Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
04-09-2013
Levens Hall
Levens Hall
De rit naar Levens Hall loopt lange tijd parallel met
Yorkshire Dales National Park, landschappelijk mooi, maar de A65 is niet erg
breed, zoals meerdere wegen in Groot-Brittannië. Ik merk dat Els wat inhoudt
als zware vrachtwagens ons gaan passeren.
Levens Hall ligt al in Cumbria, het Lake District.
De tuinen werden hier aangelegd rond de jaren 1700
door de Fransman Guillaume Beaumont, die zijn opleiding had gehad bij André Le
Notre te Versailles.
Levens Hall is vooral bekend om zijn vorm snoei, in
het Engels topiary. Levens Hall is recognised by the
Guinness Book of Records as having the oldest Topiary garden in the world.
We verkennen de tuin op eigen houtje.
In de bloemborders staat een grote Ginkgo biloba
(Japanse notenboom).
Tussen de vorm snoei kom ik er vanzelfsprekend Antoon
tegen, die hier zijn hart kan ophalen als liefhebber van gesnoeide vormen.
Iets verder zijn er borders met groenten, zeekool,
zaadvenkel, courgetten, enz.
Om de grazers van het parklandschap uit de tuin te
houden is er de Ha-Ha, die de indruk
geeft dat de tuin doorloopt in de wei, maar opgelet, je zou wel naar beneden
kunnen tuimelen.
Als ik verder naar achter wandel hoor ik buizerds.
Tussen haakjes veel roofvogels heb ik in Engeland niet gezien. Iemand beweerde
aan die kant een paar rode wouwen te hebben gezien. Meer waarschijnlijk waren
het de buizerds die ik gehoord had.
Er zijn een paar kleine percelen met fruitbomen,
waaraan te weinig wordt gedaan. Snoeien blijft zo goed als achterwege.
Op de bloemborder aan de achterzijde zie ik vooral
hommels; minder vlinders dan je zou verwachten, wel een kleine vos en een paar
dagpauwogen.
Daarachter hoor ik spelende kinderen. Er is een kleine
doolhof aangelegd met wilgentenen. In het centrum een beeldhouwwerk van een
haas. Kleine meisjes die ik het vraag weten het: Not a rabbit, but a hare!
Verder joelen kinderen op het speelplein. Ze mogen
gratis binnen op Levens Hall.
De terugrit gaat via de autoweg, een kleine omweg,
maar rapper. Het wordt echter een lange rit: de voorziene kleine twee uur wordt
ruim het dubbele, steeds stilstaan en enkele meters opschuiven wegens werken,
die net lijken op te houden als we er laat eindelijk voorbijkomen.
Toen we hier in 1962 aankwamen stonden er 2
pruimelaars aan de rand van de moestuin. Dus zeer goed bemest. Die zomer
plukten we overvloedig pruimen. De smaak is vrij goed. Nogal wat jaren waren er
geen vruchten wegens lentenachtvorsten tijdens de bloei.
Het is wat men noemt een landras dat zich voortzet met
uitlopers. Ik heb er tientallen en tientallen uitgedeeld.
Ik gaf ze de naam Kempische Pruim.
De laatste paar decennia echter deden ze het niet meer,
ook de jonge exemplaren. Steeds maar afstervende takken. Bacterieziekte?
Honingzwam in de grond? Takmonilia? Of? Niet voldoende voedsel gehad?
Regelmatig vernam ik dat op andere plaatsen de mensen
nog opgetogen waren over de lekkere pruimen. Ze hebben inderdaad een vrij
lekkere smaak.
In een beschutte uithoek kon ik eindelijk weer wat
pruimen rapen.
Het tweede ras op de fotos is eveneens een landras.
Ik kreeg een boompje van Wilfried en Simonne. De oorspronkelijke boom komt uit Keerbergen. Het is een zeer
groeikrachtig ras en de smaak van de vruchten is zelfs nog iets beter dan deze
van de Kempische pruim.
Het derde ras is een blauwe kerspruim (Prunus cerasifera), matig van smaak. Ik heb er
betere; maar dit jaar waren ze zeer schaars. De eersten rijpen al in juli. Ze
hebben een breed kleurenpalet: geel, rozig, rood, blauw, haast zwart en
tweekleurige in meerdere schakeringen.
FOTOS
Let op de grootte in vergelijking met een muntstuk van
2.
Vandaag staat Saltaire op het programma, een world
heritage site.
Chauffeur Els wist ons feilloos voor de kerk af te
zetten. Een oudere vrouw in de zwarte klederdracht van halverwege de 19de
eeuw (cf. Leger des heils ) wachtte ons op. Binnen werden we verwelkomd en
toegesproken, (of zeg ik beter uitgekafferd?) door een rondborstige volksvrouw,
alsof we kerkgangers waren van de jaren 1850. Daarbij kwam nog een ouder
heertje. Een paar van onze medereizigers werden er eruit gepikt voor een tête à
tête. Een hele mis-en-scène, best vermakelijk en leerrijk, nadat we over onze
verbazing heen waren. Iedereen kreeg een bladwijzer met uitleg over een
bepaalde persoon en aanduiding van de straat waar die woonde. Best origineel,
want op de wandeling tussen de toen gebouwde woonhuizen kwam die van pas.
Maar eerst meer uitleg over Saltaire (een samentrekking
van Salt, de stichter en Aire, de rivier) en ik maak dankbaar gebruik van de
reisbrochure van Jeanpierre Billen.
Met een weinig verbeelding- en we werden danig
geholpen door het theater inde kerk- kan je in Saltaire zo terug naar het leven
ten tijde van de Engelse industriële omwenteling. De kern van het stadje is wat
het altijd geweest is: woonwijken rondom een fabriek.
In het westen van Yorkshire nam de textielproductie
een hoge vlucht. De natuurlijke grondstoffen: wol, water en steenkool waren
aanwezig om de nieuwe stoommachines te laten draaien. Zo werd de stad Bradford
de onbetwiste textielstad in Engeland. Begin de 19de eeuw was
Bradford de sterkst groeiende Engelse stad. Van 13.000 inwoners in 1801 ging
het naar 104.000 bewoners in 1851.
Eén van de fortuinlijke textielbazen was Titus Salt
(1803-1876). Opgegroeid en bijgeschoold in alle facetten van de wolhandel- van
het op- en verkopen van wol, het sorteren, het kammen, het spinnen en weven-
werd Salt een succesrijk textielbaron die vijf fabrieken bezat in Bradford. Tot
zijn succes droeg bij dat hij een manier vond om succesvol de ingevoerde Alpaca
wol te verwerken.
Zijn religieuze, sociale bewogenheid, de werken van
Benjamin Disraeli over een beter leven voor de fabrieksarbeiders doen hem
besluiten een nieuwe fabriek op te richten op aangekochte gronden op de buiten,
5km buiten Bradford. De plaats is goed gelegen vlakbij de gekanaliseerde Aire
en de nieuwe spoorlijn. De keuze van de locatie, de vormgeving van de fabriek
en de woonwijken in een soort, classicistische stijl, geïnspireerd op de Italiaanse
Renaissance met de architecten Lockwood en Mawson, de inrichting van de huizen
met water, gas, een buitentoilet en gescheiden kook- en leefruimten en verder
gemeenschapsvoorzieningen als een school, hospitaal en kerk moeten ons doen
besluiten dat de man een visie had op stadsplanning en sociale voorzieningen
die tot dan nog nooit op een dergelijke schaal waren gerealiseerd.
De fabriek, opgetrokken in lokale, gele steen, vier
verdiepingen hoog met veel glaswerk was voltooid in 1853.
In de fabriek stonden 1.200 weefgetouwen. Al de
machinerie was stoom aangedreven. De boilers voor de stoom verbruikten 50 ton
steenkool per dag. Rook en verbrandingsgassen gingen buiten langs een 76 m hoge
schouw, nadat ze het water voor de boilers voorverwarmd hadden. Er werkten toen
om en bij de 3000 werknemers. Dagelijks werd 27.400 m doek geproduceerd.
De kerk met 600 plaatsen staat vlak tegenover de
hoofdingang van de fabriek en werd ingehuldigd in 1859. Het gebouw lijkt op een
tempel met zijn toren die steunt op zes imposante, Korintische zuilen.
Het geheel met woonwijken is voltooid in 1876,
enkele maanden voor de dood van stichter, Titus Salt.
Na de samenkomst in de kerk gaan we met gids op
verkenning. Aan de overkant van de straat zien we het imposante fabrieksgebouw,
nu een soort winkelcentrum. Er naast liggen groentetuinen; nog een restant van
vroeger. Weer ernaast ligt de spoorlijn en het station. We slaan de straat in.
Ik ontdek lekkere, wilde bramen.
De bladwijzers komen boven bij de verschillende
straten en speciale bewoners.
Saltaire doet mij denken aan Guise in Picardië waar
wij terecht kwamen met het Davidsfonds na de totale zonsverduistering van 11
augustus 1999.
Guise is
internationaal bekend geworden door de Familistère, opgericht door de Franse industrieel
Jean-Baptiste André
Godin. Het idee voor de bouw van de Familistère vond Godin bij de Phalanstère
van de Franse utopist Charles Fourier. In
het midden van de 19de eeuw startte Godin te Guise een bedrijfje voor de
productie van gietijzeren kachels en fornuizen dat al snel uitgroeide tot een
fabriek met op zeker ogenblik 2500 werknemers. Voor zijn personeel voorzag
Godin, in overeenstemming met de ideeën van Charles Fourier, in voor die tijd
moderne en luxueuze woningen (appartementen eigenlijk). Ze bevinden zich in de
Familistère, een groot bouwwerk, gelegen in een lus van de Oise. De schikking
van het gebouw doet denken aan het kasteel van Versailles, wat haar bijnaam van
'palais social' meteen verklaart. Het bestaat uit een centraal paviljoen met 2
zijvleugels. Voorts zorgde hij voor gratis en verplicht onderwijs in zijn eigen
school, een apart staand gebouw met een zwembad en een grote ruimte waar de was
gedaan werd, een kinderoppas, een theater, een winkelcomplex ('economaat'
genoemd), een ontspanningsruimte, groene ruimtes... Godin, die zelf ook
inwoonde, benadrukte inzonderheid de principes van de hygiëne en de
collectiviteit. Hij wilde zijn personeel vooral 'les équivalents de la richesse'
bieden : ruimte, verse luchtcirculatie, warmte, voldoende lichtinval,
drinkbaar water, hygiëne, scholing, opvoeding en vorming, sociale bescherming
... Vrij vlug werden nog 2 andere wooneenheden bijgebouwd, wat verklaard wordt
door de hoge vlucht die de fabriek nam. Zodoende vonden ongeveer 2000 mensen
hier een behoorlijke woonst.
De fabriek,
die op de andere oever van de Oise ligt, is vandaag nog steeds in bedrijf, zij
het op kleinere schaal. Ze staat volledig los van de Familistère. De 2
zijvleugels van de Familistère zijn nog steeds bewoond. Het ganse complex is
ondertussen beschermd als monument en kan bezocht worden.
FOTOS
1. Kerk
2. Antoon wordt in de arm genomen
3. Nog een slachtoffer
4. Scène
5. Heertje
6. Spel
7. Geen marmeren zuil maar scagliola;
namaakmarmer: gebrand gips of cement vermengd met pigmenten, marmerstof en soms
lijm.
VERVOLG 10. Wandeling in de woonwijk 11. Wandeling in de woonwijk 12. koertje met zwarte bes 13. De andere groep 14. Onze gids 15. Huis van Titus Salt? 16. School 17. Paddenstoelen aan de voet van een boom bij de kerk.ervolg
VERVOLG
10. Wandeling in de woonwijk
11. Wandeling in de woonwijk
12. koertje met zwarte bes
13. De andere groep
14. Onze gids
15. Hospitaal
16. School
17. Paddenstoelen aan de voet van een boom bij de
kerk.
19 aug. Fountains Abbey & Studley Royal Water Garden
19 aug. Fountains Abbey & Studley
Royal Water Garden
Beheerd door de National Trust en English Heritage
(Abdij & kerk).
De N.T. is een stichting van 1895 met als doel
plaatsen van historisch belang of natuurlijke schoonheid te beheren en te
bewaren. Het is een machtige organisatie geworden: in 2010 £406 miljoen
inkomsten, waarvan £ 125 miljoen via lidgelden (3,7 miljoen leden).
English Heritage (1983) beheert architectonisch en
historisch belangrijke plaatsen met gelden van de overheid. Bv Dover Castle.
Voor de rest vertoont de werking veel gelijkenis met deze van de National
Trust.
Fountains Abbey (nabij Ripon in North Yorkshire)
werd gesticht op 27 december
1132 door ontevreden Benedictijner monniken van de abdij van York. Via
contacten met abt Bernardus van Clairvaux en hulp van de nieuwe Cisterciënzer
abdij van Rievaulx (eveneens North Yorkshire), datzelfde jaar gesticht,
slaagden zij in hun opzet. Fountains Abbey werd eveneens een machtige Cisterciënzer
abdij.
Hendrik VIII brak definitief met Rome: Act of
Supremacie van 1534. De volgende jaren eigende hij zich de goederen van de
katholieke kerken en abdijen toe. Aldus kwam in 1539 een einde aan de abdij van
Fountains Abbey; nu een ruïne.
De Studley Royal Water
Garden werd vlak
naast Fountains Abbey aangelegd door John Aislabie (1670-1742). Zijn zoon
William koopt in 1767 Fountains en maakt er één park van.
We rijden het majestatische domein binnen.
De fotos laten je de wandeling mee beleven.
Eerst een curiositeit. Het ontvangstcentrum, met
restaurant waar we eerst lunchen, is half cirkelvormig gebouwd. Onder de iets
overstekende dakbedekking zitten ondersteunde zwaluwnesten Ik verwacht
huiszwaluwen te zien, maar ik hoor en zie enkel boerenzwaluwen. Die wonen
normaal binnen in stallen. Hier huizen ze net als huiszwaluwen!
We gaan op stap met een gids; eerst tussen hagen en
heggen, waarin een paar appelzaailingen, tot we in open gebied komen met een
lange, brede doorkijk benedenwaarts. Links op de hoogte staat de merkwaardige St
Mary kerk en rechts ligt een parklandschap met eeuwenoude bomen, dalend tot aan
het gegraven watergebied.
De kerk is een historische parel.
Een eeuwenoude, gedeeltelijk afgeknakte tamme kastanje
trekt de aandacht.
De gids geeft uitleg over de grote graafwerken en de
gebouwtjes (follies) en een tempel tegen de heuvelwand. Een troep Canadese
ganzen wordt hier blijkbaar ongemoeid gelaten.
Na een klein klimpartijtjewandelen we, op een lange, open strook verder
naar de indrukwekkende ruïnes van de abdij. Beelden van Villers-la-Ville komen
mij terug voor de geest (blog van 25/06/2013).
We rijden van de laatste opstapplaats Antwerpen naar IJmuiden,
aan de monding van het zeekanaal naar Amsterdam.
Op de bus deelt reisleider Jeanpierre Billen de knappe reisbrochure uit met uitgebreide info over al het mooie dat we zullen zien. De brochure is geïllustreerd met foto's van verkennende bezoeken en vooral opvallend met de afbeeldingen van de prijswinnende fruitschotels van Adrian Baggeley, die hiermee vele eerste prijzen won.
Bij de pascontrole kan het Nederlandse koppel niet
mee. Ze hebben een buitenverblijf in Voeren. Daar werden de identiteitspapieren
van de mevrouw gestolen en kreeg zij een voorlopig bewijs, doch enkel geldig
voor België. Onverbiddelijk. Zij kan niet mee naar Engeland. Op Schiphol zou de
mogelijkheid bestaan om toch nog een paspoort te regelen?
We varen met de Princess Seaways, een machtig schip
van DFDS, de rederij die ook de lijnen Duinkerke-Dover en Calais-Dover (ditmaal
van Seafrance) overgenomen heeft. We varen van 17u30 tot 10u. (9u in Engeland)
naar Newcastle, tegen Schotland. 16,5u varen.
Met het heerlijke weer is het aangenaam op de dekken
te flaneren. Bovenaan is er zelfs een dekcafé.
Het avondeten aan boord, in buffetvorm, is een waar
banket. Een groep uit Meerhout, die naar Schotland reist, denkt er net zo over.
Idem voor het ontbijt.
Half mei 2011 plantte ik een goed ontwikkelde plant
van De Proeftuin. De plant overleefde de zware vorst ven 2012, doch de (lente)vorsten
van dit jaar waren er blijkbaar te veel aan. Ik zit op Kempisch zand en er is geen
beschutting bv. van een gebouw.
Echter op de webstek van De Fruitberg lees ik zeer
positief nieuws:
'Wintergroene,
fruitdragende planten? Ze zijn erg zeldzaam. Sommige bramen behouden hun blad
(onder andere 'Thornless Evergreen', alhoewel deze laatste niet de lekkerste
bramenvariëteit is), langer is het lijstje toch niet?
Toch wel. Blauwbes 'Sunshine Blue' blijft wintergroen, en is zelfs nu nog een
mooie struikje. Er wordt wel eens geopperd dat de plant niet volledig
winterhard is, maar hij overleefde de winter van 2011-2012 in mijn tuin (ik had
wel geen fruit op de struik deze zomer, wegens invriezen van de toppen).
Bovendien is het een uitzonderlijk lekkere blauwbes (de lekkerste in mijn
collectie).
Het is een vrij recent
aangeplante struik (lente 2010), uit een P9 potje. De plant is de voorbije twee
jaren behoorlijk gegroeid, en zal de komende 2 tot 3 jaar nog een pak
stuk forser worden, maar de plant zou, in vergelijking met andere blauwbessen,
wel een pak kleiner blijven.
In ieder geval een aanrader voor de tuin. Er bestaan trouwens nog andere
blauwbesvariëteiten die min of meer wintergroen zijn (maar 't zijn
uitzonderingen in een lange lijst van bladverliezende cultivars)'
Deze bessen kwamen uit de gedeeltelijk overdekte
kleinfruittunnel en waren rijp. Ze staan uit de regen. Debessen in de open fruitkooi waren toen al een
week geoogst.
Afgezien van de
Amerikaanse stekelbessen is Mucurines een late kruisbes met een zeer goede
smaak en een gezonde groeiwijze. De bessen zijn aan de grote kant. Een ras dat
ik zou aanbevelen.
Te Stabroek heeft Velt Polder van de gemeente een
terrein in bruikleen De Heuvels. De naam zegt het zelf: een zandstrook midden
de Polders. Oorspronkelijk werden er meer dan honderd fruitrassen geplant, voor
een deel bomen die weg moesten van het perceel van Leo Peeters in Deurne.
Op zeer arme grond bomen (ver)planten is een
hachelijke onderneming gebleken. Tevens had men veel last van de
lentenachtvorsten op zand. Al jaren tracht men de grond en voeding met compost
te verbeteren.
Maar de compost heeft men in eerste instantie nodig
voor de eigen tuintjes.
Zij kwamen bij ons kijken. Ook Cis en Maria Van
Eyndhoven, de sterkhouders van Wervel Antwerpen waren van de partij.
Peter Storms, de secretaris vroeg mij naar mijn
favorieten onder de blauwe bessen. Dit jaar zijn dat: Aurora, Berkeley, Bluecrop, Brigitta Blue, Draper, Duke, Legacy
Vorige zondag was het vlinderteldag. De meest gespotte
vlinder bleek de gamma-uil, eigenlijk een nachtvlinder die overdag vliegt.De vlinders trekken vanuit het Middellandse
zeegebied naar het noorden. De soort is waar te nemen van april tot en met
oktober.
Na het regenweer van gisteren haalden de vlinders en
hommels vandaag hun schade in.
De Gamma-uilen zijn inderdaad talrijk dit jaar. Bijzonder
in trek waren de kogeldistels. Op een plant waren s middags 3 Gamma-uilen
actief; op een andere plant nog twee. Ik ging ook kijken naar de marjolein
waarop we hem vorige zondag al bezig zagen: ook daar twee exemplaren.
Een drietal jaar geleden was de distelvlinder, ook een
trekvlinder talrijk aanwezig. Ik meen er vorige week een gezien te hebben, maar
geen zekerheid.
FOTOS
Gamma-uil
Gamma-uilen
Gamma-uil
Gamma-uil in Teunisbloem
Oranje zandoogje
Boomblauwtje op Solidago
Landkaartje
Dankt zijn naam aan de onderkant van de vleugel die
aan een landkaart doet denken.
De
Scandinavische Lingonbesjes, donkerrode zachte vruchten, worden getipt als hét
nieuwe superfood, maar eigenlijk zitten alle bessen boordevol gezonde
voedingsstoffen.
(Bij ons is dit
de vossenbes of rode bosbes - Vaccinium vitis-ideae-; in het Engels
Lingonberry, Preiselbeere in het Duits. De cultivars Koralle en Red Pearl
zijn bij ons te koop. Vossenbessen vind je ook in de Ardennen naast de
bosbessen.
Bosbessen voor sterkere
botten
Bosbessen barsten van de antioxidanten en helpen ons beschermen tegen
hartziektes en kanker. Een minder bekend voordeel van deze blauwe bessen is dat
is dat ze sterke beenderen bezorgen. Een studie, die werd gepubliceerd in het
wetenschappelijke tijdschrift Journal of Bone and Mineral Research toont
aan dat een dieet met veel bosbessen de ontwikkeling van uw botten stimuleert. (Men maakt hier geen onderscheid tussen de
wilde bosbessen met rood sap en de gecultiveerde, grotere Blauwe bessen met wit
sap.)
Aardbeien voor
een goede darmwerking
Aardbeien bevatten niet alleen meer vitamine C dan sinaasappels, ze vormen ook
een van de beste oplossingen voor obstipatie. Het rode fruit bevat namelijk
veel vezels die de darmfunctie optimaliseren en bestaan, in tegenstelling tot
pruimen (die het tegenovergestelde effect kunnen hebben als u niet voldoende
drinkt), voor 92 procent uit water.
Braambessen voor
uw geheugen
Deze besjes kunnen uw hersencellen stimuleren. Een studie op dieren heeft
aangetoond dat extracten van braambes het evenwicht en de coördinatie
verbeteren en uw geheugen versterken. Volgens de onderzoekers kan dit verklaard
worden door de antioxidanten in de bessen en hun ontstekingswerende werking.
Onderzoekers aan
het Amerikaanse Human Nutrition Research Center on Ageing geloven zelfs
dat de polyfenolen in de bessen ons cognitieve vermogen kunnen verbeteren door
de opeenstapeling van toxische proteïnes in de hersenen tegen te gaan. Ze
zouden op die manier gebruikt kunnen worden in de strijd tegen Alzheimer.
Aalbessen voor
een gezonde bloeddruk
Een kopje aalbessen bevat 308 milligram kalium (dagelijks wordt 2.000 milligram
aangeraden). Kalium is essentieel om de bloeddruk te regelen en is ook
belangrijk voor uw spieren en beenderen. Een tekort aan kalium kan tot
spierkrampen, zwakte en een onregelmatige hartslag leiden.
Goji-bessen voor
meer energie
Deze besjes uit
het Himalayagebergte, met meer bètacaroteen dan wortels, zijn beschikbaar in
gezondheids- en natuurvoedingwinkels. Per honderd gram bevatten de bessen 7,6
milligram ijzer en daarmee laten ze een steak (3,7 milligram) en spinazie (2,7
milligram) ver achter zich. We hebben ijzer vooral nodig om hemoglobine, het
rode pigment in bloedcellen dat verantwoordelijk is voor het transport van
zuurstof door het lichaam, aan te maken.
Açaí-bessen voor uw uitstraling
Açaí-bessen bevatten twee keer zoveel antioxidanten als bosbessen en ze worden
in hun thuisland Brazilië ook wel de beauty berries genoemd omdat ze
veroudering tegengaan. Een Amerikaanse studie aan de Emory University School
of Medicine heeft aangetoond dat fruitvliegjes tot drie keer langer leven
als ze Açaí-supplementen krijgen. De bessen zijn eveneeens rijk aan aminozuren
en omega vetzuren waardoor ze goed zijn voor je haar, je huid en je nagels.
Frambozen voor
gezonde gewrichten
Framboosjes
staan vooral bekend om hun ontstekingswerende eigenschappen, maar in
dierenstudies werd aangetoond dat ze niet alleen ontstekingen remmen, maar ook
schade aan het kraakbeen beperken. In de toekomst zullen ze misschien kunnen
worden ingezet bij de behandeling van artritis.
Veenbessen voor
een blije buik
Deze bessen hebben een scherpe smaak, maar bezorgen u wel een gezonde blaas.
Nieuw onderzoek toont ook aan dat veenbessen een goede partner kunnen zijn in
de strijd tegen maagzweren en maagkanker.
Perzikenwandeling te Gelrode Ludo Rosseel en de NBS
Perzikenwandeling te Gelrode
Ludo Rosseel en de NBS
Te Gelrode in het Hageland ligt de nog enige,
commerciële perzikenaanplant. De Nationale Boomgaardenstichting vond er
onderdak voor zijn perzikencollectie. Op 3 augustus was er de
perzikenwandeling.
Gelrode ken ik van toen ik nog een kind was. Dagen
lang kon mijn vader vertellen over zijn oorlogservaringen. Hij passeerde er in
1914 toen hij op weg was terug naar het leger. Bij Tienen was hij aan de dood
ontsnapt door zich dood te gebaren. Op het kruispunt van de grote baan Aarschot
Leuven en de Begijnendijksesteenweg naar Betekom waren alle huizen door de
Duitsers in brand gestoken. Langs die weg heeft men op hem in burger drie maal
geschoten.
Voor de verkenning was er nogal wat volk opgekomen;
zelfs vanuit Nederland.
De eigenaar Ludo Rosseel heeft een verkoopstand bij
het perceel. De perziken waren al uitverkocht, maar hij had nog een paar bakken
uit gesorteerde om te laten proeven. Het vroege ras Amsden was geplukt Er is
wel wat variatie in dit ras. Er zijn vroege en late klonen.
Het perceel ligt op een heuvelkam van ijzerzandsteen en
er is verschil in vorstgevoeligheid naar gelang hoger en lager. Door de vroege
bloei is de perzikenteelt een risicoteelt. Op dit punt is er evolutie. Het weer
is warmer geworden. Ten tijde van zijn vader was er maar op één van de twee
jaren oogst. Nu is er maar een slecht jaar op 3-4 jaren. Er waren gapingen in
de aanplant voor verjonging. Na een paar jaar rust is heraanplant mogelijk.
Echter met de zware winters van de laatste jaren bevroor het jong plantsoen op
de kwekerij. Eenjarige en tweejarige boompjes zijn gevoelig voor wintervorst,
vanaf 3 jaar is dit niet meer het geval. Soms kan er wel een takje invriezen.
Perziken verkiezen een licht zure grond. Natte gronden vormen een probleem.
De heer Rosseel is ook verkoper van sproeistoffen en
zijn bomen waren al 13 keer behandeld. Jaren geleden, bij zijn vader volstonden
3 bespuitingen.
De NBS is 4 jaar terug begonnen met de eerste
aanplant. Sommige rassen dragen al in het tweede jaar. Er staan een 30 tal
rassen, meestal in tweevoud. Men brengt de perziken onder in een 5 tal groepen.
Er zijn witvlezige en geelvlezige. Ze hebben er ook een oude Briool (Van Zelem),
haar- of donsloze perzik, maar een delicaat ras, dat beter thuis hoort in een
warme stadstuin. Over perziken is er niet veel nieuwe lectuur. NBS hoopt tegen
de volgende Europom met een brochure over de proefaanleg klaar te komen.
Dirk Vanden Eynde van Nieuwrode en Louis Millis van
Ramsel zijn er de drijvende krachten. Ze namen de groep, na verkenning met de
heer Rosseel, verder op sleeptouw.
Dirk legde uit hoe zij op zoek gaan naar de oude
rassen, dikwijls in de buurlanden. Doch zij hebben ook oog voor waardevolle
nieuwe rassen. Hij liet zich bv. lovend uit over het nieuwe, Franse ras
Benedicte.
Het terugvinden van de oude rassen is niet zo
makkelijk omdat er een generatie tussen zit die geen perziken meer teelde. Met
de open grenzen in Europa werd de perzikenteelt vanaf de zestigerjaren
verlaten. Een bijkomende moeilijkheid is het vinden van het echte ras tussen de
vele, gelijkende zaailingen.
Perziken worden gemakshalve geënt op de
pruimenonderstam St Julien A maar houden het soms slechts korte tijd uit. Veel
beter is te enten op zaailing van perzik. Deze groeit met een pinwortel en zet
zich beter in de grond.
Vroeger werden perziken veelal in serres geteeld.
Montreuil tegen Parijs is bekend om de hoge muren (2,7 m) waartegen de perziken
geteeld werden (17 de eeuw tot 1960). Perziken waren toen dure luxeproducten.
We zijn er in 2003 geweest op de NBS reis in
Frankrijk. De muren zijn geklasseerd erfgoed. Rassen die er groeiden als Tétons
de Venus, Grosse Mignonne en Belle Impériale groeien nu in Gelrode.
FOTOS
Ludo Royen, stichter-voorzitter NBS en Louis Millis
Dirk Vanden Eynde
Groep rond Ludo Rosseel
Ludo Rosseel
, links Eouis Millis
Idem
De man met het groene petje is Jacques Bosschaerts