o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
ademvraag voor alle literatuurliefhebsters (freaks
for gentlemen):
hebben jullie ook een hoofdkussenboek un livre de chevet een
lievelingsboek waar je elke avond voor het slapengaan noodgedwongen in moet
lezen anders is het niet goed geweest je stopt het onder je hoofdkussen dan is
het een hoofdkussenboek je stopt het in je dekbedovertrek dan is het een
dekbedovertrekboek je legt het pal onder je bed dan is het een onderbedboek je
legt het op je cdbox dan is het een cdboxboek je legt het naast je nieuwe
topcom butler 3450 wandelende telefoon dan is het een wandelendetelefoonboek
ach je verlangt zo naar het samensmelten met je favoriete personages je wil dansen
in wervelende landschappen in vreemde huizen en settings en je wil eindelijk ook
eens beginnen schrijven aan je langoureus droomscenario zodanig zelfs dat je je
kamer met je oude en nieuwe hoofdkussenboekjes wil bemeubelen zes flinke opeengestapelde
romans lichtjes beneveld met heerlijk zomerparfum van kenzo haha dat wordt een
geurig theetafeltje een zakwoordenboek kan dienen als presse-papier om je krullende
notas bij te houden en welke fragiele ondraaglijk lichte bouwsels maak je niet
met verhalen of gedichten
heb geprobeerd bovenstaande zin zonder punten of kommas te schrijven, als in een wervelende
gedachtenstroom, omdat ik zo mijn liefde voor rendez-vous wil
uitdrukken, het boek van de franse schrijfster christine angot*,dat nu al een hele tijd mijn eigen
superhoofdkussenboek is.
wat ik in bovenstaande zin beschrijf heb ik ook met dit boek gedaan. ik
heb het voortdurend gemanipuleerd en verplaatst en zelfs overal meegesleurd, zo
verknocht was ik aan het verlangen van het hoofdpersonage (de schrijfster zelf)
naar eric estenoza, un acteur avec un regard qui devenait opaque a n
importe quel moment, een man dus waarop zij op gevaarlijke wijze verliefd
wordt en met wie zij van p. 34 tot p. 379 probeert amoureuze afspraken
te maken en dit lukt maar niet.
christine angot schrijft onwaarschijnlijk pittig, nerveus frans, in een
verrukkelijke verhaalstijl doorweven met innerlijke monoloogjes, korte stukjes
in directe rede en onverwachte flashbacks. daarbij strooit zij in het rond met
nonchalante details over typisch franse zeg maar: parijse- decors en settings.
zij hopt en zapt van het café de la
madeleine naar brasserie wepler, van het theater naar het restaurant,
van het quartier du marais naar belleville, van montpellier naar
toulouse en avignon en van le var naar la presquile de giens.
alles draait om haar onmogelijke, obsessionele en vooral imaginaire
liefde voor eric, waaraan zij alles ondergeschikt maakt. zij belt voortdurend en
stuurt smsjes en laat berichten achter op het antwoordapparaat. soms slaagt zij
erin om eric voor een afspraak te strikken, maar telkens is de ontmoeting in de
realiteit anders dan zij het zich in haar fragiele, door de liefde aangetaste
fantasie heeft voorgesteld. zij stapelt ontgoocheling op ontgoocheling en
verlangt en verlangt en slaapt bijna niet meer en op elke bladzijde voegt zij
een kwetsuur toe aan haar getourmenteerde, amoureuze ziel.
in het verhaal zelf schrijft christine dan ook nog tegelijkertijd
deze roman, waarbij zij regelmatig stukjes manuscript laat lezen aan eric. zij
worden zelfs beidengevraagd op literaire
avonden om publiekelijk stukjes uit rendez-vous voor te lezen. zo wordt de liefde
nog pijnlijker. het is alsof christine openlijk toelaat dat elk stukje
huid dat haar nog zou beschermen tegen de 'vrije val' (niet voor niets is verliefd worden in het frans een 'val', tomber amoureux. in het engels zeggen ze zelfs falling in love, in liefde vallende) door eric langzaam wordt
afgepeld, schub voor schub en met een heel scherp mes.
puur vrouwelijk
masochisme!
maar toch is dit een heerlijk boek, zo frans als het maar zijn kan. bij het
lezen kroop ik helemaal in de huid van christine, ik was christine. wat
heerlijk te lezen dat iemand anders dan ik nog meer liefdespijn kon ervaren dan
ikzelf, wat een katharsis ervaarde ik bij het lezen van christines bijna ziekelijk-romantische
dagdromerijen. joepie, ik was toen het jaren geleden ook allemaal met mij
gebeurde helemaal niet gek, alleen maar o zo indringend amoureus! en ik geloof nu
echt dat het waar is dat de fransen de liefde hebben uitgevonden!
tot slot nog een (verrukkelijk zuchtend) fragmentje:
Eric ne rappelait pas. Il fallait pas quejerappelle tout de
suite .. Je ne pense pas quil
mappellera demain ..Peut-êtrequíl ne
veut plus me parler.Peut-être quil ne
veut plus me voir. Jappellerai après-demain, je lui laisse encore la
possibilté de mappeler demain, même si je ny crois pas. Mais si son portable est fermé, comment je vais faire, je ne
vais pas encore laisser un message? Cest dur, cest dur.
Je fermais les yeux, je les rouvrais. Je poussais un
soupir pratiquement entre chaque phrase et je disais: ahhh. Je nespérait quune
chose, cétait de mendormir. Ce qui ne voulait pas dire que je ne croyais plus à lhistoire. Mais le manque était dur à vivre
Hehe, altijd gedacht dat het woord hoofdkussenboek afkomstig
was uit Japan!
Sei Shōnagon (清少納言), (965-1010s?), een Japanse hofdame die deel uitmaakte van het gevolg van Keizerin
Teishi (Heian periode) is namelijk de auteur van het wereldberoemde
hoofdkussenboek (The Pillow Book,枕草子makura no sōshi)!*
Dit hoofdkussenboek was eigenlijk een soort dagboek en
Sei Shonagon noteerde tien jaar lang anekdotes, opinies en observaties. Zij maakte
ook 164 lijstjes met verrukkelijke titels als:
When I make myself
imaging,
(Wanneer ik mezelf doe verbeelden)
Distressing Things,
(Verdrietige dingen)
Elegant Things,
(Elegante dingen)
Outstandingly
Splended Things.
(Uitzonderlijk wonderlijke zaken)
In haar introductie
schreef zij over haar dagboek:
I set about filling the notebooks with odd
facts, stories from the past, and all sorts of other things, often including
the most trivial material. On the whole I concentrated on things and people that
I found charming and splendid; my notes are full of poems and observations on
trees and plants, birds and insects. I was sure that when people saw my book
they would say, Its even worse than I expected. Now one can tell what she is
really like. After all, it is written entirely for my own amusement and I put
things down exactly as they came to me.*
Dametjes, dametjes, aan het werk!
Laten we de eeuwenoude traditie van hoofdkussenboekjes maken voortzetten....
Begin aan een dagboek, NU!!!
* Terwijl Europa nog in de
duistere middeleeuwen leefde, kende Japan toen reeds een rijke hofcultuur. Over
Sei Shõnagon is echter weinig bekend. Uit haar eigen, aanvankelijk geheime,
dagboek, en uit dat van anderen komt zij naar voren als iemand die wordt
aanbeden en gevreesd om haar scherpe tong, die over een grote parate kennis van
de Chinese poëzie beschikt en een grote schare aanbidders heeft.
*
Otto, Whitney, A Collection of Beauties at the Height of their Popularity,
Random House, New York,
2002, P. 275
twee opeenvolgende zondagen toevallig twee films over china gezien. hehe, wat is internet toch praktisch! eerst download ik gezwind de korte inhoud (van de website van bioscoop arenberg) van deze films, daarna noteer ik mijn indrukken:
1. Still Life
Still Life ontving de Gouden Leeuw op de laatste editie van Mostra
in Venetië. De film vertelt twee verhalen van eenzaamheid: dat van een
mijnwerker uit Noord China die zijn vrouw opzoekt en dat van een
verpleegster die wil scheiden van haar man. De mijnwerker wordt in
dienst genomen op een afbraakwerf in Fengjie, waar de echtgenoot van de
verpleegster rijk wordt van maffioze praktijken. De regisseur onthult
via de warboel, veroorzaakt door een stuwdamproject, de vele
transformaties van zijn land. "Wanneer men de realiteit van het China
van vandaag toont, stoot men vlug op de lange lijst van verboden zaken.
Maar hoe meer men daarmee bezig is, hoe meer onze vrijheid toeneemt.
bevestigt hij. Er is een ontzettend snelle ontwikkeling in China, te
snel. Dit is niet zozeer een politiek afkeuren. De scènes in de film
gebeuren echt en het symbolisme en de beeldspraak maken deel uit van de
realiteit ginds. Ik heb niets uitgevonden, ik heb enkel de beelden van
het ogenblik opgeslagen."
Still Life van Jia Zhang Ke, met Han Sanming, Zhao Tao, Huang Yong
Chine - 1u 48min.
en
2. La Stella che non c'è
Cineast Amelio trekt via China de lijn met het verhaal van de
wereld, de al of niet trieste gang van zaken. De film is losjes
gebaseerd op een roman van Danilo Rea (La Dismissione) en start met de
landing van een delegatie Chinezen die de hoogoven van een Italiaanse
staalfabriek komen demonteren. De Italiaanse verantwoordelijke van de
installatie, Vincenzo Buonavolontà (Sergio Castelitto) probeert aan de
nieuwe Chinese bedrijfsleider uit te leggen dat de machine een defect
heeft dat zware ongelukken kan veroorzaken. Maar tot zijn grote
ergernis, vertrekken de Chinezen mét hoogoven, om deze te
herinstalleren in een afgelegen industriezone. Vincenzo verliest zijn
job en beslist tegen iedereens wil om ter plekke te gaan om een
catastrofe te vermijden. Gianni Amelio filmt China als een vreemde, hij
bekijkt het land zonder het te begrijpen en nét daar zit de sterkte van
deze film.
La Stella che non c'è van Gianni Amelio, met Sergio Castellitto, Ling Tai, Angelo Costabile
Italie, Switzerland, Frankrijk - 1u 44min.
ooooh! als ik
terugdenk aan deze films stromen beelden met mensenmassa's mijn geest voorbij,
mensenmassa's die samenhokken in reusachtige bouwvallige woonblokken. ik zie
ook prachtige berglandschappen, omgeven door groene mist en ik zie eindeloze
steenwoestijnen, waar pezige kleine chinezen slavenarbeid verrichten in de
gloedhete zon.
de eerste film, Still Life is veel chineser dan de tweede,La Stella che non c'è (= de ontbrekende ster). de intense, ingetogen
en trage - dus zeer oosterse - communicatiestijl van de personages zetten ons,
druk babbelende en oppervlakkig agerende westerlingen aan het denken. praten
wij eigenlijk nog echt met elkaar, luisteren wij nog naar elkaar, doen woorden
er nog toe, laten wij de tijd aan onze emoties, beleven wij nog zoiets als
vreugde en pijn???
tijdens een ogenschijnlijk 'gewoon' gesprek duurde het in deze film
soms minutenlang voor er geantwoord of gereageerd werd. dit werkte eerlijk
gezegd erg op de zenuwen van m en n, mijn jeugdig gezelschap. maar zelf vond ik
deze spreekstijl overheerlijk. want tijdens deze stiltes werden innerlijke
spanningen opgebouwd, emoties kregen vanzelf de nodige tijd om te ontstaan en
de diepgang van de communicatie was grandioos.
in de tweede film, zien we hoe het hoofdpersonage van de film, de
italiaanse ingenieur Vincenzo Buonavolontà verbouwereerd kijkt
naar de vreemde wereld waarin hij terechtkomt. hij snapt er geen jota van,
beleeft de ene onmogelijke ervaring na de andere en loopt reddeloos verloren in
de chinese samenleving, die duizendmaal complexer en ondoorzichtiger is dan wij
ons ooit zouden kunnen voorstellen.
en hoe moedig die chinezen zijn, hoe verdraagzaam en gedisciplineerd ze naast
en met elkaar bewegen, eten, slapen, werken! wij, verwende westerlingen, zouden
het geen week uithouden in die omstandigheden! zo gewoon zijn wij aan ruimte en
vrijheid, wij kunnen het ons (nog) veroorloven bijvoorbeeld de momenten uit te
kiezen om te gaan shoppen: als het niet te druk is, op ochtenden in de week of
op zondagen. in china is er altijd, altijd veel volk, je moet daar oefenen
geloof ik in het handig ontwijken van lichamen, lichamen, lichamen.....
in een van de slotscènes van La Stella che
non c'è, als hij op een schamele schuit de blauwe rivier afvaart op weg naar
shangai, huilt vincenzo buonavolontà plots tranen met tuiten.
weent hij omdat hij doodmoe is van zijn zeker niet zo comfortabele queeste
(zelf zou ik geradbraakt zijn geweest), weent hij om al de verschrikkingen die
hij heeft gezien, weent hij om het lot van zijn kranige en mooie chinese
vriendin, een ongehuwde moeder(schande, o schande in china) die haar studies
niet heeft kunnen afmaken en rotbaantjes aanneemt om te kunnen overleven?
mooi, mooi toch, een latijnse man die huilt? maar ach, ook deze film kent een happy end, of laat een
happy end vemoeden. in het station wacht ling tai (dit is de naam van de
actrice, ik ben haar echte naam vergeten) hem op. zij kibbelen om een koekje.
vincenzo belooft een nieuw speeltje te kopen voor het zoontje van zijn
vriendin.
neemt vincenzo ling tai en haar zoontje mee naar het
zonnige italië? weg, mensenmassa's,
weg, armoedig bestaan? en wij maar raden.
het leukst vond ik de glazen deuren, die openden op een
reusachtige, verwilderde tuin.
takken, zwaar van seringen, tikten geheimzinnig
tegen het raam.
(29 april 1994)
2.
mijn vriendin betsy had vrijkaarten voor de tentoonstelling 'Kijk op Europa, Duitse schilderkunst uit de 19de eeuw' in bozar in brussel en wij daar naartoe. we kregen een audiotoestelletje en een koptelefoon en terwijl we rondwandelden vertelde een lieve dame ons wat er te bekijken viel en ook hoe we de tentoongestelde werken moesten bekijken. knopjesgedoe is gewoonlijk niet aan mij besteed, maar nu vond ik het toch leuk het toestelletje te bedienen (het was simpeler dan een gsm) en te luisteren naar de verhalen omtrent de kunstwerken. waw! nooit gedacht dat duitsland zulke meesters had voortgebracht.
we leerden op school reeds in de lessen kunstgeschiedenis genieten van vlaamse, franse en italiaanse schilderkunst, maar steevast vergaten onze leerkrachten onze buren uit het oosten te vermelden, heb ik de indruk. zou dit nu komen omdat wij nog altijd denken aan de nazi's als we het over duitsland hebben? een volkomen onterecht vooroordeel: duitsland mag niet alleen trots zijn op zijn kunstschilders, ook duitse schrijvers, filmmakers en componisten zijn altijd aanwezig geweest in de europese en internationale artistieke wereld.
maar we zijn er ons hoogstwaarschijnlijk te weinig van bewust. en ja, ook ik heb me indertijd meer franse en engelse literaire werken aangeschaft dan duitse. misschien ook omdat ik de duitse taal absoluut niet beheers. toch bezit ik een schitterende poëziebundel van bertold brecht en lees ik in vertaling günter grass en elfriede jelenek.
maar groot is nu mijn bewondering voor schilders als de mystieke casper david friedrich en de romantische adrian ludwig richter bijvoorbeeld. ach, ik noem hier maar twee namen, maar ik moet bekennen dat ik een beetje overdonderd ben door wat ik gisteren op de tentoonstelling gezien heb. van talloze andere werken ben ik de namen van de schilders en de titels van de schilderijen vergeten, maar als ik mijn ogen dichtknijp komen tot mijn grote verrukking de beelden terug. zij zitten voor altijd opgeslagen in mijn geheugen.
3.
een paar keer per jaar heb ik een tea-time afspraak met monika detter, mijn oostenrijkse vriendin. zij kwam als ukkie tijdens de oorlogsjaren in belgië terecht en groeide op bij adoptieouders. monika werkte later als bediende op de redactie van het rijk der vrouw, heeft een zus in guatemala en woont nu zelf in molenbeek, waar ze een koket appartementje betrekt.
mijn vriendin is een zeer correcte en welopgevoede dame, die houdt van muziek enpoëzie.ik zal het nooit vergeten: de eerste keer toen ik bij monika op bezoek kwam werd ik gastvrij onthaald op koffie met taart, de taart netjes geschikt op een schattige antieke porseleinenétagère. ik voelde mij plots teruggestuurd in de tijd, op de koffie bij mijn lieve bobonne, die ook hield van soortgelijke taartentorens en ook bekend stond om haar warm onthaal.
monika is een kruising van ouderwetse maar daarom ook zo charmante degelijkheid (die deutsche grundligheid? en een licht frivole hang naar fantasie - want ze houdt van sjieke kleding, bezoekt op haar eentje de brocantemarkt in namur en heeft een japanse pennevriendin uit okinawa die deze zomer op bezoek komt. daarbij schrijft monika enthousiast gedichten en draagt deze met heel veel overtuiging en panache voor.
ik vind het echt bewonderenswaardig: ondanks het feit dat monika's moedertaal duits is en zij vroeger ook heel veel frans heeft gesproken in haar werkomgeving, schrijft zij haar gedichten in het nederlands. zij is er zich echter van bewust dat haar taal hier en daar schoonheidsfoutjes bevat, maar is ook niet te trots om mij, specialiste nederlands (ahum), om raad te vragen. zo zijn onze gesprekken altijd doorspekt met taalperikelen, poëzieanalyses en verhalen vol nostalgie over vroeger. tja, al doende leert men: monika's gedichten worden altijd maar beter,
ze mag trots zijn op zichzelf, op haar vastberadenheid en inzet, echt waar!
hieronder een goed voorbeeld van wat monika bezielt als zij haar pen doopt in virtuele inkt:
Ouderlijk huis
Een onzichtbare macht zweeft rond
de witte muren van mijn kinderhuis,
in een straat bekend
en toch zo onbekend
als hongerige schilder rust ik
uitgeblust in het plantsoen,
zorgeloos vliegen mussen op,
landen speels in de
oude eik ontdaan van zijn bast
het schemerlicht spreidt zich rond
mijn schorsjasje,
geuren met veel herinneringen,
met wonden die in de nacht
als spoken door de kamers dwalen,
luiken die niet meer gesloten worden.
dit gedicht is romantisch: de dichteres drukt haar nostalgie uit naar een kindertijd die zij eigenlijk heeft gemist. de aanblik van haar geboortehuis oefent een geheimzinnige macht over haar uit. als zij even uitrust in een plantsoen vertoont de natuur zich van zijn frivole kant - de mussen vliegen zorgeloos op en landen speels in een naakte oude eik.
deze eik, bevrijd van zijn bast, zou een beetje symbool kunnen staan voor het gevoel van vrijheid die men op een bepaalde leeftijd ervaart, als men alles loslaat. maar bij monika doemen de spoken uit het verleden nog op in de schemering. haar wonden zijn nog niet volledig geheeld en zullen dit misschien nooit zijn: de luiken van haar ouderhuis worden niet meer gesloten, er is niemand aanwezig die haar kan helpen deze periode uit haar leven (= haar toch redelijk getourmenteerde jeugd) volledig af te sluiten.
schitterend vind ik toch dat zij in dit gedicht een schorsjasje draagt: stel je voor, hoe simpel en puur natuurlijk, een jasje gemaakt van boomschors! berkenschors bijvoorbeeld, met subtiele tinten grijs en oker en een fragiel krisperig aanvoelen. hoe mooi kan ik dit beeld in mijn fantasie oproepen, grote modeontwerpers zouden dit textielidee eens moeten uitproberen!!!
tja, monika heeft duidelijk een mystieke band met de natuur.
deze opmerking is natuurlijk een understatement, maar toch: ik ken monika voldoende om te weten dat zij heel erg van de natuur houdt (haar oostenrijkse roots fluisteren haar deze liefde in) en zij weet ook dat de zintuiglijke ervaring van de schoonheid van de natuur een louterend effect heeft op gekwetste zielen!
voorts wil ik hier in dit bericht geen verdere analyse maken van de vormeigenschappen van monika's gedicht (interpunctie enz...), noch van bijvoorbeeld de inhoudelijke logica betreffende de syntaxis, want ik wil mij in dit medium ( = mijn blog) beperken tot eenvoud en soberheid.
feit is echter dat dit stukje poëziegeselecteerd werd voor de 13de poëzieprijs van de culturele centrale boontje in sint-niklaas* en bijgevolg ook opgenomen werd in een poëziebundel uitgegeven door dezelfde organisatie!
verbijsterd ben ik en tegelijk heel gelukkig, wanneer ik op de blogs van seniorennet.be zoveel mensen tegenkom die van gedichten houden. ik tel 192 poëzieblogs en 77 literatuurblogs. andere bloggers, die bijvoorbeeld aan beeldverwerking doen, schrijven daar ook mooie verzen bij. ach, soms zijn het karamellenverzen, luchtige rijmpjes, nonchalante krabbels over vriendschap en liefde.
maar mooi vind ik dit!
in het o zo bekrompen kringetje van vlaamse dichters en schrijvers wordt al eens meesmuilend gedaan over deze tekstjes en over de schrijvers ervan. maar ik breek een lans voor deze poëzie! het zijn hartekreten en ik voel totaal geen hoogmoed en pretentie, alleen het plezier en de noodzaak te communiceren. authenticiteit dus. daar kunnen we toch niet tegen zijn zeker? iedereen in deze wereld heeft het recht zijn gevoelens en gedachten hoe dan ook te uiten!*
een blogster die duidelijk plezier heeft in schrijven is merel*. tot mijn grote verbazing en verrukking vloeit bijna elke dag een tekst uit haar toetsenbord. een waaier van onderwerpen vindt zij de moeite waard om over te schrijven. de ene keer creëert zij een speelse tekst over een opwaaiend zomerjurkje, de andere keer schrijft ze over mensen die pijn ervaren en doodongelukkig zijn.
opvallend is echter dat zij het dikwijls heeft over dromen, over dansen, vliegen, wegwaaien als het ware. hehe, gebruikt deze dame ook de techniek van het loslaten (zie mijn vorig stukje over pijn) om even de dagelijkse beslommeringen te ontvluchten en zich te verliezen in een verrukkelijke droom?
ik heb hieronder een selectie gemaakt van de gedichten van merel die beantwoorden aan mijn huidige smaak en die, zoals ik zo dikwijls al heb benadrukt, perfect de ondraaglijke lichtheid van het bestaan illustreren:
Het jurkje
weet je wat
ik zie
de zomer die weldra komt
een zondagochtend
vogels fluiten hun concert
en ik
ik voel geluk in mij
trek mijn oogverblindend frivole jurkje aan
blote benen
voelen zomerwindje
en tenen
die gevaarlijk dansen
in mijn open schoentjes
dan ren ik naar buiten
loop je tegemoet
we plukken van de zonnestralen
en walsen in het vroege licht
tot we uitgeput zien
hoe boven onze vijver van verlangen
ons spiegelbeeld in alle hevigheid hunkert
en jij met een ruk
mijn frivole jurk
in het dauwgras gooit
dit gedicht bulkt van sensualiteit en jeugdig enthousiasme, merel! heel mysterieus vind ik dat de geliefden eerst hun spiegelbeeld zien boven de vijver van verlangen en zich dan verliezen in de liefdesdaad. wat zou dit te betekenen hebben???
Kom merel
kom Merel
je mag gaan
laat je oude vleugels rusten
ze geven je slechts pijn
hier zijn vleugels van ontdekken
voor je vlucht hoog in de lucht
vlieg maar boven alles uit
langs de verlaten straten
tot voorbij de kleuren van de regenboog
vlieg voorbij jezelf
spring uit je veilig nest
laat eenzaam tot je komen
rust maar op de hoogste bergtop
kijk mijmerend naar beneden
je bent een stipje van het groots geheel
ik zie je knikken van begrijpen
zo dankbaar dat je er mag zijn
merel wil duidelijk ontsnappen aan een onmogelijke, piijnlijke situatie. mooi is dat zij haar eigen grenzen wil overstijgen: dit is misschien wat zij nodig heeft, het besef dat zij veel meer aankan dan ze tot nu dacht, het besef dat ze sterk is en niet in te tomen. maar tegelijk weet ze dat ze maar een onooglijk stipje is in het heelal.
Een oogje
ze liet een
oogje vallen
stuurde het
totaal van de wijs
richting knappe kerel
het oogje begon
zo waar te blozen
stamelde woorden
voelde zich verlegen
wou zo graag versieren
ze flirtte met de kijkers
van die stoere vent
keek diep in zijn ogen
kon het niet geloven
een knipoog
sprong haar tegemoet
samen rolderbolderden ze
twee oogjes
zagen passie groeien
en kregen een verliefd gevoel
dit vind ik een supergrappig, bijna puberaal gedicht. graaft merel in haar verleden en is zij weer verliefd?
Het meisje
het meisje danste met de
droom
ze had haar nieuwe schoentjes aan
en met haar kobalt jurk
voelde ze zich de prinses
van het galabal
ze dronk voor het eerst
van de beker van geluk
zag sterren fonkelen en
proefde van haar stoutste dromen
nog even en wie weet misschien
vloog ze in de armen van de prins
die haar teder kuste
ze zweefde met het gevoel
van lopen op de wolken
en vroeg zich af
hoe lang zo iets kon duren
want morgen
wist ze te vertellen
is alles weer zo doodgewoon
om van een anticlimax te spreken! merel komt uiteindelijk op haar poten terecht!!
mijn wiegendroom
mijn wiegendroom
je bent mijn veilige haven
bij jou voel ik me thuis
je bent mijn redding in de donkere nacht
de boei die ik met beide handen
omklem om nooit meer los te laten
mijn wiegendroom
jou wereld is mijn eerste leven
de schoonheid streelt mijn kijkers
een rilling kruipt heel diep in mij
ik voel koud en toch ook warm
en leef in de verleden tijd
ik droom je droom zo heel intens
je loslaten lukt me niet
zonder jou ben ik verloren
een ziel die botst tegen de harde werkelijkheid
er is geen nevel en geen enge ruimte
alleen een open veld zonder horizon
mijn wiegendroom
in je wereld wil ik verder dromen
laat je beelden voor altijd leven
mijn wiegendroom
in jou zie ik wat ik niet meer zie
dit vind ik het mooiste, meest doorleefde gedicht. een aandachtige lezer weet dat merel de pijnlijke werkelijkheid wil wegwiegen, zij wil verder blijven dromen omdat in een ver verleden (= haar eerste jeugd, toen ze nog een kind was en veilig in een wiegje in slaap viel) het leven duidelijk minder pijnlijk was.
ik zou zo zeggen: droom maar, merel, ondertussen gaat het leven verder en straks word je wakker met nieuwe inzichten en een frisse kijk op de dingen!
* natuurlijk zou ik (als ex- leerkracht nederlands) in sommige gevallen kunnen opmerken: ach, ach, mensen, leer eerst behoorlijk spellen, leer eerst je taal te gebruiken. maar alle grote uitgeverijen hebben correctors. wie slaagt erin volkomen foutloos te schrijven? in nederland is manuscriptenbeoordeling een must, niemand publiceert officieel zonder zjn werkstukken te laten nalezen op fouten en onregelmatigheden. * http://blog.seniorennet.be/begrijphetnietje/
ik stopte de lijkjes met grote volwaardig volwassen hoofden in
kartonnen dozen
hoe intens en vol schaamte hun glimlach, hun grimas
de doden
(1995, bewerkt op 26 mei 2001)
ik beken het eerlijk: mijn voorkeur voor kunst die schoonheid, geluk, genoegen, kortom: het licht brengt, is uiteindelijk een reactie op - jawel - ervaring van pijn, niet alleen in mijn persoonlijk leven, maar ook in het leven van mensen die ik liefheb. ach ja, je moet pijn beleven en verwerken, zeggen de psychologen. maar de beleving en ervaring van schoonheid kan hierbij helpen, is zelfs een fantastisch tegengewicht.
zei oscar wilde niet: nothing can cure the senses but the soul, just as nothing can cure the soul by the senses.
de zintuiglijke ervaring van pijn kan worden gelouterd door de ziel, de gekwetste ziel echter kan echter ook worden gered door beroep te doen op de zintuigen. het bekijken, het beluisteren, het aanvoelen van schoonheid bevordert de genezing.
soms echter is het verwerkingsproces van pijn puur tijdverlies, want door alle drama's te beleven en te herbeleven (in de kunst bijvoorbeeld, in verontrustende, dramatische vormen van kunst) wordt de pijn bevestigd en ze verergert zelfs in bepaalde gevallen, ze wordt gecultiveerd.
daarom sta ik bij mezelf en anderen de droom toe. dromen mag, dromen moet zelfs. zonder het gevoel voor de werkelijkheid te verliezen (want er bestaat ook zoiets als het dagelijks leven, la vie quotidienne) laat ik de pijn de tijd om te leven en te sterven. ondertussen neem ik wat afstand en vertoef ik veilig in de wereld van de droom. ach, ik weet: er bestaat geen simpel recept om de grote drama's die in elk mensenleven voorkomen op te vangen. pijn maakt integraal deel uit van het leven, evenals geluk. maar soms kan pijn een heel leven ontwrichten, soms is pijn de overheersende factor.
een japanse therapeut, waar ik indertijd enkele sessies acapressuur heb gevolgd, sprak ooit de gevleugelde woorden: de tijd is de grootste genezer.
niet de therapie dus, niet de medicijnen, niet de verwerking, niet de
katharsis door het bekijken van een koningsdrama (zoals bij de griekse
treurspelen), niet de sublieme ervaring van schoonheid bevat de oplossing, maar het voortschrijden van de de allesoverwinnende tijd.
(Masriera, liggende jonge
vrouw, coll. Museo de Arte Moderna, Madrid)
interiors
kussens zacht en geurig, als rozen van satijn
zetels bekleed met het velours van luxueuze treinen
mijn langoureuze, onwezenlijke droom
mijn intieme boudoir, mijn gracieus geheim
zondag een
interessante discussie gehad met johan (we zaten gezellig op een zonnig terrasje, na een gitaarconcert in bozar, jan depreter met werk van johann
sebastian bach, armand coeck en isaac albeniz). we stelden ons de
vraag of kunst nu moet verontrusten (dat wil zeggen: angst verwekken,
verdriet uitbeelden, demonisch zijn) of schoonheid, genoegen, licht brengen.
johan zei dat in vele muziekstukken, in dematthäus passion van bach bijvoorbeeld, het licht het einddoel is. het opgaan in het eeuwige leven, de verrijzenis van christus, staat symbool voor de ultieme schoonheid in het leven, het eeuwige licht. hij voegde er aan toe dat hij het een beetje beu was, al dat licht. wat natuurlijk een indirect antwoord was op mijn vraag.
ja, ik weet het: zelfs in de literatuur vindt men het gehalte aan verontrusting een eigenschap. tirza, de bekroonde roman van arnon grunberg wordt alsnog op die manier omschreven ('een indrukwekkende, verontrustende roman') en behaalt alle prijzen.
maar voor mezelf kan ik heel duidelijk zijn: ik wil nu, in deze periode van mijn leven, vooral (in de literatuur, de muziek, de schilderkunst...) intense schoonheid ervaren - de dagelijkse realiteit is (vind ik) verontrustend genoeg.
leve de langoureuze, onwezenlijke droom, leve de mystiek.
nb: reactie van johan*:
'Kunst die
het Licht zoekt vervalt soms makkelijker in clichés. Dat ik lichtvolle kunst
beu ben klopt niet echt... Eigenlijk zoek ik ook vooral schoonheid en
originaliteit... Vandaag de dag is de pure schoonheid soms niet meer spannend
of origineel genoeg... Misschien is het daar om te doen in de Kunst :
evenwicht tussen originaliteit en schoonheid... ?'
* johan, zelf een getalenteerd en orgineel gitaarspeler, is te beluisteren en te bekijken op volgende links:
so dark and quiet and distant and silent and sad as you are
why are you always folding up yourself into the hell
of those untouchable bunch of feelings and thoughts
into that black soul of the deep
dit bizarre en duistere engelstalig gedicht schreef ik midden jaren '80. zei ik onlangs nog tegen ward (een fantastische jongeman van 24), dat ik - hoe vreemd dit ook klinkt - in het begin mijn gedichten in het engels schreef.
hijzelf heeft een muziekblog in het engels, heel leuk.
ben dus, lieve bezoekers en bezoeksters van mijn blog, al heel mijn bewuste (en onbewuste) leven doordrongen van poëzie. goed zo. toch ben ik absoluut niet tevreden. eergisteren zei ik nog tegen monika: het komt er niet op aan een mooi gedicht te schrijven, een echte dichteres schrijft er een bundel vol van.
en tja teveel geëxperimenteerd heb ik wel. ik schreef dromerige gedichten, heel compacte gedichten, lange gedichten, korte gedichten, prozagedichten, surrealistische, postmodernistische, enz. ik probeer nu wel enige eenvormigheid na te streven, verzamel notities en oude en nieuwe verzenkrabbels en probeer deze bij elkaar te puzzelen tot een sluitend geheel.
in de loop der jaren heb ik een kleine verzameling dichtbundels aangelegd. eerst en vooral heb ik me boekjes van vlaamse dichteressen (in een breed spectrum, gaande van christine d'haen tot claire vanden abbeele tot officieel redelijk onbekende dichteressen als monika detter) aangeschaft.
naast gedichten in het nederlands heb ik natuurlijk ook het vrouwelijke poëtische landschap in andere talen verkend. anna achmatova, wislawa szymborska, sylvia plath, djuna barnes, andréesodenkamp, liliane wouters, emily dickinson, zoë valdès: de verzen van deze dames heb ik indertijd met hongerige, intense aandacht en met heel veel genot opgelepeld, als waren het heerlijke dessertjes, schuimende shakes, smeuïgesabayons en koele granités.
maar ook mannen schrijven heerlijke gedichten: natuurlijk! een hele brede boekenplank heb ik volgestouwd met de pennenvruchten van de heren dichters. alhoewel ik voortdurend in mijn handelingen en gesprekken vrouwen positief discrimineer, toch voeg ik er altijd glimlachend en met binnenpretjes aan toe: kom maar, lieve dichters, schrijf de mooiste gedichten, vermaak me en doe me met jullie verzen een intens genoegen!
(ondertussen is het zachtjes beginnen regenen. sinds enige dagen is de stralende, premature zomer verdwenen. het is winderig, bewolkt, met af en toe een fikse regenbui - heerlijk en stemmig vind ik dat. vroeg in de ochtend doe ik niets liever dan naar het ritmisch geluid van roffelende regendruppels luisteren, bij de openstaande keukendeur. want al bij al blijft de temperatuur zacht en aangenaam.)
op dit ogenblik ligt aan de linkerkant van mijn oude, ronkende pc mijn nieuwste aanwinst: het verrukkelijke dieprode dichtbundeltje van claire vanden abeele, 'als vrouwen beminnen'*.
wat heb ik toch met claire vanden abbeele? toen ik indertijd in boekhandels of op beurzen de dichtbundels van deze dame doorbladerde, vond ik haar te licht wegen. maar nu groei ik naar haar dichtkunst toe. wellicht omdat zij zo goed kan schrijven over liefde en verlangen, in eenvoudige verzen die door heel veel mensen kunnen worden gesmaakt. niks verontrusting in taal of inhoud: de gedichten van claire vanden abbeele vloeien zo je lijf binnen en laten je achter met een gevoel van vreugde en lichtheid.
kijk maar, lees maar, voel maar dames en heren, dit is claire:
Hoe zacht dit opgaan in de onbevattelijke lichtheid van het bestaan zonder wensen, zonder geheugen, zonder tijd alleen maar dit opgaan overgeleverd aan handen die glijden als satijnen vezels. Hoe vreemd bevrijdend deze zalvende uren zo onvoorspelbaar veranderlijk zalig jouw adem die golvend vloeit over heuvels en huid. Hoe bevreemdend deze hunker die de luister van het oude zijn doorploegt, een spiegelende wereld die zaait en wachtend waakt tot lange seizoenen korte dagen worden. Hoe zaligmakend wij als hartslag van een ondoorgrondelijk licht.
* claire vanden abbeele, als vrouwen beminnen, lannoo, 2006
gisteren met n. in cinema arenberg in brussel een kunstzinnige film gezien: red road van andrea arnold, een schotse cineaste. schitterende en mooie acteurs (kate dickie en tony curran), een bevreemdende setting (de grauwe voorstad van glasgow) en een nog vreemder, erg spannend scenario met een onverwacht en toch diepmenselijk einde.
ik wil hier het verhaal niet kwijt, noch een recensie schrijven. ik wil alleen aanstippen wat een bijzondere ervaring het bekijken van deze film voor me is geweest. op bepaalde ogenblikken werd ik bijna onwel van de spanning, die ontzettend traag maar gestadig en krachtig werd opgebouwd.
de kleur rood en dieporanje was omni aanwezig: in de luchten, op de gevels van de gigantische woonblokken, in het plastic, het lamplicht, het haardvuur, de whisky, het bier, de vrouwenlippen.
een film om een gedicht over te schrijven, zomaar...
hoogblonde
zwaarbebrilde
zwaarberingde
spitsneuzige
francofone
kwene
aan welk dier verdomme
doe jij me denken???
literair dagboek, januari 1992
zomer in april. nog nooit meegemaakt! wel immense regenbuien en poedersneeuw in de paasvakantie. maar een azuurblauwe lucht en de noodzaak van zonnemelk op een doordeweeks terrasje???
ongehoord, spiksplinternieuw klimaat!
maar natuurlijk is dit overheerlijk. mijn zonnejurken uit de kleerkast gehaald en aan een fiks dieetje begonnen, met behulp van een weight-watchers gidsje. boterhammekes niet meer gul besmeren met boterklonten, maar alles afmeten met een koffielepeltje. hehe, vanmorgen ontdekt dat brusselse kaas o% koolhydraten en 0,02 % vet bevat. goede dieetkaas dus, dat stinkerdje!
mijn doel is mijn imago van sproeterige, volronde russische baboesjka om te vormen in een flinke scandinavisch-bleke schone. ahum, op mijn witte sproetenhuid ben ik wel trots! zonnebaden is niks voor mij, hoogstens wil ik een lichtroze blos. een bruine huid staat mooi bij latijnse types, maar niet bij mij, foei!!
so, let's be serious: ondertussen vernomen dat een eveneens blonde vlaamse dichteres, els moors, in de literaire pers met complimentjes wordt omringd (door de heren critici, natuurlijk). heb een bundeltje van haar in mijn bezit: er hangt een hoge lucht boven ons*. wit boekje met blauwe stippeltjes (in vierkantjes geschikt) en zwarte en rode letters versierd.
ach, ach, de gedichten van els moors worden vreemd en verontrustend genoemd. ik lees en ik lees en ik lees en vind haar gedichten knap surrealistisch, omdat ze plotseling, met grote abstracte sprongen, compleet vreemde elementen in haar ogenschijnlijk gewone verhalen inbreit.
een voorbeeld:
het water is het voorbijdrijvende water dat ik zie de boot waarop ik lig deint met mijn benen over de rand vaar ik bijna tegen een oever
er staat een boom op een vlakte achter me er hangt een hoge lucht boven ons
met het hoofd in de nek wacht ik op een echo tegen de muren van de huizen waar ik aan voorbijga waar zij samen voor de ramen zullen staan
waar rode en groene pijlen een voor een naar boven worden gesleept
de bevreemdende elementen in dit gedicht zijn natuurlijk de rode en groene pijlen die naar boven worden gesleept en verontrustend is wel dat de dichteres zich bespied voelt door personages die voor de ramen van de huizen waar zij aan voorbijgaat staan. opvallend is wel dat nergens leestekens of hoofdletters staan, in geen enkel gedicht. daarom alleen al toch wel een heel ingenieus geschreven bundel, vind ik.
dit gedicht doet me trouwens aan een van mijn prilste eigen gedichten denken, nooit gepubliceerd trouwens, maar onlangs teruggevonden en overgepend:
zwemmen is ruggelings liggen
zachtjes dobberen op een bed van anemonen
het donzig groene heelal bevindt zich pal onder mij
veilig en volkomen geruisloos bereik ik de buitenste kringen.
makkelijk is dit, zonder twijfel
maar wie zinkt daar pijlsnel naar beneden -
dode meermin te pletter op de bodem van de zee?
tja, surrealistisch is dat ik niet lig op het water, maar op een bed van anemonen en dat het heelal (bij els moors de hoge lucht boven haar) hier donzig groen is en zich eigenlijk onder mij bevindt. ik verlies mezelf in de hemel en de zee. els moors wekt in haar gedicht een vaag gevoel van angst en verlatenheid op (de bijna botsende boot, het wachten op de echo, de stalkers achter de ramen, de rode en groene pijlen) maar mijn gedicht is liever, vind ik, ondanks de dode meermin.
natuurlijk is het ergens fout gedichten te vergelijken: elke dichter en elk gedicht is anders. maar ik wil hier wel wijzen op een soort verwantschap, een gelijksoortig aanvoelen van de werkelijkheid. ik was trouwens ook een puber toen ik deze verzen schreef en els is ook nog erg jong.
zo, ik wil me blijkbaar nog altijd plaatsen in het dichteressenlandschap. op wie lijk ik, welke gedichten zou ik ook eens willen geschreven hebben, welke gedichten van me kunnen best de vergelijking met de grote namen doorstaan enz.... a. zegt dat ik een beetje meer zelfvertrouwen moet hebben, wat meer geloven in mezelf zou me deugd doen, zegt hij. daarom ben ik misschien deze blog begonnen!
maar ach, ik ben nooit of nooit tevreden en tja, liever gedichten schrijven in plaats van dringend de ramen te poetsen, is dat op mijn leeftijd niet een beetje verontrustend?
* els moors, er hangt een hoge lucht boven ons, nieuw amsterdam, 2006
wat zo leuk is aan bloggen: de ene dag wil je keuvelen, de andere dag schrijf je een diepzinnig gedicht, dan weer noteer je wat je gezien hebt, wat je hebt meegemaakt tijdens een uitstapje bijvoorbeeld. een echt dagboekje dus.
en vooral: zeer vrij en persoonlijk!
komt daarbij de aandacht die je krijgt van de vele bezoekers: supertof! ik hou van kitch, zelfs als het literatuur betreft. fantasie en plezier wonen in mijn hart - en vrede.
ach, tijdens mijn surftocht betreffende de dactylische hexameter (ahum, zie vorige berichten!) kwam ik op een pagina terecht van een zekere VincentHunink.nl, die de opdracht had gekregen een hexametrische Latijnse tekst van
444 regels te vertalen.
het betrof geen klassieke, maar een middeleeuwse
Latijnse tekst, van de hand van Walafried Strabo (808-849), de abt van het
klooster Reichenau (op het gelijknamige eiland in de Bodensee). hij schreef een
beroemd geworden gedicht over zijn kloostertuin en de daarin groeiende soorten
planten, vruchten en kruiden. dit gedicht wordt algemeen aangeduid als de Hortulus
('tuintje').
oh, verrukking. toen ik de vertaling van dit gedicht begon te lezen, om het even of het nu in een nederlandse hexameter of in het zogenaamde blanke vers (rijmloze jambische verzen
van vijf heffingen) was gesteld - ik werd er bij het lezen vrolijk en gelukkig van.
dat iemand zoveel eeuwen geleden op zo'n lieve en aandachtige manier over zijn tuintje kon schrijven: wel, ik ben er nu, terwijl ik erover schrijf, nog van in de wolken!
hier komt de tekst:
DE NIJVERE TUINDER EN DE VRUCHT VAN ZIJN WERK
En dan sproeit soms een voorjaarsregen zacht
op het klein gewas en laat de maan zijn schijnsel
weldadig vallen op het prille groen.
Maar soms, wanneer het droog en dauwloos blijft,
draag ik, bezorgd om dorheid en benauwd
voor schade aan de tere weefsels, liefdevol
emmers helder water aan en giet ze
eigenhandig druppelsgewijze uit:
ik wil geen grote gutsen vocht, waardoor
het aangebrachte zaad weer weg zou spoelen!
En zo bekleedt het tuintje zich al snel
met kleine kiemen. En hoewel het deels
verstoft, bij het afdak, lucht- en regenloos,
en deels verregent en de zon verjaagt
waar een hoge muur het sterrenlicht blokkeert,
toch heeft het nooit het toevertrouwde zaad
beschaamd en zonder hoop op bloei verborgen.
Integendeel, wat vrijwel droog in kuiltjes
wordt gestopt schiet als herboren weer
omhoog, draagt vrucht, met nieuwe kracht bezield.
Nu komt het aan op dichtergaven, kennis
en bevlogen taal, om alles van die oogst
met name te noemen, in alle geuren en kleuren:
dan krijgt het kleine goed een grote eer.
nb: ik stel me wel de vraag, of een vrouw op dezelfde manier over haar tuintje zou schrijven. van middeleeuwse dichteressen ken ik trouwens vooral de mystieke dames, hadewych bijvoorbeeld. of zij zich heeft beziggehouden met tuinieren? daar ben ik nog niet zo zeker van!
ik wilde voor je wegging op je bord een briefje leggen met daarop (in gouden letters): wat ben je toch een schat een droedel een honingbeer
maar niets schreef ik
(literair dagboek, 1998)
gisteren steeg de temperatuur tot meer dan 28 graden, het zoveelste warmterecord sinds de metingen zijn opgestart in 1833. lekker weertje was het wel. alhoewel toch beangstigend, dat het nu al zomer wordt - de lente is toch maar pas begonnen!?!?
a. en ik hebben hooikoorts. vroeger nooit last van gehad, nu de volle lading. omdat het zo warm is staat de deur naar de tuin de ganse dag wijdopen. mooi is het wel om zo de weelderige bloesemtakken in de omringende tuintjes over de muren heen te zien bloeien, maar o wee, delucht ziet geel van het stuifmeel en wij maar snotteren en briesen en rochelen, geen zicht!
we moesten pilletjes slikken en een mysterieuze vloeistof in onze neusgaten spuiten, met een speciaal pompje. dit moest volgens een bepaald ritueel. we lachten ons een kriek (hoe doe je dat???), want we wilden deze keer echt de aanwijzingen op de prentjes van de bijsluiter volgen.
de eerste keer spoten we lucht, de tweede keer overdreven we in tegenovergestelde richting. bij mij had het spuitje bijna het effect van een drug: ik liep een tijdje euforisch rond, verrukt van de bloesemgeur van het geneesmiddel (was het jasmijn, anjer of geranium?), een geur die als het ware bezit nam van mijn lichaam.
en ach, ach, ondertussen mijn blog zwaar verwaarloosd. was een stukjebegonnen over ritme en metrum bij haiku, maar voorlopig alles maar in kladversie opgeslagen. concentratie vereist voor deze materie, dus even geduld nog. nooit een onbegonnen werk beginnen voor je er daadwerkelijk kunt aan beginnen!
maar speciaal voor een bezoekster van mijn blog voeg ik aan dit stukje drie gedichten toe. een titelloos gedicht van de liefdestuinmanin het frans, eentje van de engelse dichteres katherine mansfield (1888 - 1923) en tevens een van mijn favoriete schrijfsters, en een bloesemend tuingedicht van mezelf.
wacht vol ongeduld op je commentaren, merel!
1.
De peur que je
n'apprenne à te connaître trop facilement,
tu joues avec moi.
Tu m'éblouis de tes
éclats de rire pour cacher tes larmes.
Je connais tes
artifices.
Jamais tu ne dis le
mot que tu voudrais dire.
De peur que je ne
t'apprécie pas, tu m'échappes de cent façons.
De peur que je te
confonde avec la foule, tu te tiens seule à part.
Je connais tes
artifices.
Jamais tu ne prends
le chemin que tu voudrais prendre.
Tu demandes plus que
les autres, c'est pourquoi tu es silencieuse.
Avec une folâtre
insouciance, tu évites mes dons.
Je connais tes
artifices.
Jamais tu ne prends
ce que tu voudrais prendre.
(Le Jardinier d'amour, XXXV)
wat de liefdestuinman hier zo schitterend weet te suggereren is hoe de dame aan wie dit gedicht gewijd is op een zo typsch vrouwelijke manier (ik herken er mezelf in) zich telkens afwendt van zichzelf en zich verliest in een rol die de hare niet is. nooit neemt zij de weg die zij zou willen nemen.
maar hoe kunnen wij ook anders? hoe kunnen wij, vrouwen, onszelf zijn in een door mannen overheerste wereld?? onbegonnen werk!
2.
The earth-child in the grass
In the very early morning
Long before Dawn time
I lay down in the paddock
And listened to the cold song of the grass.
Between my fingers the green blades,
And the green blades pressed against my body.
"Who is she, leaning so heavily upon me
?"
Sang the grass.
"Why does she weep on my bosom,
Mingling her tears with the tears of my mystic
lover?
Foolish little earth child !
It is not yet time.
One day I shall open my bosom
And you shall slip in - but not weeping.
Then in the early morning
Long before Dawn time
Your lover will lie in the paddock.
Between his fingers the green blades
And the green blades pressed against his body
Katherine Mansfield
heel mooi, hoe de dichteres hier de verbondenheid van het personage (zijzelf?) met het gras beschrijft: tussen haar vingers de groene grassprietjes en de groene grassprietjes gedrukt tegen haar lichaam. heel mysterieus is de zin:
mingling her tears with the tears of my mystic lover
zijn tranen hier de dauwdruppels, en wie is toch die mystieke geliefde van het gras?
als de jongedame dan (bij het sterven?) opgenomen wordt door het gras, versmolten is met de aarde, neemt de geliefde (van deze jongedame!) haar plaats in en schurkt zich op zijn beurt tegen het gras aan. schitterend!
3.
tuin de saegher in bloei bij een schilderij van louis thevenet, 1923
vreemd
hoe deze tuin zich omkeert. de
lijnen eindigen aan de rechterkant, wijl zij schijnbaar
in dit schilderij beginnen aan de linkerzij. ik dwaal als in een droom van pruimenbloesem, ik
kijk verrukt doorheen een kluwen van klimop.
de
dennenbomen drummen in mijn rechteroog, maar
tegelijk kleurt gras de andere helft van mijn pupil. mijn
rug schuurt rakelings langs een bronzen muur van
bamboe, mijn vingers tintelen als rozen. ik
schommel traag langs deze weg van smaragd,
ik tuimel zachtjes in een wieg
van jade. het parfum van seringen dwarrelt dol volmaakt doorheen
de doolhof - de tuin de saegher in
bloei, de tuin de saegher in bloei, de
tuin de saegher, de tuin
(2005)
alhoewel het niet zo eenvoudig is commentaar te geven bij mijn eigen gedichten, denk ik toch dat ik hier heb willen aantonen hoe bedwelmend lente kan zijn.
een bloeiende lentetuin brengt mij aan het wankelen, is als een doolhof.
op deze intens zonnige paasochtend wil ik toch even mijn geluk verwoorden. gisteren op de markt viooltjes gekocht (tien plantjes voor 5 euro) en ondanks het gure weer in de ochtend deze kleurige, vriendelijke bloempjes in potjes geplant.
violetblauwe, rozenrode, purperrode, lavendelblauwe en roodpaarse snoetjes kijken me nu vrolijk aan van op mijn terras. wat een onvoorstelbaar genoegen!
tegelijk zinderde heel de tijd de song uit 'city lights', een film van charlie chaplin, door mijn hoofd - la violetera. op deze site vond ik dit heerlijke melodietje terug, gecomponeerd door José Padilla:
(hehe, er rmoet maar een woord, een begrip door mijn hoofdje spoken en ik ben al verkocht! ik leg altijd aan mijn vrienden uit dat ik weinig nodig heb om gelukkig te zijn, woorden voldoen reeds!)
Her eyes and the tattoo on her hands are
Palestinian, Her name, Palestinian, Her dreams and sorrow, Palestinian, Her kerchief, her feet and body, Palestinian, Her words and her silence, Palestinian, Her voice, Palestinian, Her birth and her death, Palestinian.
Mahmoud Darwish
mooi, mooi, de post-it van vandaag! wat een immense liefdesverklaring!
de palestijnse dichter mahmoud darwich (1942) is een van de grootste hedendaagse dichters in de arabische wereld. ik bewonder hem enorm. meer dan van zijn louter politieke gedichten hou ik van murale (de muur), een heel lang gedicht met mystieke en metafische connotaties.
enige jaren geleden heb ik de moeite gedaan dit sublieme werkstuk (meer dan 1500 verzen, meer dan 9000 woorden) helemaal van uit het frans naar het nederlands te vertalen. het is een uitzonderlijke tekst, dromerig en lyrisch, met duidelijke sporen van zeer oude teksten als het hooglied uit de bijbel of het gilgamesjepos.
alhoewel m.d. de bedoeling had een gedicht te schrijven over de dood, blijkt murale achteraf een hymne aan het leven te zijn!
ik noteer hier enkele schitterende fragmenten, in eigen vertaling dus, uit murale*. de verzen deinen uit naar de oneindigheid - haal even diep adem en verorber deze verrukkelijke regels met kleine hapjes:
1.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik een idee zijn dat geen enkel zwaard
zal dragen
Naar het verlaten land, geen enkel boek ..
Een gelijkaardig idee in de regen op een berg
Gespleten door de groei van een grasspriet
En de kracht zal niet gewonnen hebben
Noch de vluchtige rechtspraak.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik een vogel zijn, en van uit mijn
niets
Zal ik mijn leven putten. Iedere keer als
mijn vleugels opbranden,
Kom ik de waarheid dichterbij en ik word
Uit de as opnieuw geboren.
Ik ben de dialoog der dromers.
Ik heb mijn lichaam en mijn ziel afgezworen
Om mijn eerste reis der zinnen te verwezenlijken.
Maar hij verzengde me en verdween.
Ik ben de afwezigheid. Ik ben de hemelse
Opgejaagde.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik dichter zijn.
En het water zal zich onderwerpen aan mijn
helderziendheid.
Metafoor van de metafoor alleen mijn tong
Want ik zeg noch wijs
Een plaats aan. En die plaats is mijn zonde en mijn
alibi.
Ik ben van daar.
Mijn hier springt van mijn stappen naar mijn
verbeelding ..
Ik ben wie ik was, wie ik zal zijn
En de oneindigheid maakt me en doodt me daarna.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik een wijngaard zijn.
Aan de zomer van me te persen zonder dralen,
Aan de voorbijgangers mijn wijn te drinken
Op de luister van de gesuikerde plek!
Ik ben de boodschap en de boodschapper,
De kleine adresjes en de brieven.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
2.
Wees op je hoede voor de
ochtend en leef het leven, op het moment.
In een vrouw die je
liefheeft,
Leef voor je lichaam, niet
voor je illusie
En wacht op het kind dat in
jouw plaats je ziel zal dragen.
Want de eeuwigheid zetelt
in de afkomst.
En alles is zinloos en
vluchtig
Of vluchtig en zinloos.
Wie ben ik?
De Zang der zangen
Of de Wijsheid van de
Prediker?
Jij en ik zijn mij.
En ik ben dichter
en koning
En wijs op de rand van de
put.
Geen wolk in mijn hand
Noch elf sterren
Op mijn tempel.
Mijn lichaam is mij te smal
geworden
Mijn eeuwigheid is mij te
smal geworden
En mijn morgen
Troont, zoals de kroon van
het stof,
In mijn zetel.
Ijdelheid, ijdelheid der
ijdelheden ijdel.
Alles op deze aarde is
vluchtig.
Winden uit het noorden, de
winden,
Winden uit het zuiden, de
winden.
De zon komt in zichzelf op
De zon gaat onder in
zichzelf.
3.
En mijn naam, die
samengesteld is uit vijf horizontale letters,
Behoort mij toe, ook als ik
hem verkeerd zou uitspreken:
De mîm van de liefdesgek,
van het weeskind,
van wie het verleden is
gerealiseerd,
De bâ van de tuin, van de
geliefde,
van de twee verslagenheden
en de twee pijnen,
De mîm van de avonturier,
van hij die ziek is van verlangen,
van de uitgewezene
klaargemaakt voor en voorbereid
op zijn aangekondigde dood,
De waw van het afscheid,
van de mediane roos,
van de verlichting door de
geboorte waar zij geschiedt,
van de belofte van de
vaders en de moeders,
De dâl van de gids, van de
weg, van de traan van een ineengestort huis
en van een mus die me
liefkoost en bebloedt,
Die naam behoort mij toe
En hij hoort toe aan mijn
vrienden, waar zij zich bevinden,
En mijn tijdelijk lichaam,
aanwezig of afwezig, behoort mij toe
Twee meter van deze turf
zal vanaf nu volstaan
Een meter vijfenzeventig
voor mij
En de rest, voor de bloemen
met de slordige kleuren
Die mij langzaam zullen
opdrinken. En wat mij toebehoort
Behoort mij toe, mijn
verleden, en wat mij zal toebehoren,
Mijn verre ochtend en de
terugkeer van de verloren ziel.
Alsof niets geweest is.
Alsof niets geweest is.
Niets dan een lichte
kwetsuur
Aan de arm van het absurde
heden
En de geschiedenis lacht
zijn slachtoffers uit
En zijn helden
Zij werpt hen een blik toe
en gaat voorbij
Deze zee behoort mij toe
Deze vochtige lucht behoort
mij toe.
En mijn naam,
Ook als ik mijn naam,
gegrift op mijn graf
Verkeerd zal uitspreken,
Mijn naam behoort mij toe.
Maar ik, vanaf nu vol van
alle redenen tot vertrek, ik,
Ik behoor mij niet toe,
Ik behoor mij niet toe,
Ik behoor mij niet toe
* murale, poeme traduit de l' arabe (Palestine). par Elias Sanbar, Mondes Arabes, Actes Sud, 2003. p.8/10, p.44, p.51
of (hoe ik samenleef met gedichten) sinds enkele weken verrast a. me elke ochtend met een gedicht. hij gebruikt hiervoor de post-it software op onze pc. als ik om zeven uur 's ochtends, na het ontbijt, mijn mailtjes en mijn blog bekijk, prijkt op het scherm een gele virtuele post-it met een schitterend gedicht in het frans of in het engels. a. kiest werkelijk prachtige gedichten voor me uit, het is alsof hij kan raden wat ik knap vind!
heerlijk, de dag te beginnen met een gedicht!
mijn lievelingsgedicht is tot nu toe van de russische marina ivanowa tsvetaeva (1892- 1941):
Tel est fait de
pierre, tel est fait d'argile,
Mais moi, je
m'argente et scintille
Je m'occupe de
trahir, je m'appelle Marine,
Je suis la fragile
écume marine
Tel est fait de
pierre, tel est fait de chair.
Pour eux cercueils et
pierres tumulaires;
Dans les fonds
marins baptisée
Je suis, dans mon
envol, constamment brisée!
Au travers des
coeurs, au travers des rêts,
Mon bon plaisir
perce son chemin
Moi - Vois-tu ces
boucles déchaînées?
Je ne suis point
faite de dépôts salins,
Me brisant sur vos
genoux de granit,
A chaque vague je
ressuscite.
Que vive l'écume,
joyeuse écume,
La
haute écume marine.
marina tsevataeva drukt in deze verzen mijn huidig levensgevoel uit. zij vergelijkt zich met het bruisend zeeschuim, dat iedere keer opnieuw breekt en iedere keer opnieuw geboren wordt uit de beweging van de golven.
ik hou vooral van het vers:
'Je m'occupe de trahir,je m'appelle Marine'
(ik hou me bezig met verraad!)
want eindelijk, of misschien weer opnieuw, besef ik dat eeuwigdurende principes rotzooi zijn. wil je verandering, vernieuwing in je leven, dan moet je dingen uit je vorige levenscyclus loslaten, zelfs al lijkt dit op verraad.
het is geen verraad, het is een correctie of aanvulling van vorige, niet meer bruikbare attitudes, die je gewoon moet weggooien, want zij zijn nefast voor je huidige situatie.
mooie hibiscus hoe bedwelmend traag je bloemknop zich ontvouwt
pretentieloos, zo zou ik deze haiku los uit de pols willen omschrijven. de japanse meesters en hun vele westerse adepten kunnen misschien heel diepzinnige en ernstige haiku's schrijven, maar ik verkies de laatste tijd de bedrieglijke eenvoud. luchtigheid, vluchtigheid, pittige humor en afstandelijkheid - concepten die ik me al jaren eigen heb gemaakt en die uitmonden in een geesteshouding die misschien velen als 'niet ernstig' of 'oppervlakkig' of zelfs 'verraderlijk' wordt omschreven, maar die ik niet van me af kan schudden. want is mijn (ons) bestaan niet 'ondraaglijk licht' en ervaar ik niet dagelijks de fragiliteit en het onbestendige der dingen???
ik moet bekennen dat zen al jaren geleden in mijn leven is binnengedrongen en bijwijlen zijn invloed uitoefent. vooral in deze periode van mijn leven, nu ik niet meer aan het werk ben, heb ik vele dingen moeten loslaten. ik zou er niet in geslaagd zijn dit gevoel van relatieve rust te hebben bereikt zonder de goede raad en de inspiratie van zen.
haiku, bij uitstek de literaire vorm die nauw aansluit bij het gedachtengoed van zen, is dus niet alleen een klein gedichtje. de wereld van haiku vertegenwoordigt ook een zen-attitude die duidelijk kan bijdragen tot een gevoel van lichtheid, vrede, geluk misschien.
in een van mijn eerste stukjes, 'yasmin', noteerde ik een paar verzen van william blake, de aanhef trouwens van het gedicht:
Auguries
of Innocence
To
see a World in a Grain of Sand
And
a Heaven in a Wild Flower,
Hold
Infinity in the palm of your hand
And
Eternity in an hour.
blake, grotre engelse mystieke dichter (1757-1827) had het blijkbaar ook reeds begrepen: in een wilde bloem zit de hemel verborgen, de eeuwigheid kun je ervaren in een stonde. die ervaring, voeg ik hieraan toe, is voldoende om de schoonheid van het bestaan te ervaren, een schoonheid die zelfs samengaat met lelijkheid, want het een kan niet zonder het ander.
de haiku-dichter is dan degene die in 17 lettergrepen deze schoonheidservaring afzondert, die bovenop de mestvaalt van het dagelijks bestaan een roos laat bloeien.
en dat helpt, ik kan het je verzekeren! want plotseling is al het grootse, het indrukwekkende, het sensationele, het materieel-bombastische in ons leven compleet overbodig en kunnen wij stilletjes genieten van bijvoorbeeld het openbloeien van een schitterende hibiscusbloem in de tuin. dit genot is zeker niet oppervlakkig, het bloeit helemaal open in de diepte van onszelf en die opening naar schoonheid kan urenlang, dagenlang blijven doorwerken...
gisteren tentoonstelling bezocht: meesters van de precolumbiaanse
kunst, de collectie van dora en paul janssens, in het jubelparkmuseum, brussel.
3000 jaar precolumbiaanse geschiedenis. olmeken, maya's, inca's en azteken en
zoveel andere onnoembare beschavingen.
wereldberoemde verzameling, schitterende tentoonstelling. maskers en beelden in
terracotta, jadeiet en onyx. weefsels vervaardigd uit duizenden veertjes.
gouden dodenmaskers, sublieme halssnoeren, ringen, oorhangers en
mondpiercings.
tja, die precolumbianen hielden van grote oorringen. sommige oorplugs waren zo groot als cubaanse sigaren, sommige mondpiercings bedekten het halve gelaat. maar wat een unieke vormentaal spraken al deze accessoires! de uitgebeelde personages hadden zeker geen anorexia, ze liepen er allemaal poezelig en blinkend gebruind (opgewreven terracotta) bij.
ik hield erg veel van de maskertjes en objecten gemaakt uit jadeiet, een hard gesteente, wit tot appelgroen tot diep jadegroen. uit jadeiet vervaardigden handige kunstenaars de allerfijnste maskertjes en figuurtjes, tot in het kleinste detail uigewerkt, met primitieve werktuigen. staal was nog niet uitgevonden, ze wreven steen tegen steen.
hèhè, boeiend was het verhaal wel over vrouwelijke sjamanen. de
precolumbiaanse beschavingen kenden niet alleen mannelijke sjamanen, de teruggevonden beelden tonen aan dat vrouwelijke sjamanen evenzeer voorkwamen.
bij sommige beelden was de transformatie reeds bezig: we zien op het
vrouwenlichaam veertjes groeien. deze beeldjes zitten altijd in dezelfde
houding, soms op speciale stoeltjes of krukjes: met de handen op de knieën, star
voor zich uit starend. dikwijls zie je een bobbel in de kaak: zij kauwen op cocabladeren of op gemalen doornappel, een hallucinogene plant die ook bij ons voorkomt.
(sjamanen kunnen zich naar het schijnt transformeren in dieren, dit is zelfs
nodig om contact te krijgen met de goden. in bovenstaande beschavingen
transformeerden de sjamanen zich in adelaars, jaguars en kikkers.)
dat het soms lijkt of teksten vanbinnenuitbewegen, dat woorden en zinnen in staat zijn lezers te ontroeren (to move them), kan ik op eenvoudige manier illustreren aan de hand van de schitterende intro bij listen, een bericht over daklozen in de blog van tumbleweed*.
The water flows high and fast under the bridges in this city I visit too
often without ever being remotely a part of it or really seeing it. The high
water implies that one can not walk along the canal, and as a consequence the homeless,
who like to sleep under these bridges, out of the rain, relatively out of the
wind, have no where to go.
'het water stroomt hoog en snel onder de bruggen van de stad die ik te dikwijls bezoek zonder er eigenlijk deel van uit te maken of ze werkelijk te zien...'
dit is amper de aanhef van de tekst en ik ben al verkocht!
een wereldstad als parijs of london of tokio of moskou binnenrijden, met de auto of met de trein of met de bus, is altijd opnieuw een fantastische ervaring. ik kijk dan naar de voorbijstromende huizenrijen, straten, waterwegen, spoorwegen, bruggen, wolkenkrabbers, bomen, terrains vagues. ...
altijd opnieuw heb ik het gevoel meegesleurd te worden in een emotie waarbij angst, spanning en hoopvolle verwachting om de beurt hun opwachting maken. ik laat me machteloos meesleuren door de 'voorbijvliegende' beelden: dit is nieuw, dit is onbekend terrein, hier lokt het avontuur.
tumbleweed maakt deze 'blijde intrede' stilistisch ijzersterk door onmiddellijk de vliedende kracht van het water zelf te introduceren. wij voelen ons hoog en snel meegenomen in een tocht door de grootstad, langs haar voornaamste natuurlijke invalsweg, de belangrijkste stroom, waarlangs historisch gezien elke dorp, elke stad zich heeft ontwikkeld en die de energie van elke grootstad met zich meedraagt.
door deze link met het water, dat razendsnel voorbijstroomt, bereikt schrijfster tumbleweed bij mij een psychologische boost. mijn gemoed zet zich als het ware in beweging, mijn aandacht staat gespannen en ik lees ademloos en geboeid 'het vervolg', namelijk een zeer gevoelig exposé over het fenomeen daklozen.
omdat tubleweed zo virtuoos en beweeglijk deze tekst inleidt, een tekst die dan ook nog de dwingende titel listen -luister-, draagt, lees ik vlot het indringende verhaal van mensen die leven op een manier waar wij, onnozele verwende consumenten, totaal geen weet van hebben.
en misschien, misschien begrijpen wij (de andere lezers en ik) na de lectuur van deze tekst een beetje beter de daklozen, zij die aan de zelfkant van de rijke westerse maatschappij leven. misschien denken wij eens aan iets anders dan aan onze dagelijkse soap, onze etentjes in sjieke restaurants en onze zondagse wijngildes. misschien gaan we ons zelfs minder egoïstisch en zelfvoldaan opstellen tegenover deze zogenaamde losers, misschien gaan we zelfs tot actie over. misschien gaan we daadwerkelijk helpen. of hoe goede literatuur, goed gekozen woorden tot sociale bewogenheid kunnen leiden. hoe tumbleweed zo haar steentje bijdraagt tot de oplossing van een schijnbaar onoplosbare onrechtvaardigheid: de schrijnende, vernederende armoede van velen tegenover de flitsende, reusachtige rijkdom van enkelen.
raak het spoor niet bijster observeer nauwkeurig de bewegingen van gras vang de geur op van dierlijke aanwezigheid speur naar sporen van leven
literair dagboek, maart/april 1992
gisteren een gastenboekaangemaakt. oeps! tot mijn grote verbazing had ik al 39 bezoekers!! zoveel lieve mensen, die mij even kwamen groeten of mij geluk wensten met mijn blog!
hier en daar heb ik ook een blogje geopend en groot was mijn verrukking: zoveel blogs vind ik werkelijk prachtig! mooie foto's, schitterende power-point presentaties, verhalen, gedichtjes, spreuken en gezegden...
sommige mensen tonen mij trots hun hobby en ze slagen er werkelijk in een verzameling interessante en leerrijke ervaringen en objecten op een prettige manier voor te stellen.
proficiat! in onze zogenaamde verzuurde samenleving lopen blijkbaar fantastische mensen rond, die heel wat te vertellen hebben!!
maar ach, lieve mensen, ik ben nog maar een beginnende blogster en ik vraag mij af of ik er ooit zal in slagen vlindertjes of roze hartjes over mijn scherm te laten dwarrelen...
voorlopig hou ik het sober. ik zend jullie langs dit stukje mijn zeer hartelijke groeten. bedankt voor jullie bezoek.
ik voed mij met bloemen
en tooi mijn lichaam
met tekens van rode oker
hagelwit mijn handen
kobaltblauw mijn mond
literair dagboek, 5 maart 1992
hoezee, ik voel me stukken beter! zinnat tm 500 (20 filmomhulde tabletten die geurden naar pure penicilline), heeft blijkbaar wel gewerkt!
om dit te vieren heb ik mijn winterbluesy huisgenoten vanavond verwend met een heerlijk indisch gerecht (zij hadden reeds drie weken geen behoorlijk eten meer geproefd, de creoolse gumbo van verleden week niet bijgerekend) en we hebben als kinderen ons bord afgelikt van genot.
ik moet dus dit recept in mijn blog noteren, misschien zal een toevallige lezer er even veel plezier aan beleven, ik hoop het!
sorry, lieve vlaamsgezinde vrienden van me, dit recept is toevallig in 't frans want ja, in mijn gezinnetje spreken en lezen wij en nederlands en frans en engels en bijwijlen arabisch, hangt zo van de windrichting af...
daar gaan we:
Poulet korma
Pour 4 personnes
Préparation: 20 min. + 2 h. de marinade Cuisson : 45 min
(voor dit gerecht moet je dus echt de tijd nemen)
INGREDIËNTS: * 600 a
800 gr. de filets de poulet * 2 yaourts nature bulgares (2 x 125 gr) * 50 gr. damandes en poudre * 2 oignons * 3 gousses dail * 1 piment rouge * 40 cl de lait de coco en briquette * 1 capsule de safran en poudre * 2 graines de cardamome * ½c. a café de
cannelle en poudre * 1,5 c. a café de coriandre en poudre * 1,5 c. a café de cumin en poudre * une pincée de gingembre en poudre * 2 c. a soupe dhuile * coriandre fraîche hachée *sel * facultatif: quelques amandes effiles
(saffraan is een de van de duurste kruiden. desondanks is dit gerecht in zijn geheel goedkoop en makkelijk te bereiden. ik was vergeten rode pepertjes te kopen, maar een koffielepeltje sambal oelek was een uitstekend vervangmiddel)
Préparation
Mélangez
les yaourts et le safran dans un plat, ajoutez les filets de poulet
tailles en dés, enrobez les bien, couves et laissez reposer au moins 2h au
frigo.
Dans une
cocotte contenant lhuile, faites revenir a feu doux le soignons hachées,
le cardonette broyée dans un pilon et les épices. Apres 5 min. ajoutez les
gousses dail presses, les amandes enpoudre, ainsi que le piment épépiné et très
finement hachée. Mélangez 2 min.
Ajoutez
le lait de coco, ainsi que le poulet et sa marinade de yaourt. Salez et
laisser mijoter 45 min. a découvert en mélangeant de temps en temps.
Ajoutez
la coriandre fraîche hachée, l'assaisonnement et servez bien chaud, éventuellement
saupoudrez damandes affilées grillées. Accompagnez de riz basmati.
wij dronken er een rood wijntje bij: Château Barbe d'Or, Bordeaux Supérieur,
2004 eet smakelijk!
mijn stukje over de derde dimensie in haiku (zie 'yasuda') houdt mij nog altijd bezig. hoe de harmonische compositie van een kunstwerk (en dat is een haiku zeker, een minuscuul maar perfect kunstwerkje) de toeschouwer of lezer nog intenser kan doen genieten van schoonheid.
schoonheid treft, ontroert, brengt iets in beweging.
niet voor niets bestaat het woord ontroering, uit het grondwoord 'roer', van het ww roeren, met een voorvoegsel en een achtervoegsel erbij. roeren is beweging.
maar wat beweeegt?? het schilderij, de haiku, het gedicht zelf??? of beweegt er iets in ons, de toeschouwer? en wat voor een beweging is dat dan? ik heb me altijd afgevraagd wat een emotie (en trouwens ook: een gedachte, een idee) eigenlijk is. wat gebeurt er met ons als wij emoties hebben???
uiteindelijk kwam ik tot de conslusie dat emoties met lichamelijke (chemische) processen te maken hebben. als we erg van slag raken, bang zijn, blij, euforisch gelukkig, worden er telkens andere stoffen in ons lichaam aangemaakt en afgescheiden en dat geeft ons dan een bepaald gevoel. emoties worden dus duidelijk opgewekt door gebeurtenissen of toestanden buiten onszelf en zijn onze lichamelijke reactie hierop.
de taak van de kunstenaar is dus (of een van de taken, zou ik zo zeggen), een kunstwerk zodanig op te bouwen dat een effect van beweging wordt bereikt. dat effect van beweging kan dan worden gerealiseerd door gebruik te maken van allerlei (technische) middelen, die door de kunstenaar intuitief, bewust of onbewust worden gehanteerd.
dus rekening houden met de regels van perspectief in haiku valt zeker onder bovenstaande stelling.
maar ook in andere tekstvormen valt me telkens op dat ze mij boeien omdat ik meegenomen word in een soort beweging, een reis in de ruimte als het ware, waarvan de ijkpunten woorden zijn. woorden als vervoermiddel, als ultiem glijmiddel voor de droom.