o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
27-04-2011
de villanella en de sestina (2)
Dylan Thomas
DO NOT GO GENTLE INTO THAT GOOD NIGHT
Do not go
gentle into that good night,
Old age should burn and rage at close of day;
Rage, rage against the dying of the light.
Though
wise men at their end know dark is right,
Because their words had forked no lightning they
Do not go gentle into that good night.
Good men,
the last wave by, crying how bright
Their frail deeds might have danced in a green bay,
Rage, rage against the dying of the light.
Wild men
who caught and sang the sun in flight,
And learn, too late, they grieved it on its way,
Do not go gentle into that good night.
Grave
men, near death, who see with blinding sight
Blind eyes could blaze like meteors and be gay,
Rage, rage against the dying of the light.
And you,
my father, there on the sad height,
Curse, bless me now with your fierce tears, I pray.
Do not go gentle into that good night.
Rage, rage against the dying of the light.
in vorig blogbericht legde ik wel tot in de puntjes uit wat een sonnet en een sestina is, maar ik vergat te vermelden dat een middeleeuwse villanella uit vijfvoetige verzen bestaat, opgebouwd rond twee rijmklanken en verdeeld over vijf terzienen en een kwatrijn. de eerste en de laatste regel uit de eerste strofe komen volgens een vast schema in de andere strofen als keervers terug en vormen aan het eind van het gedicht een refrein.
een villanella oeioei, als ik dit woord hoorde vond ik dit super, ik dacht aan een mooie villa, van een meisje dat nella of zo heette, maar het is dus een schijnbaar aartsmoeilijke dichtvorm.
het lijkt erg ingewkkeld en dat is het ook wel een beetje, maar een recept uit de keuken van peeter goossens is dat ook, temeer daar hij aanraadt twee keer verse frituuroiie te gebruiken om frietjes te bakken, haha....
de beroemdste villanella is bovenstaand gedicht van de ierse dylan thomas (Swansea, 27 oktober 1914 New York City, 9 november 1953) - een van mijn vroegere lievelingsdichters, nu opnieuw in de schijnwerpers gezet door jan decleir in een programma dat in onze zalen speelt met de titel under the milkwood.
dylan thomas schijnt geen moeite te hebben met al die versvoeten en rijmklanken en keerverzen, maar ik geloof dat ik zelf zou zwoegen als ik het eens zou uitproberen!
Quirky, witty, moving. Katryn Simmonds gift is to find
joy and beauty in unexpected places. She invests the everyday world with an extraordinary
luminosity. Jackie Kay.
de laatste dagen diende zich, in zijdelingse en echte gesprekken omtrent literatuur, volgend item aan: het gebruik van klassieke vormen in hedendaagse poëzie. catharina boer, een collega - dichteres in rozentuin, klavierklanken*, grijpt bijvoorbeeld in het jaar 2011 terug naar de petrarcaanse sonnetvorm. om een sonnet te schrijven moet je ontegensprekelijk het vak beheersen, je schrijft twee strofen van elk vier vijfvoetige jamben, die samen het octaaf vormen, en twee strofen van elk drie vijfvoetige jamben, die samen het sextet vormen. zelf heb ik dit nog nooit geprobeerd, laat staan dat ik me zou wagen aan een middeleeuwse villanellaof een sestina.
de
sestina is een ingewikkelde versvorm, uitgevonden door de 12de eeuwse
occitaanse troubadour arnaut daniel. ze bestaat uit zes strofen van zes regels,
gevolgd door een strofe van drie regels, waarbj de eindwoorden van elk vers uit
de eerste strofe in een bepaalde volgorde terugkeren. ook in de afsluitende drieregelige strofe
worden ze ale zes herhaald.
een sestina schrijven, dat doet de britse auteur Kathryn Simmonds in haar gedicht 'S ZONDAGS IN DE HUIDWASSALON * dus wel. simmonds veroorlooft zich echter vrijheden met de
strakke structuur. ze doet dat door in sommige strofen het eindwoord te
vervangen door een woord dat daarop rijmt.
maar het resultaat is een om van achteroveropjebuiktevallen gedicht. zij beschrijft in een surrealistische scène hoe enige mensen naar het wassalon gaan, niet om hun kleren te wassen, maar om hun vel af te stropen en dit in de wasmachine te stoppen.
katryn simmonds slaagt erin gewone gebeurtenissen een metafysische dimensie te geven. de naakte staat van de personages laat hen toe diep in hun ziel te kijken:
Nu zijn huid/ wordt gezwierd, bekijkt de man zijn hart. De dames zijn druk/ met hun lijf, of tillen zacht hun borsten op, sluitwerk/ waar een ziel achter verborgen zit.
hier komt het dus, katryn's pièce de résistance: een lyrisch, exuberant, theatraal gedicht, dat ondanks de inhoud niet zwartgallig is, maar geestig, humaan en warm.
'S ZONDAGS IN DE HUIDWASSALON
Het wekeljks bezoek aan geurige stoom. Ernaast,
op straat, valt bijbelse regen, die zegt: wees rein.
Niemand binnen, merkt het; te druk met het werk
een machine te kiezen, pasmunt te zoeken, te zien
of de temperatuur ok is. Men tracht het product
nergens te strooien dan in het bakje. Andere huid
begint voor plastic patrijspoorten te draaien. Huid
van een Thai, een Keniaan, een Jamaicaan naast
een blauwig wit, getaoeëerd goedje, mislukt
vol vlekken en striemen, elke haarsoort net en rein.
Een dikkerd zit op een bank gebogen, je kunt zien
hoe hij uitgebreid vouwen scheidt, alles in het werk
stelt om zijn penis los te pullen. Een secuur werk.
Zijn borstkas zwelt als hij worstelt met zijn voorhuid,
broos als sushi, dan de ballen, totdat we zien
hoe zijn immense satijnen kont los raakt. Naast
hem pelt een meisje haar arm, hanschoen van fijn grein
zonder pezen. De man stroopt, nog steeds gebukt,
zijn vette klauw, raapt zijn vel op, het meisje drukt
glossy lagen om haar heupen, onderbreekt dat werk
voor de knieënklus, de lastige tenen. Reine
bedwelmende damp stijgt op wanneer ze haar huid
als een avondjurk over haar arm drapeert. Naast
haar kleedt een oude vrouw zich omzichtig uit, misschien
om haar ellebogenrag niet te scheuren, misschien
om haar moedervlek te sparen. Ze stopt en plukt
aan de schram op haar slaap, gefrommeld als een haast
versleten rits. Het is een kies, delicaat werk
dat alles los te tornen, het wrikken aan de huid
die nu dun is als mottenvlerken, tot haar fijn
skelet vol kreukelzijde hangt, en haar lijf ein
delijk wordt bevrijd. Zo wachten ze en overzien
hun lijstje, staren naar de machine. Nu zijn huid
wordt gezwierd, bekijkt de man zijn hart. De dames zijn druk
met hun lijf, of tillen zacht hun borsten op, sluitwerk
waar een ziel achter verborgen zit. Buiten, naast
de deur, rimpelt regenhuid de schemerstraten. Water rukt
op door gaten, het zwiept de straten rein, en we zien
hoe alles nieuw oogt, ernaast gaat men door met het werk.
Wat gebeurt er als de espresso op de bodem van je kopje voor je gevoel de enige zwarte stip is aan de horizon?*
Volgens de Russische Nobelprijswinnaar Joseph Brodsky is een gedicht een gesprek tussen de schrijver en zijn lezer, het met elkaar delen van twee eenzaamheden. In The Brodsky Concerts brengt acteur Dirk Roofthooft de essentie van zijn poëzie over op het publiek. De muziek van Kris Defoort onthult wat voor de woorden onmogelijk is. Samen brengen ze een hommage aan Brodskys poëzie, aan haar melodie en haar rijm, aan de grote metafysische themas die de poëzie van Brodsky met zich meedraagt: de zin van het leven, de dood, met of zonder geliefde je bewegen door tijd en ruimte, verbondenheid met iets of niets, zijn tussen iemand en niemand.
*Dirk Roofthooft naar Joseph Brodsky
(tekst en foto geknipt en geplakt van http://www.lod.be/)
dit heb ik er voor over gehad om naar de meesterlijke vertolking van de poëzie van joseph brodsky (of brodskii) door dirk roothooft te gaan luisteren: een drie uur durende treinreis naar een uithoek van dit landje, een slapeloze nacht in een nochtans heerlijk comfortabele sofa, een shoppingsessie in hasselt die ik eigenlijk niet wilde maar die ik mezelf had aangedaan en last but not least een verplichte recup die een paar dagen lang duurde.
maar ik werd heerlijk beloond: een subliem optreden, het beste sinds jaren.
dirk roofthooft beleefde brodsky's poëzie als groeide en stulpte ze doorheen zijn gehele lichaam. als openbloeiende bloesems barstten de woorden los, in de stiltes tussen de woorden zinderden de echo's voortdurend na, het was bijna hallucinant wat dirk roothooft met deze verrukkelijke voordracht bereikte: in mijn hoofdje reciteerde ik en scandeerde ik en zong ik zijn woorden mee.
zelfs al kende ik die woorden niet, toch had ik het gevoel dat ik zelf (woelend en wiegelend als altijd) in de gedichten van brodsky woonde.
en kris defoort het fantastische klankbord!
op de koop toe werd mij op mijn logeeradres een overheerlijk dessert van croissants en boterkoeken gemarineerd in suikerroom met een geklutst ei, met als sidekick twee bollen vaniileijs van het ijsboerke, aangeboden. mmmmmffff!
avond voor 200 % geslaagd, zou ik zeggen, voor herhaling vatbaar.
hieronder nog drie schitterende (ik tokkelde sjitterende, daar gaan we weer, wanneer kan ik nu eens ernstig zijn?) gedichten van joseph bordsky, uit de cyclus romeinse elegieën. weer heb ik het gevoel dat ik zelf met mijn rug tegen een koude tegelmuur leun in het snikhete rome, dat ik kijk naar de ondergaande zon in de villatuinen, ik voel het droge laurierblad op mijn schedel, ik luister naar brodsky's gefluister en dromerig stap ik in het sacrale licht.....
VI
Omhels de zuivere lucht, à la de takken der pijnbomen hier:
aan de vingers blijft niet meer dan aan een glas of tule kleven.
Ook de vogel keert uit de wolken niet blauwer weer,
en onszelf kun je moeilijk miniatuurgoden heten.
Juist omdat we nietig zijn zjin we gelukkig. Hoogten,
verten enz. zijn van de gladde huid afkerig.
Lichaam en ruimte zijn nu eenmaal elkaars tegenpolen.
En dat maakt ons dan weer ongelukkig, voor eeuwig.
Leun liever tegen de portieken, doe je sandalen uit,
door je hemd voelt de schouder de kou van de stenen,
en kijk hoe de zon in de villatuinen ondergaat,
hoe het water, dat ons de welsprekendheid leerde,
neerstroomt uit roestige sleutelgaten,
zonder iets te herhalen, behalve de nimf met de ocarino,
behalve het feit dat het koud en nat is,
en het gezicht verandert in een ruïne.
X
Privé-leven. Verscheurde gedachten. Angsten.
De gewatteerde deken is vormlozer dan Europa.
Dank zij het blauwe hemd en het gekreukte jasje
heeft de spiegel tenminste nog iets om te tonen.
Laten we theedrinken, gezicht, om de lippen te scheiden.
De kamer drukt zwaar op de lucht als belasting.
Troepen gaaien fladderen op uit de pijnboomrijen,
één toevallige blik uit het raam en daar gaan ze.
In Rome zit een man papier vol te schrijven.
De staart van een letter een rat die voorbijflitst.
Zo worden de dingen in hun perspectief kleiner,
omdat dat hier perfect is. En over het ijs van de Tanais
sjokt men langzaam voort tot men uit het zicht verdwijnt,
de schedel bedekt met gedroogd laurierlad,
rillend van de koude, in de richting van de Tijd,
die buiten het bereik ligt van elke grootmacht.
XII
Buig je hoofd, neig je oor naar wat ik Jou toevertrouw:
Ik ben je dankbaar voor alles, voor de botjes van de kip,
voor het gesjerp van de schaar die de leegte voor mij knipt,
want, niet waar, ook die is van jou.
Ze is zwart, akkoord. Oké, ze heeft niets,
geen arm, geen hand, zelfs geen ovaal als gelaat.
Hoe onzichtbaarder een ding, des te echter het is,
des te zekerder dat het ergens bestaan heeft op aard,
des te meer is het overal.
Jij was de eerste met wie dit gebeurde, niet waar?
Slechts wat niet in tweëen te delen valt,
dat blijft door een spijker bij elkaar.
Ik was in Rome en ik heb er zoveel licht gevangen
dat een ruïne er alleen maar kan van dromen!
Op mjn netvlies blijft een gouden stuiver hangen.
Genoeg om heel de duisternis mee door te komen.
Spiegel Internationaal, moderne poëzie uit 21 talen, samengesteld door Maarten Asscher en Laurens Vancrevel, Meulenhoff Amsterdam, 1988, p.204
jaja, zoals ik in vorig bericht vermeldde, heb ik het redelijk druk tegenwoordig. toch wil ik even nog aandacht wijden aan de tentoonstelling van schilderijen van lucienne stassaert in het elzenhof in antwerpen (nog tot 19 maart).
lucienne stassaert, een van onze beste dichteressen, is ook een begenadigd kunstschilder. ondanks haar leeftjd (zij is reeds zeventig!) vindt zij het nog de moeite meer dan een jaar lang te werken aan een reeks schilderijen en ze dan nog tentoon te stellen ook.
toen ik samen met frida (ook al een dame van 70!) de expo bezocht stond ze daar, met een glorievolle exentrieke hoed op en prachtige bijoux (ik herinner mij lucienne op een receptie, zij had toen oorbellen van jade aan die doorhingen tot op haar schouders) en een wandelstok, waarop zij indrukwekkend elegant voortschreed.
lucienne maakt bijzondere schilderijen, dat moet ik zeggen. alhoewel ze elk een verhaal vertellen, was ik vooral overweldigd door het kleurengebruik: van azuurblauw tot delfts blauw tot kobaltblauw tot pruisisch blauw en indigo en ultramarijn - en dan nog alle schakeringen van groen en geel en zelfs rood.
het resultaat is een reeks mysterieuze schilderijen waarin eenzame personages ronddwalen. soms zie je deze figuren niet, maar je kunt ze wel vermoeden achter de raampjes van de gebouwen of ze verstoppen zich achter de bomen in het veld of ze lijken verzwolgen door de golven van de zee.
de illustere dichter roger m. de neef, die op de vernissage de inleiding verzorgde, omschreef het zo:
'Je
ontmoet in haar verbeelde landschappen afzonderlijke silhouetten die er
uitzien als
symbolen die een richting aangeven of gewoon wachten naast de weg.
Zij staan er frontaal of in zij-aanzicht als pionnen verspreid op een
afgeblot schaakbord. Ook ontmoet je meermaals solidaire
silhouetten in groep.
Het
lijken dan onbewolkte blauwe pelgrims aangevreten door een streep schor
krijt van
wit. Zo vormen zij wel eens dammen of muurtjes van getaande
sluitstenen, gesnoeide uitgeregende hagen langs de weg van onmacht en
vergankelijkheid. En telkens opnieuw zijn zij van een
eensluidende en eenvormige eenzaamheid gemaakt. Telkens opnieuw zijn
zij blauw gewurgd door een tekort aan zuurstof. Zijn zij blauw verbrand
door een teveel aan zuurstof en
kou.
Verder zijn er enkele schilderijen en tekeningen ontstaan uit residuen van fotos uit
kranten..Naast vele zeegezichten zijn er ook schilderijen die echte hommages zijn of die men kan
lezen als in memoriams voor vrienden.. Er is het ontwerp van affiche voor deze tentoonstelling in het Elzenveld dat ontstaan is
uit een gestileerde en eigenzinnige interpretatie van een persfoto over een Mars voor werk in Wallonië.. Er
is de aanklacht tegen de verloedering van het milieu. Daarover het
beeld van de vogel
onder de olie op het strand. Lucienne maakte er een geschilderde
sculptuur van de doodsangst van: een verkrampte albatros als offer boven
het Golgotha van zijn eigen ei.
Er
zijn de talrijke tekeningen en schilderijen waarop kleine intieme
kamers door
Lucienne zijn uitvergroot en nadrukkelijk onpersoonlijk als publieke
ruimte zijn neergezet met verf, nageschilderd en naverteld alsof daar
niet langer muren of doorgangen bestaan. Er zijn alleen
buigzaamheden en ellipsen, labyrinten, gekamde gebaren, - ja
beschutte onaffe gebaren van verf, tederheid, ingekorte strelingen.
En overal woont en woekert strijdig vaak tegenstrijdig het
licht..'
Roger DE NEEF
zo mooi gezegd dus. ik durf hier bijna niets aan toe te voegen. ach ja, ik bekende lucienne dat ik als het ware verdwaalde in haar kleuren. ze leek heel tevreden met mijn opmerking, ik geloof zelfs dat ze straalde onder haar supermooie hoed!
ik kan niet anders dan deze kunstenares feliciteren voor haar werkkracht en haar enthousiasme. wat een illuster voorbeeld voor ons, ouder wordende dames én heren!
Lucienne Stassaert in het Elzenveld.. De tentoonstelling loopt van 15 januari tot en met 19 maart.. Open: donderdag t/m zondag van 12.30 tot 17.30u. Socio-
Cultureel & Congrescentrum Elzenveld vzw, Professor Sommézaal,Lange Gasthuisstraat 45, 2000 Antwerpen.
het gaat goed met mijn cultuurverslaving. de afgelopen weken doe ik zelfs vrijwilligerswerk in de stadsgalerie: ik bewaak een originele eigentjdse keramiektentoonsteling, kick ceramick, echte avant-garde. ik zit in shiften van drie uur aan de ingang, ontvang geïnteresseerden, verkoop de kleine catalogus, doe enkele rondleidingen en luister soms verbouwereerd naar de levensverhalen van de bezoekers.
tussendoor minstens twee andere tentoonstellingen bezocht, drie of vier toneelstukken. een indringende film gezien. wellicht heb ik te weinig ruimte en tijd om stil te staan bij deze verrukkingen. toch wil ik deze keer vooral enkele theatermomenten bewaren in mijn herinnering. daarom deze commentaren, daarom dit knip-en plakwerk. ik citeer telkens uit 'de officiele commentaren' en voeg er een kleine eigen bedenking aan toe.
1. GREGORIA, KVS, 4 maart 2011
'Het boek Gregoria van de Vlaamse auteur Maurice Gilliams gaat over wittebroodsweken. Maar is deze roman wel een liefdesroman? Of is het eerder een griezelroman, een gothic novel? Bart Meuleman maakt er theater van...
Toen de Vlaamse auteur Maurice Gilliams op 82-jarige leeftijd stierf, had hij Gregoria nog steeds niet afgemaakt.
Een half mensenleven volstond niet om deze tijd uit zijn leven vorm te
geven. Nochtans gaat het over iets wat toch gelukkig zou moeten maken:
de wittebroodsweken. Voor Gilliams echter blijken verloving en huwelijk een nachtmerrie.
Achtergrond van het gebeuren is de toenemende modernisering in het
Antwerpen van de jaren dertig. Zij behoort tot de nouveaux riches. Hij (Elias!) is telg van verarmde adel - dat wil hij ons toch doen geloven.'
gregoria, oeps! wat een vreemde voornaam! na enkele googlesessies weet ik het ondertussen: gregoria was de naam van de gade van keizer constantijn III van het byzantijnse rijk (!) en het is ook een soort zeeanemoon, haha. maar in dit toneelstuk is gregoria een depressieve, nurkse jongedame, volledig in de ban van haar dominante moeder (gespeeld door een man!) en die niet in staat blijkt tot enige vorm van communicatie met haar toekomstige echtgenoot. het huwelijk wordt niet geconsumeerd en elias gaat af als een gieter.
heel bijzonder vind ik dat dit toneelstuk gespeeld werd door oudere acteurs en de rollen van de oudere vrouwen door mannen. het gaf het geheel een bijzondere wrange sfeer. als elias sprak, was dit in mooi literair nederlands, de dames spraken een soort antwerps dialect. de bruid werd net voor haar huwelijksnacht door haar zus gul besprenkeld met eau de cologne en op de receptie viel ze flauw van teveel porto te drinken.
a. vond dit typisch 'un mariage a la flamade'. tja, soms zijn relaties tussen supergevoelige mensen bijzonder pijnlijk.
2. RUE DU CROISSANT
"... ingehouden ironisch, tegelijk scherp afgesteld, vindt
Ouachen de balans tussen tongue in cheek en gevoelig respect. Topsport." - De Standaard
Erika, Martine, Rachid, Augustine, Dylan, Hector, Anne, Amélia, André,
Désiré, maar ook Tchoupi, de kat en nog vele anderen. Wat ze met elkaar
gemeen hebben? Dat ze in de
Rue du Croissant wonen. Een typisch
Brusselse straat waar mensen uit alle hoeken van de wereld wonen. Plots
gebeurt er iets. Een ongeluk, een overval, een aanslag? Allemaal maken
ze hetzelfde mee. Maar allemaal op een andere manier, vanuit hun andere
beleving. Auteur Philippe Blasband schreef een ingenieuze monoloog die
weergeeft wat er zich afspeelt in hun huizen en hoofden. Het verhaal
wordt op magistrale wijze vertolkt door Mohamed Ouachen.
allemaal goed en wel, maar ik viel tijdens de voorstelling bijna in slaap. was het mijn siesta- moment, of scheelde er werkelijk iets aan dit theater? uiteindelijk wist ik waarom dit magistrale stuk mij niet zo kon boeien: teveel tekst, te weinig handeling op de scène. mooi, dat mohammmed zoveel typetjes kon immiteren, maar er was geen duidelijk uitgewerkt verhaal, heb ook niet kunnen lachen, er was ook geen parfum.
haha, vind dat bij elk toneelstuk een parfum hoort, zoals die eau de cologne hierboven. soms verspreidt een toeschouwer in mijn omgeving een heerlijk geurtje, als ik dan aan dat toneelstuk terugdenk ruik ik echt parfum. hilarisch, niet?
3. Almschi
'Ontembare muze. Oversekste circe. Drankzuchtig monster. Walkure met
vetbubbels. Majestueuze travestiet. Heerseres van haar tijd. Eerste
feministe. Het mooiste meisje van Wenen. Geen kunstenaarsvrouw sprak zo
tot de verbeelding als Alma Mahler. Deze componiste, vrouw van Gustav
Mahler, Walter Gropius en Franz Werfel, maar ook minnares van Kokoschka,
Klimt en Zemlinski, wilde een grote daad stellen in haar leven. En dat
deed ze. O ja. Annelies Verbeke schreef een sprankelende tekst voor het
theatercollectief SKaGeN. Octopus Solisten zingt een 16-stemmige
soundtrack van haar leven, transcripties van Gustav en Alma Mahler, A. Berg, R. Schumann e.a. met een creatie van Joachim Brackx.'
de actrice die alma mahler moest uitbeelden vonden wij te jong voor haar rol. anders een zeer ongewoon en eigentijds toneelstuk. arme alma, die zoveel mannen-kunstenaars moest plezieren en om de haverklap zwanger werd. van al dat babygeweld bleef uiteindelijk maar 1 kind in leven. de anderen stierven op heel jonge leeftijd - of alma pleegde abortus. niet zo fraai, maar dit item werd op grapppige manier uitgebeeld door witte voddenpoppen, die met een touwtje eraan werkelijk 'ten hemel stegen'. of hoe de vertolking van de grootste ellende toch nog met een beetje humor kan worden afgezwakt.
en de muziek was hemels.
* Tekstbewerking Bart Meuleman - Regie Bart Meuleman, met Ivo Kuyl, Goele
Derick, Herman Gilis,... - Productie KVS ism Ro Theater (NL)
* Tekst Philippe Blasband, met Mohamed Ouachen Medewerkers David Strosberg (coaching) Productie KVS & Théâtre Les Tanneurs * Een productie van OCTOPUS Solisten en SkaGeN in coproductie met
Oostende Cultuurstad 2010, i.s.m. De Tijd, en met de steun van de
Vlaamse Regering.
ter illustratie van mijn 'noorderlijke verwantschappen' heb ik een poging gedaan een gedicht van de verrukkelijke sirkka turkka, de dichteres van 'duizend meter sneeuw' op haar hart, te vertalen uit het engels. vermits jozeph brodsky zegt, dat elk gedicht eigenlijk een vertaling is, heb ik durven schrijven uit de losse pols. ik wou 'mijn eerste indruk' van dit gedicht niet kwijtraken, daarom.
Wish for anything you want, anything.
You can have the music beaten to the veranda
windows by autumn rain, beaten for you
by ivy vine, by past generations.
Make a wish, you'll get everything, the archives lie in the room,
in narrow beds, that's where the music is sleeping,
at rest is the music of lung cancer, split heart,
torn aorta, brain eaten up by sorrow,
at rest is the beautiful land, the snow that comes.
Everything is blanketed in music, high and beautiful.
All this you shall have.
wens alles wat je wil, alles.
je kunt muziek krijgen van de herfstregens
die tokkelen op de ramen van de veranda,
zij tokkelen langs wijnranken, sinds generaties.
doe een wens en je zult alles krijgen, de archieven
liggen in de kamers,
in smalle bedden, dat is waar de muziek slaapt,
de muziek van de longkanker slaapt, de muziek van het gebarsten hart,
van aneurysmen, van het brein opgegeten door verdriet.
het mooie land slaapt, de sneeuw die komt.
alles is in muziek gewikkeld, hoogstaand en mooi.
dit alles zul je hebben.
SIRKKA TURKKA (b. 1939) has
written 14 books, both poetry and prose. She was awarded Finlandia Prize in
1987, Yleisradios (the equivalent of the BBC) Tanssiva Karhu (Dancing Bear)
prize in 1994 and Eino Leino Prize in 2000. She has also worked as animal
attendant and head stableman.
voor valentijn kreeg ik een heerlijk flesje chanel n°5. ik kookte voor mijn huisgenoten een recept uit dagelijkse kost (met
jeroen meus), linguini met kippenlevertjes en als dessert was er taart
met slagroom en aardbeien. ik las in de krant dat valentijn niet meer
zo druk gevierd wordt (maar 13 procent van de vlamingen vieren dit), maar bij ons is dit nog altijd een feestje!
lang geleden dat ik nog heb
getokkeld op mijn blog. reden: in de maand januari hard gewerkt aan acht
gedichten voor demer press. zij zijn opgenomen in een verzamelbundel,
de cover ziet u hieronder. ook nog meegedaan aan een literair project in holland, een nieuwe blog opgezet http://demaaninmij.blogspot.com/ voor
mijn 'kleine' gedichtjes, naar tentoonstellingen geweest, een toneelstuk
gezien, de arabische revolutie op tv gevolgd en vooral: heel veel gelezen.
Rozentuin, klavierklanken
Paperback, 64 pagina's*
Publicatie: februari/maart 2012. Acht ongepubliceerde gedichten van zes
dichteressen: Christina Guirlande, Marleen De Smet, Rozemarijn van
Leeuwen, Nicole Van Overstraeten, Catharina Boer en Hannie Rouweler.
Voorwoord door de dichter/vertaler Joris Iven.
onlangs poste ik een boutade aan een dichteres, waarmee ik een beetje in discussie gegaan was omtrent het wel of niet toelaten van vreemde dichtvormen in de nederlandse literatuur: ik voel mij verwant met scandinavische dichteressen maar ben verliefd op mediterrane dichters. haha, kan ik wel zeggen, want ik zie er ook uit als een noordelijke dame, mijn witte haren en bleke sproetenhuid en voluptueuze lichaamsvormen spreken voor zich. en dan heb ik ook nog een mediterrane man...
maar altijd, zeg maar mijn hele leven lang, ben ik op zoek geweest naar mezelf. verwantschap met dedie, interesse in dedat... al deze esbattementen hebben mij gemaakt tot wie ik ben, mijn eigen schitterend ikje. let wel; ik wil hier zeker niet het ultieme ego-pad bewandelen, maar blij ben ik toch dat vrienden en vriendinnen me de laatste tijd, vooral als het over mijn poëzie gaat, wijzen op mijn ontegensprekelijke eigenheid.
ik wil deze analyse nog niet afsluiten. de vraag is, of een ultieme eigenheid de communicatie en samenhorigheid met anderen niet in de weg staat. toen ik mijn bijdrage stuurde naar demer, vroeg ik me paniekerig af of ik wl paste bij de vijf andere dichteressen die zo mooi poëtisch hun zinnen kunnen vlechten, terwijl ik dan toch het woord condoom gebruik in een van mijn gedichten, ook het woord asshole en mer-de! en dan ook nog een bijwjlen stokkend debiet heb, met veel punten midden in het vers...
ach, misschien wil ik in mijn gedichten meer waarheidsgehalte inbouwen, een venster openen naar de realiteit. wie spreekt trouwens tegen zijn huisgenoten, collega's en vrienden in bloementaal? ach, ik weet, poëzie kan en moet een verlangen naar schoonheid uitdrukken, een verwoording van een verrukkelijke plek vol avondschemer, rozentuinen en vrouwen in zeeblauwe jurken... maar voorlopig zeg ik nog altijd: it s not only rock n roll baby, not only rock n roll!
wat niet betekent dat ik in het dagelijkse leven voortdurend vloekend wil rondlopen of schuttingtaal gebruik. neen, integendeel, ik hecht heel veel belang aan hoffelijkheid en correcte omgangsvormen. maar af en toe stuift het wel in mijn dagelijks leventje en ach, daarna kijk ik gulzig naar mijn stulpende tulpjes en piepkleine boshyacintenstruikjes en de frisgroene in elkaar gedraaide nieuwe blaadjes van mijn pothortensia en verrukt ben ik over het spanningsveld van de naderende lente...
om maar te besluiten: het leven is divers, een ultieme mix van rauwe realiteit en verrukkelijk poëtsch welzijn.
vloekende roosjes en gesuikerde condooms in zilveren geschenkverpakking, is dat geen prachtig valentijnscadeau?
Vooreerst dit: fijn toch, dat het in de Arabische wereld begint te
bewegen. Natuurlijk zal 'het gewoel' daar niet als gevolg hebben dat het
dageljks leven daar plotseling drastisch verandert in positieve zin. Ik leef
mee met de vreugde van deze bevolkingsgroepen, die tot de meest vernederde in
de wereld behoren, maar toch een schitterend potentieel hebben aan intellect en
werkkracht. Getuige hiervan hun rijke culturele geschiedenis!
.
Afgelopen maand januari lekker veel gelezen, zalig
ingeduffeld in mijn bedje. Ook enkele prachtige tentoonstellingen gezien en een
toneelstuk. Cultuur is een grote troost en (voorlopig!) nog betaalbaar, ook
voor steuntrekkenden en gepensioneerden, haha... In deze bijdrage een afdruk -
of is het een indruk? - van de tentoonstelling die vier maanden lang in KMSK
te bezichtigen was, 'Van Delacroix tot
Kandinsky, oriëntalisme in Europa'.
Ach, die ongelooflijke aantrekkingskracht van het Oosten... toen ik twaalf was,
leerde ik mezelf het Toeareg-alfabet schrijven (het Tifinagh- dat direct van
het Punische alfabet is afgeleid), omdat ik door het lezen van een onnozel
feuilletonnenke in de Gazet van Halle (!?!) of een andere krant, weet het niet
meer, verliefd was geworden op de heldhaftige blauwe mannen.. Wat me
fascineerde was het feit dat bij dit volk de mannen zich sluierden, de vrouwen
niet.
Wij hebben rare ideeën over gesluierde mensen. Feit is, dat Afrikaanse en Oosterse
mensen oorspronkelijk hun hoofd en aangezicht met doeken bedekten om zich tegen
de zon of de droge woestijnwind te beschermen en dus niet om religieuze
redenen.
Wij vonden de tentoonstelling fantastisch. Prachtige monumentale doeken
afgewisseld met pareltjes van kleinere schilderijen en zelfs miniaturen. Ik heb
hier vijf van mijn favoriete doeken geknipt en geplakt, omdat zij elk voor zich
een inkijk geven op een levensfeer die ons aan het dromen zet. Maar owee! Onze
romantische opvattingen over de mysterieuze Oriënt werd af en toe getemperd
door de realiteit... in mijn bericht orentalisme 2 kunt u deze vijf schilderijen zien, met mijn commentaren...
.
Tot slot vier protretten van vrouwen die wereldberoemd zijn geworden, omdat zij
het waagden in hun tijd, ik spreek over vorige eeuwen, naar den Orient te
trekken en daar te bestaan, als sultana, als echtgenote van een
ontdekkingreiziger of als avonturierster die verliefd wordt op een
bedoeïenenhoofdman of een spahi, een cavaleriesoldaat in Noord-Afrika...
Aimée du Buc de Rivéry (19 december 1776 1817) werd als 11-jarige uk
gekidnapt op weg naar haar thuisland Martinique. Zij was het nichtje van
Joséphine de Beauharnais, Keizerin der Fransen en werd volgens de legende
weggevoerd naar de harem van Abdulhamit I in
Istanboel.
De geschiedenis
van Aimée du Buc de Rivéry is moeilijk te geloven, maar in talrijke
romans werd zij moeder van Sultan Mahmud II en kreeg zij de Turkse naam Nakşidil
(Nakshidil).
Een van de meest onvervaarde Angelsaksische reizigsters was wel Isabel Burton (geboren Isabel Arundell) (20 Maart 1831 - 22 Maart 1896). Zij was de
echtgenote en partner van de befaamde ontdekkingsreiziger, avonturier en
schrijver Sir Richard Francis Burton.
.
Jane Elizabeth Digby, Lady Ellenborough (3 April 1807 11 Augustus 1881) was een Engelse
aristocrate die een schandaalleventje leidde vol romantisch avontuur, op twee
continenten nog wel. Zij had vier echtgenoten en veel minnaars, waaronder koning
Ludwig I van Beieren, zijn zoon Koning Otto van Griekenland, staatsman Felix
Schwarzenberg, en een Albanese
rover. Zij stierf in Damascus, Syrië, als echtgenote van Sheikh Medjuel el
Mezrab, die twintig jaar jonger was. Op bovenstaand portret staat zij afgebeeld
in de traditionele bedoeïenenoutfit, kijk maar hoe mooi zij haar lange rode vlechten
draagt onder haar sluier. Daaronder een jeugdportret, toen zij nog een Engelse
lady was.
Isabelle Eberhardt(Genève, 17 februari 1877 - Ain sefra, Algerije, 21 oktober 1904)was een
Zwitserse/Russische ontdekkingsreizigster en schrijfster die in Noord- Afrika leefde en reisde.
Voor haar tijd was Isabelle Eberhardt een buitengewoon
onafhankelijke vrouw, die de conventionele Europese moraal afwees, haar eigen
weg koos en zich bekeerde tot de islam.
Onder de schuilnaam Si Mahmoud zwierf zij te paard door de woestijn en bezocht zelfs de
islamitische heilige plaatsen. Haar reizen betaalde ze met het schrijven voor
Europese kranten.
De levensstijl van Eberhardt - zij rookte hasjiesj, dronk als een
man en was seksueel vrijgevochten - baarde in die tijd het nodige opzien.
Eberhardt stierf op 27-jarige leeftijd, toen haar
hutje werd meegesleurd door een plotseling optredende modderstroom. Haar dagboeken zijn na de overstroming teruggevonden en in ook het
Nederlands vertaald.
.
Terwijl ik bovenstaande zinnen schreef, vroeg ik me af
wat het toch in mijn leven heeft betekend, die aandacht en passie voor het Oosten.
Tja, na mijn liefde voor de Toearegs ben ik mij een tijdje gaan verdiepen in Ierse
literatuur, omdat ik dacht dat de beste dichters uit Ierland kwamen, maar vanaf
het ogenblik dat ik in Theatre 140 een voorstelling gezien had van het Japanse
Kabuki-theater zou het Oosten mijn volle en definitieve aandacht krijgen, haha!
Ondertussen staan mijn boekenplanken, naast natuurlijk
Nederlandstalige literatuur, vol met verrukkelijke titels uit het Verre en
Nabije Oosten. Deze boeken zijn altijd mijn tedere kompanen geweest en hoe rijk
voel ik me... Deze twee culturen hebben mijn leven beeïnvloed, zij hebben mij
geestelijk en emotioneel gevormd tot de persoon die ik ben. En daar ben ik
trots op.
Je ne regrette rien, zingt Edith Piaf. Wel, ik heb
zeker geen spijt van alle wonderlijke uren die ik heb doorgebracht in mijn
diepgaande studie van het Oosten. Uiteindelijk ben ik een oriëntaliste...
* ORIENTALISME is de term die door Edward Said en anderen wordt gebruikt ter
aanduiding van de dominante westerse opvatting van de Oriënt, oftewel het Oosten in culturele zin, zoals die ontstaan is sinds de tweede helft van de 19de eeuw de tijd van de mondiale kolonisatie door de grote westerse mogendheden.
* Toeareg is en Afrikaanse bevolkingsgroep. Zij noemen
zichzelf Kel Tamasheq, Kel Tamajaq (Tamasheq"), Imouhar, Imuhagh, of Imashaghen ("Nobel en
vrij"). Maar er zijn ook Arabische Toeareg zoals de tuaregue van Marokko.Een
andere naam die zij voor zichzelf gebruiken is Kel Tagelmoust hetgeen
'Gesluierden' betekent. De Toeareg zijn vooral bekend geworden vanwege het feit
dat bij dit Islamitische volk de mannen hun gezicht sluieren, en de vrouwen
niet. Deze sluier wordt tagelmoust of eghewid genoemd. In het Arabisch
worden de Toeareg daarom ook wel Mulathimin genoemd, hetgeen 'Gesluierden'
betekent. De traditionele gezichtssluier is gemaakt van Alasho: een stof
geweven in de Nigeriaanse stad Kano,
en geverfd met natuurlijke indigo, die blauw afgeeft op het gezicht. Vandaar de
bijnaam 'blauwe mannen' die voor de Toeareg wordt gebruikt. * The Wilder Shores of Loveby Leslie Blanch, EXPLORATION,
2010, PAPER, 352 PAGE
Op dit schilderij van Jean-léon Gérôme,
De harem in de Kiosk, gemaakt in
1870-1975, zie je een soldaat (een eunuch?) een groepje vrouwen bewaken die
zich verpozen op een soort overdekt terras aan zee. Wat me onmiddellijk opviel
was de zee: de kleur van het water, de verre horizon...
De aanblik van dit moois was misschien het enige spleetje vrijheid die de
haremvrouwen en odalisken tijdens hun gevangenschap konden ervaren. Jaja, de
harem... ook daar hebben wij een geromantiseerde voorstelling van. de realiteit
was wel anders! in het boek The Wilder Shores
of Love vanLesley
Blanch, dat ik me aanschafte in de museumwinkel, las ik dat het leven in de
harem alles behalve fun was. Bij ongewenste zwangerschappen (en die kwamen
veelvuldig voor, want slechts de favorieten mochten kinderen baren) werd direct
tot abortus overgegaan, er was trouwens altijd een hofuitdrijver aanwezig... Slavinnen
die het waagden te ontsnappen, werden algauw gevat, gedood of in de zee geworpen,
gewikkeld in met stenen verzwaarde zakken... Toch had de harem veel aanzien,
want vele meiden prefereerden een luxueus leventje boven het gezwoeg en de
honger op het platteland.
.
De Oostenrijker Hans Makart schilderde De
dood van Cleopatra in de jaren
1874-1876, in de beste diagonale en theatrale traditie, haha!. Mooi is ze wel,
Cleo, we bewonderden haar gordel en haar juwelen en haar ivoorkleurige huid. Op
de grond een donkerhuidige slavin, ook met ontblote boezem. Rond haar tepels
zijn met henna fijne motieven getekend, mooi zo, beter dan een sportbh!
Nog een mooie madam. José Tapiró Baró noemde dit schilderij Schone
uit Tanger (1876). In Noord-Afrika hebben vele
mannen en vrouwen een ebbenhouten huid, omdat er hoogstwaarschijnlijk vermenging
is geweest met zwarte volksstammen. Ik zie prachtige stoffen, kettingen en
oorbellen uit goudkleurig metaal, een collier uit agaat en parels dicht tegen
de hals... deze dames konden zich mooi versieren... Maar wat me vooral trof was
de uitdrukking van lichte melancholie en ook de geslotenheid op het gelaat van
deze dame...
Dit vond ik een van de mooiste schilderijen van de tentoonstelling. Het
flitste me terug in mijn kindertijd, toen ik me dus interesseerde in de Toearegs..
James Tissot noemde
zijn schilderij De
drie wijzen onderweg (1894). De
pracht en de uitgestrektheid van het woestijnlandschap is hier schitterend in
okerkleurige en oranje tinten uitgebeeld, de kracht dIe uitgaat van een
karavaan bedoeïenen en hun kamelen is overrompelend.
Maar N. was het meest enthousiast over dit markttafereel in het Algerijnse
stadje Blidah, dertig mijl het land in, aan de spoorweg naar Oran. De Vlaamse Henri Evenepoel schilderde de Sinaasappelmarkt
te Blidah in 1898. Het is al oranje en
bloedappelsien dat hier de klok slaat, wat een ongelooflijke kleurenpracht...
voor ik met plooien begon, voor ik (aan de
bovenkant)
het rechterhoekje tegen het linkerhoekje legde.
de doeken eerst in de lengte, dan in de
breedte
gevouwen, daarna de hoekjes weer bij elkaar
en weer eens helemaal doormidden.
tot ik een vierkant pakje in handen hield,
dat ik voorzichtig op het stapeltje legde.
buiten zorgde vijf cm verrassingssneeuw
voor onnoemelijk veel licht
(woensdag
1 maart 2006)
met deze schitterende foto, gedownload van de gratis fotodatabank van seniorennet, en een teruggevonden krabbel van enkele jaren geleden, wil ik al mijn vrienden en lezers van seniorennet een prettig nieuwjaar 2011 toewensen.
mijn bedboek of hoofdkussenboek is nu: het beklemmende hartedier van de roemeeense nobelprijswinnares 2009 herta müller. het is een poëtisch boek dat in de mooiste taal een van de meest gruwelijke regimes van oost-europa beschrijft, namelijk het bewind van de roemeense dictator nicolae ceauşescu. (1918-1989). ik citeer uit wikipedia*:
Om de staatsschuld terug te dringen mocht er in de winter amper
worden gestookt. De temperatuur binnen mocht niet hoger zijn dan 14
graden; wasmachines waren uit den boze en per woning mocht één gloeilamp
van 40 Watt gebruikt worden. Uiteindelijk werd de staatsschuld
inderdaad teruggedrongen, maar dat het volk daar hinder van ondervond,
deerde de dictator blijkbaar niet; evenals zijn plan om de Roemenen
ervan te overtuigen dat ze te veel aten. (De ware reden was dat er te
weinig voedsel was).
Halverwege de jaren tachtig kwam Ceauşescu met zijn meest bizarre
idee: het platteland en de plattelandsdorpen moesten in hun huidige vorm
verdwijnen. De oude dorpen moesten worden vernietigd en vervangen door
een soort agrarische centra. Boeren zouden dan een soort agrarische
arbeiders worden. Dit leidde tot binnen- en buitenlandse kritiek. Deze
plannen werden niet uitgevoerd doordat Ceauşescu's dictatuur in 1989 ten val kwam.
Op
20 december 1989 sprak de roemeense dictator Ceauşescu het land toe op de
televisie, waarin hij de Westerse imperialisten de schuld gaf van de chaos in
het land. Een dag later organiseerde de partijafdeling van Boekarest een
massabijeenkomst van trouwe partijleden voor het gebouw van het Centraal
Comité. Toen Ceauşescu aan zijn toespraak begon, begonnen de mensen voor het
gebouw te demonstreren en eisten het aftreden van Ceauşescu. Die avond opende
de Securitate het vuur
op demonstranten. Het leger koos de zijde van de opstandelingen en de volgende
ochtend moesten Nicolae en Elena met een helikopter vluchten waarbij de piloot
onder schot werd gehouden door een of meerdere van de lijfwachten. Toen de
brandstof van de helikopter opraakte, landde de piloot en werd door de
lijfwachten van Ceauşescu een auto gevorderd. Later stapten ze over in een
andere auto. Laat in de middag werden de Ceauşescu's echter herkend en
gearresteerd. Nicolae en zijn vrouw Elena werden na een schijnproces
geëxecuteerd. De executie vond plaats op een militaire basis in Târgovişte en werd
als bewijs van hun dood gefilmd en wereldwijd per televisie vertoond. Het paar
is vervolgens begraven, waarbij een valse naam op de houten kruisen was gezet.
Dat moest grafschennis voorkomen. Hun drie kinderen hadden steeds betwijfeld of
het paar inderdaad daar begraven was.
Nicolae
Ceauşescu werd opgevolgd door de gematigde ex-communist Ion
Iliescu.
.
waarom ik dit bericht wijd aan het roemenië van herta müller? in mijn archiveringswoede (deze winter moet en zal ik mijn schrijfsels ordenen!) vond ik onderstaand gedicht terug. tja, indertijd schreef ik nog joekels van politieke gedichten, haha....
de executie van de dictator was wereldwijd te zien op tv, en ik moet zeggen dat ik toch tamelijk ontdaan was toen ik dat oude witte mannetje en zijn krakende vrouw zag neerzijgen in de sneeuw. maar tja, misschien was het zijn verdiende loon, alhoewel herta müller zegt dat ondertussen nog niets wezenlijks veranderd is in roemenië....
ach, in deze dagen verontwaardigen wij ons over andere dingen, maar toch vind ik dit gedicht passen in deze tijd.
we schreven roemenië, 24 december 1989
ik heb het nooit geweten
nooit heb ik het geweten
zei het witte mannetje uit boekarest
dat mensen zon gewelddadige slachtpartij hadden
aangericht
such
a butchery, such a butchery
once
in a lifetime, once in a lifetime
en ach ja, hij toonde ons huilend
de honderden lijken die hem met rood doorlopen ogen aanstaarden
achteloos gestapeld op de met bloed besmeurde stenen
vloeren
van het te kleine ziekenhuis
schouder aan schouder en schaamteloos naakt
waren ze daar op een grijze ochtend binnengebracht
net op de dag die volgde op de vlucht
van vadertje nicolae ceauşescu uit zijn presidentieel paleis
nicolae ceauşescu, de grote conductor, het genie der karpaten
we schreven roemenië, 24 december 1989
tja broederlijk lagen ze daar, graatmager en slap
in de grauwe gauwte neergesmakt en gretig gefilmd
door de westerse tv-cameras
deze helden van de democratie, deze slachtoffers van de revolutie
deze mensen die zomaar blauw van de kou en grenzeloos enthousiast
waren gestorven voor de vrijheid, voor de vrijheid, voor de vrijheid
en wat konden wij hier in het voorbeeldige vrije westen
wat konden wij hier anders doen, dan enige overbodige truien
en enige evenzeer overbodige zakjes paprikachips stoppen
gisterennamiddag in prille kerstsfeerstemming naar het theater: Van Plato tot Nato, een productie tot stand gekomen door de samenwerking van KVS & De Enthousiasten voor het Reële & Universele VZW.
lieve deugd, wat een mooie naam voor een theatercollectief...
in mijn eerste innerlijke commentaren had ik het over 'een politiek stuk, met fantastische projecties, beelden uit oude hollywoodfilms en foto's uit krantenartikels uit vorige eeuw, betreffende howard hugues enzo'. ook het spel van schaduwen van schaduwen van schaduwen intrigeerde mij en ik had napretjes als ik dacht aan de actrices in bh en tangaslipjes met daarover een panty of netkousen en hoe ze hoerige arabische dansjes opvoerden om te lachen. ik bewonderde mieke verdin (56) omdat zij zonder schaamte haar rondingen toonde en charlotte vandermeersch zeg, die kon zelfs opera zingen!
ik legde ook uit aan n. dat het hier ging om symbolen, maar hoe meer ik praatte over het stuk (aan a. legde ik bijvoorbeeld uit dat de griekse filisoof plato niet hield van een democratie, want die werd altijd opgevolgd door een tirannie. plato vond de ideale staat een oligarchie, waar het geld dus aan de macht was, een oligarchie die zich voordeed als democratie)... hoe meer ik het eigenlijk een ingewikkeld geheel vond, met al die collages en verwijzingen, waar ik soms de samenhang niet goed van begreep. maar toch al bij al een heel mooie ervaring, de acteurs speelden geweldig...
a. vond plato maar een stupido ,we leven trouwens nu in west-europa in een oligarchie voegde hij eraan toe, en wat is het resultaat? crisis overal en de banken blijven maar cadeautjes krijgen voor hun stommiteiten...
haha, daarna moesten we weer lachen want a. maakte van de naam plato een plateau en van tirranie tiramisu en ik zei dat indertijd toen ik geschiedenisles moest geven altijd aan olie moest denken als ik het woord oligarchie uitsprak, ook mijn dutskes van leerlingen vonden dit een moeilijk woordje...
alle gekheid op een stokje; vanmorgen op google commentaren gelezen over dit stuk (hieronderaan de links) en een korte intro gevonden, die ik hier knip en plak:
KVS & DE ENTHOUSIASTEN
VAN PLATO TOT NATO
theater
In De Republiek beschrijft Plato zijn ideale staat. Die heeft maar
weinig gemeen met een democratie. De absolute macht komt er immers toe
aan een elite van filosofen. In een beruchte passage in het derde boek
verbant Plato alle schilders, beeldhouwers, dichters, acteurs uit zijn
republiek. Muziek en dans kunnen wel, maar enkel in de vorm van
glorierijke militaire marsen.
Waarom waren kunstenaars niet welkom? En
wat had Plato tegen de democratie?
(tussen haakjes: de titel, Van Plato tot Nato', is gebaseerd op de snelcursussen
westerse beschavingsgeschiedenis aan amerikaanse universiteiten. de
toeschouwers krijgen eveneens een spoedcursus westerse geschiedenis mee. het historische overzicht eindigt met het rondwaren van het spook van
de vrijheid. we dénken dat we in een democratie leven, maar in feite is
het een oligarchie waarbinnen enkele machtige rijken en rijke machtigen
de plak zwaaien)
naar het schijnt waren de perscommentaren (in knack, op de site van cutting edge, in de morgen) niet zo positief, alleen anna luyten schreef er een ietwat poëtisch-dromerig commentaar over, dat u, dames en heren, kunt nalezen in onderstaande link (1)
ik wil hier besluiten met het volgende: tijdens de voorstelling ontwaarde ik de ganse tijd een geur van muskaatnoot, peper en hout. heel vreemd.
heb dat dikwijls: in het theater raak ik bedwelmd door geuren: zeepgeuren, bloemengeuren etc... dit keer was het dus muskaatnoot.
misschien zat de geest van howard hugues in de zaal, want het was een hele pittige mannelijke geur....
de titel van dit stukje (niet de foto, zie hiervoor
tweede deel) refereert naar de sublieme roman* van louis
couperus (1863 - 1923), een bijna vergeten schrijver uit vorige
eeuwen, wiens boeken ik indertijd allemaal wou uitlezen, omdat de stijl en de
inhoud van zijn verhalen een onweerstaanbare melancholie en een literaire adel
uitstraalden, eigenschappen die ik toen in de literatuur heel erg waardeerde.
.
oude mensenvmoeten doen wat 'past' bij hun leeftijd: lid worden van een
seniorenclub, kaarten, schrabbelen, petanque spelen, tv kijken,enz....als ze
dingen willen doen die een beetje extravagant zijn, zoals bergen beklimmen,
zingen, dansen, schrijven, dan worden ze wel met scheve oogjes
bekeken...
.
nochtans beklom de de 77-jarige nepalees min bahadur sherchan
nog in 2008 de top van de hoogste berg ter wereld, de 8848 meter hoge mount
everest. de stokoude japanse butoh-danser kazuo ohno (大野一雄ohno kazuo(1927 2010) danste voor antony and the johnsons en
prijkte op de cover van hun schitterende cd the crying light, 2009. ,
.
maar ook de dames laten zich niet onbetuigd: de
zangeres op blote voeten cesaria evora (geboren in 1941) uit de
kaapverdische eilanden brengt nu in november nog een cd uit. en ik wil het hier
eigenlijk niet hebben over bijvoorbeeld grace jones (geboren in 1948), die ook deze
maand optreedt in rotterdam voor the night of the proms, waarbij
zij nummers uit haar nieuw album hurricane zingt. deze krachtige
reuzin staat bijna buiten elke categorie....en ik heb het ook niet over de
dames in benidorm bastards,
wier gedrag wij eens allemaal zouden moeten imiteren, de wereld zou misschien
veel veel grappiger worden...
.
genoeg
spectaculaire voorbeelden, genoeg small talk.
ik keer terug naar de literatuur, naar het fragiel-mooie schrijven. ik wil hier
de naam van een dichteres van bij ons vermelden, die ondanks haar
leeftijd (81) nog genoeg materiaal heeft bijeengesprokkeld om een nieuwe
dichtbundel uit te geven: niemand minder dan lydia
schoonbaert (schuilnaam: jozefa
van houtland). ik heb nog geen van haar nieuwe gedichten
gelezen, maar bezit wel haar vorige bundel, op het terras van de
maan.
ik citeer met graagte
enkele van haar gedichten, parels van helderheid en concentratie:
.
Prehistorie
Je hebt de rots bekapt met je vuistbijl ik werd idool van vruchtbaarheid. Met je vuistbijl heb je gespeeld op mijn huid en de strelingen werden zigzagband. Je gaf mij ogen van zilver tepeltjes en een ring. Ik werd een ding.
Neolithicum
...
Wij hebben als goden gegeten we hebben schuren en huizen gebouwd we hebben om land gevochten. Nu wonen we in een dorp en zijn we oud.
Maar ieder jaar weer als de zomer komt kras ik schreiend een zon in het zand van mijn hut. Ik zou als een rendier willen vluchten.
Pelgrim
Ik word opnieuw mijzelf
een oude reis
op scheefgelopen stenen
het nestjong
in de mist
van onvervulbaarheid
.
opnieuw jezelf worden, als
alles voorbij is (liefdes, huwelijk, werk, huishouden, kinderen...)
dames: ouder
worden, het is niets....
*Van oude menschen,
de dingen die voorbijgaan, 1906
* Lydia
Schoonbaert, (Izegem1930) is een Vlaamse
conservator, docent en schrijfster. Zij studeerde aan de universiteit van Gent, waar zij verder doctoreerde
in de Kunstgeschiedenis op het werk van Albert Servaes. Zij was later ook de hoofdconservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Zij schreef talrijke monografieën over voornamelijk
kunstenaars uit haar tijd, onder meer James Ensoren
Albert Servaes. Ze publiceerde ook eigen poëzie onder de pseudoniem Jozefa van
Houtland.
De titel van haar nieuwe dichtbundel zou zijn: Mijn
naam op het behang
* op zondag 17 oktober in de kvs een schitterend optreden gezien: dure woorden, een geëngageerd programma over de armoede (in de wereld, in belgië). enkele cijfers: 1 op zeven personen leeft in armoede, 1/4 van de brusselaars idem dito, het maandelijks leefloon voor een alleenstaande ligt 158,68 euro onder de armoedegrens. mensen, we hebben het hier over een beschaafd rijk land, waar dure woorden worden gebruikt zoals alternatieve herverdelingsstrategie en deeltijds begeleide autoresponsabilisering en multifunctionele zefredzaamheidsprojecten, maar waar in de praktijk dikwijls niks van terechtkomt voor de mensen zelf...
erik vlaminck las voor uit zijn hilarische brieven van dikke freddy, vitalski las uit het zomert in barakstad van j.m.h. berckmans,, de dakloze schrijver lee stringer kwam helemaal uit amerika verhaaltjes voorlezen die hij schreef toen hij zelf op straat belandde, en gie van geel van de antwerpse sociaal-artistieke werkplaats tutti fratelli
(waar reinhilde decleir, zus van jan decleir de artistieke scepter
zwaait), las een totaalgedicht van hugo claus voor, de rillingen kropen over ons lijf! het programma dure woorden duurde tot zeven uur (start om vier uur!) en ik huilde toen aan het eind het lied Stand By Me | Playing For Change | Song Around the World* werd getoond én gezongen...
misschien lijkt het allemaal een beetje melige '68 nostalgie, maar de laatste tijd vraag ik me toch af of de armoede en de welig tierende uitsluting een toevallig item is, of het zoveelste logische gevolg van de zeer actuele hebzucht, hebzucht, hebzucht. de sluiting van fabrieken, werkloosheid, vluchtelingenstromen over heel de wereld, toename van illegalen, zichtbare toestroom van daklozen in de straten van onze grootsteden enz... zetten me aan het denken: is er een kilte binnengeslopen in ons hart? kiezen wij wel voor de juiste leiders, die bezorgd zouden moeten zijn over het welzijn van ons allen, of spelen wij de spelletes mee en klagen wij alleen maar over het feit dat onze buurman per toeval frans spreekt?
* 'in een tijd waarin sommigen koortsachtig proberen de macht van fracties te versterken en de stam tot hoogste vorm van sociale organisatie willen verheffen en daarbij de ene nationale groep ophitsen tegen de andere, zijn kosmopolitische dromen niet alleen wenselijk, maar ook een heilige plicht; dromen die de speciale band benadrukken die de vrijheidskrachten samenhouden.'
deze gevleugelde woorden komen van nelson mandela*, de man die, na jarenlange gevangenschap, mentale en fysische foltering, op de dag van zijn vrijlating in kaapstad een weergaloze toesprak hield, waarin hij iedere zuid-afrikaan opriep om nooit nog een andere persoon te discrimineren.
ik moest aan deze woorden denken, toen ik intekende voor een petitie
zeven jaar (?) geleden, toen iemand mij vroeg mee te ijveren voor de splitsing van bhv, voorspelde ik al het jarenlange gerommel dat dit politieke item zou veroorzaken en toen al had ik besloten niet meer te denken of te schrijven over politiek. maar toch wordt het tijd dat mensen eindelijk eens beginnen te reageren tegen de kille cinema die daar in de wetstraat en in de vergaderzalen van de politieke partijen wordt opgevoerd.
kosmopoitisch denken en dromen, dat is opnieuw broodnodig en vooral meer menselijkheid en warmte. let wel: politieke dossiers moeten geregeld worden, daar niet gelaten. dossiers lezen en behandelen en daarover helder, eerlijk en onpartijdig communiceren naar de mensen toe is trouwens de taak van alle regeringen.
maar veranderingen in een maatschappij gebeuren geleidelijk. het is niet omdat er aan een wet gesleuteld wordt dat mensen daar onmiddellijk beter van worden: sommige gevolgen zijn maar na enkele jaren voelbaar en ondertussen is de maatschappelijke constellatie ook al veranderd, zodanig dat weer een nieuwe wijziging nodig is.
de menselijke factor: geen wetten kunnen het menselijk gedrag tot in de puntjes regelen, anders wordt het leven als in een strafkolonie, waarbij mensen als robotten moeten meehuilen met de wolven. een regering is een algemeen kader dat het voortbestaan van een land moet garanderen, zonder de mensen te verplichten alleen maar 1 denkpiste te bewandelen: dat van het stamhoofd.
anders denken, anders voelen, dat noemt men misschien: creativiteit.
en cultuur is, zoals een van de ondertekenaars van de petitie het zo mooi verwoordt, niets anders dan de universele ziel van de mens.
* een onthutsend toneelstuk, dat het leven in een imaginare strafkolonie uitbeeldt is in de strafkolonie, het hol, twee kortverhalen van de sublieme franz kafka. ik knip en plak hier de intro van de website van de kvs:
Na een geslaagde Titus Andronicuspresenteren Toneelhuis en KVS een nieuwe coproductie: In de strafkolonie / Het hol, een regie van Bart Meuleman (Martens, The Bult and the Beautiful,...) naar twee kortverhalen van Franz Kafka. In In de strafkolonie
Krijgt een reiziger van een legerofficier uitleg over een vernuftige
executiemachine. Straks zal dit sinister apparaat een doodvonnis
uitvoeren en de reiziger mag het live meemaken. Waar bevinden wij ons?
In Afrika? Is de reiziger een westerling? En wil de officier met zijn
complexe redeneringen en technische kennis bewijzen hoe modern hij is?
De conversatie over beschaving en geweld verloopt zéér ongemakkelijk.
Deze novelle wordt voorafgegaan door een enscenering van Het hol, een intrigerend kortverhaal en de ultieme parabel over onze obsessie met veiligheid. * en tot slot: gisteren ook nog in theatre national naar het vrijheidsfestival geweest. ontluisterende kortflmpjes gezien over palestina:jeruzalem moments. palestijnse bouwvakkers die rondkruipen in holen, wonen in krotten, 's nachts hun leven riskeren door stiekem over de muur te klimmen om naar hun werk (woningen bouwen voor de kolonisten!) te kunnen....
toch ook leuke beelden gezien over palestijnse rappers die in vluchtelingenkampen een schitterende rapcultuur creëren (tsjonge, zij kunnen het!), maar toch: mensonterende toestanden, mensonterend, mensonterend. ach, israël, of all places....ook dit land kampt met een gigantisch armoedeprobleem: 30 procent van de israëli's leeft onder de armoedegrens!
* http://www.youtube.com/watch?v=Us-TVg40ExM
* In gesprek met mijzelf. Vertaald door Rob de Ridder, Lannoo, 2010 * http://www.youtube.com/watch?v=5P1ACAklfiY&feature=related
verleden week nog tegen sofie spincemaille (net ontdekt dat zij een beetje lijkt op juliette binoche) de verzuchting uitgesproken: waarmee ben ik toch bezig?. ik had het namelijk over mijn levenslange liefde voor literatuur en in het bijzonder voor poëzie. een belangstelling die ik met niet zoveel mensen uit mijn naaste omgeving deel. wat hier in halle door de meesten als poëzie wordt beschouwd overstijgt het niveau van de karamellenverzen niet en zelfs in gesprekken met personages uit de cultuursector kom ik tot de ontstellende ontdekking dat hun appreciatie van literatuur populistisch en simpel is. zodra andere regionen worden aangesproken dan emotietjes omtrent het huisje-gezinnetje-kindjes gefrazel is de interesse zoek en als je, zoals ik, de hele zomer enthousiast gedichten van ramsey nasr of de deense ursula andkjær olsen hebt gelezen, haar gedicht tuingevoeligheden vertaald hebt en op je blog geplaatst en daarover wil vertellen, besef je dat je een vreemde dame bent, een gekkin met rare gedachten.
het zit blijkbaar diep, zei eergisteren nog een tedere vriend van me. ik had net mijn teleurstelling omtrent bovenstaand item verwoord, maar je kunt niet zomaar de situatie veranderen, zei hij, het duurt nog eeuwen voor een kleine stad als halle anders denkt en er een voedingsbodem aanwezig is voor interessante literaire en poëtische evenementen. ach, het minste wat ik kan hopen is dat halle vlug een echte voorstad van brussel wordt. argh!
.
(uit een mail naar rose vandewalle)
daarnet nog even op
de antwerpse annmarie sauers nieuwe blog gesurfd* om wat achtergrondinformatie op te doen
betreffende haar festival*, dat zij organiseerde van 16 tot 18 september 2010 in antwerpen. jaja, eigenlijk moet ik alleen maar schrijven
over zaterdag, wat ik met eigen ogen heb gezien, wat ik heb ervaren. de
sterren van de avond (peter holvoet-hansen, de duitse dichter fred schywek - uiterlijk een kruising tussen rimbaud en zeg maar, friedrich schiller -) , annmarie sauer, roger nupie misschien) heb ik
ter plekke reeds bewierookt en gefeliciteerd. ach, ik stel me aan met mijn
complimentjes...
de volgende dag in de morgen zo geen goede commentaren gelezen omtrent peters optreden
op zuiderzinnen, tja, ik vind zijn 'kabaal' juist heel meeslepend, zoals
ik freds drive ook heel krachtig vond. annmarie een klein zwart
prinsesje, die haar prins op het witte paard bewonderend knuffelt, roger
nupie die me zei dat hij liever presenteert dan gedichten leest... ach, ach,
er is natuurlijk een groot verschil tussen schrijven en performen, een
tekst kan oplichten door de voordracht, maar ook in het niets verdwijnen
als de juiste accenten ontbreken. er zijn teksten die sober moeten
gelezen worden, er zijn teksten die zich uitstekend lenen tot cabaret.
hilde pinnoo vond ik een indrukwekkende zegging hebben, jouw voordracht
ontroerde juist doordat je de indruk gaf ook totaal ontroerd te zijnen
je tekst helemaal te vertegenwoordigen, ik weet niet of ik het goed
uitdruk, heb het altijd gezegd, je hebt een mooie stem, zelfs al vind
jij ze bibbertremolo. mijn bobonne had dat ook, vooral als ze zong....
zeker sinds ik weg heb gezien van josse de pauw vind ik dat
poezie perfect kan geperformed worden, ik vind josse niet alleen een
keigoede acteur, maar ook een echte dichter. ik luisterde ook op
internet naar de voordrachten van poetry international 2010 en zag hoe
krachtig sommige teksten overkwamen, omdat ze heel goed voorgedragen werden...
stage-diven, je reikt me weer een tof woord aan, lieve rose, en wees
maar niet teveel onder de indruk van je vriendinnen, eigenlijk betekent
het allemaal niet zoveel, die zogenaamde ervaring.... wie je bent op dit
ogenblik, je attitude tegenover de wereld en de anderen, dat is wat
telt. zelf heb ik het op dit ogenblik, vind ik, moeilijk, eigenlijk
schuilt er een schaduw in mij, een woede en ontgoocheling en gevoel van
totaal onrechtvaardig behandeld te zijn, een verdriet, ik weet het wel,
uiterlijk neem ik er afstand van, probeer zo positief mogelijk te leven
en samen met a. veel te lachen.
ach, als ik zo een beetje rondom me kijk zijn er veel ergere drama's dan
wat wij hebben meegemaakt en nog meemaken... het enige wat we kunnen
doen is rustig verder leven. en schrijven... ben zo een beetje begonnen
met een lang gedicht als invulling van hannie rouwelers uitnodiging (zes
dichteressen), niet voor niets is mijn werktitel schaduwvrouw, chlorofyl.
maar het komt er vreemd genoeg hortend en stotend uit, terwijl ik tegen iedereen altijd zeg, dat ze moeten zingen...
hehe, deze mail bewaar ik voor mijn blog!
mvg
nicole
. op onderstaande foto enkele momentopnamen van net voor het festival. kijk hoe stijlvol rose in het grijs gekleed was. zij liep wel een beetje zenuwachtig rond...
op deze foto, van links naar rechts: rose vandewalle, roger nupie, nicole van overstraeten, lucienne stassaert en de leuke marleen desmet.
jaja, poëzie-optredens vind ik nog altijd het van het en ja,ik kan er veel over zeggen, positieve en negatieve zaken. ik moet eerlijk bekennen dat ik soms binnenpretjes heb als ik ze zo bezig zie, die dichters en dichteressen. zijn zij echt de crème de la crème van de literatuur of een bende aanstellers?
en tout cas (gisteren kreeg n. bezoek van een haïtiaanse vlaamse vriendin die in brussel woont en die grappige franse stopwoordjes gebruikt, ik moet mezelf ook altijd op dat gebied corrigeren, want tja, veertig jaar werken in brussel en een tweetalige opvoeding laat zijn sporen na), rose is op dat gebied van de roomsoort, een crème van een dichteres.
ik publiceer hier niet het gedicht dat zij voorlas, maar een verrukkelijk knispergedicht dat zij schreef over een ardens stadje, hatrival. zij koos dit onderwerp omdat zij toen al een beetje wrevelig stond tegenover een bepaald soort kleffe dorps-en stadsgedichten, die door even kleffe dorps- en stadsdichters worden geproduceerd en die het alleen maar over het eigen gelijk hebben.
poëtische ontroering kan je immers overvallen om het even waar je je bevindt, in je eigen tuin of elders...
ochtend in Hatrival
deuren zwaaien open
slaan toe
stemmen waaieren uit
rue de Libin
in een wasbak
vloeit
als van oudsher
water vloeit tijd
*
laatnamiddag
kantje boord zomer
op de wip met de
herfst
geen hond die niet
blaft
geen schaap dat niet
mekkert
telkens weer galmt
de kerkklok
door de kuip van het
dorp
*
rust komt pas echt
als het koor van de
krekels
gaat zwijgen
sterrenstil wordt
het
rue de Libin
het woud is nu
voelbaar nabij
vossen houden zich
klaar
oren gespitst
snuit in de aanslag
de straat is geen
straat meer
maar verlengde van
woud
is melkweg
hemel heelal
wijl vuurwater
vult onze glazen
verdampt onze adem
diep in september
rue de Libin
à Hatrival
* Havenklanken en de liefde. Het eerste kleine Festival van de Europese Dichtkunst brengt een twintigtal Europese dichters van 16 tot 18 September 2010 naar Antwerpen. Dit festival is een onafhankelijk satelliet project bij Roergebied 2010, culturele hoofdstad van Europa.
daarnet nog eens mijn blog in zijn geheel bekeken: heb al 112 berichten ingevoerd, waarvan 25 met algemeen-culturele inhoud. 50 berichten gaan specifiek over literatuur en 37 berichten heb ik ingevuld met gezellig babbelen. alhoewel ik mezelf toesta een multiple lady te zijn, met belangstelling voor een heleboel items, ben ik toch van plan mijn leven meer te ordenen. als ik de moed en de tijd heb, start ik een nieuwe blog met alleen maar literatuur, vermits dit onderwerp mijn toch het meest boeit. misschien nog beter: ik start een blog of een website over mezelf, mijn louter literaire teksten en gedichten eindelijk verzameld...
ach, wat bij de meeste mensen een makkie is: praten over zichzelf, lijkt mij een bijna onoverkomelijke moeilijkheid: ik praat liever over anderen (en daar ben ik supergoed in) dan over mezelf. maar ik besef dat dit ook een kwestie van angst is, van de neiging me te verstoppen, van me niet kwestbaar te durven opstellen, van het moeilijk evenwicht tussen literatuur en privé-leven...
maar in dit bericht wil ik het gewoon hebben over boeken. op mijn nachtkastje ligt weer een stapel: norwegian wood van haruki murakami (moet ik lezen voor de leesclub) en een verzameldichtbundel van ramsey nasr: tussen lelie en waterstofbom (het superlange gedicht geen lied vind ik goddelijk). ook ligt hier spoetnikliefde van dezelfde murakami en twee boekjes van de zuid-afrikaanse schrijver j.m. coetzee: in het hart van het land (1985) en wachten op de barbaren (2002)
netjes opgeruimd en in mijn overvolle boekenkast geklasseerd: het sublieme sprakeloos van tom lanoye, 's nachts komen de vossen van cees nooteboom en het verrukkelIjke marcel van erwin mortier.
ach, ik lijd natuurlijk weer aan een imperiale literaire overdaad....
gisteren nog, tijdens een prachtige nazomerkuierdag in brussel mij moeten bedwingen in de boekhandel tropismes een leuk dik boek over rimbaud te kopen en het scheepsjournaal van cees nooteboom (tot mijn groot genoegen lag scheepsjournaal daar te blinken in het nederlands, hoezee!). heel veel werken van nooteboom zijn blijkbaar in het frans vertaald.... maar ook onderstaand boek van gerbrand bakker in franse vertaling opgemerkt, en godenslaap van bovengenoemde sublieme vlaamse schrijver erwin mortier...
het was een prachtige septemberdag, ik kon in de zon zitten zonder mij ongemakkelijk te voelen en de quiche in le roi des belges in de jules van praetstraat smaakte overheerljk. toch verlang ik al vaag naar herfst en winter. de rozige nevels in de ochtend, het heerlijk rillen van de kou en dan lekker vroeg in bed, met mijn boeken, mijn plastic flesje water met een likje muntsiroop en een heerljk smeuïg potje yoghurt voor het slapengaan, op dit ogenblik het ritueel om mij een droomnacht te bezorgen...
verleden zondag geheel onverwachts een geïmproviseerde art nouveau wandeling in elsene meegemaakt.
hier ziet u mij staan in de portiek van het huis Van Tassel, in de Paul Emile Jansonstraat nr 6. dit prachtige art nouveau huis werd door Victor Horta gebouwd in 1893, in opdracht van Emile Tassel, geometrieprofessor aan de Université Libre de Bruxelles en net als Horta lid van de vrijmetselaarsloge Les Amis Philanthropes (ik schrijf hier opzettelijk hoofdletters, kwestie van waardigheid).
haha, het was een zeer aangenwame wandeling daar in de keurige straten van elsene*, de huizen overdonderend mooi, de sfeer op zondag eigenlijk heel sjiek... ik droeg een jurk van cora kemperman, een bloemensjaal van l & l, een gebreid jasje (het was een beetje winderig) van peter hahn, een armband van esprit, een paarse paraplu van esprit, palestijnse oorbelletjes gekocht in het centre du monde arabe in parijs, een italiaanse paarse tas zonder merk maar van uitstekende kwaliteit, een pantalon van 3 suisses en sandalen van scholl en ik lach een schitterende vollemaanslach... (wou schrijven: fullmoonface, maar vollemaanslach klinkt leuker!)
bovenstaande ietwat dwaze striptease, dames en heren, om u even toe te laten in mijn emoties. zoveel prachtige gevels hebben we bewonderd en gefotografeerd (zie hieronder nog enkele mooie gevels), ook het sublieme hortahuis bezocht (daar mochten we niet fotograferen!). ik vroeg me tijdens de wandeling de hele tijd af, hoe die mensen toch leefden toen, in die tintelende versierde huizen met honderden krulletjes en koperen trapleuningen in arbesque-motieven en ijzeren ballustrades en boudoirs met blinkend gepoetste parketvloeren... hoe liepen ze daar rond, in welke jurken, kostuums en schoenen? hoe bewogen ze, hoe gingen ze zitten, hoe praatten ze, hoe ging dat in die tijd: ontbijten, lunchen en dineren ... ach, het echte leven van vroeger zullen we nooit kunnen reconstrueren...
ik ben nu, in het jaar 2010 van de eenentwintigste eeuw, dolblij met mijn vrijheid, mijn
supermakkelijke schollsandalen en mijn paarse paraplu, maar hoe zou mijn
leven er hebben uitgezien eind negentiende eeuw?
hoogstwaarschijnlijk zou ik, zoals mijn allerliefste bobonne (geboren in 1875!) een
eeuwig-zwarte wollen jurk hebben gedragen en een witte katoenen
gesteven schort. ik zou in een meidenkamertje hebben gewoond, authenteke
groentensoep (op basis van een bouillon getrokken van mergpijpjes)
hebben leren klaarmaken in de burgerkeuken van het sous-sol en dagenlang
koperen trapleuningen hebben gepoetst in het sjieke huis van mijn baas (in elsene of in
de louisalaan)...
oeps! plots gemerkt dat ik dit onafgewerkt blogbericht direct had gepost op mijn blog... hieronder dus het vervolg.
de aanstookster van bovengenoemd avontuur was anna, mijn hollandse schoonzus, die hier net haar dure nikon-fototestel manipuleert. ondanks haar keurige kapsel is deze dame een avontuurlijke reizigster: zij trok doorheen het midden-oosten, gewapend met haar rugzak en haar nieuwsgierigheid en zij heeft hele verhalen over hoe fout wij toch denken over de arabische landen. onderweg is zij altijd met de grootste voorkomendheid behandeld en zij is praktisch nooit bang geweest, zelfs al reisde zij alleen. voor haar job moest zij al enige malen in yemen zijn en zij is in de wolken als zij oude prenten (in sepia?) over dit land te pakken kan krijgen.
we hadden enkele leuke gesprekken over literatuur: indertijd las ik graag reisboeken geschreven door vrouwen, van en over isabelle eberhardt bijvoorbeeld en omtrent alexandra david neel. ook de nederlandse carolijn visser kon mij met haar verhalen bekoren en natuurlijk ook onze eigen belgische lieve joris ontbrak niet op het appèl. anna noemde ook de geschriften van de engelse freya stark, die leefde van 1893 tot 1993, de eerste westerse vrouw die door de arabische woestijn trok en het aandurfde helemaal in haar eentje rond te reizen in onherbergzame gebieden, waar nog nooit een westerling - laat staan een vrouw - een voet had gezet. sterke dames, die wereldreizigsters!
verder publiceer ik hier nog een kiekje van mijn ernstig kijkende schoonbroer (ik noem hem beautiful brother, de letterlijke vertaling uit het nederlands en het frans) en daaronder een sfeerbeeld van het feestje ter gelegenheid van de verjaardag van a. (eigenlijk ook beautiful brother's verjaardag. allebei verjaren ze eind augustus met 1 dag verschil). johan (rechts op de foto) is ongelooflijk gevoelig voor stralingen en veroordeelt ferm het gebruik van gsm's, draagbare telefoons en microgolfovens (zij zouden een nefaste invloed uitoefenen op onze gezondheid) en is vooral een subliem gitarist. zijn echtgenote (de dame met het grappige neusje) heeft haar zeven (!) kinderen naarstig opgevoed en zij is dol op kantklossen.
maar zoals bij de reportage van mijn tuinfeestje (zie het vorige bericht personages) wil ik deze sessie beëindigen met een fotootje van pipo, die een nieuwe slaapplek had gevonden (op de modem!) en zich van al dat mensengedoe geen sikkepit aantrok...