Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
08-03-2013
Snoeidemonstratie bij Pruim en Kers
Snoeidemonstratie bij Pruim en Kers
De biotelers
kwamen te Lembeke samen voor een snoeidemonstratie door Heino Van Doomspeek op
pruim en kers. Het betreft een nieuwe aanplant van 2 jaar oud.
In
tegenstelling met appelen en peren mogen pruimen en kersen niet tijdens de
winter gesnoeid worden omdat dan de snoeiwonden gemakkelijk geïnfecteerd worden
door bacteriekanker (Pseudomonas) en loodglans. De wonden genezen beter als de
sapstroom vanaf half maart en april terug op gang komt.
Als onderstam
gebruikt men St Julien A en de nieuwe VVA 1 met een 40% mindere groeikracht. De
bomen staan op 3 m van elkaar in de rij met een tussenruimte van 4 m tussen de
rijen. Men heeft de rassen Opal, Queen Victoria en Jubileum aangeplant. Een van
de deelnemers zou er absoluut ook Avalon bijzetten, omdat dat zon lekkere pruim
is bij thuisverkoop.
De bedoeling is
een hart tak te kweken tot op +/-3,5 m hoogte.
Op ongeveer 3m komt er een bovendraad om
de toppen vast te zetten. Momenteel worden ze gesteund met een tonkinstok en de
onderste draad waaraan de waterslang met aan weerszijden van de boom een nippel
bevestigd is voor pleksgewijze watergifte.
Bij pruim en
kers past men de Zahn methode toe.
Bij deze methode mogen de gesteltakken slechts de helft van de hart tak
bedragen. De bedoeling is een evenwicht te krijgen tussen groei en
vruchtbaarheid. Onderaan worden tot op 70 cm de zijtakken verwijderd. Men snoeit op
een stompje van 1cm, geen gladde insneden langs de stam.
Alle
zijtakken die dikker zijn dan de helft van de hart tak moeten eruit. Deze tak
snoeit men op een stomp van een snoeischaarlengte. Daardoor komt er meer licht
op de rest van de takken en vruchten. Als het goed is komen er uit de overgebleven
stomp een of meer nieuwe scheuten die vruchthout worden. Vooral boven in de top
mogen geen takken blijven staan die zouden concurreren met de hoofdtak. Knippen
doet men een beetje schuin, op een naar buiten wijzend oog en met het mes van
de hart tak weg.
Bij
pruimen worden er gemakkelijker zijtakken gevormd dan bij kersen. Bij deze
laatste demonstreerde kweker Bart Van Parijs hoe men een laagstaande dikke tak beter
breekt en daarna vastzet om mogelijks al direct vruchtdracht te hebben. Pas
daarna wegsnoeien.
Het is
de bedoeling dat een boom aldus in de loop der jaren allemaal dun
vruchthout heeft gevormd en de groei eruit is. Deze manier van
snoeien heet, naar de uitvinder ervan, de Zahn-snoei. Verder
worden de bomen boven begrensd op ongeveer 3 meter.
Op het
kersenperceel staan de hoge betonpalen er reeds. Hieraan zal de
overdekkingsconstructie opgehangen worden waarvan de nok tot op 4,80m zal
komen. Zonder
afdekking kan men niet meer rendabel kersen kweken.
FOTOS
Er
zitten ook zwak gevormde exemplaren tussen. Hier komt wat meer overleg bij kijken
om er over meerdere jaren nog een behoorlijke boom van te maken.
Fantasia is een wilde braam met extra grote vruchten en de stevige,
wilde bramensmaak. Dit ras heeft Ken Muir van een bekende kleinfruitkwekerij in
Essex rond 1990 geselecteerd aan de oevers van de Theems te kingston Upon Thames.
Gelijkaardige vruchten,
herinner ik mij van uit mijn kindertijd in West-Vlaanderen. Eind augustus was
het kermis te Edewalle en dan ging ik met mijn kozijns August en Cyriel Hostens
braambessen plukken. Dergelijke e grote en doordringend smakende vruchten heb
ik in De Kempen nog niet aangetroffen.
Begin de negentigerjaren
heb ik een exemplaar meegebracht vanuit Engeland.
Ik gaf ook een exemplaar
aan een goede fruitvriend. Hij liet de planten maar betijen. En dan gaat het
als volgt. Eind september, oktober ontwikkelen zich ongeveer 3 m lange
zijscheuten. De eindtop boort zich in de grond en hieruit ontwikkelt een nieuwe
plant. Het eerste jaar groeit de plant, maar in het tweede jaar heb je al een
felle plant die op haar beurt 3 m lange zijtakken uitstuurt.
Gevolg: na 4-5 jaar heb je
echt een ondoordringbaar braambos. Indrukwekkend om te zien.
Zover laat ik het niet
komen. In het najaar knip ik de zijranken in. Er zijn er altijd die aan mijn
aandacht ontsnappen en dan kan ik het volgende jaar nieuwe planten uitdelen!
Van de tweede lentedag
vandaag heb ik geprofiteerd om de ranken horizontaal op te binden. Aan
weerskanten heb ik daarvoor 5 m nodig, 10 m in totaal.
Dit jaar heb ik veel en
extra dikke ranken, want vorig jaar was een zero vruchtenjaar: alle ranken
bevroren. Iets wat maar om de tien jaar gebeurt.
Dit jaar verwacht ik op
zijn minst 10 kg vruchten. Van de stekels heb je totaal geen last want de
vruchttakjes staan mooi boven de gestekelde ranken.
Velt Voorkempen hield zijn jaarlijkse
snoeidemonstratie dit keer te Zandhoven. De inschrijving wordt beperkt tot 25.
Telkens zijn er meer kandidaten dan plaatsen.
Stefan is tuinarchitect en wordt veel gevraagd in deze
middens.
Hij start met het tonen op platen van de groei en
snoeiregels van Vöchting. o.a. de verticale takken (dikwijls centraal staande) groeien
het sterkst. Bij twee zijtakken groeit deze het sterkst die het meest schuin
staat. Verschillen deze takken in dikte, dan is het dikste die feller groeit
De demonstratiebomen zijn een 10 tal jaar oud en
werden haast niet gesnoeid. Gevolg: zware takken dienen te worden weggenomen om
licht en ruimte in de boom te creëren. Tijdens de volgende zomer zullen tal van
waterscheuten ontstaan die zo vroeg mogelijk dienen weggenomen te worden. In
een vroeg stadium, als ze nog niet verhout zijn, kan men die gemakkelijk
wegrukken: daarna wordt het knippen.
Stefan wil een open boom maken in zogenaamde vaasvorm.
Er was ook een spurtype (denk aan de ballerinaboom)
tussen, een boom die met één centrale hart tak groeit en daarbij maar karig
zijtakken vormt. Bij deze boom werd de etagevorming gedemonstreerd. Telkens
worden op +/- 60 cm van elkaar enkele gesteltakken behouden. De tussenliggende
worden weggeknipt.
Het probleem bij een liefhebber is dat hij te weinig
durft knippen. Iedereen heeft nu wel gezien dat het moet. Bij een open kruin is
er een betere belichting en nattigheid droogt vlugger op met als gevolg minder
schimmelvorming.
De koffie of thee achteraf deed deugd om terug wat op
te warmen, 2u bij 2° koelt af.
FOTOS
1. Groei en snoeiregels
2. Toehoorders. Op de achtergrond, in het midden, een
mooi vertakte perelaar
3. Deze boom werd het eerst onder handen genomen. Hier
moet veel hout uit.
4. De zware, centrale tak gaat er uit
5. De boom is al veel meer open
6. De spurboom met de etagevorming Merk op hoeveel
takken weggeknipt werden. Ik laat in het midden of dit wel nodig is voor een
dergelijke boom. Doch het was wel erg dankbaar om de etageaanleg te
demonstreren.
7. Louis Eelen, links is een deskundige wat enten
betreft. Tot 10 jaar terug toen ikzelf nog de activiteiten organiseerde was er
ook jaarlijks een ent demonstratie. Onlangs deed Louis het voor Velt
Middenkempen.
8. Kristel De Bie, links, die de activiteit
organiseerde.
In januari heb ik de herfstframbozen van vorig jaar
afgeknipt op 1 of soms 2 stengels. Nu kan dat ook nog, maar gaan er dan niet
nodeloos groeistoffen verloren?
Het bovenste gedeelte van de tak die vorig jaar
vruchten droeg wordt weggeknipt.
Dit experiment heb ik vorig jaar voor t eerst
toegepast en ik heb gemerkt dat dit niet ten koste gaat van het vormen van
nieuwe scheuten. Je kan al vroeg vruchten oogsten (als de merels je niet voor
waren) en dan volop in de nazomer (en dan zijn de merels veel minder actief).
Als je niets doet heb je ook vruchten, doch dit is ten
koste van nieuw te vormen scheuten en opbrengst, telkens hebben zowel de oude als de nieuwe scheuten slechts kleine -
en weinig vruchten.
Nog een interessant punt. Om de onkruidgroei tegen te
gaan wied ik vooraf. Nu staat er enkel nog wat gras. Gemakkelijk weg te
krabben.
Het strooien van houtmulch belet voor een stuk
onkruidgroei. Vertering gaat niet ten koste van de groei van de nieuwe
stengels, doch het is een interessante bemesting voor de frambozen die een iets
zuurdere grond verkiezen.
Bij het wegkrabben van het gras zaten de groene neuzen
van de witte wortels van de haagwinde
( Convolvulussepium L.) al klaar.
Haagwinde is een zeer vervelend onkruid dat zich
slingert rond de planten en deze gaat overwoekeren als je laat betijen. Ze tooien
zich wel met mooie, witte kelkbloemen.
Het is zaak deze scheuten zo diep mogelijk te
verwijderen. Na een tijdje dien je dit te herhalen en misschien nog eens. Dan
verliest de haagwinde haar groeikracht.
Nu de winter ten einde
loopt ben ik begonnen met de verzorging van de bramen. De stengels die vorig
jaar gedragen hebben heb ik laten staan om een beetje beschutting te geven bij
sterk uitdrogende vrieskou uit het oosten. Dat gevaar is nu voorbij.
Sommige stengels waren vorige
winter geraakt door de strenge wintervorst. Ik heb bij het minder goed uitlopen
een aantal stengels gedeeltelijk ingeknipt. Als dragende takken niet helemaal
ok zijn, gaan er meer plantensappen naartoe ten koste van nieuwe scheuten. Ik
merk dat deze niet zo talrijk en meestal niet zo lang groeiden als 2 jaar
terug.
De meeste stekelloze
bramen groeien rechtop. Thornless Evergreen met het peterselieblad vormt hierop
een uitzondering. Nu is het de 3 keer dat ik de uiteinden boogvormig naar de
andere kant buig en ze daar bevestig. Aldus bekom ik een bramengalerij. Dit
jaar zijn er wel minder stengels om te buigen.
Gevolg ook deze bramen
groeien voor t grootste deel horizontaal. De vruchtzetting is beter en tevens
ook de belichting en nog een relatief voordeel. Bij regen drogen ze iets
vlugger en is er minder schimmelvorming. Als het eind augustus en in september aanhoudend regent
gaat dit ten koste van de braambessenoogst.
FOTOS
1. De galerij
2. Nog veel werk
3. Clips losmaken
4. Oude tak wegknippen
5. Snoeisel
6. Terug vastbinden
7. Oude (met verdroogde vruchten) en nieuwe takken
Ik heb genoten van de
avond bij de Wijnmakersgilde van Sint-Job-in t Goor.
Ik heb er Walter Hendrickx
teruggezien, de man bij wie ik in de praktijk leerde hoe je braambozen en bramen zoveel mogelijk horizontaal dient te
leiden. Een detail, hij had geen betonbekistingsdraad gebruikt doch een
grootmazige afsluitingsdraad, minder kostelijk materiaal.
Ik had zonet een babbel met mijn goed fruitvriend Louis Eelen van Vorselaar. Hij opperde de idee om deze 'varkensdraad' op een 60 cm boven de grond te spannen. Aldus benut je nog beter de groeikracht.
Walter ik ook een van
de excellente bierbrouwers. Zijn bier werd die avond geproefd. Dat is wat
anders dan spraakwater.
Iemand stelde een vraag
over problemen met een moerbei. Deze deed het een aantal jaren goed, doch nu
doen de vruchten het niet meer, verdrogen en vallen af. Bij moerbei heb ik
hierover nog nooit gehoord. Is de grond misschien bezoedeld geraakt?
Volgende donderdag ben ik
uitgenodigd door de NoordkempischeBoteliers, de wijngilde van St Job om te spreken over Kleinfruit. Aleide
is er enkele keren gaan spreken over kruiden. Maar dat is al een tijd geleden. Een
van de aanwezigen toen vertelde mij dat hij al bramen had. Het was pas in juni.
Zijn het wel echt zwarte vruchten? Ja beaamde hij. Het zou Silvan kunnen
zijn. Maar wie had dit ras zoveel jaar geleden?
Ik maakte een afspraak en
ging bij de man kijken te Ekeren, Hoogboom.
In zijn klein
achtertuintje had hij een betonbekistingsdraad van een 5-6 tal m geplaatst. En
wat zag ik? Een prachtig ontwikkelde, gestekelde Taybes (de Medana vorm).Door de horizontale groeiwijze hing die vol
prachtige vruchten, zoals ik dat nog nooit had gezien! De rijpe vruchten
waren niet volledig zwart, zoals de man mij nieuwsgierig had gemaakt, maar
zwart-rood.
Afgezien van de wellicht
toch iets goede kleigrond, heb ik geleerd hoe een horizontale groeiwijze
belangrijk is voor braambozen (kruisingen braam- framboos) en bramen.
***
Het was voor mij een
genoegen, een tijd geleden, de jaarvergadering van Velt Den Bumpt te
onderhouden over kleinfruit. Voor hun tombola had ik het nodige bij.
Te Burcht vergadert Velt
De Bumpt in het clublokaal Het Fakkeltje. Ik vernam dat dit één van de 27
erkende lokalen is van de Vrijzinnigen Vlaanderen. Dat zoiets bestond was totaal
nieuw voor mij.
De voorzitter van VELT-De
Bumpt, de nu 80 jarige Gaston Lesire heeft heel wat planten voor-gekweekt voor
zijn mensen. Ik bekwam vele jaren geleden ooit zijn Russische tomaten, zeer
grote, eerder peervormige, lekkere vleestomaten.
Men had ook Hugo Van de
Gaer uitgenodigd. Hugo zat in het landelijk bestuur van VELT vzw als de
penningmeester. Hij vond het niet kunnendat een deel van de stafmedewerkers (bio-ingenieurs) een eigen
organisatie opzetten ter controle van de bio-beroepsteelt, zonder Velt te
kennen. Als verweer lobbyten de stafmedewerkers op de samenkomst van de afdelingen van de Provincie Antwerpen en uiteindelijk stemden deze
hem met één stem meerderheid de laan uit. Pijnlijk, maar dat is de democratie (in
een vereniging). Stank voor dank, naar een volks gezegde.
Onder impuls van Gaston en
de secretaris Hugo Himschoot- die mij uitnodigend een reeks potten hadden
bezorgd- had ik gezorgd voor de nodige tombola prijzen.
Ik heb genoten van die
avond.
Berten Peeters, mijn hulp
in de tuin, stond in voor de fotos.
Het eerste
kleinfruitras dat op de markt werd gebracht was de zwarte bes Wellington xxx in 1927.
Later volgde nog de
late zwarte bes Malling Jet,hier en
daar nog te vinden.
Interessant waren
de meeldauw resistente kruisbessen Greenfinch
doch vooral de Invicta, een gele bes
nu nog veel gekweekt door bio-telers.
De rode bes Redstart is veel minder bekend. Ik heb
ooit een exemplaar gehad doch vond dit erg zuur en weinig groeikrachtig,
alhoewel gekocht in Engeland, heb ik mij de bedenking gemaakt of ik wel het
echte ras heb gekregen.
De veredeling van virusvrije
frambozen begon al in 1920. Kwamen op de markt: Malling Jewel, Malling Promise en Malling Exploit.
Malling
Delight kwam er in de 50tiger jaren, een erg grote maar zachte
vrucht. In de 70tiger jaren de late, goed smakende Malling Leo. Nog later volgde Octavia,
eveneens een zeer laat ras.
Wellicht het interessantst
was de eerste herfstframboos Autumn
Bliss,(1984) die het bij mij althans nog steeds uitstekend doet.
Ik ben eveneens
tevredenover de rode bessen Redwing en Red poll. De rode kruisbes Pax
was bij mij niet zon succes.Op andere plaatsen hoorde ik er wel lovend over
spreken.
Sinds 1983 was EMR
ook aktief bij het ontwikkelen van aardbeirassen. Ik heb nog het late ras Pandora (1988) gehad. Meer dan 25 rassen
werden ontwikkeld, doch de meesten bleven hier onbekend. Dit jaar komt,
toepasselijk, de Malling Centenary
op de markt.
East Malling ( bij
Maidstone, de hoofdstad van het graafschap Kent in Engeland) is vooral bekend
voor zijn baanbrekend werk betreffende onderstammen voor de fruitteelt.
De wereldwijd meest
gebruikte onderstam voor appels in de beroepsteelt is de M9. Deze onderstam
staat garant voor vroege vruchtbaarheid en een kleine boom, die echter wel moet
gesteund worden.
Later kwam daar de M26 bij
met een iets sterkere groei en een beter wortelgestel. Dit is een veel
gebruikte onderstam voor bomen voor de liefhebber.
In de beroepsteelt, op
goede gronden, wordt nu ook de M27 veel gebruikt omdat deze nog kleiner blijft
dan de M9.
Later heeft men de
bloedluisvrije onderstammen MM ontwikkeld door het inkruisen van de Merton
onderstam. Veel gebruikt is de MM106, die een nog iets grotere boom geeft dan
de M26. Nog iets sterker is de MM111, die men gebruikt om er de zwakst
groeiende rassen op te enten.
In de jaren 1930 kwamen er
de kwee onderstammen voor peer:Kwee A en de
zwakkere Kwee C, de meest gebruikte in de beroepsteelt.
Voor pruimen kwamener de selectiesMyrobolaanB, Bropmton en vooral de meest
gebruikte Saint JulienA. MyrobolaanB en Brompton zijn enkel geschikt voor
hoogstammen. In de beroepsteelt wordt de Saint JulienA nu meer en meer verlaten
voor nieuwere rassen omdat de groeikracht nog te sterk is.
Dit is nog meer het geval
met de onderstam Colt voor kersen, die compleet vervangen werd door vooral
de Gisela5 onderstam.
Te Zandhoven voor
de OKRAacademie Voorkempen kwan Erwin Joos, de conservator van het Eugeen Van
Mieghem-museum, Ernest Van Dijckkaai, 9 (tegenover Het Steen) te Antwerpen, spreken.
Thema: Eugeen Van
Mieghem en de Red Star Line.
Deze scheepslijn
bracht 2,6 miljoen emigranten naar Amerika, waaronder een groot aantal Joden
uit Oost-Europa.
Van Mieghem
portretteerde en schilderde op pakkende wijze een groot aantal van deze,
meestal zeer arme mensen.Meermalenmoet
men aan Käthe Kollwitz denken.
De spreker wees er
op dat steeds mensen aanwezig zijn op al zijn werken die een zeer divers beeld
schetsen van de toenmalige wereldhaven. De herberg van zijn ouders stond op de
hoek van de Montevideostraat naast de gebouwen van de Red Star Line.
Deze gebouwen
worden omgebouwd tot museum dat zijn deuren zal openen in September.
Op de blog van
22/06/2009 kunt u zien hoe de gebouwen er toen uitzagen! (zoeken:Antwerpen-noord
blijkt niet meer te werken.)
Vanmorgen hoorde ik
gerucht in de veranda. Het bleek uit de schoorsteen te komen. Hoorde iets als een
vleugelslag.
De buis eruit
getrokken. Toen ik daarna in de veranda kwam zat er een uil tegen het raam.
s Middags wou ik
een foto nemen en hem daarna loslaten. Nu zaten er al 2 uilen.
Door het forse
formaat zag je dat het bosuilen waren. Steenuilen zijn een stuk kleiner en
grijzer en hebben daarenboven gele ogen, in tegenstelling met de zwarte ogen
van de bosuil.
Het is al een hele
tijd dat ik de heldere, weemoedige, melodieuze"hoe-hoe-hoe-hoe" en de kortere "oe-oe-oe-oe" roep niet meer gehoord heb. Iets
meer in de voorjaarsnachten- het kan nog vriezen- zijn roep meermalen gehoord.
Telkenjare broedt
hij iets verder in het Zoerselbos.
Fotos
De hoge
schoorsteenpijp. Jaren geleden bij het kuisen van de schoorsteen heb ik de
resten van een holenduif gevonden.
Tot een week
geleden zag het er nog naar uit dat het een zachte winter kon worden. Men
voorspelde wel wat vorst tegen het weekend en een dag erna sneeuw.
Tot een 10tal dagen
geleden liep de temperatuur soms nog op tot + 12°. Dan begint er weer leven te
komen in sommige planten en worden ze kwetsbaar voor latere vorst.
Vorig jaar kwam die
er pas begin februari. Gevolg mijn braambozen -half braam, half framboos -(alhoewel
frambozen niet bevriezen) en wilde bramen totaal bevroren. Het vroor tot min 14°
De stekelloze cultuurbramen
kwamen er een stuk beter van af. Ik heb lange tijd gedacht dat deze meer
vatbaar waren voor strenge vorst dan onze wilde bramen; niet dus.
De Thornless
Evergreen, de braam die vroeger in de meeste tuinen te vinden was, de ongestekelde
braam met de peterseliebladeren liep
geen schade op. Die staat hier al bijna 50 jaar en ik herinner mij dat die
slechts eenmaal bevroren was, halverwege de tachtigerjaren.
Gisterenmorgen
(16/1) was het hier -10° (Open hemel). (Men had tot -7 voorspeld in de Ardennen).
Vanmorgen -6° (betrokken). Wind is er tot nog toe niet geweest, want dan is het
vriesdrogend effect op de vatbare stengels nog sterker.
De komende dagen
verwacht men iets minder strenge vorst, maar eind volgende week kan het weer
menens worden.
In 1997 hebben wij een reis gemaakt in Mexico. Familieleden die er heen gaan vroegen naar onze bevindingen. Met veel plezier heb ik die heropgediept. Wellicht kan het de bloglezers ook interesseren.
VIVAMEXICO
Mexico is een van die landen waarvan men droomt er
eens te geraken. De gelegenheid kwam echter onverwacht! Begin april 97
adverteert de nieuwe luchtvaartmaatschappij Citybird:voor 10 000 fr (heen en terug) naar de
Verenigde staten of naar Mexico (en dit voor half juni). Direct mijn agenda
consulteren en zien wanneer we zonder al te veel problemen wegkunnen.Een citytrip van een week naar Mexico-stad
geboekt; maar een dochter -wereldreizigster vindt dat we er twee weken moeten
van maken, ondanks enkele verplichtingenen de volle zaaitijd in de tuin.Alles nog eens overwogen, een paar afspraken afgezegd en voor twee weken
ingeschreven. Voor de wijziging per ticket 1500 fr
betaald.
Ik volg al twee jaar Spaans, zodat ik al iets van het
Spaans versta. En in Latijns America spreekt men trager en duidelijker had
men mij verzekerd. Later zal blijken dat dat beetje Spaans zeer goed van pas
zal komen, want met Engels alleen zou het problematisch geweest zijn.
Gewapend met een degelijkreishandboek kan men goed zijn plan trekken.
Daar ik het Mexico reisboek uit de reeks van de Lonely
Planet niet vond, schafte ik als alternatiefhet 'Mexico Handbook' van J. Cummings & C. Mallan aan, first edition
april 1996, 1457 p.us $ 21.95;(rond de 800 fr in FNAC).Moon publications USA.
De algemene en historische informatie is zeer
degelijk. Op de eerste plaats kwam voor ons de praktische informatie
betreffende vervoer en accomodate met telkens streek - en stadsplannen.
Een klasgenoot was behulpzaam met een ruw reisplan:
enkele dagen Mexico-stad en omgeving en dan verder reizen met verschillende
haltes naar de streek van Merida in Yucatan, het Mexicaans schiereiland.
De avond voor het vertrek nog de laatste
opleidingsavond van de Zoerselse Compostmeesters gevolgd. Veel kleren moeten we
niet inpakken want we gaan een vervroegde zomer te gemoet!
Do 17/4. Om 16 u vliegen we boven Mechelen, over Temse
en even later bereiken we de zee aan de monding van de Westerschelde, dwarsen
de Noordzee en Engeland-Schotland, opzij van Ijsland naar de oostkust van
Canada. En dan over de grote meren, over Kansas, het middelpunt van de States,
via Texas Mexico binnen. De zon gaat maar niet onder en om toch iets te kunnen
dutten, voorziet men in ooglapjes. Het wordt donker als we iets na 20 u
landen.(In België 3 u s nachts; 7 u
tijdsverschil). Een muffe walm komt ons te gemoet. De directe kennismaking met
de vervuilde lucht boven de stad, die in een kom met bergen rondom ligt.
De regen van de volgende dag zal daar veel verbetering
in brengen. Tijdens de droge wintermaandenmoet het veel erger zijn.
Daar we echt zelf ons plan willen trekken, gaan we met
onze valiezen tot in de metro, kopen een kaartje (ongeveer 2 fr). Best koop je
er meerdere ineens, want de rijen aanschuivenden aan de kassas kunnen zeer
lang zijn. Ik kijk rond voor een plannetje van de metro, maar er is niets te
vinden!
Met het plan in ons handboek dan maar verder. Wij zijn
gewoon dat we het ticket terugkrijgen. Daar steek je het gewoon in het gleufje
en het verdwijnt. Als je wil kan je de ganse dag over het uitgestrekte net en
een 8 tal lijnen op en af reizen.Dit is
wat een aantal verkopers, muzikanten en bedelaars doen.De volgende dagen hebben wedikwijls gebruik gemaakt van de uitstekende,
zeer frekwente en op rubberbanden zeer zacht rijdende metro. In elk station
vind je wel een paneel, maar nergens, ook niet in de informatiekantoren heeft
men plannetjes van het metronet. Eenmaal tijdens de spitsuren maakten we het
mee dat we beiden gescheiden werden. Mannen en vrouwen moeten dan in
afzonderlijke wagons. Terwijl we nog aan het afspreken waren, kwam al de
volgende trein en een wachter deed teken dat ik mee mocht instappen bij de
vrouwen, blijkbaar als ongevaarlijk individu!
Niet ver van de Zocalo , het centrale plein, met de
gestutte kathedraal gaan we naar hotelIsabel, ons aangeraden en ook als eerste vermeld in onze reisgids.Een oud herenhuis met hoge plafonds. De kamer
met douche en wc , tv en zelfs een safe kost 110 $ Mexicaanse dollar (ongeveer
700 fr).Tot laat in de nacht worden we
vergast met muziekvan een bar in de
omgeving. Het bed is degelijk.
Vrijd. 18 april,dan is er de wekelijkse immense markt in Toluca,
een 70 tal km ten westen van Mexico. We nemen de metrolijn tot de Oservatorio
terminus danin het aanpalendegrote busstationde bus naar Toluca.Op het einde wordthet lang aanschuiven en praktisch alle
passagiers stappen uit om te voet verder te gaan.Vruchten en groenten in overvloed op de markt
en nog heel veel andere zaken, maar typische zaken zien we haast niet;
blijkbaar moesten we nog op andere plaatsen zijn. Even moeten we schuilen voor
een plensbui. We nemen de stadsbus en wandelen door het historische
stadscentrum.De toeristeninfo kunnen we
maar niet vinden.We genieten van
eenexotische plantentuin in een
vroegere overdekte markt. De grote ramen bevatten glasramen in schitterende
kleuren, echte moderne kunstwerken. Spijtig is er geen tijd meer om naar een 2
km verder gelegen interessante abdij te gaan.
s Avonds terug
in Mexico wandelen we naar het Garibaldiplein met zijn muzikantengoepjes, de
mariachis. Tegen betaling zingen en spelen ze populaire muziek.We lieten ons in een van de aanpalende
gelegenheden lokken. Geen inkomgeld, zeer knappe optredens, prijzige
consumpties, zeker als je niet vooraf naar de prijzen geinformeerd hebt.
De
zaterdagvoormiddag besteden we aan het mooist ontworpen museum dat ik ooit zag:
het anthropologisch museum.s
Namiddagrijden we naarXochimilco(20 km van het centrum), met restanten van het vroegere veel
uitgestrektere kanalennet. Het oude Mexico was immers een soort Venetië. Nu is
dat restgebied een toeristisch spektakelmet zijn vele tientallen zeer kleurige, soms vrij grote boten met
uitgelaten mensen. De boten worden net als in Venetië met een lange stok
voortgeduwd.
Vandaag zondag
(meegenomen is dat je op zondag geen entree betaalt) staat Teotihuacanop het programma, gebouwd van 600 voor Chr. tot150 na Chr., ooit een stadsstaat van 200 000
inwoners.Zon machtige cultuur , in
een tijd dat onze verre voorvaderennog
moesten geciviliseerd worden. Men bezoekthet indrukwekkende cultuscentrum. Een vier kilometer lange as, de
dodenlaangenoemd, met aanliggend
vierkante pleinen en symmetrische bouwwerken. Het meest ontzagwekkend is de
piramide van de zon, 220op 225 m en 70
m hoog met vele hoge en ongelijke treden.
Het beklimmen
was minder moeilijk dan gedacht. We ondervinden weinig last van de
hoogteligging , 2300 m.Natuurlijk
wandelen we verder tot het noordeinde van de avenida de los muertosen beklimmen we de minder hogepiramidevan de maan.Indrukwekkendoverzicht.
Overal wordt je
aangeklampt door verkopers met allerhande spullen: stenen fluitjes in vele
vormen, armbanden, sieraden, T shirts, allerhande stenen en beeldhouwwerken
enz.Het wordt een spel van afdingen en
onderhandelen.
Ma. 21/4.We nemen de ADO-bus (het eerste klas busnet
voor de lange verplaatsingen) naar Oaxaca.
Een rit van 6
uur. Een hele tijd kunnen we in de verte de met sneeuw bedekte vulkanen
Popocatepetl, (5.452 m) en de Ixtaccihuatl(4.330 m) bewonderen. Trouwens
veertien dagen later zou de eerst genoemde nog eens uitbarsten en Mexicostadverduisteren.
Oaxaca is the blue-blood of colonial
cities. It has blended elegant Spanish with the rich culture of the ancient
indigenous people. typeertons
reisboek.
We logeren in
het budgethotel Aurora, tegen het centrum gelegen(60 $ ) Gemeenschappelijk sanitair.
Di. 22/4. We
bezoekenMonte Alban , 10 km buiten de
stad.Gebouwd door de Zapoteken(400-300 voor chr.) en daarna nog
verschillende keren herbouwd.Machtige
ligging. Men heeft er een bergtop voor afgegraven!
Terug in de
stad eten we lekker in een vegetarisch restaurantje.We zien een gelegenheid om een E-mail naar
huis te sturen ( 10 $ = 60 fr) . We wandelen tot de prachtige barokke Santo
Domingo kerk.
Ernaast ligt
het Regionaal Museum. Met de verbouwingswerken is enkel de schat uit graf7 van Monte Alban te bezoeken.In 1932 vond men er 500 juwelen in goud,
amber, turkoois en zilver, en speciale schelpen.Meermalen moest ik aan Toet anchamon denken.
In de stad troepen de boeren samen voor het parlementsgebouw en hebben
spandoeken bij om te betogen.
Woensdagavond
om 21 u vertrekken we met de nachtbus naar Villahermosa.We hadden al vroeg de plaatsen 3 en 4 op de
eerst rij vooraan gereserveerd.Dit
zoudenvoor de rest van de reis onze
voorkeurplaatsen worden , omdat je dan het beste uitzicht hebt.
s Nachts komen
de ooglapjes uit het vliegtuig goed van pas. Je slaapt in stukjes, maar voor
mij is dat voldoende. Wat mij het meest opviel zijn de drempels wanneer de
hoofdweg in een dorpscentrum komt.
Men beperkt
zich tot een richel in de weg , maar een zeer efficiënte.Alle verkeer rijdt er stapvoets over!Vergelijk onze dure aangelegenheden, waar men
soms over vliegt!
We komen in de
vroegte aan in Villahermosa. We
reserveren direct zetel 3 en 4 voor de namiddagrit naar Palenque. In de gids
heb ik gezien dat er een openlucht park-museum is (La Venta) met 5
Olmeken-reuzenhoofden. We gaan 2 uur op stap met een Franssprekende gids, die
zowel oog heeft voor natuur als voor historie.Intussen wordt het tropisch warm.Op ons kronkelend pad zien we de basaltkoppen, meer dan 2 m hoog ,
waarvan de zwaarste 25 ton weegt.De
rugzijde is effen.Wellicht werden die
koppen via vlotten vele tientallen kilometers ver gesleept.Wielen kende die beschaving, die al verdween
300 voor chr., niet. Er is ook een interessante kleine zoo en vogelpark.
Naar Palenque is hetnog een goede drie uurmet de bus. We vragen de taxi man te stoppen
voor 2 uitgezochte hotels.VacaVieja biedt het nodige comfort voor een zeer
lage prijs (70 $). We verkiezen een plafondventilator boven een luidruchtige
airconditioning. Ik heb nog niet vermeld dat we in het laagseizoen reizen. De
prijzen liggen lager en overal is er plaats te over.
De Maya- bouwwerken
hier daterenvan 500 tot 700 na Chr. en
werden van onder de oerwoud-begroeiing vandaan gekapt. Voor de ingang hebben de
Chiapasindianen -(twee jaar terug
haalde hun opstand tegen het centrale bestuur ook hier de pers ) -hun eigen verkoop hutmet sets van hun verschillende bogen in
verkorte lengtes of als je wil ook echte bogen. In het park mag men niet
verkopen .We beklimmende24 m hoge tempelpiramide van de inscripties
en dalen dan in het binnenste via vele moeilijke treden weer 26 m aftot het in 1952 ontdekte graf van koning
Pacal. We zijn er alleen met een Canadees koppel.Binnen is het heerlijk koel, buiten tropisch
warm.Er is ook nog het indrukwekkende
paleisen nog meerdere tempels.Via de andere uitgang van de site daal je af
tot een riviertje met watervallen en bekkens waarin men heerlijk kan zwemmen.
We volgden het voorbeeld van enkele indianen-jongens.
In de omgeving
van Palenque was nog veel meer te zien. Hier hadden we nog enkele dagen meer
willen blijven, ondankshet tropisch
klimaat.s Avonds in het hotel heb ik
nog een interessante babbel met een viertal Oostenrijkse jongeren.
Zat. 26/4Om 8 u zitten we opnieuw vooraan in de ADO
lange afstand bus voor de dagreis naar Merida.
We opteren voor hotel Dolores Alba, met zwembad.($ 140)
Zo. staatChichen
Itza op het programma, weer een hele brokMaya cultuur(120 km van Merida).Om alles te
zien zou je wel twee dagen moeten uittrekken.Op mij maakt het reuze balspelveld, 135 op 65 m, aan drie kanten
omsloten door 8 meter hoge muren, het meest indruk. Een gids demonstreert de 7
voudige echo.Het spel werd gespeeld
door de priesters, die met hun lichaam, zonder het gebruik van handen of voeten
een zware rubberbal door een verticale ring op een5 tal meter hoogte moesten krijgen.Als beloning wordt de overwinnaar geofferd
aan de goden, door onthoofding.Een vrij
goed bewaard bas-reliëflaat dit
duidelijk zien.Het is een flink eind
wandelentotde heilige cenoteof bron:een cilindrische put van 20 m diameter met steile wandenen de waterspiegel op 20 m diepte. Hierin
bracht men mensenoffers om regen af te smeken.
Verder is er de
tempel van de krijgers, met ernaast de tempel met de 1 000 kolommen. Verder het
observatorium gebouw en nog vele andere.Hier en daar zie je leguanen, tot ongeveer 40 cm lange reuzenhagedissen.
Het is begrijpelijk dat de Unesco deze site uitriep tot Heritageof Humanity.
s Anderendaagsbezochten we Uxmal
(80 km van Merida), kleiner maar met heel fijne Maya cultuur. Hier nodigde de
zeer steile tempelpiramide uit tot beklimming. Verderhet mooi versierde paleis, met een prachtig
gedecoreerde 100 m lange en 8 m hoge façade. Ernaast bevindt zich de 30 m hoge
grote piramide. Ons bekoorde vooralookhet nonnenklooster : een
binnenplein van 60 op 45 m, rondom afgezet met gebouwen met veel kamers.
Vandaar de vergelijking met een klooster.
Voor onze
laatste dag hadden we de toeristische trip naar de lagunekust met de
flamingosgeboekt. Onderweg met vijf
passagiers, gids en chauffeur in een versleten klein busje kregen we panne,
gelukkig net in een dorpje. We stonden bij de plaatselijke bakkerij van de tortillas.
Tortillas zijn de broodpannenkoeken die algemeen gebruikt worden met velerlei
vullingenof ook als brood gegeten
worden bij andere gerechten. Men gebruikt mais -en of tarwemeel. De vrouwen van
het dorp komen ze er aanschaffen. Met de lijnbus konden we onze reis verder
zettentot de aanlegsteiger waar we
overstapten in een motorboot.In een
wijde boog ging het rond de sierlijke flamingos met een paar haltes om de
vogels te bekijken. Dan werd er nog door het mangrove-struikgewas gevaren, dat
op vele takwortels in het zeewater staat.Op een beschutte plek was een Pools gezelschap aan t zwemmen. Aleide
volgde hun voorbeeld, terwijl ik een babbeltje sloeg in het Nederlands met een
dame die een tijdje in Nederland gewoond had.
s Avonds
vertrokken we voor de 20 uren terugrit van Merida naar Mexicostad. We zaten
weer op onze vertrouwde plaatsen. We betaalden 350 Mex. Dollar voor een
plaats(ongeveer 1700 fr).(Tijdelijk een
gunsttarief). Een vliegreis was bijna vier maal duurder.In de wachtzaal was Aleide mij aan het
tekenen en dit bracht ons in gesprek met een Mexicaans koppel. Ondanks onze
taalbeperktheid toch een goed gevoel. Ook slapen op een bus word je gewoon.
Tegen de middag
boekten we weer in hotelIsabel.Na een goede siësta trokken we nog eens de
stad in voor een flinke wandeling over de Zocalo naar Garibaldi. We lieten een
groep Mariachis voor ons een autentieke bamba zingen en spelen.
Do. 1/5 Onze
laatste dag in Mexico gaan we nog eens naar het archeologisch museum en vandaar
naar het kasteel in het Chapultepecpark om de beroemde muurschilderijente bewonderen.
Van de
namiddagplannen om met de metro nog andere delen van de stad te bezoeken
kwamminder in huis omdat we onze bagage
op de vlieghaven niet kwijt geraakten tot we eindelijkde enige beperkte bewaarplaats vonden.
Ons vliegtuig
vertrok tegen middernacht voor de vlucht van een uur naar Puerto Vallartavoor de tussenlanding. Daarna ging het met
een volledig bezet vliegtuig rechtstreeks naar Brussel waar we om 19 u landden.
Hij gebruikte zijn
methode met succes voor appelen, pruimen en peren en stoelt op een 20jarige
ervaring.
Hij werkt volgens
het vaassysteem, maar op zijn manier. Het eerste jaar wordt er zeer sterk
teruggesnoeid.
Als men op de
kwekerij een exemplaar kiest met goede beworteling en 4-6 takken, vertrekt men
met voorsprong.
Het is de normale
praktijk de takken van de aangekochte boompjes het eerste jaar sterk terug te
snoeien. Doch veel liefhebbers schrikken terug om zo fel te snoeien en korten
enkel het uiteinde van elke tak 10-20 cm in. (Zo deed ik het ook!).
Topsnoeien is
echter verwerpelijk - welke snoeiwijze men ook hanteert - omdat de boom reageert met langgerekte, slungelige
en opgerichte groeiwijze.
Gekochte boompjes
tellen gewoonlijk 3 tot 5 reeds gevormde takken. Doch de takken in het hart (centrum)
van de boom moeten er zonder pardon uit,
want anders worden deze te dominant.
Al de andere takken
worden teruggesnoeid op 5-6 ogen. De hoogste twee moeten echter naar de
buitenkant groeien. Knoppen aan de binnenkant, die anders naar het centrum
groeien dienen met een scherp mes verwijderd te worden.
Meestal snoeit men
enkel in de winter en dan zijn er vier jaar nodig om het beoogde aantal takken
in dit nieuwe systeem te bereiken.
Past men evenwel
zomersnoei toe wanneer de nieuwe scheuten op de geknotte takken 10-20 cm lang
zijn, dan krijgt men een verdubbeling van elke tak. Al wat vereist is, is de
scheuten even hoog af te knippen en op de basistak 4-5 bladeren te laten staan.
Dit dwingt deze tak om op zijn minst 2 nieuwe takken te vormen. Bij zeer
groeikrachtige rassen kan men deze behandeling zelfs nog eens toepassen en
bekomt men al een verdrievoudiging van de takken in één groeiseizoen.
Resultaat: een
enkel in de winter gesnoeid jong boompje met 4 takken heeft tegen de volgende
winter wellicht 8 takken. Waar zomersnoei is toegepast heeft men er al 16. Met
een tweede zomersnoei geraakt men reeds aan 32 takken.
Boompjes die men
aldus behandelt moeten steeds voorzien zijn van het nodige vocht en een goede
bemesting, (liefst elke maand een klein beetje).
Van een boompje met
16 takken, dat in de zomer eenmaal gezomersnoeid werd, kort men elke tak
opnieuw in tot op 4-5 knoppen. Het volgende seizoen komt er een verdubbeling
van de takken tot een 30tal.
Verdere zomersnoei
op een boompje met dit aantal takken is niet meer nodig. Men laat ze gewoon
doorgroeien.
De volgende winter
zal deze boom, in vaasvorm, ongeveer 30 sterke takken tellen, gelijk verdeeld
rond de kroon.
Deze takken bereiken
een lengte van 2 m en veel meer.
Het
is belangrijk in dit stadium nog niet te snoeien aan deze takken; behalve
het verwijderen van een kruisende tak, van dood hout, een kankertak en de
waterscheuten in het hart van de boom. (Deze had men al kunnen wegtrekken in
een jong stadium tijdens de zomer).
Men blijft van de
takken af en verbijt de neiging om de extra lange, slungelige, vele meterslange
takken in te knippen.
Deze ongesnoeide
takken zullen over de ganse lengte korte scheuten en vruchttakjes vormen.
Knipt men een
dergelijke tak toch in, dan komt er een vegetatieve groeischeut en vormt er
zich haast geen vruchthout, zelfs al knipt men slechts 1 à 2 cm weg. Gevolg:
een dergelijke tak groeit wel sterk, maar vertoont lange, kale plekken zonder
of bijna geen zijhout.
Maak u niet druk om
kruisende en krom groeiende takken. Laat ze ongemoeid zodat ze kunnen
vruchtzetten. In een later stadium kan je nog altijd inkorten als dit
noodzakelijk is.
Afblijven van korte
takjes om deze te laten uitgroeien tot vruchthout. Zelfs bij gevorkte eindtakken
hoeft er niet per se een weggenomen te worden, maar het kan.
Een op deze manier
gegroeide tak is bezet met vele korte takjesmet bussels bladeren, maar laat ruimte voor veel zonneschijn tot in de
basis van de boom, zodat ook daar de (zij)takken en vruchten het goed doen en
niet afsterven door gebrek aan licht.
Een gevolg is ook
dat zich al het eerste jaar vruchttakjes ontwikkelen op de niet gesnoeide tak
en de boom- afhankelijk van het ras- al onmiddellijk begint met vruchtdracht.
Het tweede jaar van
niet-snoei is het jaar van de vormgeving van de boom.
De dunne, slanke,
jonge takken, beladen met vruchten, buigen door onder het gewicht. De boom met
zijn hangende takken blijft kleiner en de takken zijn beter bereikbaar.
Een tak die
gedurende 9 maand neerhangt behoudt die stand.
Het kan zelfs nodig
zijn zwaar beladen takken te stutten tegen afbreken. Vruchtdunning kan helpen
tegen overgewicht, maar is meestal niet nodig.
Te stijl groeiende
takken kan je verzwaren met gewichten of naar omlaag binden.
Als de boom na twee
niet-snoei jaren op deze manier gevormd is, zijn er maar weinig verdere ingrepen
nodig: wegknippen van een gebroken tak, wat uitdunnen van teveel vruchttakjes,
wegnemen van een tak die er teveel is
Aldus is er nog
heel weinig snoei nodig.
Ongeveer om de vijf
jaar zal het nodig zijn zijtakken wat in te korten en gans de boom wat uit te
dunnen.
Een van de doelen
van dit nieuw snoeisysteem is de boom zo vroeg mogelijk vrucht te laten dragen.
Aldus bekomt men een minder hoge boom. De boom bereikt vlugger de rijpheidsfase.
Vruchtzetting
vereist voeding en limiteert aldus de groei van takken en waterscheuten.
Met deze methode
bekomt men zijdelingse, in plaats van opwaartse groei. Men kan makkelijker
oogsten vanaf de grond.
Ook de
beurtjaargevoeligheid vermindert.
Er is veel minder
onderhoud nodig.
Licht bereikt alle
delen van de boom tot in de broek.
Dit systeem is ook
gemakkelijk toepasbaar voor boompjes in potgroei.
Alhoewel deze
methode best start met jonge boompjes om deze een goede vorm te geven, kan men deze
nieuwe methode ook toepassen op oudere exemplaren die al gekweekt werden in
vaasvorm. Dit is al lang mijn preferente boomvorm.
Ik hoop dat ik nu
beter weet hoe te snoeien.
Men is nooit te oud
om te leren, wel wetende dat de theorie gemakkelijker is dan de praktijk. Ik
heb er zin in op mijn toch wat oudere dag!
Wij voelen ons nog
steeds zeer gelukkig met het Nieuwjaarsfeest.
Alle veertien
kleinkinderen waren er: Jochen, Michiel, Jonas, Keda, Robin, Kaël, Yamsi, Nico,
Pieter, Silke, Jasmien, Sarah, Isis en Jonathan. Alle kinderen: Peter, Leen,
Veerle, Mieke en Tinneke. Veerle en Rene waren er met Robin, Pieter, Silke en
Sarah. Ze wonen nu in Noord-Vancouver in British Columbia, Canada. Katrien, de
partner van Peter met Tenzin. 3 van de 4 schoonzoons: Rene, Filip en Werner. Enkel
schoonzoon Aminou is momenteel nog in Kameroen. Plus Noëlla, het metekind van
Leen, ingenieursstudente in Louvain La-Neuve en een paar lieven van de kleinkinderen.
Het was een tijdje
geleden dat ze hier allemaal waren.
De foto besloot de
avond.
De wandelclub de
Natuurvrienden hadden op hetzelfde moment hun driekoningentocht. Eén van de
controlepunten was in onze schuur. De wandelaars werden er verwelkomd op muziek
( de doedelzakspeler is van ons dorp) en iets hartigs.
Vorige maand werd
de rode peer Regal Red gelanceerd.Regal Red is een
rode mutant van Doyenne du Comice. Het uiterlijk van de peer is wijnrood en de
smaak is dezelfde als de Comice. De combinatie van smaak en de opvallende rode
kleur zijn de troeven van Regal. De peer is zon 8 tot 10 jaar geleden bij
toeval ontdekt en geteeld door boomkwekerij Nicolaï. Eind 2012 werd Regal Red
voor het eerst gecommercialiseerd. Deze peer is weer een clubras.
De bomen worden exclusief op de
markt gezet in samenwerking met Boomkwekerij René Nicolaï. De commercialisatie
zal exclusief plaatsvinden via D&G Fruit en LTV (De Limburgse
Tuinbouwveiling, Herk-de-Stad), waarbij nauw zal worden samengewerkt. Deze
winter worden er 20.000 bomen bijgeplant. Over een paar jaar mikt men al op een
jaarlijkse productie van 2 miljoen kilo.
De vorige rode peer Sweet Sensation, van Nederlandse
origine, wordt ook in clubverband voorbehouden voor de leden-kwekers.BFV (Belgische
Fruit Veiling) heeft sinds 2006 de rechten voor België op deze peer.
Op dit moment hebben we 230.000 sweet sensation bomen, daar komen dus 120.000
boompjes bij, die deze winter geplant worden, zegt Filip Lowette. Sweet
sensation is interessant voor een boer omdat die zon 15 dagen na de Conference
rijp is. Dat betekent dus dat hij zijn plukkers kan laten doorwerken in
afwachting van de Jonagold. Daarnaast zijn Delhaize en Colruyt geïnteresseerd
in deze peer. Sweet sensation is de enige peer die rood is. Het is een broertje
van de Doyenné du comice, maar net door die rode kleur heeft deze peer de helft
meer antioxidanten (stof die kankerverwekkers kan uitschakelen).
Commentaar: er komt dus concurrentie
bij de rode peren. Het zal nog een tijd
duren vooraleer liefhebbers die ook kunnen telen. En of het op natuurlijke
manier kan? Zelf heb ik een tiental jaar 2 Doyené du Comice gehad, maar ze
deden het totaal niet in mijn zandgrond en waren erg aangetast door takschurft.
Misschien op goede fruitgronden?
met als gids de bekende ATV-weerbericht-journalist Marc Van den Broeck.
Alfacam, gevestigd te Lint, is sinds lang bekend als een innovatieve
onderneming wat betreft het TV-gebeuren. Momenteel zit men in slechte
financiële papieren maar vanuit Indië daagt hulp op.
Alfacam beschikt enerzijds over een vloot TV-captatiewagens en verder
een 15 tal studios, waaronder de grootste studio van België met een groot zwembad.
In de onderhoudshal, waar we de rondleiding beginnen, staan twee wagens
voor onderhoud. De ene is een omgebouwde bus. De andere een grote vrachtwagen.
Bij beiden kunnen er ganse wandstukken naar buiten geschoven worden voor meer
bewegingsruimte binnen.De grote wagen
kan de opnames van een 15 tal cameras aan. Deze grote TV-captatiewagens werden
gebruikt voor de TV-uitzendingen van bv. de Olympische spelen in Peking en het
WK-voetbal in Zuid-Afrika.
In de onderhoudshallen:hightechapparaten en kilometers kabels in specifieke kleuren.
De rondleiding, die anderhalf uur duurt, is op zijn minst spectaculair.
We beëindigen met bezoek aan een aantal studios, grote en kleine.
Weerman Marc Van den Broeck vertelde over de opname van het
weerbericht. De achtergrond is in het groen. Bij het mixen schuift men er
fotos en weerkaarten voor als achtergrond.Kwestie is om op het gevoel de juiste aanwijzingen te geven terwijl men
buiten beeld de teksten leest.