o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
05-02-2012
adele
het is maar pas volgende week valentijn, toch vond ik vanmorgen in mijn mailbox deze prachtige song van adele, en met deze wil ik niemand, en zeker niet mijn lezers, deze mooie song + songtekst onthouden...
woeps! de lieve dame die naast me zit in de yogales verwent me de laatste tijd niet alleen met steviachocolaatjes en een namiddagje keuvelen in mozart's café in de basiliekstraat in halle, maar ook met superleuke verhalen over haar familie.
en waarempel, er kwam ook een dichteresje tevoorschijn!
sidonie germaine thienpont (roepnaam germaine), geboren op 23/12/1905 te galmaarden en gestorven op 20/08/2005 te sint - pieters - woluwe (op enkele maanden van haar 100ste verjaardag).
een honderdjarige dichteres!* op de foto ziet u haar (links) met haar zus maria (zij waren beiden onderwijzeres) en op de tweede foto ziet u de dames nog eens, maar nu in gezinsformatie.
deze foto's zijn super, want tijdsdocumenten. let u maar op de klederdracht, de houding, de uitdrukking op het gelaat.
germaine ziet er streng uit, maar zij schreef de lieflijkste poëzie...
natuurlijk is germaine ondertussen compleet vergeten (bijvoorbeeld niet opgenomen in de auteurslijst van dbnl), maar ik wil hier even benadrukken dat er altijd dichters zjin geweest en vooral dichteressen die in het geheim de mooiste poëzie schreven en die natuurlijk nooit de literaire encyclopedieën hebben gehaald.
HAAR NAAM
Haar naam uit zijden draad geweven prijkt op elk blad in kleuren rein; zij heeft hem minzaam neergeschreven waar honing vloeit en lekkere wijn;
Waar bloesems lichte kleedjes dragen en balsem aan hun lippen kleeft; waar bijen drinken zonder vragen zolang een blomme voorraad heeft.
De lieve lente houdt van pralen, haar blos is jonge levenskracht, haar taal zijn boeken vol verhalen, al weelde als ze op ons lacht.
Het paradijs is aan 't genieten van wat z'in stilte heeft volbracht; zij blijft met goedheid overgieten en houdt de toekomst in haar macht.
* bij mijn weten gaf germaine thienpont twee dichtbundels uit:
TUSSEN BOT EN VLECHT (47 gedichten) PARELS UIT DE NATUUR (30 gedichten)
het zijn niet-gedateerde uitgaven, zelfgemaakte boekjes met behulp van stencilmachine en fotocopieerapparaat, wellicht nog op een ouderwetse typmachine getypt.
. germaine voegde er wel een inhoudsopgave aan toe.
winter. zelfs op de wasdraad prijkt een laagje sneeuw.
er
sterven buiten mensen van de vrieskou. wij, de gelukzaligen, zitten in
een luxepositie: onze kleum verdwijnt bij de warmte van ons kolen- en
houtkacheltje. een aberratie in deze moderne tiid, maar wat voor een!
de
centrale verwarming kan dicht, heel de benedenverdieping is zalig warm,
een warmte die naar boven stiigt en ook de slaapkamers warmhoudt.
alleen in de badkamer blijft het bibberen - ondanks de centrale...
in polen stierf een paar dagen geleden dichteres-nobelprijswinnares wislawa szymborska, in nederland stierf doeschka meijsing.
ik wil hieronder om te beginnen een gedicht van elk van deze dames publiceren, om ze te eren en te koesteren. Voorbeeld
Een stormwind
heeft vannacht alle bladeren van de boom gerukt
behalve een enkel blaadje,
achtergelaten,
om solo te wapperen aan een naakte tak.
Met dit voorbeeld
demonstreert het Geweld,
dat het, jawel
soms van een geintje houdt.
Vertaling: Karol Lesman
Daarachter
De diepte ja,
die kennen we.
Die is vaak nogal hartgrondig.
Maar de geur van violieren.
De deur naar de andere
kamer.
Waar ieder
voorwerp specifiek de geliefde
spiegelt.
vanochtend was ik al om
vier uur beneden. was vroeg gaan slapen, begon te dommelen naast het
kacheltje, midsummer murders kon mij niet langer boeien. wou gedichten
lezen van johanna kruit, maar viel terstond in slaap. daarom kipwakker,
zo vroeg. het verbaast mij niet dat ik een paar jaar geleden een gedicht schreef over de winterkou in februari, intocht der orchideeën...
de sfeer is helemaal terug. wat een beetje sneeuw en temperaturen tot - 15 graden al niet vermogen!
tot slot dus deze flimpjes bij dit gedicht. de opnamen behoren tot een nieuw genre, object art, in het nederlands dingdingart. u zult zien, beste lezer, dat wij de objecten uit mijn gedicht een speciaal plaatsje geven in onze cast.
wijzelf hebben de opdracht er zo gloomy mogelijk uit te zien. ik zeg mijn tekst met een eresaluut aan julien schoenaerts, vader van mathias, en probeer de woorden te proeven zoals hij dat deed....
intocht der orchideeën
eind februari, nog woelt winterkou door mijn gebeente, ijsrif, bevroren skelet. vrouw van aardalkali ben ik, met heupen als kurkentrekkers, knobbelvoeten, eelt. nog dreigt sneeuw, maagdelijke snertsneeuw, merde. bij het haardvuur rommel ik stiekem met de telramen: zij zijn met honderden, de orchideeën. wereldvreemd, als van papier, parmantig op hun stengel. zij staren mij aan, ietwat verwilderd, gracieus, in bochten gewrongen, met open mond en nog opener exotische kont. ach, mijn lachende afghaanse kruidenier, mijn vreselijk bruine buurman, vraagt 15 euro voor een orchidee. daarbij krijg ik nog een toefje kersttomaatjes cadeau. waw! glimlachend glijd ik in de afgrond, mijzelf bevrijdend van referenties of onterechte angst. kocht ik tekens van leven? met nog 2 potjes kersenjam erbij, de meest exquise toevoeging.
gisteren op de valreep de tentoonstelling wunderkammer, hedendaags curiositeitenkabinet gezien in de botanique, de kruidtuin in het centrum van brussel*. het was een hele kronkelweg tussen winterslapende planten, struiken en bomen, maar na wat gepuzzel beklommen we toch de trappen van de met een groene koepel bedekte rotonde. de ingang was echter helemaal aan de zijkant, recht tegenover de schaarbeekse poort.
'De Wunderkammern of
curiositeitenkabinetten die tijdens de Renaissance in Europa zijn
opgedoken, liggen aan de grondslag van de musea voor kunst- en
natuurgeschiedenis. Het waren echte verzamelaarskamers, en men
vond er allerhande curiositeiten, met een uitgesproken voorkeur voor het
vreemde en het ongeziene. Er werden meer bepaald kunstwerken,
antieke of symbolische voorwerpen voorgesteld, maar ook voorwerpen uit
de natuurgeschiedenis zoals opgezette dieren, zeldzame insecten of geraamtes.
Ze gingen hand in hand met de grote universele classificeringsprojecten
waar de humanisten uit die periode zo dol op waren. Vaak werden
geïllustreerde catalogi uitgegeven met een inventaris van deze op zijn
zachtst gezegd gevarieerde collecties. Daardoor kon de inhoud ervan
verspreid worden bij geleerden in heel Europa.
Deze curiositeitenkabinetten waren dan
wel doordrongen van volkslegendes en bijgeloof men vond er immers maar
al te vaak sporen van mythische dieren zoals drakenbloed of hoorns van
de eenhoorn , maar ze speelden wel een fundamentele rol in de
ontwikkeling van de moderne wetenschap. In de loop van de 19deeeuw raakten ze in onbruik en moesten ze plaats ruimen voor de officiële instellingen.'
(Perstekst)
hehe, deze tentoonstelling was helemaal mijn ding! ik maakte fotootjes en ben echt van plan mij verder te documenteren omtrent de wonderlijke objecten, tekeningen, foto's en schilderijen die ik heb gezien. ik kwam o.a. onder de indruk van de vederlichte gracieuze vrouwenfiguren die versmolten met libellen van de duitse kunstenares ulrike bolenz, de vreemde mutanten van de italiaan roberto kusterle en het doodshoofd dat een vogel bijt van jan fabre.
deze fillesbellules zijn mooi als in een droom
het haar van deze mutant, half zebra (?), half mens is zo waarachtg afgebeeld dat ik er aan wou voelen...
deze dame heeft geen haar, maar er groeien aalbessen uit haar hoofdje
er bestaan vele mythische waterwezens*, maar deze halfmens, half vispersoon is hallucinant
een doodshoofd bijt in een papegaai
* De Kruidtuin (Frans: Botanique) is een park in de Belgische hoofdstad Brussel dat werd aangelegd in 1826 als botanische tuin. Het is gelegen aan de rand van het Brusselse centrum in de gemeente Sint-Joost-ten-Node, niet ver van het station Brussel-Noord. De Kruidtuin huisvest ook een cultureel centrum van de Franse Gemeenschap van België. De "Botanique" is uitgegroeid tot een van de bekendste concertzalen in België.
2012 zal het jaar zijn van de poëzie, of het zal niet zijn. dames en heren, ter gelegenheid van gedichtendag 2012 (volgende donderdag) ben ik zo vrij u de publicatie van mijn vierde dichtbundel officieel aan te kondigen.
De tuinen van Thevenet bevat, naast poëzie bij beelden van Sabine Pintelon uit Lembeek, ook een reeks gedichten over de Halse schilder Louis Thevenet.
In deze bundel zijn ook 12 Edward Hopper-gedichten opgenomen. Tenslotte schreef ik een mysterieuze cyclus met als titel: De Orpgedichten.
Wie een (gesigneerd) exemplaar van deze bundel wil, kan het boekje rechtstreeks bij mij bestellen! Klik op de link 'bijlagen' en u kunt alle informatie raadplegen.
.
tot zover de officiele aankondiging!
nu het leukere deel van dit bericht:
een geheimzinnge jonge acteur, genaamd emwé buig, maakte waarempel een utube-filmpje, waarop hij een van de sleutelgedichten uit mijn bundel vertolkt.
ik publi hier even de tekst, zodat u kunt volgen:
roses tremières
stokrozen bestaan. oude stokrozen, jonge stokrozen. peaches & dreams, crème de cassis. vroeger mocht je nog zeggen: althaea rosea van althos, geneesmiddel. tegenwoordig, wil je nog meedoen, zeg je: de alcea bestaat. gelukkig is de familienaam tenminste dezelfde gebleven: kaasjeskruid of malvaceae.
ach, in een gesprek worden bloemennamen niet meer genoemd, de namen van bomen, mist of regenwolken. de tuinen worden niet meer genoemd, de kleine, de vriendelijke of de verwaarloosde. houten blinden, wankel tafeltje, witte muren. waarlangs, nonchalance ten top, een zacht windje waait - door de heen en weer wiegende, heerlijke roses tremières.
let op de emotie ien het timbre in zijn stem als hij zegt: de alcea bestaat, en op de stemstijging en de afgeronde articulatie als hij zegt: nonchalance ten top!
de cineaste was aan haar eerste proefstuk toe, daarom begint het filmke met de uitroep 'oei' en het finale woord 'stop'.
poëzie is een ernstige zaak, dames en heren, maar kan af en toe ook superleuk zijn!
bovenstaand leuk fotootje van een voor de lezers van dit blog niet onbekende dame (rara) vind ik denderend.
wie goed toekijkt ziet dat iemand het woord occupy heeft gewijzigd in fokcupy, een verbastering, veronderstel ik, van fuck en occupy.
wat zijn mijn gevoelens hierbij? ik denk dat, als ik nu 20 was, ik misschien ook zou gaan meedoen met de occupy-beweging. eigenlijk ben ik ook, nog steeds, voor altijd, immer verontwaardigd.
maar vanmorgen een artikel gelezen over jan de cock, 36-jarige brusselaar en gevierd beeldend kunstenaar.
ik wil een paar uitspraken van hem noteren, waarmee ik het nieuwe jaar 2012 wil inzetten.
'voor mij is de enige conclusie van 2011: we moeten opnieuw leren tuimelen. je hebt alles al gezien, iedereen heeft zijn mening. we luisteren ook niet meer. ik wil blijven tuimelen. dat is niet springen, tuimelen doe je van niets naar niets.'
'politiek in belgië, wat is dat? waar gaat het over? het gaat echt over niets.'
'in fukushima zijn alle waarden en principes weggeslagen. het land van de zon heeft ons duidelijk gemaakt dat alles kan vergaan. water dat een schip van honderdduizend ton als wrakhout tegen een bergflank gooit. picasso had het niet kunnen schilderen.'
'de arabische lente was hoopgevend, maar nu duikt het doembeeld van een barre winter op.'
'stilstand is de tragedie van onze tijd.'
'stilstand moet je bestrijden met nieuwe experimenten en visies.'
ach, ach, waarom zetten die quotes me zo aan het denken? waarom wil ik eigenlijk, ondanks mijn verslaving aan de nieuwsberichten, eigenlijk de tv en de kranten uit mijn leven verbannen? waarom wil ik het allemaal niet meer weten?
tot slot nog een quote, weet niet meer wie dit gezegd heeft, maar de woorden zullen me nog lang bijblijven:
'de afstand tussen wat we allemaal willen en wat we nodig hebben noemt men: vrijheid.'
wil dit vruchtbare jaar 2011 afsluiten met een bericht over een van mijn lievelingsschrijfsters van franse origine (jaja, joost houtman*, je hebt gelijk, ook ik heb het gevoel dat sinds we een nieuwe regering hebben 'het weer mag', houden van franse cultuur*), namelijk de magistrale annie ernaux.
ter gelegenheid van het verschijnen van haar verzameld werk* vertelt zij in een interview (in de internetkrant rue 89*) over haar leven. over haar immense woede, over haar schaamte ook, omdat zij, die van eenvoudige afkomst was, haar ouders heeft verloochend, hun vulgariteit, hun slonzigheid, hun onhandigheid in de liefde niet langer kon verdragen. omdat zij hun wereld heeft verlaten zonder ooit tot een andere wereld te hebben toebehoord, de wereld van 'zij die een badkamer hadden', de wereld van geparfumeerde vrouwen die zeiden 'c'est sensas'.
annie ernaux heeft zich van deze problematiek niet kunnen losmaken, integendeel, zij heeft er schaamteloos en in alle vrijheid over geschreven. zij is een geëngageerd schrijver, met marxistische en feministische uitgangspunten; toch heeft het geen zin haar op deze eenzijdige manier te omschrijven, want haar taal is zeer persoonlijk en uniek, naar binnen gericht en intiem.
voor haar is het onmogelijk haar leven te verzoenen met de 'klassenstrijd'. uiterlijk behoort zij nu tot de dominante klasse en leeft zij ook volgens hun regels, maar haar herinneringen bevinden zich in een andere wereld. innerlijk heeft zij nog altijd de visie van het jonge meisje dat opgroeide in yvetot, waar haar ouders een kleine kruidenierswinkel hadden. desondanks deelt zij niet de zogenaamde 'marxistische vreugde' die handenarbeid verheerlijkt, want als zij de RER neemt naar parijs, ziet zij door het raam arbeiders op bouwwerven zwoegen, en zij beseft dat dit zware en onmenselijke arbeid is.
tijdens haar carrière als docent literatuur herkende zij leerlingen die tot dezelfde sociale klasse behoorden als zij en bij wie het belangrijker was boekhouden te leren of te leren typen. de beheersing van taal (eerst en vooral de mondelinge) was al een teken te behoren tot een andere sociale klasse. uiteindelijk besluit zij dat onderwijs, i.p.v. een opstap te zijn voor kinderen uit de lagere klassen naar een beter leven, vooral dient om de jeugd uit invloedrijke famlies te promoten.
op dit ogenblik wil annie ernaux niet langer tot een of andere klasse behoren, het interesseert haar niet langer. het beleven van een passie, of het nu de liefde is, of de passie voor het schrijven: dat helpt. tenslotte vraagt zij zich af, waarom we leven zoals nu, waarom wij de vrije zondagen doorbrengen in supermarkten en winkelketens, waarom wij consumptie verkiezen boven revolutie.
ik vat in bovenstaande italics de voonaamste punten uit het interview samen en vind mij helemaal terug in annie ernaux.
ook ik haat het overdreven consumptiegedrag dat gepromoot wordt in deze tijden, dat leidt tot knotsgekke toestanden als bijvoorbeeld de ontzetting door de politie van de c & a in de nieuwstraat in brussel een paar dagen geleden.
waar zij wij in godsnaam mee bezig?
tot slot: gisteren met stijgende interesse een docu gezien: happy people, een jaar in de taiga. de trappers die de siberische winter doorbrengen in jagershutten, in het gezelschap van hun hond, zouden perfect gelukkig zijn in de eenzaamheid van de immense bevroren en ondergesneeuwde wereld.... en ik moet zeggen: na urenenlang te hebben gekeken naar schitterende beelden van ruimte en witheid, voelde ik me vreemd genoeg intens ontspannen, ik sliep daarna in als een marmot...
* zie het artikel in uitgelezen, de morgen van 15/12/2011, joost houtman over het nieuwe francofiele boek van bart van loo, betreffende het franse chanson.
bart van loo, chanson, de bezige bij antwerpen, , 2011
* Annie Ernaux, Ecrire la vie, Quarto/Galimard, 2011, 1088p, 100ill., 25 euro
* Deze nieuwssite heet "Straat 89", "omdat een straat
synoniem staat voor verkeer, ontmoetingen, leven, tarrasjes, cafees...
en "89" omdat dat het jaar was waarin de internetrevolutie gestalte
kreeg". De site is opgericht inmei 2007 door voormalig journalisten van het Franse dagblad Libération. Rue89 profileert
zichzelf als een kruising tussen beroepsjournalistiek en participatieve
journalistiek. Dankzij een paar primeurs en scherpe artikelen over
maatschappelijke en culturele onderwerpen, is Rue 89 een succesformule waar Franstalige internetgebruikers niet meer om heen kunnen.
*Happy people A year in the Taiga, Documentaire uit 2010 van Dmitry Vasyukov en Werner Herzog, over het
leven van Russische trappers in het dorp Bakthia aan de Yenisei-rivier
in de Siberische taiga.
De film volgt mensen van het dorp gedurende een jaar, op het ritme
van de vier seizoenen met telkens hun eigen kenmerken en uitdagingen.
Het leven in het dorp, de routine en de tradities zijn al honderden
jaren hetzelfde gebleven.
In de lente begint de machtige rivier te ontdooien en komt hij met
veel gekraak en gebulder tevoorschijn van onder het ijs. De zomer is het
visseizoen, én dat van de muggen. De herfst brengt eindeloze regen: het
moment voor de dorpelingen om hun voorraden verder het woud in te
voeren. Ze bereiden zich voor op de lange en harde winter, maken of
repareren vallen, skis, kanos en hutten. Dat doen ze met het materiaal
dat de aarde en de natuur hen schenkt en op precies dezelfde manier als
hun voorouders dat al eeuwenlang hebben gedaan.
wil ik hier de brutale reclamejongens terechtwijzen die mijn blog misbruiken om reclameteksten als reactie op mijn verrukkelijke literaire berichtjes te plaatsen.
na een schorremorrie tekst over uggs heb ik voorlopig mijn blog zo geregeld, dat geen reacties nog worden gepu.
ook heb ik alle haiku-berichten verwijderd en overgeheveld op mijn haiku-blog, http://demaaninmij.blogspot.com/
tijd om op te ruimen, 2011 is bijna voorbij! joepie!
jaja, af en toe werken dichters in de lage landen bij de zee aan een gezamenlijk project, onder leiding van een witte raaf.
zo iemand is thierry deleu uit oostduinkerke. sinds enige jaren realiseert hij het project 'de 50 meester-dichters van de lage landen bij de zee'. in de raadzaal 'de kokpit' in koksijde stelde hij zijn tweede jaarboek voor. heel geëngageerd had hij het over de malaise in de literaire wereld:
'Is er een
malaise in de literaire wereld? Een moeilijk te beantwoorden vraag. Het
antwoord hangt af van wie je bent, wat je wilt en wat jouw plaats is in het
geheel. Ik bedoel: schrijf je kookboeken of reisverhalen? Dan is er geen
malaise. Juist!
Indien er een malaise is, - en ik
vermoed het sterk, - durf ik nogmaals stellen dat vooral de overheid
verantwoordelijk is.
Ik bied een oplossing aan, met name: het Plan Boek. Het Plan Boek vertrekt
vanuit drie prioriteiten.
Primo: een
collegiale en transparante procedure tot aankoop van boeken, en/of subsidiëring
van de auteur, secundo: een overheidscommissie die de ingestuurde boeken
beoordeelt en afhankelijk van dit oordeel een aantal boeken aankoopt en/of de
auteur bijkomende steun verleent, tertio: de creatie van een label van
Onafhankelijke Auteurs (dit kunnen debutanten zijn, maar zeker degenen die in
eigen beheer, in welke vorm ook, uitgeven).
Deze drie
prioriteiten kunnen enkel efficiënt werken mits het aanwenden van drie
werktuigen.
Eén: de
samenwerking (juister: de inspanningsverplichting)) tussen overheid, uitgevers,
auteurs en bibliotheken.
Twéé: de
coöptatie van auteurs in alle overheidscommissies die (ook) boekenbevoegdheid
hebben; alle auteurs betekent hier: gekazerneerde én dakloze auteurs.
Drie: een
overheidsdistributiesysteem voor de uitvoering van prioriteit twee.
Het resultaat
van Plan Boek moet leiden tot een aangenaam retrogevoel: de jaren 70, toen
boeken werden aangekocht van de meeste auteurs en verdeeld over scholen en
bibliotheken.
Wat is de
positie van de uitgever in dit voorstel? Nergens. Logisch toch! De uitgever
hoort thuis bij de commerciële ondernemers'.
hieronder aan aankondiging van het feest, plus enkele foto's van henri lemineur.
07 december 2011
- Koksijde
VLAAMS-NEDERLANDS DICHTERSGENOOTSCHAP
DE 50 MEESTER-DICHTERS VAN DE LAGE LANDEN BIJ DE ZEE
VOORSTELLING VAN HET TWEEDE JAARBOEK
DE 50 MEESTER-DICHTERS VAN DE LAGE LANDEN BIJ DE ZEE
Op woensdag, 7 december 2011, om 16.30 u, in de raadzaal Kokpit van
het Gemeentehuis van Koksijde, Zeelaan 303, te 8670 Koksijde
Hieronder een aantal foto's:
de zaal loopt stilaan vol, ik zit op het puntje van mijn stoel om toch maar niets te missen!
dit zjn ze dus, de 50, of beter : een deel ervan...
Dichteres Nicole Van Overstraeten met Thierry Deleu. zie mij glunderen..
Dichteres Nicole van Overstraeten met kunstschilder Walter Vilain * (een kanjer!)
Fernand laforce, voorzitter van de Vlaamse Kunstkring Houtland en dichteres Nicole Van Overstraeten.
waw! bijna 2 maanden geleden dat ik nog een blogbericht heb ingetokkeld. ondertussen is heel wat gebeurd!
een nieuwe dichtbundel van me is verschenen, de tuinen van thevenet* (daarover later meer, ik voeg hier alleen de cover met de schattige grasklokjes en anjers aan toe), mijn essay de dagen zijn huiveringwekkend mooi (over de poëzie van guy van hoof) staat in de steigers, ik ontmoette een paar dagen geleden een mysterieuze dichter (het bleek de auteur te zijn van de verrukkelijke frans vlinderman-gedichtjes) in koksijde (tijdens de presentatie van de tweede uitgave van de 50 meesterdichters van de lage landen bij de zee, waarover ook later rmeer)*, we hebben nu ook een regering, en ..... ik ben er eindelijk in geslaagd, na een tip van marleen de smet* een utube filmpje te plaatsen op mijn blog!
het is maar een momentopname, ik voer een telefoongesprek. maar toch wil ik het filmpje op mijn pagina, als eerste van een hele reeks, hoop ik toch!
toen ik nog niet zo
lang geleden uitgenodigd werd om mee te doen aan het project hommage aan
willie cools, een kunstschilder uit duffel, die overleed op 4 juli 2011, was
het voor mij even schrikken: eigenlijk kende ik willie cools niet echt. ik
bezat alleen maar een prachtige monografie, de sprong in de ruimte*, met
een uitzonderlijke selectie schilderijen.
wat moest ik doen? ik verzamelde zoveel mogelijk commentaren op internet. ik
keek en keek en keek naar de afbeeldingen in de monografie. oeps! ik voelde me
een beetje overweldigd door zoveel 'drukte', haha, ik bedoel dit niet negatief,
maar de dames op de schilderijen en tekeningen van willie cools zijn wel heel
erg beweeglijk en kleurrijk, net of ze een woeste oerritus
uitvoeren op doek. daarbij zijn ze allemaal naakt.
hoe voelt een vrouw zich bij het kijken naar deze schilderijen? ik denk in
eerste instantie toch een beetje ongemakkelijk, in tweede instantie wat
opgelaten. haha, ziet de kunstenaar ons nu echt zo (ik plaats mijn handen in mijn
zij, borstjes vooruit, billen samengeknepen) en moeten we dan zo (ik wiebel en
ik wemel, ik beweeg) dansen? ik werp mijn linkerbeen de lucht in, dan het
rechterbeen, ik beweeg mijn heupen, schokschokschouder en gooi mijn hoofd naar
achteren... hoho, oppassen, ik wil hier niet oneerbiedig zijn. toch moet ik
bekennen dat ik, een beetje lacherig, bovenstaande dansbewegingen stiekem op
mijn kamer uitprobeerde.
indruk maakten deze schilderijen dus wel op mij. bij nadere observatie werd ik me
bewust van het pure vakmanschap van willie cools: door zijn teken- en
schilderkunst worden deze naakten ontdaan van alle vulgariteit. eigenlijk gaat
het willie cools niet om het naakte, zelfs niet om de vrouw, maar om het
beleven en tot expressie brengen van een schildersdynamiek: het gaat om vorm,
kleur en ritme.
erotiek wordt ontluisterende kunst.
.
aan dit project
werkten 19 dichters mee, 6 vrouwen en 13 mannen. ik wil in dit blogbericht
focussen op de reacties van de damesdichteressen: hoe werkten zij hun hommage
uit, wat zagen zij in de schilderijen van cools, wat voelden zij? niet dat ik
hier absoluut een manonvriendelijk bericht wil neertokkelen - de gedichten van
mijn mannelijke collegas zijn super!
maar ik was een
tikkeltje nieuwsgierig: zouden de dames, onder de indruk van al dat vrouwelijk
geweld in cools schilderijen, een specifiek erotisch uitgangspunt hebben
aangenomen voor dit project? zouden zij gedichten hebben geschreven met een
vleugje wellust, of zou dit poëtisch eerbetoon een soort sublimatie van pijn en
verdriet worden om het afscheid, vooral voor wie willie cools bij leven heeft
gekend?
.
een vriendin van willie, de dichteres begga mariën, mailde
me:
ik kan me niet precies herinneren wanneer willie me
gevraagd had om aan een nieuwe uitgave mee te werken, maar zijn bedoeling was
van verschillende dichters (ik weet niet precies wie) bij zijn werk te
betrekken en in die zin iets nieuws te brengen met zijn (nieuw?) werk. daarop
heb ik toen mijn positieve medewerking beloofd.
...
iedereen die willie kent weet dat zijn opzet was van
mensen, kunstenaars, met elkaar in contact te brengen
eigenlijk was dit
project dus een idee van willie cools zelf, dat na zijn dood verder werd
uitgewerkt. geheel volgens zijn opvattingen: laten we de kunst en het leven
eren en omarmen, laten we samen, geïnspireerd door mijn schilderijen, in alle
vriendschap, iets nieuws uitproberen...
.
de schrijfster en
dichteres suzanne binnemans uit lier verbaasde me door de fijnmazige, ietwat
melancholisch- sensuele toon in haar gedicht. niets naakte oervrouw dus, maar
wel een schroomvolle, bijna onderworpen minnares, die zich schikt in de
krijtlijnen die voor haar zijn opgezet. waarom denk ik plots aan gustav
klimt, en zijn mooie zinssnede: " want
ik vrees en respecteer echte liefde."
suzanne binnemans
vrouwelijke figuur geeft zich gewillig over aan de strelingen van haar minnaar,
de dichteres vertolkt op verukkelijke wijze het versluierde verlangen naar
liefde en geborgenheid, de fragiele droom van elke vrouw...
suzanne binnemans
Door het gaas van
mannenwimpers
worden vrouwen dag en nacht bespied
(Johan Anthierens)
eerst
verborg je nog mijn gezicht
liet je mijn armen en handen dwalen
mijn benen en tenen spelen
over een maagdelijk blank vel
mijn lot lag in jouw handen
je deed me bewegen tussen grenzen
binnen de krijtlijnen voor mij uitgezet
zelf mocht ik niet kiezen
strelend creëerden jouw vingers
ik wentelde me in jouw kleuren
bedachtzaam leunde je over mij heen
ik voelde jouw hete adem
wanneer je mijn naakte lichaam
zorgzaam toedekte met witte sluiers
angstvallig volgde ik jou
je dwong me te kijken
schroomvol vouwde ik me dicht
plooide toen weer open
ik gluurde naar wie mijn hoeder was
getrouw werd ik de jouwe
.
oeps, mijn gedicht.
totaal anders. ik besloot, na het schokeffect dat door het door mij gekozen
schilderij een nieuwe zomer had teweeggebracht (het vrouweljk naakt
zinderde werkelijk van op het doek, ik werd als het ware overrompeld door al
dat oranje en roze en vermiljoen) de sterke vrouwenfiguur op het schilderij
zelf aan het woord te laten. zij schijnt met haar linkerhand vriendelijk uit te
nodigen tot de dans, daarom laat ik dit op het einde ook gebeuren.
nicole van
overstraeten een nieuwe zomer
omtrent mijn zogenaamde woestheid
wil ik echt geen woorden kwijt, ik weiger
pertinent.
ik zeg: dit zomerrood is vuur. ik
presenteer
de weerbaarheid van vlees, het wachten
op het zachte maar ook het dieproze
vertoeven.
ondanks mijn tintelende opening, mijn huichelen,
mijn dijen zogenaamd, spijt het mij zeer.
dat jokkend reflecteren van jouw licht -
niets anders dan een droom, een land van zand.
jij mag mij desondanks wel welig koesteren,
dat sta ik teder toe. genieten van mijn eigen
veinzen.
ik weet, mijn schacht is hoog, mijn buik is
zoet,
een hemelvaart van honing. ik wiebel in
oranje,
ik wemel karmozijn, ik zinder en hou dapper
stand.
ik feliciteer en zeg: dans, dans, dans nu met
mij,
reik mij de hand. in deze nieuwe zomer
schuim ik ronduit vermiljoen.
ik kan niet vragen
aan willie cools wat hij van mijn gedicht vindt, maar ik heb toch vaag de
indruk dat hij het soort vrouw dat ik beschrijf echt wou tekenen. mannen die
van vrouwen houden, laten ze bestaan in al hun kracht en sensualiteit. zij
onderwerpen ze niet, zij mogen in alle vrijheid dansen...
aanvulling: hieronder een superleuk fulmpje, mij toegestuurd door enkele geheimzinnige bewonderaars, de gekke dans dus van HH Marat Joy Tchundyk anda his bastardbrotha Marat Tchundyk Gundo.
.
rose vandewalle
introduceert een vrouwenfiguur die wankelt, valt en terechtkomt in een kolkende
spiraal. haha, sommige schilderijen van willie cools met wervelende
vrouwenfiguren hebben dus dit effect: dat je van het dansen draaierig wordt als
een derwisj, dat het uiteindelijk allemaal eindigt in een val.
maar wie dit
gedicht subtiel leest merkt op dat de wankelende (dansende?) vrouw eigenlijk
wanhopig en angstig op zoek is naar houvast, het zijn de muren van de kamer die
bewegen, de dans eindigt in een huiveringwekkende tuimel. ik durf het bijna niet
zeggen, maar ik vermoed dat rose hier in enkele penseeltrekken, in enkele
verzen, het levenseinde beschrijft. een passend gedicht in deze hommagebundel,
vind ik.
rose vandewalle de kamer
plots kantelt en keert
vangt me op
in haar grijpgrage armen
haar handen zo fel van het willen
bewerkt me
met elk van haar vurige tongen
omsluit me beneemt me
de kamer hitsige adem
kolk en spiraal
de kamer
o ze wentelt en wankelt
weldra in versnelling
sleurt me mee in haar val
komt tot een tuimel
tot een huivering wekkende tuimel
.
hannie rouweler
heeft ook een schilderij uitgepikt, waarrond ze een gedicht schrijft. ha, die
hannie! virtuoos als ze is, schrijft ze een verrukkeljk lang gedicht met een
waaier aan ervaringen, die dan nog in een grotere waaier van interpretaties
kunnen worden opgevangen. haar verzen zijn zwierig,
mededeelzaam. haar zinnen zijn bijwijlen intens, maar soms ook zacht als
velours.
geen briesje dus,
maar een felle wind zet ze gewind op papier.
passie, erotiek,
een spreekwoord, beelden uit haar jeugd, psychologie, vervreemding, humor - dit alles passeert het oog van de lezer.
strofe drie intrigeert me danig: de metamorfose van de tijd buiten het
gewricht/ de anonimiteit die in het geel verdwijnt/ granenveld.
een sleutelvers,
vind ik. want dit is wat hannie doet: elementen die deel uitmaken van het
schilderij, maar ook haar eigen denken en voelen plaatst ze buiten de tijd, ze
worden eeuwige abstractie. heel mooi is het einde: alleen het woord granenveld
staat daar, als representatie van haar gedachtenvlucht. het beeld van de weidse
graanvelden katapulteert de gele fetisj en de poëzie van hannie
naar de ruimte, naar de oneindigheid.
hannie rouweler
DE SCHILDER EN HET
MODEL
(Willie Cools, Gele Fetisj)
Dat de passie spreekt in Gele Fetisj
dat is duidelijk. De schilder en het model
voelen zich er blijkbaar beiden niet
ontspannen bij:
zij toont haar kut maar aan wie of wat?
Aan hem, aan haar, de kijker, een
vreemdeling,
haar ogen staren in het niets. De droom,
suggestie.
Ik denk aan het boerenland van mijn oom,
regen
en zon, groei en verval, geluk en dikke
pech.
Als de vos de passie preekt
boer, let op je kippen!
Dit zal niet helpen. Het onbedwingbare in
de lust,
de lijnen die het beeld doorkruisen
de vrouw zit niet stil, ze verplaatst zich
voortdurend.
De metamorfose van de tijd buiten het
gewricht,
de anonimiteit die in het geel verdwijnt.
Granenveld.
In juni is het vaderdag. Ik geef mijn
vader Jan
postuum een van deze schilderijen op zijn
90e.
Als meisje waarschuwde hij me al dikwijls
als ik me stond op te maken voor de
spiegel
aan de binnenkant van een deur, in de
woonkamer:
Hannie, je draagt te korte rokken.
Kunstenaars en dichters. Pas daar maar
voor op.
.
begga mariën en marije kos schreven de meest abstracte
gedichten. zij interpreteren totaal, de beelden staan verder af van de concrete
schilderijen. ze inspireren zich nog wel op een doek, maar hun gedicht neemt
een meer naar binnen gerichte en tegelijk hogere en verdere vlucht.
toch vind ik beide gedichten (alhoewel ze natuurlijk een
eigen profiel hebben) heel romantisch. zij lijken in een droom te zijn
geschreven, of op het moment van het ontwaken uit die droom.
de nobelprijswinnaar tomas tranströmer omschrijft
trouwens dit moment als een parachutesprong, een bevrijding uit de
verstikkende omstuimigheid...
Waking up is a parachute jump from dreams.
Free of the suffocating turbulence the traveller
sinks toward the green zone of morning.
begga laat een vrouw spreken met een zwarte ziel
(wow!) die in haar wezen een zee van klapwiekende meeuwen ervaart (wat
een mooi beeld) en ook hier symboliseert het lopende zand de
voorbijvliedende tijd.
marije kos gedicht vind ik nog geheimzinniger: een herinnering
maakt zich los uit het blauw (prachtig beeld)... maar welke herinnering? en wie is die schim,
van wie zijn die ogen, die warme hand, wie ervaart pijn en venijn, wiens zicht
wordt belemmerd, wie wordt uiteindelijk gered van de ondergang? gaat het om de
schilder, zijn model of gaat het om de dichteres? marije kos gedicht roept bij mij blijkbaar heel
indringende vragen op.
maar in deze laatste gedichten eren ook deze dichteressen
een kunstenaar die desondanks en dit is misschien een troostende gedachte, de
verstikkende omstuimigheid van het leven heeft ingeruild voor ik
interpreteer en fantaseer nu zelf- de
groene zone van de oneindigheid.
begga mariën
INNERLIJKE
WAARHEID
Hoe helder moet de nacht zijn
om mijn zwarte ziel te verblinden
die tussen wier en algen wordt
verzwolgen?
- Een zee van meeuwen
klapwiekt in mijn wezen -
Hier zijn geen kruimels
voor een weg terug.
De dwaalster bevleugelt het vuur;
luide rook wordt zachter
en balsemt lenig
het zand dat loopt.
marije kos Bij het
schilderij De Ondergang.
De ondergang
een schim uit het verleden
maakt zich los uit het blauw
herinnering dringt zich op
glooiende vorm gloeiende kleur
strelen zijn ogen
een lach klinkt
een warme hand raakt
maar het is maar even
zweet parelt en adem stokt zoetgevooisd klinkt anders nu
zacht en rond wordt scherpgetand
prangend fel en giftig
zijn napijn en venijn
de hersenschim vervaagt
ragfijne spinnenwebben
en donkere stofdraden
belemmeren het zicht
net op tijd gered
van de ondergang
Guy van Hoof,
Willie Cools, De sprong in de ruimte, vzw De Gebeten Hond, Harelbeke,
2002.
De Zweedse dichter Tomas Tranströmer kreeg de Nobelprijs literatuur 2011!
Nieuwsgierig als ik ben, sprokkelde ik onmiddellijk (van allerlei websites) gedichten van hem bijeen. De Nederlandse vertalingen zijn van Bernlef.
1. Tomas Tranströmer publiceerde zijn eerste bundel 17 dikter in 1954.
Prelude, het openingsgedicht van het eerste boek van Tranströmer:
Waking up is a parachute jump from dreams.
Free of the suffocating turbulence the traveler
sinks toward the green zone of morning.
Things flare up. From the viewpoint of the quivering lark
he is aware of the huge root systems of the trees,
their swaying underground lamps. But above ground
theres greenery a tropical flood of it with
lifted arms, listening
to the beat of an invisible pump.
2. Tranströmer schreef ook haiku's. Hier eentje uit 2004:
Birds in human shape.
The apple trees in blossom.
The great enigma.
3. Een gedicht is ok als het einde ok is, zegt men. Dit einde is subliem:
A page of the night-book
I stepped ashore one May night in the cool moonshine where grass and flowers were grey but the scent green.
I glided up the slope in the colour-blind night while white stones signalled to the moon.
A period of time a few minutes long fifty-eight years wide.
And behind me beyond the lead-shimmering waters was the other shore and those who ruled.
People with a future instead of a face.
3. Dit stukje schijnproza heeft ook een schitterend einde:
IJSLANDSE ORKAAN
Geen aardschok maar hemelbeving. Turner had het kunnen
schilderen, vastgesjord. Zojuist wervelde één enkele want voorbij,
verscheidene kilometers van zijn hand vandaan. Ik moet met tegenwind
naar dat huis aan de overkant van het veld. Ik fladder in de orkaan. Ik
ben geröntgend, mijn skelet dient zijn ontslagaanvrage in. De paniek
groeit terwijl ik laveer, ik ga ten onder, ik ga ten onder en verdrink
op het droge! Wat is het zwaar, alles wat ik plotseling mee te slepen
heb, wat is het zwaar voor de vlinder om een praam te slepen! Eindelijk
aangeland. Een laatste worsteling met de deur. En ditmaal binnen.
Binnen. Achter de grote glasruit. Wat een eigenaardige en grandioze
uitvinding is glas toch dichtbij zijn zonder betrokken te raken.
Buiten stroomt een horde doorzichtige reuzensprinters over de
lavavlakte. Maar ik fladder niet langer. Ik zit achter glas,
bewegingloos, mijn eigen portret.
4. Transparant, ongerept, gecondenseerd, dat zijn de trefwoorden bij Transtömers poëzie:
UIT MAART 79
Moe van iedereen die met woorden komt, met woorden maar niet met taal
begaf ik mij naar het sneeuwbedekte eiland.
Het ongerepte heeft geen woorden.
De ongeschreven bladzijden breiden zich naar alle kanten uit!
In de sneeuw stuit ik op hoefsporen van een ree.
Taal maar geen woorden.
Besluit: en of ik een fan ben van Tranströmers gedichten!
Wim Vandekeybus werd geboren in Herenthout, op 30 juni 1963 en is een Vlaamse choreograaf, regisseur, acteur en fotograaf.
Door zijn loopbaan heen week hij steeds verder af van de
traditionele dansvoorstelling en integreerde hij daarin woord, beeld,
dans en muziek. Samen met onder andere Anne Teresa De Keersmaeker is hij
mee verantwoordelijk voor de bekendheid van België in de internationale
wereld van hedendaagse dans.
Bron: Wikipedia
eind september woonde ik in de kvs een voorstelling bij: oedipus/bêt noir, dans en theater. wim vandekeybus/ultima vez zorgde voor het spektakel, jan decorte schreef een eigenzinnige bewerking van sofokles' oeidipus. dames en heren, terwijl u dit leest, luister ik naar de muziek die bij het utube filmke hoort, waarvan ik de link helemaal onderaan heb geknipt en geplakt. de rillingen lopen nog over mijn rug.
link openen en kijken dus, beste lezers...
verleden jaar had ik al een voorstelling van wim vandekeybus gezien in westrand dilbeek (ik denk dat de titel nieuw zwart was), maar toen vond ik deze prestatie nogal een gewriemel en de dansers weirde acrobaten. ze smeten zich her en der op de scène, maakten bokkensprongen en botsten ei zo na tegen elkaar zomaar in de lucht, ik begreep er toen niet veel van.
maar misschien komt het door de tekst van jan de corte en het indringende verhaal van sofokles....deze keer vond ik de voorstelling adembenemend.
misschien een beetje te lang, vooral naar de smaak van n. ik was ook op een vreemde manier verbaasd dat wim vandekeybus een theaterrol had in dit stuk, hij speelde oeidipus (op glorieuze wijze!) en zijn bijwijlen brussels accent intrigeerde me danig, soms kwam hij over als een grappig ketje. het optreden van de blueslegende roland was ook fabuleus. de muziek trouwens helemaal top, bracht bij momenten ijzingwekkende spanning tussen de acts. niet te verwonderen dus, dat wim vandekeybus wereldberoemd is....
en ook niet te verwonderen, dat hij nu tot mijn favorieten behoort. hij is trouwens op mijn verjaardag geboren: 30 juni en jaja, kreeftjes lijken op elkaar... haha, grapjeeee!
het is bijna herfst en heel wat moois komt op me af
. onder andere dit lied van de hollandse band de kift, een songtekst die door merg en been snijdt...
Tot slot
Ik begreep dat je niet mijn moeder was,
maar mijn dochter, nu houd ik je stevig vast
en over je hoofd heen kijk ik ver
uit het raam naar daar waar ik jaren her
als snotneus rondhing, met om me heen
het gajes - en toch was ik altijd alleen,
waar ik heimelijk rookte in de wind,
je enige zoon, je geliefde kind.
Ik hoef je alleen maar steviger vast
te houden, ik moet je niet loslaten straks
in dromen land, bij regen en mist,
de enige die van mijn onschuld wist.
En wanneer je moet huilen in de nacht,
heb ik in gedachten mijn handen zacht
op je schouders gelegd en tot slot erkend
dat je niet mijn moeder, maar mijn dochter bent.
En later, veel later komt er een tijd
dat je niet in zwart-wit, maar in kleur met mij -
niet op foto's, maar in de werkelijkheid -
precies zo omstrengeld zult staan, waarbij
je rimpels verdwijnen en je weer kind
zult worden - een kind in de wind
met een wapperend lint van rood satijn.
...Als jij niet meer bent, als ik dood zal zijn.
de kift, een heel goeie band, de muziek is
bij momenten heel bevreemdend, ja om kippenvel van te krijgen, bij
momenten meeslepend en vooral vrolijk als fanfaremuziek, je krijgt
zin om mee te zingen en te dansen. jaja, het zijn oerhollandse kerels, chapeau voor wat
ze reeds hebben verwezenlijkt, hun website is ook supergrappig!
ik glijd dit rode
land in als gelei, het zand beweegt als wolken. ik draaiduizeldroom, ik
stuifzand.ik plet mijn
schoot, plant mijn gympen.hij
wil o wee mijn spiegel zijn. ik schud hem van me af, maar hij blijft vast aan
mij. de zon bedriegt me in mijn nek,het lijkt of ik verlies. ach liefje, luister niet naar
zijn gefluister. je alfabet, je namen, het is niets. je liefdes, het is niets.
je schaamte, je bedrog, je verraad, het is niets.
bovenstaand schilderij is van de antwerpse pauline niks*, een superbe artieste die nog deze zomer tentoonstelde in galerij montanus in diksmuide, voor de 5de biennale van jonge schilders. een tentoonstelling met de mooie titel pure peinture*. oeps! ik kende dit schilderij al van een eerder (internet)project, waar ik zelf aan heb deelgenomen, de vallei v, van de onvolprezen antwerpse dichter-plastisch kunstenaar françois vermeulen*. bij elke aflevering van de vallei vraagt françois vermeulen aan vijf dichters poëzie te schrijven bij schilderijen van een door hem geselecteerde kunstschilder. ik wil hierbij de initiatiefnemer feliciteren, want alhoewel het een 'klein' project is zonder veel poeha, is het op de juiste manier uitgeschreven, de opdracht is helder verwoord en de deadlines worden perfect gerespecteerd. het resultaat is dan ook heel fijn, beste lezer, ik nodig u zo meteen uit om te gaan kijken op de website van de vallei* en te proeven van de gedichten en het beeldmateriaal.
.
voor mij was de deelname aan dit project een fantastisch experiment. ik had eerst, zoals het mijn gewoonte is, een heel lang gedicht geschreven van liefst 158 woorden.
woestijnmeisje, zelfbedacht runenspel
in de schilderijen van pauline zit ik in hurkhouding.
ik pluk zilveren lepels uit de lucht, raap rode
beukenootjes
in een blauwbomend bos. maar wat ik hier doe is
onduidelijk.
droom ik rugwaarts in een zee van zand? is dit waar ik
bang voor ben
of waar ik naar verlang, een witte woestenij en ik
daar middenin?
ik glijd dit parelmoeren land in als gelei, het zand
beweegt als wolken.
ik draaiduizeldroom, ik stuifzand. ik plet mijn
schoot, plant mijn gympen.
zij laten duistere sporen na, zij stoppen hier en
houden schaduw bij.
hij wil o wee mijn spiegel zijn. ik schud hem van me af,
maar hij blijft
vast aan mij. de zon bedriegt me in mijn nek, het
lijkt of ik verlies.
ach liefje, luister niet naar zijn gefluister. je
alfabet, je namen,
het is niets. je liefdes, het is niets. je schaamte,
je bedrog,
je verraad, het is niets. sweetheart, its nothing. (158)
het gedicht klopte helemaal, en was, vond ik, leuk om lezen voor zij die het schilderij van pauline niks kennen en voor zij die mij kennen, want de laatste tijd krijg ik als commentaar dat ik typische 'nicole' gedichten schrijf, ahum, een compliment. maar o wee, daar kwam ik tot de constatatie dat dit lange gedicht niet paste in de lay-out van de vallei en dat ik dus moest schrappen, het gedicht herleiden tot de essentie.
het werd dus dit:
woestijnmeisje
droom ik rugwaarts in een zee van zand?
is dit waar ik bang voor ben, of waar ik naar
verlang, een witte woestenij en ik daar middenin?
ik glijd dit parelmoeren land in als gelei,
het zand beweegt als wolken. ik draaiduizeldroom,
ik stuifzand. ik plet mijn schoot, plant mijn gympen.
hij wil o wee mijn spiegel zijn. ik schud
hem van me af, maar hij blijft vast aan mij.
ach liefje, luister niet naar zijn gefluister.
je alfabet, je namen, het is niets. je liefdes,
het is niets. je schaamte, je bedrog, je verraad,
het is niets. sweetheart, its nothing. (102)
56 woorden minder dan de vorige versie.
.
maar tegelijk stuurde pauline mij ook een andere versie op van het schilderij. het wordt als het ware transparant door de lichtinval en geeft een inkijk in een bijzondere omkadering, nl het atelier (vermoed ik) van de schilderes. je ziet een tafel, een stoel en andere objecten uit het dagelijks leven van de artieste doorschemeren. pauline zei me ook dat zij eerst als basiskleur rood had gebruikt, en dan met wit het rood had overschilderd. hieronder ziet u hetzelfde schilderij dus als een rechthoekig rood artefact temidden van de leefomgeving van de artieste. de schaduw waarop de centrale figuur neerhurkt is immens geworden en heel weird.
ik zeg altijd: als
dichters met taal hetzelfde zouden durven doen als andere kunstenaars met hun
materiaal, dan zou dit fantastische varianten kunnen opleveren. ik heb dus de
essentie van mijn gedicht ook in een kader gezet, het woord parelmoeren
vervangen door rode en een ander lettertype gebruikt. het resultaat ziet u in een volgend bericht...
beste lezers
mag ik u attenderen op een uitgave van demerpress, waaraan ik met plezier heb meeewerkt. het is een eerbetoon aan willie cools, kunstschilder uit duffel, die overleed op 4 juli 2011.
EEN VELD VAN VERWILDERDE ROZEN
Hommage aan de kunstschilder en
graficus Willie Cools door diverse dichters.
Publicatiedatum: oktober 2011
Gedichten naar
aanleiding van schilderijen van de Vlaamse kunstschilder en graficus Willie
Cools (1931-2011). Een hommage. Dichters: Richard Foqué, Theo Slachmuylders,
Thierry Deleu, Suzanne Binnemans, Nicole Van Overstraeten, Ferre Denis, Tony
Rombouts, Erwin Steyaert, Rose Vandewalle, F.A. Brocatus, Ulrich Bouchard,
Hannie Rouweler, Frank Decerf, VPM bio, Roger Nupie, Joris Iven, Marije Kos,
Guy Commerman en Begga Mariën.
Willie
Cools schildert uitbundige taferelen op grote bladen papier in een al even
uitbundig coloriet van rood en geel en groen met witte sluiers van achtergrond
of overlapping. Meestal beeldt hij personages uit, vrouwelijke bij voorkeur met
een heerlijk onbevangen lichaam dat weliswaar minder aan de werkelijkheid dan
aan een dominerende gedachte beantwoordt. Er treden inderdaad vervormingen op
die duidelijk refereren naar een persoonlijke benadering van de thematiek of
van de sfeer. Die vervormingen zijn echter ook de functie van het ritme van de
aanwezigheden. De kunstenaar gaat vrij ver op dat vlak en toch slaagt hij er
wonderwel in een intern evenwicht te bewaren, een vormelijke elegantie in stand
te houden Zijn figuren voeren vaak een vreemde dans uit; zij bezitten bijwijlen
iets animaals. Hun gestalte is duidelijk meer ideëel dan realistisch hoewel het
oog best kan genieten van hun zinnelijke vormentaal. Ritme en gestalte hebben
iets onwezenlijks dat tevens sublimerend overkomt.
dames en heren, ik heb een oorworm. al sinds enkele dagen zeurt een prachtig lied door mijn hoofd, ik raak het niet kwijt. en het is godbetert een song van rod stewart, waarvan ik hier de eerste strofen knip en plak.
When I need you I just close my eyes and Im with you And all that I so want to give you Its only a heart beat away
When I need love I hold out my hand and I touch love I never knew there was so much love Keeping me warm night and day
Miles and miles of empty space in between us A telephone cant take the place of your smile But you know I wont be traveling forever Its cold out but hold out and do like I do
waar heb ik toch dit lied vandaan? welwel, hoogstwaarschijnlijk waaide het mij toe door een openstaande deur van een bruin café in den haag, leiden of delft. want daar heb ik, jaja, de laatste dagen rondgezworven.
dit bericht is dus een mini-reportage, met leuke foto's van leuke momenten en wat commentaar.
.
vanmorgen om vijf uur klaarwakker met deze deun in mijn hoofd. ik denk dat hij blijven hangen is omdat ik in een toestand van overexitement (oververmoeidheid?) was geraakt. mijn gezelschap bestond namelijk vier dagen lang uit drukke, kwieke, babbelzieke mediterranen (die laat opstaan, laat slapen gaan en straffe koffie drinken om halfdrie 's nachts), helemaal my opposite way of life, you know. zut, heb in nederland te veel engels gesproken...
haha, wat een volkje!
fotootjes nemen deden ze om de haverklap. zelf heb ik weinig foto's gemaakt, alhoewel ik blijkbaar toch prutste met een fototoestel. maar wat ik in 's hemelsnaam wou fotograferen in de intercitytrein naar amsterdam, is me een raadsel...
deze foto vind ik de mooiste uit onze map. het is de oude kerk in de binnenstad van delft, met als karakteristiek een scheve toren. de foto is genomen doorheen het glazen dak van de boot, die met toeristen rondvaart door de grachtjes en onder de bruggetjes van de oude binnenstad. de regendruppels en een barstje laten de torentjes zien doorheen een waas van craquelé, wat een effect!
by the way: het waaide en het regende ferm daar in holland. ik kocht een weirde asymetrische stormparaplu, pour épater mes amis...
op het feestje ter ere van de pensionering van mijn zwager (de eigenlijke aanleiding van onze reis), die enkele decennia lang hoogleraar arabische taal en cultuur aan de universiteit van leiden was, was het ook een en al gefotografeer, zeer tot misnoegen van n., die riep: no paparazzi please!
deze foto heb ik zelf genomen en ben er supertrots op. a. en s., twee mediterrane heren, wandelend en keuvelend in het mooie tuintje palend aan de koffiekamer van de faculteit. een beetje donker uitgevallen foto, maar wat een stijlvol duo!
toespraken en speeches: kunnen heel saai zijn. maar deze dame, hoogleraar en moeder, hield haar baby vast terwijl ze in hollands engels anekdotes vertelde omtrent het leven van a. aan de faculteit. de heer links schijnt blijkbaar heel erg geschrokken te zijn van wat ze vertelt!
dit alles gebeurde in de ruime koffiekamer, waar o jee! een heel originele verzameling theepotjes en theedoosjes en koffiepotjes en koffiemolentjes was tentoongesteld. spijtig dat net iemand anders mijn camera vasthield, anders had ik hier niets anders dan theepotjes getoond...
een etentje in een restaurant hoort er natuurlijk
ook bij. maar we moesten heel lang wachten op onze bestelling. oesj!. n.
las dus even een boekje, om de verveling te verdrijven..
tussen haakjes: het eten in restaurant karalis was wel superlekker. ik
koos een bord spaghetti met olijfolie, look en bottarga, een soort
italiaanse kaviaar. hemel, ik proefde de zee.
en tot besluit het feestvarken, met zijn gracieuze dame aan zijn zijde.
een student vond, dat zijn prof op een teddybeer leek.
tja, a. en a. en s., drie kleine broers, drie kleine kwieke beertjes...
.
ik beweer meestal dat ik niet hoef te reizen, because I just close my eyes and I am everywhere.
maar zo'n weekendje weg werd uiteindelijk toch fijner dan ik dacht.
tot slot dus: de url naar mijn oorworm. om voor altijd te linken aan mijn uitstapje holland...
bijna snakken naar het einde van deze flutzomer. de
laatse weken te maken gehad met allerlei bobokes: muggen- of spinnenbeten, weet
niet waarvandaan, maar ze zaten zelfs tot in mijn haar en het jeukte de hele
tijd, blaasjesbroebels tussen mijn vingers als het dan weer snikheet was zoals
gisteren, een tintelende rechterhand omdat ik tot stukken in de nacht pd james
had gelezen en mijn vingers tijdens de slaap klem raakten onder dat dikke boek,
chronische insomnia en tegelijk ook nieuwe nachtmerries in de korte
slaapuurtjes in de vroege ochtend enz enz...
leve september, als het fris en koud wordt en de zon de boomkruinen omvormt tot
gouden wolken...
.
tot mijn grootste consternatie ook te weten gekomen dat de met vegetatie
begroeide gebouwen in warchau (van vorig bericht) nep zijn! ik had in de maand
juli een mailtje gestuurd naar jaroslaw kozakewicz. op 18 juli
kreeg ik antwoord:
On 2011-07-18, at 06:14, Jarek Kozakiewicz wrote:
Dear Nicole and Ward,
Thank you very much for your kind e-mail.
As far as the
"Nature of/for living" is concerned, the film which is on show at
BOZAR is just an artistic fiction. I was asked to present a project regarding
the modernist architecture of the 60 and the 70 which still is a problem in
contemporary Poland because of a-human solutions. Since I'm interested in
ecology and environmental problems and I work quite often with scientists, I
came up with the idea of this artistic science-fiction in order to show the
urbanist and architectural absurd solution in the communist Poland in an
undirect and quite an ironic way. I ment also to point out some urbanistic
problems in Warsaw such as the lack of green spaces.
Which means that the
modernist buildings are not covered with vegetation and this is just an
imaginary situation. I chose the form of documentary film in order to make it
ironic and funny.
you can find more
information about "Nature of/for living" and some other projects of
mine on my website: www.kozakiewicz.art.pl.
We admired your project Nature of/for Living (2007) in the expo The
Power of Fantasy in Bozar, Brussels.
We were all the time asking ourselves: is this thing real, or is this a product
of the imagination of the artist?
In other words: can we really visit in Warsaw those magnificent buildings
covered with vegetation?
And also: where can we find more info about the project, what did nature do,
what did the artist do?
Once more: congratulations for this magnificent project!
Nicole & Ward
Belgium
argh! voor de zoveelste keer tot de conclusie gekomen
dat ik tamelijk lichtgelovig ben. eigenlijk geloof ik alles,
haha, het is zeker geen heldendaad mij voor de zoveelste keer in het ootje te
nemen... soms vind ik fantasieën zo mooi dat ik wenste dat ze werkelijkheid
waren. vooral als de werkeljkheid rauw, ontluisterend, grof, ontgoochelend
lelijk en verwerpelijk is. dan is fantasie de reddingsboei, de opstap naar een
nieuwe hemel. een van de redenen denk ik, dat ik reeds als kind onderdook
in de literatuur: een paar uurtjes lezen en de saaie realiteit vernevelde in
een spannend of dromerig gebeuren.
.
maar soms is de realiteit niet te evenaren, ze is dikwijls dramatischer,
intenser nog dan om het even welke verbeelding.
want de zomer, die voor mij gelijk staat aan toch wel enkele weken zon, aan
terrasjesbezoek, aan uitstapjes en de welige weelde van het nietsdoen, aan
lezen en luieren - dus: van het dieproze vertoeven in een ingebeeld
paradijs.... is een zomer van rampen geweest. niet alleen regende het
constant in de maanden juni, juli en augustus, er deden zich in de wereld
onvergelijkbare drama's voor. epidemieën, mediaschandalen, seksschandalen,
massamoorden, vreselijke onweders met dodelijke afloop, overstromingen...
we hebben het deze zomer allemaal gehad!
.
desondanks ben ik in de regenmaand juli begonnen met het schrijven van een verhaal, met de
alomvattende en tegelijk nietszeggende titel: regen. eigenlijk een verhaal over de illuminati, een geheim genootschap gelinkt aan aliens en wiens
doel het is de wereldorde over te nemen. ook lady gagainspireerde mij, tegelijk ook het project van jaroslaw,
dat zoveel indruk op mij gemaakt had dat ik het wou 'gebruiken' in mijn
verhaal.
deed ik dit om de vervelende realiteit, de dagelijkse confrontatie (mede door
de media) met die rampscenario's te ontvluchten? is het leven dat
ik beschrijf in mijn verhaal mooier dan de regenrealiteit deze zomer? ja en
neen.
door dit verhaal te bedenken voelde ik me niet langer overgeleverd aan actoren:
mensen, dingen, gebeurtenissen.... die, vond ik mezelf teveel overweldigden
(tegen natuurrampen is bijvoorbeeld niemand opgewassen). neen, ik kon ze
loslaten en creëerde een klein stukje eigen werkelijkheid, een entiteit die ik
zelf maakte en voor een klein deel zelf bestuurde - want natuurlijk schrijft
een verhaal ook zichzelf! maar toch: terwijl ik zat te tokkelen, en ook toen ik
mijn eerste versie (met veel te veel verkleinwoorden en bijvoeglijke
naamwoorden) samen met een vriend las en herlas, verveelde ik me absoluut niet,
integendeel: ik vond het leven plots weer spannend en interessant.
ben ik iemand die de realiteit niet aankan, ben ik een vluchthaas, een
controlefreak, een verveelde vrouw, a lunatic? neen. ik vind het nog
altijd gewoon heerlijk om verhalen te bedenken, terwijl ik onder mijn afdakje
zit en luister naar de regen. a. steekt voor mij een paar kaarsjes aan, ik schenk
me een piepklein glaasje cognac biscuit in, rook eenmalig een sigaartje
met de smaak van rum en amaretto en daar vloeien mijn gedachten ineen tot
ideeën, die dan de volgende vroege ochtend, door een geheimzinnige chemie in
mijn hoofdje, omgezet worden in zinderende zinnen. een nieuw verhaal betekent
voor mij: mezelf vernieuwen. weg met de flutzomer en ikke daar middenin. it's
over... ik zeg dus: een nieuwe herfst, een nieuw geluid.
oeps!, daar floept onbewust de aanhef van het gedicht 'mei' van herman
gorter door de chemie van mijn hoofdje. de verzen plots omgezet naar de
herfst toe...
Mei
Een nieuwe
lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit
lied klinkt als een gefluit,
Dat ik vaak
hoorde voor een zomernacht
In een oud
stadje, langs de watergracht-
In huis was 't
donker, maar de stille straat
Vergaarde
schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er
viel een gouden blanke schijn
Over de gevels
in mijn raamkozijn.
herfst
een nieuwe
herfst en een nieuw geluid:
ik wil dat dit
lied klinkt als de regen
die ik vaak
hoorde in een zomernacht
in mijn
achtertuin.
in huis was 't
donker, maar het stlle terras
vergaarde
schemer, op de trapjes flakkerde laat
nog kaarslicht,
er viel een gouden blanke schijn
over de
muurtjes over de struiken
jaja, nu moet ik natuurlijk verder dichten, maar dit
blogbericht is al te lang geworden. ik voeg hier twee links aan toe, eentje
over de illuminati, eentje over herman gorter.
bozar, tentoonstelling hedendaagse poolse kunst, in het kader van het poolse voorzitterschap van de raad van de europese unie.
bevreemdend, absurd, surrealistisch, magisch, waanzinnig, dat zijn de adjectieven die ik wil gebruiken om deze avantgardistische tentoonstelling te omschrijven. jeetje! een eerste schilderij, Strange Garden van Józef Mehoffe, waarbij een reuzengrote libel de idyllische wandeling van een elegante dame en een lief cherubijntje verstoort, zette ons reeds op weg.
volgden nog een in wit en roze katoen gehaakte rij reusachtge woonblokken, een vreemd geel mannetje met twee lege bierflesjes in de handen, dat zegt:
I wont leave the World Alive (W?odzimierz Pawlak1986) en een weird filmpje van een groepje naakte mensen die tikkertje spelen in de gaskamer... en onze fascinatie was compleet!
maar wat mij het meest zal bijblijven is het gefilmde project van Jarosław Kozakiewic*.
gedurende enkele jaren filmde hij de metamorfose van een reeks woonblokken
in het hartje van warschau. wij vroegen ons af of dit fictie was of
realiteit.
toch denk ik, dat deze zeer ongewone en originele stadstuin echt te bewonderen is in het centrum van de poolse hoofdstad!
'in het centrum van warschau werd in de periode 1965-1972 een woonproject gerealiseerd,
hetza żelazną
bramą. negentien
residentiële woonblokken bestemd voor 25000 bewoners. za żelazną bramą
was bedoeld als symbool voor het welvarende en vooruitstrevende polen. maar na
de val van het communisme werd dit project bekritiseerd om de chaotische
inplanting in het volle centrum van de stad. ook het bekrompen design van de
appartementen werd gelaakt: kleine kamertjes, keukentjes zonder raam, lange
donkere corridors, het geheel van dubiueze kwaliteit.
toch waren deze
woonblokken niet opgetrokken met behulp van de gehate prefab betonnen en toxische bouwtechnologie, maar
eerder in oorspronkelijk stevig monolitisch gegoten beton. wat echter niet kon
verhinderen dat na enkele decennia deze woonblokken begonnen te vervallen en een
urbanistisch probleem werden in het centrum van de stad.
maar door de
stijging van de temperaturen door de global warming voltrok zich een wonder:
micro-organismen als cladosporium en stachybotrys hadden de structuur van het
beton zodanig gewijzigd, dat vegetatie, tot dan toe alleen aanwezig in parken
en botanische tuinen, een ideale ondergrond vonden in de poriën van de muren
van de woonblokken, die door deze vorm van isolatie een stabiele temperatuur
kregen. lege appartementen werden kleine groentetuintjes en het centrum kreeg uiteindelijk
14 hectare biologische oppervlakte bij, die jaarlijks ongeveer 65 ton dioxide
omzetten in zuurstof.'