Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
De laatste tijd zie ik
heel wat paddenstoelen, o.a. de grote parasolzwam. Tot nog toe zijn het
allemaal plaatjeszwammen en ronde bovisten. Een boleet of buisjeszwam ben ik
nog niet tegengekomen.
Onlangs ontdekte ik een
paddenstoel die veel weg heeft van groene knolamaniet, incluis de groenige
schijn op de hoed.
Het voornaamste kenmerk is
vooral de beurs aan de voet waarin hij staat. Meestal is er rond de steel nog
een manchet als rest van de beurs waaruit hij komt. Hier ontbreekt deze echter.
De groene knolamaniet (Amanita
phalloides) geldt als onze meest dodelijke paddenstoel. Men waarschuwt zelfd niet eventjes te proeven, want een kleine hoeveelheid kan al dodelijk zijn.
Vorige zaterdag, op
uitnodiging van Herman De Bie ‘De Heuvels’ bezocht.
Op dit gehucht van de
gemeente Stabroek heeft de afdeling ‘VELT Polder’ van de Vereniging Ecologisch leven
en Tuinieren vzw een reeks tuinen en een vrij grote appelaanplanting
verwezenlijkt.
Wie Stabroek hoort denkt
aan zware poldergrond, maar op de heuvels is het zandgrond.
Men is er begonnen in 1987
en intussen heeft men de grond, zeker het voorste gedeelte met de tuinen van de
leden, danig verbeterd met compost en mest.
Onder leiding van Piet
Neelen werd een laagstam appelboomgaard met tegen de 300 rassen aangelegd. De bodem
was echter erg schraal met weinig groei. In de loop der jaren bracht men
compost en mest aan.
Te Stabroek had ik het genoegen Ivo Creten terug te zien. Halverwege de tachtigerjaren was hij samen met Andre Hendrickx en Piet Neelen de versterking uit het noorden van de fruitwerkgroep van Velt Antwerpen-Voorkempen. Hij heeft zowat Piet Neelen opgevolgd op 'De Heuvels'.
Wellicht is het 10 jaar
dat ik de tuin niet meer gezien had. In het algemeen leek mij de groei toch
beter dan de vorige maal.
Maar de bomen moesten
alleen zorgen voor de bladeren. Vruchten ontbreken totaal dit jaar. En ook
vorig jaar was het zeer mager.
Waarschijnlijk is vorst de
grote schuldige voor het gebrek aan vruchten. Wellicht ook de kleine wintervlinder. Misschien ook de
bloesemkever? Wat nog overschoot viel ten prooi aan de fruitmot.
Een hypothese is dat ook
de grond te zuur is en kalken nodig is. Men mat een PH van 5. Te oordelen aan
de vele zuring onder sommige bomen is kalken zeer wenselijk.
Een discussiepunt was ook
dat men de boomschijf onbegroeid tracht te hebben. Dit vergemakkelijkt het
maaien. Tevens is er weinig voedselconcurrentie van grassen en wortels.
Anderzijds haalt men de voedsellaag weg en is er meer uitdroging van de zandige
grond en watertekort voor de wortels.
Ik zou integendeel de
grond zoveel mogelijk bedekken met compost, met mest, met grasmaaisel en ander
beschikbaar mulchmateriaal. Ik zou kalk strooien en zorgen voor aanvullende
kaliumvoorziening.Wellicht bestaat de mogelijkheid veel hakselhout en bladeren toegeleverd te krijgen. Je zou er veel mee kunnen afdekken en meer humus opbouwen. Hakselhout van populier heeft na vertering een PH van 7.
De leerlingen van de
landbouwschool komen er leren snoeien. Een iets opener kroon lijkt soms
wenselijk.
Fruit aanplanten op een
zeer arme zandgrond vergt vele jaren aan voedselopbouw.
De vorstgevoeligheid van een
zandig perceel blijft echter een heikel punt.
Jean- Pierre Billen had Adrian Baggeley uitgenodigd voor een
tegenbezoek. Vorig jaar leerden we hem kennen op de reis van de Nationale
Boomgaardenstichting in Midden-Engeland.
Ik bracht er verslag over op 7/9/2009
De inkom van de
Keizelboomgaard valt wat tegen, omdat daar juist de pruimen staan die het op
deze grond erg moeilijk hebben. Onder een bovenlaag van wisselende dikte ligt
een ondoordringbare kleilaag zodat de pruimen Â’s winters met hun wortels in het
water staan. Enkele bomen zijn al afgestorven en de rest vertoont veel
afgestorven takken. Enkel waar er vooraan een gracht is doen depruimen het
beter.
De peren en de appelen
integendeel staan afgeladen vol met vruchten.
Mantet: Zacht, knapperig,
zoet, vol sap: een uitstekende vroege herfstappel. Heerlijk voor appelmoes zegt
Erno.
De oorspronkelijke
Keuleman, gebruikt als stamvormer had blijkbaar 2 takken gevormd. De ene met
Keuleman bleef staan en de andere entte men om. Nu is de Keulemantak bezweken
onder het gewichtvan de honderden kg
vruchten.
Het breukvlak
Een Pomme dÂ’Api,
beschreven rond 1620. Jean-Baptiste
de La Quintinie teelde de Api Petit en de Api Gros in de Potager du Roi te
Versailles (1688).
Ik tracht de prei vroeg te
planten. Dit jaar was dit voor de winterprei op 9 juni.
IK zorg dat de planten in
volle groei zijn als de rupsen van de tweede generatie van de preimot (Acrolepia assectella) hun
slopingswerk beginnen. Dan hebben ze het zo al moeilijker met forse planten.
Als het regelmatig regent als deze zomer is er zo goed als geen schade.
De eerste generatie legt
eitjes van half april tot eind mei. De rupsen zijn er van half mei tot begin juli. Meestal tasten ze alleen het blad aan en valt de schade mee.
De 2de generatie preimot legt
eitjes van half juli tot half augustus. De rupsen doen dan hun sloopwerk van
eind juli tot begin oktober.
Je ziet de schade aan
uitgegeten plekken op de prei. Daarna tasten ze de binnenste hartbladeren aan,
maar als deze vol water staan sterven ze de verdrinkingsdood. Anders dringen ze
dieper door en bacteriën en schimmels zorgen mee voor verrotting van de plant.
Vandaar dat je regelmatig
leest de harten van de prei vol water te gieten. Iets voor de zorgzame tuinier.
Vorig jaar met het zeer
droge weer heb ik mij toch laten verrassen. Ik had de goede raad om water te
gieten niet opgevolgd en al twintig jaar vond ik het niet meer nodig om
insectengaas over de planten aan te brengen.
Gevolg: ongeveer de helft
van mijn planten is in 2009 bezweken. Wellicht het slechtste jaar in 20 jaar.
Conclusie: wanneer er weer
een droge periode komt half juli: insectengaasaanbrengen, want gif spuiten is er niet
bij, laat staan systemischeinsectisides
die in de plant dringen bij het planten.
Fotomateriaal
De rij links en het begin
van de tweede rij zijn herfstprei.
Van Nynke Zijlstra uit Friesland kreeg ik deze fotoÂ’s
toegestuurd. Zij was een van de 5 Nederlanders op de door mij georganiseerde, wellicht
laatste, reis naar Engeland. Er volgt nog een verslag.
De Bloody Ploughman is
al een oude, Schotse appel. Bij volle rijpheid is het vlees rood. Zoet, lichte
smaak, knapperig en sappig, rijp midden september en te eten tot begin november.
‘s Middags gingen we met
de Veltgroep Beernem lekker eten in “De Wandeling” en daarna naar het
Bezoekerscentrum Zoerselbos.
Leo Cautereels ontving de
groep en leidde ons rond in de bijzondere Boerenbloementuin. Op dit ogenblik
staan de Dahlia’s nog in volle bloei. Ze hebben er o.a. “Deuil de roi Albert”
staan met wit-purpere bloemen. Deze bloem werd gecrëeerd in het Kortrijkse in 1935 en kreeg als aandenken aan de een jaar vroeger verongelukte koning Albert I deze naam van rouwhulde voor de koning. Pierre Demeulenaere, ooit nog ook bloemist en evenals ik ook 75, wist mij dit te vertellen.
Naast de bloementuin is er
ook een hoogstamboomgaard van meer dan 10 jaar oud met een 16 tal bomen. En wat blijkt: geen enkele vrucht te
bespeuren. Serieuze late nachtvorst; geconstateerd op het eigen weerstation
van Zoerselbos.
Vorige donderdag trokken
de gepensioneerden van het dorp naar het Peelgebied in Nederland. We bezochten ‘De
LochtÂ’, een heemmuseum. (Verslag volgt). Â’s Namiddags hadden we de rondrit in
de Peel, maar de batterij van ons apparaat geraakte leeg.
We stopten in het dorp Lottum,
het rozendorp, voor een kort bezoek aan ‘De Rozenhof’. Op meerdere plaatsen in
de tuin zie je geen rozen, maar Tagetes, Afrikaantjes. Ze staan er om de
schadelijke aaltjes (nematoden) om zeep te helpen, zodat er opnieuw rozen
kunnen geplant worden. Voordien waren mij de velden met tagetes al opgevallen.
Men plant die dus als voorbereiding om er daarna rozen te planten in de ontsmette
grond.
De gids zei dat men
resistente rassen kweekt die niet meer behandeld worden.
DorpsgenootFrans Van Rompaey heeft mij een paar fotoÂ’s
van ‘De Rozenhof’ bezorgd.
Echter niet van de roos
die onze grootste aandacht trok: namelijk de bottelroos, Rosa rugosa ‘purple Pavement®’ in het Duits ‘Roter
MeerÂ’. Het is een ADR-roos(*). Het is
een lage roos, maar wat een weelde aan grote rozenbottels!
Al 40 jaar hebben we de
bottelroos staan. Er werd al confituur mee gemaakt, rozenwater met de
bloemblaadjes en Aleide mengt die ook met honing om ze te gebruiken bij divers
beleg.
(*) Allgemeine Deutsche
Rosenneuheitsprüfung.
Sinds 1950 is het
ADR-certificaat ingevoerd.
De ADR-keuringen worden de
strengste keuringen wereldwijd op nieuwigheden genoemd. In 11 “ADR-keuringstuinen”
in Duitsland worden ingezonden rozen gedurende 3 jaar gekeurd a.d.h.v. 13
criteria.
De roodbloeiende , Engelse pronkbonen die in een jong
stadium gegeten worden als snijboon, later ald droogboon.
Zonnebloem
De rijpe kornellebessen, Cornus mas. De gefotografeerde
variëteit is niet direct geschikt voor verse consumptie, maar kan veenbessen
vervangen bij vlees. Ik heb nog een andere, beter smakende variëteit. En nog
een andere kornellebes, de Duitse Jolico
is nog groen.
Vorige zaterdag hadden we
de Velt (Fruitwerkgroep) Beernem op bezoek, versterkt met enkele fruitmensen van
Velt Wevelgem.
En we hadden geluk met het
weer. De regen was net voorbij. Regen hebben we anders genoeg gehad. In de pluviometer
regelmatig 25 cl en meer: Een zeer natte maand augustus met 200 l per m².
Bij de begroeting had
Aleide gezegd dat ook zij een en ander te vertellen had. En wat bleek, de dames
waren het niet vergeten. Ik merkte dat de groep van 39 na een tijdje een stuk
kleiner was geworden.
FOTOÂ’S
1.Pierre
Demeulenaere (met pet) van Wevelgem. Pierre is nog een oud-leerling van Jan
Heyman, de eerste Veltvoorzitter- erevoorzitter. Pierre is ook de Vlaamse
vertegenwoordiger van de afdeling Nord & Pas de Calais van de Crocqueurs de
Pommes.
2.De
groep bij de aankomst
3.Idem.
In Â’t midden(met blauwe trui) Gilbert
Putman, de organisator.
4.Aleide
en ik houden een korte inleiding.
5.Bij
de St Julien. Op het doek liggen nog enkele groene vruchten. Halverwege de
tachtigerjaren in onze fruitwerkgroep Antwerpen-Voorkempen -die nu navolging vindt in West-Vlaanderen – gaven
we o.a. ook entmateriaal door. Ik entte een zogenaamde Reine Claude op een
Saint Julien A onderstam. Ernaast liet ik een St. Julien A uitgroeien en wat
bleek: beiden met identieke vruchten.De
St JulienÂ’s en de Reine ClaudeÂ’s behoren wel tot dezelfde soort, Prunus insititia.
6.De
bramengalerij.
Er zijn al talrijke vruchten geplukt. Het regenweer
van de laatste tijd veroorzaakt wel veel vruchtrot (botrytis).
7.Bij
de kleinfruitserre. Het is de bedoeling dat de late rassen rode bes die hier
staan, beschut tegen de regen, nog als verse vrucht kunnen geplukt worden in
oktober.
8.De
vrouwen waren erg geïnteresseerd in de vele ervaringen van Aleide.
Vorige week hadden we het
genoegen de leifruittuin van Johan Baecke te Balen te bezoeken.
Ik ken niemand die zo
gepassioneerd is door leifruit en kan bogen op ongeveer 20 jaar ervaring ter zake.
Hij heeft er als geen ander oog voor en heeft een eigen stijl, met de nodige
kwinkslagen, om er over te vertellen.
Aleide zorgde weer voor de fotoÂ’s.
1.Ontvangst
2.Idem
3.Het
middenpronkstuk, waar nog verder aan gekweekt wordt.
11.De
kunst bij leifruit is op dezelfde, evenwijdige hoogte 2 gelijkwaardige takken te
kweken.
12.Let
op de mulchlaag van paardenmest.
13. ..De
creatie in het midden van de tuin.
14.Eigen
zaailingen, dÂ’Hardenpont achterna?
15. Johan
legt het uit
16. Perenroest
bovenkant
17. Met
Ferdinand van Ryckevorsel, Nederlandse leifruitspecialist, die nog samenwerkte
met Jan M. Frederiks, de auteur van o.a. Hovenierskunst. De Teelt van
Leifruitbomen.