Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
07-05-2009
De zogezegd resistente Gerema
De zogezegd resistente Gerema
Vandaag de aantastingen
door takmonilia bij de zogezegd resistente Duitse kriek Gerema weggeknipt. Ik
heb de boom nu zon 5 tal jaar staan en meestal heb ik moeten ingrijpen.
Al mijn andere
kriekenrassen heb ik noodgedwongen moeten rooien. Ze waren door de herhaalde
erge aantasting totaal verzwakt en onvruchtbaar geworden.
Tot halverwege de
zeventigerjaren hadden we van tijd tot tijd als de bloemen aan de nachtvorst
ontsnapt waren - heerlijke krieken of zure kersen.
Dan is de moniliaschimmel
zo virulent geworden dat natuurlijke teelt van krieken onmogelijk is geworden.
Met
tijdig wegknippen tracht ik nog iets van de vruchten te redden.
Karel Bollansee heeft te Pulderbos een
zeer interessante perzik staan, vrij van krulziekte. Er is een grote oogst te
verwachten, net als in 2006.
Toen kwamen nogal wat
stenen in de composthoop terecht en het jaar daarna met de uitgevoerde compost
in de tuin. Tientallen boompjes schoten op.
Enkelen werden uitgeplant.
Het is interessant om de boompjes nu te beoordelen. Sommige zijn zo goed als
vrij van krulziekte. Andere blijken minder resistent.
Binnen een paar jaar kan
er een beoordeling van hun vruchten volgen.
Karel, de schoonvader van
Marie had mij uitgenodigd om tomatenplantjes te komen halen. Een gelegenheid
ook om zijn voortreffelijke perzik terug te zien.
Karel had zoals gewoonlijk
zijn eigen tomatenzaad uitgezaaid in een isomobakje en de rest later in de
gerecycleerde diepvriezer. Hij was zeer verwonderd de plantjes in de
diepvriezer zo massaal te zien ontkiemen, haast samen met het veel vroegere
zaaisel.
Slechts enkele bessenbastaardrupsjes lieten zich opmerken.
Interessant was ook zijn
systeem voor het benutten van regenwater in de serre met opvangvaten en
vloeidarmen.
Projectleider Yves
Hendrickx fier over zijn bio-aardbeien die er zo gezond en zeer beloftenvol
bijstaan.
Sonata is een ras dat
gemakkelijk meer dan 1 kg per plant opbrengt.
Let op de kleinere planten
vooraan. Dit late ras als ik het goed onthouden heb Cleri werd een hele tijd afgedekt met stro om het een maand te
verlaten, zodat de zomeraardbeien naadloos zouden aansluiten met de begindracht
van de doordragers, die vrucht geven tot tegen de vorst.
Het veld van de
doordragers waarover zeer binenkort tunnels aangebracht worden.Aansluitend bij dit veld liggen achteraan enkele rijen voor de eigen
vermeerdering van planten. Als de uitlopers verschijnen strooit men een 2-3 cm
dik laagje compost, waarin een begin van beworteling plaats vindt. Dan kan men
deze plantjes oogsten om te stekken ofwel nog wat compost aanbrengen voor forse
planten met sterke beworteling. Door op deze manier te werk te gaan heeft men zo goed als geen onkruidgroei. Per moederplant mag men rekenen op 40 nakomelingen.
De groep
Het wordt al duister als
we bij bio-aardbeiteler Luc Pauwels geraken.
Nog een tiental dagen en
het oogsten kan beginnen. Op een andere plaats zagen we een reuzengrote, reeds kleurende vrucht. Luc heeft het voor Darselect om wille van de gezondheid en het plukrendement, niettegenstaande de iets mindere opbrengst van 800 gram.
Sofie Hoste van het
project Bio zoekt Boer was eveneens van de partij ( blog 19/03/2009).
Achteraf in de loods zagen
we een beugel om het wiedwerk te vergemakkelijken.
Vorig jaar stonden in
België meer Ha peren dan appels. Niet te verwonderen als sinds 1995 op de
Belgische Tuinbouwveilingen peren, na tomaten, de grootste omzetwaarde
vertegenwoordigen, goed voor 130 miljoen euro.
Het ras Conference (*) is in Europa het
belangrijkste ras met 33 % van de peren. Meer dan 30 % van deze Europese
Conferenceperen wordt in België gekweekt!
Bij de liefhebbers waren
er vorig jaar maar zeer weinig peren wegens nachtvorst tijdens de bloei.
Dit
jaar ziet het er integendeel schitterend uit.
Vele mensen denken dat
Conference een bewaarpeer is. Enkel in frigo is dit waar. In natuurlijke
bewaring kan dit enkel tot de eerste helft van november. Dan zijn ze op zijn
best, tenzij je liever raapperen eet (Ik heb de indruk dat veel mensen van niet beter weten! Maar ook rapen smaken).
Bij de liefhebbers tref je
nog een gans gamma van overheerlijke peren aan.
Op de blog staat de
vertaling van het formidabel interessante boekjeLe Poirier van Dr Joseph Theyskens.
België was in de 19 de
eeuw nummer 1 in de wereld voor het kweken van nieuwe perenrassen.
Verschillende van deze
zijn nu nog steeds de interessantste rassen voor de liefhebber.
Ik
verwijs naar de blogs van 18/12/2007 tot 07/02/2008
(*) Ik schrijf Conference, want dit is een Engelse peer! De vermaarde Engelse kwekerij Rivers toonde deze op de National British Pear Conference van 1885, vandaar de naam. Laat de Conférence maar achterwege!
Fotos
Leuk om zien hoe de kleine peertjes rechtop staan, de ene al meer dan de andere.
1.Comtesse de Paris
2.Bonne Louise dAvranches
3.Concorde
4.Bergamotte Esperen
5.Jefkenspeer. De vruchtbaarheid laat wat te wensen
over. Staat wat veel in de schaduw van een Schone van Boskoop
6.David is een recente peer van Pillnitz-Dresden
7.Seigneur Esperen is al flink ontwikkeld
8.Bij Benita (kruising Nashi-gewone peer) staan de
vruchten erg dik. Wellicht zal na de rui nog dunwerk nodig zijn.
9.Ook de hoogstam Beurré de Naghin draagt veel
vruchten.
Het heeft tot gisteren, 25/4 geduurd vooraleer ik de eerste boerenzwaluw te zien kreeg. Tussen haakjes: sinds die eerste koekoek op Pasen (12/4) heb ik geen roep meer gehoord. Blijkbaar wordt die ook zeldzaam. Tien,vijftien jaar terug hoorden we deze tijd de nachtegaal. Vorig jaar werd geen enkele meer waargenomen in het grote Zoerselbos.
Hierbij enkele foto's van het eetfestijn van de bessenbastaardrupsen op kruisbes. Hier en daar zijn nog rupsjes te zien. Dit zijn de overlevenden van de eerste slachting de vorige avond. Let op de foto met duim die de achterkant van een blad met eitjes toont. De iets langwerpige eitjes worden afgezet op de nerven en zijn gemakkelijk plat te wrijven. De zaak is echter ze tijdig te ontdekken, want de rupsjes komen al na enkele dagen uit. Er zijn meerdere generaties per jaar. Roofwantsen en sluipwespen zijn later op het jaar goede helpers want dan zie ik geen rupsjes meer. Enkel in de lente moet ik 'een handje toesteken'.
Dit is een Deense appel, ontstaan rond 1866. Het zou een zaailing zijn van een Calville Blanc d'Hiver. Het is een vroege herfstappel met een speciale smaak: zoet, zacht, sappig, romig vlees. Gevoelig voor schurft. Smaakt het ene jaar al beter dan het ander. Ik heb er twee bomen van staan. Een op MM 106 en de andere wellicht op M9 of M 26. Wat stel ik nu vast dat de kleinere boom volop in bloei staat. Joan Morgan in 'The Book of Apples' geeft bloeidag 10 op. De kleine boom is volop aan 't bloeien en de grote moet er nog aan beginnen. Dit kan niet te wijten zijn aan de iets sterkere onderstam. Ook niet aan de dracht van vorig jaar: 1 appel wegens vorstschade. De bloemen zijn wel degelijk aanwezig, maar op de foto praktisch niet te zien. Ik heb ook nog een tak geënt op een andere boom en die is net als de kleine boom volop aan 't bloeien. Over de rasechtheid ben ik zo goed als zeker. De kleine boom heeft wel duidelijk grotere vruchten en daarbij ook minder last van schurft. WAARSCHIJNLIJK HEEFT MEN TE MAKEN MET TWEE APARTE CLONEN.
Vanmorgen stapten mijn vrouw en ik om half negen naar de bus. Onderweg zagen we de rijp van de nachtvorst. Gelukkig dat ik de aardbeien afgedekt had, want vanavond zag ik het bevroren hoofdje van een blote aardbeibloem. Zou er schade zijn aan de fruitbloesems? Het weerstation van het Bezoekerscentrum Zoerselbos heeft vanaf 1 u vorst opgetekend van -1 tot -2,5 ° C.
In de avond dekte ik de
bloeiende aardbeien af met vliesdoek. Er is kans dat het morgenvroeg vriest aan
de grond.
Daarna liep ik even de fruitkooi
in. Het was al tegen 21 u en al iets minder licht. Een van de kruisbestakken
vertoonde serieuze vraatschade en de talrijke bastaardrupsen waren al begonnen
aan de ernaast staande takken. Manu militare ingegrepen. Als je bladeren of wat
er nog van overblijft wat draait om deze van onderaan te bekijken zie je de
rupsjes nog beter op de bladranden zitten. Tot ik alles geplet had was het
minder klaar.
Iets verder was er nog een
aangetaste tak, doch dit waren er gelukkig maar enkele.
Ik
heb dit jaar een gedeelte van de tuin laten ploegen. Vorig jaar, het
jaar na het leggen van de aardgasleiding, had ik al veel netels gewied,
toch was er nog opvallend veel woekering, die best ondergeploegd werd.
Vorig jaar werd enkel gefreesd. Na het ploegen werd duidelijk dat
het terugleggen van de teeltaarde op sommige plaatsen gebrekkig
gebeurde. Het zal wel een tijd duren vooraleer er weer een zwarte
bouwvoor is.
Gisteren waren we te
Leffinge ter gelegenheid van de 80 jaar van nonkel Andre, kozijn van Aleide.
Als dessert kwamen er
opgelegde pruimen op tafel, vast, haast knakkend vlees, losse steen, heerlijk
zoet maar niet te. Uitstekende kwaliteit. De beste opgelegde pruimen die ik
ooit proefde.
Vorig jaar was het de enige
onder zijn pruimen die droeg, genoeg om een 5 tal potten op te leggen.
Een hele tijd terug heb ik
die Ruth Gerstetter voor hem meegebracht.
Ik weet niet meer of ik entte op Kempische pruim of op St Julien A. Het is maar
een matig grote boom geworden.
Het is een van de zeer
vroege bloeiers bij de pruimen. De roodblauwe vruchten rijpen rond half juli.
Matig als dessertpruim; uitstekend voor culinair gebruik.
Groenachtig, vast, middelmatig
sappig vruchtvlees; losse steen, wisselvallige vruchtbaarheid. Reine Claude dAlthann
is een goede bestuiver.
De vrucht werd gewonnen in
Duitsland door Adolf Gerstetter te Besigheim rond 1920.
Aleide merkte op dat pruimen van zware gronden toch het best smaken.
Nonkel Andre heeft enkel
nog weide. De paarden blijven zijn trots.
De mail die ik zopas van Herman Vandepoele, die te Torhout de interressantste pruimentuin heeft die ik ken, vat de pruimenbloei van dit jaar zeer goed samen. Dit houdt het beste in voor de toekomst. Merk wel op dat Herman over een grond met leem beschikt. Pruimen smaken het best op een iets zwaardere grond. Ik tracht mijn Kempische zandgrond met bentoniet, dat montmorriliniet bevat- het beste kleimineraal- te verbeteren.
Raar fenomeen dit jaar met de pruimenbloei. Op de
heel vroege bloeiers (de mirbolanen en de Japanse soorten) na stonden alle
rassen, van de vroege Belle de Thuin tot de late Ste Cathérine ongeveer samen
in bloei. Nog nooit gezien maar uiteraard zeer goed voor de
kruisbestuiving. De weersomstandigheden waren ideaal, vrij veel zon en
vooral geen nachtvorst. Nogal wat bijen gezien niettegenstaande de
negatieve berichten daaromtrent. Ook de hommels waren actief. Het belooft
dus een goed pruimenjaar te worden.
Pinova: detail. Bloeidag
12 in 'The Book of Apples'.
Kornellebes (Cornus mas): reeds een tijd uitgebloeid. Bevruchte
stempels beginnen een ietsje te verdikken, maar nog nauwelijks te zien.
Bloei Notarisappel (bloei op dag 8 in The Book of Apples). Aan de
bovenkant staat Ontario (?). Nog gesloten knoppen. Ontario staat op bloeidag 12,
zoals Pinova, zodat ik twijfel aan de soortechtheid. Is het wel Ontario?
Wellicht zijn er ook later bloeiende variëteiten in Ontario?
Rode Schone van Boskoop (bloeidatum 8).
Links de Generatieboom met
17 rassen naar de 17 kleinkinderen. Nog geen opvallende bloei in vergelijking
met de boom rechts: Stark Earliest
(bloeidag 3). Vroeg bloeien betekent niet steeds vroeg rijpende vruchten. Bij
Stark Earliest is dit wel het geval. De vruchten rijpen in de tweede helft van
juli.
De witte weelde boven het
dak is van een 11 m hoge Hedelfinger
kers. De vruchten zijn voor de vogels.
Topaz, een resistent ras dat veel aangeplant werd in de
bio-fruitteelt.
Mijn aardbeien, het oude
ras Gorella, beginnen te bloeien. Ze
hebben de winter, onafgedekt, prachtig doorstaan. Het sneeuwtapijt zal
isolerend gewerkt hebben tegen de ergste vrieskou. Ze groeien voorbeeldig.
In de vroegere ganzenwei
staat weer de slanke sleutelbloem in vol ornaat.Al jaren staat er die ene plant. De grond bevat er een ietsje leem van
de Schijn, bijrivier van de Schelde. Hier is het nog maar een kleine beek die
ontspringt in Malle, waar zich nog een steenbakkerij bevindt. De boerderij werd rond 1900 gebouwd op de linkeroever. In het verlengde is de welving in de bodem nog goed te zien. Het water van de noordkant watert af naar de Schijn. Dit van de zuidkant maakt een ganse omweg via de Nete en tenslotte de Rupel om ook de Schelde te bereiken.
Dochter Leen had nogal wat
appelen nodig voor de verjaardagtaarten voor de 16 de verjaardag van Keda.
Mij viel de nog vrij goede
kwaliteit op van de Aleida-appel,
een zaailingappel uit onze tuin. Ik heb hem benoemd naar mijn vrouw Aleide. De
smaak is vrij goed.
Een interessante
winterappel als je er in natuurlijke bewaring op half april nog zo uitziet. Van de donkere vlekken trek ik mij niet veel aan. Dit zijn de sporen van een onschuldige schimmel, de regenvlekkenschimmel op zeer laat te plukken vruchten.
De ziektegevoeligheid valt mee. Matig schurftgevoelig. In sommige jaren was er
wel wat meeldauw. Dan is het zaak de aangetaste groeipunten af te knippen.
Een prachtige Paasdag en natuurlijk paaseieren zoeken voor de jongsten.
Foto's van schoonzoon Rene Beyers
Jasmien. Op de achtergrond Jonas op de trampoline; Silke Jonathan, Silke, Sarah Jonathan en Sarah Niko Jonathan Sarah Keda en Yamsi. Links Keda, vandaag 13/4 16 jaar. Op de trampoline: Jasmien aan de kant; Silke vooraan, Sarah achteraan, rechts Isis, met de felle haardos
De enten op wat ik noem de
parkeerboom gaan nu hun derde groeijaar in. Vorig jaar had de Pomme Rose al vruchten. Nu zijn er heel
veel bloesemknoppen te zien. Vanda en Lena bv doen het om ter best. Gisteren deed ik een speciale ontdekking.
Op de parkeerappelboom
zijn blijkbaar ook twee peren terecht gekomen. Deze enten zijn wel het minst
gegroeid. Het waren de witte bloemen en de bleke, meer spitse bladeren die de aandacht
trokken. Ik ben benieuwd naar het verdere verloop.
Af en toe hoor je wel van
gelukte perenenten op appel. In Pomologia,
het blad van de Nationale Boomgaardenstichting heeft een tijd terug iemand zijn
bevindingen doorgegeven. Er waren perenrassen waarbij dit behoorlijk lukte.
Hopelijk kunnen we aan de vruchten als het zover komt het ras achterhalen.
Als er kruisbestuiving nodig is wordt dit een probleem, want de dichtste peer
(een Comtesse de Paris) staat er minstens 30 m vandaan.
Nota: bekijk de bloesems op de 2 de foto. Op de rechter bloem zijn de meeldraden zwart. Bevroren in de knop? Op de linker bloem zijn ze rood-bruin en gaaf.