o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
17-07-2011
the power of fantasy
bozar, tentoonstelling hedendaagse poolse kunst, in het kader van het poolse voorzitterschap van de raad van de europese unie.
bevreemdend, absurd, surrealistisch, magisch, waanzinnig, dat zijn de adjectieven die ik wil gebruiken om deze avantgardistische tentoonstelling te omschrijven. jeetje! een eerste schilderij, Strange Garden van Józef Mehoffe, waarbij een reuzengrote libel de idyllische wandeling van een elegante dame en een lief cherubijntje verstoort, zette ons reeds op weg.
volgden nog een in wit en roze katoen gehaakte rij reusachtge woonblokken, een vreemd geel mannetje met twee lege bierflesjes in de handen, dat zegt:
I wont leave the World Alive (W?odzimierz Pawlak1986) en een weird filmpje van een groepje naakte mensen die tikkertje spelen in de gaskamer... en onze fascinatie was compleet!
maar wat mij het meest zal bijblijven is het gefilmde project van Jarosław Kozakiewic*.
gedurende enkele jaren filmde hij de metamorfose van een reeks woonblokken
in het hartje van warschau. wij vroegen ons af of dit fictie was of
realiteit.
toch denk ik, dat deze zeer ongewone en originele stadstuin echt te bewonderen is in het centrum van de poolse hoofdstad!
'in het centrum van warschau werd in de periode 1965-1972 een woonproject gerealiseerd,
hetza żelazną
bramą. negentien
residentiële woonblokken bestemd voor 25000 bewoners. za żelazną bramą
was bedoeld als symbool voor het welvarende en vooruitstrevende polen. maar na
de val van het communisme werd dit project bekritiseerd om de chaotische
inplanting in het volle centrum van de stad. ook het bekrompen design van de
appartementen werd gelaakt: kleine kamertjes, keukentjes zonder raam, lange
donkere corridors, het geheel van dubiueze kwaliteit.
toch waren deze
woonblokken niet opgetrokken met behulp van de gehate prefab betonnen en toxische bouwtechnologie, maar
eerder in oorspronkelijk stevig monolitisch gegoten beton. wat echter niet kon
verhinderen dat na enkele decennia deze woonblokken begonnen te vervallen en een
urbanistisch probleem werden in het centrum van de stad.
maar door de
stijging van de temperaturen door de global warming voltrok zich een wonder:
micro-organismen als cladosporium en stachybotrys hadden de structuur van het
beton zodanig gewijzigd, dat vegetatie, tot dan toe alleen aanwezig in parken
en botanische tuinen, een ideale ondergrond vonden in de poriën van de muren
van de woonblokken, die door deze vorm van isolatie een stabiele temperatuur
kregen. lege appartementen werden kleine groentetuintjes en het centrum kreeg uiteindelijk
14 hectare biologische oppervlakte bij, die jaarlijks ongeveer 65 ton dioxide
omzetten in zuurstof.'
oeps! na het tumult van mijn verjaardagsfeest verleden zaterdag...
(goed
gezelschap, w. was er ook. toch is het feestje abso niet
uitgemond in intellectueel gezever. het ging er redelijk chaotisch aan
toe, ik werd o.a. pardoes uit de keuken gezet. s. maakte de taboulé
en de sla en later op de avond vergastte hij het gezelschap op een arabisch rock 'n roll-concertje, a. onderging een metamorfose en werd chef, waarbij hij ons heerlijke uiensoep met rode wijn voorschotelde, w. had quiche
meegebracht en a2 heeft staan afwassen en opruimen tot 3 uur in de
nacht. j. bracht zijn pendel van amethist mee en wiebelde iedereen om te weten te komen wie hij of zij in een vorig leven was...)
blijft een schitterende oogst aan boeken (= KADOOTJES) over.
aan de uitdeinende rafelige vermoeidheid van het feest plakte ik dus ook al enkele slapeloze nachten (!) om de verrukkelijke scheepsberichten van annie proulx te lezen, tussendoor begon ik aan onze oom van arnon grunberg en aan zelfportret, columns van barber van de pol. in een van haar stukjes beschrijft deze dame wonderlijk wel hoe ik zelf lees: vanalles door elkaar en tegelijk en geheel en fragmentarisch en achterstevoren en ondersteboven en ik open pardoes een boek en begin zomaar te lezen. mijn boeken liggen op het bureau, op tafel, naast en onder mijn bed, onder mijn hoofdkussen. ik vertoef als het ware in een boekenroes en dat bevalt me uitstekend!
ook al veel plezier gehad met
en wat een mooi kaftontwerp:
truman capote (zijn naam heeft hij van zijn cubaanse stiefvader) leest als een trein, heel vervelend, kreeg pijn aan mijn ogen, zo vlug ging het...
(jaja, beste miss amelia, vond het woord vervelend
ook niet zo best, ik bedoelde dat ik zo rap las dat mijn ogen
begonnen te pikken en dat dit heel vervelend was, omdat ik moest
stoppen met lezen.
maar wat je bedoelt, moet je ook schrijven op een zodanige manier
dat de lezer dit ook zo begrijpt.
zal mijn blogbericht dus aanpassen.
dank je, miss amelia!
yasmin
(ps: natuurlijk ben ik een fan van truman capote, in cold blood was
een roman om van achterover te vallen...)
dus: ... leest als een trein, ik kreeg prikkende ogen, zo vlug ging het (wat heel vervelend was, want ik moest stoppen met lezen!)
en chaja polak bewaar ik voor het laatst.
waw, een hele zomer leesplezier dus. en het is nog niet gedaan... gisteren kreeg ik ook nog in een mum van taal van stefaan van den bremt en een verrukkelijke dichtbundel van kathelijne vanderhallen, woordzang!
oeps! misschien, misschien zou het wel verstandig zijn wat minder te lezen en wat meer te slapen, want gisteren zei ik per abuis eau de javel en ik bedoelde fruitsap, haha!
heb daarnet zitten bedenken dat ik eigenlijk een bericht over les murray wou schrijven, maar op een of andere manier heb ik in het vorige bericht de voorrang gegeven aan ann cotten, misschien omdat het een dametje is, een leuke (jonge) dame nog wel, met een trendy kapsel, zo'n beetje krom op een schattige manier en haar teksten waren trouwens ook de eerste die ik las op de website van poetry international 2011*.
toch wil ik even terugkeren naar les murray. ook omdat ik binnenpretjes kreeg toen ik die dikkerd (en ik zeg dit met tederheid) ongegeneerd, lichtjes hijgend en met zwier zijn teksten zag voorlezen. in 1998 deed hij het ook, gehuld in een kleurige strepentrui en het is ook in dat jaar dat hij een toespraak hield met als titel defence*, de verdediging van de poëzie.
ik publi hier het deel van zijn betoog waar hij het heeft over het ontstaansproces van een gedicht, waarbij hij eerst en vooral uitgaat van de stelling dat elke onbeschadigde
mens 2 geesten en 1 lichaam heeft. de ene geest is die van het wakkere
bewustzijn, de andere is de occulte geest van de dromen,
die ons volledig in beslag neemt wanneer we slapen maar bovendien in de vorm
van dagdromen aanwezig is als we wakker zijn. de geest van het dromen is verantwoordelijk voor het mysterie van de poëzie, het wakkere bewustzijn voor de vormgeving ervan, het lichaam voor het ritme en 'de emotionele dans'.
het lezen van defence is als een baken voor mij, een geruststelling ook. defence geeft me een verklaring voor de veelvuldige momenten van trance waar ik reeds mijn gehele leven 'last' van heb, en waar ik soms moet tegen vechten, omdat ik vind dat ik ook 'wakker en bewust' door het leven moet stappen om mijn dagelijks leven een beetje comfortabel in te richten.
toch ben ik van plan naar de toekomst toe mijn droomsessies opnieuw meer ruimte te geven. in de winterse beslotenheid lukt dit hoogstwaarschijnlijk beter dan in de zomer, want als het zonnetje schijnt wil ik naar buiten...
'Wanneer ik mezelf bij
het schrijven van een gedicht observeer, merk ik dat ik in een soort trance
raak die mijn twee geesten en hun meesterknecht mijn lichaam met elkaar
integreert. De impuls een gedicht te schrijven kan van elk
van de drie afkomstig zijn, en ze leveren alledrie hun bijdrage aan de
creatieve trance. Het wakkere bewustzijn levert de woorden, de meeste ideeën en
waarschijnlijk ook een groot deel van de vorm van het gedicht. De droom
verleent het zijn tijdloze karakter en zijn mysterieuze en onaardse aura; ik
vermoed dat in elk gedicht de meer gedurfde vluchten en associaties - waartegen
het daglicht-bewustzijn zich zou verzetten als het niet op magische wijze tot
zwijgen werd gebracht - worden aangedragen op het vliegende tapijt van ons
droomleven. Het lichaam zorgt op zijn beurt voor gevoel en ritme, voor de vrije
en gebonden dans van woorden en beelden, en het levert ook de wetten van de ademhaling
die in het gedicht worden ingebouwd. Iemand met een diepe, ruime borstkas zal
in sommige gevallen bijzonder lange verzen schrijven, gewoon omdat hij er de
adem voor heeft. Wanneer je het gedicht aanvangt in de juiste fase van het
groeiproces in jezelf, versmelten al die bijdragen in een duizelingwekkende
gelijktijdigheid. Onderbreek je die innerlijke ontwikkeling te vroeg, dan is de
kans groot dat het een verwarde, ongearticuleerde brei wordt; ben je er te laat
bij, dan krijg je algauw een steriele, uitgeloogde tekst, als een programma.
De geïntegreerde trance waarin het gedicht is geschreven houdt bij mij nog
enige tijd aan, enkele uren of dagen, en dan kan het nog een paar dagen duren
voordat ze helemaal is verdwenen. In die tijd kan ik het gedicht polijsten,
indien nodig veranderingen aanbrengen en de kwaliteit enigszins beoordelen. Pas
wanneer de trance helemaal weg is, kan ik het gedicht tenslotte echt
beoordelen, en soms blijkt achteraf dat de persoonlijke ervaring van de
integratie beter was dan het resultaat. Carl Jung en vele anderen voor hem
zouden die integratie-ervaring mijn ziel hebben genoemd, maar omdat ik niet
teveel wil pretenderen en me niet wil verlaten op een woord dat in het gebruik
zo is afgevlakt, heb ik het liever over mijn poëtische zelf. De versmelting van
mijn drie gewone zijnsvormen verhevigt elk van die drie op zich, en veroorzaakt
vaak zo'n hevige opwinding dat ik het niet al te lang achter elkaar uithoud
maar moet opstaan en me naar buiten haasten om even tot rust te komen; dan kan
ik terugkeren voor een tweede sessie. Het gedicht dat ik tijdens zo'n ervaring
schrijf, bevat die ervaring zelf, ook nadat de trance in mij al is verdwenen,
en dat des te duidelijker naarmate het gedicht beter is.
Wat ik in feite
maak is een nieuw lichaam geschapen uit woorden en de effectieve ordening van
woorden, waarin mijn ziel zoals die op een bepaald moment was, zal blijven
voortbestaan. Anderen, die op de poëtische of misschien kunnen we beter
zeggen artistieke ervaring zijn afgestemd, zullen de in mijn gedicht
belichaamde werkelijkheid op hun beurt ervaren, en als ik me bijzonder goed van
mijn taak heb gekweten, zal het alle anderen na hen net zo vergaan, zolang mijn
taal nog wordt gesproken of vertaald kan worden. Wat mijzelf betreft, ik kan
een gedicht nog na jaren herlezen en opnieuw iets van de trance van de
integratie beleven, maar nooit meer met dezelfde intensiteit. Om dat opnieuw te
ervaren, datzelfde niveau van innerlijke esthetische versmelting, zal ik een
nieuw gedicht moeten schrijven. Of kennismaken met een ander kunstwerk dat me
volledig in vervoering brengt. Ik heb al dikwijls verteld hoe ik voor het eerst
naar boven ging in het Van Gogh-museum in Amsterdam en werd geconfronteerd met
zijn schilderijen - op wat precies het juiste moment in mijn leven moet zijn
geweest - ik heb me toen op een van die zachte banken laten zakken en eerst een
tijdje geslapen, als had ik er behoefte aan me van die aanvankelijk
verpletterende indruk te bevrijden. Ik hou nog steeds erg van zijn werk, maar
dat heb ik nooit meer hoeven doen.
Er schijnt in dit leven, in dit stadium van
onze evolutie, een intrinsieke wet te zijn die bepaalt dat we ons hele zelf -
het volledig aanwezige besef van alles wat we zijn en kunnen zijn - weliswaar
kortstondig maar niet als een stabiele, permanente toestand kunnen verdragen.
De versmelting blijft voortbestaan in het produkt, maar niet in ons. Dit is
naar mijn mening het essentiële model en de structuur van alle menselijke
creatie, en de reden waarom we nooit ophouden te creëren, hoe armzalig de door
ons vervaardigde ziel-lichamen ook mogen zijn. We hebben dat proces poëzie
genoemd (poiesis: maken), duizenden jaren voordat er andere namen aan werden
gegeven, en het is zo goed als zeker dat we het eerder hebben uitgedrukt in
woorden, muziek en dans dan met andere middelen, hoewel grotschilders daar
weleens tegen zouden kunnen protesteren, wanneer ze even uitrusten van het
schroeien en inkleuren van hun slangen en bizons op de kalkstenen rotswanden.'
hoe ijdel moet ik zijn om dit gedicht te schrijven...
(ann cotten)
In droomritme ademen als je wakker bent en ver van je bed, dat is de gave. Tragisch zijn met een boek op je hoofd.
Les Murray, 'Het instrument'. Iemand met een diepe, ruime borstkas zal in
sommige gevallen bijzonder lange verzen schrijven, gewoon omdat hij er de adem
voor heeft.
Les Murray, 'Defence', 1998.
de 42ste uitgave van poetry international is weer eens verleden tijd, maar op het web kun je de voordrachten herbekijken en al de gedichten nalezen*. waarom ik al jaren zo gek ben op poetry international? omdat ik mij voorhoud dat daar in rotterdam het beste van het beste wordt getoond, op wereldniveau, en omdat ik mij daaraan eigenlijk altijd al een beetje wilde optrekken, of beter gezegd, omdat ik vaag de ambitie had dat niveau te bereiken. ondertussen besef ik wel, dat ik niemand hoef na te apen, dat ik gewoon zelf moet proberen mijn eigen 'gave' te ontwikkelen, door nooit op te houden met schrijven, door 'mijn tijd niet te gehoorzamen' en 'in droomritme te ademen terwijl ik wakker ben', niet bang te zijn tragisch rond te lopen 'met een boek op mjn hoofd'... ik citeer hier de australische dichter les murray, voor een tijdje weer een van mijn absolute favorieten.
samengevat: mijn passie voor literatuur blijvend beleven.... ambitie is goed, overmoed is belachelijk, daarom de titel van dit blogbericht.
toch vind ik dat het bekijken van de livestream van de 42ste poetry international mij toch wel iets heeft bijgebracht: namelijk de overtuiging dat het de huidige tendens is ademlooslange teksten te schrijven. zonder hoofdletters, punten of komma's, zonder strofevorming, zonder vast metrum of rijm, zonder opvallend verschil met proza, of het zou het ontbreken moeten zijn van interpunctie en klassiek- correcte syntaxis.
een voorbeeld hiervan is het gedicht solidus, van de duits-oostenrijkse ann cotten, dat op het eerse zicht een opsomming lijkt. bij nadere lectuur ontwaar je toch denkende en voelende links, ook lees je automatisch hele zinnen, paragrafen, betoogjes, die er eigenlijk niet staan, maar die zich in en buiten het gedicht vormen. in ons hoofd, in ons hart, in onze tweede 'geest' - waarover les murray het heeft in zijn schitterende 'verdediging' van de poezie*. waarom nog hele verzen neerschrijven als deze zich - in alle mogelijke varianten - toch automatisch in de geest van de lezer vormen?
SOLIDUS
De klinker bij Kinker / de daling in Staring / het
Waterlooplein / de druipende naalden / de loop door de kamer / het
deksel / het geeuwen / de blinkende daken / de stap van het type dat
achter me loopt / de stappen op trappen / de vlekken op trappen / het
kraken van gangen / de liefde in hallen / het mooie van versmaat / de
hinkende versmaat / het scandeerhuis / de trucjes / de lasser / het
liegende bed / de slogans op bussen / de zeiler op reis / het
voorlaatste blaadje / het voorlaatste blad / de regen op daken / de
duiven op bordjes / de zangval van zinnen / de passende maat / het
beukende ritme / het smeulende peukje / de spiegel / de haven / de
wratten / de arm Het schuine verzetten / de hand onder water / het radicale het
kiepen van flessen / het kieken in huis / het knippen in niksigs / de
stromende lucht / de verbeterde grap / en kevers / en breuken / en
drinken / en tonnen en banden die piepen en randen / en plagen /
en laarzen / atomen / atomen in banken / verbindingen / slogans / en
zwendel / en schuren met reeën en hooi / vervaging in nachten /
verscheping in kisten / insomnia / kraken / en volume control / en
dammen / en blaten / en blikken, gewiekste / zich legende kisten / en
kennis / en schismas / tropismen en neuken / ontglippende sokken / het
gonzen van dieren / register van dingen / het gloeien van wangen / het
trekkende lachen / het malle van grappen / het op zijn van wijn / het
dweilen van vloeren / het kijken naar striemen / het jij-woord / het
zwellen / het glippen van riemen / de hoogbouw / het hondje / verdelers /
vervangers / en kammen / en dimmen / en liefjes / kantines / en floppen
/ en kusjes / en raspen / en kieuwen / de longen in stalletjes /
slingeren rond
de verdichting die ann cotten hanteert is heel intens. ik krijg vaag het vermoeden dat zij hiermee aantoont hoe woorden en zinsdelen zich in onze geest wentelen en nestelen en hoe moeilijk het is een taal te verzinnen die door iedereen op dezelfde manier wordt geinterpreteerd. dit geldt niet alleen voor de literatuur, maar ook voor de gewone 'dagelijkse' communicatietaal. dus ook voor de taal van de media die, zoals we weten, met de juiste manipulatieve truuks, ongelooflijk veel invloed kan hebben op het maatschappelijk bestel, op onze manier van denken en voelen.
een onrechtstreeks bewijs dat woordentaal niet volstaat om te communiceren en tegelijk ook een aanwijzing dat de slogan: 'de taal is het volk' en dus afgeleid daarvan, het talige eenheidsideaal larie en apekool is en het democatisch denken en voelen grandioos in de weg staat.
een bevrijding vind ik het, dat deze gedichten bestaan en toonaangevend zijn. een troost voor alle dichters en ook voor alle mensen die berispt worden omdat zij weigeren binnen de lijntjes te kleuren.
http://www.poetry.nl/read/defence98: 'Elke onbeschadigde mens heeft twee geesten en een lichaam. De ene geest
is die van het wakkere bewustzijn, de andere is de occulte geest van de
dromen, die ons volledig in beslag neemt wanneer we slapen maar
bovendien in de vorm van dagdromen aanwezig is als we wakker zijn'.
ik wil eerlijk bekennen dat ik sinds enkele weken, maanden, het land heb.
samen met de heerlijke temperaturen in april en mei steeg dit gevoel van onbehagen zienderogen. net alsof bij mij het omgekeerde plaatsgrijpt: hoe meer zon, hoe meer melancholie. ik heb het land aan dit land, aan de mensen van dit land. ik heb het land aan mijn huisje, aan mijn geliefden.
ik heb het land aan mijn illusies, aan mijn verbeelding. ik heb het land aan het feit dat ik het land heb, want tegelijk ervaar ik een soort angst: gaat dit stoppen, dit liefhebben? ga ik dit niet langer tolereren, deze dingen, deze lichamen om me heen? zij die bewegen, geluiden maken, stellingen verkondigen, grapjes maken, me aanraken, voortdurend om aandacht vragen, ga ik ze wandelen sturen? zal ik, zoals indertijd greta garbo met zwarte bril, verkondigen: I want to be alone? ach, ach, als ik jonger was, zou ik diep in mijn dip duiken en het allemaal nog geloven ook. maar ik word eind deze maand 65 en ik weet: misschien is het tijd om weer beginnen te tokkelen.
want deze onrust, deze irritatie, dit rommelen en dreinen, is niets anders dan....literatuur. fijn toch, dat dit kan: het broeden omzetten in poëzie en me dan met een zucht van opluchting opnieuw bezighouden met het leven, het echte leven, dat volgepropt lijkt met leuke dingen (zoals mijn gepland verjaardagsfeestje, haha!)
men noemt dit relativeren, geloof ik.
gisteren gekeken en geluisterd naar poetry international (livestream) en om te beginnen genoten van de gulle, schijnbaar nonchalante gedichten van truong tran uit vietnam.
zowaar een zielsgenoot ontdekt!
approach it as you will but do so knowing
that the line which connects the perceptions to the perceived is crossed
with the line of the needs and necessities and there at the crossing
are the casualties fragments to stories some still struggling to find
the beginnings
bezie het zoals je wilt maar doe het in
het besef dat de lijn die de waarnemingen verbindt met het waargenomene
doorsneden wordt door de lijn van de noden en noodzaken en waar ze
elkaar snijden bevinden zich de slachtoffers fragmenten bij verhalen
sommige nog zwoegend op zoek naar een begin
consider the path of a falling leaf the
distance in between the branch and the earth the slightest breeze could
alter its course now consider yourself as that falling leaf falling
falling and where did you come from and where are you now
kijk naar de weg die een vallend blad
aflegt de afstand tussen de tak en de aarde de minste windvlaag zou zijn
richting kunnen veranderen bekijk jezelf nu als dat vallende blad
vallend vallend en waar kwam je vandaan en waar ben je nu
perhaps in another time our story would be
different there would be no leaving and thus no returning you would be
the teacher in a northern village and i the fisherman we would live
quietly to the background singing of cicadas the whispering of the
oceans breath and poems like weeds would go from the cracks of our
lives perhaps in that life the frog and the scorpion are better off as
lovers
in een andere tijd zou ons verhaal
misschien anders worden er zou geen weggaan zijn dus geen terugkeren jij
zou de leraar zijn in een dorp in het noorden en ik de visser we zouden
rustig samenwonen met op de achtergrond het sjirpen van krekels het
fluisteren van de zeeadem en gedichten zouden als onkruid uit de
scheuren van ons leven groeien misschien zijn de kikker en de schorpioen
in dat leven beter af als geliefden
(ik kan niet anders dan zeggen: waw en wat een troost is poëzie!)
teruggevonden: nog enkele foto's van muziektheatervoorstellingen in de kvs, beide een schitterende afsluiting van het seizoen.
de gehangenen (josse de pauw en jan kuiken) en het desdemona-project (kvs & bozar /toni morrison, rokia traoré & peter sellars)**
de gehangenen gaat over mensen die het aangedurfd hebben te protesteren tegen 'het systeem' en daarom opgehangen worden. een politiek statement als geen ander! desdemona is het verhaal van shakespeares othello, maar dan verteld van uit het perspectief van desdemona, de bruid van othello die door hem uiteindelijk wordt omgebracht (prachtige poëtische teksten van toni morisson!)
ik publi dit materiaal op mijn blog, deels omdat mijn herinneringen eraan zo levendig blijven, deels omdat ik hiermee toch wel een eer wil bewijzen aan josse de pauw, die mijn lievelngsacteur geworden is. sinds ik de voorstelling weg van hem gezien heb in oostende, die hij beëindigde met het zingen van een intens doorleefd liefdeslied (in het frans nog wel!) heeft hij mijn hart gestolen...
'De gehangenen zijn zij die luidop vragen stelden, die luidop hun
bevindingen verkondigden, die zich niet wilden neerleggen bij wat al
geweten was of bij wat geschreven stond, ze eisten de vrijheid op om te
twijfelen en te onderzoeken. Vaak moesten ze die nieuwsgierigheid met
hun leven bekopen. De muzikanten van het Orchestre Royal de Chambre de
Wallonie voeren de muziek van Jan Kuijken uit. Een muzikaal verhaal waar
acteurs, zangers en Jan zélf met cello en opgenomen materiaal, hun plek
in vinden. Boven het strijkersensemble worden drie zangers en twee
spelers opgehangen.'
.
van toni morrisson ben ik al jaren een fan, haar
boeken prijken glorieus in mijn boekenkast. rokia traoré, daar had ik al
het prachtige liedl laidu beluisterd, van het album desert blues2 *... peter sellarsis een olijke, waanzinig getalenteerde theaterregisseur met schitterend opgebrushed kapsel.
DESDEMONA
literatuur & muziek & theater
(Elke dag inleiding door Peter Sellars om 19u)
'Als reactie op Peter Sellars Othello (2009) hebben Toni Morrison,
Nobelprijs literatuur, en singer-songwriter Rokia Traoré een intiem en
diepzinnig gesprek uit het hiernamaals gecreëerd tussen Shakespeares
Desdemona en haar Afrikaanse kindermeisje. Na eeuwen kolonialisme en
racisme delen twee vrouwen verhalen, liedjes en hoop op een betere
toekomst.
Rokia Traoré en band brengen live de muziek, steractrice Elizabeth Marvel speelt Desdemona.'
Mijn naam is Desdemona. Het woord Desdemona betekent ellende. Het
betekent noodlottig. Het betekent verdoemd. Misschien vermoedden of
kenden mijn ouders mijn lot al toen ik geboren werd. Misschien was het
feit dat ik een meisje al genoeg om te weten hoe mijn leven er zou
uitzien. Dat het zou onderworpen zijn aan de grillen van mijn ouderen en
aan het gezag van mannen. Dat was zeker gangbaar, nee, verplicht voor
vrouwen in het Venetië van de vijftiende eeuw. De mannen stelden de
regels op, de vrouwen volgden ze. Noodlot en rampspoed lagen altijd op
de loer. Mijn ouders waren zich sterk bewust van dat systeem en keurden
het goed. Ze konden de toekomst van een dochtertje tot in de details
voorzien.
Ze hadden het mis. Zij kenden het systeem, maar ze kenden mij niet. Ik ben niet de betekenis van een naam die ik niet zelf heb gekozen.
de digitale revolutie (2) hanne rouweler, dichteres en e- uitgeefster
publishing on demand
onlangs aan den lijve ondervonden wat zoiets
als publishing on demand (pod) is: een systeem waarbij je als
auteur van een eigen publicatie maar net zoveel boekjes moet laten drukken,
aankopen en verspreiden als je zelf wil. ook kunnen je boekjes meestal gedownload
worden als e-book. dus: gedaan met papierverspilling, geen
stoffige kartonnen dozen met vergane onverkochte dichtbundels meer op zolder!
demerpress, een kleinschalige e-uitgeverij, gevestigd in
diepenbeek (limburg), heeft reeds een fraaie lijst poëzieuitgaven op haar naam.
vele auteurs die in het gevestigde literaire circuit niet aan bod komen kregen de
kans om hun pennenvruchten picco bello gedrukt te zien. de enthousiaste lady
achter al dat moois is de nederlandse dichteres hannie rouweler (op de foto met haar man joris iven).
zij wil poëzie toegankelijk maken voor iedereen, haar motto is: poetry for
all!
ik denk hierbij: poetry for all poets! want dank zij de inspanningen van hannie
en haar team hebben heel wat bundels het daglicht gezien en auteurs, of het nu
debutanten zijn of ervaren schrijvers, major- of zogenaamde minor- poets:
zij kunnen toch maar een nieuwe uitgave op hun naam schrijven!
want volgens hannie bestaan er geen slechte gedichten.
als een gedicht niet klopt is het doodgewoon geen gedicht. ook nog: wie bepaalt
de waarde van goede of slechte literatuur? de academici, die geen weg weten met
hun intellectuele hoogmoed? het volk, dat een zwak heeft voor simpele frietgedichten
en literaire abstracties in de prullenmand gooit? of een paar zelfverklaarde literaire
goeroes, dikwijls leden van het mannelijk geslacht die zich opstellen als
(en ik deze term leen ik gezwind van hannie) acp's, arrogant chauvinist pigs? haha, ik overdrijf, want ik ken
natuurlijk ook ernstige en waardige literatoren met een suikeren hart en een zwak voor vrouwenliteratuur.
maar ik wil het hier niet hebben over de emancipatie van vrouwelijke
auteurs.gezwind keer ik terug naar
hannie en haar toch wel heel sociaal project'poëzie voor allen' en vooral: haar
profilering als dichteres. het is ok je volledig in te zetten om een goed
auteur te worden en jezelf op superieure manier te managen en te promoten, maar
anderen de gelegenheid geven ook eens mee te doen - dan ben je reeds op een
hoger trapje beland, los van het pure ego-trippen dat zoveel literatoren kenmerkt.
zodra hannie terug in mijn vizier kwam (want ik kende
haar naam reeds uit een ver verleden, hoogstwaarschijnlijk had ik al poëzie van
haar gelezen) ben ik gaan surfen op internet, nieuwsgierig als ik was
naar haar persoon en haar gedichten. en ja, ik kon ontelbare web-adressen
openen waarop de bio- en blblio-gegevens van hannie in volle glorie prijken. en
o wonder, zij is niet alleen dichteres en uitgeefster, maar ook een begenadigde
schilderes.
hannie rouweler, een beminnelijke vrouw
een gedicht dat vermoed ik, kenmerkend is voor het
huidige profiel van hannie rouweler is 'het langzaam stromen van water',
een gedicht gepubliceerd in de bundel rozentuin, klavierklanken (waar ondergetekende ook een bijdrage in leverde!) en
waarin zij het langzaam stromen van de rivier de dommel associeert met 'het
gaan van een beminnelijke vrouw, 's zomers in een ruisend kleed met bloemen in
haar haar, in de lente als een schuchter meisje, in de winter een bevroren
uiltje dat uiteindelijk de seizoenen weerstaat en voeling heeft met de
eeuwigheid.
ik heb zo een vaag gevoel dat hannie in dit gedicht zichzelf portretteert:
is zij niet die beminnelijke vrouw, bijwijlen schuchter en die soms spreekt als
was zij met een laagje ijs bedekt (dat, ahum, door zijn lagere dichtheid blijft
bovendrijven maar zo het leven onderwater voor de eeuwigheid bewaart) - een
nuchtere vrouw, die het leven naar zijn werkelijke waarde schat?
maar ach, laat ik a.u.b. de nodige afstand bewaren: de persoonlijkheid
van een dichter of dichteres afleiden uit de analyse van zijn teksten is er
volkomen naast. beweren dat hannie beminnelijk is, schuchter, ijzig: dit is
mijn interpretatie. eigenljk een beetje grof, zo onrechtstreeks en ongevraagd willen
binnendringen in iemands persoonlijkheid. hannie schreef me trouwens onlangs: dichter en mens moet je altijd scheiden, hoewel ze
elkaar invullen en aanvullen.
zei descartes niet: wie verborgen heeft
geleefd, heeft goed geleefd. ik breek hierbij dus een lans voor het respecteren
van de kunstenaar als privé-persoon. het echte leven moet zo eenvoudig en bescheiden
mogelijk worden geleefd, het leven als kunstenaar moet vervat worden in zijn
(of haar) kunst. of is dit weer een te ver doorgedreven stelling, lopen die
twee levens automatisch in elkaar over?
en altijd opnieuw dat stromen van water
ik ga in deze drie volgende gedichten toch op bezoek
bij hannie, speurend naar invul - en
aanvulmateriaal. mijn bedoeling is een glimp op te vangen van wat
haar als mens en dichteres boeit als kennismaking is dat voor mij voldoende,
de rest is... tja...literatuur!
in gezichtsvormen en in leeg station,
drukt zij een ervaring uit die ik zó herken, in de setting zou ik zó zelf
hebben kunnen meespelen. hannie creëert2 x een content waar ik makkelijk kan inkomen (is wat ons, dichters en
dichteressen bindt, niet eenzelfde soort gevoeligheid): namelijk het weerzien
van geliefden in een droom of in een soort déjà-vu (men meent een geliefde
persoon te herkennen, maar het is maar verbeelding). toch lijken de personages
reëel, zij bewegen, spreken, glimlachen.
in een paar verzen, schijnbaar los uit de pols, weet de dichteres hannie
rouwelier hier een moment op te roepen dat ons diep meevoert naar de duistere
regionen van het onderbewustzijn, de herinnering, de droom. en altijd opnieuw
dat stromen van water, dat meegevoerd worden door de wolken, het voorbijglijden
van de tijd, de eindeloosheid...
heb ik hier dé sleutel ontdekt tot de poëzie van hannie?
GEZICHTSVORMEN
Ik heb je weer gezien en ik kon
weer in je geloven omdat
je handen langzaam bewogen
en je voeten helder waren
zoals het water dat langs ons stroomde
toen de zon schaduwen wierp
van onze lichamen op de zwarte aarde.
De woorden klanken meevoerden
als een vlucht ganzen boven onze hoofden
voorbij de wolken vlogen,
waardoor het leek alsof geen einde naderde.
Ik zag je terug en het was niet meer in
duisternis
en ook niet in het licht waarin men vele dingen
meent te bespeuren die er niet zijn. We waren
even samen tot elk van ons weer verdween in de
openingen van het verleden, achter gesloten
vensters.
LEEG STATION
Ik zag mijn broer
aan de overkant op het perron staan
enkele seconden gleden in stilte voorbij
op een verlaten station in Twente
met tussen ons een dubbelspoor
voor treinen uit beide richtingen.
Hij keek mij aan en een glimlach
verscheen op zijn gezicht.
Net voordat ik hem wilde wenken,
zijn naam riep, kwam een sneltrein voorbij
vond achter kleine ramen geen teken,
geen gestalte die op hem leek.
Hij verdween zoals hij was gekomen,
mijn broer, op die dag waarop niets
terugkwam.
het gedicht als touchscreen
ik wil nog een derde gedicht noteren, dat hannie
rouweler geschreven heeft voor haar dochter: na al die tijd van vage dromen, gepubliceerd in van alles 1 + 1, de jubileumuitgave van demerpress.
ik vind hier een heel leven terug. hannie beschrijft hoe het was toen haar
dochtertje nog een ukkie was, hoe zij heeft genoten van haar kinderlijke
verbeelding. hoe zij zich de huizen en plaatsen herinnert waar zij samen verbleven.
hoe haar kind plots schoksgewijs volwassen werd en de grote dag aanbrak: in het
wit gekleed, met om haar hals een fijn kettinkje: een huwelijk, het grote
loslaten. maar dit proces resulteerde niet in een onoverkomelijke afstand: de
band blijft desondanks bestaan, niets kan hen scheiden.
mooi verhaal. maar toch wil ik de aandachtige lezer ook wijzen op de
intense verdichting van dit gegeven. hoe de dichteres in enkele verzen een heel
menselik bestaan omschrijft, hoe zij werelden kan concentreren in enkele
woorden. niet alleen laat zij verzen tegen elkaar opbotsen of in gesprek gaan,
ook de witruimtes omvatten oceanen. op twee plekken van dit gedicht is dit
overduidelijk: twee volkomen wat ik noem onaangekondigde verzen.
het eerste vers in je stralende blauwe ogen gooit hannie abrupt
op het papier. het lijkt een vers dat eigenlijk een aanvulling had moeten zijn
van een ander, bijvoorbeeld ik zag het geluk in je stralende blauwe ogen. maar
neen, hannie begint haar vertelling met een bijwoordelijke bepaling van plaats.
het onderwerp en het werkwoord, daar laat zij naar raden. het kan ook zijn dat
een hele paragraaf, een hele reeks verzen, een opmerking, een stelling aan deze
bepaling voorafgaat.
de lezer mag deze items, deze bewustzijnslagen, zelf aanvullen, mag zelf
graaien in zijn verbeelding... als dat geen sublieme vorm van verdichting is, dan
weet ik het niet meer! en het beginvers van de derde strofe, je meteen
gevonden kan worden is schijnbaar ook een stuk van een vers, dat hier
midden in het gedicht wordt gegooid.maar door dit procédé zet hannie weer de lezer aan het werk: hij kan
gissen naar en fantaseren over wat vooraf is gegaan en wat zou kunnen volgen...
hannie is, vind ik (en ik gebruik deze termen voorzichtig), een redelijk
klassieke dichteres, zij schrijft zachte, vloeiende verzen. een meesteres in de
dichtkunst, die haar vak grondig beheerst. maar door bovenstaande gedurfde
procedure balanceert zij op een supermoderne schommel. dit is poëzie van deze schokkende
tijd. haar gedichten zijn als touchscreens, je tikt ertegen met je vinger en
ja, een waaier van mogelijkheden opent zich...
NA AL DIE TIJD VAN VAGE DROMEN
In je stralende blauwe ogen.
Namen gaf je aan alle dingen:
'kijk, mijn schaduw is een donkere spiegel.'
Ik raakte de tel kwijt van zelf bedachte woorden.
Dat ik na zoveel jaar, zoveel straten, dorpen, steden,
voorbij al die woningen die ik met je deelde
weer geluk vind in een glmlach. Weelderige ogen.
Geen omwegen om eindeloos in te verdwalen.
Je meteen gevonden kan worden. Blindelings
in die grote dag, wit gekleed. Om je hals
een fijn kettinkje. Op je huid zonlicht zichtbaar.
Als meisje groeide je schokoksgewijs, naar dit moment.
Ik vergeet bijna dat ik je moeder ben. Zoveel afstand
is genomen. Zoveel andere bruggen over diezelfde rivier.
Niets kan ons scheiden. Je blijft mijn kind. Alles hetzelfde.
tot slot: toch nog enkele kiekjes!
twee vrouwen...(noot van Hannie: geschonken aan de dichteres CHAWWA Wijnberg, Middelburg) Acryl op papier, potlood.
de droom van irma... acryl op canvas..(noot van Hannie: gekocht door een vrl hoogleraar, Heerlen).
neen, neen, dit is niet hannies dochter uit het gedicht, maar haar kleindochtertje elise... een dotje! (Hannie: MIJN POPPEMIEKE .)
zaterdag 14 mei jl. op de schrijfdag in hasselt*
(georganiseerd door creatief schrijven*) een workshop gevolgd omtrent de
digitale revolutie: schrijven met i- durf. lesgeefster was de
sublieme an mertens*, 'multimediaal verhalenschrijfster'.
wablief? kun je tegenwoordig verhalen (en gedichten) publiceren op internet?
super! en ze ook lezen op e-readers, i-pods, e-pads, of
tablets door simpelweg te touchscreenen? jawel!
zaterdag heb ik dus van deze heel leuke docente vernomen dat er oneindig veel
mogelijkheden bestaan om te schrijven op internet, met een schitterend
spectrum aan tools om je content zo fraai mogelijk vorm te geven.tof!
gedaan met honderden euro's te besteden aan het verzenden van manuscripten
naar uitgevers, die toch alleen maar geïnteresseerd zijn in hun marktaandeel,
of 500 tot 1000 (!) euro te moeten betalen voor enkele tientallen bundeltjes
uitgegeven in eigen beheer. gedaan met aanschurken bij literaire
kliekjes om toch maar via via ergens gepu te raken, gedaan met leuren met
boekjes op doodsaaie literaire avondjes... internet, here I come!
ben weer eens overenthousiast! heb droombeelden van pagina's en pagina's (op
een site met de subversieve naam hotglue.me*), krioelend van leuke teksten en gedichten van
me, geïllustreerd met foto's, videofilmpjes en een layout die vrolijk
resulteert in de ultieme kick. maar oeps! daar val ik met beide voeten op de
grond! heb namelijk al een website - dedeze dus - en ik kan mooie foto's downloaden.
haha, toch al heel wat!
hierbij direct enige noodzakelijke links. op het u-tube-filmpje een verslagje van de schrijfdag, daarna een kleine profilering betreffende het fenomeen an mertens, het adres van haar hoogstoriginele blog en... hotglue, hét toverwoord van de schrijfdag,!
haha, ik laat de lezers op hun honger zitten ...maar wie er bij was, weet waar ik het over heb... even deze links openen is een absolute aanrader!
* An Mertens schrijft,
redigeert en vertelt verhalen. Ze experimenteert met analoge en digitale vormen
van vertellen, als lid van Constant (vzw voor kunst en nieuwe media) en via
persoonlijke projecten als Boektegoed (Bronks, Bib Elsene), CIAO/CU (digitale
vertelling + roman), Space Stories (The People Speak)...
Do not go
gentle into that good night,
Old age should burn and rage at close of day;
Rage, rage against the dying of the light.
Though
wise men at their end know dark is right,
Because their words had forked no lightning they
Do not go gentle into that good night.
Good men,
the last wave by, crying how bright
Their frail deeds might have danced in a green bay,
Rage, rage against the dying of the light.
Wild men
who caught and sang the sun in flight,
And learn, too late, they grieved it on its way,
Do not go gentle into that good night.
Grave
men, near death, who see with blinding sight
Blind eyes could blaze like meteors and be gay,
Rage, rage against the dying of the light.
And you,
my father, there on the sad height,
Curse, bless me now with your fierce tears, I pray.
Do not go gentle into that good night.
Rage, rage against the dying of the light.
in vorig blogbericht legde ik wel tot in de puntjes uit wat een sonnet en een sestina is, maar ik vergat te vermelden dat een middeleeuwse villanella uit vijfvoetige verzen bestaat, opgebouwd rond twee rijmklanken en verdeeld over vijf terzienen en een kwatrijn. de eerste en de laatste regel uit de eerste strofe komen volgens een vast schema in de andere strofen als keervers terug en vormen aan het eind van het gedicht een refrein.
een villanella oeioei, als ik dit woord hoorde vond ik dit super, ik dacht aan een mooie villa, van een meisje dat nella of zo heette, maar het is dus een schijnbaar aartsmoeilijke dichtvorm.
het lijkt erg ingewkkeld en dat is het ook wel een beetje, maar een recept uit de keuken van peeter goossens is dat ook, temeer daar hij aanraadt twee keer verse frituuroiie te gebruiken om frietjes te bakken, haha....
de beroemdste villanella is bovenstaand gedicht van de ierse dylan thomas (Swansea, 27 oktober 1914 New York City, 9 november 1953) - een van mijn vroegere lievelingsdichters, nu opnieuw in de schijnwerpers gezet door jan decleir in een programma dat in onze zalen speelt met de titel under the milkwood.
dylan thomas schijnt geen moeite te hebben met al die versvoeten en rijmklanken en keerverzen, maar ik geloof dat ik zelf zou zwoegen als ik het eens zou uitproberen!
Quirky, witty, moving. Katryn Simmonds gift is to find
joy and beauty in unexpected places. She invests the everyday world with an extraordinary
luminosity. Jackie Kay.
de laatste dagen diende zich, in zijdelingse en echte gesprekken omtrent literatuur, volgend item aan: het gebruik van klassieke vormen in hedendaagse poëzie. catharina boer, een collega - dichteres in rozentuin, klavierklanken*, grijpt bijvoorbeeld in het jaar 2011 terug naar de petrarcaanse sonnetvorm. om een sonnet te schrijven moet je ontegensprekelijk het vak beheersen, je schrijft twee strofen van elk vier vijfvoetige jamben, die samen het octaaf vormen, en twee strofen van elk drie vijfvoetige jamben, die samen het sextet vormen. zelf heb ik dit nog nooit geprobeerd, laat staan dat ik me zou wagen aan een middeleeuwse villanellaof een sestina.
de
sestina is een ingewikkelde versvorm, uitgevonden door de 12de eeuwse
occitaanse troubadour arnaut daniel. ze bestaat uit zes strofen van zes regels,
gevolgd door een strofe van drie regels, waarbj de eindwoorden van elk vers uit
de eerste strofe in een bepaalde volgorde terugkeren. ook in de afsluitende drieregelige strofe
worden ze ale zes herhaald.
een sestina schrijven, dat doet de britse auteur Kathryn Simmonds in haar gedicht 'S ZONDAGS IN DE HUIDWASSALON * dus wel. simmonds veroorlooft zich echter vrijheden met de
strakke structuur. ze doet dat door in sommige strofen het eindwoord te
vervangen door een woord dat daarop rijmt.
maar het resultaat is een om van achteroveropjebuiktevallen gedicht. zij beschrijft in een surrealistische scène hoe enige mensen naar het wassalon gaan, niet om hun kleren te wassen, maar om hun vel af te stropen en dit in de wasmachine te stoppen.
katryn simmonds slaagt erin gewone gebeurtenissen een metafysische dimensie te geven. de naakte staat van de personages laat hen toe diep in hun ziel te kijken:
Nu zijn huid/ wordt gezwierd, bekijkt de man zijn hart. De dames zijn druk/ met hun lijf, of tillen zacht hun borsten op, sluitwerk/ waar een ziel achter verborgen zit.
hier komt het dus, katryn's pièce de résistance: een lyrisch, exuberant, theatraal gedicht, dat ondanks de inhoud niet zwartgallig is, maar geestig, humaan en warm.
'S ZONDAGS IN DE HUIDWASSALON
Het wekeljks bezoek aan geurige stoom. Ernaast,
op straat, valt bijbelse regen, die zegt: wees rein.
Niemand binnen, merkt het; te druk met het werk
een machine te kiezen, pasmunt te zoeken, te zien
of de temperatuur ok is. Men tracht het product
nergens te strooien dan in het bakje. Andere huid
begint voor plastic patrijspoorten te draaien. Huid
van een Thai, een Keniaan, een Jamaicaan naast
een blauwig wit, getaoeëerd goedje, mislukt
vol vlekken en striemen, elke haarsoort net en rein.
Een dikkerd zit op een bank gebogen, je kunt zien
hoe hij uitgebreid vouwen scheidt, alles in het werk
stelt om zijn penis los te pullen. Een secuur werk.
Zijn borstkas zwelt als hij worstelt met zijn voorhuid,
broos als sushi, dan de ballen, totdat we zien
hoe zijn immense satijnen kont los raakt. Naast
hem pelt een meisje haar arm, hanschoen van fijn grein
zonder pezen. De man stroopt, nog steeds gebukt,
zijn vette klauw, raapt zijn vel op, het meisje drukt
glossy lagen om haar heupen, onderbreekt dat werk
voor de knieënklus, de lastige tenen. Reine
bedwelmende damp stijgt op wanneer ze haar huid
als een avondjurk over haar arm drapeert. Naast
haar kleedt een oude vrouw zich omzichtig uit, misschien
om haar ellebogenrag niet te scheuren, misschien
om haar moedervlek te sparen. Ze stopt en plukt
aan de schram op haar slaap, gefrommeld als een haast
versleten rits. Het is een kies, delicaat werk
dat alles los te tornen, het wrikken aan de huid
die nu dun is als mottenvlerken, tot haar fijn
skelet vol kreukelzijde hangt, en haar lijf ein
delijk wordt bevrijd. Zo wachten ze en overzien
hun lijstje, staren naar de machine. Nu zijn huid
wordt gezwierd, bekijkt de man zijn hart. De dames zijn druk
met hun lijf, of tillen zacht hun borsten op, sluitwerk
waar een ziel achter verborgen zit. Buiten, naast
de deur, rimpelt regenhuid de schemerstraten. Water rukt
op door gaten, het zwiept de straten rein, en we zien
hoe alles nieuw oogt, ernaast gaat men door met het werk.
Wat gebeurt er als de espresso op de bodem van je kopje voor je gevoel de enige zwarte stip is aan de horizon?*
Volgens de Russische Nobelprijswinnaar Joseph Brodsky is een gedicht een gesprek tussen de schrijver en zijn lezer, het met elkaar delen van twee eenzaamheden. In The Brodsky Concerts brengt acteur Dirk Roofthooft de essentie van zijn poëzie over op het publiek. De muziek van Kris Defoort onthult wat voor de woorden onmogelijk is. Samen brengen ze een hommage aan Brodskys poëzie, aan haar melodie en haar rijm, aan de grote metafysische themas die de poëzie van Brodsky met zich meedraagt: de zin van het leven, de dood, met of zonder geliefde je bewegen door tijd en ruimte, verbondenheid met iets of niets, zijn tussen iemand en niemand.
*Dirk Roofthooft naar Joseph Brodsky
(tekst en foto geknipt en geplakt van http://www.lod.be/)
dit heb ik er voor over gehad om naar de meesterlijke vertolking van de poëzie van joseph brodsky (of brodskii) door dirk roothooft te gaan luisteren: een drie uur durende treinreis naar een uithoek van dit landje, een slapeloze nacht in een nochtans heerlijk comfortabele sofa, een shoppingsessie in hasselt die ik eigenlijk niet wilde maar die ik mezelf had aangedaan en last but not least een verplichte recup die een paar dagen lang duurde.
maar ik werd heerlijk beloond: een subliem optreden, het beste sinds jaren.
dirk roofthooft beleefde brodsky's poëzie als groeide en stulpte ze doorheen zijn gehele lichaam. als openbloeiende bloesems barstten de woorden los, in de stiltes tussen de woorden zinderden de echo's voortdurend na, het was bijna hallucinant wat dirk roothooft met deze verrukkelijke voordracht bereikte: in mijn hoofdje reciteerde ik en scandeerde ik en zong ik zijn woorden mee.
zelfs al kende ik die woorden niet, toch had ik het gevoel dat ik zelf (woelend en wiegelend als altijd) in de gedichten van brodsky woonde.
en kris defoort het fantastische klankbord!
op de koop toe werd mij op mijn logeeradres een overheerlijk dessert van croissants en boterkoeken gemarineerd in suikerroom met een geklutst ei, met als sidekick twee bollen vaniileijs van het ijsboerke, aangeboden. mmmmmffff!
avond voor 200 % geslaagd, zou ik zeggen, voor herhaling vatbaar.
hieronder nog drie schitterende (ik tokkelde sjitterende, daar gaan we weer, wanneer kan ik nu eens ernstig zijn?) gedichten van joseph bordsky, uit de cyclus romeinse elegieën. weer heb ik het gevoel dat ik zelf met mijn rug tegen een koude tegelmuur leun in het snikhete rome, dat ik kijk naar de ondergaande zon in de villatuinen, ik voel het droge laurierblad op mijn schedel, ik luister naar brodsky's gefluister en dromerig stap ik in het sacrale licht.....
VI
Omhels de zuivere lucht, à la de takken der pijnbomen hier:
aan de vingers blijft niet meer dan aan een glas of tule kleven.
Ook de vogel keert uit de wolken niet blauwer weer,
en onszelf kun je moeilijk miniatuurgoden heten.
Juist omdat we nietig zijn zjin we gelukkig. Hoogten,
verten enz. zijn van de gladde huid afkerig.
Lichaam en ruimte zijn nu eenmaal elkaars tegenpolen.
En dat maakt ons dan weer ongelukkig, voor eeuwig.
Leun liever tegen de portieken, doe je sandalen uit,
door je hemd voelt de schouder de kou van de stenen,
en kijk hoe de zon in de villatuinen ondergaat,
hoe het water, dat ons de welsprekendheid leerde,
neerstroomt uit roestige sleutelgaten,
zonder iets te herhalen, behalve de nimf met de ocarino,
behalve het feit dat het koud en nat is,
en het gezicht verandert in een ruïne.
X
Privé-leven. Verscheurde gedachten. Angsten.
De gewatteerde deken is vormlozer dan Europa.
Dank zij het blauwe hemd en het gekreukte jasje
heeft de spiegel tenminste nog iets om te tonen.
Laten we theedrinken, gezicht, om de lippen te scheiden.
De kamer drukt zwaar op de lucht als belasting.
Troepen gaaien fladderen op uit de pijnboomrijen,
één toevallige blik uit het raam en daar gaan ze.
In Rome zit een man papier vol te schrijven.
De staart van een letter een rat die voorbijflitst.
Zo worden de dingen in hun perspectief kleiner,
omdat dat hier perfect is. En over het ijs van de Tanais
sjokt men langzaam voort tot men uit het zicht verdwijnt,
de schedel bedekt met gedroogd laurierlad,
rillend van de koude, in de richting van de Tijd,
die buiten het bereik ligt van elke grootmacht.
XII
Buig je hoofd, neig je oor naar wat ik Jou toevertrouw:
Ik ben je dankbaar voor alles, voor de botjes van de kip,
voor het gesjerp van de schaar die de leegte voor mij knipt,
want, niet waar, ook die is van jou.
Ze is zwart, akkoord. Oké, ze heeft niets,
geen arm, geen hand, zelfs geen ovaal als gelaat.
Hoe onzichtbaarder een ding, des te echter het is,
des te zekerder dat het ergens bestaan heeft op aard,
des te meer is het overal.
Jij was de eerste met wie dit gebeurde, niet waar?
Slechts wat niet in tweëen te delen valt,
dat blijft door een spijker bij elkaar.
Ik was in Rome en ik heb er zoveel licht gevangen
dat een ruïne er alleen maar kan van dromen!
Op mjn netvlies blijft een gouden stuiver hangen.
Genoeg om heel de duisternis mee door te komen.
Spiegel Internationaal, moderne poëzie uit 21 talen, samengesteld door Maarten Asscher en Laurens Vancrevel, Meulenhoff Amsterdam, 1988, p.204
jaja, zoals ik in vorig bericht vermeldde, heb ik het redelijk druk tegenwoordig. toch wil ik even nog aandacht wijden aan de tentoonstelling van schilderijen van lucienne stassaert in het elzenhof in antwerpen (nog tot 19 maart).
lucienne stassaert, een van onze beste dichteressen, is ook een begenadigd kunstschilder. ondanks haar leeftjd (zij is reeds zeventig!) vindt zij het nog de moeite meer dan een jaar lang te werken aan een reeks schilderijen en ze dan nog tentoon te stellen ook.
toen ik samen met frida (ook al een dame van 70!) de expo bezocht stond ze daar, met een glorievolle exentrieke hoed op en prachtige bijoux (ik herinner mij lucienne op een receptie, zij had toen oorbellen van jade aan die doorhingen tot op haar schouders) en een wandelstok, waarop zij indrukwekkend elegant voortschreed.
lucienne maakt bijzondere schilderijen, dat moet ik zeggen. alhoewel ze elk een verhaal vertellen, was ik vooral overweldigd door het kleurengebruik: van azuurblauw tot delfts blauw tot kobaltblauw tot pruisisch blauw en indigo en ultramarijn - en dan nog alle schakeringen van groen en geel en zelfs rood.
het resultaat is een reeks mysterieuze schilderijen waarin eenzame personages ronddwalen. soms zie je deze figuren niet, maar je kunt ze wel vermoeden achter de raampjes van de gebouwen of ze verstoppen zich achter de bomen in het veld of ze lijken verzwolgen door de golven van de zee.
de illustere dichter roger m. de neef, die op de vernissage de inleiding verzorgde, omschreef het zo:
'Je
ontmoet in haar verbeelde landschappen afzonderlijke silhouetten die er
uitzien als
symbolen die een richting aangeven of gewoon wachten naast de weg.
Zij staan er frontaal of in zij-aanzicht als pionnen verspreid op een
afgeblot schaakbord. Ook ontmoet je meermaals solidaire
silhouetten in groep.
Het
lijken dan onbewolkte blauwe pelgrims aangevreten door een streep schor
krijt van
wit. Zo vormen zij wel eens dammen of muurtjes van getaande
sluitstenen, gesnoeide uitgeregende hagen langs de weg van onmacht en
vergankelijkheid. En telkens opnieuw zijn zij van een
eensluidende en eenvormige eenzaamheid gemaakt. Telkens opnieuw zijn
zij blauw gewurgd door een tekort aan zuurstof. Zijn zij blauw verbrand
door een teveel aan zuurstof en
kou.
Verder zijn er enkele schilderijen en tekeningen ontstaan uit residuen van fotos uit
kranten..Naast vele zeegezichten zijn er ook schilderijen die echte hommages zijn of die men kan
lezen als in memoriams voor vrienden.. Er is het ontwerp van affiche voor deze tentoonstelling in het Elzenveld dat ontstaan is
uit een gestileerde en eigenzinnige interpretatie van een persfoto over een Mars voor werk in Wallonië.. Er
is de aanklacht tegen de verloedering van het milieu. Daarover het
beeld van de vogel
onder de olie op het strand. Lucienne maakte er een geschilderde
sculptuur van de doodsangst van: een verkrampte albatros als offer boven
het Golgotha van zijn eigen ei.
Er
zijn de talrijke tekeningen en schilderijen waarop kleine intieme
kamers door
Lucienne zijn uitvergroot en nadrukkelijk onpersoonlijk als publieke
ruimte zijn neergezet met verf, nageschilderd en naverteld alsof daar
niet langer muren of doorgangen bestaan. Er zijn alleen
buigzaamheden en ellipsen, labyrinten, gekamde gebaren, - ja
beschutte onaffe gebaren van verf, tederheid, ingekorte strelingen.
En overal woont en woekert strijdig vaak tegenstrijdig het
licht..'
Roger DE NEEF
zo mooi gezegd dus. ik durf hier bijna niets aan toe te voegen. ach ja, ik bekende lucienne dat ik als het ware verdwaalde in haar kleuren. ze leek heel tevreden met mijn opmerking, ik geloof zelfs dat ze straalde onder haar supermooie hoed!
ik kan niet anders dan deze kunstenares feliciteren voor haar werkkracht en haar enthousiasme. wat een illuster voorbeeld voor ons, ouder wordende dames én heren!
Lucienne Stassaert in het Elzenveld.. De tentoonstelling loopt van 15 januari tot en met 19 maart.. Open: donderdag t/m zondag van 12.30 tot 17.30u. Socio-
Cultureel & Congrescentrum Elzenveld vzw, Professor Sommézaal,Lange Gasthuisstraat 45, 2000 Antwerpen.
het gaat goed met mijn cultuurverslaving. de afgelopen weken doe ik zelfs vrijwilligerswerk in de stadsgalerie: ik bewaak een originele eigentjdse keramiektentoonsteling, kick ceramick, echte avant-garde. ik zit in shiften van drie uur aan de ingang, ontvang geïnteresseerden, verkoop de kleine catalogus, doe enkele rondleidingen en luister soms verbouwereerd naar de levensverhalen van de bezoekers.
tussendoor minstens twee andere tentoonstellingen bezocht, drie of vier toneelstukken. een indringende film gezien. wellicht heb ik te weinig ruimte en tijd om stil te staan bij deze verrukkingen. toch wil ik deze keer vooral enkele theatermomenten bewaren in mijn herinnering. daarom deze commentaren, daarom dit knip-en plakwerk. ik citeer telkens uit 'de officiele commentaren' en voeg er een kleine eigen bedenking aan toe.
1. GREGORIA, KVS, 4 maart 2011
'Het boek Gregoria van de Vlaamse auteur Maurice Gilliams gaat over wittebroodsweken. Maar is deze roman wel een liefdesroman? Of is het eerder een griezelroman, een gothic novel? Bart Meuleman maakt er theater van...
Toen de Vlaamse auteur Maurice Gilliams op 82-jarige leeftijd stierf, had hij Gregoria nog steeds niet afgemaakt.
Een half mensenleven volstond niet om deze tijd uit zijn leven vorm te
geven. Nochtans gaat het over iets wat toch gelukkig zou moeten maken:
de wittebroodsweken. Voor Gilliams echter blijken verloving en huwelijk een nachtmerrie.
Achtergrond van het gebeuren is de toenemende modernisering in het
Antwerpen van de jaren dertig. Zij behoort tot de nouveaux riches. Hij (Elias!) is telg van verarmde adel - dat wil hij ons toch doen geloven.'
gregoria, oeps! wat een vreemde voornaam! na enkele googlesessies weet ik het ondertussen: gregoria was de naam van de gade van keizer constantijn III van het byzantijnse rijk (!) en het is ook een soort zeeanemoon, haha. maar in dit toneelstuk is gregoria een depressieve, nurkse jongedame, volledig in de ban van haar dominante moeder (gespeeld door een man!) en die niet in staat blijkt tot enige vorm van communicatie met haar toekomstige echtgenoot. het huwelijk wordt niet geconsumeerd en elias gaat af als een gieter.
heel bijzonder vind ik dat dit toneelstuk gespeeld werd door oudere acteurs en de rollen van de oudere vrouwen door mannen. het gaf het geheel een bijzondere wrange sfeer. als elias sprak, was dit in mooi literair nederlands, de dames spraken een soort antwerps dialect. de bruid werd net voor haar huwelijksnacht door haar zus gul besprenkeld met eau de cologne en op de receptie viel ze flauw van teveel porto te drinken.
a. vond dit typisch 'un mariage a la flamade'. tja, soms zijn relaties tussen supergevoelige mensen bijzonder pijnlijk.
2. RUE DU CROISSANT
"... ingehouden ironisch, tegelijk scherp afgesteld, vindt
Ouachen de balans tussen tongue in cheek en gevoelig respect. Topsport." - De Standaard
Erika, Martine, Rachid, Augustine, Dylan, Hector, Anne, Amélia, André,
Désiré, maar ook Tchoupi, de kat en nog vele anderen. Wat ze met elkaar
gemeen hebben? Dat ze in de
Rue du Croissant wonen. Een typisch
Brusselse straat waar mensen uit alle hoeken van de wereld wonen. Plots
gebeurt er iets. Een ongeluk, een overval, een aanslag? Allemaal maken
ze hetzelfde mee. Maar allemaal op een andere manier, vanuit hun andere
beleving. Auteur Philippe Blasband schreef een ingenieuze monoloog die
weergeeft wat er zich afspeelt in hun huizen en hoofden. Het verhaal
wordt op magistrale wijze vertolkt door Mohamed Ouachen.
allemaal goed en wel, maar ik viel tijdens de voorstelling bijna in slaap. was het mijn siesta- moment, of scheelde er werkelijk iets aan dit theater? uiteindelijk wist ik waarom dit magistrale stuk mij niet zo kon boeien: teveel tekst, te weinig handeling op de scène. mooi, dat mohammmed zoveel typetjes kon immiteren, maar er was geen duidelijk uitgewerkt verhaal, heb ook niet kunnen lachen, er was ook geen parfum.
haha, vind dat bij elk toneelstuk een parfum hoort, zoals die eau de cologne hierboven. soms verspreidt een toeschouwer in mijn omgeving een heerlijk geurtje, als ik dan aan dat toneelstuk terugdenk ruik ik echt parfum. hilarisch, niet?
3. Almschi
'Ontembare muze. Oversekste circe. Drankzuchtig monster. Walkure met
vetbubbels. Majestueuze travestiet. Heerseres van haar tijd. Eerste
feministe. Het mooiste meisje van Wenen. Geen kunstenaarsvrouw sprak zo
tot de verbeelding als Alma Mahler. Deze componiste, vrouw van Gustav
Mahler, Walter Gropius en Franz Werfel, maar ook minnares van Kokoschka,
Klimt en Zemlinski, wilde een grote daad stellen in haar leven. En dat
deed ze. O ja. Annelies Verbeke schreef een sprankelende tekst voor het
theatercollectief SKaGeN. Octopus Solisten zingt een 16-stemmige
soundtrack van haar leven, transcripties van Gustav en Alma Mahler, A. Berg, R. Schumann e.a. met een creatie van Joachim Brackx.'
de actrice die alma mahler moest uitbeelden vonden wij te jong voor haar rol. anders een zeer ongewoon en eigentijds toneelstuk. arme alma, die zoveel mannen-kunstenaars moest plezieren en om de haverklap zwanger werd. van al dat babygeweld bleef uiteindelijk maar 1 kind in leven. de anderen stierven op heel jonge leeftijd - of alma pleegde abortus. niet zo fraai, maar dit item werd op grapppige manier uitgebeeld door witte voddenpoppen, die met een touwtje eraan werkelijk 'ten hemel stegen'. of hoe de vertolking van de grootste ellende toch nog met een beetje humor kan worden afgezwakt.
en de muziek was hemels.
* Tekstbewerking Bart Meuleman - Regie Bart Meuleman, met Ivo Kuyl, Goele
Derick, Herman Gilis,... - Productie KVS ism Ro Theater (NL)
* Tekst Philippe Blasband, met Mohamed Ouachen Medewerkers David Strosberg (coaching) Productie KVS & Théâtre Les Tanneurs * Een productie van OCTOPUS Solisten en SkaGeN in coproductie met
Oostende Cultuurstad 2010, i.s.m. De Tijd, en met de steun van de
Vlaamse Regering.
ter illustratie van mijn 'noorderlijke verwantschappen' heb ik een poging gedaan een gedicht van de verrukkelijke sirkka turkka, de dichteres van 'duizend meter sneeuw' op haar hart, te vertalen uit het engels. vermits jozeph brodsky zegt, dat elk gedicht eigenlijk een vertaling is, heb ik durven schrijven uit de losse pols. ik wou 'mijn eerste indruk' van dit gedicht niet kwijtraken, daarom.
Wish for anything you want, anything.
You can have the music beaten to the veranda
windows by autumn rain, beaten for you
by ivy vine, by past generations.
Make a wish, you'll get everything, the archives lie in the room,
in narrow beds, that's where the music is sleeping,
at rest is the music of lung cancer, split heart,
torn aorta, brain eaten up by sorrow,
at rest is the beautiful land, the snow that comes.
Everything is blanketed in music, high and beautiful.
All this you shall have.
wens alles wat je wil, alles.
je kunt muziek krijgen van de herfstregens
die tokkelen op de ramen van de veranda,
zij tokkelen langs wijnranken, sinds generaties.
doe een wens en je zult alles krijgen, de archieven
liggen in de kamers,
in smalle bedden, dat is waar de muziek slaapt,
de muziek van de longkanker slaapt, de muziek van het gebarsten hart,
van aneurysmen, van het brein opgegeten door verdriet.
het mooie land slaapt, de sneeuw die komt.
alles is in muziek gewikkeld, hoogstaand en mooi.
dit alles zul je hebben.
SIRKKA TURKKA (b. 1939) has
written 14 books, both poetry and prose. She was awarded Finlandia Prize in
1987, Yleisradios (the equivalent of the BBC) Tanssiva Karhu (Dancing Bear)
prize in 1994 and Eino Leino Prize in 2000. She has also worked as animal
attendant and head stableman.
voor valentijn kreeg ik een heerlijk flesje chanel n°5. ik kookte voor mijn huisgenoten een recept uit dagelijkse kost (met
jeroen meus), linguini met kippenlevertjes en als dessert was er taart
met slagroom en aardbeien. ik las in de krant dat valentijn niet meer
zo druk gevierd wordt (maar 13 procent van de vlamingen vieren dit), maar bij ons is dit nog altijd een feestje!
lang geleden dat ik nog heb
getokkeld op mijn blog. reden: in de maand januari hard gewerkt aan acht
gedichten voor demer press. zij zijn opgenomen in een verzamelbundel,
de cover ziet u hieronder. ook nog meegedaan aan een literair project in holland, een nieuwe blog opgezet http://demaaninmij.blogspot.com/ voor
mijn 'kleine' gedichtjes, naar tentoonstellingen geweest, een toneelstuk
gezien, de arabische revolutie op tv gevolgd en vooral: heel veel gelezen.
Rozentuin, klavierklanken
Paperback, 64 pagina's*
Publicatie: februari/maart 2012. Acht ongepubliceerde gedichten van zes
dichteressen: Christina Guirlande, Marleen De Smet, Rozemarijn van
Leeuwen, Nicole Van Overstraeten, Catharina Boer en Hannie Rouweler.
Voorwoord door de dichter/vertaler Joris Iven.
onlangs poste ik een boutade aan een dichteres, waarmee ik een beetje in discussie gegaan was omtrent het wel of niet toelaten van vreemde dichtvormen in de nederlandse literatuur: ik voel mij verwant met scandinavische dichteressen maar ben verliefd op mediterrane dichters. haha, kan ik wel zeggen, want ik zie er ook uit als een noordelijke dame, mijn witte haren en bleke sproetenhuid en voluptueuze lichaamsvormen spreken voor zich. en dan heb ik ook nog een mediterrane man...
maar altijd, zeg maar mijn hele leven lang, ben ik op zoek geweest naar mezelf. verwantschap met dedie, interesse in dedat... al deze esbattementen hebben mij gemaakt tot wie ik ben, mijn eigen schitterend ikje. let wel; ik wil hier zeker niet het ultieme ego-pad bewandelen, maar blij ben ik toch dat vrienden en vriendinnen me de laatste tijd, vooral als het over mijn poëzie gaat, wijzen op mijn ontegensprekelijke eigenheid.
ik wil deze analyse nog niet afsluiten. de vraag is, of een ultieme eigenheid de communicatie en samenhorigheid met anderen niet in de weg staat. toen ik mijn bijdrage stuurde naar demer, vroeg ik me paniekerig af of ik wl paste bij de vijf andere dichteressen die zo mooi poëtisch hun zinnen kunnen vlechten, terwijl ik dan toch het woord condoom gebruik in een van mijn gedichten, ook het woord asshole en mer-de! en dan ook nog een bijwjlen stokkend debiet heb, met veel punten midden in het vers...
ach, misschien wil ik in mijn gedichten meer waarheidsgehalte inbouwen, een venster openen naar de realiteit. wie spreekt trouwens tegen zijn huisgenoten, collega's en vrienden in bloementaal? ach, ik weet, poëzie kan en moet een verlangen naar schoonheid uitdrukken, een verwoording van een verrukkelijke plek vol avondschemer, rozentuinen en vrouwen in zeeblauwe jurken... maar voorlopig zeg ik nog altijd: it s not only rock n roll baby, not only rock n roll!
wat niet betekent dat ik in het dagelijkse leven voortdurend vloekend wil rondlopen of schuttingtaal gebruik. neen, integendeel, ik hecht heel veel belang aan hoffelijkheid en correcte omgangsvormen. maar af en toe stuift het wel in mijn dagelijks leventje en ach, daarna kijk ik gulzig naar mijn stulpende tulpjes en piepkleine boshyacintenstruikjes en de frisgroene in elkaar gedraaide nieuwe blaadjes van mijn pothortensia en verrukt ben ik over het spanningsveld van de naderende lente...
om maar te besluiten: het leven is divers, een ultieme mix van rauwe realiteit en verrukkelijk poëtsch welzijn.
vloekende roosjes en gesuikerde condooms in zilveren geschenkverpakking, is dat geen prachtig valentijnscadeau?
Vooreerst dit: fijn toch, dat het in de Arabische wereld begint te
bewegen. Natuurlijk zal 'het gewoel' daar niet als gevolg hebben dat het
dageljks leven daar plotseling drastisch verandert in positieve zin. Ik leef
mee met de vreugde van deze bevolkingsgroepen, die tot de meest vernederde in
de wereld behoren, maar toch een schitterend potentieel hebben aan intellect en
werkkracht. Getuige hiervan hun rijke culturele geschiedenis!
.
Afgelopen maand januari lekker veel gelezen, zalig
ingeduffeld in mijn bedje. Ook enkele prachtige tentoonstellingen gezien en een
toneelstuk. Cultuur is een grote troost en (voorlopig!) nog betaalbaar, ook
voor steuntrekkenden en gepensioneerden, haha... In deze bijdrage een afdruk -
of is het een indruk? - van de tentoonstelling die vier maanden lang in KMSK
te bezichtigen was, 'Van Delacroix tot
Kandinsky, oriëntalisme in Europa'.
Ach, die ongelooflijke aantrekkingskracht van het Oosten... toen ik twaalf was,
leerde ik mezelf het Toeareg-alfabet schrijven (het Tifinagh- dat direct van
het Punische alfabet is afgeleid), omdat ik door het lezen van een onnozel
feuilletonnenke in de Gazet van Halle (!?!) of een andere krant, weet het niet
meer, verliefd was geworden op de heldhaftige blauwe mannen.. Wat me
fascineerde was het feit dat bij dit volk de mannen zich sluierden, de vrouwen
niet.
Wij hebben rare ideeën over gesluierde mensen. Feit is, dat Afrikaanse en Oosterse
mensen oorspronkelijk hun hoofd en aangezicht met doeken bedekten om zich tegen
de zon of de droge woestijnwind te beschermen en dus niet om religieuze
redenen.
Wij vonden de tentoonstelling fantastisch. Prachtige monumentale doeken
afgewisseld met pareltjes van kleinere schilderijen en zelfs miniaturen. Ik heb
hier vijf van mijn favoriete doeken geknipt en geplakt, omdat zij elk voor zich
een inkijk geven op een levensfeer die ons aan het dromen zet. Maar owee! Onze
romantische opvattingen over de mysterieuze Oriënt werd af en toe getemperd
door de realiteit... in mijn bericht orentalisme 2 kunt u deze vijf schilderijen zien, met mijn commentaren...
.
Tot slot vier protretten van vrouwen die wereldberoemd zijn geworden, omdat zij
het waagden in hun tijd, ik spreek over vorige eeuwen, naar den Orient te
trekken en daar te bestaan, als sultana, als echtgenote van een
ontdekkingreiziger of als avonturierster die verliefd wordt op een
bedoeïenenhoofdman of een spahi, een cavaleriesoldaat in Noord-Afrika...
Aimée du Buc de Rivéry (19 december 1776 1817) werd als 11-jarige uk
gekidnapt op weg naar haar thuisland Martinique. Zij was het nichtje van
Joséphine de Beauharnais, Keizerin der Fransen en werd volgens de legende
weggevoerd naar de harem van Abdulhamit I in
Istanboel.
De geschiedenis
van Aimée du Buc de Rivéry is moeilijk te geloven, maar in talrijke
romans werd zij moeder van Sultan Mahmud II en kreeg zij de Turkse naam Nakşidil
(Nakshidil).
Een van de meest onvervaarde Angelsaksische reizigsters was wel Isabel Burton (geboren Isabel Arundell) (20 Maart 1831 - 22 Maart 1896). Zij was de
echtgenote en partner van de befaamde ontdekkingsreiziger, avonturier en
schrijver Sir Richard Francis Burton.
.
Jane Elizabeth Digby, Lady Ellenborough (3 April 1807 11 Augustus 1881) was een Engelse
aristocrate die een schandaalleventje leidde vol romantisch avontuur, op twee
continenten nog wel. Zij had vier echtgenoten en veel minnaars, waaronder koning
Ludwig I van Beieren, zijn zoon Koning Otto van Griekenland, staatsman Felix
Schwarzenberg, en een Albanese
rover. Zij stierf in Damascus, Syrië, als echtgenote van Sheikh Medjuel el
Mezrab, die twintig jaar jonger was. Op bovenstaand portret staat zij afgebeeld
in de traditionele bedoeïenenoutfit, kijk maar hoe mooi zij haar lange rode vlechten
draagt onder haar sluier. Daaronder een jeugdportret, toen zij nog een Engelse
lady was.
Isabelle Eberhardt(Genève, 17 februari 1877 - Ain sefra, Algerije, 21 oktober 1904)was een
Zwitserse/Russische ontdekkingsreizigster en schrijfster die in Noord- Afrika leefde en reisde.
Voor haar tijd was Isabelle Eberhardt een buitengewoon
onafhankelijke vrouw, die de conventionele Europese moraal afwees, haar eigen
weg koos en zich bekeerde tot de islam.
Onder de schuilnaam Si Mahmoud zwierf zij te paard door de woestijn en bezocht zelfs de
islamitische heilige plaatsen. Haar reizen betaalde ze met het schrijven voor
Europese kranten.
De levensstijl van Eberhardt - zij rookte hasjiesj, dronk als een
man en was seksueel vrijgevochten - baarde in die tijd het nodige opzien.
Eberhardt stierf op 27-jarige leeftijd, toen haar
hutje werd meegesleurd door een plotseling optredende modderstroom. Haar dagboeken zijn na de overstroming teruggevonden en in ook het
Nederlands vertaald.
.
Terwijl ik bovenstaande zinnen schreef, vroeg ik me af
wat het toch in mijn leven heeft betekend, die aandacht en passie voor het Oosten.
Tja, na mijn liefde voor de Toearegs ben ik mij een tijdje gaan verdiepen in Ierse
literatuur, omdat ik dacht dat de beste dichters uit Ierland kwamen, maar vanaf
het ogenblik dat ik in Theatre 140 een voorstelling gezien had van het Japanse
Kabuki-theater zou het Oosten mijn volle en definitieve aandacht krijgen, haha!
Ondertussen staan mijn boekenplanken, naast natuurlijk
Nederlandstalige literatuur, vol met verrukkelijke titels uit het Verre en
Nabije Oosten. Deze boeken zijn altijd mijn tedere kompanen geweest en hoe rijk
voel ik me... Deze twee culturen hebben mijn leven beeïnvloed, zij hebben mij
geestelijk en emotioneel gevormd tot de persoon die ik ben. En daar ben ik
trots op.
Je ne regrette rien, zingt Edith Piaf. Wel, ik heb
zeker geen spijt van alle wonderlijke uren die ik heb doorgebracht in mijn
diepgaande studie van het Oosten. Uiteindelijk ben ik een oriëntaliste...
* ORIENTALISME is de term die door Edward Said en anderen wordt gebruikt ter
aanduiding van de dominante westerse opvatting van de Oriënt, oftewel het Oosten in culturele zin, zoals die ontstaan is sinds de tweede helft van de 19de eeuw de tijd van de mondiale kolonisatie door de grote westerse mogendheden.
* Toeareg is en Afrikaanse bevolkingsgroep. Zij noemen
zichzelf Kel Tamasheq, Kel Tamajaq (Tamasheq"), Imouhar, Imuhagh, of Imashaghen ("Nobel en
vrij"). Maar er zijn ook Arabische Toeareg zoals de tuaregue van Marokko.Een
andere naam die zij voor zichzelf gebruiken is Kel Tagelmoust hetgeen
'Gesluierden' betekent. De Toeareg zijn vooral bekend geworden vanwege het feit
dat bij dit Islamitische volk de mannen hun gezicht sluieren, en de vrouwen
niet. Deze sluier wordt tagelmoust of eghewid genoemd. In het Arabisch
worden de Toeareg daarom ook wel Mulathimin genoemd, hetgeen 'Gesluierden'
betekent. De traditionele gezichtssluier is gemaakt van Alasho: een stof
geweven in de Nigeriaanse stad Kano,
en geverfd met natuurlijke indigo, die blauw afgeeft op het gezicht. Vandaar de
bijnaam 'blauwe mannen' die voor de Toeareg wordt gebruikt. * The Wilder Shores of Loveby Leslie Blanch, EXPLORATION,
2010, PAPER, 352 PAGE
Op dit schilderij van Jean-léon Gérôme,
De harem in de Kiosk, gemaakt in
1870-1975, zie je een soldaat (een eunuch?) een groepje vrouwen bewaken die
zich verpozen op een soort overdekt terras aan zee. Wat me onmiddellijk opviel
was de zee: de kleur van het water, de verre horizon...
De aanblik van dit moois was misschien het enige spleetje vrijheid die de
haremvrouwen en odalisken tijdens hun gevangenschap konden ervaren. Jaja, de
harem... ook daar hebben wij een geromantiseerde voorstelling van. de realiteit
was wel anders! in het boek The Wilder Shores
of Love vanLesley
Blanch, dat ik me aanschafte in de museumwinkel, las ik dat het leven in de
harem alles behalve fun was. Bij ongewenste zwangerschappen (en die kwamen
veelvuldig voor, want slechts de favorieten mochten kinderen baren) werd direct
tot abortus overgegaan, er was trouwens altijd een hofuitdrijver aanwezig... Slavinnen
die het waagden te ontsnappen, werden algauw gevat, gedood of in de zee geworpen,
gewikkeld in met stenen verzwaarde zakken... Toch had de harem veel aanzien,
want vele meiden prefereerden een luxueus leventje boven het gezwoeg en de
honger op het platteland.
.
De Oostenrijker Hans Makart schilderde De
dood van Cleopatra in de jaren
1874-1876, in de beste diagonale en theatrale traditie, haha!. Mooi is ze wel,
Cleo, we bewonderden haar gordel en haar juwelen en haar ivoorkleurige huid. Op
de grond een donkerhuidige slavin, ook met ontblote boezem. Rond haar tepels
zijn met henna fijne motieven getekend, mooi zo, beter dan een sportbh!
Nog een mooie madam. José Tapiró Baró noemde dit schilderij Schone
uit Tanger (1876). In Noord-Afrika hebben vele
mannen en vrouwen een ebbenhouten huid, omdat er hoogstwaarschijnlijk vermenging
is geweest met zwarte volksstammen. Ik zie prachtige stoffen, kettingen en
oorbellen uit goudkleurig metaal, een collier uit agaat en parels dicht tegen
de hals... deze dames konden zich mooi versieren... Maar wat me vooral trof was
de uitdrukking van lichte melancholie en ook de geslotenheid op het gelaat van
deze dame...
Dit vond ik een van de mooiste schilderijen van de tentoonstelling. Het
flitste me terug in mijn kindertijd, toen ik me dus interesseerde in de Toearegs..
James Tissot noemde
zijn schilderij De
drie wijzen onderweg (1894). De
pracht en de uitgestrektheid van het woestijnlandschap is hier schitterend in
okerkleurige en oranje tinten uitgebeeld, de kracht dIe uitgaat van een
karavaan bedoeïenen en hun kamelen is overrompelend.
Maar N. was het meest enthousiast over dit markttafereel in het Algerijnse
stadje Blidah, dertig mijl het land in, aan de spoorweg naar Oran. De Vlaamse Henri Evenepoel schilderde de Sinaasappelmarkt
te Blidah in 1898. Het is al oranje en
bloedappelsien dat hier de klok slaat, wat een ongelooflijke kleurenpracht...