Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
24-10-2013
VERVOLG
VERVOLG
10. Reinette Sans Pareille, een van mijn eerste, goede
appelen, nu nog weinig te zien.
11. Marbré de Watervliet. Een lekkere appel op de proefstand.
Er wel een voldoende rijpe uithalen.
12. Zabergau Reinette; een lekkere winterappel
13. Reinette dAmorique, een late winterappel. Ik
kreeg twee jaar terug een ent van Pierre Coustenoble, president van de
Crocqueurs de Pommes, Nord et Pas de Calais, waarvan ik ook lid ben. (Tussen
haakjesHij heeft zijn boomgaard op de
Catsberg).
14. Wintercitroenen. Mijn vruchten blijven veel
groener. Een enkele heeft wat blos. Ik heb ze vandaag (24/10) geplukt want ze begonnen
te vallen.
15. Berglander, een soort Bellefleur, plattere vrucht.
Er is veel variabiliteit.
16. Luculles. Dit klein appeltje intrigeert mij. Op de
vorige Europom te Alden Biezen omschreef Joan Morgan, auteur van het Book of
Apples met beschrijving van de 2.200 rassen te Brogdale (Faversham), dit ras
als een van de lekkerste van de Benelux.
17. Ontario. Vorig jaar was het bij mij in de Kempen
één van de weinige dragers.
18. Otava,
mijn superfavoriet. Is nu al lekker, maar behoudt al zijn capaciteiten tot
maart-april. Maar daarover een andere keer meer.
Ik had eerst
gedacht dat ik dit jaar een goede notenoogst zou hebben. De meest in het oog
springende boom, een Broadview (ras uit Brittish Culumbia, Canada) hing inderdaad
afgeladen vol.(De boom staat iets meer beschut. Vorig jaar was het de enige
boom met noten). Maar bij nader toezien waren er maar zeer weinig vruchten op
Bucanier en Koenen. Ook de zaainoten droegen weinig.
De late
nachtvorsten in de Kempen hadden blijkbaar veel bloemen vernietigd.
Op veel minder
vorstgevoelige plaatsen- was er wel een grote oogst.
In de Mailgroep Tuinieren van het Seniorennet.be
kwam het beschimmelen van noten ter sprake
Gevaar van schimmels
Noten in het algemeen zijn gevoelige producten voor
beschimmeling. Dit komt omdat ze normaal iets té droog zijn om te beschimmelen,
maar als ze een beetje té vochtig zijn, kan er schimmel uitgroeien.
De meeste schimmels zijn onschadelijk; denk maar aan schimmelkaas ! we eten ze
zelf op.
Echter sommige schimmels zijn toxisch; dit komt omdat de schimmel giftige
stoffen aanmaakt die we geleerd mycotoxinen noemen, of schimmeltoxinen.
Er zijn ondertussen al heel wat van deze schimmeltoxinen bekend; de ene is al wat
toxischer dan de andere, maar er zitten aan paar heel vervelende gevallen bij.
Een heel gevaarlijke is eigenlijk deze die eerst ontdekt werd in de jaren 1960
in Engeland. Het betreffen zogenaade aflatoxinen, of toxinen van de schimmel
Aspergillus flavus (vandaar ook de naam a-fla-toxinen). Deze stofjes zijn
zonder discussie kankerverwekkend voor de mens, meer bepaald is het een primair
levercarcinogeen. Het is dus echt wel een gevaarlijk spul. De wettelijke
limieten liggen dan ook bijzonder laag: 1 µg/kg of 1mg suiker in 1 kubieke
meter water bij wijze van spreken !
Er worden controles uitgevoerd, maar natuurlijk als u thuis noten heeft,worden
deze niet gecontroleerd (ook niet alle noten in de handel worden gecontroleerd
natuurlijk). Als u dus een noot heeft die beschimmeld is: smijt te gewoon weg -
je weet immers niet of er het 'goede' of een 'slechte' schimmel is.
Finale opmerking-waarmee ik u jammer genoeg niet ga geruststellen: de
afwezigheid van een schimmel hoeft daarom nog niet te betekenen dat er geen
schimmeltoxinen in de noot kunnen zitten: de schimmel kan immers al 'vergaan'
zijn, zodat hij niet meer zichtbaar is; de toxinen echter zijn zeer stabiel en
blijven achter. Niet elke dag een halve kilo noten eten! Maar ik moet wel
toegeven dat ze heel lekker zijn en ik er ook moeilijk vanaf kan blijven!!
Deze vraag werd beantwoord door: prof. dr. ir. Bruno De
Meulenaer
Hoofddocent Universiteit Gent Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Vakgroep
Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit.
Een oplossing
Ik was de noten eerst met zuiver water en
laat ze enkele dagen goed drogen bij de CV of ergens in de zon als die er is
Daarna doe ik ieder jaar degene die ik teveel
heb( en t'zijn er dit jaar veel) in plastiek zakjes van ongeveer 1 kg dit is
rond
de 70 noten en dan de diepvries in om ze later
in t'voorjaar te ontdooien en te gebruiken om notenbrood te bakken.of uit de
hand te eten .
Dit doe ik al jaren en met succes ,ze smaken
even lekker als vers en niets gaat verloren en je kan noten eten als er
niemand geen meer heeft .
steketee In de Mailgroep Tuinieren Seniorennet.(20/10/2013)
Onder de slogan Work for Change
gaan Vlaamse en Brusselse scholieren jaarlijks tijdens de schooluren één dag
werken. Hun loon staan ze af aan een jongerenproject in het Zuiden. Vooraf
maken ze kennis met de leefwereld van hun Zuiderse leeftijdsgenoten die in
België op tournee zijn in de deelnemende scholen en steden. Ook onze school
deed mee.
Keda vertelde dat 2 jongensvan
Peru een presentatie kwamen geven.
Kleindochter Keda Hillé , de oudste van onze oudste dochter Leen kwam
bij ons een dag helpen.
Tijdens de weer regenrijke dag (tot +/- 15u) plukten we de laatste rode
bessen in de kleinfruitserre; beschut tegen de regen. Rode bessen die niet in de regen staan, houden
het immers lang uit. Een klein gedeelte bezwijkt intussen wel aan schimmel ,
doch als je wil kan je met Allerheiligen nog wat verse, rode bessen eten. Dit
jaar zal dat niet lukken, want we plukten, door de langdurige regen , alles!
Mijn vrouw Aleide zal er een heerlijke bessendrank mee bereiden. Een
originele aperitief voor de kleinkinderen op de feestdagen. Kleinkinderen
helpen hier graag bij.
In de namiddag brak de zon eindelijk door en konden we wat pompoenen
oogsten, doch vooral appels plukken.
FOTOS
1. Keda
2. Let op de speld van de actie Zuiddag
3. Het resultaat van het bessen plukken
4. Rode bessen op 17 oktober uit de kleinfruitserre (Half overdekte
plastiek tunnel). Als bessen niet nat worden, blijven ze voor een groot stuk
intact, zeker de late rassen.
5. Pompoenen oogsten. Hier het ras Kabosha, met notensmaak.
6. Appels (Hier Bramleys) plukken
7.Bramleys Seedling. In Engeland de bejubelde keukenappel. Hier totaal
onbekend. Deze appel komt nogal in wat van mijn blogs voor. Ik had o.a. het
genoegen, vier jaar terug, met het reisgezelschap van de Nationale Boomgaarden
Stichting onder de toen 200 jaar oude moederboom in midden Engeland te staan. (Typ
bij zoeken, links bovenaan: bramleys ).
Dit jaar vertonen ze al sporen van de regenvlekkenziekte, een
onschuldige schimmel, min of meer af te wassen, maar niet direct een
schoonheidsstempel. Doet echter niets af van de smaak.
Je bent onmiddellijk onder de indruk als je de lange,
slingerende, bijwijlen een panoramisch uitzicht biedende oprijlaan oprijdt.
Baron Ferdinand de Rotschild van de Engelse tak van
deze rijkste en machtigste bankiersfamilie in Europa van de 19de
eeuw liet dit buitenverblijf in de stijl van de kastelen van de Loire bouwen.
In 1883 was dit klaar.
Te Waddesdon in Buckinghamshire werd gebouwd om gasten
te entertainen van zaterdag tot maandag. Binnenin was Waddesdon Manor een
modern huis met stromend water, elektriciteit en centrale verwarming. Na de
aankoop van de gronden in 1874 was men meteen begonnen met de aanleg van tuin
en park. De heuveltop werd afgegraven, lanen en paden werden aangelegd,
volwassen bomen aangeplant en de tuin uitgezet. De tuin was ontworpen om de
gasten te verrassen, welke kant ze ook opkeken. In die dagen was een tuin niet
compleet als er geen volière stond. Ook de hoge serres, romantische grotten en
een dierenafdeling met herten, geiten en lamas mocht niet ontbreken.
James de Rotschild (1878-1957), zonder erfgenamen,
schonk het in verval rakende huis, de verzamelingen en 165 acres tuin en park
aan de National Trust, die zorgde voor de restauratie. De serres en de zoo zijn
er niet meer, wel de indrukwekkende volière.
Met 2 gidsen kregen we een rondleiding, eerst door het
park en dan door het kasteel met dure schatten.
FOTOS
1. Manor
2. Gids nr 1
3. Gids nr 2 voor een oude border
4. Le Carosse
5. Grot, nagemaakt. Ziet er precies natuurlijk uit
Na het middagmaal reden we naar Wrest Park te Silsoe
in Bedfordshire.
Wrest Park wordt beheerd door English Heritage dat een gelijkaardig werk doet als de National
Trust.
English Heritage zorgt voor architectonisch en
historisch belangrijke in Engeland. E.H. hangt af van het Ministerie van
Cultuur, Media en Sport en werd opgericht in 1983. Voor die datum werden de
monumenten beheerd door het Ministerie van Ruimtelijke Ordening. Maar deze
organisatie werd samengesmolten met de Royal Commission on the Historical
Monuments of England tot een slagkrachtig beheersinstrument. De best bekende
locaties die English Heritage beheert zijn Stonehenge en de oudste ijzeren brug
ter wereld in Ironbridge.
Minder bekend is dat zij vele (Middeleeuwse) kastelen
en kasteelruïnes onder haar vleugels heeft. (Bv Dover en Leeds Castle ).
Wrest Park is een rariteit om twee redenen. De gronden
bevatten één van de weinig resterende, formele tuinen uit het begin 18de
eeuw, zij het ook bewerkt (1758-1760) door de landschappelijke vormgeving van Lancelot
Capability Brown. Gedurende meer dan 600 jaar was het domein in handen van de
aristocratische familie Grey.
De tweede reden is het kasteel. Thomas Earl de Grey
liet het oude slopen en het nieuwe tussen 1834 en 1839 een200m meer noordwaarts terug optrekken.
Ongewoon voor die tijd is de keuze voor de 18de eeuwse Franse stijl
en dit in een periode dat Gotiek en Italië de meest voor de hand liggende
inspiratiebronnen waren. Een andere drijfveer kon zijn het verbinden van het
Franse tuingedeelte met het huis in Franse stijl.
De wandeling met gids door het tuingedeelte nam zoveel
tijd in beslag dat het te laat werd om ook nog het kasteel te bezoeken.
Op het einde van de lengteas met kanaal staat een
barok Paviljoen van 1711. We stonden stil bij een aantal merkwaardige bomen.
Een plezante noot was het smullen van rijpe moerbeien.
Een kruising van Madame
Verté X Calebasse Boscq van het Institut für Obstforschung Dresden-Pillnitz.
Duitsland. 1996 in de handel.
Een iets grotere, bruin-
bronskleurige vrucht, lange vruchtsteel.
Geplukt 16 okt. 2013, nog
zo goed als geen val. Frisse, natuurlijke bewaring is mogelijk tot eind
januari. Vruchtvlees, smeltend, vast, voldoende sappig, met een krachtig
zoet-zuur aroma.
Matige groeikracht, doch
gezond. Vruchtbaar, regelmatige drager, goed stuifmeel.
Een kruising van Doyenné
de Comice X Conference op HRI East Malling UK. Kwam in 1984 in de handel.
Middelmatige peer. Ziet er
uit als een Conference, met kleine roestvlekken, drukgevoelig.
Pluktijd eind september, 1
week na Conference. Dit jaar iets laattijdig geplukt, 16/10. Begonnen te
vallen. Bewaren tot november (iets na Conference). Vruchtvlees: fijncellig,
geelachtig, sappig, op een warme standplaats smeltend, aangenaam
zoet-aromatisch.
Matige groeikracht,
gezond.
Bloeitijd eerder laat.
Goed stuifmeel. Regelmatige dracht. Best op kwee A met 3m tussenruimte.
Het Fransmansmuseum te Koekelare en de kerk van Bambeke
Het Fransmansmuseum te
Koekelare en de kerk van Bambeke, over de Schreve
(Met twee bussen senioren van Zoersel
op 4 okt.)
Eerst de inwendige mens gaan versterken met 2
boterkoeken in het Bourgondisch Schild te Diksmuide. (Zie blog van 5/10)
Daarna naar Koekelare, buurgemeente van mijn
geboortegemeente Ichtegem. Als je van de richting Diksmuide komt sla je links
af aan de Belhutte. Als je rechtdoor rijdt gaat het omhoog de Belhutteberg op.
Daar begint een heuvelkam, die loopt over een gedeelte van Koekelare, Ichtegem,
Torhout (Wijnendale) tot in Aartrijke. Het hoogste punt bevindt zich op de
Veldemolen te Ichtegem: 51 m. Een km verder ben ik geboren op De Reiger: 47 m
boven de zeespiegel. In mijn jonge tijd keek ik neer op de kustlijn van
Oostende. Ik heb mij verlaagd tot ongeveer 13m, waar ik al meer dan 51 jaar
woon.
Te Koekelare gingen we eerst naar de Balluchon, het cultureel centrum om de
film over de Fransmannen te zien. Dit waren de seizoenarbeiders die in het
Noorden van Frankrijk hard gingen labeuren, in het voorjaar de suikerbieten
zetten (Eén zaad gaf toen meerdere planten, dus uitdunnen en 30 cm laten tussen
elke biet. Door veredeling geeft 1 zaad nu, slechts 1 plant.) en in het najaar
om ze te rooien. Sommigen gingen tijdens het najaar ook in de droogasten werken
of gingen in de zomer het graan pikken. Zo vertelde mijn vader een straf
verhaal. Hij had in 1922 een contract gesloten om een aantal Ha haver te pikken
(met pik en haak) en te binden. Hij kreeg bericht dat hij over een week naar
huis moest komen om peter te zijn bij de doop van een dochter van zijn zuster.
Gedurende de dag pikte hij en s nachts bond hij de schoven. Hij was zo
gedreven dat hij die week niet meer kon slapen. Steeds pikken en binden. Hij
was toen 33 en gehard door de vele jaren werken, het harde leven als frontsoldaat
tijdens de eerste wereldoorlog en daarna weer als Fransman. Na de doop sliep hij
gedurende 2 dagen en nachten aan één stuk.
Als kleine jongen heb ik één keer een groepje
Fransmannen zien terugkomen met de balluchon over de schouder. Dit is een doek
aldus genaaid dat er twee zakken zijn, een vooraan, een achteraan als men de
doek over de schouders draagt. Daarin stak al hun hebben en houden voor de
meestal 6 weken dat ze weg waren.
De pakkende film toont een zeer realistisch beeld aan
de hand van de getuigenissen van de oude Fransmannen. Soms was er ook een vrouw
bij. Knap gefilmd en gemonteerd waarbij de humoristische en dramatische noten
niet ontbreken. Ik was wel in t voordeel met mijn West-Vlaams, maar met de
onderschriften had iedereen goed kunnen volgen. De straffe beelden spraken voor
zich.
Daarop trokken we naar de, tot Fransmansmuseum,
verbouwde brouwerij. Men heeft er ook een Käthe Kollwitzmusem dat momenteel
heringericht wordt met het oog op de grote toeloop volgend jaar bij de
herdenking van het begin van De Groote Oorlog 1914-1918. Haar beroemdste werk
Het treurende Ouderpaar staat enkele km verder op het Duitse kerkhof te
Vladslo, bij het graf van hun zoon.
Na het middagmaal in het intussen bekende Bourgondisch
Schild gaat het met gids Romain naar Frans-Vlaanderen over de schreve, de
grens te Oost-Cappel, bestemming: de rijk ingerichte kerk van Bambeke,
Bambècque.
Daarna is er nog een stop in het Café des Orgues te
Herzeele. Het zijn oudere exemplaren, waarvan enkel de accordeon speelt; voor
velen wel erg mager, die het orgel van het verdwenen Veertien Billetjes te
Zandhoven nog gekend hebben. Daar zag je een hele hoop instrumenten spelen.
Enkelen waagden een danspasje.
Er wachtte nog een broodmaaltijd te Diksmuide, in
dezelfde gelegenheid.
FOTOS
1. Koekelare. De architectuur valt op (geaccentueerde
driehoeken scheppen een verbondenheid).
19. St. Bernardus Abt van de Brouwerij in Watou. Bier
dat de trappist van West-Vleteren het dichtst benadert. Immers hier werd die
trappist een tijd gebrouwen.
20. Het oplopend landschap naar Ichtegem. Gids Romain
situeerde hier het kanon Lange Max. In feite stond dit kanon, dat in 1941 door
de Duitsers afgebroken werd - voordien was het een toeristische attractie-op dewijk De Leugenboom, een uithoek van Koekelare tegen Eernegem. Er zijn
nog restanten. Lange Max was in 1917 het zwaarste Duitse kanon: 75.000 kg met
een loop van 17,5m. Het schoot vooral naar Duinkerke, op 44km.
21. De gemetste torenspits van Beerst. Er zijn
meerdere dergelijke, na de oorlog heropgebouwde kerktorens.
22. Landschap
23. Alveringem, het dorp van Cyriel Verschaeve.
Alhoewel de kerk hem had aangezet op te roepen te gaan vechten tegen het
goddeloze communisme, zweeg de kerk hierover in alle talen na de oorlog. Aldus
de gids.
24. Wegwijzer naar Oost-Cappel, op de grens of beter
de schreve.
25 Herbergopschrift in het Nederlands. Alhoewel
Frans-Vlaanderen verloren ging in 1678 (Vrede van Nijmegen) werd nog lange tijd
het Nederlands gebruikt. Napoleon ging hier radicaal tegen in. Klasgenoot in de
humaniora te Torhout, Jan Hardeman, van en nog wonend te Westouter, is nog
actief als secretaris van een grensoverschreidende vereniging voor culturele
activiteiten aan beide zijden van de schreve.
45. De broeken (laag gelegen weiden) van de boterstad
Diksmuide, met meer koeien dan mensen (16.000), aldus de gids. Diksmuide is met
15.439 ha de grootste gemeente van West-Vlaanderen en omvat 15 vroegere
entiteiten.
We namen Elisabeth van Kaéle uit het hoge noorden van
Kameroen mee op de uitstap met Okra van Halle-in-de-Kempen
We hadden het genoegen weer mee te rijden met Willem
van De Stille Kempen. Hij speelt zelf gids en zijn moppen lachen daverend
door de bus.
Te Diksmuide in het Bourgondisch Schild staan de
boterkoeken klaar. Dan naar de bekende koekjesfabriek van Lo, gestart in 1885, nu
de vierde generatie. Het begon met amandelkoekjes, gevolgd door de lukken, een
gelegenheidsgebak rond Nieuwjaar in West-Vlaanderen. Als jonge snaak heb ik er
veel gebakken.
Intussen is er een gans assortiment koekjes
bijgekomen. Men liet ons uitgebreid proeven bij een lekkere koffie/thee. Men
rust echter niet op de lauweren. Er werd een kwaliteit kok aangeworven om
nieuwe producten te ontweroen. Vooraleer dit goed op punt staat rekent men op
vijf jaar.
FOTOS
1. Bourgondisch Schild te Diksmuide
2. We rijden Diksmuide binnen. De streekgids Romain
geeft uitleg
3.Stadhuis
4. Op de markt: standbeeld van het Manneke in de
Mane uit de beroemde almanak, waaraan ook Guido Gezelle nog meegewerkt heeft
5.Ijzertoren
6. Langs de Ijzer naar de Dodengracht
7. Kerk van Kaaskerke waar de passerellen vertrokken
naar de loopgrachten
8. Dodengracht
9. De vroegere spoorwegbedding naar Nieuwpoort, nu
fietspad
Naar t
Hoppecruyt te Proven, deelgemeente van Poperinge.
De boerderij van 47 Ha, waarvan 7,5 Ha hop ligt achter
de dorpskerk. Benedikte is onze veelzijdige gastvrouw.
Na de broodjesmaaltijd behandelt zij de diverse
aspecten van de hop. Er zijn twee soorten: de aroma hop en de bittere hop.
Naar de moeilijker te telen aroma- hop is erg veel
vraag, wel voor 1000 ton; terwijl er slechts 60 ton gekweekt wordt in België.
Van bittere hop- vooral voor pilsbieren- is er veel meer productie.
In tegenstelling met Engeland mag bij ons de hop niet
bevrucht worden. Ten hoogste 1 % zaad toegelaten. En gezien er een aantal
bossen zijn in de niet zoverre omgeving, trekken zij er in het voorjaar op uit
om de mannelijke planten af te knippen. Het stuifmeel kan van 5 km aanwaaien
Een mannelijke plant bestuift gemakkelijk 1000 vrouwelijke planten.
Hoppeplanten gaan 15 jaar mee. In het voorjaar is het
zaak de vermeerderingsuitlopers af te steken. De hopperanken groeien 7m hoog en
worden per drie aangebonden met draad.
Benedikte houdt een fel betoog om in het vervolg
slechts bieren met echte hop te gebruiken.
De grote Belgische modebieren gebruiken scheikundige
vervangproducten!
Wij genieten van het Poperings HOMMELBIER, gebrouwen
met 3 variëteiten hop.
Benedikte neemt haar accordeon en zingt voor ons twee
hoppeliederen.
Op het erf is de hoppepluk volop aan de gang. De
afgesneden ranken worden aangevoerd van het veld en worden door een paar man
opgehangen aan de aanvoerketting naar de plukmachine. Er hangt een aangename
geur.
Als we terugrijden is er nog wat tijd over. De
meerderheid wil niet over de schreve (de grens met Frankrijk in het
West-Vlaams) maar verkiest verkenning van de stadscentra van Poperinge en
Ieper.