Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Met Nynke Zijlstra bracht
ik een bezoek aan Eddy Vets, daags na zijn druk bezochte Opendeurdag.
Ik zag zijn florerende peren.
Het trof mij dat zijn Prune de Prince er nog zo florissant bijstond. Mijn boom
heeft nog slechts enkele vruchtjes die last hebben van de aanhoudende droogte.
Ook de recente buien zijn ons voorbijgegaan.
Nogmaals heb ik
overvloedig kunnen vaststellen dat een hoop mest en hakselhout wonderen
verrichten.
Bij mij heb ik dadelijk het
braamgewas onder mijn Prune de Prince weggehakt met de zware vlakzeis. Nu wat
laten drogen en straks komt er een dikke laag compost, hakselhout en mest.
Terug naar Itegem.
Eddy toonde ook het
recente perceel met de verzameling Belgische appels en peren: zijn Pomona Belgica,
nu in het tweede groeijaar, aangelegd op een nieuw verworven , uitgeboerd terrein. Er dient nog heel wat vruchtbaarheid
gecreëerd. Voor de bouwstoffen is al gezorgd maar de verwerking en opbouw van
humus en voeding vergt de nodige tijd. Over 5 10 jaar wordt dit een prachtige
verwezenlijking.
Het beheer gebeurt volledig ecologisch, randbeplanting, bloemenstroken en een behuizing voor solitaire bijen.
Eddy heeft hier zeer
zeldzame rassen staan als bv Stropneus,
een appel uit de streek van Damme.
Hij is tot nog toe vergeefs op zoek naar de peer
Beurré Van Den Hove
Uit de streek Diest-
Scherpenheuvel
En zeggen dat er destijds
ganse boomgaarden van stonden!
In tegenstelling tot wat
de naam laat vermoeden was Calke Abbey nooit een abdij. Het landhuis werd
destijds wel op getrokken op de vroegere site van een Augustijnenabdij.
Eerst werden we gegidst
door de hoofdtuinman. Eerst gingen we kijken naar het terrein waar tot het
begin van de Grote Oorlog (1914-1918) de opbrengsttuin lag: hoog ommuurd en met
een oppervlakte van 2 Ha. De producten werden verkocht op de markt.
Dichter bij het huis ligt
een kleinere tuin met een gedeelte siertuin met palmen en bloembedden, een
moestuin en aanpalend nog een boomgaard. In de boomgaard vooral lokale rassen.
Dan was het tijd om het
huis te bezoeken. Hier heeft de tijd minstens 50 jaar stilgestaan. Totaal
verarmd heeft de laatste bezitter uit een excentrieke familie het geheel
overgemaakt aan de National Trust. De kamers staan en liggen vol met oude
spullen. In de inkomhal wordt de toon al gezet: koppen van de veestapel en
jachttrofeeën. In verschillende kamers grote verzamelingen van opgezette dieren
en vogels. Verder hopen fossielen en allerhande stenen. Hier geen schilderijen
maar spotprenten. Hopen oud speelgoed van de kinderen enz.
Het hoogtepunt van de dag
was voor mij de wandeling - zij het met wat druilregen door het omgevende, grote
park. Zeer veel oude bomen, waaronder duizend jaar oude eiken.
Het begon meteen al met
een curiositeit. Een hangende zijtak van een beuk heeft wortel gevat en het
ontstaan gegeven aan een nieuwe stam, veel dikker dan de afhangende tak: zie fotos.
1. Het gebouw
2. De hoofdtuinier, als gids
3. De palmen in het
siertuingedeelte
4. Bloembedden.
5. Het millimeter knippen van
de buxus
6. Pompoenen galerij tegen
het Haloweenfeest voor de kinderen
7. Mooie bloesem van de
pronkbonen. In jong stadium kunnen deze als snijboon benut worden.
Dit jaar heb ik eindelijk
weer een behoorlijke oogst van deze late, Duitse pruim. Spät is wel laat in het
Duits, maar Späth is in dit geval de naam van de Berlijnse boomkweker van dit
ras.
Het vlees van deze pruim
is vast, geelgroen van kleur, voldoende sappig en aangenaam van smaak. Losse
steen.
Gisteren, 8 september,
verjaardag van Mieke, onze derde dochter, heb ik de vruchten geplukt. De eerste
waren al gevallen, maar allen waren voldoende rijp.
Ik heb er Van Cauwenberghe,
destijds leraar van de tuinbouwschool van Vilvoorde, Monographie,
Standaardisatie en Cultuur van Pruimen van 1941 op nageslagen.
waardevolle, late
variëteit welke voordeelig het pruimenseizoen kan verlengen.
Rijpheidstijdstip: half September,
het tusschenplukken vangt aan rond den 10 den September en eindigt rond den 20
sten. De vruchten die een zekeren rijpheidsgraad hebben houden niet aan den
vruchtsteel vast.
Op de laatste foto zie je
4 kleine, blauwe vruchten. Het zijn de allerlaatste van de struik ( De eerste
snoepte ik al 2 weken terug) die ik kreeg van Irené Tyvaert van Ichtegem,
destijds klasgenoot en nu bekende hengstenboer. Na vier jaar kon ik weer de
pruimpjes proeven die mijn jeugd verblijdden: zuurzoet van smaak. Ze groeiden
op het ouderlijk hof op De Reiger in de haag.
Waarschijnlijk zijn het
een soort Damaspruimen, wellicht Prunus insititia?
Wedgwood (250 jaar oude porseleinfabriek)
en Calke
Abbey
Vanmorgen bezoeken we de
wereldbefaamde aardewerk en porseleinfabriek Wedgwood.
Een zekere Josiah Wedgwood
(1730-1795), begaafde telg uit een pottenbakkersgeslacht, begon in 1759 met
zijn eigen bedrijf. Het was een sociaal bewogen man die voor zijn werknemers een
dorp bouwde naast de fabriek. Hij was ook een voorvechter voor de afschaffing
van de slavernij.
Daarbij was hij wetenschappelijk
en inventief aangelegd en probeerde steeds nieuwe technieken uit.
Wedgwood groeide uit tot
een bedrijf met wereldfaam en doorstond zeer goed de crisisjaren van de jaren
1930. Kort daarop werd de nieuwe fabriek, die we bezochten, gebouwd te Barlaston
bij Stoke- on -Trent. Met de huidige crisis stond men echter aan de rand van
het failliet. Maar men bouwde toch nog een museum. Er was echter te weinig tijd
om dit te bezoeken. In de shop was al heel veel te zien. De productie gebeurt
nu in Indonesië.
Wij bezochten, na een
inleidende film, de nog resterende werkateliers en de uitgebreide shop. Daarna
hadden we een verfijnde lunch op fijne schalen en bordjes en dronken uit
porseleinen kopjes.
Je kan er meer vinden over Adrian Baggaley en zijn
tentoonstellingsprijzen.
Eerst wordt een groepsfoto genomen. Het is maar een
eindje wandelen naar de tuin van Baggaley.
Adrian Baggaley is een zelfstandige elektrieker met
een passie voor fruit. Hij stamt uit een fruitkwekers familie.
Jeanpierre Billen schreef over hem in Pomologia 4/2008
Blz 194-195.
De naam was hem opgevallen omdat deze man op de
Fruitshow van de Royal Horticultural Society de meeste prijzen wegkaapte. Later
kon hij zijn tuin zelf bezoeken.
De tuin ligt op een zuid helling.
Vooraan staat het kleinfruit (softfruit). Bessen in
struikvorm. Er is behoefte aan wat verjongingssnoei. Maar je kan niet alles
doen als je ziet wat daarachter ligt en moet onderhouden worden.
Zijn kersen, op Colt onderstam, staan in hoge, bedradekooien. Er staan meerdere serres en plastiektunnels
voor druiven, perziken, abrikozen en vijgen. Het meest opvallende echter zijn
zeven houten constructies van telkens 3 houten panelen van 1,80 breed, hoogte
2m en bevestigd aan stevige houten palen met een tussenruimte van 20 cm van de
grond.
Zon muurtje heeft volgens Baggaley meerdere
voordelen: het voornaamste voordeel zou ten dele te danken aan de zuidhelling,
de hogere temperatuur zijn die erop gehaald wordt. Op een zonnige dag is dat
gemakkelijk 40°C. Tegen lentenachtvorst kan je er een fleece voorhangen en
achteraf een net tegen vogelvraat.
In de boomgaard hogerop kan je een zestigtal
variëteiten appel aantreffen geteeld als struik, piramide of snoer, verder 40
rassen peer, zes kersen en een dertigtal pruimen.
Prachtfruit.
FOTOS van Aleide
1. Groepsfoto
2. Voor de kleinfruitserre: Jeanpierre en Adrian
3. Toehoorders voor
de kleifruitkooi
4. Naast Adrian staat Clive Simms, fruitliefhebber met
zeer speciale fruitsoorten als bv een reuzenmeidoornachtige .
5. Tussen het fruit staan zijn groenten; vooraan
pastinaak, die in Engeland veel meer geteeld wordt en achteraan suikermaïs.
Bericht over de
Bi-Centenary Song en de BBC opname staan al op de blog.
In Southwell gingen we met
de achterkleinzoon van Henry Merryweatther Roger Merryweather naar de Church
Strreet 75 waar de moederboom nog steeds staat.
Mary Anne Brailford zaaide
rond 1809 enkele pitten in een pot. Er zat een flinke groeier tussen die zij
uitplantte in de tuin.
Rond 1857 merkte de
plaatselijke boomkweker Henry Merryweather de merkwaardige vruchten op.
In die tijd was Matthieu
Bramley de eigenaar van het pand. Hij gaf de vrucht zijn naam en enten aan de
boomkweker. De eerste bomen kwamen in 1862 in de handel.
Roger Merryweather, een
notabele: High Sheriff of Nottingham, was fier over zijn overgrootvader Henry.
Hij liet een brandglasvenster Bramleys Seedling in de Minster (de grote kerk
van Southwell) aanbrengen.
De moederboom Bramley werd
geveld in een storm in het begin van de 1900 jaren. Twee van zijn rechtstaande
takken groeiden uit tot de huidige boom. De boom groeit nog steeds vanuit de oude
de stam, die er nog vrij gaaf uitziet.
Lang leve de 200 jarige boom!
FOTOS
1. Gedenkplaat aan huis nr
75 Church Street
2. De boom
3. De Boom
4. De boom
5. De plaat onderaan de
boom
6. Nog steeds vruchten
7. Nog steeds vruchten
8. Roger Merrywheather
9. John Starkey, de
dichter van het Bramleylied & fruitkweker van Bramley's.
Van Normanby rijden we een
gans stuk naar beneden naar Chatsworth
, de parel in het Peak District, te Bakewell. Alles is er groots. Er zijn veel
bezoekers.
We hebben een fijne lunch
in een, verbouwde, vroegere paardenstal. Daarna volgt de bezichtiging van het
huis.
Een overweldigende indruk, majestatische trappen, veel verguldsel, beschilderde
plafonds, rijk meubilair en behang. Zeer veel schilderijen, waaronder zeer
waardevolle stukken: meerdere Vandycks, een meesterlijke Rembrandt, Hals,
Renoir enz. Zeer grote bibliotheek. Je voelt je overdonderd door zoveel weelde.
Het domein- ik citeer de
brochure van Jeanpierre - is door de eeuwen heen door vele generaties van de
familie Cavendish, die de titel van Duke (hertog) en Duchesse of Devonshire
voeren, gewijzigd en uitgebreid. Het is nog steeds privaat bezit.
In 1549 kocht William
Cavendish deze heerlijkheid. Als commissaris voor het opheffen van de kloosters
onder Henry VIII had hij een aardige cent verdiend.
Het oorspronkelijk huis
werd systematisch volledig ontmanteld en vleugel per vleugel herbouwd.
Ook de omgeving werd
volledig heraangelegd. De formele tuin -denk aan de tuinen rond de Franse kastelen
en bij ons aan Beleoil - werd vervangen door een landschapspark. De grote naam hier
is tuinontwerper en aannemer Lancelot Capability Brown. De man heeft meer
dan honderd realisaties op zijn palmares. We maakten met de NBS al kennis met
de hertentuin bij Petworth House in Sussex in 1998. De naam Capability kreeg
hij van zijn rijke, adellijke opdrachtgevers. Dit park werd door Brown in grote
lijnen uitgezet in 1760. Het landschap werd aangekleed met solitaire bomen of
kleine boomgroepen en struiken, in de verte afgesloten door een bosrand. Altijd
werd er wel een kronkelend riviertje en/of één of meerdere meren aangelegd.
De mooiste en
indrukwekkenste realisatie vond evenwel plaats onder de zesde hertog. Hij liet
zijn hoofdtuinman , Thomas Paxton, de Emperor fountain bouwen. Hiervoor liet
hij tevens een nieuw meer graven op de heuvelkam, 122 m hoger gelegen. De
aanvoerbuis naar de fontein meet 40 cm diameter en spuit door het drukverschil gemakkelijk
30 m en meer hoog.
Na het huisbezoek hadden
we de geleide tuinwandeling. Er is een kleine cottage tuin. Recent werd een sensory,
zintuigentuin aangelegd voor blinden. Nog een recente verwezenlijking is de lotusbol.
Die loopt vol. Dan opent een mechanisme een opening onderaan. Het water stroomt
er uit en de metalen kelkbladen openen zich. Een mechanisme sluit de uitloop.
De bol loopt weer vol en de kelkbladen sluiten.
We komen aan de
fundamenten van de grote serre, de Great Conservaty, eveneens van Thomas
Paxton, halverwege de jaren 1800 s
werelds grootste : 84 m lang, 37 m breed en 20 m hoog, was na de 1 ste
wereldoorlog te kostelijk en werd gesloopt. Diezelfde Paxton heeft ook het
Chrystal Palace in Hyde Park voor de Great Exposition van 1851 in Londen
gebouwd. Afgebrand in 1936.
De wandeling eindigt bij
de grote waterpartijen in het
verlengde van de gebouwen met als bekroning de hoog spuitende fontein.
We zoeken het Holiday Inn
hotel op te Derby-Nottingham , dichtbij de afrit 25 van de M1. We zullen er 3
nachten komen overnachten. Dinner en breakfast zijn in buffetvorm. We waren er
steeds vroeg bij vanaf half zeven. Vertrek om 8u. Ik hou van het stevige Engels
ontbijt met spiegelei, spek en bruine bonen. Deze schotel moest echter haast nooit
bijgevuld worden.
It will be broadcast this Friday - 4 September on
BBC 2 Working Lunch at 12.30 pm and you can watch for a further week on the
iplayer at bbc.co.uk/iplayer .
Onze groep was figurant voor
de opname in de regen van het lied voor en
bij de 200 jarige Bramleys Seedling met de schrijver van het lied, een
locale Bramleykweker.
Uitzending
Morgen
woensdag, 2 september: BBC 2, om 13u30 onze tijd in
het programma Working Lunch
LiedBramleys Seedling
Bi -Centenary Song of the Bramley Apple.
Near the Minster in Southwell, how it happeneds a puzzle,
Little Mary Ann created a
new variety
In the shade of her garden after frost made it harden,
She planted a pip from a
friends apple tree.
Oh, sing of the Apple, oh sing of the Apple, what sort are you going
to be?
Oh, sing of the Apple, oh sing of the Apple, what is to become of
thee?
Some forthy years later, Matthew Bramley proprietor,
He finds in his garden Mary Anns grown - up tree,
By now one could savour the fruits full of flavour,
Matthew handed them out round the city for free.
Oh, sing of the Apple, oh sing of the Apple, youre now a celebrity!
Oh, sing of the Apple, oh sing of the Apple, a futures assured for
thee !
Merryweathers ambition,
with Matthews permission,
Was to multiply maidens from the seedling well-tried,
With crab root stock mixture, hot wax for a fixture
He crafted new fruit trees
and new orchards supplied!
Oh, sing of the Bramley, oh sing of the Bramley, in plantations far
and wide
Oh, sing of the Bramley, oh sing of the Bramley, in thee we take such
pride!
Two hundred years later, no fame could be greater
Than the flavour of those apples from Mary Anns tree,
In pies theyre eponymous, in kitchens synonymous
With the culinary heights of our great history
So sing of the Bramley, oh sing of the Bramley, as loud as can be,
Oh sing of the Bramley, oh sing of the Bramley, we are proud to honour
thee!
Tekst John Starkey, lokaal Bramley teler
Muziek
Simon Freeman
FOTO'S
De 200 jarige moederboom BBC cameraman Dichter-zanger-locale Bramleyteler Idem Onze groep als figurant Idem; uiterst rechts Johan Baecke, leifruitspecialist Adrian Baggeley (de man links) heeft er van genoten (Verslag over ons bezoek aan deze fameuze fruitman komt nog op de blog.)
De Nationale Boomgaardenstichting (NBS) 4 de maal Engeland
De Nationale Boomgaardenstichting (NBS) 4 de maal Engeland
Van Hull tot Dover23-29 augustus
2009
Reisleider Jeanpierre
Billen van Hoeselt had weer een knappe brochure met fotos gemaakt, zodat we al
een idee konden vormen over het programma voor de komende week.
Eerste dag zo. 23/08 in de
vooravond inscheping te Zeebrugge. Met P&O naar Hull. De zee was zo kalm
dat de boot je niet eens in slaap wiegt. Aankomst om 8.00 u.
Bij deze overtocht ga je
via de controle zelf de boot op. In Hull stap je via de hoge loopbrug naar de
pascontrole en dan buiten naar de wachtende bus.
Dag 2 - maandag 24 augustus
Over de wijde Humber
bridge naar Normanby Hall te
Scunthorpe.
De keukentuin van Normanby
Hall is maar 1 acre (44 are) groot, werd gerestaureerd tot 1997 (voordien was
het een zwembad voor de rijke familie), en kreeg erkenning als: the only
totally correct Victorian (periode voor 1901) walled (ommuurde) garden in
Britain.
Het tuinhoofd, een
mevrouw, leidde ons door een dreef met machtige pijnbomen naar de tuin waar we
in de serre gingen schuilen, want het begon licht te regenen. De tuin wordt
biologisch (organic in het Engels) beheerd.
Dit is niet
vanzelfsprekend met sommige oude rassen. In de knappe, nieuwe serre zag ik haast
geen enkele goede druif. De Victoriaanse rassen worden gekweekt als een enkele
snoer, zeker niet te dichte bladeren: in mijn ogen zijn deze rassen het kweken
niet waard en zeggen dat er zoveel nieuwe, resistente, uitstekende rassen zijn.
Gelukkig hield het op met regenen en konden we de moes -, bloemen -, kruiden -
en fruittuin bezoeken. Echt interessant. Het fruit, meestal leifruit, o.a. liggende
snoeren, wordt gebruikt als afbakening naast het pad. De vruchtzetting is
meestal zeer goed.
Voor de groenten gebruikt
men heritage of erf zaden. Deze gewassen maken wel een goede indruk.
FOTOMATERIAAL
1. We leggen aan. Bovenaan
: de voetgangersloopbrug.
2. Ontvangst op Normanby
Hall voor een bezoek aan de Victoriaanse tuin. Periode voor 1901, sterfjaar van
koningin Victoria (1837 1901). Rechts reisleider Jeanpierre Billen
3. Het begint te regenen.
4. In de druivenserre
5. In de tuin
6. Let op de palmboom. We zitten toch in
Midden-Engeland (Lincolnshire). De ommuring zorgt voor een warmer microklimaat.
Oudere palmen kunnen tot -15 ° C verdragen.
7. Liggend snoer, goede
vruchtzetting. Veel bukken: lastig onderhoud.
Kerspruimen of myrobolanen
(Prunus cerasifera) zijn iets groter dan
kersen.
Verleden jaar hadden we er
geen (alle bloemen bevroren) en nu een overvloed.
De gebogen takken zijn overladen met gele ,
rode, roze en blauwe pruimpjes.
De pruimpjes zijn lekker (Ze
halen wel niet de smaak van de gewone pruimen (Prunus domestica), vers of
ingemaakt. Elke variëteit heeft zijn eigen smaak. Het meest gegeerd zijn de
gele vruchten.
Hoe
verwerken we die overvloed?
We maken drie producten:
1. De hele vruchten in
bokalen, 2. sap. 3. Fruitbeleg
We verzamelen bokalen met een schroefdeksel, grote
bokalen voor de hele vruchten, kleine voor het fruitbeleg en flessen voor het
sap.De deksels moeten gaaf zijn en
heel zuiver.Voor
de fruitinmaak kopen we een grote verpakking ongeraffineerde zoetstof . Dit jaar was het biosuiker
uit Costa Rica.Deze ongeraffineerde
suiker is niet alleen rijker aan vitaalstoffen, maar geeft ook een fijnere
smaak.
Inmaken in bokalen gaat het vlugste.We vullen bokalen met de
pruimpjes en voegen er 2 soeplepels rietsuiker bij. Vullen met water tot aan de
boord. De gevulde bokaaltjes worden onder water aan +/- 75C° gepasteuriseerd. Als ze voldoende handwarm
afgekoeld zijn, droog ik ze af en zet ze onderste boven. De deksels mogen niet
gebombeerd zijn, maar ingetrokken. De potjes dienen luchtledig te zijn om
gisting te vermijden. Een andere reden tot gisting is dat resten van de inhoud
op de groeven van de bokaal en het deksel blijven en hierdoor niet luchtdicht
afsluiten.
De stenen van de pruimen geven
een fijne smaak aan de bereiding.
Sap.
Vul een grote kookpot met
pruimen en een bodempje water. De pruimpjes geven vlug hun vocht af als ze
verhit worden. Giet de bereiding door een zeef. Het vocht kan gezoet in flessen
gedaan worden. 25% suiker of naar smaak. Men kan ze nog 10 minuten
pasteuriseren in heet water aan 80C°.
Fruitbeleg
met appelenDe puree warm door een
roerzeef draaien. Appelen zacht smoren in een bodempje water en door een
roerzeef draaien of mixen. De compote mengen en zoeten. Potjes vullen en zoals het
sap pasteuriseren aan 80C°.
Fruitbeleg of fruitcompote
wordt gezoet aan 25% suiker in plaats van 50 of 60% bij confituur.
Aleide
Lagrou
Fotomateriaal
1. Schudden voor gebruik
2. De oogst
3. Geel
4. Geel en rood
5. Etiketten plakken
6. Voorraad
7. Appelbes ( Aronia
melanocarpa Viking).Appelbessen worden
in beperkte mate (5 10 %) gebruikt als kleur en smaakversterkers bij sappen
en confituren. Op zichzelf zijn ze te wrang om zo te eten (zeker het ras
Viking).