o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
14-12-2011
met het vingertje
wil ik hier de brutale reclamejongens terechtwijzen die mijn blog misbruiken om reclameteksten als reactie op mijn verrukkelijke literaire berichtjes te plaatsen.
na een schorremorrie tekst over uggs heb ik voorlopig mijn blog zo geregeld, dat geen reacties nog worden gepu.
ook heb ik alle haiku-berichten verwijderd en overgeheveld op mijn haiku-blog, http://demaaninmij.blogspot.com/
tijd om op te ruimen, 2011 is bijna voorbij! joepie!
jaja, af en toe werken dichters in de lage landen bij de zee aan een gezamenlijk project, onder leiding van een witte raaf.
zo iemand is thierry deleu uit oostduinkerke. sinds enige jaren realiseert hij het project 'de 50 meester-dichters van de lage landen bij de zee'. in de raadzaal 'de kokpit' in koksijde stelde hij zijn tweede jaarboek voor. heel geëngageerd had hij het over de malaise in de literaire wereld:
'Is er een
malaise in de literaire wereld? Een moeilijk te beantwoorden vraag. Het
antwoord hangt af van wie je bent, wat je wilt en wat jouw plaats is in het
geheel. Ik bedoel: schrijf je kookboeken of reisverhalen? Dan is er geen
malaise. Juist!
Indien er een malaise is, - en ik
vermoed het sterk, - durf ik nogmaals stellen dat vooral de overheid
verantwoordelijk is.
Ik bied een oplossing aan, met name: het Plan Boek. Het Plan Boek vertrekt
vanuit drie prioriteiten.
Primo: een
collegiale en transparante procedure tot aankoop van boeken, en/of subsidiëring
van de auteur, secundo: een overheidscommissie die de ingestuurde boeken
beoordeelt en afhankelijk van dit oordeel een aantal boeken aankoopt en/of de
auteur bijkomende steun verleent, tertio: de creatie van een label van
Onafhankelijke Auteurs (dit kunnen debutanten zijn, maar zeker degenen die in
eigen beheer, in welke vorm ook, uitgeven).
Deze drie
prioriteiten kunnen enkel efficiënt werken mits het aanwenden van drie
werktuigen.
Eén: de
samenwerking (juister: de inspanningsverplichting)) tussen overheid, uitgevers,
auteurs en bibliotheken.
Twéé: de
coöptatie van auteurs in alle overheidscommissies die (ook) boekenbevoegdheid
hebben; alle auteurs betekent hier: gekazerneerde én dakloze auteurs.
Drie: een
overheidsdistributiesysteem voor de uitvoering van prioriteit twee.
Het resultaat
van Plan Boek moet leiden tot een aangenaam retrogevoel: de jaren 70, toen
boeken werden aangekocht van de meeste auteurs en verdeeld over scholen en
bibliotheken.
Wat is de
positie van de uitgever in dit voorstel? Nergens. Logisch toch! De uitgever
hoort thuis bij de commerciële ondernemers'.
hieronder aan aankondiging van het feest, plus enkele foto's van henri lemineur.
07 december 2011
- Koksijde
VLAAMS-NEDERLANDS DICHTERSGENOOTSCHAP
DE 50 MEESTER-DICHTERS VAN DE LAGE LANDEN BIJ DE ZEE
VOORSTELLING VAN HET TWEEDE JAARBOEK
DE 50 MEESTER-DICHTERS VAN DE LAGE LANDEN BIJ DE ZEE
Op woensdag, 7 december 2011, om 16.30 u, in de raadzaal Kokpit van
het Gemeentehuis van Koksijde, Zeelaan 303, te 8670 Koksijde
Hieronder een aantal foto's:
de zaal loopt stilaan vol, ik zit op het puntje van mijn stoel om toch maar niets te missen!
dit zjn ze dus, de 50, of beter : een deel ervan...
Dichteres Nicole Van Overstraeten met Thierry Deleu. zie mij glunderen..
Dichteres Nicole van Overstraeten met kunstschilder Walter Vilain * (een kanjer!)
Fernand laforce, voorzitter van de Vlaamse Kunstkring Houtland en dichteres Nicole Van Overstraeten.
waw! bijna 2 maanden geleden dat ik nog een blogbericht heb ingetokkeld. ondertussen is heel wat gebeurd!
een nieuwe dichtbundel van me is verschenen, de tuinen van thevenet* (daarover later meer, ik voeg hier alleen de cover met de schattige grasklokjes en anjers aan toe), mijn essay de dagen zijn huiveringwekkend mooi (over de poëzie van guy van hoof) staat in de steigers, ik ontmoette een paar dagen geleden een mysterieuze dichter (het bleek de auteur te zijn van de verrukkelijke frans vlinderman-gedichtjes) in koksijde (tijdens de presentatie van de tweede uitgave van de 50 meesterdichters van de lage landen bij de zee, waarover ook later rmeer)*, we hebben nu ook een regering, en ..... ik ben er eindelijk in geslaagd, na een tip van marleen de smet* een utube filmpje te plaatsen op mijn blog!
het is maar een momentopname, ik voer een telefoongesprek. maar toch wil ik het filmpje op mijn pagina, als eerste van een hele reeks, hoop ik toch!
toen ik nog niet zo
lang geleden uitgenodigd werd om mee te doen aan het project hommage aan
willie cools, een kunstschilder uit duffel, die overleed op 4 juli 2011, was
het voor mij even schrikken: eigenlijk kende ik willie cools niet echt. ik
bezat alleen maar een prachtige monografie, de sprong in de ruimte*, met
een uitzonderlijke selectie schilderijen.
wat moest ik doen? ik verzamelde zoveel mogelijk commentaren op internet. ik
keek en keek en keek naar de afbeeldingen in de monografie. oeps! ik voelde me
een beetje overweldigd door zoveel 'drukte', haha, ik bedoel dit niet negatief,
maar de dames op de schilderijen en tekeningen van willie cools zijn wel heel
erg beweeglijk en kleurrijk, net of ze een woeste oerritus
uitvoeren op doek. daarbij zijn ze allemaal naakt.
hoe voelt een vrouw zich bij het kijken naar deze schilderijen? ik denk in
eerste instantie toch een beetje ongemakkelijk, in tweede instantie wat
opgelaten. haha, ziet de kunstenaar ons nu echt zo (ik plaats mijn handen in mijn
zij, borstjes vooruit, billen samengeknepen) en moeten we dan zo (ik wiebel en
ik wemel, ik beweeg) dansen? ik werp mijn linkerbeen de lucht in, dan het
rechterbeen, ik beweeg mijn heupen, schokschokschouder en gooi mijn hoofd naar
achteren... hoho, oppassen, ik wil hier niet oneerbiedig zijn. toch moet ik
bekennen dat ik, een beetje lacherig, bovenstaande dansbewegingen stiekem op
mijn kamer uitprobeerde.
indruk maakten deze schilderijen dus wel op mij. bij nadere observatie werd ik me
bewust van het pure vakmanschap van willie cools: door zijn teken- en
schilderkunst worden deze naakten ontdaan van alle vulgariteit. eigenlijk gaat
het willie cools niet om het naakte, zelfs niet om de vrouw, maar om het
beleven en tot expressie brengen van een schildersdynamiek: het gaat om vorm,
kleur en ritme.
erotiek wordt ontluisterende kunst.
.
aan dit project
werkten 19 dichters mee, 6 vrouwen en 13 mannen. ik wil in dit blogbericht
focussen op de reacties van de damesdichteressen: hoe werkten zij hun hommage
uit, wat zagen zij in de schilderijen van cools, wat voelden zij? niet dat ik
hier absoluut een manonvriendelijk bericht wil neertokkelen - de gedichten van
mijn mannelijke collegas zijn super!
maar ik was een
tikkeltje nieuwsgierig: zouden de dames, onder de indruk van al dat vrouwelijk
geweld in cools schilderijen, een specifiek erotisch uitgangspunt hebben
aangenomen voor dit project? zouden zij gedichten hebben geschreven met een
vleugje wellust, of zou dit poëtisch eerbetoon een soort sublimatie van pijn en
verdriet worden om het afscheid, vooral voor wie willie cools bij leven heeft
gekend?
.
een vriendin van willie, de dichteres begga mariën, mailde
me:
ik kan me niet precies herinneren wanneer willie me
gevraagd had om aan een nieuwe uitgave mee te werken, maar zijn bedoeling was
van verschillende dichters (ik weet niet precies wie) bij zijn werk te
betrekken en in die zin iets nieuws te brengen met zijn (nieuw?) werk. daarop
heb ik toen mijn positieve medewerking beloofd.
...
iedereen die willie kent weet dat zijn opzet was van
mensen, kunstenaars, met elkaar in contact te brengen
eigenlijk was dit
project dus een idee van willie cools zelf, dat na zijn dood verder werd
uitgewerkt. geheel volgens zijn opvattingen: laten we de kunst en het leven
eren en omarmen, laten we samen, geïnspireerd door mijn schilderijen, in alle
vriendschap, iets nieuws uitproberen...
.
de schrijfster en
dichteres suzanne binnemans uit lier verbaasde me door de fijnmazige, ietwat
melancholisch- sensuele toon in haar gedicht. niets naakte oervrouw dus, maar
wel een schroomvolle, bijna onderworpen minnares, die zich schikt in de
krijtlijnen die voor haar zijn opgezet. waarom denk ik plots aan gustav
klimt, en zijn mooie zinssnede: " want
ik vrees en respecteer echte liefde."
suzanne binnemans
vrouwelijke figuur geeft zich gewillig over aan de strelingen van haar minnaar,
de dichteres vertolkt op verukkelijke wijze het versluierde verlangen naar
liefde en geborgenheid, de fragiele droom van elke vrouw...
suzanne binnemans
Door het gaas van
mannenwimpers
worden vrouwen dag en nacht bespied
(Johan Anthierens)
eerst
verborg je nog mijn gezicht
liet je mijn armen en handen dwalen
mijn benen en tenen spelen
over een maagdelijk blank vel
mijn lot lag in jouw handen
je deed me bewegen tussen grenzen
binnen de krijtlijnen voor mij uitgezet
zelf mocht ik niet kiezen
strelend creëerden jouw vingers
ik wentelde me in jouw kleuren
bedachtzaam leunde je over mij heen
ik voelde jouw hete adem
wanneer je mijn naakte lichaam
zorgzaam toedekte met witte sluiers
angstvallig volgde ik jou
je dwong me te kijken
schroomvol vouwde ik me dicht
plooide toen weer open
ik gluurde naar wie mijn hoeder was
getrouw werd ik de jouwe
.
oeps, mijn gedicht.
totaal anders. ik besloot, na het schokeffect dat door het door mij gekozen
schilderij een nieuwe zomer had teweeggebracht (het vrouweljk naakt
zinderde werkelijk van op het doek, ik werd als het ware overrompeld door al
dat oranje en roze en vermiljoen) de sterke vrouwenfiguur op het schilderij
zelf aan het woord te laten. zij schijnt met haar linkerhand vriendelijk uit te
nodigen tot de dans, daarom laat ik dit op het einde ook gebeuren.
nicole van
overstraeten een nieuwe zomer
omtrent mijn zogenaamde woestheid
wil ik echt geen woorden kwijt, ik weiger
pertinent.
ik zeg: dit zomerrood is vuur. ik
presenteer
de weerbaarheid van vlees, het wachten
op het zachte maar ook het dieproze
vertoeven.
ondanks mijn tintelende opening, mijn huichelen,
mijn dijen zogenaamd, spijt het mij zeer.
dat jokkend reflecteren van jouw licht -
niets anders dan een droom, een land van zand.
jij mag mij desondanks wel welig koesteren,
dat sta ik teder toe. genieten van mijn eigen
veinzen.
ik weet, mijn schacht is hoog, mijn buik is
zoet,
een hemelvaart van honing. ik wiebel in
oranje,
ik wemel karmozijn, ik zinder en hou dapper
stand.
ik feliciteer en zeg: dans, dans, dans nu met
mij,
reik mij de hand. in deze nieuwe zomer
schuim ik ronduit vermiljoen.
ik kan niet vragen
aan willie cools wat hij van mijn gedicht vindt, maar ik heb toch vaag de
indruk dat hij het soort vrouw dat ik beschrijf echt wou tekenen. mannen die
van vrouwen houden, laten ze bestaan in al hun kracht en sensualiteit. zij
onderwerpen ze niet, zij mogen in alle vrijheid dansen...
aanvulling: hieronder een superleuk fulmpje, mij toegestuurd door enkele geheimzinnige bewonderaars, de gekke dans dus van HH Marat Joy Tchundyk anda his bastardbrotha Marat Tchundyk Gundo.
.
rose vandewalle
introduceert een vrouwenfiguur die wankelt, valt en terechtkomt in een kolkende
spiraal. haha, sommige schilderijen van willie cools met wervelende
vrouwenfiguren hebben dus dit effect: dat je van het dansen draaierig wordt als
een derwisj, dat het uiteindelijk allemaal eindigt in een val.
maar wie dit
gedicht subtiel leest merkt op dat de wankelende (dansende?) vrouw eigenlijk
wanhopig en angstig op zoek is naar houvast, het zijn de muren van de kamer die
bewegen, de dans eindigt in een huiveringwekkende tuimel. ik durf het bijna niet
zeggen, maar ik vermoed dat rose hier in enkele penseeltrekken, in enkele
verzen, het levenseinde beschrijft. een passend gedicht in deze hommagebundel,
vind ik.
rose vandewalle de kamer
plots kantelt en keert
vangt me op
in haar grijpgrage armen
haar handen zo fel van het willen
bewerkt me
met elk van haar vurige tongen
omsluit me beneemt me
de kamer hitsige adem
kolk en spiraal
de kamer
o ze wentelt en wankelt
weldra in versnelling
sleurt me mee in haar val
komt tot een tuimel
tot een huivering wekkende tuimel
.
hannie rouweler
heeft ook een schilderij uitgepikt, waarrond ze een gedicht schrijft. ha, die
hannie! virtuoos als ze is, schrijft ze een verrukkeljk lang gedicht met een
waaier aan ervaringen, die dan nog in een grotere waaier van interpretaties
kunnen worden opgevangen. haar verzen zijn zwierig,
mededeelzaam. haar zinnen zijn bijwijlen intens, maar soms ook zacht als
velours.
geen briesje dus,
maar een felle wind zet ze gewind op papier.
passie, erotiek,
een spreekwoord, beelden uit haar jeugd, psychologie, vervreemding, humor - dit alles passeert het oog van de lezer.
strofe drie intrigeert me danig: de metamorfose van de tijd buiten het
gewricht/ de anonimiteit die in het geel verdwijnt/ granenveld.
een sleutelvers,
vind ik. want dit is wat hannie doet: elementen die deel uitmaken van het
schilderij, maar ook haar eigen denken en voelen plaatst ze buiten de tijd, ze
worden eeuwige abstractie. heel mooi is het einde: alleen het woord granenveld
staat daar, als representatie van haar gedachtenvlucht. het beeld van de weidse
graanvelden katapulteert de gele fetisj en de poëzie van hannie
naar de ruimte, naar de oneindigheid.
hannie rouweler
DE SCHILDER EN HET
MODEL
(Willie Cools, Gele Fetisj)
Dat de passie spreekt in Gele Fetisj
dat is duidelijk. De schilder en het model
voelen zich er blijkbaar beiden niet
ontspannen bij:
zij toont haar kut maar aan wie of wat?
Aan hem, aan haar, de kijker, een
vreemdeling,
haar ogen staren in het niets. De droom,
suggestie.
Ik denk aan het boerenland van mijn oom,
regen
en zon, groei en verval, geluk en dikke
pech.
Als de vos de passie preekt
boer, let op je kippen!
Dit zal niet helpen. Het onbedwingbare in
de lust,
de lijnen die het beeld doorkruisen
de vrouw zit niet stil, ze verplaatst zich
voortdurend.
De metamorfose van de tijd buiten het
gewricht,
de anonimiteit die in het geel verdwijnt.
Granenveld.
In juni is het vaderdag. Ik geef mijn
vader Jan
postuum een van deze schilderijen op zijn
90e.
Als meisje waarschuwde hij me al dikwijls
als ik me stond op te maken voor de
spiegel
aan de binnenkant van een deur, in de
woonkamer:
Hannie, je draagt te korte rokken.
Kunstenaars en dichters. Pas daar maar
voor op.
.
begga mariën en marije kos schreven de meest abstracte
gedichten. zij interpreteren totaal, de beelden staan verder af van de concrete
schilderijen. ze inspireren zich nog wel op een doek, maar hun gedicht neemt
een meer naar binnen gerichte en tegelijk hogere en verdere vlucht.
toch vind ik beide gedichten (alhoewel ze natuurlijk een
eigen profiel hebben) heel romantisch. zij lijken in een droom te zijn
geschreven, of op het moment van het ontwaken uit die droom.
de nobelprijswinnaar tomas tranströmer omschrijft
trouwens dit moment als een parachutesprong, een bevrijding uit de
verstikkende omstuimigheid...
Waking up is a parachute jump from dreams.
Free of the suffocating turbulence the traveller
sinks toward the green zone of morning.
begga laat een vrouw spreken met een zwarte ziel
(wow!) die in haar wezen een zee van klapwiekende meeuwen ervaart (wat
een mooi beeld) en ook hier symboliseert het lopende zand de
voorbijvliedende tijd.
marije kos gedicht vind ik nog geheimzinniger: een herinnering
maakt zich los uit het blauw (prachtig beeld)... maar welke herinnering? en wie is die schim,
van wie zijn die ogen, die warme hand, wie ervaart pijn en venijn, wiens zicht
wordt belemmerd, wie wordt uiteindelijk gered van de ondergang? gaat het om de
schilder, zijn model of gaat het om de dichteres? marije kos gedicht roept bij mij blijkbaar heel
indringende vragen op.
maar in deze laatste gedichten eren ook deze dichteressen
een kunstenaar die desondanks en dit is misschien een troostende gedachte, de
verstikkende omstuimigheid van het leven heeft ingeruild voor ik
interpreteer en fantaseer nu zelf- de
groene zone van de oneindigheid.
begga mariën
INNERLIJKE
WAARHEID
Hoe helder moet de nacht zijn
om mijn zwarte ziel te verblinden
die tussen wier en algen wordt
verzwolgen?
- Een zee van meeuwen
klapwiekt in mijn wezen -
Hier zijn geen kruimels
voor een weg terug.
De dwaalster bevleugelt het vuur;
luide rook wordt zachter
en balsemt lenig
het zand dat loopt.
marije kos Bij het
schilderij De Ondergang.
De ondergang
een schim uit het verleden
maakt zich los uit het blauw
herinnering dringt zich op
glooiende vorm gloeiende kleur
strelen zijn ogen
een lach klinkt
een warme hand raakt
maar het is maar even
zweet parelt en adem stokt zoetgevooisd klinkt anders nu
zacht en rond wordt scherpgetand
prangend fel en giftig
zijn napijn en venijn
de hersenschim vervaagt
ragfijne spinnenwebben
en donkere stofdraden
belemmeren het zicht
net op tijd gered
van de ondergang
Guy van Hoof,
Willie Cools, De sprong in de ruimte, vzw De Gebeten Hond, Harelbeke,
2002.
De Zweedse dichter Tomas Tranströmer kreeg de Nobelprijs literatuur 2011!
Nieuwsgierig als ik ben, sprokkelde ik onmiddellijk (van allerlei websites) gedichten van hem bijeen. De Nederlandse vertalingen zijn van Bernlef.
1. Tomas Tranströmer publiceerde zijn eerste bundel 17 dikter in 1954.
Prelude, het openingsgedicht van het eerste boek van Tranströmer:
Waking up is a parachute jump from dreams.
Free of the suffocating turbulence the traveler
sinks toward the green zone of morning.
Things flare up. From the viewpoint of the quivering lark
he is aware of the huge root systems of the trees,
their swaying underground lamps. But above ground
theres greenery a tropical flood of it with
lifted arms, listening
to the beat of an invisible pump.
2. Tranströmer schreef ook haiku's. Hier eentje uit 2004:
Birds in human shape.
The apple trees in blossom.
The great enigma.
3. Een gedicht is ok als het einde ok is, zegt men. Dit einde is subliem:
A page of the night-book
I stepped ashore one May night in the cool moonshine where grass and flowers were grey but the scent green.
I glided up the slope in the colour-blind night while white stones signalled to the moon.
A period of time a few minutes long fifty-eight years wide.
And behind me beyond the lead-shimmering waters was the other shore and those who ruled.
People with a future instead of a face.
3. Dit stukje schijnproza heeft ook een schitterend einde:
IJSLANDSE ORKAAN
Geen aardschok maar hemelbeving. Turner had het kunnen
schilderen, vastgesjord. Zojuist wervelde één enkele want voorbij,
verscheidene kilometers van zijn hand vandaan. Ik moet met tegenwind
naar dat huis aan de overkant van het veld. Ik fladder in de orkaan. Ik
ben geröntgend, mijn skelet dient zijn ontslagaanvrage in. De paniek
groeit terwijl ik laveer, ik ga ten onder, ik ga ten onder en verdrink
op het droge! Wat is het zwaar, alles wat ik plotseling mee te slepen
heb, wat is het zwaar voor de vlinder om een praam te slepen! Eindelijk
aangeland. Een laatste worsteling met de deur. En ditmaal binnen.
Binnen. Achter de grote glasruit. Wat een eigenaardige en grandioze
uitvinding is glas toch dichtbij zijn zonder betrokken te raken.
Buiten stroomt een horde doorzichtige reuzensprinters over de
lavavlakte. Maar ik fladder niet langer. Ik zit achter glas,
bewegingloos, mijn eigen portret.
4. Transparant, ongerept, gecondenseerd, dat zijn de trefwoorden bij Transtömers poëzie:
UIT MAART 79
Moe van iedereen die met woorden komt, met woorden maar niet met taal
begaf ik mij naar het sneeuwbedekte eiland.
Het ongerepte heeft geen woorden.
De ongeschreven bladzijden breiden zich naar alle kanten uit!
In de sneeuw stuit ik op hoefsporen van een ree.
Taal maar geen woorden.
Besluit: en of ik een fan ben van Tranströmers gedichten!
Wim Vandekeybus werd geboren in Herenthout, op 30 juni 1963 en is een Vlaamse choreograaf, regisseur, acteur en fotograaf.
Door zijn loopbaan heen week hij steeds verder af van de
traditionele dansvoorstelling en integreerde hij daarin woord, beeld,
dans en muziek. Samen met onder andere Anne Teresa De Keersmaeker is hij
mee verantwoordelijk voor de bekendheid van België in de internationale
wereld van hedendaagse dans.
Bron: Wikipedia
eind september woonde ik in de kvs een voorstelling bij: oedipus/bêt noir, dans en theater. wim vandekeybus/ultima vez zorgde voor het spektakel, jan decorte schreef een eigenzinnige bewerking van sofokles' oeidipus. dames en heren, terwijl u dit leest, luister ik naar de muziek die bij het utube filmke hoort, waarvan ik de link helemaal onderaan heb geknipt en geplakt. de rillingen lopen nog over mijn rug.
link openen en kijken dus, beste lezers...
verleden jaar had ik al een voorstelling van wim vandekeybus gezien in westrand dilbeek (ik denk dat de titel nieuw zwart was), maar toen vond ik deze prestatie nogal een gewriemel en de dansers weirde acrobaten. ze smeten zich her en der op de scène, maakten bokkensprongen en botsten ei zo na tegen elkaar zomaar in de lucht, ik begreep er toen niet veel van.
maar misschien komt het door de tekst van jan de corte en het indringende verhaal van sofokles....deze keer vond ik de voorstelling adembenemend.
misschien een beetje te lang, vooral naar de smaak van n. ik was ook op een vreemde manier verbaasd dat wim vandekeybus een theaterrol had in dit stuk, hij speelde oeidipus (op glorieuze wijze!) en zijn bijwijlen brussels accent intrigeerde me danig, soms kwam hij over als een grappig ketje. het optreden van de blueslegende roland was ook fabuleus. de muziek trouwens helemaal top, bracht bij momenten ijzingwekkende spanning tussen de acts. niet te verwonderen dus, dat wim vandekeybus wereldberoemd is....
en ook niet te verwonderen, dat hij nu tot mijn favorieten behoort. hij is trouwens op mijn verjaardag geboren: 30 juni en jaja, kreeftjes lijken op elkaar... haha, grapjeeee!
het is bijna herfst en heel wat moois komt op me af
. onder andere dit lied van de hollandse band de kift, een songtekst die door merg en been snijdt...
Tot slot
Ik begreep dat je niet mijn moeder was,
maar mijn dochter, nu houd ik je stevig vast
en over je hoofd heen kijk ik ver
uit het raam naar daar waar ik jaren her
als snotneus rondhing, met om me heen
het gajes - en toch was ik altijd alleen,
waar ik heimelijk rookte in de wind,
je enige zoon, je geliefde kind.
Ik hoef je alleen maar steviger vast
te houden, ik moet je niet loslaten straks
in dromen land, bij regen en mist,
de enige die van mijn onschuld wist.
En wanneer je moet huilen in de nacht,
heb ik in gedachten mijn handen zacht
op je schouders gelegd en tot slot erkend
dat je niet mijn moeder, maar mijn dochter bent.
En later, veel later komt er een tijd
dat je niet in zwart-wit, maar in kleur met mij -
niet op foto's, maar in de werkelijkheid -
precies zo omstrengeld zult staan, waarbij
je rimpels verdwijnen en je weer kind
zult worden - een kind in de wind
met een wapperend lint van rood satijn.
...Als jij niet meer bent, als ik dood zal zijn.
de kift, een heel goeie band, de muziek is
bij momenten heel bevreemdend, ja om kippenvel van te krijgen, bij
momenten meeslepend en vooral vrolijk als fanfaremuziek, je krijgt
zin om mee te zingen en te dansen. jaja, het zijn oerhollandse kerels, chapeau voor wat
ze reeds hebben verwezenlijkt, hun website is ook supergrappig!
ik glijd dit rode
land in als gelei, het zand beweegt als wolken. ik draaiduizeldroom, ik
stuifzand.ik plet mijn
schoot, plant mijn gympen.hij
wil o wee mijn spiegel zijn. ik schud hem van me af, maar hij blijft vast aan
mij. de zon bedriegt me in mijn nek,het lijkt of ik verlies. ach liefje, luister niet naar
zijn gefluister. je alfabet, je namen, het is niets. je liefdes, het is niets.
je schaamte, je bedrog, je verraad, het is niets.
bovenstaand schilderij is van de antwerpse pauline niks*, een superbe artieste die nog deze zomer tentoonstelde in galerij montanus in diksmuide, voor de 5de biennale van jonge schilders. een tentoonstelling met de mooie titel pure peinture*. oeps! ik kende dit schilderij al van een eerder (internet)project, waar ik zelf aan heb deelgenomen, de vallei v, van de onvolprezen antwerpse dichter-plastisch kunstenaar françois vermeulen*. bij elke aflevering van de vallei vraagt françois vermeulen aan vijf dichters poëzie te schrijven bij schilderijen van een door hem geselecteerde kunstschilder. ik wil hierbij de initiatiefnemer feliciteren, want alhoewel het een 'klein' project is zonder veel poeha, is het op de juiste manier uitgeschreven, de opdracht is helder verwoord en de deadlines worden perfect gerespecteerd. het resultaat is dan ook heel fijn, beste lezer, ik nodig u zo meteen uit om te gaan kijken op de website van de vallei* en te proeven van de gedichten en het beeldmateriaal.
.
voor mij was de deelname aan dit project een fantastisch experiment. ik had eerst, zoals het mijn gewoonte is, een heel lang gedicht geschreven van liefst 158 woorden.
woestijnmeisje, zelfbedacht runenspel
in de schilderijen van pauline zit ik in hurkhouding.
ik pluk zilveren lepels uit de lucht, raap rode
beukenootjes
in een blauwbomend bos. maar wat ik hier doe is
onduidelijk.
droom ik rugwaarts in een zee van zand? is dit waar ik
bang voor ben
of waar ik naar verlang, een witte woestenij en ik
daar middenin?
ik glijd dit parelmoeren land in als gelei, het zand
beweegt als wolken.
ik draaiduizeldroom, ik stuifzand. ik plet mijn
schoot, plant mijn gympen.
zij laten duistere sporen na, zij stoppen hier en
houden schaduw bij.
hij wil o wee mijn spiegel zijn. ik schud hem van me af,
maar hij blijft
vast aan mij. de zon bedriegt me in mijn nek, het
lijkt of ik verlies.
ach liefje, luister niet naar zijn gefluister. je
alfabet, je namen,
het is niets. je liefdes, het is niets. je schaamte,
je bedrog,
je verraad, het is niets. sweetheart, its nothing. (158)
het gedicht klopte helemaal, en was, vond ik, leuk om lezen voor zij die het schilderij van pauline niks kennen en voor zij die mij kennen, want de laatste tijd krijg ik als commentaar dat ik typische 'nicole' gedichten schrijf, ahum, een compliment. maar o wee, daar kwam ik tot de constatatie dat dit lange gedicht niet paste in de lay-out van de vallei en dat ik dus moest schrappen, het gedicht herleiden tot de essentie.
het werd dus dit:
woestijnmeisje
droom ik rugwaarts in een zee van zand?
is dit waar ik bang voor ben, of waar ik naar
verlang, een witte woestenij en ik daar middenin?
ik glijd dit parelmoeren land in als gelei,
het zand beweegt als wolken. ik draaiduizeldroom,
ik stuifzand. ik plet mijn schoot, plant mijn gympen.
hij wil o wee mijn spiegel zijn. ik schud
hem van me af, maar hij blijft vast aan mij.
ach liefje, luister niet naar zijn gefluister.
je alfabet, je namen, het is niets. je liefdes,
het is niets. je schaamte, je bedrog, je verraad,
het is niets. sweetheart, its nothing. (102)
56 woorden minder dan de vorige versie.
.
maar tegelijk stuurde pauline mij ook een andere versie op van het schilderij. het wordt als het ware transparant door de lichtinval en geeft een inkijk in een bijzondere omkadering, nl het atelier (vermoed ik) van de schilderes. je ziet een tafel, een stoel en andere objecten uit het dagelijks leven van de artieste doorschemeren. pauline zei me ook dat zij eerst als basiskleur rood had gebruikt, en dan met wit het rood had overschilderd. hieronder ziet u hetzelfde schilderij dus als een rechthoekig rood artefact temidden van de leefomgeving van de artieste. de schaduw waarop de centrale figuur neerhurkt is immens geworden en heel weird.
ik zeg altijd: als
dichters met taal hetzelfde zouden durven doen als andere kunstenaars met hun
materiaal, dan zou dit fantastische varianten kunnen opleveren. ik heb dus de
essentie van mijn gedicht ook in een kader gezet, het woord parelmoeren
vervangen door rode en een ander lettertype gebruikt. het resultaat ziet u in een volgend bericht...
beste lezers
mag ik u attenderen op een uitgave van demerpress, waaraan ik met plezier heb meeewerkt. het is een eerbetoon aan willie cools, kunstschilder uit duffel, die overleed op 4 juli 2011.
EEN VELD VAN VERWILDERDE ROZEN
Hommage aan de kunstschilder en
graficus Willie Cools door diverse dichters.
Publicatiedatum: oktober 2011
Gedichten naar
aanleiding van schilderijen van de Vlaamse kunstschilder en graficus Willie
Cools (1931-2011). Een hommage. Dichters: Richard Foqué, Theo Slachmuylders,
Thierry Deleu, Suzanne Binnemans, Nicole Van Overstraeten, Ferre Denis, Tony
Rombouts, Erwin Steyaert, Rose Vandewalle, F.A. Brocatus, Ulrich Bouchard,
Hannie Rouweler, Frank Decerf, VPM bio, Roger Nupie, Joris Iven, Marije Kos,
Guy Commerman en Begga Mariën.
Willie
Cools schildert uitbundige taferelen op grote bladen papier in een al even
uitbundig coloriet van rood en geel en groen met witte sluiers van achtergrond
of overlapping. Meestal beeldt hij personages uit, vrouwelijke bij voorkeur met
een heerlijk onbevangen lichaam dat weliswaar minder aan de werkelijkheid dan
aan een dominerende gedachte beantwoordt. Er treden inderdaad vervormingen op
die duidelijk refereren naar een persoonlijke benadering van de thematiek of
van de sfeer. Die vervormingen zijn echter ook de functie van het ritme van de
aanwezigheden. De kunstenaar gaat vrij ver op dat vlak en toch slaagt hij er
wonderwel in een intern evenwicht te bewaren, een vormelijke elegantie in stand
te houden Zijn figuren voeren vaak een vreemde dans uit; zij bezitten bijwijlen
iets animaals. Hun gestalte is duidelijk meer ideëel dan realistisch hoewel het
oog best kan genieten van hun zinnelijke vormentaal. Ritme en gestalte hebben
iets onwezenlijks dat tevens sublimerend overkomt.
dames en heren, ik heb een oorworm. al sinds enkele dagen zeurt een prachtig lied door mijn hoofd, ik raak het niet kwijt. en het is godbetert een song van rod stewart, waarvan ik hier de eerste strofen knip en plak.
When I need you I just close my eyes and Im with you And all that I so want to give you Its only a heart beat away
When I need love I hold out my hand and I touch love I never knew there was so much love Keeping me warm night and day
Miles and miles of empty space in between us A telephone cant take the place of your smile But you know I wont be traveling forever Its cold out but hold out and do like I do
waar heb ik toch dit lied vandaan? welwel, hoogstwaarschijnlijk waaide het mij toe door een openstaande deur van een bruin café in den haag, leiden of delft. want daar heb ik, jaja, de laatste dagen rondgezworven.
dit bericht is dus een mini-reportage, met leuke foto's van leuke momenten en wat commentaar.
.
vanmorgen om vijf uur klaarwakker met deze deun in mijn hoofd. ik denk dat hij blijven hangen is omdat ik in een toestand van overexitement (oververmoeidheid?) was geraakt. mijn gezelschap bestond namelijk vier dagen lang uit drukke, kwieke, babbelzieke mediterranen (die laat opstaan, laat slapen gaan en straffe koffie drinken om halfdrie 's nachts), helemaal my opposite way of life, you know. zut, heb in nederland te veel engels gesproken...
haha, wat een volkje!
fotootjes nemen deden ze om de haverklap. zelf heb ik weinig foto's gemaakt, alhoewel ik blijkbaar toch prutste met een fototoestel. maar wat ik in 's hemelsnaam wou fotograferen in de intercitytrein naar amsterdam, is me een raadsel...
deze foto vind ik de mooiste uit onze map. het is de oude kerk in de binnenstad van delft, met als karakteristiek een scheve toren. de foto is genomen doorheen het glazen dak van de boot, die met toeristen rondvaart door de grachtjes en onder de bruggetjes van de oude binnenstad. de regendruppels en een barstje laten de torentjes zien doorheen een waas van craquelé, wat een effect!
by the way: het waaide en het regende ferm daar in holland. ik kocht een weirde asymetrische stormparaplu, pour épater mes amis...
op het feestje ter ere van de pensionering van mijn zwager (de eigenlijke aanleiding van onze reis), die enkele decennia lang hoogleraar arabische taal en cultuur aan de universiteit van leiden was, was het ook een en al gefotografeer, zeer tot misnoegen van n., die riep: no paparazzi please!
deze foto heb ik zelf genomen en ben er supertrots op. a. en s., twee mediterrane heren, wandelend en keuvelend in het mooie tuintje palend aan de koffiekamer van de faculteit. een beetje donker uitgevallen foto, maar wat een stijlvol duo!
toespraken en speeches: kunnen heel saai zijn. maar deze dame, hoogleraar en moeder, hield haar baby vast terwijl ze in hollands engels anekdotes vertelde omtrent het leven van a. aan de faculteit. de heer links schijnt blijkbaar heel erg geschrokken te zijn van wat ze vertelt!
dit alles gebeurde in de ruime koffiekamer, waar o jee! een heel originele verzameling theepotjes en theedoosjes en koffiepotjes en koffiemolentjes was tentoongesteld. spijtig dat net iemand anders mijn camera vasthield, anders had ik hier niets anders dan theepotjes getoond...
een etentje in een restaurant hoort er natuurlijk
ook bij. maar we moesten heel lang wachten op onze bestelling. oesj!. n.
las dus even een boekje, om de verveling te verdrijven..
tussen haakjes: het eten in restaurant karalis was wel superlekker. ik
koos een bord spaghetti met olijfolie, look en bottarga, een soort
italiaanse kaviaar. hemel, ik proefde de zee.
en tot besluit het feestvarken, met zijn gracieuze dame aan zijn zijde.
een student vond, dat zijn prof op een teddybeer leek.
tja, a. en a. en s., drie kleine broers, drie kleine kwieke beertjes...
.
ik beweer meestal dat ik niet hoef te reizen, because I just close my eyes and I am everywhere.
maar zo'n weekendje weg werd uiteindelijk toch fijner dan ik dacht.
tot slot dus: de url naar mijn oorworm. om voor altijd te linken aan mijn uitstapje holland...
bijna snakken naar het einde van deze flutzomer. de
laatse weken te maken gehad met allerlei bobokes: muggen- of spinnenbeten, weet
niet waarvandaan, maar ze zaten zelfs tot in mijn haar en het jeukte de hele
tijd, blaasjesbroebels tussen mijn vingers als het dan weer snikheet was zoals
gisteren, een tintelende rechterhand omdat ik tot stukken in de nacht pd james
had gelezen en mijn vingers tijdens de slaap klem raakten onder dat dikke boek,
chronische insomnia en tegelijk ook nieuwe nachtmerries in de korte
slaapuurtjes in de vroege ochtend enz enz...
leve september, als het fris en koud wordt en de zon de boomkruinen omvormt tot
gouden wolken...
.
tot mijn grootste consternatie ook te weten gekomen dat de met vegetatie
begroeide gebouwen in warchau (van vorig bericht) nep zijn! ik had in de maand
juli een mailtje gestuurd naar jaroslaw kozakewicz. op 18 juli
kreeg ik antwoord:
On 2011-07-18, at 06:14, Jarek Kozakiewicz wrote:
Dear Nicole and Ward,
Thank you very much for your kind e-mail.
As far as the
"Nature of/for living" is concerned, the film which is on show at
BOZAR is just an artistic fiction. I was asked to present a project regarding
the modernist architecture of the 60 and the 70 which still is a problem in
contemporary Poland because of a-human solutions. Since I'm interested in
ecology and environmental problems and I work quite often with scientists, I
came up with the idea of this artistic science-fiction in order to show the
urbanist and architectural absurd solution in the communist Poland in an
undirect and quite an ironic way. I ment also to point out some urbanistic
problems in Warsaw such as the lack of green spaces.
Which means that the
modernist buildings are not covered with vegetation and this is just an
imaginary situation. I chose the form of documentary film in order to make it
ironic and funny.
you can find more
information about "Nature of/for living" and some other projects of
mine on my website: www.kozakiewicz.art.pl.
We admired your project Nature of/for Living (2007) in the expo The
Power of Fantasy in Bozar, Brussels.
We were all the time asking ourselves: is this thing real, or is this a product
of the imagination of the artist?
In other words: can we really visit in Warsaw those magnificent buildings
covered with vegetation?
And also: where can we find more info about the project, what did nature do,
what did the artist do?
Once more: congratulations for this magnificent project!
Nicole & Ward
Belgium
argh! voor de zoveelste keer tot de conclusie gekomen
dat ik tamelijk lichtgelovig ben. eigenlijk geloof ik alles,
haha, het is zeker geen heldendaad mij voor de zoveelste keer in het ootje te
nemen... soms vind ik fantasieën zo mooi dat ik wenste dat ze werkelijkheid
waren. vooral als de werkeljkheid rauw, ontluisterend, grof, ontgoochelend
lelijk en verwerpelijk is. dan is fantasie de reddingsboei, de opstap naar een
nieuwe hemel. een van de redenen denk ik, dat ik reeds als kind onderdook
in de literatuur: een paar uurtjes lezen en de saaie realiteit vernevelde in
een spannend of dromerig gebeuren.
.
maar soms is de realiteit niet te evenaren, ze is dikwijls dramatischer,
intenser nog dan om het even welke verbeelding.
want de zomer, die voor mij gelijk staat aan toch wel enkele weken zon, aan
terrasjesbezoek, aan uitstapjes en de welige weelde van het nietsdoen, aan
lezen en luieren - dus: van het dieproze vertoeven in een ingebeeld
paradijs.... is een zomer van rampen geweest. niet alleen regende het
constant in de maanden juni, juli en augustus, er deden zich in de wereld
onvergelijkbare drama's voor. epidemieën, mediaschandalen, seksschandalen,
massamoorden, vreselijke onweders met dodelijke afloop, overstromingen...
we hebben het deze zomer allemaal gehad!
.
desondanks ben ik in de regenmaand juli begonnen met het schrijven van een verhaal, met de
alomvattende en tegelijk nietszeggende titel: regen. eigenlijk een verhaal over de illuminati, een geheim genootschap gelinkt aan aliens en wiens
doel het is de wereldorde over te nemen. ook lady gagainspireerde mij, tegelijk ook het project van jaroslaw,
dat zoveel indruk op mij gemaakt had dat ik het wou 'gebruiken' in mijn
verhaal.
deed ik dit om de vervelende realiteit, de dagelijkse confrontatie (mede door
de media) met die rampscenario's te ontvluchten? is het leven dat
ik beschrijf in mijn verhaal mooier dan de regenrealiteit deze zomer? ja en
neen.
door dit verhaal te bedenken voelde ik me niet langer overgeleverd aan actoren:
mensen, dingen, gebeurtenissen.... die, vond ik mezelf teveel overweldigden
(tegen natuurrampen is bijvoorbeeld niemand opgewassen). neen, ik kon ze
loslaten en creëerde een klein stukje eigen werkelijkheid, een entiteit die ik
zelf maakte en voor een klein deel zelf bestuurde - want natuurlijk schrijft
een verhaal ook zichzelf! maar toch: terwijl ik zat te tokkelen, en ook toen ik
mijn eerste versie (met veel te veel verkleinwoorden en bijvoeglijke
naamwoorden) samen met een vriend las en herlas, verveelde ik me absoluut niet,
integendeel: ik vond het leven plots weer spannend en interessant.
ben ik iemand die de realiteit niet aankan, ben ik een vluchthaas, een
controlefreak, een verveelde vrouw, a lunatic? neen. ik vind het nog
altijd gewoon heerlijk om verhalen te bedenken, terwijl ik onder mijn afdakje
zit en luister naar de regen. a. steekt voor mij een paar kaarsjes aan, ik schenk
me een piepklein glaasje cognac biscuit in, rook eenmalig een sigaartje
met de smaak van rum en amaretto en daar vloeien mijn gedachten ineen tot
ideeën, die dan de volgende vroege ochtend, door een geheimzinnige chemie in
mijn hoofdje, omgezet worden in zinderende zinnen. een nieuw verhaal betekent
voor mij: mezelf vernieuwen. weg met de flutzomer en ikke daar middenin. it's
over... ik zeg dus: een nieuwe herfst, een nieuw geluid.
oeps!, daar floept onbewust de aanhef van het gedicht 'mei' van herman
gorter door de chemie van mijn hoofdje. de verzen plots omgezet naar de
herfst toe...
Mei
Een nieuwe
lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit
lied klinkt als een gefluit,
Dat ik vaak
hoorde voor een zomernacht
In een oud
stadje, langs de watergracht-
In huis was 't
donker, maar de stille straat
Vergaarde
schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er
viel een gouden blanke schijn
Over de gevels
in mijn raamkozijn.
herfst
een nieuwe
herfst en een nieuw geluid:
ik wil dat dit
lied klinkt als de regen
die ik vaak
hoorde in een zomernacht
in mijn
achtertuin.
in huis was 't
donker, maar het stlle terras
vergaarde
schemer, op de trapjes flakkerde laat
nog kaarslicht,
er viel een gouden blanke schijn
over de
muurtjes over de struiken
jaja, nu moet ik natuurlijk verder dichten, maar dit
blogbericht is al te lang geworden. ik voeg hier twee links aan toe, eentje
over de illuminati, eentje over herman gorter.
bozar, tentoonstelling hedendaagse poolse kunst, in het kader van het poolse voorzitterschap van de raad van de europese unie.
bevreemdend, absurd, surrealistisch, magisch, waanzinnig, dat zijn de adjectieven die ik wil gebruiken om deze avantgardistische tentoonstelling te omschrijven. jeetje! een eerste schilderij, Strange Garden van Józef Mehoffe, waarbij een reuzengrote libel de idyllische wandeling van een elegante dame en een lief cherubijntje verstoort, zette ons reeds op weg.
volgden nog een in wit en roze katoen gehaakte rij reusachtge woonblokken, een vreemd geel mannetje met twee lege bierflesjes in de handen, dat zegt:
I wont leave the World Alive (W?odzimierz Pawlak1986) en een weird filmpje van een groepje naakte mensen die tikkertje spelen in de gaskamer... en onze fascinatie was compleet!
maar wat mij het meest zal bijblijven is het gefilmde project van Jarosław Kozakiewic*.
gedurende enkele jaren filmde hij de metamorfose van een reeks woonblokken
in het hartje van warschau. wij vroegen ons af of dit fictie was of
realiteit.
toch denk ik, dat deze zeer ongewone en originele stadstuin echt te bewonderen is in het centrum van de poolse hoofdstad!
'in het centrum van warschau werd in de periode 1965-1972 een woonproject gerealiseerd,
hetza żelazną
bramą. negentien
residentiële woonblokken bestemd voor 25000 bewoners. za żelazną bramą
was bedoeld als symbool voor het welvarende en vooruitstrevende polen. maar na
de val van het communisme werd dit project bekritiseerd om de chaotische
inplanting in het volle centrum van de stad. ook het bekrompen design van de
appartementen werd gelaakt: kleine kamertjes, keukentjes zonder raam, lange
donkere corridors, het geheel van dubiueze kwaliteit.
toch waren deze
woonblokken niet opgetrokken met behulp van de gehate prefab betonnen en toxische bouwtechnologie, maar
eerder in oorspronkelijk stevig monolitisch gegoten beton. wat echter niet kon
verhinderen dat na enkele decennia deze woonblokken begonnen te vervallen en een
urbanistisch probleem werden in het centrum van de stad.
maar door de
stijging van de temperaturen door de global warming voltrok zich een wonder:
micro-organismen als cladosporium en stachybotrys hadden de structuur van het
beton zodanig gewijzigd, dat vegetatie, tot dan toe alleen aanwezig in parken
en botanische tuinen, een ideale ondergrond vonden in de poriën van de muren
van de woonblokken, die door deze vorm van isolatie een stabiele temperatuur
kregen. lege appartementen werden kleine groentetuintjes en het centrum kreeg uiteindelijk
14 hectare biologische oppervlakte bij, die jaarlijks ongeveer 65 ton dioxide
omzetten in zuurstof.'
oeps! na het tumult van mijn verjaardagsfeest verleden zaterdag...
(goed
gezelschap, w. was er ook. toch is het feestje abso niet
uitgemond in intellectueel gezever. het ging er redelijk chaotisch aan
toe, ik werd o.a. pardoes uit de keuken gezet. s. maakte de taboulé
en de sla en later op de avond vergastte hij het gezelschap op een arabisch rock 'n roll-concertje, a. onderging een metamorfose en werd chef, waarbij hij ons heerlijke uiensoep met rode wijn voorschotelde, w. had quiche
meegebracht en a2 heeft staan afwassen en opruimen tot 3 uur in de
nacht. j. bracht zijn pendel van amethist mee en wiebelde iedereen om te weten te komen wie hij of zij in een vorig leven was...)
blijft een schitterende oogst aan boeken (= KADOOTJES) over.
aan de uitdeinende rafelige vermoeidheid van het feest plakte ik dus ook al enkele slapeloze nachten (!) om de verrukkelijke scheepsberichten van annie proulx te lezen, tussendoor begon ik aan onze oom van arnon grunberg en aan zelfportret, columns van barber van de pol. in een van haar stukjes beschrijft deze dame wonderlijk wel hoe ik zelf lees: vanalles door elkaar en tegelijk en geheel en fragmentarisch en achterstevoren en ondersteboven en ik open pardoes een boek en begin zomaar te lezen. mijn boeken liggen op het bureau, op tafel, naast en onder mijn bed, onder mijn hoofdkussen. ik vertoef als het ware in een boekenroes en dat bevalt me uitstekend!
ook al veel plezier gehad met
en wat een mooi kaftontwerp:
truman capote (zijn naam heeft hij van zijn cubaanse stiefvader) leest als een trein, heel vervelend, kreeg pijn aan mijn ogen, zo vlug ging het...
(jaja, beste miss amelia, vond het woord vervelend
ook niet zo best, ik bedoelde dat ik zo rap las dat mijn ogen
begonnen te pikken en dat dit heel vervelend was, omdat ik moest
stoppen met lezen.
maar wat je bedoelt, moet je ook schrijven op een zodanige manier
dat de lezer dit ook zo begrijpt.
zal mijn blogbericht dus aanpassen.
dank je, miss amelia!
yasmin
(ps: natuurlijk ben ik een fan van truman capote, in cold blood was
een roman om van achterover te vallen...)
dus: ... leest als een trein, ik kreeg prikkende ogen, zo vlug ging het (wat heel vervelend was, want ik moest stoppen met lezen!)
en chaja polak bewaar ik voor het laatst.
waw, een hele zomer leesplezier dus. en het is nog niet gedaan... gisteren kreeg ik ook nog in een mum van taal van stefaan van den bremt en een verrukkelijke dichtbundel van kathelijne vanderhallen, woordzang!
oeps! misschien, misschien zou het wel verstandig zijn wat minder te lezen en wat meer te slapen, want gisteren zei ik per abuis eau de javel en ik bedoelde fruitsap, haha!
heb daarnet zitten bedenken dat ik eigenlijk een bericht over les murray wou schrijven, maar op een of andere manier heb ik in het vorige bericht de voorrang gegeven aan ann cotten, misschien omdat het een dametje is, een leuke (jonge) dame nog wel, met een trendy kapsel, zo'n beetje krom op een schattige manier en haar teksten waren trouwens ook de eerste die ik las op de website van poetry international 2011*.
toch wil ik even terugkeren naar les murray. ook omdat ik binnenpretjes kreeg toen ik die dikkerd (en ik zeg dit met tederheid) ongegeneerd, lichtjes hijgend en met zwier zijn teksten zag voorlezen. in 1998 deed hij het ook, gehuld in een kleurige strepentrui en het is ook in dat jaar dat hij een toespraak hield met als titel defence*, de verdediging van de poëzie.
ik publi hier het deel van zijn betoog waar hij het heeft over het ontstaansproces van een gedicht, waarbij hij eerst en vooral uitgaat van de stelling dat elke onbeschadigde
mens 2 geesten en 1 lichaam heeft. de ene geest is die van het wakkere
bewustzijn, de andere is de occulte geest van de dromen,
die ons volledig in beslag neemt wanneer we slapen maar bovendien in de vorm
van dagdromen aanwezig is als we wakker zijn. de geest van het dromen is verantwoordelijk voor het mysterie van de poëzie, het wakkere bewustzijn voor de vormgeving ervan, het lichaam voor het ritme en 'de emotionele dans'.
het lezen van defence is als een baken voor mij, een geruststelling ook. defence geeft me een verklaring voor de veelvuldige momenten van trance waar ik reeds mijn gehele leven 'last' van heb, en waar ik soms moet tegen vechten, omdat ik vind dat ik ook 'wakker en bewust' door het leven moet stappen om mijn dagelijks leven een beetje comfortabel in te richten.
toch ben ik van plan naar de toekomst toe mijn droomsessies opnieuw meer ruimte te geven. in de winterse beslotenheid lukt dit hoogstwaarschijnlijk beter dan in de zomer, want als het zonnetje schijnt wil ik naar buiten...
'Wanneer ik mezelf bij
het schrijven van een gedicht observeer, merk ik dat ik in een soort trance
raak die mijn twee geesten en hun meesterknecht mijn lichaam met elkaar
integreert. De impuls een gedicht te schrijven kan van elk
van de drie afkomstig zijn, en ze leveren alledrie hun bijdrage aan de
creatieve trance. Het wakkere bewustzijn levert de woorden, de meeste ideeën en
waarschijnlijk ook een groot deel van de vorm van het gedicht. De droom
verleent het zijn tijdloze karakter en zijn mysterieuze en onaardse aura; ik
vermoed dat in elk gedicht de meer gedurfde vluchten en associaties - waartegen
het daglicht-bewustzijn zich zou verzetten als het niet op magische wijze tot
zwijgen werd gebracht - worden aangedragen op het vliegende tapijt van ons
droomleven. Het lichaam zorgt op zijn beurt voor gevoel en ritme, voor de vrije
en gebonden dans van woorden en beelden, en het levert ook de wetten van de ademhaling
die in het gedicht worden ingebouwd. Iemand met een diepe, ruime borstkas zal
in sommige gevallen bijzonder lange verzen schrijven, gewoon omdat hij er de
adem voor heeft. Wanneer je het gedicht aanvangt in de juiste fase van het
groeiproces in jezelf, versmelten al die bijdragen in een duizelingwekkende
gelijktijdigheid. Onderbreek je die innerlijke ontwikkeling te vroeg, dan is de
kans groot dat het een verwarde, ongearticuleerde brei wordt; ben je er te laat
bij, dan krijg je algauw een steriele, uitgeloogde tekst, als een programma.
De geïntegreerde trance waarin het gedicht is geschreven houdt bij mij nog
enige tijd aan, enkele uren of dagen, en dan kan het nog een paar dagen duren
voordat ze helemaal is verdwenen. In die tijd kan ik het gedicht polijsten,
indien nodig veranderingen aanbrengen en de kwaliteit enigszins beoordelen. Pas
wanneer de trance helemaal weg is, kan ik het gedicht tenslotte echt
beoordelen, en soms blijkt achteraf dat de persoonlijke ervaring van de
integratie beter was dan het resultaat. Carl Jung en vele anderen voor hem
zouden die integratie-ervaring mijn ziel hebben genoemd, maar omdat ik niet
teveel wil pretenderen en me niet wil verlaten op een woord dat in het gebruik
zo is afgevlakt, heb ik het liever over mijn poëtische zelf. De versmelting van
mijn drie gewone zijnsvormen verhevigt elk van die drie op zich, en veroorzaakt
vaak zo'n hevige opwinding dat ik het niet al te lang achter elkaar uithoud
maar moet opstaan en me naar buiten haasten om even tot rust te komen; dan kan
ik terugkeren voor een tweede sessie. Het gedicht dat ik tijdens zo'n ervaring
schrijf, bevat die ervaring zelf, ook nadat de trance in mij al is verdwenen,
en dat des te duidelijker naarmate het gedicht beter is.
Wat ik in feite
maak is een nieuw lichaam geschapen uit woorden en de effectieve ordening van
woorden, waarin mijn ziel zoals die op een bepaald moment was, zal blijven
voortbestaan. Anderen, die op de poëtische of misschien kunnen we beter
zeggen artistieke ervaring zijn afgestemd, zullen de in mijn gedicht
belichaamde werkelijkheid op hun beurt ervaren, en als ik me bijzonder goed van
mijn taak heb gekweten, zal het alle anderen na hen net zo vergaan, zolang mijn
taal nog wordt gesproken of vertaald kan worden. Wat mijzelf betreft, ik kan
een gedicht nog na jaren herlezen en opnieuw iets van de trance van de
integratie beleven, maar nooit meer met dezelfde intensiteit. Om dat opnieuw te
ervaren, datzelfde niveau van innerlijke esthetische versmelting, zal ik een
nieuw gedicht moeten schrijven. Of kennismaken met een ander kunstwerk dat me
volledig in vervoering brengt. Ik heb al dikwijls verteld hoe ik voor het eerst
naar boven ging in het Van Gogh-museum in Amsterdam en werd geconfronteerd met
zijn schilderijen - op wat precies het juiste moment in mijn leven moet zijn
geweest - ik heb me toen op een van die zachte banken laten zakken en eerst een
tijdje geslapen, als had ik er behoefte aan me van die aanvankelijk
verpletterende indruk te bevrijden. Ik hou nog steeds erg van zijn werk, maar
dat heb ik nooit meer hoeven doen.
Er schijnt in dit leven, in dit stadium van
onze evolutie, een intrinsieke wet te zijn die bepaalt dat we ons hele zelf -
het volledig aanwezige besef van alles wat we zijn en kunnen zijn - weliswaar
kortstondig maar niet als een stabiele, permanente toestand kunnen verdragen.
De versmelting blijft voortbestaan in het produkt, maar niet in ons. Dit is
naar mijn mening het essentiële model en de structuur van alle menselijke
creatie, en de reden waarom we nooit ophouden te creëren, hoe armzalig de door
ons vervaardigde ziel-lichamen ook mogen zijn. We hebben dat proces poëzie
genoemd (poiesis: maken), duizenden jaren voordat er andere namen aan werden
gegeven, en het is zo goed als zeker dat we het eerder hebben uitgedrukt in
woorden, muziek en dans dan met andere middelen, hoewel grotschilders daar
weleens tegen zouden kunnen protesteren, wanneer ze even uitrusten van het
schroeien en inkleuren van hun slangen en bizons op de kalkstenen rotswanden.'
hoe ijdel moet ik zijn om dit gedicht te schrijven...
(ann cotten)
In droomritme ademen als je wakker bent en ver van je bed, dat is de gave. Tragisch zijn met een boek op je hoofd.
Les Murray, 'Het instrument'. Iemand met een diepe, ruime borstkas zal in
sommige gevallen bijzonder lange verzen schrijven, gewoon omdat hij er de adem
voor heeft.
Les Murray, 'Defence', 1998.
de 42ste uitgave van poetry international is weer eens verleden tijd, maar op het web kun je de voordrachten herbekijken en al de gedichten nalezen*. waarom ik al jaren zo gek ben op poetry international? omdat ik mij voorhoud dat daar in rotterdam het beste van het beste wordt getoond, op wereldniveau, en omdat ik mij daaraan eigenlijk altijd al een beetje wilde optrekken, of beter gezegd, omdat ik vaag de ambitie had dat niveau te bereiken. ondertussen besef ik wel, dat ik niemand hoef na te apen, dat ik gewoon zelf moet proberen mijn eigen 'gave' te ontwikkelen, door nooit op te houden met schrijven, door 'mijn tijd niet te gehoorzamen' en 'in droomritme te ademen terwijl ik wakker ben', niet bang te zijn tragisch rond te lopen 'met een boek op mjn hoofd'... ik citeer hier de australische dichter les murray, voor een tijdje weer een van mijn absolute favorieten.
samengevat: mijn passie voor literatuur blijvend beleven.... ambitie is goed, overmoed is belachelijk, daarom de titel van dit blogbericht.
toch vind ik dat het bekijken van de livestream van de 42ste poetry international mij toch wel iets heeft bijgebracht: namelijk de overtuiging dat het de huidige tendens is ademlooslange teksten te schrijven. zonder hoofdletters, punten of komma's, zonder strofevorming, zonder vast metrum of rijm, zonder opvallend verschil met proza, of het zou het ontbreken moeten zijn van interpunctie en klassiek- correcte syntaxis.
een voorbeeld hiervan is het gedicht solidus, van de duits-oostenrijkse ann cotten, dat op het eerse zicht een opsomming lijkt. bij nadere lectuur ontwaar je toch denkende en voelende links, ook lees je automatisch hele zinnen, paragrafen, betoogjes, die er eigenlijk niet staan, maar die zich in en buiten het gedicht vormen. in ons hoofd, in ons hart, in onze tweede 'geest' - waarover les murray het heeft in zijn schitterende 'verdediging' van de poezie*. waarom nog hele verzen neerschrijven als deze zich - in alle mogelijke varianten - toch automatisch in de geest van de lezer vormen?
SOLIDUS
De klinker bij Kinker / de daling in Staring / het
Waterlooplein / de druipende naalden / de loop door de kamer / het
deksel / het geeuwen / de blinkende daken / de stap van het type dat
achter me loopt / de stappen op trappen / de vlekken op trappen / het
kraken van gangen / de liefde in hallen / het mooie van versmaat / de
hinkende versmaat / het scandeerhuis / de trucjes / de lasser / het
liegende bed / de slogans op bussen / de zeiler op reis / het
voorlaatste blaadje / het voorlaatste blad / de regen op daken / de
duiven op bordjes / de zangval van zinnen / de passende maat / het
beukende ritme / het smeulende peukje / de spiegel / de haven / de
wratten / de arm Het schuine verzetten / de hand onder water / het radicale het
kiepen van flessen / het kieken in huis / het knippen in niksigs / de
stromende lucht / de verbeterde grap / en kevers / en breuken / en
drinken / en tonnen en banden die piepen en randen / en plagen /
en laarzen / atomen / atomen in banken / verbindingen / slogans / en
zwendel / en schuren met reeën en hooi / vervaging in nachten /
verscheping in kisten / insomnia / kraken / en volume control / en
dammen / en blaten / en blikken, gewiekste / zich legende kisten / en
kennis / en schismas / tropismen en neuken / ontglippende sokken / het
gonzen van dieren / register van dingen / het gloeien van wangen / het
trekkende lachen / het malle van grappen / het op zijn van wijn / het
dweilen van vloeren / het kijken naar striemen / het jij-woord / het
zwellen / het glippen van riemen / de hoogbouw / het hondje / verdelers /
vervangers / en kammen / en dimmen / en liefjes / kantines / en floppen
/ en kusjes / en raspen / en kieuwen / de longen in stalletjes /
slingeren rond
de verdichting die ann cotten hanteert is heel intens. ik krijg vaag het vermoeden dat zij hiermee aantoont hoe woorden en zinsdelen zich in onze geest wentelen en nestelen en hoe moeilijk het is een taal te verzinnen die door iedereen op dezelfde manier wordt geinterpreteerd. dit geldt niet alleen voor de literatuur, maar ook voor de gewone 'dagelijkse' communicatietaal. dus ook voor de taal van de media die, zoals we weten, met de juiste manipulatieve truuks, ongelooflijk veel invloed kan hebben op het maatschappelijk bestel, op onze manier van denken en voelen.
een onrechtstreeks bewijs dat woordentaal niet volstaat om te communiceren en tegelijk ook een aanwijzing dat de slogan: 'de taal is het volk' en dus afgeleid daarvan, het talige eenheidsideaal larie en apekool is en het democatisch denken en voelen grandioos in de weg staat.
een bevrijding vind ik het, dat deze gedichten bestaan en toonaangevend zijn. een troost voor alle dichters en ook voor alle mensen die berispt worden omdat zij weigeren binnen de lijntjes te kleuren.
http://www.poetry.nl/read/defence98: 'Elke onbeschadigde mens heeft twee geesten en een lichaam. De ene geest
is die van het wakkere bewustzijn, de andere is de occulte geest van de
dromen, die ons volledig in beslag neemt wanneer we slapen maar
bovendien in de vorm van dagdromen aanwezig is als we wakker zijn'.
ik wil eerlijk bekennen dat ik sinds enkele weken, maanden, het land heb.
samen met de heerlijke temperaturen in april en mei steeg dit gevoel van onbehagen zienderogen. net alsof bij mij het omgekeerde plaatsgrijpt: hoe meer zon, hoe meer melancholie. ik heb het land aan dit land, aan de mensen van dit land. ik heb het land aan mijn huisje, aan mijn geliefden.
ik heb het land aan mijn illusies, aan mijn verbeelding. ik heb het land aan het feit dat ik het land heb, want tegelijk ervaar ik een soort angst: gaat dit stoppen, dit liefhebben? ga ik dit niet langer tolereren, deze dingen, deze lichamen om me heen? zij die bewegen, geluiden maken, stellingen verkondigen, grapjes maken, me aanraken, voortdurend om aandacht vragen, ga ik ze wandelen sturen? zal ik, zoals indertijd greta garbo met zwarte bril, verkondigen: I want to be alone? ach, ach, als ik jonger was, zou ik diep in mijn dip duiken en het allemaal nog geloven ook. maar ik word eind deze maand 65 en ik weet: misschien is het tijd om weer beginnen te tokkelen.
want deze onrust, deze irritatie, dit rommelen en dreinen, is niets anders dan....literatuur. fijn toch, dat dit kan: het broeden omzetten in poëzie en me dan met een zucht van opluchting opnieuw bezighouden met het leven, het echte leven, dat volgepropt lijkt met leuke dingen (zoals mijn gepland verjaardagsfeestje, haha!)
men noemt dit relativeren, geloof ik.
gisteren gekeken en geluisterd naar poetry international (livestream) en om te beginnen genoten van de gulle, schijnbaar nonchalante gedichten van truong tran uit vietnam.
zowaar een zielsgenoot ontdekt!
approach it as you will but do so knowing
that the line which connects the perceptions to the perceived is crossed
with the line of the needs and necessities and there at the crossing
are the casualties fragments to stories some still struggling to find
the beginnings
bezie het zoals je wilt maar doe het in
het besef dat de lijn die de waarnemingen verbindt met het waargenomene
doorsneden wordt door de lijn van de noden en noodzaken en waar ze
elkaar snijden bevinden zich de slachtoffers fragmenten bij verhalen
sommige nog zwoegend op zoek naar een begin
consider the path of a falling leaf the
distance in between the branch and the earth the slightest breeze could
alter its course now consider yourself as that falling leaf falling
falling and where did you come from and where are you now
kijk naar de weg die een vallend blad
aflegt de afstand tussen de tak en de aarde de minste windvlaag zou zijn
richting kunnen veranderen bekijk jezelf nu als dat vallende blad
vallend vallend en waar kwam je vandaan en waar ben je nu
perhaps in another time our story would be
different there would be no leaving and thus no returning you would be
the teacher in a northern village and i the fisherman we would live
quietly to the background singing of cicadas the whispering of the
oceans breath and poems like weeds would go from the cracks of our
lives perhaps in that life the frog and the scorpion are better off as
lovers
in een andere tijd zou ons verhaal
misschien anders worden er zou geen weggaan zijn dus geen terugkeren jij
zou de leraar zijn in een dorp in het noorden en ik de visser we zouden
rustig samenwonen met op de achtergrond het sjirpen van krekels het
fluisteren van de zeeadem en gedichten zouden als onkruid uit de
scheuren van ons leven groeien misschien zijn de kikker en de schorpioen
in dat leven beter af als geliefden
(ik kan niet anders dan zeggen: waw en wat een troost is poëzie!)
teruggevonden: nog enkele foto's van muziektheatervoorstellingen in de kvs, beide een schitterende afsluiting van het seizoen.
de gehangenen (josse de pauw en jan kuiken) en het desdemona-project (kvs & bozar /toni morrison, rokia traoré & peter sellars)**
de gehangenen gaat over mensen die het aangedurfd hebben te protesteren tegen 'het systeem' en daarom opgehangen worden. een politiek statement als geen ander! desdemona is het verhaal van shakespeares othello, maar dan verteld van uit het perspectief van desdemona, de bruid van othello die door hem uiteindelijk wordt omgebracht (prachtige poëtische teksten van toni morisson!)
ik publi dit materiaal op mijn blog, deels omdat mijn herinneringen eraan zo levendig blijven, deels omdat ik hiermee toch wel een eer wil bewijzen aan josse de pauw, die mijn lievelngsacteur geworden is. sinds ik de voorstelling weg van hem gezien heb in oostende, die hij beëindigde met het zingen van een intens doorleefd liefdeslied (in het frans nog wel!) heeft hij mijn hart gestolen...
'De gehangenen zijn zij die luidop vragen stelden, die luidop hun
bevindingen verkondigden, die zich niet wilden neerleggen bij wat al
geweten was of bij wat geschreven stond, ze eisten de vrijheid op om te
twijfelen en te onderzoeken. Vaak moesten ze die nieuwsgierigheid met
hun leven bekopen. De muzikanten van het Orchestre Royal de Chambre de
Wallonie voeren de muziek van Jan Kuijken uit. Een muzikaal verhaal waar
acteurs, zangers en Jan zélf met cello en opgenomen materiaal, hun plek
in vinden. Boven het strijkersensemble worden drie zangers en twee
spelers opgehangen.'
.
van toni morrisson ben ik al jaren een fan, haar
boeken prijken glorieus in mijn boekenkast. rokia traoré, daar had ik al
het prachtige liedl laidu beluisterd, van het album desert blues2 *... peter sellarsis een olijke, waanzinig getalenteerde theaterregisseur met schitterend opgebrushed kapsel.
DESDEMONA
literatuur & muziek & theater
(Elke dag inleiding door Peter Sellars om 19u)
'Als reactie op Peter Sellars Othello (2009) hebben Toni Morrison,
Nobelprijs literatuur, en singer-songwriter Rokia Traoré een intiem en
diepzinnig gesprek uit het hiernamaals gecreëerd tussen Shakespeares
Desdemona en haar Afrikaanse kindermeisje. Na eeuwen kolonialisme en
racisme delen twee vrouwen verhalen, liedjes en hoop op een betere
toekomst.
Rokia Traoré en band brengen live de muziek, steractrice Elizabeth Marvel speelt Desdemona.'
Mijn naam is Desdemona. Het woord Desdemona betekent ellende. Het
betekent noodlottig. Het betekent verdoemd. Misschien vermoedden of
kenden mijn ouders mijn lot al toen ik geboren werd. Misschien was het
feit dat ik een meisje al genoeg om te weten hoe mijn leven er zou
uitzien. Dat het zou onderworpen zijn aan de grillen van mijn ouderen en
aan het gezag van mannen. Dat was zeker gangbaar, nee, verplicht voor
vrouwen in het Venetië van de vijftiende eeuw. De mannen stelden de
regels op, de vrouwen volgden ze. Noodlot en rampspoed lagen altijd op
de loer. Mijn ouders waren zich sterk bewust van dat systeem en keurden
het goed. Ze konden de toekomst van een dochtertje tot in de details
voorzien.
Ze hadden het mis. Zij kenden het systeem, maar ze kenden mij niet. Ik ben niet de betekenis van een naam die ik niet zelf heb gekozen.
de digitale revolutie (2) hanne rouweler, dichteres en e- uitgeefster
publishing on demand
onlangs aan den lijve ondervonden wat zoiets
als publishing on demand (pod) is: een systeem waarbij je als
auteur van een eigen publicatie maar net zoveel boekjes moet laten drukken,
aankopen en verspreiden als je zelf wil. ook kunnen je boekjes meestal gedownload
worden als e-book. dus: gedaan met papierverspilling, geen
stoffige kartonnen dozen met vergane onverkochte dichtbundels meer op zolder!
demerpress, een kleinschalige e-uitgeverij, gevestigd in
diepenbeek (limburg), heeft reeds een fraaie lijst poëzieuitgaven op haar naam.
vele auteurs die in het gevestigde literaire circuit niet aan bod komen kregen de
kans om hun pennenvruchten picco bello gedrukt te zien. de enthousiaste lady
achter al dat moois is de nederlandse dichteres hannie rouweler (op de foto met haar man joris iven).
zij wil poëzie toegankelijk maken voor iedereen, haar motto is: poetry for
all!
ik denk hierbij: poetry for all poets! want dank zij de inspanningen van hannie
en haar team hebben heel wat bundels het daglicht gezien en auteurs, of het nu
debutanten zijn of ervaren schrijvers, major- of zogenaamde minor- poets:
zij kunnen toch maar een nieuwe uitgave op hun naam schrijven!
want volgens hannie bestaan er geen slechte gedichten.
als een gedicht niet klopt is het doodgewoon geen gedicht. ook nog: wie bepaalt
de waarde van goede of slechte literatuur? de academici, die geen weg weten met
hun intellectuele hoogmoed? het volk, dat een zwak heeft voor simpele frietgedichten
en literaire abstracties in de prullenmand gooit? of een paar zelfverklaarde literaire
goeroes, dikwijls leden van het mannelijk geslacht die zich opstellen als
(en ik deze term leen ik gezwind van hannie) acp's, arrogant chauvinist pigs? haha, ik overdrijf, want ik ken
natuurlijk ook ernstige en waardige literatoren met een suikeren hart en een zwak voor vrouwenliteratuur.
maar ik wil het hier niet hebben over de emancipatie van vrouwelijke
auteurs.gezwind keer ik terug naar
hannie en haar toch wel heel sociaal project'poëzie voor allen' en vooral: haar
profilering als dichteres. het is ok je volledig in te zetten om een goed
auteur te worden en jezelf op superieure manier te managen en te promoten, maar
anderen de gelegenheid geven ook eens mee te doen - dan ben je reeds op een
hoger trapje beland, los van het pure ego-trippen dat zoveel literatoren kenmerkt.
zodra hannie terug in mijn vizier kwam (want ik kende
haar naam reeds uit een ver verleden, hoogstwaarschijnlijk had ik al poëzie van
haar gelezen) ben ik gaan surfen op internet, nieuwsgierig als ik was
naar haar persoon en haar gedichten. en ja, ik kon ontelbare web-adressen
openen waarop de bio- en blblio-gegevens van hannie in volle glorie prijken. en
o wonder, zij is niet alleen dichteres en uitgeefster, maar ook een begenadigde
schilderes.
hannie rouweler, een beminnelijke vrouw
een gedicht dat vermoed ik, kenmerkend is voor het
huidige profiel van hannie rouweler is 'het langzaam stromen van water',
een gedicht gepubliceerd in de bundel rozentuin, klavierklanken (waar ondergetekende ook een bijdrage in leverde!) en
waarin zij het langzaam stromen van de rivier de dommel associeert met 'het
gaan van een beminnelijke vrouw, 's zomers in een ruisend kleed met bloemen in
haar haar, in de lente als een schuchter meisje, in de winter een bevroren
uiltje dat uiteindelijk de seizoenen weerstaat en voeling heeft met de
eeuwigheid.
ik heb zo een vaag gevoel dat hannie in dit gedicht zichzelf portretteert:
is zij niet die beminnelijke vrouw, bijwijlen schuchter en die soms spreekt als
was zij met een laagje ijs bedekt (dat, ahum, door zijn lagere dichtheid blijft
bovendrijven maar zo het leven onderwater voor de eeuwigheid bewaart) - een
nuchtere vrouw, die het leven naar zijn werkelijke waarde schat?
maar ach, laat ik a.u.b. de nodige afstand bewaren: de persoonlijkheid
van een dichter of dichteres afleiden uit de analyse van zijn teksten is er
volkomen naast. beweren dat hannie beminnelijk is, schuchter, ijzig: dit is
mijn interpretatie. eigenljk een beetje grof, zo onrechtstreeks en ongevraagd willen
binnendringen in iemands persoonlijkheid. hannie schreef me trouwens onlangs: dichter en mens moet je altijd scheiden, hoewel ze
elkaar invullen en aanvullen.
zei descartes niet: wie verborgen heeft
geleefd, heeft goed geleefd. ik breek hierbij dus een lans voor het respecteren
van de kunstenaar als privé-persoon. het echte leven moet zo eenvoudig en bescheiden
mogelijk worden geleefd, het leven als kunstenaar moet vervat worden in zijn
(of haar) kunst. of is dit weer een te ver doorgedreven stelling, lopen die
twee levens automatisch in elkaar over?
en altijd opnieuw dat stromen van water
ik ga in deze drie volgende gedichten toch op bezoek
bij hannie, speurend naar invul - en
aanvulmateriaal. mijn bedoeling is een glimp op te vangen van wat
haar als mens en dichteres boeit als kennismaking is dat voor mij voldoende,
de rest is... tja...literatuur!
in gezichtsvormen en in leeg station,
drukt zij een ervaring uit die ik zó herken, in de setting zou ik zó zelf
hebben kunnen meespelen. hannie creëert2 x een content waar ik makkelijk kan inkomen (is wat ons, dichters en
dichteressen bindt, niet eenzelfde soort gevoeligheid): namelijk het weerzien
van geliefden in een droom of in een soort déjà-vu (men meent een geliefde
persoon te herkennen, maar het is maar verbeelding). toch lijken de personages
reëel, zij bewegen, spreken, glimlachen.
in een paar verzen, schijnbaar los uit de pols, weet de dichteres hannie
rouwelier hier een moment op te roepen dat ons diep meevoert naar de duistere
regionen van het onderbewustzijn, de herinnering, de droom. en altijd opnieuw
dat stromen van water, dat meegevoerd worden door de wolken, het voorbijglijden
van de tijd, de eindeloosheid...
heb ik hier dé sleutel ontdekt tot de poëzie van hannie?
GEZICHTSVORMEN
Ik heb je weer gezien en ik kon
weer in je geloven omdat
je handen langzaam bewogen
en je voeten helder waren
zoals het water dat langs ons stroomde
toen de zon schaduwen wierp
van onze lichamen op de zwarte aarde.
De woorden klanken meevoerden
als een vlucht ganzen boven onze hoofden
voorbij de wolken vlogen,
waardoor het leek alsof geen einde naderde.
Ik zag je terug en het was niet meer in
duisternis
en ook niet in het licht waarin men vele dingen
meent te bespeuren die er niet zijn. We waren
even samen tot elk van ons weer verdween in de
openingen van het verleden, achter gesloten
vensters.
LEEG STATION
Ik zag mijn broer
aan de overkant op het perron staan
enkele seconden gleden in stilte voorbij
op een verlaten station in Twente
met tussen ons een dubbelspoor
voor treinen uit beide richtingen.
Hij keek mij aan en een glimlach
verscheen op zijn gezicht.
Net voordat ik hem wilde wenken,
zijn naam riep, kwam een sneltrein voorbij
vond achter kleine ramen geen teken,
geen gestalte die op hem leek.
Hij verdween zoals hij was gekomen,
mijn broer, op die dag waarop niets
terugkwam.
het gedicht als touchscreen
ik wil nog een derde gedicht noteren, dat hannie
rouweler geschreven heeft voor haar dochter: na al die tijd van vage dromen, gepubliceerd in van alles 1 + 1, de jubileumuitgave van demerpress.
ik vind hier een heel leven terug. hannie beschrijft hoe het was toen haar
dochtertje nog een ukkie was, hoe zij heeft genoten van haar kinderlijke
verbeelding. hoe zij zich de huizen en plaatsen herinnert waar zij samen verbleven.
hoe haar kind plots schoksgewijs volwassen werd en de grote dag aanbrak: in het
wit gekleed, met om haar hals een fijn kettinkje: een huwelijk, het grote
loslaten. maar dit proces resulteerde niet in een onoverkomelijke afstand: de
band blijft desondanks bestaan, niets kan hen scheiden.
mooi verhaal. maar toch wil ik de aandachtige lezer ook wijzen op de
intense verdichting van dit gegeven. hoe de dichteres in enkele verzen een heel
menselik bestaan omschrijft, hoe zij werelden kan concentreren in enkele
woorden. niet alleen laat zij verzen tegen elkaar opbotsen of in gesprek gaan,
ook de witruimtes omvatten oceanen. op twee plekken van dit gedicht is dit
overduidelijk: twee volkomen wat ik noem onaangekondigde verzen.
het eerste vers in je stralende blauwe ogen gooit hannie abrupt
op het papier. het lijkt een vers dat eigenlijk een aanvulling had moeten zijn
van een ander, bijvoorbeeld ik zag het geluk in je stralende blauwe ogen. maar
neen, hannie begint haar vertelling met een bijwoordelijke bepaling van plaats.
het onderwerp en het werkwoord, daar laat zij naar raden. het kan ook zijn dat
een hele paragraaf, een hele reeks verzen, een opmerking, een stelling aan deze
bepaling voorafgaat.
de lezer mag deze items, deze bewustzijnslagen, zelf aanvullen, mag zelf
graaien in zijn verbeelding... als dat geen sublieme vorm van verdichting is, dan
weet ik het niet meer! en het beginvers van de derde strofe, je meteen
gevonden kan worden is schijnbaar ook een stuk van een vers, dat hier
midden in het gedicht wordt gegooid.maar door dit procédé zet hannie weer de lezer aan het werk: hij kan
gissen naar en fantaseren over wat vooraf is gegaan en wat zou kunnen volgen...
hannie is, vind ik (en ik gebruik deze termen voorzichtig), een redelijk
klassieke dichteres, zij schrijft zachte, vloeiende verzen. een meesteres in de
dichtkunst, die haar vak grondig beheerst. maar door bovenstaande gedurfde
procedure balanceert zij op een supermoderne schommel. dit is poëzie van deze schokkende
tijd. haar gedichten zijn als touchscreens, je tikt ertegen met je vinger en
ja, een waaier van mogelijkheden opent zich...
NA AL DIE TIJD VAN VAGE DROMEN
In je stralende blauwe ogen.
Namen gaf je aan alle dingen:
'kijk, mijn schaduw is een donkere spiegel.'
Ik raakte de tel kwijt van zelf bedachte woorden.
Dat ik na zoveel jaar, zoveel straten, dorpen, steden,
voorbij al die woningen die ik met je deelde
weer geluk vind in een glmlach. Weelderige ogen.
Geen omwegen om eindeloos in te verdwalen.
Je meteen gevonden kan worden. Blindelings
in die grote dag, wit gekleed. Om je hals
een fijn kettinkje. Op je huid zonlicht zichtbaar.
Als meisje groeide je schokoksgewijs, naar dit moment.
Ik vergeet bijna dat ik je moeder ben. Zoveel afstand
is genomen. Zoveel andere bruggen over diezelfde rivier.
Niets kan ons scheiden. Je blijft mijn kind. Alles hetzelfde.
tot slot: toch nog enkele kiekjes!
twee vrouwen...(noot van Hannie: geschonken aan de dichteres CHAWWA Wijnberg, Middelburg) Acryl op papier, potlood.
de droom van irma... acryl op canvas..(noot van Hannie: gekocht door een vrl hoogleraar, Heerlen).
neen, neen, dit is niet hannies dochter uit het gedicht, maar haar kleindochtertje elise... een dotje! (Hannie: MIJN POPPEMIEKE .)
zaterdag 14 mei jl. op de schrijfdag in hasselt*
(georganiseerd door creatief schrijven*) een workshop gevolgd omtrent de
digitale revolutie: schrijven met i- durf. lesgeefster was de
sublieme an mertens*, 'multimediaal verhalenschrijfster'.
wablief? kun je tegenwoordig verhalen (en gedichten) publiceren op internet?
super! en ze ook lezen op e-readers, i-pods, e-pads, of
tablets door simpelweg te touchscreenen? jawel!
zaterdag heb ik dus van deze heel leuke docente vernomen dat er oneindig veel
mogelijkheden bestaan om te schrijven op internet, met een schitterend
spectrum aan tools om je content zo fraai mogelijk vorm te geven.tof!
gedaan met honderden euro's te besteden aan het verzenden van manuscripten
naar uitgevers, die toch alleen maar geïnteresseerd zijn in hun marktaandeel,
of 500 tot 1000 (!) euro te moeten betalen voor enkele tientallen bundeltjes
uitgegeven in eigen beheer. gedaan met aanschurken bij literaire
kliekjes om toch maar via via ergens gepu te raken, gedaan met leuren met
boekjes op doodsaaie literaire avondjes... internet, here I come!
ben weer eens overenthousiast! heb droombeelden van pagina's en pagina's (op
een site met de subversieve naam hotglue.me*), krioelend van leuke teksten en gedichten van
me, geïllustreerd met foto's, videofilmpjes en een layout die vrolijk
resulteert in de ultieme kick. maar oeps! daar val ik met beide voeten op de
grond! heb namelijk al een website - dedeze dus - en ik kan mooie foto's downloaden.
haha, toch al heel wat!
hierbij direct enige noodzakelijke links. op het u-tube-filmpje een verslagje van de schrijfdag, daarna een kleine profilering betreffende het fenomeen an mertens, het adres van haar hoogstoriginele blog en... hotglue, hét toverwoord van de schrijfdag,!
haha, ik laat de lezers op hun honger zitten ...maar wie er bij was, weet waar ik het over heb... even deze links openen is een absolute aanrader!
* An Mertens schrijft,
redigeert en vertelt verhalen. Ze experimenteert met analoge en digitale vormen
van vertellen, als lid van Constant (vzw voor kunst en nieuwe media) en via
persoonlijke projecten als Boektegoed (Bronks, Bib Elsene), CIAO/CU (digitale
vertelling + roman), Space Stories (The People Speak)...