Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
05-10-2010
Brogdale (12 sept.)
Brogdale (12 sept.)
Voor mij is het steeds een
verrukking al die fruitweelde van de National Fruit Collections van Engeland te
zien. Telkens is het ook een hartelijk weerzien met Ted Hobday, the cheaf guide.
We begonnen bij de peren,
daarna de appels en ten slotte de late pruimen. Er viel veel te proeven, maar
daarna wachtte de Cream tea/coffee met scones, room en confituur.
In een ander lokaal
vergaderden de Friends of Brogdale. Onze 87 jarige fruitvriend Howard Stringer
kwam ons al direct opzoeken. Daarna nog een goede dag gaan zeggen aan de andere
kennissen: Adrian Baggeley, over wiens bezoek aan België we bericht hebben op
de blog, Joan Morgan (van the Book of Apples), Brian Self, Elisabeth, de vrouw van Howard en Jonathan
Fryer, die een aardig mondje Frans spreekt. In t verleden gidste hij ons ook
al door de collecties.
- Hazelnootboorder
(Curculio nucum) kunnen tot grote schade leiden.
- Ongelijke houtkever (Xyleborus dispar u.a.) - op vele boomsoorten te vinden.
- Perentak (Apocheima pilosaria) Net als de kleine wintervlinder kan het
wijfje niet vliegen.
- Zwarte kersenluis (Myzus cerasi, M.
prunavium) Beginaantasting wordt gereduceerd.
Brunonia rupsenlijm is zowel voor fruit - als siergewassen geschikt.
Onderzoek toonde aan dat door de groene kleur praktisch geen nuttige insecten
gevangen worden. De lijm werkt op omhoog kruipende insecten. Nuttige die erop
landen komen weer vrij. Het is geen hechtlijm waarop (nuttige ) insecten of bladeren
blijven plakken.Aldus kunnen geen
overbruggingen ontstaan.
De lijm lost
niet op in water. Regen wast het dus niet af. De lijm tast ook de bast niet
aan.
Gebruik
Brunonia Raupenlijm wordt in een ca. 20 cm brede ring en zon 2 mm dik helemaal
rond de stam aangebracht. Eventueel ook rond steunpalen die anders een brug
kunnen vormen. Aldus gebruikt men ongeveer 450 g/m². Optimaal aanwendingstijdstip
: oktober.
Er zijn potten van 1 kg en 5 kg.
Nuttige wenken:
1. Bij lage temperaturen de lijm in een warmwaterbad opwarmen tot
20-30°. Je kan de pot ook een nacht bij de verwarming zetten. Hierdoor vergemakkelijkt het uitstrijken ook
op ruwe bast.
2. Bij sterke aantastingdruk maakt men de stroken 20 tot 25 cm breed. Men
kan ook 2 lijmstroken van telkens 10 cm breed aanbrengen
3. In het voorjaar nacontroleren. De wijfjes van de kleine wintervlinder kunnen als ze niet over de
hindernis geraken hun eieren afzetten beneden de lijmband.
De vlindermannetjes van de kleine wintervlinder vliegen s
avonds en s nachts eind oktober tot december. Je ziet ze soms talrijk tegen de
ruit fladderen, aangetrokken door het binnenlicht. Het kan dan al zeer fris
zijn, iets boven 0 °C. De vrouwtjes, die niet kunnen vliegen, kruipen uit
de bodem langs de stammen omhoog waar ze door rondcirkelende mannetjes bevrucht
worden. Ze leggen hun eitjes in kleine groepjes op de bladknoppen in de toppen
van de bomen.
Bij mij is het een probleem dat
vele rupsjes kunnen neerdalen uit de hegkant aan de westzijde.
Een vrouwtje legt in totaal wel
150 eitjes die overwinteren. De speldenknopgrote rupsjes komen het volgend
voorjaar uit de eitjes.De eerste
verschijnen al als het blad pas ontluikt. De rups is een spanrups (verplaatst
zich al lussen makend). Aanvankelijk worden gaten in de aan elkaar gesponnen
bladeren gegeten. Bij grote aantallen rupsen kunnen de bomen volledig kaal
gevreten worden. Tijdens dit koude voorjaar constateerde ik dat de rupsjes ze
zich onderaan de bloemtrossen hadden teruggetrokken en ze deze afgevreten
hadden. Het strafste voorbeeld was wel bij de Brabantse Bellefleur, een late
bloeier, zodat ik wel moet besluiten dat hier geen vorstschade de oorzaak was
maar de kleine wintervlinder. De Brabantse Bellefleur is sterk
beurtjaargevoelig: het ene jaar niets, het andere jaar overvloedig. Dit had dit
jaar moeten zijn, doch zero vruchten!
Typ bij zoeken: brunonia raupenleim
grün
Nynke
had mij op de hoogte gebracht van deze boomlijm:
We hebben Yalding Organic Gardens
zien ontwikkelen. We kwamen er voor t eerst in het jaar van de opening in
1995. Yalding maakt deel uit van Maidstone, de hoofdplaats van Kent en ligt op
de Medway rivier. Een tiental jaar terug maakten ze er een zondvloed mee.
Een Kentische boer, zonder
nakomelingen had een som geld en een aantal Ha nagelaten die ondergebracht werden
in een stichting voor het opzetten van een biotuin, met enerzijds een overzicht
van de ontwikkeling der tuinen, van de abdijtuin tot de moderne, zelfvoorzieningstuin.
Een interessant element daarin is bv de eerste siertuinontwikkeling, bij de
welstellende Britten onder koningin Victoria.
Een tweede gedeelte toont
de verschillende biologische technieken.
Tot 3 jaar terug werd het
beheer waargenomen door Garden Organic, de nieuwe naam voor de Henry Doubleday
Research Association, gesticht in 1956 door Laurence Hills. (Te vergelijken met
onze Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren vzw.)
Nadat Garden Organic het onderhoud
te kostelijk vond, werd het beheer gedurende 2 jaar gevoerd door een groentefirma.
Dit jaar ging het beheer opnieuw over in andere handen: de familie Smith, 5
generaties fruitelers. Paul Smith is er nu de manager.
En er is leven in de
brouwerij: een vereniging van kippenliefhebbers had er zijn tentoonstelling. In
Yalding nooit zoveel volk gezien.
De moeder van Paul, die er
vroeger nog gewerkt had voor Garden Organic, was onze gidse.
Op onze vraag nam ze ons
mee naar het vroeger pareltje: de kleinfruittuin. Ondanks een niet-onderhoud
gedurende 3 jaar was nog veel intact. Gezien hun interesse voor fruit hoopten
zij ook dit gedeelte in zijn vroegere glorie te herstellen.
Na de rondleiding wachtte
ons een heerlijke maaltijd.
FOTOS
1.Yalding
2.Groep
3.Ontvangst
door de nieuwe zaakvoerder Paul Smith en zijn moeder als gids.
4.De
vroegere parel, de kleifruittuin ziet er nog behoorlijk uit na 3 jaar verwaarlozing.
5.Zonnebloemen.
6.Hoppebellen
7.Red
Falstaff, een grote, smakelijke en vruchtbare appel. Zelfs dit jaar heb ik een
behoorlijke oogst.
Dit is wellicht de laatste
tuinenreis waarvoor ik het initiatief nam: gebrekkige aankondigingen, eerst te
weinig respons, maar naar het einde overschot aan boekingen, waarop niet meer
kon ingegaan worden.
Fotomateriaal,
voornamelijk het werk van kleinzoon Jonas, die morgen aan de Hogeschool
West-Vlaanderen te Kortrijk begint in de richting Digital Arts en Undertainment,
een relatief nieuwe, enige richting. Het aantal studenten schijnt er te zijn
gestegen van 140 tot over de 200.
1.Kleindochter
Yamsi
2.Jonas
3.Zilvermeeuw
4.De White Cliffs of Dover
5.De
groep stapt uit te Wisley
6.Verzamelen
voor de wandeling
7.De
grote Allee, die men kon creëren nadat door de
De laatste tijd zie ik
heel wat paddenstoelen, o.a. de grote parasolzwam. Tot nog toe zijn het
allemaal plaatjeszwammen en ronde bovisten. Een boleet of buisjeszwam ben ik
nog niet tegengekomen.
Onlangs ontdekte ik een
paddenstoel die veel weg heeft van groene knolamaniet, incluis de groenige
schijn op de hoed.
Het voornaamste kenmerk is
vooral de beurs aan de voet waarin hij staat. Meestal is er rond de steel nog
een manchet als rest van de beurs waaruit hij komt. Hier ontbreekt deze echter.
De groene knolamaniet (Amanita
phalloides) geldt als onze meest dodelijke paddenstoel. Men waarschuwt zelfd niet eventjes te proeven, want een kleine hoeveelheid kan al dodelijk zijn.
Vorige zaterdag, op
uitnodiging van Herman De Bie De Heuvels bezocht.
Op dit gehucht van de
gemeente Stabroek heeft de afdeling VELT Polder van de Vereniging Ecologisch leven
en Tuinieren vzw een reeks tuinen en een vrij grote appelaanplanting
verwezenlijkt.
Wie Stabroek hoort denkt
aan zware poldergrond, maar op de heuvels is het zandgrond.
Men is er begonnen in 1987
en intussen heeft men de grond, zeker het voorste gedeelte met de tuinen van de
leden, danig verbeterd met compost en mest.
Onder leiding van Piet
Neelen werd een laagstam appelboomgaard met tegen de 300 rassen aangelegd. De bodem
was echter erg schraal met weinig groei. In de loop der jaren bracht men
compost en mest aan.
Te Stabroek had ik het genoegen Ivo Creten terug te zien. Halverwege de tachtigerjaren was hij samen met Andre Hendrickx en Piet Neelen de versterking uit het noorden van de fruitwerkgroep van Velt Antwerpen-Voorkempen. Hij heeft zowat Piet Neelen opgevolgd op 'De Heuvels'.
Wellicht is het 10 jaar
dat ik de tuin niet meer gezien had. In het algemeen leek mij de groei toch
beter dan de vorige maal.
Maar de bomen moesten
alleen zorgen voor de bladeren. Vruchten ontbreken totaal dit jaar. En ook
vorig jaar was het zeer mager.
Waarschijnlijk is vorst de
grote schuldige voor het gebrek aan vruchten. Wellicht ook de kleine wintervlinder. Misschien ook de
bloesemkever? Wat nog overschoot viel ten prooi aan de fruitmot.
Dit alles maakt dat ik op
gans het perceel niet één vrucht heb gezien.
Een hypothese is dat ook
de grond te zuur is en kalken nodig is. Men mat een PH van 5. Te oordelen aan
de vele zuring onder sommige bomen is kalken zeer wenselijk.
Een discussiepunt was ook
dat men de boomschijf onbegroeid tracht te hebben. Dit vergemakkelijkt het
maaien. Tevens is er weinig voedselconcurrentie van grassen en wortels.
Anderzijds haalt men de voedsellaag weg en is er meer uitdroging van de zandige
grond en watertekort voor de wortels.
Ik zou integendeel de
grond zoveel mogelijk bedekken met compost, met mest, met grasmaaisel en ander
beschikbaar mulchmateriaal. Ik zou kalk strooien en zorgen voor aanvullende
kaliumvoorziening.Wellicht bestaat de mogelijkheid veel hakselhout en bladeren toegeleverd te krijgen. Je zou er veel mee kunnen afdekken en meer humus opbouwen. Hakselhout van populier heeft na vertering een PH van 7.
De leerlingen van de
landbouwschool komen er leren snoeien. Een iets opener kroon lijkt soms
wenselijk.
Fruit aanplanten op een
zeer arme zandgrond vergt vele jaren aan voedselopbouw.
De vorstgevoeligheid van een
zandig perceel blijft echter een heikel punt.
Jean- Pierre Billen had Adrian Baggeley uitgenodigd voor een
tegenbezoek. Vorig jaar leerden we hem kennen op de reis van de Nationale
Boomgaardenstichting in Midden-Engeland.
Ik bracht er verslag over op 7/9/2009
De inkom van de
Keizelboomgaard valt wat tegen, omdat daar juist de pruimen staan die het op
deze grond erg moeilijk hebben. Onder een bovenlaag van wisselende dikte ligt
een ondoordringbare kleilaag zodat de pruimen s winters met hun wortels in het
water staan. Enkele bomen zijn al afgestorven en de rest vertoont veel
afgestorven takken. Enkel waar er vooraan een gracht is doen depruimen het
beter.
De peren en de appelen
integendeel staan afgeladen vol met vruchten.
Fotos
Conservator Erno Eersels
Bij de inleiding
Erno Eersels
Adrian Baggaley
Bij Peer
De pruimen hebben het
moeilijk
De gemarmerde appel:
Marbrée de Watervliet
De boom Marbrée de
Watervliet
Dat een Dubbele Sterappel
zo kon dragen wist ik niet
Mantet: Zacht, knapperig,
zoet, vol sap: een uitstekende vroege herfstappel. Heerlijk voor appelmoes zegt
Erno.
De oorspronkelijke
Keuleman, gebruikt als stamvormer had blijkbaar 2 takken gevormd. De ene met
Keuleman bleef staan en de andere entte men om. Nu is de Keulemantak bezweken
onder het gewichtvan de honderden kg
vruchten.
Het breukvlak
Een Pomme dApi,
beschreven rond 1620. Jean-Baptiste
de La Quintinie teelde de Api Petit en de Api Gros in de Potager du Roi te
Versailles (1688).
Ik tracht de prei vroeg te
planten. Dit jaar was dit voor de winterprei op 9 juni.
IK zorg dat de planten in
volle groei zijn als de rupsen van de tweede generatie van de preimot (Acrolepia assectella) hun
slopingswerk beginnen. Dan hebben ze het zo al moeilijker met forse planten.
Als het regelmatig regent als deze zomer is er zo goed als geen schade.
De eerste generatie legt
eitjes van half april tot eind mei. De rupsen zijn er van half mei tot begin juli. Meestal tasten ze alleen het blad aan en valt de schade mee.
De 2de generatie preimot legt
eitjes van half juli tot half augustus. De rupsen doen dan hun sloopwerk van
eind juli tot begin oktober.
Je ziet de schade aan
uitgegeten plekken op de prei. Daarna tasten ze de binnenste hartbladeren aan,
maar als deze vol water staan sterven ze de verdrinkingsdood. Anders dringen ze
dieper door en bacteriën en schimmels zorgen mee voor verrotting van de plant.
Vandaar dat je regelmatig
leest de harten van de prei vol water te gieten. Iets voor de zorgzame tuinier.
Vorig jaar met het zeer
droge weer heb ik mij toch laten verrassen. Ik had de goede raad om water te
gieten niet opgevolgd en al twintig jaar vond ik het niet meer nodig om
insectengaas over de planten aan te brengen.
Gevolg: ongeveer de helft
van mijn planten is in 2009 bezweken. Wellicht het slechtste jaar in 20 jaar.
Conclusie: wanneer er weer
een droge periode komt half juli: insectengaasaanbrengen, want gif spuiten is er niet
bij, laat staan systemischeinsectisides
die in de plant dringen bij het planten.
Fotomateriaal
De rij links en het begin
van de tweede rij zijn herfstprei.