Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
23-08-2011
Do. 18/8 Open Dag KICK Randwijk
Do. 18/8 Open Dag KICK Randwijk
KICK staat voor Kennis & Informatie Centrum Kleinfruit. Twee jaar terug waren we
aanwezig bij de start (Blog van 05/11/2009. Gemakkelijk: typ bij zoeken: Kick in).
K kreeg een lift van
Yves.
Er was veel volk naar
aanleiding van de open dag topfruit die de ganse namiddag in beslag had
genomen. Het onweerde in de verte en het begon te regenen. We waren er net op
tijd voor het kleinfruit om half zeven. We verhuisden naar een aparte ruimte.
Onderzoekers hadden het
over de proeven.
O. a. Eutypa, een
schimmelziekte die het afsterven van rode bes veroorzaakt, kwam aan bod.
Snoeien tijdens de winter kan een inval zijn voor de sporen. Er zitten wel
meerdere jaren tussen de besmetting en het afsterven.
Verder werden de stengelziektes
op frambozen besproken. Hier is de schorsgalmug een wegbereider. De larfjes
veroorzaken vraatschade: een invalspoort voor schimmels. Men heeft ontdekt dat
schorsgalmuggen biologisch te bestrijden zijn door inzet van een ander insect.
Het bezoek aan de
proefpercelen gebeurde in de regen, niet bepaald uitnodigend. Het was te donker om de
larfjes van schorsgalmug te zien.We kunnen even ook een blik werpen op de kiwibesaanplanting. De eerste aanplant met elf rassen heeft al vruchten. Over een tiental dagen zijn die rijp merkte Kris Lavens van O' Bio op. Hij houdt het op 1 stam. Hier zie ik er soms 2. En een kritische opmerking: 1 plant is helemaal rond de opklimstok gegroeid: absoluut te vermijden zegt Kris.
Yves ontdekte op
framboosbladeren de eerste dode plekken door een mineerinsect. In Pamel is dit
op korte tijd een erge plaag geworden. In het voorjaar hebben de scharrelende
kippen niet voor soelaas kunnen zorgen. Hoe deze pest op natuurlijke manier oplossen?
Tijdens het terugrijden vernemen we het onheil door het onweer met vreselijke gevolgen voor Pukkelpop te Hasselt, met meerdere dodelijke slachtoffers..
FOTOS
De insectenman van
Wageningen. Let op de dode mineerplekken op de frambozenbladeren.
Yves vertelt over de plaag
met het mineerinsect in de proeftuin te Pamel-Roosdaal
Bramen vol heerlijk sap
en struiken vol rozenbottels. Wat een rijkdom! En dan heeft u ook al kunnen
genieten van hun bloei! In de tuin zijn sierplanten
met culinaire meerwaarde ideaal. Steeds meer mensen zoeken die
combinatie. Bramen zijn geweldig om van te snoepen, in desserts te verwerken of
om sap en jam van te maken. Rozenbottels zijn heerlijk gekookt als zoete saus,
in jams en compotes, om thee van te trekken en in ijs. Plant bramen beschut als
leiplant tegen de schutting en zet bottelrozen gewoon tussen de
sierplanten. Een aanwinst voor uw tuin en eettafel!
Ook bramen behoren tot
de grote rozenfamilie
Er zijn zoveel bramensoorten met vaak grote verschillen dat de indeling erg lastig
is. Veel gecultiveerde bramen stammen af van Amerikaanse bramensoorten. De echte Europese bosbraam is
Rubus fruticosus met hoekige stengels die in een grote boog groeien. Iedereen kent deze planten met hun grote
stekels en heerlijke vruchten. De vruchten bestaan uit een cluster kleine
steenvruchten die rond een centrale kolf of spil zijn gegroepeerd_ Ze beginnen
groen, worden dan rood en, als ze rijp zijn,
glanzend zwart. Kies uit rassen met gestekelde takken (b.v. 'Himalaya')
of stekelloze (doornloze), zoals Rubus 'Thornless
Evergreen', 'Thornfree, 'Dirksen
Thornless' of 'Smoothstem'. Ze geven
grote vruchten, ieder jaar kilo's opbrengst en per ras verschilt de smaak van zoet tot friszuur. Proef en kies.
Het is er nu de tijd voor (oogst van juli-augustus tot oktober).
Medegedeeld: VLAM ((Vlaams Centrum voor
Agro en Visserijmarketing).
Post Sriptum
Ik heb ook Himalaya,
maar een beter gestekeld ras vind ik Fantasia.
In de 49 jaar dat ik tuinier
nooit een prachtiger ajuinenoogst gehad. Het plantmateriaal werd bij een
toevallig bezoek in de Makro Deurne aangeschaft. Was het van de firma Somers?
VELT verdeelde dit jaar geen plantgoed meer wegens de minderwaardige kwaliteit
in het verleden.
Enerzijds had ik goed uitgangsmateriaal,
maar anderzijds sla ik het aandeel van de grond nog hoger aan. Daar hadden de
aardbeien gestaan. Voor deze teelt waren er verhoogde bedden aangelegd met
compost, leemgrond, verteerde paardenmest en gecomposteerd hakselhout.
Daarenboven had ik nog wat
bentoniet in de plantgaten gestrooid. Gevolg: door de rijke, vochthoudende
grond hadden de uien geen last van de lange droogteperiode in het voorjaar,
waarbij concurrerende onkruidgroei eveneens uitbleef.
De regen kwam nog op tijd. Veel
regen kan nochtans funest zijn. Dit plantmateriaal werd echter niet aangetast
door een schimmelinfectie, wat in het verleden meermaals het geval was. Slechts
een zeer beperkt aantal planten viel uit als slachtoffer van de maden van de
uienvlieg.
Deze oogst deed mij veel
plezier.
FOTOMATERIAAL
De rode uien
Idem. Er zijn 5 bakken
Dochter Leen vlecht de eerste
streng
Idem
De gele uien
In t totaal 11 bakken gele
uien. Ze drogen verder in de kleinfruitserre
Het geoogste veld
Zo ziet de grond voor het nieuwe
veld voor volgend jaar er uit
Collina is een zomerappel uit
een kruising van Priscilla en Elstar door Marc Vandewal uit Nederlands Limburg.
Het is een schurftresistente
vrucht, net als de Priscilla.
Het zijn tamelijk grote, aantrekkelijke,
rood blozende appelen met een verwonderlijk goede smaak, knapperig en sappig.
Het is mijn eerste oogst van dit ras dat door biotelers geteeld wordt. Hoelang
de houdbaarheid is, weet ik nog niet, zeker enkele weken.
De appel is
schurfttoleranten weinig gevoelig voor
meeldauw en kanker. De vruchtbaarheid is in de aanvangsjaren minder groot.
De Vlinderdag van
Natuurpunt ging dit jaar door in onze gemeente. Erg veel wind, geen best vliegweer
voor de dagvlinders. Veelal bewolkt en toch af en toe wat zon. Gelukkig bleef
de regen uit. Er kwamen een 25 -30 bezoekers. Het meest plezier deed mij nog
het weerzien met de nu 81 jarige Marcel Couwels. In 1966 maakten we deel uit
van de stichters van De Wielewaal Voorkempen. Marcel was samen met wijlen
Michiel Hautekiet een gereputeerde vogelfotograaf. Velen hebben toen genoten
van de diaseries.
Ik zocht de meer beschutte
gedeelten van de tuin op. Op al de passages achter de wegkant zagen we telkens
het bont zandoogje, eenmaal zelfs vier exemplaren. Het oranje zandoogje werd
tweemaal gezien. Slechts eenmaal werd een grotere vlinder, de Atalanta of
nummervlinder waargenomen op een bos Koninginnekruid (leverkruid)aan de
zuidkant van het huis.
Al bij al zagen we 9
soorten: Atalanta, Gehakkelde aurelia, Landkaartje, Boomblauwtje, Klein
koolwitje, Groot koolwitje, Oranje Zandoogje, Bont zandoogje en Dikkopje.
Ik merk bv geen
Dagpauwogen meer op wel gezien in het voorjaar- die in vroegere jaren talrijk
kwamen snoepen op het afgevallen fruit. In de vorige dagen wel een paar keer nog
een Citroenvlinder gezien.
De oudste boom hier- de
enige fruitboom die ik niet zelf geplant heb- en zeker een eeuwenling is een Bellefleur appel.
Toen we hier in 1962
kwamen was het al een oude boom van meer dan 50 jaar. Ik herinner mij dat ik
toen een versleten, onderste kankertak afgezaagd heb en nog meer dood hout
verwijderd heb.
Tijdens een zwaar
augustusonweer in 1992, met felle storm, woei de boom omver. Ik heb de meeste
takken op stompen gezaagd. Het werd een geliefde klimboom voor de
kleinkinderen.
Dicht tegen de wortelhals
ontstond een eerste rugscheut. Die heb ik geënt met een Reinette de Flandre,
die ik moest steunen met een paal. De voet werd aangeaard en de tak vormde
eigen wotelscheuten en staat nu zeer stevig.
Op 2 augustus laatst hoorden
we s avonds laat gekraak en een plof. De reeds gehavende stam kon het gewicht
van de talrijke vruchten niet meer dragen en begaf. Hopelijk is het stuk schors
dat nog aan de stam vastzit voldoende om de vruchten verder te laten rijpen. Op
de stam staat nog een andere, jongere, maar ook al dikke tak, nog in goede
staat ( de hoge tak) en dit voorjaar heb ik het ras al verder geënt, want ik
vind het een goede appel, voldoende als handappel, maar vooral een uitstekende
vrucht als bakappel, appelmoes. De vrucht bewaart gemakkelijk tot maart.
Ik vind het een goed, oud
ras, ondanks de kankergevoeligheid en de beurtjaren. Op een Bellefleur heb je
maar om de 2-3 jaar vruchten.
FOTOMATERIAAL
1.De
boom voor de breuk; links de hoge tak en
nog een kleinere; rechts de verdere stam die zal afbreken.
2. Nog een foto van de
takken die behouden zullen blijven.
3. De toptak, die er nog
staat
4. De zwaar beleden
kroontak voor het afbreken
5. De kroontak afgebroken
6. De breuk
7. De gebroken tak;
wellicht kunnen de vruchten nog rijpen?
Vanaf de parking kom je
door het buitenmuseum met een weelde aan fruit, een rijke, deskundig verzorgde
verzameling van diverse soorten met als hoofdbrok tientallen appelrassen,
meestal volgeladen en flink ontwikkeld op deze uitstekende fruitgrond.
In het conferentielokaal
hadden diverse liefhebbers eigen pruimen uitgestald, veelal met de vraag tot
verdere determinering.
De conferentie werd
gegeven door een tuinbouwleerkracht die sprak uit eigen beleving en zeer ruime
ervaring. Zijn topic smaak
knoopten de liefhebbers goed in hun oren.
Pruimen zijn haast
verdwenen in de beroepsteelt. In de winkel voor meer dan 90 % ingevoerde
pruimen, waarvan velen er beter uitzien dan ze smaken.
Ikzelf had wat kerspruimen
(myrobolanen, Prunus cerasifera), in deze contreien zeer onbekend en
voorbeelden van hun verwerking meegebracht. Een afdruk van De oorsprong der
pruimen uit mijn blog sprak enkelen aan. (16-08-2010).
Op een dergelijke
samenkomst ontmoet je steeds interessante mensen. Frans Nauwelaerts, de
oud-voorzitter van NBS Mechelen is een goede bekende in Goes. De Kiliaan, de doorhem ontdekte vondeling staat er opgeplant. Frans toonde mij de Ajans, zijn laatst ontdekte vondeling
zou een uitstekende zomerappel zijn. De eerste, mooi rode vruchten zijn bijna
plukklaar . De moeite om verder te proberen.
Interessant op deze bijeenkomst was de mogelijkheid om het suikergehalte, de Brixwaarde te laten meten met een refractometer, een klein, staafvormig toestelletje. Wat sap aanbrengen, het staafje naar het licht houden en het suikergehalte is zo af te lezen. De hoogste waarde 18° hadden de nog niet helemaal rijpe mirabellen van een mevrouw uit Axel die de aankondiging op radio Zeeland hoorde, vlug in de tuin een takje mirabellen meeritste en naar het fruitmuseum kwam. De Prof. Colombien van vriend Louis Eelen haalde 17 °, mijn smaakvolste kerspruim 13°.
Voor de namiddagexcursie
naar het fruitbedrijf van de heer Slabbekoorn te Kapelle-Biezele kreeg ik een
lift van de heer de Schipper, actief betrokken bij het fruitmuseum. Destijds was
hij medewerker op het verdwenen Proefstation voor de fruitteelt Wilhelminadorp.
We zijn er meerdere malen geweest op de open dagen. Ik heb er veel geleerd,
voornamelijk betreffende kleinfruit. Met VELT Antwerpen-Voorkempen waren we er ook
op busuitstap.
De heer Slabbekoorn maakt
deel uit van Lazoet, de club van
een 10-tal pruimentelers, verspreid over Nederland, van Zeeland tot Groningen,
die samen een 3-tal clubrassen kweken onder de merknaam Lazoet die gedurende een tiental weken aangeboden worden.
De pruimen hebben een
groot kaliber en zijn allemaal blauwzwart. We proefden het vroegst rijpende
ras: grote, aantrekkelijke, blauwe pruimen met een gewoon goede smaak. Als
liefhebber kennen we er meerdere met een betere smaak. Als onderstam gebruikt
men St Julien a, met wortelsnoei en VVA 1, matige groei, maar er is wat uitval.
Als snoei past men de Zahnmethode toe: snoei met een kapstokje (Zie foto).
De naam der rassen blijft
geheim. Trouwens de rassen zijn niet te bekomen door een liefhebber.
Waarschijnlijk zijn het nieuwe rassen, ontwikkeld in Servië, Roemenië,
pruimenlanden bij uitstek.
Bourg-en-Bresse, Savoye, abdij van Brou en Margaretha van Oostenrijk
Bourg-en-Bresse, Savoye, abdij van Brou en Margaretha van Oostenrijk
Maandag 3 juli verkennen
we eerst nog een stuk van de Dombes en rijden naar de Jura met een stop in
Bourg-en-Bresse.
Daar bezoeken we de abdij
van Brou, gesticht door Margaretha van Oostenrijk. Kerk en klooster zijn nu een
museum.
In de gotische kerk, met
renaissance elementen zien we haar praalgraf, dit van haar echtgenoot Fillibert
le Beau en een derde van zijn moeder Margaretha van Bourbon.
Margaretha van Oostenrijk
(1480-1530), te Brussel geboren als enige dochter van Maximiliaan I van
Oostenrijk en haar moeder Maria van Bourgondië.
De naam Maria van
Bourgondië heb ik al vroeg in mijn kinderjaren gehoord. Ze overleed in 1482 als
gevolg van een val van haar paard in de bossen van Wijnendale, de bossen van
mijn jeugd.
Zij had nog een broer Filips
van Oostenrijk de Schone (Philippe le Beau) (1478-1506), de vader van keizer
Karel V, die geboren werd in 1500 te Gent.
Margaretha huwt in 1497 met
de troonopvolger in Spanje, maar deze sterft al 5 maand later aan tuberculose.
Op 21 jarige leeftijd
hertrouwt ze met hertog Fillibert II van Savoye, of Fillibert le Beau. Haar
gemaal sterft al na 3 jaar. Ter nagedachtenis laat zij kerk en klooster op de
wijk Brou bouwen (1506-1532).
De
hertogin keerde naar de Nederlanden terug, waar keizer Maximiliaan (regentna
de dood vanFilips de Schone)
haar op18 maart1507belastte
met delandvoogdij. Margaretha regeerde vanuit hetHof van Savoyete
Mechelen, waardoor deze stad de hoofdplaats van de Nederlanden werd.
FOTOS
Voorkant kerk
Achterzijde
Monastére Royal de Brou
Koor met praalgraf van Margaretha van Oostenrijk
Koorgestoelte
Geen fotos van de
prachtige praalgraven: batterijen op.
Gisteren een oude hoop
hakselhout gaan opscheppen bij zoon Peter op de Kattenberg. Het materiaal wordt
gebruikt als tussenmateriaal tussen de aardbeibedden.
Hazelwormen hadden er hun
terrein gemaakt. Voor kleinzoon Jonas en kleindochter Yamsi waren het de eerste
pootloze hagedissen die ze te zien kregen: twee volwassen exemplaren: een
donker type en een zeer lichtkleurige, de onderbuik zacht blauwig. We zagen ook
twee kleintjes.
Zondereigen maakt deel uit van
Baarle Hertog, dat omringd door Baarle-Nassau, omsloten is door Nederlands
grondgebied, met uitzondering van Zondereigen, dat dan wel in België ligt. Nog
een aantal gehuchten en enclaves op Nederlands grondgebied behoren tot Baarle
Hertog. En om de puzzel nog ingewikkelder te maken: een aantal enclaves in
Baarle Hertog behoren dan weer tot de Nederlandse gemeente Baarle Nassau! Deze
situatie heeft nog zijn oorsprong in de Middeleeuwen en het Leenroerig stelsel.
Tijdens de eerste wereldoorlog
was Zondereigen bezet door de Duitsers. Nederland was toen neutraal gebied. De
Duitsers bleven er buiten.
Wegens de vele ontsnappingen
naar Nederland werd half 1915 de Dodendraad
geïnstalleerd met een dodelijke lading van 2000 volt. Deze 250 km lange
versperring liep van in Zeeland, naast de grens met Nederland, en nog een stuk
in Duitsland om daar de Duitse deserteurs op te vangen.
Men spreekt van in totaal 5000
doden door en in de omgeving van de draad. Verschillende personen werden ook
geschoten in de 100 m brede zone verboden gebied voor de dodendraad.
De passeurs, nachtelijke
gidsen, hadden er iets op gevonden: een houten constructie die tussen de
onderste twee draden gespannen werd en waar men kon doorkruipen. Parallel met
de elektrische afsluiting liepen aan weerszijden nog twee afsluitingen met
pinnekensdraad, een aan de voorkant en een aan de achterkant. Om de twee km was
er een wachtlokaal. Daartussen patrouilleerden soldaten. Eens deze voorbij, was
er een zekere speelruimte. Passeurs stonden o.a. ook in voor de smokkel van
Belgische brieven van het thuisfront naar Baarle Hertog, vanwaar ze vandaar het
front bereikten en vice versa.
Net voor de grens hebben de plaatselijke
initiatiefnemers Frans Van Gils, (kozijn van onze Frans Van Gils uit Halle) en
Herman, die onze gidsen waren, een stuk dodendraad nagebouwd. Onze ontvangst
begon met een inleiding en een zeer interessante powerpoint voorstelling.
Het zesde leerjaar van
Zondereigen beschermt dit monument .
We vernamen ook dat er te
Baarle Hertog twee radiostations functionnneerden die spionageberichten naar Engeland
of Bachten de kupe, het onbezette België achter de frontlijn, seinden en
hierdoor heel wat meer oorlogsonheil voorkwamen.
Op de terugweg liepen we even
binnen in de dorpskerk St.- Rumoldus. Men heeft er twee knappe glasramen ter
ere van een plaatselijke non, die de stigmawonden zou hebben gehad en nog
steeds aanbeden wordt voor gunsten. Het andere gedenkt een plaatselijke
missionaris Ladislas die naar de indianen trok in Canada.
Als zoon van een oudstrijder
van de Grote Oorlog sprak mij deze geschiedenis, waarvan ik nog nooit gehoord
had, sterk aan.
Fotos
De groep
Heldenhulde zerk, naar ontwerp
van Joe English. Tegen de muur van de kerk staat dit monument met Iers kruis,
het heldenmonument van de eerste wereldoorlog ter gedachtenisvan de 3 gesneuvelden van Zondereigen. Dit is
blijkbaar het enige, dergelijke monument in de provincie Antwerpen.
Met gids
Zondereigen telt 4 straten met
steeds dezelfde naam. Er zijn 118 huizen.
Aan de ene kant van deze straat
begint de nummering, die verder loopt om de hoek van de andere straatt om
tenslotte te eindigen aan de andere kant van de straat waar de nummering begon.
Idem
Hier staan we voor het huis van
de toenmalige eerste schepen dat fungeerde als vervangingsgemeentehuis.
Ik wou u graag eens raad vragen over een
appelboom.
Deze boom is nu ongeveer 25 jaar oud en het
is een Franse Bellefleur.
Deze begon in dit voorjaar in bloei te
komen en nadien kwamen de blaadjes, maar dan stopte alles.
Alles begon te verwelken: de bloempjes
werden ros en de blaadjes bleven klein.
Nu staat de boom er dor bij. De stam
vertoont op verschillende plekken grote verticale scheuren.
Ook op de takken zie je dit op
verschillende plaatsen.
Wat is dit?
RE.
Het
fenomeen dat je beschrijft ken ik niet direct. Ooit heb ik een boom
verloren door een vorstscheur en daarna verder loskomen en indrogen van de
bast. Bij een latere vorstscheur greep ik in: insmeren met Lacbalsam en
dichtbinden. Na verloop van tijd groeide alles weer dicht.
Dit
jaar dreigen bij mij ook een Sterappel en mijn Rewena af te sterven. De
beginsituatie heb ik niet in de gaten gehad. Wellicht was er een massale
aantasting door neerdalen van kleine wintervlinderrupsjes uit het belendende
bosje. Als gevolg van de droogte stierven de resterende blaadjes af. Een andere
hypothese is dat teveel worteltjes waren afgestorven door de hoge winterse
waterstand en de droogte de hergroei belette. Tot het begin van de regen
stonden de bomen er volledig dor bij. Dan zijner opnieuw blaadjes verschenen:
bij de sterappel zeer weinig, zodat ik denk dat deze boom het niet zal
halen. Bij Rewena is de situatie iets beter.
Scheuren
zijn er niet in de bast. Nooit vroeger meegemaakt. Ooit nog wel door rupsjes van de Kleine Wintervlinder haast kaal gevreten
bomen gezien, maar ze vormden vlug nieuw blad. De lange droogte speelde
dit jaar wellicht een funeste rol. Wellicht wordt de sterappel gerooid?
Hopelijk kan de Rewena het redden, want ik vind dit een interessante
appel.
Ik
heb vroeger ook een schimmelaantasting gezien op een paar spillen van een appelboom.
Onze toenmalige hond had een konijn eronder uitgegraven zodat de boom er ruime
tijd ondergraven bijstond. Maanden later vulde ik het gat met een of twee
kruiwagens compost. Later zag ik grote plekken op de takken zwart
verkleuren met afschilferende pel. Die takken heb ik gedeeltelijk weggenomen en
de andere plekken ingesmeerd. De takken hebben zich hersteld.
Mijn eerste reis sinds de
fusie. De vorige waren nog met De Wielewaal Voorkempen naar Friesland.
Reisleider Frans Kerstens,
tot de fusie 18 jaar voorzitter, had alles in de puntjes verkend en voorbereid.
32 medereizigers.
Met het weer hadden we
eveneens geluk. Nooit in de regen moeten stappen.
La (of Les, beiden worden gebruikt) Dombes is een
vijvergebied een dertigtal km voor Lyon, een paradijs voor de watervogels. De visvijvers
liggen verspreid in het landschap. We zagen de kwak, blauwe en purperreiger
en zilverreiger. Bij de koeien stond de koereiger. Ik hoorde de bedelroep van
jonge futen. De toeristische dienst heeft een noordelijke en een zuidelijke
route uitgestippeld. We reden ze allebei.
We verbleven in het
centrumstadje VillarsLes-Dombes. Als kamergenoot had ik Leo Mattheeussen van
Westmalle, een echte vogelkenner.
Davidsfonds Halle-in-de-Kempen Zwalm, Vlaamse Ardennen 20 juni 2011
Davidsfonds Halle-in-de-Kempen Zwalm, Vlaamse Ardennen 20 juni 2011
De jaarlijkse reis dit
jaar begon in Oudenaarde met een koffie/thee plus een paar koffiekoeken in de
brasserie De Flandrien van het museum van de Ronde van Vlaanderen.
We wandelden langs de Walburga-kerk, in Brabantse gotiek met
de imposante 88 m hoge toren. Daarachter het vroegere hospitaal, nu OCMW. We
zagen de renaissance-woning, met zuilen, residentie van de bisschop toen
Oudenaarde even een bisschoppelijke stad was.
We kwamen uit op de markt
met het laat-gotische stadhuis,
gebouwd van 1526 tot 1537 onder burgemeester Filip Lalaing. Centraal staat het
40 m hoge belfort, met in de top het beeldje van Hansje de krijger, ooit in de
16 de eeuw de vaandeldrager van de stad.
Gedurende meer dan 300
jaar (1500-1800) wasOudenaarde het
wereld-centrum van de wandtapijtkunst.
Er was echter geen tijd om het Huis De Lalaing te bezoeken, dat nog een
belangrijke collectie bezit. Hier is nu een restauratie- en weefatelier
gevestigd.
De brug over de Schelde gaat
net voor ons in zijn geheel omhoog. Miel, als bouwkundig ingenieur weet een en
ander te vertellen over bruggen. We komen voorbij de Louise-Marie fontein, gebouwd ter gelegenheid van haar huwelijk in
1932 met Leopold I (1812-1850).
Een eindje verder, staat
de O.L. Vrouw van Pamele kerk, in 30 jaar van1234 tot 1265 gebouwd,een mooi voorbeeld van de Schelde-gotiek,
een vroeg-gotische bouwstijl met als belangrijkste kenmerken: het gebruik van
blauw-grijze kalksteen van Doornik, de ronde torentjes op de hoeken, de achtkantige,
centrale vieringtoren en de driedelige raamindeling. Pamele werd rond 1100 aan
de overkant van de Schelde gesticht en was eertijds als stad evenwaardig als
Oudenaarde. De fusie met Oudenaarde gebeurde al in 1593.
We steken terug de brug over
en wandelen naar het begijnhof,
begonnen rond 1480. In de inkompoort beeldje van St.- Rochus, beschermer tegen
de pest. In de straat er naartoe bemerken we een huis in art-decostijl.
Trouwens op de ganse wandeling zien we meerdere merkwaardige gebouwen.
De Gentse waterzooi in de Vierschaar
te Ename smaakte heerlijk, vergezeld van een tripel van Ename, het plaatselijk
bier van de brouwerij Ramon.
Vervolgens wandelen we
naar de kleine, Romaanse Sint-Laurentiuskerk,
gebouwd rond het jaar 1000. Eerst bezoeken we het er naast gelegen, zeer
fijn Provinciaal Archeologisch museum. Ik
genoot van depoëtische
filminleiding. In de laatste zaal verrast een gans gezelschap realistische figuurpoppen.
Een druk op een knop en ze worden telkens audio-visueel tot leven gebracht door
bekende artiesten als bv Luc Philips, Jaques Van Assche enz., zeer aansprekend.
FOTO'S
Abdij Maagdendale
Bij het terugwandelen naar de bus zien we op een storthoop aarde een welig tierende gele akkerhoningklaver