald, en van de kat geen kwaad (zie trailer), het charmante frans-belgische tekenfilmpje ook niet.
rundskop vond ik een kanjer van een film.
maar waarom gaan vlaamse films
meestal over boertigheid (ook de helaasheid der
dingen van verhulst had dit euvel) of
over helden (de leeuw van vlaanderen, daens...) over geweld en seks (loft) of over zotten (urbanus & co)? in de top tien* van de vlaamse films vond ik pauline en
paulette van
lieven debrauwer met dora van der groen en ann petersen dan nog een van de
meest subtiele.
ach, ik zou dit blogbericht niet moeten beginnen met een commentaar
betreffende professionele films, want dan zinken onze filmkes, van
productiehuis HOOVER, totaal in de modder, maar toch durf ik hier een paar utube
filmkes te publi, gemaakt bij mijn gedicht room in
new york.
want wij, onhandige en naïeve amateurs,
wisten van de prins geen kwaad, maar waren er authentiek mee bezig, op een supergrappige manier. dit blog is mijn
bewaardraaiboek!
room
in new york
is dit nu echt jouw droom? een
avond
samen in een groene kamer.
rechts speel ik
verveeld een liedje uit het
hoofd. ik draag
een rode jurk met strikje. ik
wil dat je het zoent,
ik wil dat je mijn witte armen
streelt. maar jij
zit aan de linkerkant en leest.
ik tokkel woorden
neer terwijl ik speel, ik
schuifel op de pluchen stoel,
ik wiebel heen en weer. ik
draai een tomeloze pirouette.
maar ach: die muur van letters
tussen jou en mij.
binnenkort hebben wij samen
geen gelaat,
geen ogen meer, geen bleke
stipneus -
nauwelijks een mond
tja, het strikje was onze obsessie, en het zoenen.
het lint dat ik voor dit filmpje bezigde, was een breed rood en goud gekleurd lint voor in de kerstboom, gekocht in de wibra en ongebruikt in mijn lade teruggevonden. het was een tamelijk stijf lint, beetje onhandelbaar, dat zie je op het filmke, maar met spectaculair effect. ergens heb ik bij het bekijken van dit filmpje de indruk dat ik een strik maak voor een paasei of een paashaas, vreemd toch, hoe mijn fantasie altijd maar alles vervormt.
we zitten wel in een een groene keuken (de mijne) en dat we geen gelaat hebben klopt ook, want het filmje is zeer onduidelijk en onze gelaatsvormen faden weg. het eerste filmke is een blooper, en als u het tweede filmke bekijkt ziet u dat het lint al afgeknipt was en dat ik heel voorzichtig het lint aan de zijkant vasthou, omdat ik niet meer gebeten (!) wilde worden....
en tenslotte: dit is een stomme film, erg trendy dus, zoals the artist (die dan toch een oscar won): een zwijgende film, een film met alleen beeld en geen spraak...
het is niet omdat het een tijdje stil is op mijn blog, dat yasminneke in de realiteit niet bezig is met een of andere literaire 'affaire'.
lezen bijvoorbeeld.
ondanks enige opeenvolgede slapeloze en nachtmerrie-achtige nachten (let u op de opeenvolging van de ach-klank) lees ik weer als bezeten.
drie en meer boeken tegelijk.
ik selecter enkele covers:
dit is een boekje over een fietsend nederlands koppel in japan, een soort reisverslag. ondanks de ingewikkelde titel is het boekje netjes verdeeld in hoofdstukjes waarboven japanse wijsheden of levensvisies prijken: wabi-sabi (het schoonheidsideaal van eenvoud, terughoudendheid en elegantie), mono no aware (diep geroerd raken door de schoonheid en de vergankelijkheid van de natuur), en ukiyo-e (de drijvende wereld, ook zeepwereld genoemd, de wereld van het vertier).
een heerlijk, bijna hallucinant boekje, dat bij mij herinneringen oproept aan de tijd toen ik nog dol was op japan.
dit boek met en verzameling erotische verhalen van nederlandse en vlaamse schrijvers. kreeg ik als valentijnscadeau. ik lees elke avond voor het slapengaan een verhaal. louis couperus beschrijft niks seks, maar daarom is zijn verhaal juist super-langoureus-erotisch.
al verschillende andere verhalen gelezen, van vergeten kanjers als ferdinand bordewijk (1884-1965), de feministe ethel portnoy (1927-2004) , maar ook van jonge moderne auteurs als saskia decoster, eef lanoye enz.. ook de spaane sjaal van de nog levende maar blijkbaar toch ook vergeten hugo raes (1929), waarbij een koppel een soort trage bolero danst en tegelijk seks heeft, vond ik schitterend.
heel opwindend, niet vulgair, in een speciale verdichte en suggestieve stijl geschreven. expliciet seksueel, maar niet afstotelijk of vervelend, zoals sommige verhalen, die rechttoe-rechtaan seks bieden, maar totaal niet op de verbeelding werken.
de kers op de taart vind ik deze bundel verhalen over paranormale heiligenlevens van ludo noens. ik lees deze (horror)verhalen niet om de heilgheid of religieuze inhoud, wel om de spanning te voelen van de wonderlijke en toch wel horribele toestanden van de vreemde 'ziekten' en 'genezingen' die deze personages ervaren, waarbij de aanvaarding en de adoratie van het lijden (om de mensheid te redden?) bijna een doel op zich is.
ongelooflijk, dat de liefde en vooral het verlangen naar liefde die deze heilige mensen voor hun godheid vertonen (een totaal abstracte en dus niet geconsumeerde liefde) kan ontsporen in -laat ons zeggen- die soort elektrische en magnetische energie die lichamen doet zweven, kankers doet genezen en dode lichamen omgeeft met de lieflijkste bloemengeuren.
tussen haakjes, ook hildegard von bingen, van wie een geschrift is overgeleverd, dat zou kunnen gelden als de vroegst gekende beschrijving van het vrouwelijk orgasme:
(vert. uit het Engels) 'Als een vrouw de liefde bedrijft
met een man, voelt ze de warmte tot in haar brein, het brengt een
zinnelijke verrukking teweeg '
is erbij.
ik wist dat zij een componiste en schrijfster was uit de middeleeuwen, maar niet dat ze vermeld wordt op de heiligenkalender.
maar onze mystieke hadewijch is er niet bij.
zij die haar bezetenheid dan toch heeft omgetoverd tot verrukkelijke literatuur...
tot slot:
in de krant weer een onheilsbericht gelezen
betreffende de poëziezomer van watou: de subsidies zouden op de helling
komen te staan omdat het programma te zeer op de toeristische leest zou
zijn geschoeid.
ach wat, het is nooit goed: soms krijgen dichters
het verwijt dat ze te moeilijk zijn, te hermetisch, dat ze te zeer
schrijven voor een bepaalde elite. als dan pogingen worden ondernomen
om poëzie dichter bij het volk te brengen, dan wordt de geldkraan
dichtgedraaid! foei!
het is maar pas volgende week valentijn, toch vond ik vanmorgen in mijn mailbox deze prachtige song van adele, en met deze wil ik niemand, en zeker niet mijn lezers, deze mooie song + songtekst onthouden...
woeps! de lieve dame die naast me zit in de yogales verwent me de laatste tijd niet alleen met steviachocolaatjes en een namiddagje keuvelen in mozart's café in de basiliekstraat in halle, maar ook met superleuke verhalen over haar familie.
en waarempel, er kwam ook een dichteresje tevoorschijn!
sidonie germaine thienpont (roepnaam germaine), geboren op 23/12/1905 te galmaarden en gestorven op 20/08/2005 te sint - pieters - woluwe (op enkele maanden van haar 100ste verjaardag).
een honderdjarige dichteres!* op de foto ziet u haar (links) met haar zus maria (zij waren beiden onderwijzeres) en op de tweede foto ziet u de dames nog eens, maar nu in gezinsformatie.
deze foto's zijn super, want tijdsdocumenten. let u maar op de klederdracht, de houding, de uitdrukking op het gelaat.
germaine ziet er streng uit, maar zij schreef de lieflijkste poëzie...
natuurlijk is germaine ondertussen compleet vergeten (bijvoorbeeld niet opgenomen in de auteurslijst van dbnl), maar ik wil hier even benadrukken dat er altijd dichters zjin geweest en vooral dichteressen die in het geheim de mooiste poëzie schreven en die natuurlijk nooit de literaire encyclopedieën hebben gehaald.
HAAR NAAM
Haar naam uit zijden draad geweven prijkt op elk blad in kleuren rein; zij heeft hem minzaam neergeschreven waar honing vloeit en lekkere wijn;
Waar bloesems lichte kleedjes dragen en balsem aan hun lippen kleeft; waar bijen drinken zonder vragen zolang een blomme voorraad heeft.
De lieve lente houdt van pralen, haar blos is jonge levenskracht, haar taal zijn boeken vol verhalen, al weelde als ze op ons lacht.
Het paradijs is aan 't genieten van wat z'in stilte heeft volbracht; zij blijft met goedheid overgieten en houdt de toekomst in haar macht.
* bij mijn weten gaf germaine thienpont twee dichtbundels uit:
TUSSEN BOT EN VLECHT (47 gedichten) PARELS UIT DE NATUUR (30 gedichten)
het zijn niet-gedateerde uitgaven, zelfgemaakte boekjes met behulp van stencilmachine en fotocopieerapparaat, wellicht nog op een ouderwetse typmachine getypt.
. germaine voegde er wel een inhoudsopgave aan toe.
winter. zelfs op de wasdraad prijkt een laagje sneeuw.
er
sterven buiten mensen van de vrieskou. wij, de gelukzaligen, zitten in
een luxepositie: onze kleum verdwijnt bij de warmte van ons kolen- en
houtkacheltje. een aberratie in deze moderne tiid, maar wat voor een!
de
centrale verwarming kan dicht, heel de benedenverdieping is zalig warm,
een warmte die naar boven stiigt en ook de slaapkamers warmhoudt.
alleen in de badkamer blijft het bibberen - ondanks de centrale...
in polen stierf een paar dagen geleden dichteres-nobelprijswinnares wislawa szymborska, in nederland stierf doeschka meijsing.
ik wil hieronder om te beginnen een gedicht van elk van deze dames publiceren, om ze te eren en te koesteren. Voorbeeld
Een stormwind
heeft vannacht alle bladeren van de boom gerukt
behalve een enkel blaadje,
achtergelaten,
om solo te wapperen aan een naakte tak.
Met dit voorbeeld
demonstreert het Geweld,
dat het, jawel
soms van een geintje houdt.
Vertaling: Karol Lesman
Daarachter
De diepte ja,
die kennen we.
Die is vaak nogal hartgrondig.
Maar de geur van violieren.
De deur naar de andere
kamer.
Waar ieder
voorwerp specifiek de geliefde
spiegelt.
vanochtend was ik al om
vier uur beneden. was vroeg gaan slapen, begon te dommelen naast het
kacheltje, midsummer murders kon mij niet langer boeien. wou gedichten
lezen van johanna kruit, maar viel terstond in slaap. daarom kipwakker,
zo vroeg. het verbaast mij niet dat ik een paar jaar geleden een gedicht schreef over de winterkou in februari, intocht der orchideeën...
de sfeer is helemaal terug. wat een beetje sneeuw en temperaturen tot - 15 graden al niet vermogen!
tot slot dus deze flimpjes bij dit gedicht. de opnamen behoren tot een nieuw genre, object art, in het nederlands dingdingart. u zult zien, beste lezer, dat wij de objecten uit mijn gedicht een speciaal plaatsje geven in onze cast.
wijzelf hebben de opdracht er zo gloomy mogelijk uit te zien. ik zeg mijn tekst met een eresaluut aan julien schoenaerts, vader van mathias, en probeer de woorden te proeven zoals hij dat deed....
intocht der orchideeën
eind februari, nog woelt winterkou door mijn gebeente, ijsrif, bevroren skelet. vrouw van aardalkali ben ik, met heupen als kurkentrekkers, knobbelvoeten, eelt. nog dreigt sneeuw, maagdelijke snertsneeuw, merde. bij het haardvuur rommel ik stiekem met de telramen: zij zijn met honderden, de orchideeën. wereldvreemd, als van papier, parmantig op hun stengel. zij staren mij aan, ietwat verwilderd, gracieus, in bochten gewrongen, met open mond en nog opener exotische kont. ach, mijn lachende afghaanse kruidenier, mijn vreselijk bruine buurman, vraagt 15 euro voor een orchidee. daarbij krijg ik nog een toefje kersttomaatjes cadeau. waw! glimlachend glijd ik in de afgrond, mijzelf bevrijdend van referenties of onterechte angst. kocht ik tekens van leven? met nog 2 potjes kersenjam erbij, de meest exquise toevoeging.
gisteren op de valreep de tentoonstelling wunderkammer, hedendaags curiositeitenkabinet gezien in de botanique, de kruidtuin in het centrum van brussel*. het was een hele kronkelweg tussen winterslapende planten, struiken en bomen, maar na wat gepuzzel beklommen we toch de trappen van de met een groene koepel bedekte rotonde. de ingang was echter helemaal aan de zijkant, recht tegenover de schaarbeekse poort.
'De Wunderkammern of
curiositeitenkabinetten die tijdens de Renaissance in Europa zijn
opgedoken, liggen aan de grondslag van de musea voor kunst- en
natuurgeschiedenis. Het waren echte verzamelaarskamers, en men
vond er allerhande curiositeiten, met een uitgesproken voorkeur voor het
vreemde en het ongeziene. Er werden meer bepaald kunstwerken,
antieke of symbolische voorwerpen voorgesteld, maar ook voorwerpen uit
de natuurgeschiedenis zoals opgezette dieren, zeldzame insecten of geraamtes.
Ze gingen hand in hand met de grote universele classificeringsprojecten
waar de humanisten uit die periode zo dol op waren. Vaak werden
geïllustreerde catalogi uitgegeven met een inventaris van deze op zijn
zachtst gezegd gevarieerde collecties. Daardoor kon de inhoud ervan
verspreid worden bij geleerden in heel Europa.
Deze curiositeitenkabinetten waren dan
wel doordrongen van volkslegendes en bijgeloof men vond er immers maar
al te vaak sporen van mythische dieren zoals drakenbloed of hoorns van
de eenhoorn , maar ze speelden wel een fundamentele rol in de
ontwikkeling van de moderne wetenschap. In de loop van de 19deeeuw raakten ze in onbruik en moesten ze plaats ruimen voor de officiële instellingen.'
(Perstekst)
hehe, deze tentoonstelling was helemaal mijn ding! ik maakte fotootjes en ben echt van plan mij verder te documenteren omtrent de wonderlijke objecten, tekeningen, foto's en schilderijen die ik heb gezien. ik kwam o.a. onder de indruk van de vederlichte gracieuze vrouwenfiguren die versmolten met libellen van de duitse kunstenares ulrike bolenz, de vreemde mutanten van de italiaan roberto kusterle en het doodshoofd dat een vogel bijt van jan fabre.
deze fillesbellules zijn mooi als in een droom
het haar van deze mutant, half zebra (?), half mens is zo waarachtg afgebeeld dat ik er aan wou voelen...
deze dame heeft geen haar, maar er groeien aalbessen uit haar hoofdje
er bestaan vele mythische waterwezens*, maar deze halfmens, half vispersoon is hallucinant
een doodshoofd bijt in een papegaai
* De Kruidtuin (Frans: Botanique) is een park in de Belgische hoofdstad Brussel dat werd aangelegd in 1826 als botanische tuin. Het is gelegen aan de rand van het Brusselse centrum in de gemeente Sint-Joost-ten-Node, niet ver van het station Brussel-Noord. De Kruidtuin huisvest ook een cultureel centrum van de Franse Gemeenschap van België. De "Botanique" is uitgegroeid tot een van de bekendste concertzalen in België.