Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
07-09-2009
Bij ADRIAN BAGGALEY
DAG 3Adrian Baggaley, Bramleys
Seedling en Southwell Minster
Bij ADRIAN BAGGALEY
Te Woodborough te noord-oosten van Nottingham worden
we opgewacht door Adrian Baggaley en enkele fruitvrienden. Joan Morgan is er
ook bij.
Je kan er meer vinden over Adrian Baggaley en zijn
tentoonstellingsprijzen.
Eerst wordt een groepsfoto genomen. Het is maar een
eindje wandelen naar de tuin van Baggaley.
Adrian Baggaley is een zelfstandige elektrieker met
een passie voor fruit. Hij stamt uit een fruitkwekers familie.
Jeanpierre Billen schreef over hem in Pomologia 4/2008
Blz 194-195.
De naam was hem opgevallen omdat deze man op de
Fruitshow van de Royal Horticultural Society de meeste prijzen wegkaapte. Later
kon hij zijn tuin zelf bezoeken.
De tuin ligt op een zuid helling.
Vooraan staat het kleinfruit (softfruit). Bessen in
struikvorm. Er is behoefte aan wat verjongingssnoei. Maar je kan niet alles
doen als je ziet wat daarachter ligt en moet onderhouden worden.
Zijn kersen, op Colt onderstam, staan in hoge, bedradekooien. Er staan meerdere serres en plastiektunnels
voor druiven, perziken, abrikozen en vijgen. Het meest opvallende echter zijn
zeven houten constructies van telkens 3 houten panelen van 1,80 breed, hoogte
2m en bevestigd aan stevige houten palen met een tussenruimte van 20 cm van de
grond.
Zon muurtje heeft volgens Baggaley meerdere
voordelen: het voornaamste voordeel zou ten dele te danken aan de zuidhelling,
de hogere temperatuur zijn die erop gehaald wordt. Op een zonnige dag is dat
gemakkelijk 40°C. Tegen lentenachtvorst kan je er een fleece voorhangen en
achteraf een net tegen vogelvraat.
In de boomgaard hogerop kan je een zestigtal
variëteiten appel aantreffen geteeld als struik, piramide of snoer, verder 40
rassen peer, zes kersen en een dertigtal pruimen.
Prachtfruit.
FOTOS van Aleide
1. Groepsfoto
2. Voor de kleinfruitserre: Jeanpierre en Adrian
3. Toehoorders voor
de kleifruitkooi
4. Naast Adrian staat Clive Simms, fruitliefhebber met
zeer speciale fruitsoorten als bv een reuzenmeidoornachtige .
5. Tussen het fruit staan zijn groenten; vooraan
pastinaak, die in Engeland veel meer geteeld wordt en achteraan suikermaïs.
Bericht over de
Bi-Centenary Song en de BBC opname staan al op de blog.
In Southwell gingen we met
de achterkleinzoon van Henry Merryweatther Roger Merryweather naar de Church
Strreet 75 waar de moederboom nog steeds staat.
Mary Anne Brailford zaaide
rond 1809 enkele pitten in een pot. Er zat een flinke groeier tussen die zij
uitplantte in de tuin.
Rond 1857 merkte de
plaatselijke boomkweker Henry Merryweather de merkwaardige vruchten op.
In die tijd was Matthieu
Bramley de eigenaar van het pand. Hij gaf de vrucht zijn naam en enten aan de
boomkweker. De eerste bomen kwamen in 1862 in de handel.
Roger Merryweather, een
notabele: High Sheriff of Nottingham, was fier over zijn overgrootvader Henry.
Hij liet een brandglasvenster Bramleys Seedling in de Minster (de grote kerk
van Southwell) aanbrengen.
De moederboom Bramley werd
geveld in een storm in het begin van de 1900 jaren. Twee van zijn rechtstaande
takken groeiden uit tot de huidige boom. De boom groeit nog steeds vanuit de oude
de stam, die er nog vrij gaaf uitziet.
Lang leve de 200 jarige boom!
FOTOS
1. Gedenkplaat aan huis nr
75 Church Street
2. De boom
3. De Boom
4. De boom
5. De plaat onderaan de
boom
6. Nog steeds vruchten
7. Nog steeds vruchten
8. Roger Merrywheather
9. John Starkey, de
dichter van het Bramleylied & fruitkweker van Bramley's.
Van Normanby rijden we een
gans stuk naar beneden naar Chatsworth
, de parel in het Peak District, te Bakewell. Alles is er groots. Er zijn veel
bezoekers.
We hebben een fijne lunch
in een, verbouwde, vroegere paardenstal. Daarna volgt de bezichtiging van het
huis.
Een overweldigende indruk, majestatische trappen, veel verguldsel, beschilderde
plafonds, rijk meubilair en behang. Zeer veel schilderijen, waaronder zeer
waardevolle stukken: meerdere Vandycks, een meesterlijke Rembrandt, Hals,
Renoir enz. Zeer grote bibliotheek. Je voelt je overdonderd door zoveel weelde.
Het domein- ik citeer de
brochure van Jeanpierre - is door de eeuwen heen door vele generaties van de
familie Cavendish, die de titel van Duke (hertog) en Duchesse of Devonshire
voeren, gewijzigd en uitgebreid. Het is nog steeds privaat bezit.
In 1549 kocht William
Cavendish deze heerlijkheid. Als commissaris voor het opheffen van de kloosters
onder Henry VIII had hij een aardige cent verdiend.
Het oorspronkelijk huis
werd systematisch volledig ontmanteld en vleugel per vleugel herbouwd.
Ook de omgeving werd
volledig heraangelegd. De formele tuin -denk aan de tuinen rond de Franse kastelen
en bij ons aan Beleoil - werd vervangen door een landschapspark. De grote naam hier
is tuinontwerper en aannemer Lancelot Capability Brown. De man heeft meer
dan honderd realisaties op zijn palmares. We maakten met de NBS al kennis met
de hertentuin bij Petworth House in Sussex in 1998. De naam Capability kreeg
hij van zijn rijke, adellijke opdrachtgevers. Dit park werd door Brown in grote
lijnen uitgezet in 1760. Het landschap werd aangekleed met solitaire bomen of
kleine boomgroepen en struiken, in de verte afgesloten door een bosrand. Altijd
werd er wel een kronkelend riviertje en/of één of meerdere meren aangelegd.
De mooiste en
indrukwekkenste realisatie vond evenwel plaats onder de zesde hertog. Hij liet
zijn hoofdtuinman , Thomas Paxton, de Emperor fountain bouwen. Hiervoor liet
hij tevens een nieuw meer graven op de heuvelkam, 122 m hoger gelegen. De
aanvoerbuis naar de fontein meet 40 cm diameter en spuit door het drukverschil gemakkelijk
30 m en meer hoog.
Na het huisbezoek hadden
we de geleide tuinwandeling. Er is een kleine cottage tuin. Recent werd een sensory,
zintuigentuin aangelegd voor blinden. Nog een recente verwezenlijking is de lotusbol.
Die loopt vol. Dan opent een mechanisme een opening onderaan. Het water stroomt
er uit en de metalen kelkbladen openen zich. Een mechanisme sluit de uitloop.
De bol loopt weer vol en de kelkbladen sluiten.
We komen aan de
fundamenten van de grote serre, de Great Conservaty, eveneens van Thomas
Paxton, halverwege de jaren 1800 s
werelds grootste : 84 m lang, 37 m breed en 20 m hoog, was na de 1 ste
wereldoorlog te kostelijk en werd gesloopt. Diezelfde Paxton heeft ook het
Chrystal Palace in Hyde Park voor de Great Exposition van 1851 in Londen
gebouwd. Afgebrand in 1936.
De wandeling eindigt bij
de grote waterpartijen in het
verlengde van de gebouwen met als bekroning de hoog spuitende fontein.
We zoeken het Holiday Inn
hotel op te Derby-Nottingham , dichtbij de afrit 25 van de M1. We zullen er 3
nachten komen overnachten. Dinner en breakfast zijn in buffetvorm. We waren er
steeds vroeg bij vanaf half zeven. Vertrek om 8u. Ik hou van het stevige Engels
ontbijt met spiegelei, spek en bruine bonen. Deze schotel moest echter haast nooit
bijgevuld worden.
It will be broadcast this Friday - 4 September on
BBC 2 Working Lunch at 12.30 pm and you can watch for a further week on the
iplayer at bbc.co.uk/iplayer .
Onze groep was figurant voor
de opname in de regen van het lied voor en
bij de 200 jarige Bramleys Seedling met de schrijver van het lied, een
locale Bramleykweker.
Uitzending
Morgen
woensdag, 2 september: BBC 2, om 13u30 onze tijd in
het programma Working Lunch
LiedBramleys Seedling
Bi -Centenary Song of the Bramley Apple.
Near the Minster in Southwell, how it happeneds a puzzle,
Little Mary Ann created a
new variety
In the shade of her garden after frost made it harden,
She planted a pip from a
friends apple tree.
Oh, sing of the Apple, oh sing of the Apple, what sort are you going
to be?
Oh, sing of the Apple, oh sing of the Apple, what is to become of
thee?
Some forthy years later, Matthew Bramley proprietor,
He finds in his garden Mary Anns grown - up tree,
By now one could savour the fruits full of flavour,
Matthew handed them out round the city for free.
Oh, sing of the Apple, oh sing of the Apple, youre now a celebrity!
Oh, sing of the Apple, oh sing of the Apple, a futures assured for
thee !
Merryweathers ambition,
with Matthews permission,
Was to multiply maidens from the seedling well-tried,
With crab root stock mixture, hot wax for a fixture
He crafted new fruit trees
and new orchards supplied!
Oh, sing of the Bramley, oh sing of the Bramley, in plantations far
and wide
Oh, sing of the Bramley, oh sing of the Bramley, in thee we take such
pride!
Two hundred years later, no fame could be greater
Than the flavour of those apples from Mary Anns tree,
In pies theyre eponymous, in kitchens synonymous
With the culinary heights of our great history
So sing of the Bramley, oh sing of the Bramley, as loud as can be,
Oh sing of the Bramley, oh sing of the Bramley, we are proud to honour
thee!
Tekst John Starkey, lokaal Bramley teler
Muziek
Simon Freeman
FOTO'S
De 200 jarige moederboom BBC cameraman Dichter-zanger-locale Bramleyteler Idem Onze groep als figurant Idem; uiterst rechts Johan Baecke, leifruitspecialist Adrian Baggeley (de man links) heeft er van genoten (Verslag over ons bezoek aan deze fameuze fruitman komt nog op de blog.)
De Nationale Boomgaardenstichting (NBS) 4 de maal Engeland
De Nationale Boomgaardenstichting (NBS) 4 de maal Engeland
Van Hull tot Dover23-29 augustus
2009
Reisleider Jeanpierre
Billen van Hoeselt had weer een knappe brochure met fotos gemaakt, zodat we al
een idee konden vormen over het programma voor de komende week.
Eerste dag zo. 23/08 in de
vooravond inscheping te Zeebrugge. Met P&O naar Hull. De zee was zo kalm
dat de boot je niet eens in slaap wiegt. Aankomst om 8.00 u.
Bij deze overtocht ga je
via de controle zelf de boot op. In Hull stap je via de hoge loopbrug naar de
pascontrole en dan buiten naar de wachtende bus.
Dag 2 - maandag 24 augustus
Over de wijde Humber
bridge naar Normanby Hall te
Scunthorpe.
De keukentuin van Normanby
Hall is maar 1 acre (44 are) groot, werd gerestaureerd tot 1997 (voordien was
het een zwembad voor de rijke familie), en kreeg erkenning als: the only
totally correct Victorian (periode voor 1901) walled (ommuurde) garden in
Britain.
Het tuinhoofd, een
mevrouw, leidde ons door een dreef met machtige pijnbomen naar de tuin waar we
in de serre gingen schuilen, want het begon licht te regenen. De tuin wordt
biologisch (organic in het Engels) beheerd.
Dit is niet
vanzelfsprekend met sommige oude rassen. In de knappe, nieuwe serre zag ik haast
geen enkele goede druif. De Victoriaanse rassen worden gekweekt als een enkele
snoer, zeker niet te dichte bladeren: in mijn ogen zijn deze rassen het kweken
niet waard en zeggen dat er zoveel nieuwe, resistente, uitstekende rassen zijn.
Gelukkig hield het op met regenen en konden we de moes -, bloemen -, kruiden -
en fruittuin bezoeken. Echt interessant. Het fruit, meestal leifruit, o.a. liggende
snoeren, wordt gebruikt als afbakening naast het pad. De vruchtzetting is
meestal zeer goed.
Voor de groenten gebruikt
men heritage of erf zaden. Deze gewassen maken wel een goede indruk.
FOTOMATERIAAL
1. We leggen aan. Bovenaan
: de voetgangersloopbrug.
2. Ontvangst op Normanby
Hall voor een bezoek aan de Victoriaanse tuin. Periode voor 1901, sterfjaar van
koningin Victoria (1837 1901). Rechts reisleider Jeanpierre Billen
3. Het begint te regenen.
4. In de druivenserre
5. In de tuin
6. Let op de palmboom. We zitten toch in
Midden-Engeland (Lincolnshire). De ommuring zorgt voor een warmer microklimaat.
Oudere palmen kunnen tot -15 ° C verdragen.
7. Liggend snoer, goede
vruchtzetting. Veel bukken: lastig onderhoud.
Kerspruimen of myrobolanen
(Prunus cerasifera) zijn iets groter dan
kersen.
Verleden jaar hadden we er
geen (alle bloemen bevroren) en nu een overvloed.
De gebogen takken zijn overladen met gele ,
rode, roze en blauwe pruimpjes.
De pruimpjes zijn lekker (Ze
halen wel niet de smaak van de gewone pruimen (Prunus domestica), vers of
ingemaakt. Elke variëteit heeft zijn eigen smaak. Het meest gegeerd zijn de
gele vruchten.
Hoe
verwerken we die overvloed?
We maken drie producten:
1. De hele vruchten in
bokalen, 2. sap. 3. Fruitbeleg
We verzamelen bokalen met een schroefdeksel, grote
bokalen voor de hele vruchten, kleine voor het fruitbeleg en flessen voor het
sap.De deksels moeten gaaf zijn en
heel zuiver.Voor
de fruitinmaak kopen we een grote verpakking ongeraffineerde zoetstof . Dit jaar was het biosuiker
uit Costa Rica.Deze ongeraffineerde
suiker is niet alleen rijker aan vitaalstoffen, maar geeft ook een fijnere
smaak.
Inmaken in bokalen gaat het vlugste.We vullen bokalen met de
pruimpjes en voegen er 2 soeplepels rietsuiker bij. Vullen met water tot aan de
boord. De gevulde bokaaltjes worden onder water aan +/- 75C° gepasteuriseerd. Als ze voldoende handwarm
afgekoeld zijn, droog ik ze af en zet ze onderste boven. De deksels mogen niet
gebombeerd zijn, maar ingetrokken. De potjes dienen luchtledig te zijn om
gisting te vermijden. Een andere reden tot gisting is dat resten van de inhoud
op de groeven van de bokaal en het deksel blijven en hierdoor niet luchtdicht
afsluiten.
De stenen van de pruimen geven
een fijne smaak aan de bereiding.
Sap.
Vul een grote kookpot met
pruimen en een bodempje water. De pruimpjes geven vlug hun vocht af als ze
verhit worden. Giet de bereiding door een zeef. Het vocht kan gezoet in flessen
gedaan worden. 25% suiker of naar smaak. Men kan ze nog 10 minuten
pasteuriseren in heet water aan 80C°.
Fruitbeleg
met appelenDe puree warm door een
roerzeef draaien. Appelen zacht smoren in een bodempje water en door een
roerzeef draaien of mixen. De compote mengen en zoeten. Potjes vullen en zoals het
sap pasteuriseren aan 80C°.
Fruitbeleg of fruitcompote
wordt gezoet aan 25% suiker in plaats van 50 of 60% bij confituur.
Aleide
Lagrou
Fotomateriaal
1. Schudden voor gebruik
2. De oogst
3. Geel
4. Geel en rood
5. Etiketten plakken
6. Voorraad
7. Appelbes ( Aronia
melanocarpa Viking).Appelbessen worden
in beperkte mate (5 10 %) gebruikt als kleur en smaakversterkers bij sappen
en confituren. Op zichzelf zijn ze te wrang om zo te eten (zeker het ras
Viking).
Ik ben met een onderzoek en testen bezig wat betreft het
maken van Levenswater (eau-de-vie) van fruit. Vooral oude varieteiten die dicht
bij de wilde aanleunen zouden heel interessant moeten zijn, maar wellicht zijn
er ook nieuwe varieteiten geschikt.
(Tussen haakjes: een van mijn eerste blogs 08/04/2005 ging al hierover)
De aardbeien zijn al een tiental
dagen geplant op het verhoogde bed. Van yves Hendrickx, de directeur van het biologisch
proefbedrijf voor aardbeien te Roosdaal
had ik vernomen dat de beste periode vaar aanplant van het ras Gorella zich
situeert tussen 8 en 13 aug.
Telkens ben ik verwonderd
hoeveel kruiwagens materiaal dienen aangevoerd te worden.
Ik begin met het strooien
van een laagje bentoniet. Hierop komt een laag helemaal verteerde paardenmest.
Het was al oude mest toen ik die kreeg en afdekte met een ondoorlaatbaar zeil. De
volgende laag is leemgrond. Hierop komt een dikke laag compost. De bovenste
laag is het sinds 1 jaar gecomposteerd hakselhout van populier. Dit jaar lag
dit materiaal ook tussen de bedden in. Ik ben verwonderd hoe sterk
worteluitlopers er zich in ontwikkelden. Ik heb de beste exemplaren uitgeplant.
Deze planten waren praktisch zo goed ontwikkeld als de planten van een
vermeerderingsveld die ik vorig jaar aanschafte. Mijn beste planten komen wel van
de worteluitlopers vastgezet in plantpotjes.
Het oude ras Gorella is
mij uitstekend bevallen: zeer lekkere vruchten en zeer gezonde planten: geen
enkele is uitgevallen. Wat een verschil met de ooit op de markt in Heist-op-de-Berg
aangeschafte planten: één en al afsterven net voor ze vruchten gaan dragen. Dat
je besmette planten koopt is niet te zien bij de aankoop.
Het was droog bij het
opzetten van de bedden. Gelukkig kregen we dan flink wat regen. Intussen werd
het weer zeer droog en warm. Goed gieten bij het planten was de boodschap. Aan
de voorgekweekte planten was nauwelijks te zien dat ze verplant waren. Met de
serieuze regenbui van 20 aug. is er geen omkijken meer naar.
De laatste weken heb je weer heel
wat interessants te melden, bijv over pruimen.
Je toonde twee mooie pruimen, de
rode Colobel (kersxAnna Spath) en de prachtige MO-Nectar. Bij deze laatste
verwijst je vriend naar de Strival. Het frappeert mij wel, omdat ik ook
een Strival heb gehad en die vruchten zoals ik ze in gedachten heb leken
mij veel meer op de getoonde Colobel, vooral qua kleur, meer nog dan op de
MO Nectar. Zelf moest ik bij Strival altijd denken aan de Spaanse Santa Rosas
die je op de markt kunt kopen, maar die nog iets dikker zijn. Ik had
die Strival omstreeks 1980 (vrij duur, f 32,-) gekocht bij het
verzendhuis Willemse, wellicht bekend bij jou. Ik heb veel zorg aan het
boompje besteed, goed open gesnoeid en zo want het was een warrige (niet
al te sterke, maar dichte groeier met zeer veel zeer fijn hout. De pruim
bloeide na een jaar of 4 erg rijk, maar de vruchtzetting was zeer
teleurstellend, ik heb nooit meer dan 3 vruchten per jaar kunnen oogsten. Omdat
ik toen een stuk of 15 pruimensoorten had dacht ik dat de bestuiving wel zou
lukken, maar dat was niet zo. De pruim (Strival) was sappig, maar ik vond het
een kerspruim. Dat wil zeggen, niet zo veel aroma, of smaak, wel sappig. Een
niet al te korte maar dunne steel zat er aan. De dikste woog zoals beloofd in
de catalogus, ongeveer honderd gram. En dat was de voornaamste reden dat ik ze
gekocht had. Maar na een jaar of 7 ging het boompje plotseling dood, volgens
mij aan een bacterieziekte, het ging snel en er was niets aan te doen.
Indertijd heb ik nog een aparte
pruim gekocht bij Willemse, uit een speciaal gidsje dat alleen liefhebbers
kregen, de Edwards, ook door jou wel eens genoemd. Die doet het nog steeds, en
is nu zeker zes of zeven meter hoog, als "laagstam". Hij lijdt
volgens mij wat aan Monilia, er loopt gom uit de jonge takjes na de bloei, maar
de boom groeit hard genoeg om er niet door te treuren. Elk jaar komen er
vruchten aan, zelden echt veel, maar het is net voldoende voor mijn behoefte,
die qua vorm doen denken aan Belle de Louvain maar een slag groter en
blauw van kleur. De vrucht is steviger en smaakt ook heel anders. Er zit
in onrijpe Edwards sensationeel veel zuur. Je weet niet wat je proeft als je er
te vroeg in bijt, ook al is de vrucht blauw geworden, het lijkt wel een onrijpe
sleedoorn. Bij volledigfe rijpheid is dit zuur bijna volledig weg, dan is het
gewoon een lekkere en stevige grote pruim. Als je precies op het
juiste moment er van eet, dus net niet te rijp, dan vind ik de combinatie van
zoet met wat fijne maar duidelijke zuren een sensatie, echt uniek voor een
dikke pruim. Daarom mag de grote boom bij mij blijven staan, ook al draagt
ze maar povertjes. De gemiddelde Edwards weegt bij mij 80 tot 90 gram.
De MO Nectar in jouw verhaal ziet er
zeker fantastisch uit vind ik. Als de smaak nu nog goed is... (Naar mijn smaak een uitstekende pruim).
Zelf was ik de 16e in Hof ter Saksen
bij Beveren, pruimenproeven met de NBS. Het viel mij wat tegen eerlijk gezegd,
vergeleken met de kersenhappening die ik in Alden Biezen vorig jaar heb
beleefd. Er waren enkele tientallen pruimen te bewonderen, maar die waren alle
onrijp of te rijp. Het leek er op dat men precies in een gat viel tussen de
vroege en de late pruimen. Ook aan de bomen in de 3 ha grote boomgaard hing
nauwelijks iets eetbaars. Wat er te koop was, waren maar een paar soorten, en
dan nog handelsrassen, die kan ik op de markt ook kopen. En er waren een paar
fouten in de naamgeving bij de bomen die zelfs mij meteen opvielen.
Enkele zaken die bij mij in Heikant
dit jaar speelden:
niet veel pruimen maar wel zeer mooi
en erg lekker.
Nadat mijn Vlaamse Blauwe
"mirabellen"boom doodging (van Calle Wetteren), en mijn Early Laxton,
en toen mijn Opal, heb ik nu geen vroege pruimen meer. Die moet ik dus nog
aanplanten, want ik heb de laatste jaren wel vier nieuwe pruimen aangeplant,
maar helaas geen vroege. (Bryanstons Gage, Valor, R.Cl. de Bavay en Avalon)
Het moet mij van het hart Daniel dat
ik de informatie die ik lees over het pluktijdstip, zo dikwijls incorrect is.
Is dat nu volledig door het broeikaseffect? Neemnu Anna Späth, dat is een late
pruim die bij mij half september al weer voorbij is. Ik zit nu te denken aan St
Catherine. Vroege pruimen, ik zou het niet weten, in elk geval neem ik
weer een Opal.
Verder heb ik dit jaar ook wat
perziken (vooral de Lieveling) en abrikozen gehad. (Bredase) De laatste
worden spijtig niet goed rijp, ze verschrompelen de een na de andere nadat de
huid lokaal bruin is geworden, zou dat een soort schurft kunnen zijn? Mijn
Moorpark heeft nul abrikozen opgeleverd terwijl er toch veel leken aan te
komen. Volgens mij is er Monilia in het spel want de boom gomt op de dunne
takjes en er is erg veel taksterfte, ook van dunne takjes, meteen na de bloei.
Daarvoor is er weinig aan de hand. Ik heb ook een jonge abr. boom, Luizet, (van
Willemse) die prachtig groeit en dit jaar een (1) mooie vrucht heeft
voorgebracht. Ook een Hongaarse Abr. heeft veel gebloeid maar ook daar zijn
alle vruchtjes geleidelijk afgevallen en was er veel taksterfte van dunne takken.
Door de sterke groei is dat nu niet meer te zien, maar het ziet er wel naar uit
dat ook de abrikozenteelt in ons land, als er geen nachtvorst is geweest, ook
niet meer kan lukken vanwege Monilia, tenminste als je niet spuit. Ik ga
de Moorpark rooien en wil het met de andere bomen nog even aanzien. Rond 1990
heb ik één keer (in 30 jaar tijd) een schitterende oogst van abrikozen gehad
aan een Hongaarse Abr. Manden vol hingen er aan, niet te geloven, en ook nog
erg lekker, maar twee jaar later was de boom, 20 jaar
oud, ineens dood. Normaal bevriezen alle bloesems in maart/april.
Vreemd is dat diverse catalogen (Willemse en Bakker) schrijven dat de abrikoos
bloeit in mei, terwijl dit eigenlijk altijd in maart of april is. En daarom
lukt het haast nooit met die abrikozen.
Als ik perziken of abrikozen heb,
weten de wespen helaas ook de weg.
Peren heb ik dit jaar niet, helemaal
niet, nul stuks, van een stuk of vijf bomen. Ik weet nu hoe het komt: afgezien
van enig schurft, de houtduiven gaan er mee vliegen, als ze drie of vier cm
lang zijn, misschien de kauwen ook wel. Appels heb ik voldoende en van goed
formaat, het is gewoon een geweldig goed groeizaam jaar geweest voor alles wat
maar groeien wil: lang, veel zon en voldoende regen.
Mijn paw paws hebben weer niet
gedragen, omdat de 2e boom niet of nauwelijks bloeit, er is kruisbestuiving
nodig, nu weet ik nog steeds niet hoe ze smaken.
Verder heb ik bij De Moerbeiboom bij
Wetteren twee soorten kaki's gekocht, ze groeien goed, ik ben benieuwd hoe dat
zal gaan. Ze zouden het volgens Dithmer Guillaume goed moeten doen.
Mijn meeste plezier heb ik nog
beleefd van mijn vijgen. Die zijn er ondanks de strenge winter toch gekomen.
(Ze staan wel tegen muren.) De vijgen hebben alleen de wespen als plaag, maar
de vroege vijgen zijn rijp voor de wespen er zijn. Daarnaast heb ik ontdekt dat
ik de bijna rijpe vruchten kan inpakken met huishoudfolie. Gewoon er
ronddraaien, het blijft gewoon zitten en de beestjes kunnen er niet bij. Helpt
ook tegen rotten als het regent en er al scheurtjes inzetten. Het is de moeite
als het mooie grote vruchten zijn. Dit jaar was de zwaarste 207 gram, een
verpulvering van het oude record dat 170 gram bedroeg. Uiteraard zijn kleinere
vruchten meestal fijner, lekkerder en zoeter.
Trouwens, ook de noten doen het hier
goed, net als bij jullie. Ik schrok wel van de ziektes die je beschrijft! Ik
heb er bij mij ook een handvol bruine mummies afgeplukt, maar ik weet niet of
dit nieuw is, ik denkt dat nie niet voor het eerst is, maar ik hoop wel dat het
niet toeneemt. Mijn grootste tros was slechts 7 stuks, geen 14, maar toch
plezierig om te zien.
Dit jaar hadden we weer
een zeer rijke oogst aan blauwbessen.
Ik kreeg de resultaten
onder ogen van een onderzoek van het Research Institute for Organic Agriculture
in Zwitserland.
Men onderzocht hoe men
blauwbessen kon telen in meer basische gronden (hogere PH). In deze gronden
moet men zuur materiaal inwerken.
Compost van hakselhout en
zaagmeel van naaldhout bleek de beste vervanger voor turf. Turf vindt men in de
bioteelt minder wenselijk omwille van de roofbouw op de natuur.
De optimale zuurgraad in
zaagsel van dennenhout bleek 3.8 (CaCl2) en 4.2 (H22O).
Op het veld is een jaarlijkse
toediening van 30 g zwavel per plant voldoende om de planten in dennenzaagmeel
optimaal te laten groeien. Dit dient ook om het zachte water voor de irrigatie te
compenseren.
Toediening van citroenzuur
gaf povere resultaten.
Afdekking met een mulch van
pijnhout had een gunstige invloed op groei en productie.
Vorig jaar heb ik Georges
leren kenen op de NBS (Nationale Boomgaardenstichting) stand op de
Fruithappening van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen te Zwalm. Ieder
jaar heeft deze fruithappening plaats in een van de aangesloten gemeenten. Dit
jaar is dit te Sint-Lievens-Houtem op zo. 18 oktober.
Te Zwalm toonde Georges 3
door hem gecreëerde rassen: Mephisto:
een mooi gekleurde en smakelijke vrucht. Ten tweede: Eskelinck:
eveneens een lekkere appel: geel met een oranje blos. De derde appel vertoont
glazigheid en schrijft hij af. Tussen haakjes over deze vruchten werd bericht
in Pomologia2004/4 en 2005/1.
Vorige zondag was het
pruimen proeven bij Eddy Vets te Itegem. We ontmoetten Georges terug. Hij liet
een eigen pruim proeven: rond, gemiddelde grootte, donkerrood met roodkleurig
vlees en een goede smaak. Hij noemt ze Colobel.
Het is de kruising tussen een myrobolaan (kerspruim) en Anna Späth, een goede,
late pruim van begin september.
Georges vertelde dat hij
nog een zeer mooie pruim had. Onze(van
Louis en mij) belangstelling was gewekt en we maakten een afspraak.
Deze pruim hij gaf haar
de naam MO-Nectar- is werkelijk een
uitstekende pruim, prachtig gekleurd (zie fotos), groot, zeer lekker, zeer
zoet en uitermate sappig en groeit op een gezonde boom.
De ontstaansgeschiedenis
is werkelijk spectaculair: Hij gaf 20 stenen van een mirabel de Nancy een temperatuurschrikking.
Hij dompelde telkens twee
stenen een bepaalde tijd in heet water: 2, 4, 5 minuten enz. Hij was van plan
de behandelde stenen telkens per twee te planten, doch zijn vrouw ruimde de
stenen samen op. Hij zaaide deze stenen en slechts één ontkiemde en gaf na een
aantal jaren deze schitterende vrucht.
Zou dit een uitzonderlijke
mutatie zijn?
Vorig jaar had hij opnieuw
prijs met de appel Bikkel, een
zaailing van Pink Lady, bij ons ingevoerd uit warmere streken. Zijn vrucht is meer grijs-bruin met lichte
blos. Het is een stevige, zeer late appel (pluk 1 nov.). De vrucht hangt zeer
vast aan de boom. Goede smaak.
Vriend Louis Eelen had
zijn alaam bij en gaf een demonstratie van zijn manier van enten. Met behulp
van zijn vlijmscherpe beitel snijdt hij 2 gelijke vlakken, maakt nog een kleine
inkeping in beide snijvlakken en schuift ent en onderstam perfect in elkaar.
Dit is wat men de verbeterde of Engelse plakenting noemt. Vakmanswerk.
Georges had enkele pruimen
onderstammetjes en vandaag sneed Louis een oog van de nieuwe pruimen en plakte
dit op een even grote inkeping op de onderstam. Vervolgens bindt hij oog en
onderstam op die plaats stevig samen met een plakkende en licht rekbare strip.
Als het steeltje afvalt in plaats van te verdorren is er veel kans op succes .
De hergroei blijft gewoonlijk uit tot volgend jaar. Hij vindt deze vorm van chipbudden
eenvoudiger en gemakkelijker dan oculeren waarbij men een T-vormige insnijding
maakt en het oog onder de losgemaakte bast schuift. Bij de werkwijze van Louis zit de finesse
wellicht in het plakkende en rekbare afdichtingbandje.
Georges heeft naast de
tuin thuis een boomgaard op een andere plaats. Thuis zagen we o.a. zijn Mephisto
en de overvol geladen Eskelinck. Ik proefde een afgevallen vrucht en hoewel nog
veel te vroeg, was er al een spoor van de goede smaak. Georges wees ook nog op een eigen kruising van een
zoetsmakende komkommer en augurk.
Enkele zaken die mij
troffen in de grote boomgaard.
Er lopen nogal wat bruine kippen
van eigen kruising. Die zorgen voor opruiming van een boel insecten. Verder is
er enkel natuurlijke teelt, geen spuiten.
De pruimen hebben een
duidelijk beter formaat dan wij gewoon zijn in de Kempen en die we bv vorige
zondag zagen te Itegem.
Zijn Signe Tillisch hangt vol met grootformaat appelen die ik nooit kan
telen, met daarbij weinig beurtjaargevoeligheid. Vergelijk: dit jaar heb ik weer
geen vruchten wegens die ene nachtvorst. Het zou normaal een draagjaar moeten
geweest zijn, na het beurtjaar van vorig jaar.
We stonden stil bij een opvallende,
helderrode Hongaarse appel, Sîgled Piros,
nu rijp, met zacht en zoet vlees, uitstekend voor appelmoes.
Hij heeft een voorkeur
voor MM 106 onderstam. Na 15 jaar zijn het flinke bomen geworden.
Pruimen, met ongeveer de
helft van de bomen, zijn zeer goed vertegenwoordigd.
Een grote, mooie, blauwe, maar
nog niet gans rijpe vrucht viel op. We vroegen de naam, die Georges achteraf
ging opzoeken. Hij had die aangeschaft bij de NBS (waarvan hij bestuurslid is) als
Jefferson. Dit is echter een grote, waardevolle, gele pruim. Zou deze pruim een dubbele Conducta kunnen zijn?
Als we het over het
overvloedige sap van zijn MO-Nectarpruim
hebben, verwijst hij naar Strival,
mij onbekend, een reeds geplukte pruim, eveneens een sap-bom.
Nog een grote pruim die
opviel en overvloedig draagt is Jasima
een late pruim, mooi geel-oranje bij rijpheid. Die zou ik ook nog moeten leren
kennen.
Dit zijn maar enkele elementen
uit een lang bezoek en gesprek met een zeer creatieve fruitliefhebber, een zeer
zeldzaam ras.
Zeer tevreden en vol
bewondering, met heel veel nieuwe indrukken, namen we afscheid van Georges
Cooman, een bescheiden, maar zeer creatieve man.
Dank u Georges.
FOTOMATERIAAL
Louis en Georges
Georges
De Colobelpruim
(kerspruimXAnna Späth)
Colobel heeft rood
vruchtvlees
De sterk dragende
Eskelinck
Mephisto
Zijn zoete komkommer
Het uiterst glad snijden
met de beitel
Het maken van de lichte
inkeping bij de verbeterde of Engelse plakenting.