Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
27-10-2010
VERVOLG
VERVOLG
1.Emile
dHeyst
2.Idem
3.Pondspeer
4.Idem
5.Een
opvallend gezonde kwee, maar naamloos. Vruchtbaar, geen te grote vruchten
6.Zuccalmaglio
7.Lucculus,
door Joan Morgan van the Book of Apples op de Europom te Alden Biesen geroemd
als de lekkerste Nederlandse appel.Geen sant
in eigen land?
Te gast op de Terp bij Frits en Jet Doornenbal-Steinmetz
Te gast op de Terp bij Frits en Jet Doornenbal-Steinmetz
Hun huis is op een terp
gebouwd, een sinds eeuwen bewoonde, verhoogde plaats, te midden het weidse
polderlandschap dat 2,5 m onder de zeespiegel ligt.
Frits is secretaris van de
Stichting Fruit Yn Fryslän samen met
Nynke Zijlstra en Auke Kleefstra ijveren ze voor het behoud, en vooral de
heraanplant van de Friese - en Nederlandse rassen.
4.De
Ambro, een vondeling uit Schiermonnikoog. (Al vroeger beschreven in de blog).
5.Haagsysteem,
zoals gepropageerd door Willy Mahieu. Ze hadden er al de lange rit vanuit
Friesland voor over om hem aan het woord te horen bij een snoeidemonstratie op
zijn kwekerij te Jabbeke. Het West-Vlaams vormde toch een moeilijkheid! Ze
hadden mij kunnen inschakelen als tolk, maar toen kenden we elkaar nog niet.
6.De
Doornstein, eigen zaailing: Doorn(enbal) en Stein(metz).
Regelmatige drager, geen schurft, blosje in de zon,
vooral voor sap (veel zoet); maar ook eetappel nov.-jan.
TeFrederiksoord ging op 8 9 en 10 oktober de 11e
Souvenir van Eeuwen door, een tweejaarlijks initiatief van de Stichting
Frederikshof en de N.P.V. (Noorderlijke Pomologische Vereniging). We kwamen er
op de laatste dag.
Het heerlijke aan zon
dagen is dat je fruitvrienden terugziet en andere leert kennen.
FOTOMATERIAAL
1.Uithangbord
2.Stand
Nederlandse rassen
3.Nog
meer landen
4.België
5.In
gesprek met een van de vrijwilligers
6.In
gesprek met
7.Maarten
Pelleboer was vroeger fruitkweker in Zeeland. Nu is hij de bestuursploeg van
Frederiksoord komen versterken.
3.Na
10 jaar blij weerzien met Geert Bosma, een van de sterkhouders van
Frederiksoord.
4.Idem
5.Frits
Doornenbal (r.), de secretaris van de Stichting Fruit Yn Frieslän ontmoet een
kennis, pomoloog Frits Timmer.
6.Hennie
Rossel met zijn boek.
7.Aan
de determineerstand Griet Bergsma (l.),Aafke Meinesz en Jan Veel.
8.De
uitgebreide proefstand met Jan Schreurs, bestuurslid NPV.
9.We
zijn gelukkig meteen nieuwe aanwinst, een veredelde duindoornNN. Je schaft er ook een mannelijk
exemplaarN N aan, want de duindoorn is
een tweehuizige plant. Je hebt dus een mannelijke en een vrouwelijke plant
nodig.
Tegen de avond stopten we op
een plaats waar Auke zijn kasplanten teelt (o.a. Pawpaws) en waar ook zijn plantage
met kiwibessen, bramen en zwarte frambozen staat. We ontdekten slechts 1
kiwibes. Wellicht was er geen dracht wegens de late nachtvorst?
Nynke woont met Evert op een
fries boerenhof; ( zie foto).
FOTOS
1.Bij
Nynke zijn de druiven pas rijp
2.Idem
3.Nynke,
Evert en hun koe, die geen zorgen behoeft.
Let op de indrukwekkende schuur-woonst.
4.Op
de achtergrond de indrukwekkende Friese schuur. Nog niet zolang geleden werd de
strobedekking vervangen door een pannendak.
5.In
de boomgaard
6.Nestkast
voor eenden
7.Fruitaanplant
in haagvorm, systeem Willy Mahieu.
Raadpleeg zijn Appels en Peren, verschenen
bij Lannoo
ISBN 90-209-6010-5
8.Let
op de pot voor oorwormen op de steunpaal met de rasnaam. Goed gevonden.
9.De
woonst. Typisch voor Friesland zijn wat men noemt de uileborden (oeleborden),
met siertak in het midden, geflankeerd door 2 zwanen. Hier het model van midden
Friesland. Er zou een opening zijn voor uilen. De bewoners lijken toch wat te
hebben achtergelaten.
De Friese fruitvrienden
van de stichting Fruit yn Fryslân hadden ons uitgenodigd. Ze hadden een
fruitstand in de Kruidhof te Buitenpost, op zichzelf al de moeite waard. Men
heeft er o.a. een aardige leifruittuin en een verzameling kleinfruit.
FOTOS
1.We
zeggen goede dag aan Auke Kleefstra, de voorzitter.
2.Gedeelte
van de stand
3.Nynke
Zijlstra determineert
4.We
proeven. Tussen Nynke en mij Frits Doornenbal, de secretaris.
5.Winterrietpeer,
voor hen een bekende stoofpeer.
6.Beurré
de Merode, veel beter bekend als de Dubbele Flip.
7.Saint
Remy, de stoofpeer uit mijn jeugd. In West-Vlaanderen kookt en bakt die mooi
rood. In de Kempen blijft die wit!
8.Pondspeer
of Catillac. Op de Hoge Dreef in ons dorp staat een oude boom die nog goed
draagt.
9.Een
pronkstuk van De Kruidhof: een goed kleurende Bramleys Seedling.
1.Op
een belendende stand kon men de heerlijk bereideFriese Woudboon proeven.
2.Het
smaakte ons zeer. verleerd is bonen te eten.
3.Aleide
zegt altijd dat men het verleerd heeft bonen te eten.
4.Woudboontjes
in het Fries. Het is een stamboon. Toen ik onze kievietsbonen aan t oogsten
was, maakte ik toch de bedenking dat staakbonen heel wat productiever zijn.
5.Het
uithollen van pompoenen voor Halloween kende veelsucces.
6.Idem
7.Dita,
biologische aardappelen
8.De
Wichter, een wilde pruim die zich verspreid met uitlopers.
9.Friese,
gele koolraap. Een ingrediënt voor de hutsepot.
Toepassing van de Rupsenlijm tegen de wintervlinder
Toepassing van de Rupsenlijm tegen de wintervlinder
Met de koude nachten zal
de wintervlinder (vooral de Kleine Wintervlinder, Operophtera brumata. De Grote
Wintervlinder komt veel minder voor op fruit; slechts eenmaal gezien) wakker
worden.
Het wijfje, dat niet kan
vliegen, zal tegen de stammen opklimmen en haar eieren leggen bij de knoppen op
de uiteinden der takken, 100 tot 200. Ik las ook al 300. Gelukkig bereiken
slechts enkelen het stadium rups, maar je ziet telkens toch veel vraatschade
aan de jeugdige bladeren in het voorjaar.
De oplossing was vroeger
het aanbrengen van lijmbanden. Maar de kleine insecten kruipen dikwijls onder
de banden door.
Dit voorjaar stelde ik
vast dat de rupsjes, wellicht mede door het koude weer(?) tot aan de basis van
de bloemknoppen gekropen waren en deze daar afgevreten hadden.
Van zodra ik over het
bestaan van de rupsenlijm hoorde, heb ik deze besteld.
Deze voormiddag wou ik met
de hulp van Bert,- die meer van schilderen weet dan ik als betrokkene bij de
schilders van de Faktorij in St.- Antonius beginnen met het instrijken. De pot
van 5 kg stond binnen en die zette ik een uur in heet water en nam die daarna
in een emmer warm water mee naar buiten. De lijm was echter nog veel te vast.
Terug naar binnen en verder opwarmen in heet water. Na de middag weer gaan proberen
en nu was de lijm iets smeuïger. Maar het uitstrijken blijft moeizaam. Als je
veel materie op de borstel hebt dien je die best in een haal uit te strijken en
liefst toch niet te dik. Bij terugstrijken komt er meestal te veel materiaal
weer los en heb je geen egale verdeling meer.
Het was een goede ingeving
de stalen borsteltjes mee te nemen om de loszittende bastdelen van de oudere
bomen eerst weg te halen. Daarvoor maakten we dankbaar gebruik van de scherpe
voorkant van het borsteltje om de losse schorsdelen weg te schrapen. Zie fotos.
We zorgden er ook voor dat
er geen inklimmogelijkheden door opschietende begroeiing overbleven.
De grote pot met de lijm
hadden we in een emmer met heet water geplaatst. Het bain-marie water moet warm
blijven, anders gaat de smeerbaarheid weer duidelijk moeilijker.
We brachten telkens een strook
van een goede 20 cm aan.
Na enkele uren werken
krijg je onvermijdelijk wat van dat kleverige spul aan je handen. De lijm lost
niet op in water, maar met een oud product van Ecover voor het wassen van vuile
handen, kregen we het plakkerige gedoe er gemakkelijk af.
Mijn conclusie: werken met
een kleinere pot, die veel beter op te warmen is, gaat wellicht een stuk gemakkelijker.
Ik ben benieuwd naar het
resultaat volgend jaar. Ik heb nu de bomen ingestreken die verder van de
hegkant staan. De rijen naast de heg krijgen toch last van de legioenen valschermspringers
die er in sommige jaren uit nederdalen! En dat zijn geen eiken (algemeen bekend
als waardplant), maar vooral haagbeuk, wilg, populier en es.
Vorige week hebben we de
vruchten van de Jolico geoogst; in
Duitsland aangeschaft. De oogst was in dit zesde groeijaar zeer goed. Vorig
jaar waren er maar een paar vruchten.
Wij verzamelen/plukten de
volledig rijpe bessen, die dan een donkerrode kleur hebben.
De vruchten van de Jolico
zijn niet direct geschikt om zo te eten. Ik proef er telkens wel een paar. Ze
hebben toch een lichte wrangheid. Ik heb nog wel een andere kornellebes, die
beter te eten is, doch in de loop van vele jaren heb ik maar één goede oogst
gezien. Ook dit jaar waren er wat vruchten, doch de merels waren mij voor.Deze bessen zijn al begin augustus rijp
Nog een andere kornellebes
is regelmatig zeer vruchtbaar. De bessen zijn kleiner en enkel geschikt voor
verwerking. Rijp in augustus.
De bessen zijn heel goed
te gebruiken bij vlees, ter vervanging van veenbessen.
Voor mij is het steeds een
verrukking al die fruitweelde van de National Fruit Collections van Engeland te
zien. Telkens is het ook een hartelijk weerzien met Ted Hobday, the cheaf guide.
We begonnen bij de peren,
daarna de appels en ten slotte de late pruimen. Er viel veel te proeven, maar
daarna wachtte de Cream tea/coffee met scones, room en confituur.
In een ander lokaal
vergaderden de Friends of Brogdale. Onze 87 jarige fruitvriend Howard Stringer
kwam ons al direct opzoeken. Daarna nog een goede dag gaan zeggen aan de andere
kennissen: Adrian Baggeley, over wiens bezoek aan België we bericht hebben op
de blog, Joan Morgan (van the Book of Apples), Brian Self, Elisabeth, de vrouw van Howard en Jonathan
Fryer, die een aardig mondje Frans spreekt. In t verleden gidste hij ons ook
al door de collecties.
- Hazelnootboorder
(Curculio nucum) kunnen tot grote schade leiden.
- Ongelijke houtkever (Xyleborus dispar u.a.) - op vele boomsoorten te vinden.
- Perentak (Apocheima pilosaria) Net als de kleine wintervlinder kan het
wijfje niet vliegen.
- Zwarte kersenluis (Myzus cerasi, M.
prunavium) Beginaantasting wordt gereduceerd.
Brunonia rupsenlijm is zowel voor fruit - als siergewassen geschikt.
Onderzoek toonde aan dat door de groene kleur praktisch geen nuttige insecten
gevangen worden. De lijm werkt op omhoog kruipende insecten. Nuttige die erop
landen komen weer vrij. Het is geen hechtlijm waarop (nuttige ) insecten of bladeren
blijven plakken.Aldus kunnen geen
overbruggingen ontstaan.
De lijm lost
niet op in water. Regen wast het dus niet af. De lijm tast ook de bast niet
aan.
Gebruik
Brunonia Raupenlijm wordt in een ca. 20 cm brede ring en zon 2 mm dik helemaal
rond de stam aangebracht. Eventueel ook rond steunpalen die anders een brug
kunnen vormen. Aldus gebruikt men ongeveer 450 g/m². Optimaal aanwendingstijdstip
: oktober.
Er zijn potten van 1 kg en 5 kg.
Nuttige wenken:
1. Bij lage temperaturen de lijm in een warmwaterbad opwarmen tot
20-30°. Je kan de pot ook een nacht bij de verwarming zetten. Hierdoor vergemakkelijkt het uitstrijken ook
op ruwe bast.
2. Bij sterke aantastingdruk maakt men de stroken 20 tot 25 cm breed. Men
kan ook 2 lijmstroken van telkens 10 cm breed aanbrengen
3. In het voorjaar nacontroleren. De wijfjes van de kleine wintervlinder kunnen als ze niet over de
hindernis geraken hun eieren afzetten beneden de lijmband.
De vlindermannetjes van de kleine wintervlinder vliegen s
avonds en s nachts eind oktober tot december. Je ziet ze soms talrijk tegen de
ruit fladderen, aangetrokken door het binnenlicht. Het kan dan al zeer fris
zijn, iets boven 0 °C. De vrouwtjes, die niet kunnen vliegen, kruipen uit
de bodem langs de stammen omhoog waar ze door rondcirkelende mannetjes bevrucht
worden. Ze leggen hun eitjes in kleine groepjes op de bladknoppen in de toppen
van de bomen.
Bij mij is het een probleem dat
vele rupsjes kunnen neerdalen uit de hegkant aan de westzijde.
Een vrouwtje legt in totaal wel
150 eitjes die overwinteren. De speldenknopgrote rupsjes komen het volgend
voorjaar uit de eitjes.De eerste
verschijnen al als het blad pas ontluikt. De rups is een spanrups (verplaatst
zich al lussen makend). Aanvankelijk worden gaten in de aan elkaar gesponnen
bladeren gegeten. Bij grote aantallen rupsen kunnen de bomen volledig kaal
gevreten worden. Tijdens dit koude voorjaar constateerde ik dat de rupsjes ze
zich onderaan de bloemtrossen hadden teruggetrokken en ze deze afgevreten
hadden. Het strafste voorbeeld was wel bij de Brabantse Bellefleur, een late
bloeier, zodat ik wel moet besluiten dat hier geen vorstschade de oorzaak was
maar de kleine wintervlinder. De Brabantse Bellefleur is sterk
beurtjaargevoelig: het ene jaar niets, het andere jaar overvloedig. Dit had dit
jaar moeten zijn, doch zero vruchten!
Typ bij zoeken: brunonia raupenleim
grün
Nynke
had mij op de hoogte gebracht van deze boomlijm:
We hebben Yalding Organic Gardens
zien ontwikkelen. We kwamen er voor t eerst in het jaar van de opening in
1995. Yalding maakt deel uit van Maidstone, de hoofdplaats van Kent en ligt op
de Medway rivier. Een tiental jaar terug maakten ze er een zondvloed mee.
Een Kentische boer, zonder
nakomelingen had een som geld en een aantal Ha nagelaten die ondergebracht werden
in een stichting voor het opzetten van een biotuin, met enerzijds een overzicht
van de ontwikkeling der tuinen, van de abdijtuin tot de moderne, zelfvoorzieningstuin.
Een interessant element daarin is bv de eerste siertuinontwikkeling, bij de
welstellende Britten onder koningin Victoria.
Een tweede gedeelte toont
de verschillende biologische technieken.
Tot 3 jaar terug werd het
beheer waargenomen door Garden Organic, de nieuwe naam voor de Henry Doubleday
Research Association, gesticht in 1956 door Laurence Hills. (Te vergelijken met
onze Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren vzw.)
Nadat Garden Organic het onderhoud
te kostelijk vond, werd het beheer gedurende 2 jaar gevoerd door een groentefirma.
Dit jaar ging het beheer opnieuw over in andere handen: de familie Smith, 5
generaties fruitelers. Paul Smith is er nu de manager.
En er is leven in de
brouwerij: een vereniging van kippenliefhebbers had er zijn tentoonstelling. In
Yalding nooit zoveel volk gezien.
De moeder van Paul, die er
vroeger nog gewerkt had voor Garden Organic, was onze gidse.
Op onze vraag nam ze ons
mee naar het vroeger pareltje: de kleinfruittuin. Ondanks een niet-onderhoud
gedurende 3 jaar was nog veel intact. Gezien hun interesse voor fruit hoopten
zij ook dit gedeelte in zijn vroegere glorie te herstellen.
Na de rondleiding wachtte
ons een heerlijke maaltijd.
FOTOS
1.Yalding
2.Groep
3.Ontvangst
door de nieuwe zaakvoerder Paul Smith en zijn moeder als gids.
4.De
vroegere parel, de kleifruittuin ziet er nog behoorlijk uit na 3 jaar verwaarlozing.
5.Zonnebloemen.
6.Hoppebellen
7.Red
Falstaff, een grote, smakelijke en vruchtbare appel. Zelfs dit jaar heb ik een
behoorlijke oogst.