Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
25-11-2008
Historie van de Pruimen
Historie
van de Pruimen
Van Nevers bracht ik het deze maand
door de Crocqueurs de Pommes uitgegeven CARNET nr 2 LE PRUNIER mee.
Over de verspreiding van de
pruimen in Europa moet ik mijn kennis, zeker wat de myrobolanen of kerspruimen
betreft, helemaal herzien.
De Prunus spinosa(sleepruim, sleedoorn, prunellier, spine noire)
is bijna over gans Europa verspreid, in de Kaukasus en in het noorden
van Afrika. De soort groeit tot op een hoogte van 1500 m . In Europa vindt men stenen
vanaf 3 000 en 2 000 voor J.-C
Soms vormt de sleedoorn met zijn doornen
ondoordringbare hagen. De kleine (7-12
mm), donkere vruchten hangen lang aan de takken. De bittere smaak verdwijnt pas
na vorst.
Men kan de sleedoorn als onderstam gebruiken.
De Prunus cerasifera
of Myrobolaan, Kerspruim afkomstig uit de Balkan en geacclimatiseerd tot in
Siberië, van oorsprong komende uit de Kaukasus, werd pas sinds de 19de eeuw verspreid in West-Europa!
De kerspruim groeit tot 8m, bloeit zeer vroeg, een maand voor de
sleepruim, die samen bloeit met de vroege eetpruimen. De 2-3 cm dikke, groen,
gele of rode vruchten variëren van sappig tot melig. Sommige smaken tamelijk
goed. Sommige geven een uitstekend confituur.
Geselecteerde types werden gebruikt als onderstam voor hoogstampruimen.
De Prunus insititia, in het
Frans prunéolier, afkomstig uit centraal Azië, is minder verspreid, maar bezet praktisch
hetzelfde gebied als de sleepruim. De
verspreiding in Europa zou gestart zijn in de 10 de eeuw na Christus.
De boom of struik heeft weinig of geen doornen. De gele of zwarte
vruchten (2,2 cm doormeter)rijpen laat, vanaf september. De mirabel en de Saint
julien worden gebruikt als onderstam.
De Prunus domestica. Hierin
steekt domus = huis in het latijn, gekweekt in bewoond gebied. Deze pruim komt
van de Kaukasus en het Midden-Oosten en stamt af van de Prunus insititia.De
Prunus insititia is dan weer het kruisingsproduct van de sleedoorn met de
kerspruim.
De Prunus domestica bestaat uit 3 ondersoorten: 1. De (cultuur)pruim 2.
De Reine Claude 3. De kwets.
De cultuur van de pruim dateert al van de oudheid. Ze was al zeer
verspreid in de streek van Damascus.
2.000 jaar voor chr. werd de pruim al geteeld in China. Gedroogde pruimen
werden in het graf van Kha, de architect van Thebe (Egypte) gevonden. Een eeuw
voor Chr. kenden de Romeinen al een 12 tal variëteiten of rassen.
De kruisvaders in de 12 de eeuw brachten pruimen uit Damascus mee naar
Zuid-Frankrijk.
Een eeuw later entten de monniken van Clairac bij Agen locale rassen en
bekwamen de pruim dEnte (van enter), de basis voor de pruimedant, pruneau in
het Frans, de droogpruim van Agen.
Eind der zestigerjaren
begon ik met het opzetten van een composthoop. Dat was eerst een bescheiden
hoop.
Halverwege de
zeventigerjaren waren dat grote hopen. Steeds werd er op de goede verhouding gelet
van bruin materiaal (vooral hakselhout en droge resten) en groen materiaal
(verse bladeren, gras, tuinresten en mest). Er werd kalk toegevoegd. Iets later
vernamen we dat uit onderzoek bleek dat dit normaal niet nodig was. Na
composteren bekomt men een neutraal materiaal. (Dit is natuurlijk niet het
geval als men zuur materiaal als bv dennentakken op zichzelf laat verteren. Zie
verder).
We hadden toen een hakselaar
met een elektrische motor van 1,5 PK. Kort daarop werd die vervangen door een
grotere met een 10 PK benzine motor.
Ik vond het geen pretje
met de geluidsoverlast en de uitlaatgassen.
Begin der tachtigerjaren
werd die doorverkocht en ging ik op volgende manier te werk.
Mijn takkenmateriaal kreeg
jaar na jaar een plaats op een uithoek van het terrein. Het was/is nestplaats
voor vogels en schuilplaats voor egels. Aan de oudste kant heb je na twee, drie
jaar de dikkere takken maar uit te nemen voor houtstook (na droge opslag). Het
fijne materiaal werd tussen het kleinfruit gestrooid.
Voordien lieten we al
ganse ladingen rijpe compost aanvoeren voor de geïnteresseerden.
Nu nog laat ik haast elk
jaar een container compost brengen (tussen de 17 en 19 ton).
Een hakselfirma heeft enkele
maanden geleden 3 ladingen afgezet. De eerste hoop bevat nogal wat zuur
materiaal van coniferen. Die hoop laat ik nu een jaar verteren en zal dit
materiaal gebruiken als mulching voor mijn zuurminnende blauwbessen en tussen
de aardbeibedden.
De andere ladingen waren
enkel van populieren. Na de vrij vlugge vertering bekomt men een basisch
product. Vroeger dacht ik dat populier zorgde voor een zure compost. Ik had het
verkeerd voor.
Compost wordt bij mij
nooit gezeefd, maar vooral in de lente ingefreesd. Een enkele keer zeef ik voor
een zaaibakje.
Het afvalmateriaal van de
keuken wordt meestal in de kippenren gegooid, waar de kippen er nog iets in
vinden en verder scharrelen. Peulen van citrusvruchten bv zie na een maand al
niet meer. Dit proces noemt men vlak
composteren. De natuur gaat op dezelfde manier te werk.
Daarnaast heb ik een
wachthoop-composthoop voor allerlei grof materiaal. Tijd om te keren steek ik
er niet in. Na een jaar heb je ook deze compost maar uit te voeren.
Ik vind het niet nodig meer
arbeid te verrichten dan strikt nodig.
Het uitvoeren van compost op zichzelf is al een zeer zware klus!
Nog foto's van 30 jaar Croqueurs de Pommes in Nevers
Van de heer Lucien Clement van 69790 Propieres, met wie we een lange babbel
hadden; kregen we een serie fotos met een goed overzicht van de Fruit Expo in Nevers.
Bezoek aan Goossens Flevoplant Aardbeiplanten Te Ens
Bezoek aan
Goossens Flevoplant Aardbeiplanten Te Ens
Op uitnodiging van Dirk
Verheyen (foto 3), de vertegenwoordiger in België kon ik mee.
Ens ligt in de Noord-Oost
Polder van Flevoland, de provincie van Nederland die ontstond door het
droogleggen van een groot stuk van de Zuiderzee of Ijsselmeer.
Eerst bezochten we een paar
grote vermeerderingsvelden op humushoudende zandgronden in Drente. Men streeft
ernaar een groot aantal A+ planten te bekomen.
We krijgen plastiek
overtrekkers aan tegen mogelijke besmettingen. Enkele planten worden
uitgegraven en beoordeeld. De stevige, dikke, witte wortels wijzen op
veelbelovende planten. Over een week, als de groei gestopt is door de
winterkou, begint men met het rooien en gaan de planten de koelcellen in als
wachtbedplanten.
Het land, met een
humuspercentage van minstens 7 % wordt voor een jaar gehuurd. In de voorgaande
jaren mogen er geen aardappelen gestaan hebben wegens de aaltjes of nematoden
die eveneens schadelijk zijn voor de aardbeiplanten.
Bij liefhebbers gebeurt het
wel meer dat in augustus geplant wordt op het pas vrijgekomen bed van de
aardappelen.
Op het eerste perceel is nog
wat te merken van de 50 ml regen van de laatste dagen, op het tweede perceel
niet meer.
Op het bedrijf staat net een
nieuwe aardbeienplanten oogstmachine klaar.
We zien werkhal en
koelplaatsen. Nemen een kijkje in de serre met de jongste trayplanten.
De firma investeert in
onderzoekswerk. We mogen een blik werpen in de onderzoeksserre met vele nieuwe,
unieke planten, waarbij hopelijk de plant met formidabele eigenschappen, als
basis van een nieuw ras. Onder de schragen staan al veel uitgeselecteerde
planten, bestemd voor de composthoop.
Buiten staan de trayplanten
bestemd voor de verkoop. Vliesdoek ligt ernaast om erover te trekken bij vorst.
Als laatste bezoek trekken we
naar het vermeerderingsveld voor bioplanten. Men is er nog maar pas mee
begonnen en zal nog moeten leren hoe het onkruid te beheersen.
Yves Hendrickx (foto 8), de
verantwoordelijke voor de bioproeftuin in Pamel, Roosdaal vertelt hoe ze dit
bij hen, zij het op kleine schaal onder de knie hebben. De moederplanten staan
geplant in plastiek. Wanneer zich de uitlopers gaan vormen wordt een 5 cm
dikke, onkruidvrije, biologische compost gestrooid. Hierin ontwikkelen zich de
planten zeer gezond. Hij heeft al geconstateerd dat moederplanten die toch wat
sporen van witziekte vertoonden, door de compost weer helemaal gezond werden.
Vorige vrijdag reden we de
650 km naar Nevers in midden Frankrijk, een goede 200 km voorbij Parijs.
Relatief weinig moeten aanschuiven in Parijs. Vanaf Porte de Bagnolet tot Porte
dItalie gaat het immers over de route perépherique.
In Ieper had ik LPG (Liquid Petrol Gaz) getankt voor 0,42.
In Frankrijk GPL (Gaz Propane Liquide) wordt dat 0,84 en 0,81
Ons hotel Ibis lag net
over de 500 m brede Loire. Als je 2 maanden op voorhand reserveert betaal je
slechts 40 in plaats van 59 ter plaatse voor een 2 persoonskamer.
Tegen 17 u, sluitingstijd
konden we nog net een plan bemachtigen op het bureel voor Toerisme in het
Palais Ducal.
Een gedeelte van de oude
stad is winkelwandelzone.De Fransen
zijn precies muzikaal: we zagen maar eventjes 3 muziekwinkels (instrumenten), niet
zover van elkaar. In een krantenwinkel bemachtigden we een erg interessante hors-serie
uitgave van Le Chasseur Français Pommes/Poires Les 200 meilleures Variétés régionales met
foto, beschrijving en tot 4 waarderingssterren voor 5 gebruikscategorieën: 1. à croquer2. en tarte3. en buisson4. au four5. en cidre, uit alle streken van Frankrijk. We hadden geluk de laatste
exemplaren te bemachtigen. 6,9, in
België 7,5. Eigenaardig: op de Expo niet te vinden, alhoewel de gegevens
toegeleverd werden door heel wat afdelingen van de Crocqueurs!
Het avondmaal wordt
geserveerd vanaf 19 u.
Terug in het hotel hadden
we een gezellige en fruitige babbel met een koppel uit de Bourgognestreek. De
man was een sterke liefhebber van bio-dynamische wijnen.
Op zaterdag waren we al
zeer vroeg in het grote Expo Centre.
Op de stand met
plantmateriaal een Ontario in pot aangeschaft,op sterke onderstam (franc, er was geen andere keuze) 25.
Van Montbéliard, ter
gelegenheid van het 10 jarig bestaan van de Croqueurs, had ik 1988 een Reinette
Blanc op MM 106 meegebracht, een ras dat ik later in Le Jardin du Roi te
Versailles veelvuldig tegenkwam.
De stand van
Charolais-Brionnais uit het westen van het département du Saône-et-Loire wist
ons het sterkst te boeien met eigen truffels, confituur van Catillac peren en
nog een aantal andere proevertjes. De presidente is iemand die sterk ecologisch
gericht is op de landelijke omgeving en de laatste fruit- en natuurresten op de
buiten, nog tegen de gangbare mentaliteit in, tracht te redden.
De Royal Horticultural
Society van Wisley stapelt de tentoongestelde vruchten in torentjes, heel
typisch. Jim Arbury, de head gardener en auteur van de boeken Pears en
Plums bemande de stand.
Zeer artistiek is de stand
van de Jardin du Luxembourg, waar de Senaat van Frankrijk zetelt.
Ook de Potager du Roi van
Versailles heeft een fijne stand.
Verder zijn er nog zo vele
anderen.
Tenslotte vermeld ik nog
de grote V vorm met vruchten van het teerste groen tot het donkerste rood;
indrukkend naar hoeveelheid vruchten, vorm en kleur.
FOTOS
De eerste lezing ging ter
herdenking van Charles Baltet van Troyes (1830-1908), 100 geleden overleden, telg
uit een boomkwekersgeslacht en zelf ook boomkweker (o.a. Transparente de
Croncel), schrijver van o. a. de heruitgegeven Les bonnes Poires. Een van de
redders van de franse wijnbouw, die teloorging door de Phylloxera
(druivenluisziekte) , door het enten op de ongevoelige Amerikaanse druif als
onderstam. En tenslotte als politieker.
Op de foto Jean Lefevre,
hoofdredacteur, die de lezing hield en ernaast Claude Scribe, ondervoorzitter van de Croqueurs.
2. Label van de Ontario.
25 jaar geleden gaven we enten door in onze VELTfruitwerkgroep: verkeerd. Later
nog een boom gekocht: verkeerd. Zelf geënt met ent van de nichtjes in
Kortemark. Nog geen volledige zekerheid. Nu neem ik de proef op de som.
3. De presidente van
Charolais-Brionnais uit het westen van het departement Saône-et-Loire. Wellicht
het best bekend om het Charollais slachtvee met de witte vacht. Op de foto toont ze een affiche over de Charollais kippen, vleeskippen; wellicht moeillijk te onderscheiden van de witte kleurslag van de bekende Poule de Bresse.
4. De confituur van Catillac
(dikbuikige stoofpeer)
5. Catillac
6. Jardin du Luxemburg
7. Wisley, Royal
Horticultural Society; Jim Arbury, verantwoordelijke voor de fruitsectie,
auteur van Pears en Plums
Als laatste, heb ik de Siam of Bananenbladpompoen
binnengebracht. Dit is een pompoen met wit vlees en die wordt bij ons gebruikt
als vulstof bij schotels. Het zaad had ik al verschillende jaren liggen van een
vorige oogst.
Marina de Chioggia van
biologisch zaad uit de Organic Catalogue. Sierlijke, geknobbelde huid,
uitstekend geel-oranje vlees. Bewaart goed en de smaak zou nog verbeteren bij het
verouderen. We wachten nog even.
Bij mij hier in de Kempen
droeg enkel de Broadview. Dit ras is
afkomstig uit British Columbia, Canada. Maar ik had zonder de eekhoorn
gerekend. Voor ons schoot er geen enkele noot over.
Er is ook een positieve
kant aan zijn streken. Links en rechts zorgde hij (of een Ekster, Vlaamse gaai?)voor
een tiental zaailingen en de oudste droegen dit jaar ook noten. Het wordt de
hoogste tijd om die uit te planten. Ik heb er handkracht voor nodig.
Op 30 november komen de
neefjes en nichtjes op familiesamenkomst. Ik las een speciale happening in! Met
vereende krachten zullen we de oudste noot verplanten. Ik reken bv. op Pieter.
Hij is prof aan de universiteit, maar heeft ook een zwarte Dan judo.
Vandaag heb ik een pruim
gerooid en de plantput gegraven. Het was weer heerlijk weer buiten en zonnig,
zodat ik zonder trui kon werken en dan nog was het een beetje zweten.
Beste
meneer, ik was op internet op zoek naar een bestuiver voor mijn appelboom malus
Karmijn de Sonneville. Ik heb deze boom zo'n 11 jaar geleden gekocht en dacht
altijd dat de boom te jong was, daarna aan mijn snoeiwijze lag, dat de boom
geen appels kreeg. Op een plantenforum, kreeg ik het advies om een betere
bestuiver te zoeken, want dat het daar aan lag. Ik heb toen contact gezocht met
de kweker waar ik ooit de boom gekocht heb, en die gaf als advies om een malus
Red Sentinel erbij te plaasten. Die is voor onze tuin te groot, dus ik zoek nu
op internet naar een andere bestuiver en kom op deze site. En uit u verhaal kan
ik dus opmaken dat het een hele moeilijke boom is om appels aan te krijgen. We
hebben zandgrond, net als u en de totale opbrengst van goede grote appels zijn
in al die jaren misschien een tiental. Wel hadden we dit jaar heel veel kleine
appels, maar in de loop van de zomer vielen ze er spontaan af, zodat we er maar
weer één appel overhielden en die hebben we de vogels maar gegund. Mijn overbuurvrouw
heeft een James Grieve in haar tuin staan, en wat ik gelezen heb is dat ook een
goede bestuiver. Deze boom staat op zo'n 50/60 meter afstand. Zou dit toch nog
te ver zijn? Of ligt het aan de bemesting? Wat voor bemesting zou ik deze boom
moeten geven? De kweker had over Admire of calypso van Bayer, maar daar gaat
mijn voorkeur niet naar uit, dat is liever de organische bemesting. Of moeten
we deze boom omhalen en een nieuwe zetten?
Wat
me erg aan mijn hart gaat. Ik ben erg benieuwd naar uw suggestie, vriendelijkegroeten Jeltje
Antwoord
De vele kleine appeltjes wijzen er
wellicht op dat er onvoldoende bestuiving was. Bij onvoldoende bevruchting
vallen die af.
James Grieve is een vroege bloeier,
net als de Karmijn en komt zeker in aanmerking als bestuiver, alhoewel de
afstand nogal ver is.
De sierappel Red Sentinel wordt ongeveer 4m, dus geen grote boom. Door zomersnoei kan je de kop desgewenst nog inkorten. De
sierappeltjes zijn helderrood en blijven lang aan de boom hangen. Wellicht hebt
u plaatsom die erbij te planten?
Er zijn nog een hele reeks vroeg bloeiende appelen. U zou kunnen
overwegen om een paar van deze boompjes te planten. Al gehoord van het
haagsysteem? Dan kan je meerdere bomen planten op een rij, 1 m van elkaar. Onderstam M9 of B 9. Voor een zwakke groeier als Alkmene en vooral Ananas Reinette is een sterkere onderstam M 26 of zelfs een MM 106 meer aangewezen.
Mogelijke rassen: Alkmene, Ananas Reinette, Ashmeads Kernel,
Discovery, Elstar, Falstaff, Freiherr von Belepsch, Gravenstein, Ingrid Marie,
Melrose, Otava, Pinova, Reinette Bauman, Santana, Sturmer Pippin, Sunset, Topaz,
Wealthy, Winston Je kan overwegen om 1 of 2 takken van de Karmijn om te enten
met 1 of 2 van de genoemde rassen. De bestuivers staan dan wel heel dichtbij!
Ik hou het bij organische bemesting, stalmest, paardenmest, vooral
compost, kalk af en toe, houtasse Ik heb de indruk dat een Karmijn meer bemesting vraagt dan de doorsnee appels.
Zondag 9 nov. was het een
lekker weertje om naar Doesburg te rijden, naar de tentoonstelling in de
Museumtuin t Olde Ras. Onderweg bemerkten we het verschil in rijcomfort van
rijden op de lichtlopende, moderne asfaltbekleding en op de stroeve, oude (?)
beton of macadam op het einde van de autoweg Gorinchem over Tiel naar Nijmegen
en Arnhem. De snelheid valt direct terug of je moet veel meer gas blijven
geven.
In de Museumtuin hebben we
eerst de buitenkant verkend met het plantenaanbod. Er zijn wel mooie labels,
maar er is geen aanduiding van het onderstamtype. Bij de abrikozen is dit
echter wel het geval. De prijs van fruitbomen ligt in Nederland een stuk hoger
dan in België, zodat het bij ons moeilijker is om de kost te verdienen met fruitbomenkweek.
Interessant is het tussen
enkele rijen in de aanplant van de Museumtuin zelf te lopen.
Je ziet welke rassen
gezond groeien en welke niet. Nogal wat rassen hebben last van kanker.
Je ontdekt dat aan
Reinette Marbrée nog enkele Ananas Reinetten staan. De proef op de som om vast
te stellen dat de beste tijd van dit ras al voorbij is.
Toen we net geparkeerd
hadden, zagen we in een wagen een paar boompjes liggen: hierbij Ashmeads
Kernel, een uitstekend Engels ras.
Als je dan binnen de
tentoonstelling bezoekt, wordthet wel
iets moeilijker. Je ziet er Ashmeads Cernel liggen en dit is het juiste ras.
Ernaast ligt Ashmeads Kernel, de juiste schrijfwijze, maar een onjuist ras.
In de aanplant wordt niet
behandeld. Nergens echter heb ik zoveel vruchten met kurkstip gezien. Wellicht
schort er iets aan de kalkvoorziening. Voeg daarbij dat sommige vruchten wel
iets te vroeg moeten geplukt worden omdat anders de roeken (koloniekraaien met
grijze plek rond de snavelinplanting) met de vruchten weg zijn en er geen meer
overschieten voor de jaarlijkse expositie. Dergelijke vruchten vertonen, naast
gebrek aan kleur, later meer kurkstip vertelde de heer Giesen, de
stichter-bezieler van t Olde Ras.
Interessant zijn de
contacten op een dergelijke dag. Van iemand hoorde ik dat de tentoongestelde
stoofappel Haneman het beste ras is
om Hete Bliksem te bereiden: half om half aardappelen en appelen, daarboven
spek op een zacht vuurtje een paar uur laten gaar worden, naar smaak kruiden
met zwarte peper, warm eten. Hierbij heb ik graag nog wat opleguitjes. Bij
het attractieve ras Herfstgoud geraakte
ik in gesprek met Theo uit het noorden van Limburg, vroeger plantenkweker en nu
nog steeds actief bij de gehuwde kinderen. Hij heeft een vijftigtalfruitrassen. Herfstgoud vindt hij een zeer goed smakende, zeer sappige appel. Hij
had het nog over een ander ras Kerstster,
hier niet tentoongesteld, rood als de Sterappel,
doch een veel beter ras.
De mevrouw aan de kassa
vond de Sterappel er dit jaar een heel stuk aantrekkelijker uitzien dan vorig
jaar.
De heer aan de
documentatiestand herkende ons nog van vorige bezoeken. Vlamingen winnen de
quizzen taal in Nederland en daarbij zijn we ook nog superieur in het Frans.
1 Reinette Marbrée Falso, in
werkelijkheid Ananas Reinette.
2 Op het einde van de
verkoopstand. Ze bieden ook kleinfruit aan. Ik zag er het oude zwarte bessenras
Silvergieter geënt op stam. Hoe zou een zwarte bes zich op stam gedragen?
3 Let op het mooie label. Echter
geen info over de onderstam.
4 De Ontario,bleekgroen met
zilverig waas lijkt hier, toch niet zover noordelijker, maar op kleigrond,
moeilijker af te rijpen dan op mijn Kempense zandgrond.
5 Erge kurkstip op Howgate
Wonder, de kampioen zwaargewicht onder de appels.
6 De stoofappel Haneman, de
beste stoofappel voor het bereiden van Hete Bliksem. Merk vooral bij deze foto op dat door de stand bij het fotograferen een sterk vergrotend effect is opgetreden. Het zijn eerder kleinere appelen.
Toen we hier kwamen in
1962 stond aan aan beide kanten van het kippenhok een appelboom.
Aan de zuidkant was dit
een Pomme Jeruzalem. Grote,
zachtgroene appelen met soms een zeer lichte blos. Zacht, wat droog
vruchtvlees. Er werd verteld dat de oudere bewoners deze appel waardeerden. Wij
vonden vooral de boven de stoof gedroogde schijfjes interessant. Deze boom, die van vroegr al scheef stond, bezweek na enkele jaren tijdens een winterstorm
Aan de noordkant was dit
een Bellefleur. Vast , maar sappig
vruchtvlees, laat rijp. De laatste vruchten pluk ik begin november. De vruchten
houden tot maart. Ik vind dit een van de allerbeste rassen voor appelmoes.
Beurtjaargevoelig.
Toen ik het kippenhok hoger
opmetste moesten een paar zware takken wijken. De onderste was sterk door
kanker aangewreten. Ook kleinere kankertakken werden verwijderd. Na dit
opkuisen groeide de boom veel fleuriger. Wel moet ik nog regelmatig een kleine
kankertak verwijderen.
De boom groeit tamelijk
gezond en heeft slechts matig last van schurft.(Zie de vlekjes op de bovenste vrucht op de laatste foto). Een goed oud ras.
In 1992, tijdens een zware
augustusstorm werd de boom omver geblazen. De takken werden op stompen gezaagd
als speelboom. Een functie die hij een tijd vervulde.
Intussen vormde hij nieuwe
takken.
De eerste, aan de voet, heb
ik omgeënt met Reinette de Flandre. Ik heb de scheut onderaan opgehoogd om
eigen wortel te vormen. Nu staat de tak-boom zeer vast.
Op het fotomateriaal is
dit de eerste uitschieter. Ik schat de momentele hoogte een meter of acht. De
hoogste Bellefleurtak is nog ruim een meter hoger. Zie fotomateriaal.
Dochter Mieke die weet dat wij
graag een wijntje lusten, bezorgde ons volgende tekst uit het Tijdschrift
E-gezondheid
Moeten we opteren voor biologische
wijn?
40 flessen wijn werden onderzocht
De bekendmaking van de systematische vervuiling
van wijnen steunt op analyses die uitgevoerd werden op wijnen
geproduceerd in verschillende landen, verspreid over de hele wereld. De
analyses werden uitgevoerd door de verenigingen van het Pesticides
Action Network Europe (PAN-Europe), dat in Frankrijk vertegenwoordigd wordt
door de 'Mouvement pour les Droits et le Respect des Générations Futures'
(MDRGF), de Beweging voor de rechten en het respect van de toekomstige
generaties.
Het onderzoek had betrekking op 40 flessen wijn, waarvan 6 afkomstig
uit de biologische landbouw (Frankrijk en Oostenrijk), terwijl de
andere flessen, afkomstig uit de intensieve landbouw, grote wijnen
waren uit Frankrijk, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Portugal, Zuid-Afrika,
Australië en Chili. De 34 wijnen uit de conventionele landbouw
bevatten gemiddeld resten van 4 verschillende pesticiden, terwijl de
meest vervuilde wijnen tot 10 verschillende toxische producten
bevatten.
Zulke hoeveelheden getuigen van een zeer intensief gebruik van pesticiden
in de wijnbouw (20% van de pesticiden gebruikt op 3% van het
landbouwareaal ). Deze chemische substanties, die zowel in tafelwijnen
als in beroemde wijnen werden gevonden, kunnen echter
kankerverwekkend zijn, ze kunnen ook neurotoxische en hormoonontregelende
eigenschappen hebben en zowel de ontwikkeling als de voortplanting
verstoren.
Als we de vergelijking maken met het verontreinigingsgehalte van
drinkbaar water, dan bevatten deze wijnen 5.800 keer meer toxische
stoffen dan wat toegelaten is voor drinkbaar water. De toegelaten
maximumgrenzen zijn echter helemaal niet dezelfde voor water en wijn.
Die beperkingen zijn trouwens van toepassing op de druif, niet op de wijn.
Vervolgens worden de chemische stoffen afzonderlijk, en niet globaal
bekeken.
Beter kiezen voor een biologische wijn
In de 6 biologische wijnen werden
daarentegen geen resten van pesticiden gevonden, met uitzondering
van zeer lage hoeveelheden in een Bourgogne, maar waarschijnlijk was die
vervuiling afkomstig van het gebruik van pesticiden op vlakbij
gelegen percelen.
Uiteraard was in dit onderzoek het aantal geanalyseerde flessen beperkt,
maar de resultaten komen wel overeen met de besluiten van officiële
onderzoeken. In Zwitserland bijvoorbeeld, toonde men de aanwezigheid van pesticiden
aan in 98% van de onderzochte wijnen
Laat ons hopen dat wijnbouwers in de toekomst het gebruik van pesticiden
zullen beperken en dat de wetgeving ter zake snel zal aangepast worden
zodat de gevaarlijkste pesticiden kunnen uitgeschakeld worden.
Niet alleen de consument heeft hier alles bij te winnen, ook de gezondheid
van de wijnbouwers kan in hoge mate verbeteren (blaaskankers en
hersentumoren komen bij deze mensen vaker voor dan gemiddeld)
Het Vuil onder de Mat vegen, maar in verbeterde Versie
Het Vuil onder de Mat vegen, maar in
verbeterde Versie
Vandaag was het weer
heerlijk om in de tuin te werken.
Er was onder andere nog
een klein stukje aardappelen te rooien. Dovenetel had er zich zeer weelderig
ontwikkeld. Die werd dan ook secuur uitgehakt om geen worteluitlopers te laten
zitten.
De hoopjes van dit spul, samen
met wat grote brandnetel, van bij het vroegere rooien, hadden zich goed herpakt
en lagen er groen bij.
Naast dit perceel ligt een
baan worteldoek van 2 m breedte om ingroei van pemen en ander fraais te
voorkomen en werk te besparen.
Dit doek heb ik half
omgeslagen en er de hoopjesonder gelegd.
Wegens gebrek aan licht
gaan die dra afsterven en beginnen te composteren. Tegen volgend voorjaar
blijft alleen een laagje compost over.
Ik heb
hier een RC d'Oullins staan door een andere amateur ge-ent op sleedoorn.
De boom
is al 10 jaar oud en heeft nooit goed gedragen, maximaal 10 vruchten.
Andere
pruimenbomen inde buurt dragen normaal.
Heb
bestuivers in overvloed staan ( minstens 15 pruimenbomen)
Moet ik
deze verwijderen of komt het ooit nog goed??
De pruim
is lekker, maar kan vervangen worden door elke andere lekkere soort op een
betere onderstam.
Mijn ervaring met dit ras.
In 1964 plantte ik een eerste exemplaar. Het werd een grote
boom. Uit opslag later bleek dat de boom geënt was op Myrobolaan (Prunus Seracifera, kerspruim).
Het duurde 12 jaar vooraleer ik de eerste vruchten zag. Slechts
enkele jaren was er een goede oogst. Soms waren er geen vruchten; soms slechts
enkele. Na 40 jaar werd de boom gerooid om er een noot te planten. De oude boom
was nog minder vruchtbaar geworden.
Eind de tachtiger jaren bracht ik nog een exemplaar mee van
de kwekerij Adams te Ruisbroek. Ook dit exemplaar groeide fors uit, doch er
waren zelden vruchten. Onbekende onderstam.
RC dOuillins zijn grote, gele , zachte vruchten, met een
zeer goede smaak.
ANTWOORD
10 jaar voor een RC dOuillins is nog zeer jong en je hebt
al pruimen gehad.
Ik heb nooit geënt op sleedoorn en weet niet hoe een boom
zich hierop gedraagt.Is die sleedoorn
onderstam wel een zekerheid? Ik zag nogal wat uitschieters van pruimen. Zou het niet
interessant zijn nog wat geduld te oefenen?
Wie weet? Als het weer volgend jaar een beetje meezit is er
een grote pruimenoogst te verwachten. De bomen beschikken over veel reserves.
Dit jaar moesten die allerminst aangesproken worden, wegens het totaal
ontbreken van vruchten.
Vandaag van het goede weer
geprofiteerd om ter elfder uur nog look te planten. Ik gebruikte de eigen
knolletjes.
Vorig jaar gebeurde het
planten wel rond half oktober samen met plantuitjes. Dit jaar waren ze al vroeg
uitgeput bij de AVEVE in de buurt. Blijkbaar zijn er al meerdere tuiniers die
hiervan gebruik maken.
Die winteruien groeiden
mooi uit, terwijl mijn lenteplanting te vroegtijdig geveld werd door de
witziekte.
Er zou hiertegen al
resistent plantmateriaal zijn, maar ik heb hiervan nog geen aanbod gezien.
Grote fruitshow op 8 & 9 november 2008 in museum 't Olde Ras
Volgende
zondag bezoeken we met enkele vrienden voor de zoveelste keer t Olde Ras, Museum in een boomgaard
te Doesburg , Gelderland
Grote fruitshow op 8 & 9 november
2008 in museum 't Olde Ras
De
stichting verzamelt oude, bijzondere en nieuwe fruitrassen, plant die aan in
haar museumtuin (tot 2007 ruim 1500 verschillende fruitrassen in alle soorten
fruit welke in Nederland buiten gedijen, zoals appel, peer, pruim, juttepeer,
kers, moerbei, abrikoos, perzik, bessen, druif, kweepeer, sierfruit, mispel,
noten, Japanse dwergkwee, Aziatische peer, amandel, vlier enz.), verspreidt die
weer door middel van fruitshows (elk tweede weekend van november (in 2008 8
& 9 nov.)), bomenverkoop van deze rassen (van 18 oktober 2008 tot medio
april 2009 elke zaterdag van 9.00 15.00 uur, woensdag- en dond.morgens van
8.30-11.30 uur, verdere verkoop op afspraak, er zijn altijd honderden rassen
voorradig), geeft een kwartaalblad genaamd Fructus uit, geeft verdere
voorlichting enz. De museumtuin en het museum zijn op woensdag- en dond.morgens
geopend van 9.00-11.30 uur, voor groepen vanaf 10 personen worden op afspraak
uitgebreide rondleidingen gegeven. Het museum bevat vele oude
fruitteeltgereedschappen, vele afbeeldingen van fruitrassen door middel van
kleurplaten, een grote serie afbeeldingen van ziekten aan fruitbomen, een grote
collectie stenen (pitten) van pruimen waarvan men aan de hand hiervan de juiste
rassen kan determineren enz.
Ik heb 2 Jonagold mutaties
(waaronder King Jonagold; de andere ?) op een omgeënte boom. daarbij Jonagored (de meest bekende, zeer rood kleurende Jonagoldmutatie) op de top van een andere boom (ras Jonathan op M7) groeide dit jaar opvallend goed. Wellicht nog een gunstig gevolg van vorig jaar? Meestal is
Jonagold sterk schurftgevoelig.
Heel uitzonderlijk kennen
we een jaar met haast geen schurft, zoals vorig jaar toen de eerste
schurftsporen in april, begin mei geen kans kregen tijdens het droge, zonnige
voorzomerweer.
De zwaarste
schurftinfectie gebeurt in het voorjaar.
Ik vind dat dit jaar ondanks
al de schurftbevorderende nattigheid - de aantasting door schurft al bij al
meevalt.
Vroeger zou ik gezegd
hebben tegen een liefhebber: "Aanplant van Jonagold af te raden". Nu begin ik te twijfelen,
want ik heb ondanks de schoonheidsfouten echt smakelijke appelen.