Op Bezoek in de Boomgaard van Fik Denissen te Wommelgem
(11 september)
Fik volgde rond 1980 met enkele andere veltleden de
opleidingscursussen van de NBS. Zij namen het initiatief om een eigen
fruitwerkgroep op te richten, geanimeerd door Paul Bekaert, die vandaag ook van
de partij was. Die groep (ik was er vanzelfsprekend bij, maar had de opleiding
niet gevolgd) heeft ongeveer 10 jaar gefungeerd, een hele tijd in Â’t Pleintje
te Deurne, om te eindigen in Schildehof. We waren er op Â’t einde niet langer welkom
omdat er niemand van Schilde meer bij was.
We proefden en beoordeelden heel wat fruit, vooral
appelen en in het winterseizoen werden veel enten uitgewisseld. Ik herinner mij
vooral de eerste maal op het marktplein te Edegem. Een koude en natte bedoening.
Daarbij kwamen snoeidemonstraties, entlessen en
bezoeken. Meermalen stond de bio-boomgaard van de gebroeders Vereyken te
Berlaar op het programma.
Het was lang geleden dat ik in de boomgaard van Fik
kwam. Dertig jaar terug kreeg ik van hem een lekkere perzik die het ongeveer 20
jaar uithield. De oorspronkelijke vruchten dateren nog van zijn grootouders die
ermee 100 jaar terug naar de markt in Antwerpen trokken.
Uit historische bronnen zou het misschien over het ras
Gros(se) Mignonne gaan?
Fik heeft dit ras via zaaien steeds verder gekweekt.
De vrucht komt vrij getrouw terug. Het is een witvlezige vrucht. Hij
onderscheidt wel twee types: een met een roodachtige steen en een meer gekleurd
vel en een met een witter vel en een wittere steen. Het zijn zeer sappige, lekkere vruchten die
in smaak niet veel van elkaar afwijken.
In Â’t totaal heeft Fik 22 bomen staan. Er is wel een
zekere variabiliteit. Dit jaar valt de rijpheid rond 10 september.
Mij viel op hoe gezond de bomen er uitzien. EĂ©n boom
viel wel uit de toon met tot boven verschrompelde bladeren. Was dit nu spint of
meeldauw? Daar de aantasting tot boven
liep, is dit waarschijnlijk meeldauw. Bij
A Hallemans ‘Plantenziekten’ lees ik: Spaerotheca pannosa var. Persicae.
Bladeren en scheuten witbepoederd en misvormd. Later op de perziken grote,
bleekbruine vlekken die inrotten, soms ook gomdruppeltjes op de schil. De
schimmel overwintert tussen de knopscheuten.
In buitenlucht zou dit minder voorkomen. Bomen in
kassen zouden er meer onder lijden. Is de meeldauw te wijten aan het warme weer
dat we tot vorige week kenden?
=Zijn perziken zijn wel vrij onderhevig aan de
krulziekte in het voorjaar. Fik besteedt vrij veel aandacht aan het afplukken
van de sterk aangetaste bladeren en het uitdunnen van de vruchten (om de 25 cm).
Snoeien gebeurt enkel tijdens het groeiseizoen, te beginnen rond het
uitbloeien.
Ik heb enkele stenen mee die best direct uitgeplant
worden zonder ze te laten indrogen.
Op zijn stuk grond van een halve Ha staan ook
verschillende, goed beladen notenbomen.
Zijn appelbomen dateren meestal van de aanvangsperiode
van de fruitwerkgroep: Gravenstein, Jan Steen (machtige boom), Boskoop, Jacques
Lebel, BramleysÂ’ Seedling, Dubbele Bellefleur, Berglander, Stark Earliest (nog
een vrucht gevonden!), Bismarck (Hierbij een opmerking: Ă©Ă©n van de twee bomen
staat pal onder de hoogspanningsleiding die boven het perceel loopt en ziet er
veel minder fleurig uit dan de andere. Anderzijds een notenboom, eveneens er
pal onder, groeit er formidabel onder!), verder de appel Wealthy, en een
roodkleurende Mac Intoshachtige, met typische smaak, die niet iedereen
waardeert.
Bij het kleinfruit behoren de rode bessen tot het ras
Rovada. Enkele struiken dienen nog geplukt te worden. De zeer rijpe, donkere
bessen, aan lange trossen hebben een zachtere smaak, nog geen spoor van rotting
(botrytis) door de regen van de laatste dagen. Wij ook hebben geluk; geen regen
deze namiddag tijdens ons lang bezoek.
Het perceeltje zwarte bessen, alhoewel maar een zestal
jaren oud, voldoet niet. Blijkbaar ook maar Ă©Ă©n ras, allemaal bruine bladeren:
meeldauw en roest?
Louis heeft een grote perzik meegebracht. Hij heeft
die gemeten: 77mm en 215gram. Hij heeft dit jaar voor Â’t eerst een 5 tal vruchten.
EĂ©n jaar na het nemen van de enten was de moederboom bij een kennis dood. We
vinden het een goed smakende vrucht,
witvlezig met een rode steen-zie foto- met vast, weinig sappig vlees en een
zeer zachte vruchthuid die makkelijk mee te proeven is.
Paul Bekaert had enkele BĂĽhler FrĂĽhzwetsche
meegebracht. Goede smaak, maar het waren zijn “eerste vruchten in twintig
jaar”. En zeggen dat zijn grond in Ranst een geschikte leemgrond is voor
pruimen!?
Louis heeft meerdere chips gezet. Van onderstammen zaailingen
is Fik immers goed voorzien. Tussen haakjes, alhoewel de meeste perziken
gemakshalve op de pruimenonderstam St Julien A geënt worden, is het veel beter
te enten op een perzikzaailing. (Zie verslag Ludo Rosseel en NBS Gelrode).
Fik heeft de hoogste plukladder (13 sporten). Hij
heeft de verbrede steun onderaan nog verbreed met een zwaardere verlengbalk die
hij al twintig jaar conserveert door die jaarlijks in te strijken met
olijfolie. De ladder blijft jaar in jaar uit buiten liggen! (Zie fotoÂ’s). Paul
demonstreerde hoe hij gelegenheidshelpers verplicht eerst met hun lichaam te
zwieren om te constateren of de ladder wel stevig staat. De aanwezige
tuinbouwleraar toonde hoe je voor de opgestelde ladder moest staan om te zien
of die de gewenste spreidstand had. Als je je armen vooruit strekt moeten die
de ladder raken.
Als frambozen heeft hij enkel zomerframbozen. Ik kan
hem nog verblijden met herfstframbozen!
FOTOÂ’S
Louis heeft een grote perzik bij, 1 van de vijf van de
eerste dracht. Fik en Paul kijken toe.
Onderaanzicht
Bovenaanzicht
Fik heeft zijn nieuwe aardbeiplanten nog in grote
potten staan tot het nieuwe perceel klaar is. De beworteling in stenen potten
is duidelijk beter dan in plastiek potten.
In stenen pot
In plastiek
Fik met plukstok
Een voorjaarse, al vertakte scheut heeft een eigen
naam: syleptische scheut.
Ter vergelijking : een vertakte en onvertakte scheut
naast elkaar.
Fik met Paul Bekaert