Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
21-09-2013
Problemen met Physalis
Problemen met Physalis
In Seizoenen 5/2013 verscheen een artikel Kleurrijke
bessen in papieren verpakking. Ik verneem er het bestaan van Physalis
coztomatl, blijkbaar ook hier te kweken.
Tot nog toe gebruikten wij in het Nederlands altijdKaapse bes voor de Physalis pruinosa
of pubescens naar de vertaling van de eerste Engelse naamgeving Cape
gooseberry, verwijzend naar de historische betekenis. Ik maakte er goudbes
van naar de kleur van de bessen. Nog ten tijde van de zeilvaart en problemen
met scheurbuik als gevolg van vitamine C tekort, had men ontdekt dat deze
bessen, die in het wild groeien in de meer gematigde staten van V.S. dit
probleem konden oplossen. De in een vlies gehulde bessen blijven maanden goed en
zijn gemakkelijk mee te nemen. Men ging ze massaal kweken rond kaap de Goede Hoop
in Zuid Afrika voor bevoorrading van de zeilschepen.
Het artikel in Seizoenen neemt de tweede Engelse
benaming ground cherry over als grondkers. Kaapse bes gebruiken is veel
zinvoller.
Ik schreef meermaals over de Physalis.
Als je bovenaan links bijzoekengoudbes invult krijg je het
meeste te zien.
Het vervolg van mijn verhaal is minder positief.
Jaren ging alles schitterend. Drie jaar terug zag ik
voor t eerst dat de goudbessen veel minder groeiden. Vorig jaar deden ze het
echter totaal niet meer in de moestuin en ook de Tomatillos begonnen het
minder te doen doch gaven nog vruchten.
In de belendende kippenren zag ik wel nog een paar
gave goudbesplanten.
Dit jaar bleef een stuk van de geploegde moestuin verder
onbewerkt liggen. Er verschenen massaal goudbessen. Toen ik ze begin juli flink
uitdunde zagen ze er nog gezond uit. Daarna merkte ik dat ze niet meer groeiden
en gele vlekken in de bladeren kregen. Ik vergelijk het met mosaïc virus in
frambozen.
Desondanks kon ik op 17 september de eerste vruchten
rapen. Als goudbessen rijp zijn vallen ze af. Rijpe Ananaskersen daarentegen blijven
vastgehecht aan de struik.
Op een paar andere plaatsen zie ik toch nog gave
planten. Ook de paar voorgekweekte Ananaskersen die ik kreeg van Juul groeien
voorbeeldig.
Ook dit jaar vertonen de tomatillos meer weerstand.
FOTOS
Misschien kunnen de fotos meer duidelijkheid brengen.
Hello Daniel, it was nice to see you all last month,
you had nice weather for the UK tour.
Peter Glazebrook won many prizes in the Giant
vegetable Competition at the Harrogate Show, he had the heaviest single onion
which weighed in at fifteen pounds and one and a half ounces (6.86 kg ), he
also won the three heaviest onions, the heaviest cabbage (30.5kg ), heaviest
potato and the longest bean. he came second in the largest marrow.
I Have been summer pruning the pears today and digging
my main crop potatoes, most of my peaches are now lying on the polytunnel
floor, I don't have the time to pick them, most will get used though.
I enclose a picture of Peter's prize winning onion and
cabbage. Also going back to July a picture of my basket at Tatton
Park Fruit & Vegetable Competition, which you might find interesting,
best wishes Adrian.
Ik hield de Jeskespeer al een tijdje in de
gaten. Enkele dagen geleden was er nog geen val. Toen ik daarstraks nog eens
ging kijken was er wel veel val. Het signaal om ze onmiddellijk te plukken.
Vandaag hadden we eindelijk ook een dag zonder regen.
De Jefkespeer is gekweekt door de proost Jan
de Pameleirre - tevens pastoor van de Sint-Pieterskerk in Denderwindeke - in de
priorij van de Premonstratenzers of 'Witheren' te Ninove en zijn hovenier Jozef
(Jef) Thiebaut.
Door de tijd heen kreeg ze de naam van de hovenier, die het ras verspreidde: Jefkespeer.
Toen de Franse revolutie ook de
Denderstreek overspoelde, werden alle kerkelijke goederen onder de hamer
gebracht.
De boomgaard kwam terecht in de handen van de Ninoofse notaris Chaboceau, die
de peer zijn naam gaf: Beurré Chaboceau,
goed voor de burgerij, doch in de volksmond bleef het Jefkespeer.
Het is een eerder kleine, doch fijn
smakende vrucht aan een gezonde boom, een goede groeier als ik vergelijk met
mijn andere bomen. Naast de hogere middentak zijn er een drie, vier schuin zijwaarts
groeiende takken, doorhangend van de vruchten, zodat ik ze van de grond kon
plukken.
Men geeft als rijpheid begin oktober, maar
midden en eind september lijkt mij realistischer, gezien het late seizoen dit
jaar. Enkele vruchten zijn nu al op smaak. Het zou een zelf bestuivend ras
zijn.
Vier jaar terug waren we al eens bij hem op bezoek te Woodborough
(gemeente Lowdham), halverwege Nottingham en Southwell. Zie blog van 7/9/2009.
Adrian is lid van de selecte Fruitgroep van de Royal
Horticultural Society en de Friends of Brogdale. Hij is vooral bekend als
prijswinner op de grote fruitshows. Vele keren haalde hij er hoofdprijzen met
zijn prachtige fruitpresentaties. Op de Tatton zomershow 2012 haalde Adrian de
RHS Hogg medaille binnen voor een presentatie met 6 fruitvariëteiten: rode
bessen Red Lake en Stanza, de kersen Lapins en Summer Sun, zwarte bes Ben Sarek
en de stekelbes Keepsake. Bovenop nog een eerste prijs voor de mooiste
fruitkorf. Op de grote RHS herfstshow 2012 won hij meerdere eerste prijzen Er
was er een in class 11, wat staat voor een verzameling van negen borden met
perfecte appelen en peren. Verdere eerste prijzen voor keukenappelen, peren als
groep of voor enkele variëteiten. Ook zijn fruitkorf werd weer de mooiste
bevonden. Die telde niet minder dan 28 verschillende fruitsoorten.
(Vul bij Google in:
Tatton park summer Fruit show en je komt terecht op FRUIT FORUM van Joan Morgan
met de fotos.)
Adrian ontvangt ons eerst bij zijn kleinfruit (soft
fruit in het Engels). Hij heefter 28
stuks: rode, witte en zwarte bes (waaronder Big Ben). Hij weet Marjon blij te maken met een jonge plant. Ook
een aantal blauwe bessen doen het goed in een aangepast plantgat.
De bessen vallen danig in de smaak. Hij heeft o.a. ook
Reuben, de nieuwe herfstbraam. Te
vergelijken met de herfstframbozen. In hetzelfde jaar bloeien deze en geven
vruchten. Dit gaat door tot de eerste vorst. In openlucht rijpt Reuben echter
te laat in deze streek. Ik ben benieuwd wat het in mijn tuin wordt.
Adrian heeft een grote variatie aan fruit: 85 appelrassen.
Zijn favoriete appel is Crowngold.
Ook Otava is een van zijn lievelingen.
Dit is ook mijn topappel; 50 peren, waaronder o.a. Beth, een lekkere peer die ik vorige week ook heb geplukt. 32 pruimen,
waarbij enkele beschutting vinden achter speciaal opgerichte, houten
schuttingen. Dit jaar zijn er maar weinig vruchten. Hij heeft Shiro, een grote, gele Japanse pruim
(Prunus salicina). Als je er in bijt loopt het sap langs je mond. Het vraagt
echter veel zorg om de zeer vroeg bloeiende struik bij vorstgevaar steeds in te
pakken en overdag weer uit te pakken. De 11 kersen staan in een grote kooi met
fijne draad er rond. Een plastieken zeil boven houdt de vruchten droog ; vier
perziken, twee abrikozen, zeven druiven. De pitloze Himrod (in serre) ziet er aantrekkelijk uit In een andere serre staan zelfs negen
vijgenvariëteiten in plastiek zakken op een meter van elkaar, met onderin een
dikke laag brokken van stenen en pannen die verhinderen dat de wortels door de
afwaterringsgaatjes dringen. Hij verkiest White
Marseilles boven Brown Turkey.
Zijn favoriet is evenwel Rouge de
Bordeaux.
Zoals bij de druiven al vermeld, behaalt Mr Baggeley de
beste en mooiste resultaten met zijn houten afrasteringen Op zijn zuidelijk
georiënteerd hellend terrein heeft hij zeven houten muurtjes gebouwd. Hij
noemt ze arme-mensen-muurtjes. Zon constructie bestaat uit drie houten panelen
van 1,8m, gevat tussen palen van 12 bij 12 cm. De panelen bevinden zich 20 cm
boven de grond. De panelen zijn bespannen met draad waaraan bamboestokken
werden bevestigd om de espaliervormen te leiden.
Zon houten muurtje heeft tal van voordelen volgens Mr
Baggeley. Het voornaamste voordeel is de hogere temperatuur die erop gehaald
wordt. Op een zonnige dag worden de 40°C probleemloos bereikt. De bomen vangen
veel minder wind en regen dan de vrij staande bomen. Je kan aan
vorstbescherming doen door er een fleece voor te hangen. In de afrijpingstijd
kun je een net hangen ter voorkoming van vogelschade. De vruchtkwalieit is
ontegensprekelijk beter dan op de vrij staande bomen. Vruchten zijn groter, de
dekkleur is meer uitgesproken en de vruchten hebben duidelijk minder te lijden
van windschade. De opbrengst is hoger. Hij kweekt er vooral delicatere vruchten
tegen.
Tussen serres (plastiek tunnels) en bomen vindt hij
nog plaats voor een aantal groenten.
Tussendoor was het voor mij interessant John A.
Beswick, chairman van RHS Fruit Group Midland Branch terug te spreken. Ik
leerde hem kennen op de Europom, okt. 2010 te Wisley.
Adrian vroeg mij naar de woelmuizenvangst en hoe ik de
emmer precies ingroef en hoeveel water in de emmer moest?
(Als je boven links bij zoeken woelmuizen invult kom je op de betreffende blogs terecht.)
Mijn antwoord: na zeven opeenvolgende vangsten van
woelmuizen ving ik 2 spitsmuizen dit vond ik erg jammer- want spitsmuizen, met
hun scherp snoetje, zijn als insecteneters nuttige dieren. Gedaan met het
verdrinking-vangen. Ik vraag mij af of je geen voorwerpen met een diepe,,
rechte wand zou kunnen ingraven, zonder water, waaruit woelmuizen niet zouden
kunnen ontsnappen? Daarna kan je ze nog altijd uitschakelen en een eventuele
spitsmuis sparen. Nu - bij het oproepen van de betreffende blogs - merk ik dat
toen iemand dit al suggereerde.
FOTOS
De pup Four Bells,
dichtbij het terrein van Adrian, waar we de vorige maal kwamen.
Dit jaar is het een goed jaar voor de peren. Mijn
Kempische zandgrond is niet direct de beste grond voor peren, daarbij komen nog
de late nachtvorsten. Beth is wel een van de laatste bloeiers.
Mijn vroegste is de peer Beth, seizoen eind augustus,
midden september. Ik heb de peer leren kennen te Brogdale (Faversham), de grote
fruitverzameling in Engeland. Naast de 2.200 appelen hebben ze er ook 500
peren.
Ik heb er diverse busuitstappen naar ingericht. Op een
van die bezoeken had ik de eer Henk Houtman, de sterkhouder van de POMolgische
Vereniging Noord- Holland en een bevriende fruitteler mee te hebben. Ze
logeerden bij ons. Te Brogdale viel Beth danig in de smaak, een peer met
sappig, smeltend vruchtvlees. Later deed hij mij een boompje cadeau.
Beth is een Engelse peer van East Malling uit een
kruising van Beurré Superfin x Williams Bon Chrétien. Kreeg haar naam in 1974. Het is een kleine tot middelgrote vrucht.
Jim Arbury van Wisley in zijn boek Pears omschrijft ze
als een betrouwbare en flinke drager met een plezante smaak. Een aanrader.
We hebben sir John Starkey 4 jaar terug leren kennen
ter gelegenheid van de viering van de 200 jarigeBramleys Seedling moederboom
(Vul bij zoeken, linksboven bramley in en je komt op
de blogs van toen!) Sir John is een man met veel talenten: fruitkweker,
dichter, zanger!
Tussen haakjes: Sir betekent van adellijke bloede.
Als we het domein oprijden zijn we niet alleen. Er is
een ganse sliert autos van genodigden.
Eerst gaan we de oudere aanplant bekijken. Een Bramley
behoort egaal groen te zijn. Een iets kleurende kloon blijkt uit den boze.
We vernemen ook dat hij op een andere plaats een cox
boomgaard heeft, geen roodkleurende Queen Coxs of Coxs Rouge Des Flandres,
die hebben niet meer de uitstekende smaak. Daarom grijpt hij terug naar de
oorspronkelijke Coxs Orange Peppin.
Sir John plantte een nieuwe Bramley boomgaard precies
100jaar nadat zijn grootvader John Ralph Starkey dat deed in 1910. Via de
plaatselijke universiteit bekwam hij klonen van de oorspronkelijke boom. Deze
bomen groeien op eigen wortel. Ze zijn dus niet geënt.
Het bezoek werd besloten met appelsap van Bramley met
Golden, een lekkere mengeling van zoet en zuur. Hij liet ook appelmoes(sauce in het Engels) van Bramley proeven die
maar matig werd geapprecieerd.
Ik plukte liever de grote bramen die weelderig in de
zijkanten groeiden. Daarna heb ik bij verdere bezoeken geen goede bramen meer
gezien.
Daarop reed iedereen naar de pub Nags Head. Nagh is
het dialect voor paard. We gingen dus naar de herberg De Paardenkop. Onderweg
passeerden we de 4 Bells waar we vier jaar terug lunchten.
FOTOS
Aankomst
Ontvangst
Bramleys Seedling
Eigenlijk te gekleurd
2 Jarig boompje op eigen wortel
Bij de jongste aanplant
Idem
John met bindbuisdraad. Let op de uitgebogen takken
Dag 4 21 aug. Peter Glazebrook, Sir John Starkey en Adrian Baggeley
Dag 4 21 aug. Peter Glazebrook, Sir John Starkey en Adrian Baggeley
Naar deze dag keek ik het meest uit.
We stoppen te Kelham, bij Newark in Nottinghamshire voor
een kort bezoek bij Peter Glazebrook, een doorwinterde tuinier, gespecialiseerd
in reuzengroenten.
Glazebrook won over vele jaren honderden prijzen met
verschillende soorten groenten. Dergelijke prijskampen zijn bij ons onbekend.
Sinds 2012 is Peter houder van de zwaarste ui ooit:
18lb 1 OZ (8,193 kg)
we provides our onions with quality light in winter and spring, all
onions intended for the giants need good high levels of light, C02 input,
a minimum of 15c at night when planted, clean sterilized soil based compost,
ventilation and shading on hot days,
Hij staat driemaal in het Guines Book of Records met
de zwaarste aardappel (8lb 4oz, 3.8kg), de zwaarste pastinaak met een wortellengte van 5,63 m (36 X de
gemiddelde lengte van een pastinaak) en de langste biet (21 feet, 6,4008m).
Tegen de gevel van een gebouw staat een lange schacht
(+/- 7m) met 6 buizen, gevuld met compost. Hierin kweekt hij wortelen,
pastinaak en biet.
We zagen bij hem reuzenuien, preien, bieten, een soort
courget of zomerpompoen (zij noemen het
marrow). Van deze laatste bezorgde hij zaad aan een Nederlander die er mee het
Guiness book haalde.
Alfons Goedgezelschap had opgemerkt dat aan een kant
van een eik de grond bedekt was met
hellende golfplaten naar een serre toe. De wortels eronder kregen geen water en
op deze manier stopte hij de groei: geen concurrentie voor de serre en daarbij
nog een betere vochtvoorziening.
31 aug. 1 ste Oogstfeest Project Veldstraat Zoersel
31 aug. 1 ste Oogstfeest Project Veldstraat Zoersel
Bart Gysels is de initiatiefnemer van dit
sociaal-ecologisch project dat dit jaar gestart is. Hierbij kan hij rekenen op
een flinke groep medewerkers.
Voor meer info: vul bij Google in : veldstraat
Zoersel
Ik merk dat ik geen foto's heb van de grote tent waar veel medewerkers te eten en te drinken aanboden. Blijkbaar had ik mijn handen vol en viel er veel te babbelen.. Een prachtinitiatief.
Fotos
De site
Idem
Veredelde korenbloemen
Bart Gysels, de initiatiefnemer
Leen Laenens, dit voorjaar verkozen als algemeen
en eerste vrouwelijke voorzitter van de Vereniging Ecologisch Leven en Tuinieren vzw
De rit naar Levens Hall loopt lange tijd parallel met
Yorkshire Dales National Park, landschappelijk mooi, maar de A65 is niet erg
breed, zoals meerdere wegen in Groot-Brittannië. Ik merk dat Els wat inhoudt
als zware vrachtwagens ons gaan passeren.
Levens Hall ligt al in Cumbria, het Lake District.
De tuinen werden hier aangelegd rond de jaren 1700
door de Fransman Guillaume Beaumont, die zijn opleiding had gehad bij André Le
Notre te Versailles.
Levens Hall is vooral bekend om zijn vorm snoei, in
het Engels topiary. Levens Hall is recognised by the
Guinness Book of Records as having the oldest Topiary garden in the world.
We verkennen de tuin op eigen houtje.
In de bloemborders staat een grote Ginkgo biloba
(Japanse notenboom).
Tussen de vorm snoei kom ik er vanzelfsprekend Antoon
tegen, die hier zijn hart kan ophalen als liefhebber van gesnoeide vormen.
Iets verder zijn er borders met groenten, zeekool,
zaadvenkel, courgetten, enz.
Om de grazers van het parklandschap uit de tuin te
houden is er de Ha-Ha, die de indruk
geeft dat de tuin doorloopt in de wei, maar opgelet, je zou wel naar beneden
kunnen tuimelen.
Als ik verder naar achter wandel hoor ik buizerds.
Tussen haakjes veel roofvogels heb ik in Engeland niet gezien. Iemand beweerde
aan die kant een paar rode wouwen te hebben gezien. Meer waarschijnlijk waren
het de buizerds die ik gehoord had.
Er zijn een paar kleine percelen met fruitbomen,
waaraan te weinig wordt gedaan. Snoeien blijft zo goed als achterwege.
Op de bloemborder aan de achterzijde zie ik vooral
hommels; minder vlinders dan je zou verwachten, wel een kleine vos en een paar
dagpauwogen.
Daarachter hoor ik spelende kinderen. Er is een kleine
doolhof aangelegd met wilgentenen. In het centrum een beeldhouwwerk van een
haas. Kleine meisjes die ik het vraag weten het: Not a rabbit, but a hare!
Verder joelen kinderen op het speelplein. Ze mogen
gratis binnen op Levens Hall.
De terugrit gaat via de autoweg, een kleine omweg,
maar rapper. Het wordt echter een lange rit: de voorziene kleine twee uur wordt
ruim het dubbele, steeds stilstaan en enkele meters opschuiven wegens werken,
die net lijken op te houden als we er laat eindelijk voorbijkomen.