o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
22-08-2007
land van nectar en rozen van de schemering
embrasement
1. heb de foto bij vorig bericht verwijderd en vervangen door een foto van bamboe.
omdat de verrukkelijke revelatie van de haiku-dichteres chiyo-ni, die superverrukkeljke haiku's schrijft over bamboe, toch wel mijn persoonlijk literair evenementje was de afgelopen maand. ik kopieer hier om te beginnen nog even een haiku van haar, gevonden op een van de ontelbare sites* die op internet kunnen worden geraadpleegd:
one must bend
in the floating world
snow on the bamboo.
chiyo-ni
wijze dame chiyo-ni, die in luttele woorden een eeuwenoude waarheid verkondigt: dat we in dit onzeker bestaan soepel en gracieus moeten zijn als bamboe, buigend onder het gewicht van sneeuw!
en zegt het (chinees) spreekwoord niet: beter buigen dan breken?
2. haha, wardie, hallo, welkom op mijn blog. welkom, soulmate.
je hebt het zo mooi gezegd in je reactie:
'Ik heb deze namiddag kunnen genieten van luie uren waarin niets moest.
Ik heb dan ook niets gedaan, naast zinnen maken in mijn blog. Wat een
verademing, beseffen dat ik het gemist heb en dat ik het nog kan,
zinnen maken.'
tja, ik wil het mezelf niet al te veel toegeven: na mijn luitijd (zie vorig bericht!) is het nieuwe blogseizoen voor mij sputterend en strubbelend begonnen: ik puzzel en knabbel voortdurend aan mijn vers gepleegde zinnen, probeer ze te verdichten, bij te schaven, schrap overbodige woorden, schrijf, herschrijf, schrijf - en ben nooit echt tevreden over het resultaat. vind mijn gedoe lichtjes lamentabel.
daarom: aan het werk, yasmijntje, schrijf, krijg weer vaart en wees gelukkig...
3. alhoewel het lezen en schrijven van poëzievoor mij gelijk is aan het ultieme genot, toch wil ik mij niet opsluiten in thefloating world of bamboo. elke dag probeer ik zo eenvoudig en realistisch mogelijk mijn leven te organiseren en alhoewel ik heb moeten leren voldoende afstand te nemen van de gruwel in de wereld, ben ik me er terdege van bewust dat niet iedereen kan schrijven over de delicatesse van sneeuw.
niet zo lang geleden (maar wel net vóór mijn luitijd) ontdekte ik - in mijn verzamelwoede betreffende vrouwelijke auteurs - een site waarop een revelerend gedicht stond van de iraakse dichteres Nazik Al Malaika*.
irak .... of all places! altijd en opnieuw ben ik verwonderd schitterende poëzie te ontdekken van auteurs die in tijden van oorlog doorgaan met het schrijven van superieure teksten.
Nazik Al Malaika schrijft over haar droom: uitwijken naar een land van 'nectar en rozen van de schemering', weg van de ellende en het geweld... dit land is verder dan ooit van haar (en haar landgenoten) verwijderd!
ik heb het gedicht prompt uit het engels in het nederlands vertaald (of liever: proberen te vertalen!), omdat ik onder de indruk was van Nazik Al Malaika's sobere, indrukwekkende zegging:
(From Five Hymns to Pain - Uit vijf hymnen van pijn - fragment)
Veiled Utopia.
A haven
of magic, we were told
It was.
Made of
nectar and twilight roses,
Of
tenderness and gold.
In it,
they said, was
The
panacea for the wounds of man.
We wanted
it, but didn't get it.
Back to
our hopes, miserable and unfulfilled.
Where is
this land?
Are we to
see it or
is it to
stay enveloped, unattainable
Agitating
inside us only
A numbed
yearning?
A prayer
Within
closed lips?
The
millions are
A torrent
of desire,
Burning
desire,
And a
dream of flame.
Open the
gates for thousands
of exhausted
victims are screaming.
They
spoke of 'life';
It is the
color of a corpse's eye
It is the
echoing steps of a stealthy killer:
Its
curving days
a
poisoned coat diffusing death.
Its
dreams the humour of a demon
with
paralyzing eyes, death - hiding lips.
Where
shall I go?
I'm weary
of the ways,
I'm bored
with the meadows
And with
the persistent, hidden enemy
Following
my footsteps.
Where can
I escape?
The
trails and roads that carry
Songs to
every strange horizon,
The paths
of life,
The
corridors in night's total darkness,
The
corners of the bare days...
I've
wandered along them all,
With my
relentless enemy behind me,
Keeping a
steady pace, or sitting firmly
Like the
mountains of snow
In the
far north.
Gesluierd Utopia
Het was een magische haven, werd ons verteld.
Gemaakt uit nectar en rozen van de schemering,
Uit tederheid en goud.
Binnenin, zeiden ze, bevond zich
Het geneesmiddel voor de wonden van de mens.
Wij wilden het, maar kregen het niet.
Terug naar onze hoop, ellendig en onvoldaan.
Waar is dit land?
Zullen wij het zien,
Of blijft het zonder omslag, onbereikbaar
Rusteloos enkel in ons binnenste
Een verlamd verlangen?
Een gebed
Tussen gesloten lippen?
De miljoenen zijn
Een waterval
Van brandend verlangen
En een droom van vlammen
Open de poorten want
Duizend uitgeputte slachtoffers huilen.
Zij spraken van het leven,
Het is de kleur van een lijkenoog,
Het zijn de echoënde stappen van een steelse
moordenaar:
Zijn gekromde dagen,
Een vergiftigde jas die de dood verspreid.
Zijn dromen het humeur van een demon
Met verlammende ogen, de dood de lippen verbergend.
Waarheen zal ik gaan?
Ik ben me bewust van de wegen,
Ik verveel me met de weiden
En de aanhoudende, verborgen vijand
Die mijn voetstappen volgt.
Waar kan ik ontsnappen?
De sporen en de wegen die de gezangen
Dragen naar elke vreemde horizon,
De paden van het leven,
De doorgangen in de totale duisternis van de nacht,
De hoeken van de naakte dagen
Ik heb ze allemaal bewandeld,
Met mijn meedogenloze vijand achter me,
Een vaste plaats innemend,
Of vastberaden zittend,
Als de sneeuwbergen
In het verre noorden.
* The Iraqi poet Nazek al Malaika died recently.
She's central to the free verse movement in Arabic.
dit kwakkelweer dwingt mij tot een toestand van wolken...
een zomer vol zomerregens. heerlijk en verschrikkelijk tegelijk. zal weer moeten wieden. nochtans bloeit elegant mijn hibiscus syriancus en de heerlijk geurende lavendelbloempjes in de border kunnen worden geoogst. vroeger mocht dit pas in de maand augustus.
OEF! onze vakantieplannen weer opgeborgen in onze portefeuille, wegens te duur, te veel veronderstelde hitte en drukte. heerlijk reizen als niemand reist, een hel is het te reizen als iedereen reist. toch veel uitstappen gepland: vandaag bijvoorbeeld een lezing in passa porta (bernard de wulf en hugo camps, als het tenminste niet stortregent), in het weekend misschien brussella folk en jazz, daarna staan taz en watou op mijn verlanglijstje....
dit jaar is een jonge nederlandse dichteres uitgenodigd in watou: saskia de jong. ik kon een gedicht van haar downloaden:
WEER OUWEVROUWENZOMER
ik lees en herlees: vreemde manier van schrijven, niet te toegankelijk voor de modale lezer. ach, hoe moet het nu: is een gedicht beter als het door meer mensen (vele mensen dus, iedereen) kan worden gesmaakt, of moeten we oog hebben voor de elite??
ach, ik breek er mijn hoofd niet over, ik lees en verorber. saskia bekoort mij wel, talent heeft ze te over en ze is naar het schijnt een leuke zorgeloze jongedame. toch heb ik weer ouwevrouwenzomer (heerlijke titel, vind ik) dikwijls moeten lezen en herlezen en ja, daar dringt haar poëzie plotseling tot me door. zo veel zelfs dat ik volgende bizarre zin neertik:
dit kwakkelweer dwingt mij tot een toestand van wolken, nog aangenaam ook, wonen in een hibiscus syriancus of in een hangpetunia is een droom, zachtroze sluiers, een hemel van cyclaam, de protuberantie van meeldraden en stampers hinderen tegelijk alsof ze middelpuntvliedend zijn, niet centrifugaal maar centripetaal, mooi weliswaar maar bang
hehe, als ik mij een beetje laat gaan schrijf ik gezwind mijn eigen versie van ouwevrouwenzomer.... toch wil ik de lezers van mijn blog eerst laten kennismaken met de echte verrukking:
WEER OUWEVROUWENZOMER
weer ouwevrouwenzomer
het is tegenwoordige tijd, veel is er niet aan de orde, er is
geen verhaal, morgenglorie, het jaar is een herhaler van valer en kaler
(echo)
één herfst, twee herfsten
de zon louter bijzon stipt boven
de evenaar even lang dag en nacht
waar Ariadne baarde in haar bosje
nu een jongeman te kreunen ligt in barensnood
o heisa klungelig knaapje
en de regen viel warm omlaag en het zal
meedogenloze regen blijven regenen Dionysische Dionysos
WIJ REFEREREN HIER AAN DE WERKELIJKHEID
we hebben een aantal droge dagen, een aantal
dagen met mist, een aantal dagen met onweer
geen vorstdagen, geen sneeuwdagen, geen ijsdagen
en zuiver één zomerse
dag nog te gaan
seizoenen verstrijken en kleden en smukken zich
op en dan schudden en schommelen de ranken, hun vruchten
beladen, in verlegenheid
tot manden vol helende druiven lacrimae Christi
die druif, die in bolle trossen groeit, bedektzadige
dwaas, met purperen mantel, die in trossen verschiet
geperst en weggezet om wijn
alles staat of valt ten slotte met droesem
wij grondroerden en staken plaggen
wij zwadkeerden en mathaakten
en met de wan in de hand waren allen akkerman
het hopbellen plukken wel favoriet
kronkelend over de akkers ging het gerst
dorsvloeren bezaaid met de gracieuze granen
waar het lompe bier van komt
het bier staat in 't gijl en de boeren dazen al
de winter nog ver het is er kermis met gildebier herstooft
wij refereren hier aan de werkelijkheid, de valtijd
van de dingen, blaren, vruchten etc.
(hips)
mmm de boeren onweer
iemand heeft zijn stiften op een natte
filter gezet, het ganse land zomervaagt
wanwaar! dilettantenwerk!
waar de rijke tijden, rijke lagen aardeverf voorbij zijn
genadeoord een echo blaast
we zijn weer toe aan achteruitgang, brilliant blues
Saskia de Jong *1973
tekst bij Les Très Riches Heures / september onderdeel van de expositie Rijke Uren, augustus-november 2005
gelezen in Museum Valkhof, Nijmegen
als ik tijd en zin heb schrijf ik zeker commentaren bij dit gedicht. zo dring ik geheel tot de tekst door, het diepe water is het water onderwater. enz, enz, enz ...
maar eigenljk heb ik (moet het eerlijk bekennen) een tijdje geen goesting meer in mijn blog: wil van de zomer genieten. misschien zelf een cyclus poëzie schrijven, off the record....
tot binnenkort, beste lezer, it's summertime, and the living is easy...
ook al eens volgende ervaring gehad: je bent in gesprek, je praat over koetjes en kalfjes, plots zeg je een woord .... en bijna tegelijkertijd hoor je ergens datzelfde woord, dezelfde term, bijvoorbeeld in een vaag radiobericht op de achtergrond. of je merkt het schijnbaar toevallig op in een titel van de krant die iemand nonchalant op tafel legt. of nog iemand anders zegt het, iemand in gesprek aan de andere kant van het café waar je toevallig samen met vrienden een terrasje doet. of het woord profileert zich duidelijk in het geroezemoes van stemmen in de verte...
dit fenomeen heb ik altijd heel grappig gevonden, maar eigenlijk ook een beetje beangstigend. ik heb nog nergens een verklaring of een beschrijving van deze toevalligheid gevonden!
een paar weken geleden had ik een vreemde, geagiteerde droomnacht. in de vroege ochtend was het of ik wakker werd na een zwerftocht in de catacomben van het onderbewustzijn. toen ik nog een beetje suffig - het leek alsof ik moeizaam ontwaakte uit een coma - mijn blog openklikte en plotseling besloot door te surfen naar de blog van marleen desmet*, een dichteres die ik al jaren ken, las ik .... gedichten over hoe ze ontwaakte uit een 'komma', een coma dus.
ik besloot dit blogbericht aan haar te wijden, want toeval bestaat niet, daar ben ik nu echt zeker van.
hier komt het:
lieve marleen
na een woelnacht vol droomwervelend zweven
beklemmende slopende zoektochten naar ingangen, uitgangen, doorgangen
na een flitsbezoek aan chaotische speelplaatsen & drumvolle klaslokalen
zwerftochten doorheen wuivende bloemendreven &
schijngevechten in een wriemelende mensenzee
(en ach ja, zijn zachte warme wang op de mijne)
is het eindelijk tijd, marleentje, om aandacht te besteden aan jouw gedichten, zoals beloofd, as I promessed.
je hebt het gemerkt: de laatste tijd droom ik weer als voorheen. nachten vol avonturen en personages en absurde toestanden vervolmaken op vreemde wijze mijn supersimpele dagen.
vanmorgen heel vroeg wakker geworden, liggen raden naar de betekenis van deze subtiele gewaarwordingen, de verregaande symboliek van toevallige ontmoetingen, het kabbelend verloop van dagen die luchtig lijken en betekenisloos maar bij nader inzien verandering aankondigen, het voortdurend voortijlen van de tijd en onze onmacht, onze gedwongen overgave aan deze stroom van energieën en stralingen en strelingen verbeelden.
na het ontbijt nog wat slaperig naar je blog gesurfd en zie: o, wonder, daar kan ik mezelf plots helemaal vinden in je verrukkelijke gedichten. toeval bestaat niet, zeg ik, het stond in de sterren geschreven dat ik vanmorgen plots zou binnentuimelen in je droomwereld..
neen, zeg ik, in 'mijn' droomwereld, die jij hebt aangevoeld en voor mij opgeschreven. de 3 gedichten die ik heb geselecteerd vind ik puntgaaf, heel geconcentreerd, klankrijk, boordevol mysterie en (bij nadere analyse) rijk aan symboliek.
ik koos nachtraaf I en II omdat deze gedichten perfect aansloten bij mijn eigen droomervaring. zuivering vind ik intens vrouwelijk en mysterieus en helemaal afgerond.
1.
nachtraaf I
nachtschemer wikkelt donkere rokken,
weerwolven janken een jacht
met slagpennen als
spade kra kra krassen raven een om te woelen land
hanengekraai wist
restanten, onder blauwzwart
verendek lig ik rozig wit in komma
hier beschrijf je vloeiend hoe jij (en ik en iedereen die jou wil vinden) je na een droomnacht wakker woelt. het is alsof je je wervelend omwikkelt (of juist het omgekeerde: je wikkelt je los) met (uit) donkere rokken, zachtfluwelen of kanten jurken en zwarte mantels en omslagdoeken van schitterend brokaat, want je was een vemaledijde prinses in je dromen, een meskiene heks, een fatale vrouw met koolzwarte blik. in de schemering van de voorbije nacht, die plaats maakt voor rozige ochtendnevels (dit laatste is een toevoeging van mij, ik hou van roze!), hoor je een hond blaffen, neen, het is een weerwolf, want het is weerwolftijd, het uur u, waarop onschuldige individuen veranderen in verschrikkelijke weerwolven die mensen verslinden. daarbij woelen raven met hun slagpennen het land om. prachtig beeld, ik begrijp het zo: de raven openen de dag, zij bereiden de aarde voor die met de komende dag zal bevrucht worden.
maar is dit niet een beetje verontrustend, marleentje, de dag te beginnen bij schril hanengekraai, het geluid van een jankende weerwolf op de achtergrond en raven die er er zich mee bemoeien, wat denk je? neen, ik kan je verzekeren: in dit gedicht heb je onbewust een heel hoopvol tafereel geschetst.
eerst en vooral staat de haan voor nieuw begin, wederopstanding, hoop. meer nog: je totemdier is misschien wel de raaf. raven zijn heel bijzondere wezens. erover dromen is betekenisvol, zij zijn de boodschappers van sjamanen en tovenaars* en staan in verbinding met de grote leegte, het onderbewustzijn.
tenslotte kan ik je verzekeren: ook weerwolven waren, ondanks hun kwalijke reputatie hier in christelijk west-europa, oorspronkelijk boodschappers van geluk! in de germaanse mythologie verschenen weerwolven rond de kerstperiode, de joeltijd.* zij waren de trouwe krijgers van wodan, verdreven duistere machten en brachten opnieuw leven in de brouwerij, haha!
2.
nachtraaf II
lig ik rozig wit in komma kromgebogen
wakker te worden
klokken gonzen
mijn ogen open
achter mijn dromen
staat een punt
zo. na het gewoel en gejoel met totemdieren kom je, rozig en wel, met beide voeten op de grond terecht. je zet een punt achter je droomtijd en begint de dag met klokkengelui. als dit geen vrolijk einde is van wat eerst een nachtmerrie leek!!!
3.
zuivering
het was de sprong in het water het uitstervend geklater dat haar denken deed aan het verdwijnpunt, de serene lichtstip
de beek sloeg met zachte heupslagen de wildgroei langs haar oevers weg
en toen in vlinderslag haar lichaam weelde werd, bleek de beek in de zon haar spiegelpaleis, haar bron
heel mysterieus vind
ik hier de transgressie van het vrouwelijk personage in water,
symbool voor zuiverheid, maar ook bron van alle leven. de vrouw (= de
dichteres), neemt een duik in het water, wat een metafoor is voor duiken in het
leven zelf.
durven leven is een
beetje waaghalzerig, want onmiddellijk, bij het eerste contact met het water,
ervaart zij een vage indruk van verdwijnen. verdrinking? de dood? zij ziet
zelfs al het vage licht in de verte die een bijna-dood ervaring kenmerkt.
maar zij gaat niet
dood: neen, zij wordt als het ware één met het water, de beek is een
zwemmende vrouw, die met zachte heupslagen de
wildgroei langs haar oevers wegwerkt. wat kan betekenen dat zij op zachte,
vrouwelijke wijze de tegenslagen in haar leven wegwerkt.
wat ook betekent dat
we hier te maken hebben met een vrouw die de kracht heeft van het water. water
kan door trage, gestadige en zachte erosie zelfs rotsen overwinnen. het
vrouwelijk personage in dit gedicht kan dit wellicht ook, zij wordt het
water, de beek is haar spiegelpaleis, waar haar evenbeeld duizendmaal in
wordt weerkaatst. zij weet dat zij de bron is, het begin van alles, het
middelpunt.
hehe marleen, je hebt
hier verzen geschreven die elke vrouw moeten verblijden: je brengt een
boodschap van kracht en vertrouwen, van vrouwelijkheid en uithoudingsvrmogen.
je zegt: wij zijn als water en op deze manier, met overgave en geduld, komen we
er wel.
olala, is marleen
desmet een dichteres vol eigenwaan, of is zij een vrouw met een gezond gevoel
van eigenwaarde? ik opteer natuurlijk voor het laatste. zij is zich als vrouw
volledig bewust van haar invloed en kracht en dat is goed zo. daarbij is zij
een dame die over dit supervrouwelijk thema knappe en elegante gedichten
schrijft. bravo, marleen!
beste marleen, tot
slot raad ik alle lezers van mijn blog dringend aan een bezoekje te
brengen aan jouw blog!
met vriendelijke groetjes,
yasmin
* http://blog.seniorennet.be/marleen_de_smet/
* zie http://www.nativeart.nl/Totumdier_pag-2.htm
Voor de Indianen van de Noordwestkust van Noord-Amerika was en is de
raaf trouwens het belangrijkste schepsel. Het
was raaf, de gedaanteverwisselaar, de misleider, die de wereld creeërde. Hij
bracht de mensen op de aarde en gaf hen vuur en water. Hij verdeelde de
rivieren, meren en cederbossen over het land en plaatste de
zon, maan en sterren in de hemel, vis in de zee, zalm in de
rivier en voedsel op het land.
In het bezit van magie en
bovennatuurlijke krachten, kon raaf zichzelf op elk moment in alles veranderen.'
'Raaf komt als je om liefde, licht en heling vraagt.
Als Raaf je zijn medicijn brengt, geeft hij je een hoger besef, scherper begrip
en een verruimd bewustzijn. Met dit nieuwe begrip kan je binnendringen in het hart en de ziel
van anderen, je begint hun gevoelens te voelen.'
* zie:
www.traditie.be/artikels/WEERWOLVEN.doc
'Het is de wolfstijd, de meest duistere tijd van het jaar. In de
Joeltijd verschijnt Wodan ten tonele, hij komt als hernieuwer van de
levenskracht en de bevrijder van de zon uit de onderwereld. Ook zijn
trouwe volgelingen hier op aarde, zoals de weerwolven laten zich niet
onbetuigd. Zij treden op als verdrijvers van de duistere machten en
verwekkers van vruchtbaarheid, ze herscheppen de orde. Ze leggen in
hun dierenvemomming huisbezoeken af en verwekken vruchtbaarheid, vooral
op jonge vrouwen hebben ze het gemunt, hun ommegangen hebben dan ook een
sexueel tintje. De mensen zien deze volgelingen van Wodan graag komen, ze
geven ze eten en drinken want ze brengen geluk.'
ademvraag voor alle literatuurliefhebsters (freaks
for gentlemen):
hebben jullie ook een hoofdkussenboek un livre de chevet een
lievelingsboek waar je elke avond voor het slapengaan noodgedwongen in moet
lezen anders is het niet goed geweest je stopt het onder je hoofdkussen dan is
het een hoofdkussenboek je stopt het in je dekbedovertrek dan is het een
dekbedovertrekboek je legt het pal onder je bed dan is het een onderbedboek je
legt het op je cdbox dan is het een cdboxboek je legt het naast je nieuwe
topcom butler 3450 wandelende telefoon dan is het een wandelendetelefoonboek
ach je verlangt zo naar het samensmelten met je favoriete personages je wil dansen
in wervelende landschappen in vreemde huizen en settings en je wil eindelijk ook
eens beginnen schrijven aan je langoureus droomscenario zodanig zelfs dat je je
kamer met je oude en nieuwe hoofdkussenboekjes wil bemeubelen zes flinke opeengestapelde
romans lichtjes beneveld met heerlijk zomerparfum van kenzo haha dat wordt een
geurig theetafeltje een zakwoordenboek kan dienen als presse-papier om je krullende
notas bij te houden en welke fragiele ondraaglijk lichte bouwsels maak je niet
met verhalen of gedichten
heb geprobeerd bovenstaande zin zonder punten of kommas te schrijven, als in een wervelende
gedachtenstroom, omdat ik zo mijn liefde voor rendez-vous wil
uitdrukken, het boek van de franse schrijfster christine angot*,dat nu al een hele tijd mijn eigen
superhoofdkussenboek is.
wat ik in bovenstaande zin beschrijf heb ik ook met dit boek gedaan. ik
heb het voortdurend gemanipuleerd en verplaatst en zelfs overal meegesleurd, zo
verknocht was ik aan het verlangen van het hoofdpersonage (de schrijfster zelf)
naar eric estenoza, un acteur avec un regard qui devenait opaque a n
importe quel moment, een man dus waarop zij op gevaarlijke wijze verliefd
wordt en met wie zij van p. 34 tot p. 379 probeert amoureuze afspraken
te maken en dit lukt maar niet.
christine angot schrijft onwaarschijnlijk pittig, nerveus frans, in een
verrukkelijke verhaalstijl doorweven met innerlijke monoloogjes, korte stukjes
in directe rede en onverwachte flashbacks. daarbij strooit zij in het rond met
nonchalante details over typisch franse zeg maar: parijse- decors en settings.
zij hopt en zapt van het café de la
madeleine naar brasserie wepler, van het theater naar het restaurant,
van het quartier du marais naar belleville, van montpellier naar
toulouse en avignon en van le var naar la presquile de giens.
alles draait om haar onmogelijke, obsessionele en vooral imaginaire
liefde voor eric, waaraan zij alles ondergeschikt maakt. zij belt voortdurend en
stuurt smsjes en laat berichten achter op het antwoordapparaat. soms slaagt zij
erin om eric voor een afspraak te strikken, maar telkens is de ontmoeting in de
realiteit anders dan zij het zich in haar fragiele, door de liefde aangetaste
fantasie heeft voorgesteld. zij stapelt ontgoocheling op ontgoocheling en
verlangt en verlangt en slaapt bijna niet meer en op elke bladzijde voegt zij
een kwetsuur toe aan haar getourmenteerde, amoureuze ziel.
in het verhaal zelf schrijft christine dan ook nog tegelijkertijd
deze roman, waarbij zij regelmatig stukjes manuscript laat lezen aan eric. zij
worden zelfs beidengevraagd op literaire
avonden om publiekelijk stukjes uit rendez-vous voor te lezen. zo wordt de liefde
nog pijnlijker. het is alsof christine openlijk toelaat dat elk stukje
huid dat haar nog zou beschermen tegen de 'vrije val' (niet voor niets is verliefd worden in het frans een 'val', tomber amoureux. in het engels zeggen ze zelfs falling in love, in liefde vallende) door eric langzaam wordt
afgepeld, schub voor schub en met een heel scherp mes.
puur vrouwelijk
masochisme!
maar toch is dit een heerlijk boek, zo frans als het maar zijn kan. bij het
lezen kroop ik helemaal in de huid van christine, ik was christine. wat
heerlijk te lezen dat iemand anders dan ik nog meer liefdespijn kon ervaren dan
ikzelf, wat een katharsis ervaarde ik bij het lezen van christines bijna ziekelijk-romantische
dagdromerijen. joepie, ik was toen het jaren geleden ook allemaal met mij
gebeurde helemaal niet gek, alleen maar o zo indringend amoureus! en ik geloof nu
echt dat het waar is dat de fransen de liefde hebben uitgevonden!
tot slot nog een (verrukkelijk zuchtend) fragmentje:
Eric ne rappelait pas. Il fallait pas quejerappelle tout de
suite .. Je ne pense pas quil
mappellera demain ..Peut-êtrequíl ne
veut plus me parler.Peut-être quil ne
veut plus me voir. Jappellerai après-demain, je lui laisse encore la
possibilté de mappeler demain, même si je ny crois pas. Mais si son portable est fermé, comment je vais faire, je ne
vais pas encore laisser un message? Cest dur, cest dur.
Je fermais les yeux, je les rouvrais. Je poussais un
soupir pratiquement entre chaque phrase et je disais: ahhh. Je nespérait quune
chose, cétait de mendormir. Ce qui ne voulait pas dire que je ne croyais plus à lhistoire. Mais le manque était dur à vivre
Hehe, altijd gedacht dat het woord hoofdkussenboek afkomstig
was uit Japan!
Sei Shōnagon (清少納言), (965-1010s?), een Japanse hofdame die deel uitmaakte van het gevolg van Keizerin
Teishi (Heian periode) is namelijk de auteur van het wereldberoemde
hoofdkussenboek (The Pillow Book,枕草子makura no sōshi)!*
Dit hoofdkussenboek was eigenlijk een soort dagboek en
Sei Shonagon noteerde tien jaar lang anekdotes, opinies en observaties. Zij maakte
ook 164 lijstjes met verrukkelijke titels als:
When I make myself
imaging,
(Wanneer ik mezelf doe verbeelden)
Distressing Things,
(Verdrietige dingen)
Elegant Things,
(Elegante dingen)
Outstandingly
Splended Things.
(Uitzonderlijk wonderlijke zaken)
In haar introductie
schreef zij over haar dagboek:
I set about filling the notebooks with odd
facts, stories from the past, and all sorts of other things, often including
the most trivial material. On the whole I concentrated on things and people that
I found charming and splendid; my notes are full of poems and observations on
trees and plants, birds and insects. I was sure that when people saw my book
they would say, Its even worse than I expected. Now one can tell what she is
really like. After all, it is written entirely for my own amusement and I put
things down exactly as they came to me.*
Dametjes, dametjes, aan het werk!
Laten we de eeuwenoude traditie van hoofdkussenboekjes maken voortzetten....
Begin aan een dagboek, NU!!!
* Terwijl Europa nog in de
duistere middeleeuwen leefde, kende Japan toen reeds een rijke hofcultuur. Over
Sei Shõnagon is echter weinig bekend. Uit haar eigen, aanvankelijk geheime,
dagboek, en uit dat van anderen komt zij naar voren als iemand die wordt
aanbeden en gevreesd om haar scherpe tong, die over een grote parate kennis van
de Chinese poëzie beschikt en een grote schare aanbidders heeft.
*
Otto, Whitney, A Collection of Beauties at the Height of their Popularity,
Random House, New York,
2002, P. 275
verbijsterd ben ik en tegelijk heel gelukkig, wanneer ik op de blogs van seniorennet.be zoveel mensen tegenkom die van gedichten houden. ik tel 192 poëzieblogs en 77 literatuurblogs. andere bloggers, die bijvoorbeeld aan beeldverwerking doen, schrijven daar ook mooie verzen bij. ach, soms zijn het karamellenverzen, luchtige rijmpjes, nonchalante krabbels over vriendschap en liefde.
maar mooi vind ik dit!
in het o zo bekrompen kringetje van vlaamse dichters en schrijvers wordt al eens meesmuilend gedaan over deze tekstjes en over de schrijvers ervan. maar ik breek een lans voor deze poëzie! het zijn hartekreten en ik voel totaal geen hoogmoed en pretentie, alleen het plezier en de noodzaak te communiceren. authenticiteit dus. daar kunnen we toch niet tegen zijn zeker? iedereen in deze wereld heeft het recht zijn gevoelens en gedachten hoe dan ook te uiten!*
een blogster die duidelijk plezier heeft in schrijven is merel*. tot mijn grote verbazing en verrukking vloeit bijna elke dag een tekst uit haar toetsenbord. een waaier van onderwerpen vindt zij de moeite waard om over te schrijven. de ene keer creëert zij een speelse tekst over een opwaaiend zomerjurkje, de andere keer schrijft ze over mensen die pijn ervaren en doodongelukkig zijn.
opvallend is echter dat zij het dikwijls heeft over dromen, over dansen, vliegen, wegwaaien als het ware. hehe, gebruikt deze dame ook de techniek van het loslaten (zie mijn vorig stukje over pijn) om even de dagelijkse beslommeringen te ontvluchten en zich te verliezen in een verrukkelijke droom?
ik heb hieronder een selectie gemaakt van de gedichten van merel die beantwoorden aan mijn huidige smaak en die, zoals ik zo dikwijls al heb benadrukt, perfect de ondraaglijke lichtheid van het bestaan illustreren:
Het jurkje
weet je wat
ik zie
de zomer die weldra komt
een zondagochtend
vogels fluiten hun concert
en ik
ik voel geluk in mij
trek mijn oogverblindend frivole jurkje aan
blote benen
voelen zomerwindje
en tenen
die gevaarlijk dansen
in mijn open schoentjes
dan ren ik naar buiten
loop je tegemoet
we plukken van de zonnestralen
en walsen in het vroege licht
tot we uitgeput zien
hoe boven onze vijver van verlangen
ons spiegelbeeld in alle hevigheid hunkert
en jij met een ruk
mijn frivole jurk
in het dauwgras gooit
dit gedicht bulkt van sensualiteit en jeugdig enthousiasme, merel! heel mysterieus vind ik dat de geliefden eerst hun spiegelbeeld zien boven de vijver van verlangen en zich dan verliezen in de liefdesdaad. wat zou dit te betekenen hebben???
Kom merel
kom Merel
je mag gaan
laat je oude vleugels rusten
ze geven je slechts pijn
hier zijn vleugels van ontdekken
voor je vlucht hoog in de lucht
vlieg maar boven alles uit
langs de verlaten straten
tot voorbij de kleuren van de regenboog
vlieg voorbij jezelf
spring uit je veilig nest
laat eenzaam tot je komen
rust maar op de hoogste bergtop
kijk mijmerend naar beneden
je bent een stipje van het groots geheel
ik zie je knikken van begrijpen
zo dankbaar dat je er mag zijn
merel wil duidelijk ontsnappen aan een onmogelijke, piijnlijke situatie. mooi is dat zij haar eigen grenzen wil overstijgen: dit is misschien wat zij nodig heeft, het besef dat zij veel meer aankan dan ze tot nu dacht, het besef dat ze sterk is en niet in te tomen. maar tegelijk weet ze dat ze maar een onooglijk stipje is in het heelal.
Een oogje
ze liet een
oogje vallen
stuurde het
totaal van de wijs
richting knappe kerel
het oogje begon
zo waar te blozen
stamelde woorden
voelde zich verlegen
wou zo graag versieren
ze flirtte met de kijkers
van die stoere vent
keek diep in zijn ogen
kon het niet geloven
een knipoog
sprong haar tegemoet
samen rolderbolderden ze
twee oogjes
zagen passie groeien
en kregen een verliefd gevoel
dit vind ik een supergrappig, bijna puberaal gedicht. graaft merel in haar verleden en is zij weer verliefd?
Het meisje
het meisje danste met de
droom
ze had haar nieuwe schoentjes aan
en met haar kobalt jurk
voelde ze zich de prinses
van het galabal
ze dronk voor het eerst
van de beker van geluk
zag sterren fonkelen en
proefde van haar stoutste dromen
nog even en wie weet misschien
vloog ze in de armen van de prins
die haar teder kuste
ze zweefde met het gevoel
van lopen op de wolken
en vroeg zich af
hoe lang zo iets kon duren
want morgen
wist ze te vertellen
is alles weer zo doodgewoon
om van een anticlimax te spreken! merel komt uiteindelijk op haar poten terecht!!
mijn wiegendroom
mijn wiegendroom
je bent mijn veilige haven
bij jou voel ik me thuis
je bent mijn redding in de donkere nacht
de boei die ik met beide handen
omklem om nooit meer los te laten
mijn wiegendroom
jou wereld is mijn eerste leven
de schoonheid streelt mijn kijkers
een rilling kruipt heel diep in mij
ik voel koud en toch ook warm
en leef in de verleden tijd
ik droom je droom zo heel intens
je loslaten lukt me niet
zonder jou ben ik verloren
een ziel die botst tegen de harde werkelijkheid
er is geen nevel en geen enge ruimte
alleen een open veld zonder horizon
mijn wiegendroom
in je wereld wil ik verder dromen
laat je beelden voor altijd leven
mijn wiegendroom
in jou zie ik wat ik niet meer zie
dit vind ik het mooiste, meest doorleefde gedicht. een aandachtige lezer weet dat merel de pijnlijke werkelijkheid wil wegwiegen, zij wil verder blijven dromen omdat in een ver verleden (= haar eerste jeugd, toen ze nog een kind was en veilig in een wiegje in slaap viel) het leven duidelijk minder pijnlijk was.
ik zou zo zeggen: droom maar, merel, ondertussen gaat het leven verder en straks word je wakker met nieuwe inzichten en een frisse kijk op de dingen!
* natuurlijk zou ik (als ex- leerkracht nederlands) in sommige gevallen kunnen opmerken: ach, ach, mensen, leer eerst behoorlijk spellen, leer eerst je taal te gebruiken. maar alle grote uitgeverijen hebben correctors. wie slaagt erin volkomen foutloos te schrijven? in nederland is manuscriptenbeoordeling een must, niemand publiceert officieel zonder zjn werkstukken te laten nalezen op fouten en onregelmatigheden. * http://blog.seniorennet.be/begrijphetnietje/
so dark and quiet and distant and silent and sad as you are
why are you always folding up yourself into the hell
of those untouchable bunch of feelings and thoughts
into that black soul of the deep
dit bizarre en duistere engelstalig gedicht schreef ik midden jaren '80. zei ik onlangs nog tegen ward (een fantastische jongeman van 24), dat ik - hoe vreemd dit ook klinkt - in het begin mijn gedichten in het engels schreef.
hijzelf heeft een muziekblog in het engels, heel leuk.
ben dus, lieve bezoekers en bezoeksters van mijn blog, al heel mijn bewuste (en onbewuste) leven doordrongen van poëzie. goed zo. toch ben ik absoluut niet tevreden. eergisteren zei ik nog tegen monika: het komt er niet op aan een mooi gedicht te schrijven, een echte dichteres schrijft er een bundel vol van.
en tja teveel geëxperimenteerd heb ik wel. ik schreef dromerige gedichten, heel compacte gedichten, lange gedichten, korte gedichten, prozagedichten, surrealistische, postmodernistische, enz. ik probeer nu wel enige eenvormigheid na te streven, verzamel notities en oude en nieuwe verzenkrabbels en probeer deze bij elkaar te puzzelen tot een sluitend geheel.
in de loop der jaren heb ik een kleine verzameling dichtbundels aangelegd. eerst en vooral heb ik me boekjes van vlaamse dichteressen (in een breed spectrum, gaande van christine d'haen tot claire vanden abbeele tot officieel redelijk onbekende dichteressen als monika detter) aangeschaft.
naast gedichten in het nederlands heb ik natuurlijk ook het vrouwelijke poëtische landschap in andere talen verkend. anna achmatova, wislawa szymborska, sylvia plath, djuna barnes, andréesodenkamp, liliane wouters, emily dickinson, zoë valdès: de verzen van deze dames heb ik indertijd met hongerige, intense aandacht en met heel veel genot opgelepeld, als waren het heerlijke dessertjes, schuimende shakes, smeuïgesabayons en koele granités.
maar ook mannen schrijven heerlijke gedichten: natuurlijk! een hele brede boekenplank heb ik volgestouwd met de pennenvruchten van de heren dichters. alhoewel ik voortdurend in mijn handelingen en gesprekken vrouwen positief discrimineer, toch voeg ik er altijd glimlachend en met binnenpretjes aan toe: kom maar, lieve dichters, schrijf de mooiste gedichten, vermaak me en doe me met jullie verzen een intens genoegen!
(ondertussen is het zachtjes beginnen regenen. sinds enige dagen is de stralende, premature zomer verdwenen. het is winderig, bewolkt, met af en toe een fikse regenbui - heerlijk en stemmig vind ik dat. vroeg in de ochtend doe ik niets liever dan naar het ritmisch geluid van roffelende regendruppels luisteren, bij de openstaande keukendeur. want al bij al blijft de temperatuur zacht en aangenaam.)
op dit ogenblik ligt aan de linkerkant van mijn oude, ronkende pc mijn nieuwste aanwinst: het verrukkelijke dieprode dichtbundeltje van claire vanden abeele, 'als vrouwen beminnen'*.
wat heb ik toch met claire vanden abbeele? toen ik indertijd in boekhandels of op beurzen de dichtbundels van deze dame doorbladerde, vond ik haar te licht wegen. maar nu groei ik naar haar dichtkunst toe. wellicht omdat zij zo goed kan schrijven over liefde en verlangen, in eenvoudige verzen die door heel veel mensen kunnen worden gesmaakt. niks verontrusting in taal of inhoud: de gedichten van claire vanden abbeele vloeien zo je lijf binnen en laten je achter met een gevoel van vreugde en lichtheid.
kijk maar, lees maar, voel maar dames en heren, dit is claire:
Hoe zacht dit opgaan in de onbevattelijke lichtheid van het bestaan zonder wensen, zonder geheugen, zonder tijd alleen maar dit opgaan overgeleverd aan handen die glijden als satijnen vezels. Hoe vreemd bevrijdend deze zalvende uren zo onvoorspelbaar veranderlijk zalig jouw adem die golvend vloeit over heuvels en huid. Hoe bevreemdend deze hunker die de luister van het oude zijn doorploegt, een spiegelende wereld die zaait en wachtend waakt tot lange seizoenen korte dagen worden. Hoe zaligmakend wij als hartslag van een ondoorgrondelijk licht.
* claire vanden abbeele, als vrouwen beminnen, lannoo, 2006
ik wilde voor je wegging op je bord een briefje leggen met daarop (in gouden letters): wat ben je toch een schat een droedel een honingbeer
maar niets schreef ik
(literair dagboek, 1998)
gisteren steeg de temperatuur tot meer dan 28 graden, het zoveelste warmterecord sinds de metingen zijn opgestart in 1833. lekker weertje was het wel. alhoewel toch beangstigend, dat het nu al zomer wordt - de lente is toch maar pas begonnen!?!?
a. en ik hebben hooikoorts. vroeger nooit last van gehad, nu de volle lading. omdat het zo warm is staat de deur naar de tuin de ganse dag wijdopen. mooi is het wel om zo de weelderige bloesemtakken in de omringende tuintjes over de muren heen te zien bloeien, maar o wee, delucht ziet geel van het stuifmeel en wij maar snotteren en briesen en rochelen, geen zicht!
we moesten pilletjes slikken en een mysterieuze vloeistof in onze neusgaten spuiten, met een speciaal pompje. dit moest volgens een bepaald ritueel. we lachten ons een kriek (hoe doe je dat???), want we wilden deze keer echt de aanwijzingen op de prentjes van de bijsluiter volgen.
de eerste keer spoten we lucht, de tweede keer overdreven we in tegenovergestelde richting. bij mij had het spuitje bijna het effect van een drug: ik liep een tijdje euforisch rond, verrukt van de bloesemgeur van het geneesmiddel (was het jasmijn, anjer of geranium?), een geur die als het ware bezit nam van mijn lichaam.
en ach, ach, ondertussen mijn blog zwaar verwaarloosd. was een stukjebegonnen over ritme en metrum bij haiku, maar voorlopig alles maar in kladversie opgeslagen. concentratie vereist voor deze materie, dus even geduld nog. nooit een onbegonnen werk beginnen voor je er daadwerkelijk kunt aan beginnen!
maar speciaal voor een bezoekster van mijn blog voeg ik aan dit stukje drie gedichten toe. een titelloos gedicht van de liefdestuinmanin het frans, eentje van de engelse dichteres katherine mansfield (1888 - 1923) en tevens een van mijn favoriete schrijfsters, en een bloesemend tuingedicht van mezelf.
wacht vol ongeduld op je commentaren, merel!
1.
De peur que je
n'apprenne à te connaître trop facilement,
tu joues avec moi.
Tu m'éblouis de tes
éclats de rire pour cacher tes larmes.
Je connais tes
artifices.
Jamais tu ne dis le
mot que tu voudrais dire.
De peur que je ne
t'apprécie pas, tu m'échappes de cent façons.
De peur que je te
confonde avec la foule, tu te tiens seule à part.
Je connais tes
artifices.
Jamais tu ne prends
le chemin que tu voudrais prendre.
Tu demandes plus que
les autres, c'est pourquoi tu es silencieuse.
Avec une folâtre
insouciance, tu évites mes dons.
Je connais tes
artifices.
Jamais tu ne prends
ce que tu voudrais prendre.
(Le Jardinier d'amour, XXXV)
wat de liefdestuinman hier zo schitterend weet te suggereren is hoe de dame aan wie dit gedicht gewijd is op een zo typsch vrouwelijke manier (ik herken er mezelf in) zich telkens afwendt van zichzelf en zich verliest in een rol die de hare niet is. nooit neemt zij de weg die zij zou willen nemen.
maar hoe kunnen wij ook anders? hoe kunnen wij, vrouwen, onszelf zijn in een door mannen overheerste wereld?? onbegonnen werk!
2.
The earth-child in the grass
In the very early morning
Long before Dawn time
I lay down in the paddock
And listened to the cold song of the grass.
Between my fingers the green blades,
And the green blades pressed against my body.
"Who is she, leaning so heavily upon me
?"
Sang the grass.
"Why does she weep on my bosom,
Mingling her tears with the tears of my mystic
lover?
Foolish little earth child !
It is not yet time.
One day I shall open my bosom
And you shall slip in - but not weeping.
Then in the early morning
Long before Dawn time
Your lover will lie in the paddock.
Between his fingers the green blades
And the green blades pressed against his body
Katherine Mansfield
heel mooi, hoe de dichteres hier de verbondenheid van het personage (zijzelf?) met het gras beschrijft: tussen haar vingers de groene grassprietjes en de groene grassprietjes gedrukt tegen haar lichaam. heel mysterieus is de zin:
mingling her tears with the tears of my mystic lover
zijn tranen hier de dauwdruppels, en wie is toch die mystieke geliefde van het gras?
als de jongedame dan (bij het sterven?) opgenomen wordt door het gras, versmolten is met de aarde, neemt de geliefde (van deze jongedame!) haar plaats in en schurkt zich op zijn beurt tegen het gras aan. schitterend!
3.
tuin de saegher in bloei bij een schilderij van louis thevenet, 1923
vreemd
hoe deze tuin zich omkeert. de
lijnen eindigen aan de rechterkant, wijl zij schijnbaar
in dit schilderij beginnen aan de linkerzij. ik dwaal als in een droom van pruimenbloesem, ik
kijk verrukt doorheen een kluwen van klimop.
de
dennenbomen drummen in mijn rechteroog, maar
tegelijk kleurt gras de andere helft van mijn pupil. mijn
rug schuurt rakelings langs een bronzen muur van
bamboe, mijn vingers tintelen als rozen. ik
schommel traag langs deze weg van smaragd,
ik tuimel zachtjes in een wieg
van jade. het parfum van seringen dwarrelt dol volmaakt doorheen
de doolhof - de tuin de saegher in
bloei, de tuin de saegher in bloei, de
tuin de saegher, de tuin
(2005)
alhoewel het niet zo eenvoudig is commentaar te geven bij mijn eigen gedichten, denk ik toch dat ik hier heb willen aantonen hoe bedwelmend lente kan zijn.
een bloeiende lentetuin brengt mij aan het wankelen, is als een doolhof.
Her eyes and the tattoo on her hands are
Palestinian, Her name, Palestinian, Her dreams and sorrow, Palestinian, Her kerchief, her feet and body, Palestinian, Her words and her silence, Palestinian, Her voice, Palestinian, Her birth and her death, Palestinian.
Mahmoud Darwish
mooi, mooi, de post-it van vandaag! wat een immense liefdesverklaring!
de palestijnse dichter mahmoud darwich (1942) is een van de grootste hedendaagse dichters in de arabische wereld. ik bewonder hem enorm. meer dan van zijn louter politieke gedichten hou ik van murale (de muur), een heel lang gedicht met mystieke en metafische connotaties.
enige jaren geleden heb ik de moeite gedaan dit sublieme werkstuk (meer dan 1500 verzen, meer dan 9000 woorden) helemaal van uit het frans naar het nederlands te vertalen. het is een uitzonderlijke tekst, dromerig en lyrisch, met duidelijke sporen van zeer oude teksten als het hooglied uit de bijbel of het gilgamesjepos.
alhoewel m.d. de bedoeling had een gedicht te schrijven over de dood, blijkt murale achteraf een hymne aan het leven te zijn!
ik noteer hier enkele schitterende fragmenten, in eigen vertaling dus, uit murale*. de verzen deinen uit naar de oneindigheid - haal even diep adem en verorber deze verrukkelijke regels met kleine hapjes:
1.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik een idee zijn dat geen enkel zwaard
zal dragen
Naar het verlaten land, geen enkel boek ..
Een gelijkaardig idee in de regen op een berg
Gespleten door de groei van een grasspriet
En de kracht zal niet gewonnen hebben
Noch de vluchtige rechtspraak.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik een vogel zijn, en van uit mijn
niets
Zal ik mijn leven putten. Iedere keer als
mijn vleugels opbranden,
Kom ik de waarheid dichterbij en ik word
Uit de as opnieuw geboren.
Ik ben de dialoog der dromers.
Ik heb mijn lichaam en mijn ziel afgezworen
Om mijn eerste reis der zinnen te verwezenlijken.
Maar hij verzengde me en verdween.
Ik ben de afwezigheid. Ik ben de hemelse
Opgejaagde.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik dichter zijn.
En het water zal zich onderwerpen aan mijn
helderziendheid.
Metafoor van de metafoor alleen mijn tong
Want ik zeg noch wijs
Een plaats aan. En die plaats is mijn zonde en mijn
alibi.
Ik ben van daar.
Mijn hier springt van mijn stappen naar mijn
verbeelding ..
Ik ben wie ik was, wie ik zal zijn
En de oneindigheid maakt me en doodt me daarna.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik een wijngaard zijn.
Aan de zomer van me te persen zonder dralen,
Aan de voorbijgangers mijn wijn te drinken
Op de luister van de gesuikerde plek!
Ik ben de boodschap en de boodschapper,
De kleine adresjes en de brieven.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
2.
Wees op je hoede voor de
ochtend en leef het leven, op het moment.
In een vrouw die je
liefheeft,
Leef voor je lichaam, niet
voor je illusie
En wacht op het kind dat in
jouw plaats je ziel zal dragen.
Want de eeuwigheid zetelt
in de afkomst.
En alles is zinloos en
vluchtig
Of vluchtig en zinloos.
Wie ben ik?
De Zang der zangen
Of de Wijsheid van de
Prediker?
Jij en ik zijn mij.
En ik ben dichter
en koning
En wijs op de rand van de
put.
Geen wolk in mijn hand
Noch elf sterren
Op mijn tempel.
Mijn lichaam is mij te smal
geworden
Mijn eeuwigheid is mij te
smal geworden
En mijn morgen
Troont, zoals de kroon van
het stof,
In mijn zetel.
Ijdelheid, ijdelheid der
ijdelheden ijdel.
Alles op deze aarde is
vluchtig.
Winden uit het noorden, de
winden,
Winden uit het zuiden, de
winden.
De zon komt in zichzelf op
De zon gaat onder in
zichzelf.
3.
En mijn naam, die
samengesteld is uit vijf horizontale letters,
Behoort mij toe, ook als ik
hem verkeerd zou uitspreken:
De mîm van de liefdesgek,
van het weeskind,
van wie het verleden is
gerealiseerd,
De bâ van de tuin, van de
geliefde,
van de twee verslagenheden
en de twee pijnen,
De mîm van de avonturier,
van hij die ziek is van verlangen,
van de uitgewezene
klaargemaakt voor en voorbereid
op zijn aangekondigde dood,
De waw van het afscheid,
van de mediane roos,
van de verlichting door de
geboorte waar zij geschiedt,
van de belofte van de
vaders en de moeders,
De dâl van de gids, van de
weg, van de traan van een ineengestort huis
en van een mus die me
liefkoost en bebloedt,
Die naam behoort mij toe
En hij hoort toe aan mijn
vrienden, waar zij zich bevinden,
En mijn tijdelijk lichaam,
aanwezig of afwezig, behoort mij toe
Twee meter van deze turf
zal vanaf nu volstaan
Een meter vijfenzeventig
voor mij
En de rest, voor de bloemen
met de slordige kleuren
Die mij langzaam zullen
opdrinken. En wat mij toebehoort
Behoort mij toe, mijn
verleden, en wat mij zal toebehoren,
Mijn verre ochtend en de
terugkeer van de verloren ziel.
Alsof niets geweest is.
Alsof niets geweest is.
Niets dan een lichte
kwetsuur
Aan de arm van het absurde
heden
En de geschiedenis lacht
zijn slachtoffers uit
En zijn helden
Zij werpt hen een blik toe
en gaat voorbij
Deze zee behoort mij toe
Deze vochtige lucht behoort
mij toe.
En mijn naam,
Ook als ik mijn naam,
gegrift op mijn graf
Verkeerd zal uitspreken,
Mijn naam behoort mij toe.
Maar ik, vanaf nu vol van
alle redenen tot vertrek, ik,
Ik behoor mij niet toe,
Ik behoor mij niet toe,
Ik behoor mij niet toe
* murale, poeme traduit de l' arabe (Palestine). par Elias Sanbar, Mondes Arabes, Actes Sud, 2003. p.8/10, p.44, p.51
of (hoe ik samenleef met gedichten) sinds enkele weken verrast a. me elke ochtend met een gedicht. hij gebruikt hiervoor de post-it software op onze pc. als ik om zeven uur 's ochtends, na het ontbijt, mijn mailtjes en mijn blog bekijk, prijkt op het scherm een gele virtuele post-it met een schitterend gedicht in het frans of in het engels. a. kiest werkelijk prachtige gedichten voor me uit, het is alsof hij kan raden wat ik knap vind!
heerlijk, de dag te beginnen met een gedicht!
mijn lievelingsgedicht is tot nu toe van de russische marina ivanowa tsvetaeva (1892- 1941):
Tel est fait de
pierre, tel est fait d'argile,
Mais moi, je
m'argente et scintille
Je m'occupe de
trahir, je m'appelle Marine,
Je suis la fragile
écume marine
Tel est fait de
pierre, tel est fait de chair.
Pour eux cercueils et
pierres tumulaires;
Dans les fonds
marins baptisée
Je suis, dans mon
envol, constamment brisée!
Au travers des
coeurs, au travers des rêts,
Mon bon plaisir
perce son chemin
Moi - Vois-tu ces
boucles déchaînées?
Je ne suis point
faite de dépôts salins,
Me brisant sur vos
genoux de granit,
A chaque vague je
ressuscite.
Que vive l'écume,
joyeuse écume,
La
haute écume marine.
marina tsevataeva drukt in deze verzen mijn huidig levensgevoel uit. zij vergelijkt zich met het bruisend zeeschuim, dat iedere keer opnieuw breekt en iedere keer opnieuw geboren wordt uit de beweging van de golven.
ik hou vooral van het vers:
'Je m'occupe de trahir,je m'appelle Marine'
(ik hou me bezig met verraad!)
want eindelijk, of misschien weer opnieuw, besef ik dat eeuwigdurende principes rotzooi zijn. wil je verandering, vernieuwing in je leven, dan moet je dingen uit je vorige levenscyclus loslaten, zelfs al lijkt dit op verraad.
het is geen verraad, het is een correctie of aanvulling van vorige, niet meer bruikbare attitudes, die je gewoon moet weggooien, want zij zijn nefast voor je huidige situatie.
mooie hibiscus hoe bedwelmend traag je bloemknop zich ontvouwt
pretentieloos, zo zou ik deze haiku los uit de pols willen omschrijven. de japanse meesters en hun vele westerse adepten kunnen misschien heel diepzinnige en ernstige haiku's schrijven, maar ik verkies de laatste tijd de bedrieglijke eenvoud. luchtigheid, vluchtigheid, pittige humor en afstandelijkheid - concepten die ik me al jaren eigen heb gemaakt en die uitmonden in een geesteshouding die misschien velen als 'niet ernstig' of 'oppervlakkig' of zelfs 'verraderlijk' wordt omschreven, maar die ik niet van me af kan schudden. want is mijn (ons) bestaan niet 'ondraaglijk licht' en ervaar ik niet dagelijks de fragiliteit en het onbestendige der dingen???
ik moet bekennen dat zen al jaren geleden in mijn leven is binnengedrongen en bijwijlen zijn invloed uitoefent. vooral in deze periode van mijn leven, nu ik niet meer aan het werk ben, heb ik vele dingen moeten loslaten. ik zou er niet in geslaagd zijn dit gevoel van relatieve rust te hebben bereikt zonder de goede raad en de inspiratie van zen.
haiku, bij uitstek de literaire vorm die nauw aansluit bij het gedachtengoed van zen, is dus niet alleen een klein gedichtje. de wereld van haiku vertegenwoordigt ook een zen-attitude die duidelijk kan bijdragen tot een gevoel van lichtheid, vrede, geluk misschien.
in een van mijn eerste stukjes, 'yasmin', noteerde ik een paar verzen van william blake, de aanhef trouwens van het gedicht:
Auguries
of Innocence
To
see a World in a Grain of Sand
And
a Heaven in a Wild Flower,
Hold
Infinity in the palm of your hand
And
Eternity in an hour.
blake, grotre engelse mystieke dichter (1757-1827) had het blijkbaar ook reeds begrepen: in een wilde bloem zit de hemel verborgen, de eeuwigheid kun je ervaren in een stonde. die ervaring, voeg ik hieraan toe, is voldoende om de schoonheid van het bestaan te ervaren, een schoonheid die zelfs samengaat met lelijkheid, want het een kan niet zonder het ander.
de haiku-dichter is dan degene die in 17 lettergrepen deze schoonheidservaring afzondert, die bovenop de mestvaalt van het dagelijks bestaan een roos laat bloeien.
en dat helpt, ik kan het je verzekeren! want plotseling is al het grootse, het indrukwekkende, het sensationele, het materieel-bombastische in ons leven compleet overbodig en kunnen wij stilletjes genieten van bijvoorbeeld het openbloeien van een schitterende hibiscusbloem in de tuin. dit genot is zeker niet oppervlakkig, het bloeit helemaal open in de diepte van onszelf en die opening naar schoonheid kan urenlang, dagenlang blijven doorwerken...
dat het soms lijkt of teksten vanbinnenuitbewegen, dat woorden en zinnen in staat zijn lezers te ontroeren (to move them), kan ik op eenvoudige manier illustreren aan de hand van de schitterende intro bij listen, een bericht over daklozen in de blog van tumbleweed*.
The water flows high and fast under the bridges in this city I visit too
often without ever being remotely a part of it or really seeing it. The high
water implies that one can not walk along the canal, and as a consequence the homeless,
who like to sleep under these bridges, out of the rain, relatively out of the
wind, have no where to go.
'het water stroomt hoog en snel onder de bruggen van de stad die ik te dikwijls bezoek zonder er eigenlijk deel van uit te maken of ze werkelijk te zien...'
dit is amper de aanhef van de tekst en ik ben al verkocht!
een wereldstad als parijs of london of tokio of moskou binnenrijden, met de auto of met de trein of met de bus, is altijd opnieuw een fantastische ervaring. ik kijk dan naar de voorbijstromende huizenrijen, straten, waterwegen, spoorwegen, bruggen, wolkenkrabbers, bomen, terrains vagues. ...
altijd opnieuw heb ik het gevoel meegesleurd te worden in een emotie waarbij angst, spanning en hoopvolle verwachting om de beurt hun opwachting maken. ik laat me machteloos meesleuren door de 'voorbijvliegende' beelden: dit is nieuw, dit is onbekend terrein, hier lokt het avontuur.
tumbleweed maakt deze 'blijde intrede' stilistisch ijzersterk door onmiddellijk de vliedende kracht van het water zelf te introduceren. wij voelen ons hoog en snel meegenomen in een tocht door de grootstad, langs haar voornaamste natuurlijke invalsweg, de belangrijkste stroom, waarlangs historisch gezien elke dorp, elke stad zich heeft ontwikkeld en die de energie van elke grootstad met zich meedraagt.
door deze link met het water, dat razendsnel voorbijstroomt, bereikt schrijfster tumbleweed bij mij een psychologische boost. mijn gemoed zet zich als het ware in beweging, mijn aandacht staat gespannen en ik lees ademloos en geboeid 'het vervolg', namelijk een zeer gevoelig exposé over het fenomeen daklozen.
omdat tubleweed zo virtuoos en beweeglijk deze tekst inleidt, een tekst die dan ook nog de dwingende titel listen -luister-, draagt, lees ik vlot het indringende verhaal van mensen die leven op een manier waar wij, onnozele verwende consumenten, totaal geen weet van hebben.
en misschien, misschien begrijpen wij (de andere lezers en ik) na de lectuur van deze tekst een beetje beter de daklozen, zij die aan de zelfkant van de rijke westerse maatschappij leven. misschien denken wij eens aan iets anders dan aan onze dagelijkse soap, onze etentjes in sjieke restaurants en onze zondagse wijngildes. misschien gaan we ons zelfs minder egoïstisch en zelfvoldaan opstellen tegenover deze zogenaamde losers, misschien gaan we zelfs tot actie over. misschien gaan we daadwerkelijk helpen. of hoe goede literatuur, goed gekozen woorden tot sociale bewogenheid kunnen leiden. hoe tumbleweed zo haar steentje bijdraagt tot de oplossing van een schijnbaar onoplosbare onrechtvaardigheid: de schrijnende, vernederende armoede van velen tegenover de flitsende, reusachtige rijkdom van enkelen.
mijn stukje over de derde dimensie in haiku (zie 'yasuda') houdt mij nog altijd bezig. hoe de harmonische compositie van een kunstwerk (en dat is een haiku zeker, een minuscuul maar perfect kunstwerkje) de toeschouwer of lezer nog intenser kan doen genieten van schoonheid.
schoonheid treft, ontroert, brengt iets in beweging.
niet voor niets bestaat het woord ontroering, uit het grondwoord 'roer', van het ww roeren, met een voorvoegsel en een achtervoegsel erbij. roeren is beweging.
maar wat beweeegt?? het schilderij, de haiku, het gedicht zelf??? of beweegt er iets in ons, de toeschouwer? en wat voor een beweging is dat dan? ik heb me altijd afgevraagd wat een emotie (en trouwens ook: een gedachte, een idee) eigenlijk is. wat gebeurt er met ons als wij emoties hebben???
uiteindelijk kwam ik tot de conslusie dat emoties met lichamelijke (chemische) processen te maken hebben. als we erg van slag raken, bang zijn, blij, euforisch gelukkig, worden er telkens andere stoffen in ons lichaam aangemaakt en afgescheiden en dat geeft ons dan een bepaald gevoel. emoties worden dus duidelijk opgewekt door gebeurtenissen of toestanden buiten onszelf en zijn onze lichamelijke reactie hierop.
de taak van de kunstenaar is dus (of een van de taken, zou ik zo zeggen), een kunstwerk zodanig op te bouwen dat een effect van beweging wordt bereikt. dat effect van beweging kan dan worden gerealiseerd door gebruik te maken van allerlei (technische) middelen, die door de kunstenaar intuitief, bewust of onbewust worden gehanteerd.
dus rekening houden met de regels van perspectief in haiku valt zeker onder bovenstaande stelling.
maar ook in andere tekstvormen valt me telkens op dat ze mij boeien omdat ik meegenomen word in een soort beweging, een reis in de ruimte als het ware, waarvan de ijkpunten woorden zijn. woorden als vervoermiddel, als ultiem glijmiddel voor de droom.
weer eens een winderige dag. het stormt. ik hoor de wind huilen als in een rampenfilm. hierbinnen gloeit ons kacheltje, onze kleine godin. heb een boekje* met een selectie van gedichten van pessoa naast mij gelegd. pessoa moet je in de donkere maanden lezen, bij een behaaglijk vuur. pessoa trekt je mee naar onpeilbare diepten.
toch wil ik hier een gedicht overpennen, dat zeker niet deprimerend is (zoals dikwijls onterecht wordt gezegd over de poëzie van pessoa), maar dat het leven zelf als enige bevredigende waarde erkent:
* het is een vreugdevol gedicht * met een hoog zengehalte * en een perfecte illustratie van mijn huidig levensgevoel!
I take myself indoors and shut the window,
They bring the lamp and give me goodnight,
And my contented voice gives them goodnight.
O that my life may always be this:
The day full of sun, or soft with rain,
Or stormy as if the world were coming to an end,
The evening soft and the groups of people passing
Watched with interest from the window,
The last friendly look given to the calm of the trees,
And then, the window shut, the lamp lit,
Not reading anything, nor thinking of anything, not sleeping,
To feel life flowing over me like a stream over its bed,
And out there a great silence like a god asleep.
* Fernando Pessoa, selected poems translated by Jonathan Griffin, Pinguin International Poets, Pinguin Books Ltd, London 1988, p. 85.
de jonge dichter in bovenstaand fimpje is wijs, ondanks zijn rebels imago. hij klaagt de (moslim) wereld aan die hij kent, maar die wereld kan ook getransponeerd worden naar andere werelden. ook bij ons, zij het minder zichtbaar en meer verfijnd, werkt een bepaalde soort dominantie.... weggemoffeld in de consumptiemaatschappij tussen de etenswaren, zoals bij medvedev, of in de brainwashingmachine van religie, politiek en vooral in de uitsluitingsmechanismen die geraffineerd in het voordeel werken van de gelukkigen die wel officieel toegelaten worden tot the crowd.
denk maar aan de demonisering van illegalen, gevangenen, migranten, vrouwen, homo's, werklozen, psychisch zieken, enz... natuurlijk is het westen rijk genoeg om deze mensen een aalmoes te bieden om te kunnen overleven, maar om te mogen meedoen, om toegelaten te worden tot bepaalde groepen, moet je over andere trampolines beschikken! talent, ijver en inzet zijn dikwijls niet genoeg! ondanks het uiterlijk vertoon van onze democratische verworvenheden, is er nog voortdurend een selectie bezig. het verschil tussen arm en rijk wordt almaar groter...
.
yayah hassan is een een palestijns-deense dichter van amper 19, die zich verzette tegen de gewelddadige sfeer thuis. toevallig komt hij uit een islamitisch immigrantengezin. yayah hassan werd als tiener in internaten geplaatst om te beletten dat hij in de crimlinaliteit zou verzeild raken. hij begon als rapper, maar zijn eerste dichtbundel, gedichten, was een instant succes.
Hij schrijft in hoofdletters. En af en toe glipt er een uitroepteken tussen. Zo urgent is de poëzie van Yahya Hassan, de 19-jarige Palestijnse Deen die van zijn debuutbundel ‘Gedichten’ liefst honderdduizend exemplaren verkocht. Het zijn ook geen traditionele gedichten, veeleer schrijnende kortverhalen met een beat van dynamiet waarin de boze jonge dichter de valse baard van de profeet afrukt.
Sinds de publicatie van ‘Gedichten’ staat Hassan onder permanent toezicht: in het land van de Mohammed -cartoons lachen ze niet met lui die de profeet aanpakken. In het station van Kopenhagen is hij zelfs aangevallen door een man met een verleden als terrorist. Gelukkig zonder veel erg, maar sindsdien mag hij niet meer alleen de straat op. Zeker niet in de stad van wijlen Theo van Gogh.
EEN MOSLIM UIT GELLERUPPARKEN
WEET DE WEG NAAR ONZE PORTIEK TE VINDEN
LEEST DE BRIEVENBUSSEN
EN KLOPT OP DE DEUR MET DE MEESTE MEISJESNAMEN
BEOORDEELT HET NAGESLACHT
WIL MIJN KLEINE ZUSJE GRAAG ALS HUISVROUW
VOOR HAAR IN EEN ANDER BETONBLOK EEN PARADIJS CREËREN
MET ALLAH ALS RAADGEVER EN 20 JAAR LEEFTIJDSVERSCHIL