************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
28-10-2012
Hyde Park London July 5th, 1969
Hyde Park London July 5th, 1969
Tijdens de hele maand juli 1969 logeerde ik in een Engels gezin in Winchmore Hill. Elke voormiddag liep ik school in Londen en 's namiddags waren we meestal vrij. Behalve die 5de juli want toen moesten we de kathedraal van Canterbury bezoeken. Met 4 kameraden besloten we te spijbelen en naar het Free Concert in Hyde Park te gaan. Meestal wordt dit evenement enkel in verband gebracht met The Rolling Stones maar in het voorprogramma zaten Battered Ornaments (zonder Pete Brown), King Crimson, Roy Harper, Third Ear Band, Alexis Korner's New Church, Screw en Family. John Lennon had enige tijd voordien gezegd dat Roger Chapman het enige nieuwe geluid was van de late jaren '60. In afwachting van de hoofdact luisterden we dus bij een temperatuur van 30 °C naar deze muziek:
Het was lang wachten op The Rolling Stones die zonnige 5 juli 1969 in het Londens Hyde Park. Zouden ze wel komen opdagen want Brian Jones was enkele dagen voordien in mysterieuze omstandigheden om het leven gekomen. In afwachting luisterden we aandachtig naar de melancholische sound van Robert Fripp & Co. De fantastische elpeehoes zouden we pas enkele maanden later in de platenwinkels ontdekken.
Ondertussen was de massa jongeren aangegroeid tot ongeveer 200.000 (600.000 op het einde van het concert, zo vernamen we later via het journaal op radio en TV). Een bonte menigte van hippies, rockers, folkies en jammer genoeg ook Hell's Angels. De peetvader van de Britse blues (van Griekse komaf nota bene) maakte het lange wachten in die hitte draaglijk. Alexis Korner met zijn nieuwe band 'New Church':
En eindelijk waren ze daar, de Stones. Mick Jagger citeerde een gedicht, bracht hulde aan de pas overleden Brian Jones en liet honderden vlinders vliegen. Wat kan ik zeggen over hun optreden? Het was niet zo denderend: Jagger was zwaar aangeslagen, de overige bandleden waren niet zo erg in vorm en alleen Mick Taylor bewees een volwaardige vervanger te zijn. Maar toen de intro van hun kersverse single werd ingezet ging er een rilling doorheen de massa.
Met een tevreden gevoel maar moe van mij doorheen die grote massa te wringen en een beetje verbrand van de hevige zon keerde ik die 5de juli 1969 terug huiswaarts (in Winchmore Hill bij Mr. & Mrs Farthing, die zeer ongerust waren). Daar wachtte mij een uitbrander van jewelste want in die tijd bestonden nog geen gsm's en wij hadden er niet aan gedacht dat de prefect met de vaste telefoon ons gastgezin ging opbellen vanuit Canterbury. Deze eendagsvlieg stond toen hoog in de Britse hitlijsten en er hing toen werkelijk iets in de lucht...
In de vroege voormiddag was het nog gezellig, wachtend op het grote spektakel.
Maar eens de muziek begon te spelen begonnen enkele fans hevig te dansen.
In de late namiddag was de massa uitgegroeid tot ongeveer 600.000 man.
De peetvader van de Britse blues.
Brian Jones was net enkele dagen vóór het concert in duistere omstandigheden gestorven.
De laatste weken kreeg ik van correspondenten uit Brussel en Nederland nog enkele vinylplaatjes. Het gaat om singles op 45 toeren. Ik deel ze graag met jullie en nogmaals mijn hartelijke dank daarvoor. Ze krijgen alle vier een mooi plaatsje in mijn collectie. Hier zijn de mooie hoesjes:
Dit singletje kreeg ik van de artiest zelf. Het is een vertaling van een nummer van Raymond van het Groenewoud.
Ondertussen zijn we terug aanbeland in het jaar 1969. Dit is de fantastische b-kant van de single "Get Back" waarop ook Billy Preston heerlijke klanken tovert uit zijn elektrische piano. De zwarte Amerikaan speelde trouwens ook mee met de Fab Four op het dak van de Apple building (30 januari 1969).
Vrolijk nummer van de Antwerpse popgroep. Naar het schijnt werd het singletje naar Apple opgestuurd en verzond George Harrison prompt een gelukstelegram naar The Pebbles. Maar ze kregen geen contract bij Apple Records en bleven bij Barclay. Of was het een promotiestunt?
"Happy Charly Madman" van The New Inspiration, met Danny Sinclair als zanger. Een van zijn laatste wapenfeiten want in de jaren '70 werd hij vervangen door Guido Wolfaert. Deze single werd in 1969 hevig geplugd door de RTBF. Een van mijn favorieten dankzij de vele tempowisselingen.
Producer Mickie Most zorgde in 1969 soms voor de vreemdste combinaties. Maar deze samenwerking tussen de Schotse bard en de geweldige gitaar van Jeff Beck (ex-The Yardbirds) werkte wel. Wie kan er trouwens blijven stilzitten bij wilde kreten als 'goo goo barabajagal, love is hot!"?
Zeer leuke en herkenbare intro met de drums. Tommy Roe kende ik nog uit 1962 ("Sheila" waar de Franse zangeres Annie Chancel inspiratie vond voor haar artiestennaam) en van "Sweet Pea" dat vooral bekend werd door Manfred Mann (1966). Maar plots was de Amerikaanse singer-songwriter terug van weggeweest. Tommy Roe leefde een tijd in Engeland en maakte in maart 1963 een tournee samen met Chris Montez en een beginnend groepje dat luisterde naar de naam... The Beatles! Van al dat dansen en rondhuppelen zou een mens nog duizelig worden.
Deze Nederlandse supergroep kon de concurrentie met de Angelsaksische bands moeiteloos aan. Oordeel zelf maar: Jan Akkerman (gitaar), Pierre van der Linden (drums) en Kazimir 'Kaz' Lux (zang). Het trio bracht een progressieve blues sound met een intro om steil achterover te slaan. Down and out, man!
Het lijkt alsof het gisteren was maar het komt wel uit 1969. Toenmalige bezetting: Mike Harrison (vocals), Luther Grosvenor (gitaar), Henry McCullough (gitaar), Chris Stainton (bas-piano-orgel-gitaar), Alan Spenner (bas) en Mike Kellie (drums). Maar wie bespeelde die spookachtige mondharmonica?
Deze parel werd geschreven door Mike d'Abo toen hij nog zanger was bij Manfred Mann. Chris Farlowe nam de originele versie op en zijn single kwam al in december 1967 uit. Op deze versie van Rod the Mod speelde d'Abo piano en zorgde hij ook voor het arrangement. Stewart begon met deze single stilaan bekend te raken in West-Europa. In de VS zou het tot 1972 duren eer het plaatje in de hitparade geraakte, dankzij een heruitgave. d'Abo omschrijft zijn compositie als volgt: "Saying to a teenage girl that the way to happiness is not through being trendy. There are deeper values.".
Deze mooie slow werd in december 1968 in Canada uitgebracht en bereikte daar de eerste plaats in de charts. In april 1969 volgden de VS en rest van de wereld. De groep (afkomstig uit Winnipeg, Manitoba) bevatte twee sterke karakters en op en top vakmannen: Burton Cummings (vocals, toetsen) en Randy Bachman (vocals, gitaar, viool). Ze zouden allebei apart doorbreken in de jaren '70.
Een van de beste songs van The King uit zijn repertoire van de sixties. Geschreven door Mark James, de componist van o.a. "Hooked On A Feeling" en "Always On My Mind". De geest van Elvis dwaalde afgelopen dinsdag nog rond in mijn gemeente (On the road met Elvis dankzij Kris Clerckx) en vandaag op mijn Fb-muur. "We're caught in a trap, I can't walk out...". En wie zat daar in de studio te prutsen met die fade out-knoppen?
Ook dit is 1969. Mark James schreef de song in 1968 en B.J. Thomas bracht het origineel uit. In 1972 had Jonathan King een hit met zijn versie (hij voegde de indianenkreten toe) en in 1974 maakte de Zweedse groep 'Blue Swede' er een hilarische versie van (dankzij de steeds weerkerende 'ooga chaka'-kreten). De elektrische sitar is kenmerkend voor de sound van B.J. Thomas zijn single.
"Maggie May" (1971) zou de grote doorbraak betekenen voor de Schotse zanger.
Met deze single uit januari 1970 werden ze pas heel bekend.
Die prachtige dinsdagavond 23 oktober 2012 waren een twintigtal Elvisfans of nieuwsgierigen afgezakt naar Den Dam om Kris Clerckx te horen vertellen over de weg die Elvis Aaron Presley vanaf zijn jeugd had afgelegd tot aan zijn dood in 1977. De spreker van dienst heeft een boek geschreven n.a.v. zijn vele reizen in de VS in 2010. Dat jaar was het inderdaad 75 jaar geleden dat The King of Rock & Roll werd geboren in Tupelo (8/1/1935), in een klein onooglijk huisje dat er nu nog staat. Hij groeide op in een arm gezin. Zijn moeder was Gladys (van Cherokee indiaanse komaf) en zijn vader heette Vernon. Diens voorouders waren afkomstig uit Europa. De Amerikaanse zegswijze “From zero to hero” is volledig toepasselijk op Elvis. Als jonge knaap woonde hij de wekelijkse zondagsmis bij en genoot hij ten volle van de zwarte gospelmuziek. Naar verluidt danste hij als driejarige al mee met het kerkkoor. De 'Tupelo Hardware Store' is een winkel waar werkelijk alles verkocht wordt. De elfjarige Elvis mocht een geschenk voor zijn verjaardag uitkiezen. Eerst ging zijn voorkeur uit naar een geweer dat hij niet kreeg. Vervolgens wou hij een fiets maar die was te duur. De derde keuze was dan maar een gitaar.
Er staat ook een 'Johnny's Drive-in' in Tupelo. Een hamburgertent die zowaar concurreert met McDonald's. In het museum van Linda & Bill zijn verscheidene memorabilia te zien en zelfs de zogenaamde TCB-bus waar de populaire zanger zijn laatste rit mee maakte. Tot het echtpaar door de mand viel en bleek dat de echte bus elders was opgedoken...
Rond het museum wordt een muur gebouwd en elke rechtgeaarde fan kan voor 100 dollar een baksteen sponsoren. In het dorpje Home Springs woont Paul McLeod, een hevige fan die lijdt aan verzamelwoede. Ooit vroeg zijn vrouw hem te kiezen tussen het idool en haar. Hij koos voor Elvis. 'Graceland II', zoals het museum wordt genoemd, is beveiligd met hekkens want er staan ook veel auto's die Elvis ooit bezat. 24 u op 24 en 7 dagen op 7 is het museum open en de memorabilia gaan van damesslipjes die het idool naar zijn hoofd kreeg geslingerd tot gedroogde bloemen die op zijn graf hebben gestaan. Daarbij komt nog dat elke bezoeker gefotografeerd wordt en die foto wordt dan in een speciale kamer opgehangen. Prins Albert van Monaco is een grote fan en komt geregeld langs...
Na zijn schooltijd in 1953 besloot Elvis een plaatje op te nemen voor de verjaardag van zijn moeder. Het werd “My Happiness/That's When Your Heartaches Begin”. Hij kreeg de nodige aandacht maar het duurde tot 1954 eer de zanger zijn eerste officiële plaat mocht opnemen in de Sun Studio's van Sam Phillips. Samen met Scotty Moore (gitaar) en Bill Black (contrabas) vormde hij het trio The Blue Moon Boys en hun eerste single “That's Alright Mama/Blue Moon of Kentucky” was een voltreffer. Elvis had voordien gewerkt als trucker, in een elektriciteitscentrale en zelfs in een bioscoop, maar vanaf nu werd hij voltijds zanger/entertainer. In die befaamde studio's werkten ook o.a. Johnny Cash, Ike Turner, Carl Perkins en Jerry Lee Lewis.
Op 21 november 1955 werd Colonel Tom Parker zijn manager en verhuisde Elvis van de Sun Studio's naar RCA. Dries van Kuyck was de echte naam van de manager, die in Breda werd geboren. Naar verluidt had hij een onfris verleden en daarom wou hij de VS nooit verlaten en bijgevolg heeft Elvis ook nooit een wereldtournee gemaakt buiten Amerika. Binnen een jaar was de zanger miljonair en kocht hij Graceland. Daar ligt hij nu begraven naast zijn moeder want de twee graven werden van Memphis overgebracht na een mislukte poging tot kidnapping.
Even terug naar de nieuwe opnamestudio's in Nashville, de bakermat van de Country & Western. Zijn eerste optreden (Grand Ole Opry) in een volledig blanke stad op amper 200 km van het overwegend zwarte Memphis was geen succes. Zijn rock-'n-roll en zijn heupbewegingen (Elvis the Pelvis) werden veel te wild bevonden. Diezelfde avond traden de Blue Moon Boys op in de 'Ernest Tube Record Shop' en die show kreeg enorm veel bijval.
In Las Vegas ontmoet Elvis de entertainer Liberace. Die geeft hem de raad meer glamour en glitter in zijn show te steken. Michael Jackson was ook fan van Liberace. In die periode volgden de liefjes elkaar in snel tempo op, o.a. Gloria Paul, een stripdanseres met wie hij in de film “Jailhouse Rock” speelde en Ann-Margret, zijn tegenspeelster in “Viva Las Vegas”.
Tijdens zijn legerdienst in West-Duitsland (1958-1960) ontmoette Elvis de minderjarige Priscilla Beaulieu, de dochter van een legeroverste. Hij trouwde met haar in 1967. Het huwelijk hield niet lang stand en Linda Thompson werd zijn gezellin na de scheiding.
Van Las Vegas verhuisde Presley naar Hollywood want de kolonel had ervoor gezorgd dat de zanger ook acteur zou worden en in de jaren '60 werden er enorm veel films gedraaid waarvan de inhoud niet zoveel voorstelde maar waar ook soundtracks aan vastzaten die dan verkochten als zoete broodjes. In Hollywood leert hij actrices kennen met wie hij een verhouding zou hebben: Nathalie Wood (bekend van o.a. “West Side Story”) en naar verluidt ook Marilyn Monroe alhoewel ze 9 jaar ouder was. Ook Candice Bergen en Cybill Shepherd passeerden de revue.
Door die middelmatige films ging zijn carrière slabakken tot hij in 1968 een geweldige comeback maakte. Zijn dochter Lisa Marie is dan ook nog een tijdje getrouwd geweest met Michael Jackson, die zoals haar vader ook op jonge leeftijd overleed door teveel pillen gemengd met alcohol.
De laatste stop van Kris Clerckx was Hawaii waar Elvis wordt vereerd als een afgod. Colonel Parker had gemerkt dat er uit die Amerikaanse staat veel meer fanmail kwam dan uit de rest van de VS. In 1961, exact 20 jaar na Pearl Harbour, bezocht Presley Hawaii en gaf hij een benefietconcert. Met de opbrengst daarvan werd een monument opgericht boven de wrakken van de gekelderde schepen. De films “Blue Hawaii” (met de hit 'Can't Help Falling In Love') en “Girls, Girls, Girls” (met de hit 'Return To Sender') werden op die eilanden gedraaid. In 1973 gaf Presley een Live Concert “Aloha From Hawaii” dat door miljarden mensen rechtstreeks werd gevolgd op televisie via de satelliet. Een unicum in die tijd.
Op 16 augustus 1977 was het afgelopen met het idool en hingen de vlaggen wekenlang halfstok in heel Amerika.
Hieronder enkele zeldzame foto's van The King of Rock & Roll.
Op deze foto is duidelijk te zien dat het slecht ging met Elvis. Naast hem Ginger Alden, zijn laatste geliefde.
Elvis vervulde zijn dienstplicht in West-Duitsland (1958-1960).
In 1968 bracht de Jamaicaanse groep The Maytals het nummer "Do The Reggay" uit, geschreven door zanger Toots Hibbert. Er heerste toen op het eiland een nieuwe dansrage. In 1969 werd 'reggay' reggae en dankzij Desmond Dekker & The Aces brak het nieuwe muziekgenre (voortvloeiend uit ska en rocksteady) wereldwijd door. Typerend is de off-beat gewoonlijk gespeeld door de piano of de gitaar of allebei en bekend als skank. "Get up in the morning, slaving for bread, sir, So that every mouth can be fed. Poor me, the Israelites, sir."
James Chambers was er als de kippen bij om onder de naam Jimmy Cliff ook vaandeldrager te worden van de nieuwe muzikale rage die iedereen nu kende als 'reggae music'. Dit is zijn hit uit 1969:
Mijn voorkeur ging uit naar instrumentale nummers zoals dit geweldige "Return of Django" uit 1969. Er bestaat ook een gezongen versie van en die is hilarisch: "Big May, what you gonna do?". Het platenlabel bij uitstek voor reggae is natuurlijk Trojan Music.
Ook Max Romeo was een van de vroege reggae artiesten. Bob Marley was binnen zijn groep The Wailers al actief bezig op Jamaica maar het zou tot 1973 duren eer de erkenning er kwam, grotendeels dankzij Eric Clapton. Deze Romeo zal gedacht hebben wat Gainsbourg kan, mag ik ook en hij nam deze sensuele song in 1969 op met de expliciete tekst "lie down gal, make me push it up, push it up... in bed". En de single werd prompt verbannen op de BBC maar geraakte toch in de Top 10 van de toenmalige hitlijsten.
Door het succes van Reggae music kwam er een revival van de Calypso op gang. Dat muziekgenre was al enigszins bekend geworden door de Bondfilm "Dr. No" uit 1962. Een single uit 1966 werd in 1969 opnieuw uitgebracht met nog meer succes. In 1977 stonden beide artiesten wekenlang in de Nederlandse hitlijsten met dezelfde single en in 1978 werd een nieuwe versie ervan uitgebracht in het Verenigd Koninkrijk. Hoe een dubbeltje rollen kan...
Maar soul music kwam in 1969 ook nog aan bod. Het oorspronkelijk duo 'Bob & Earl' bestond uit Bobby Byrd en Earl Nelson (geboren als Earl Lee Nelson, 8 september 1928, Lake Charles, Louisiana - overleden op 12 juli 2008, Los Angeles). Beiden waren lid geweest van The Hollywood Flames, een bekende doo-wop groep in L.A. Om contractuele redenen veranderde Bobby Byrd zijn naam in Bobby Day toen hij solo ging. Hij werd bekend door "Little Bitty Pretty One" (1957) en "Rockin' Robin" (1958). In 1962 werd Bobby Relf gerecruteerd en samen met Earl Nelson zong hij deze parel in 1963 tot in de Amerikaanse charts. Een zekere Barry White (pianist en baszanger) arrangeerde de song. In 1969 werd het een geweldige hit in het VK en George Harrison noemde dit zijn favoriete plaat aller tijden. "Shake, shake, shake... shake a tail feather baby, whew!"...
Een van de laatste wapenfeiten van de Britse supergroep Cream in 1969 was deze fantastische compositie van George Harrison/Eric Clapton, de twee boezemvrienden. De song had nog geen naam en Harrison had op zijn velletje papier haastig 'Bridge' geschreven, daar waar Clapton moest invallen met zijn gitaarsolo. En die dacht dat hij "Badge" bedoelde. "I told you about the swans that they live in park" zou dan weer in het brein van Ringo ontsproten zijn die naar verluidt de opname in dronken toestand bijwoonde.
Telkens ik deze melancholische gitaarintro hoor spits ik mijn oren en word ik heel stil. Volgens mij is dit een van mooiste composities van Peter Green uit 1969: "I could tell you about my life And keep you amused I'm sure About all the times I've cried And how I don't want to be sad anymore And how I wish I was in love"... Prachtig, toch?
Foot tappin' music uit 1969. De zoveelste single uit de gelijknamige elpee en het waren telkens 45-toeren plaatjes met een dubbele A-kant! John en Tom Fogerty samen met Stu Cook en Doug Clifford op hun best. "Well!"...
Ook in 1969 waren rassendiscriminatie en vreemdelingenhaat een dagelijks gegeven, jammer genoeg. Londen barstte toen uit zijn voegen door de vele inwijkelingen uit de vroegere kolonies, in het bijzonder uit India en Jamaica. De Britse hoofdstad telde in die dagen ongeveer 10 miljoen inwoners, meer dan in heel België (!). "Get back, get back Get back to where you once belonged Get back, Jojo Go home"... Daar gaat deze single van de Fab Four over.
Een beetje uitleg van Paul McCartney zelf over de betekenis van zijn lyrics en op het einde weet John Lennon ook nog iets toe te voegen: "McCartney: When we were doing Let It Be, there were a couple of verses to “Get Back” which were actually not racist at all - they were anti-racist. There were a lot of stories in the newspapers then about Pakistanis crowding out flats - you know, living 16 to a room or whatever. So in one of the verses of “Get Back,” which we were making up on the set of Let It Be, one of the outtakes has something about ‘too many Pakistanis living in a council flat’ - that’s the line. Which to me was actually talking out against overcrowding for Pakistanis… If there was any group that was not racist, it was the Beatles. I mean, all our favourite people were always black. We were kind of the first people to open international eyes, in a way, to Motown. McCartney: Many people have since claimed to be the Jo Jo and they’re not, let me put that straight! I had no particular person in mind, again it was a fictional character, half man, half woman, all very ambiguous. I often left things ambiguous, I like doing that in my songs. Lennon: Yes, I played the solo on “Get Back.” When Paul was feeling kindly, he would give me a solo! Maybe if he was feeling guilty that he had most of the a-side or something, he would give me a solo. And I played the solo on that."
De hoesfoto van de debuutelpee van Blind Faith. In de VS kreeg die meteen een sticker...
Steve Marriott had de Small Faces eind 1968 verlaten om met Peter Frampton (ex-The Herd), Greg Ridley (bassist, ex-Spooky Tooth) en drummer Jerry Shirley (slechts 17 jaar in 1969) deze nieuwe band te vormen die meteen hoog scoorde met "Natural Born Boogie", terwijl ze duidelijk "Natural Born Woman" zingen. Wat er ook van zij, deze single swingt als een tiet.
Een andere opwindende single uit 1969 was "Deep Water". John Lennon gaf de band zijn naam naar het boek dat zijn toekomstige vrouw Yoko Ono geschreven had. Het belangrijkste lid van de groep was George Alexander, geboren als Alexander Young. Hij was de broer van George Young (The Easybeats/Flash and the Pan) en Malcolm en Angus Young (AC/DC). Het water is veel te diep...
"One" is een prachtige compositie van de Amerikaan Nilsson wiens voorvaderen uit Scandinavië kwamen. The Monkees hadden zijn talent al ontdekt door zijn compositie "Cuddly Toy" op te nemen en The Yardbirds hadden zijn "Ten Little Indians" gecoverd. Met deze versie bereikte Three Dog Night (met de formidabele stem van Chuck Negron) de 5de plaats in de Amerikaanse hitlijsten. 'Een' is inderdaad een zeer eenzaam nummer...
De song werd eerst uitgebracht door Kelly Gordon (1969) maar The Hollies maakten er een wereldwijde hit van en Neil Diamond later nog eens. Aan de piano zat een jonge Reginald Kenneth Dwight die enkele maanden later zou doorbreken als Elton John. De zegswijze komt uit de 19de eeuw en werd ook gebruikt in de film "Boys Town" (1938) met Spencer Tracy als Father Flanagan en Mickey Rooney als onhandelbare jongen. Zou Paul McCartney door deze song beïnvloed zijn geweest toen-ie "The Long And Winding Road" schreef?
Zoals ik reeds schreef in het begin van deze muzikale reeks was 1969 het jaar van de doorbraak voor Creedence Clearwater Revival. Deze "Lodi" was slechts de b-kant van "Bad Moon Rising", maar absoluut geen afdankertje! "Oh! Lord, I´m stuck in Lodi again"...
Steve Marriott en Peter Frampton op het Immediate label.
De groep werd opgericht in 1968 en kreeg veel steun van de Fab Four.
De drie zangers van Three Dog Night hadden elk een geweldige stem.
"Bad Moon Rising" en "Lodi" kwamen uit deze uitmuntende LP ("Green River").
In 1968 zong Julie Driscoll nog bij Brian Auger & The Trinity maar op het einde van dat jaar gingen hun wegen uiteen. Uit het album "Definitely What!" komt deze wondermooie versie van dat legendarisch nummer van The Beatles uit 1967. Ooit gebruikte de RTBf deze tune voor een zondagmiddagprogramma op TV.
Orkanen, donder en bliksem, overstromende rivieren en aardbevingen: het was niet nieuw in 1969 en ook niet vandaag. En dat de aantrekkingskracht van de maan invloed heeft op de getijden staat zo vast als een paal boven water. En dat wist John Fogerty ook: "Hope you got your things together..."!
Af en toe een koekje bij een lekkere kop koffie of thee kan geen kwaad. Uit 1969 komt dit heerlijke popdeuntje van een groep waar niet zo bijster veel over geweten is. Onlangs werd de "Muffin Man" bij ons veroordeeld voor het wegnemen van koekjes uit een afvalcontainer maar hij werd in beroep alsnog vrijgesproken. En ja, ik lust ook bij tijd en wijle een koekje...
Het duo had al een grote hit gescoord in 1968 met "Only One Woman". Deze opvolger uit 1969 en eveneens geschreven door Barry, Maurice en Robin Gibb had iets minder succes maar mocht er toch zijn. Trevor Gordon en Graham Bonnet zijn twee neven. Gordon ontmoette The Bee Gees in Australië en keerde net als zij terug naar het VK om zijn geluk aldaar te proberen. Het bleef echter bij deze luttele wapenfeiten als lid van The Marbles en enkel Bonnet kon solo of in de band Rainbow nog af en toe iets van zich laten horen.
Brian Auger (vooraan) met zijn Trinity.
(vlnr) Tom en John Fogerty, Doug Clifford en Stu Cook.
Don Partridge begon zijn carrière als straatzanger (busker).
Graham Bonnet en Trevor Gordon zijn twee neven en ze vormden samen de groep The Marbles.
Dit is een van de meest sexy songs die ik ken. Stevland Hardaway Morris schreef hem toen-ie 18 jaar oud was (!) en hij kwam op de b-kant te staan van zijn single "My Cherie Amour". The Rolling Stones namen hun versie op eind juni 1969 en toen ze de song aan het mixen waren vernamen ze het overlijden van Brian Jones (3 juli). Pas in 1975 kwam die versie op de LP "Metamorphosis" te staan, rijkelijk laat maar dat was de schuld van Allen Klein, hun ex-manager bij ABKCO Records.
In 1969 gingen de jongeren helemaal anders uit dan de jeugd van tegenwoordig. Op zaterdag was het steevast eerst de kamer opruimen en als de vaat gedaan was mocht ik af en toe naar vrienden thuis om muziek te beluisteren. Vaak nam ik dan mijn taperecorder mee. Zo leerde ik deze LP kennen uit de platenkast van de vader van Filip. Het was vooral het sexy geluid van het Hammondorgel dat mij aansprak.
Maar de single die de meesten onder ons rode oortjes deed krijgen was dit duet dat uit dezelfde LP werd getrokken. In 1967 had Gainsbourg het erotisch lied geschreven voor zijn toenmalig lief, Brigitte Bardot. Gunter Sachs met wie ze toen nog getrouwd was kon niet verdragen dat de hele wereld zou weten dat B.B. een scheve schaats had gereden en hij stelde zijn veto. Die fameuze versie zou alsnog worden uitgebracht in... 1986. Deze single kreeg de sticker "mag niet verkocht worden onder de 21" en hij werd bijna op alle radiostations geweerd zodat hij zelfs in het VK op nummer 1 kwam te staan. De paus en het Vaticaan spraken een banvloek uit en Gainsbourg wreef zich in de handen want de verkoop liep in de miljoenen exemplaren. Oh, ja: de titel is een boutade op een uitspraak van Salvador Dali over Pablo Picasso.
En de song die dan elke week op de BBC-radio werd gedraaid telkens als de Top 30 werd gedraaid was deze kuise versie van het schandaalduet van Jane Birkin en Serge Gainsbourg. Het orgeltje van dit studio-orkest geeft het geheel een bijna religieuze inslag wat totaal niet de bedoeling van de componist is geweest. Hij was in elk geval blij want hij scoorde tweemaal toen de royalties verdeeld werden.
De blinde neef van Ray Charles staat al sinds zijn 12 jaar op het podium.
De opnames van deze LP namen het volledige jaar 1968 in beslag.
Jane Birkin en haar sexy uitstraling.
De schone en het beest kwamen elkaar op de set van deze film tegen.
Gainsbourg, van Joods-Russische komaf, was veel ouder dan de Britse Jane B.
Soms wordt deze song uit 1969 geschreven als "Break Away" en het was meteen de laatste single op het Capitol platenlabel waarmee The Beach Boys in een rechtzaak verwikkeld waren. De jongens vonden dat ze te weinig gepromoot werden en nog altijd als een surfband werden beschouwd. Brian Wilson schreef de muziek op lyrics van zijn vader Murry Wilson die het pseudoniem Reggie Dunbar gebruikte.
Eind 1968/begin 1969 trok Wicked Pickett, zoals zijn bijnaam luidde, naar de Fame Studios, Muscle Shoals in Alabama, om er samen te werken met Duane Allman, gitarist en ook met drummer Ronnie Hawkins en bassist David Hood. Niettegenstaande de talrijke racistische tegenstellingen die op het einde van de jaren '60 doorheen de VS raasden met hevige rellen tot gevolg, verliep deze samenwerking tussen blank en zwart vlekkeloos. Oordeel zelf maar en luister naar deze prachtige en soulvolle versie van de Lennon/McCartney-compositie.
Na zijn monstersucces "Where Do You Go To My Lovely" was het voor Peter Sarstedt heel moeilijk om een gepaste opvolger te vinden. Hij koos voor dit vrolijk uptempo nummer met een zomers tintje maar het werd helaas geen nummer 1-hit in zijn thuisland (Hoogste positie: nr. 10). In Nederland geraakte hij onderaan in de Top-20 en dus kreeg hij ook enige airplay op onze radiostations in de zomer van 1969. De Britse zanger van Indiase afkomst bleef in ons land helaas een one-hit wonder.
Deze Amerikaanse singer/songwriter overleed jammer genoeg op 5 september 2012. Hij schreef "Down In The Boondocks" en "Hush", twee internationale hits voor Billy Joe Royal. Maar ook als zanger wist hij te scoren zoals in 1969 met deze geweldige song. Vooral de 'sitarachtige' klank van de gitaar boeit mij. En dat mensen spelletjes kunnen spelen is weer eens gebleken na de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober. Whoa!
Klein van gestalte maar o, zo groot van talent.
In 1969 waren ook The Beach Boys flink behaard en voorzien van een stevige baard.
Peter Sarstedt siert de cover van het jongerentijdschrift Teenbeat in mei 1969.
De Antwerpse groep had tijdens Jazz Bilzen 1968 de weide al doen daveren met het hoefgekletter van hun "Seven Horses In The Sky" maar ik vind deze Schotse regenjas nog net iets beter. Stond ook wekenlang op nummer 1 in Spanje. Laat het nu maar regenen.
In augustus 1967 namen The Zombies de LP "Odessey and Oracle" op. Jammer genoeg een commerciële flop en het was pas in maart 1968 dat deze single daaruit werd gereleased. De single scoorde niet in het Verenigd Koninkrijk, hun thuisland maar... wel begin 1969 in de VS en in Canada. De riff lijkt zowat op die van "Stand By Me" en zanger Colin Blunstone beschrijft hier perfect de 'Summer of Love'. Toen de song eenmaal aansloeg was de groep al meer dan een jaar gesplit.
Voormalig zanger van The Zombies Colin Blunstone ging solo en besloot een vroegere hit van de band geschreven door Rod Argent in 1964 opnieuw op te nemen, overgoten met een psychedelisch sausje. Een wijze zet want het werd opnieuw een hit. Neil MacArthur was de schuilnaam van Colin Blunstone in 1969. Santana bewerkte het nummer in 1977 en scoorde daarmee nogmaals.
Het verzonken continent dat onder de Atlantische oceaan zou liggen zal altijd tot de verbeelding blijven spreken. De tekst van de Schotse bard is subliem en zo is ook de betoverende muziek. Mooi mythologisch sprookje met vooral vele zeemeerminnen. "Hail Atlantis!" zongen wij in 1969 uit volle borst mee.
Nilsson schreef dit lied voor de film "Midnight Cowboy" met "Everybody's Talkin'" van Fred Neil als voorbeeld en dat is er aan te horen. Het lied kwam niet op de soundtrack maar wel Nilsson's cover van "Everybody's Talkin'". Uiteindelijk werd de song toch nog gebruikt voor de film "La Mortadella" met Sophia Loren (1971). Larry Knechtel (basgitaar) en Jim Gordon (drums) spelen mee op het album "Harry" (1969) waaruit deze mooie song komt.
In 1994 kwam deze mooie cd uit met heropnames want de gebouwen van platenmaatschappij Barclay in Frankrijk waren volledig vernield door een brand zodat de waardevolle demo's vernietigd werden.
De tekenaar van de hoes maakte een spelfout: hij schreef "Odessey" i.p.v. "Odyssey". Toen de fout werd opgemerkt was het al te laat. De hoezen voor de elpee waren al gedrukt.
Op dit hoesje is de schuilnaam van Blunstone verkeerd gespeld. Op mijn exemplaar (met een andere foto) staat "MacArthur".
Donovan staat hier achter zijn toenmalige muze Jennie Boyd voor wie hij "Jennifer Juniper" schreef. Zij is de zus van Patty Boyd op wie zowel George Harrison als Eric Clapton verliefd werden. Zij trouwden allebei met haar maar niet tegelijk. De voormalige Beatle was de eerste en al die tijd bleven de twee gitaristen boezemvrienden van elkaar.
In 1969 was jazz weer hot, net als Miles Davis trouwens. Het jazztrio 'The Peddlers' uit het Verenigd Koninkrijk wist zowaar een grote hit te scoren met deze gospelachtige song. Als je goed luistert hoor je dat Elton John hier ook schatplichtig aan is. De b-kant "Steel Mill" is onvervalste jazz met de heerlijke sound van het Hammondorgel, waarop Jimmy Smith trots zou zijn geweest.
Het origineel werd uitgebracht door Dion diMucci maar de song werd pas een hit in deze wondermooie versie van Marvin Gaye. Een droevig eerbetoon aan Abraham Lincoln, Martin Luther King, John en Bobby Kennedy, die alle vier vermoord werden. Er valt op te merken dat de titel niet chronologisch is en Robert (Bobby) niet vermeld wordt. Het ironische van het verhaal is dat Marvin Gaye in de jaren '80 zelf werd neergeschoten, door zijn eigen vader dan nog.
De Brit Georgie Fame, een notoir rhythm & blues- en jazz-zanger is een man naar mijn hart want hij leverde altijd kwaliteit af, zij het met zijn Blue Flames of solo. Dit is zijn laatste single uit de jaren '60 en het werd een knappe cover van een Willie Dixon-compositie. Zijn platenmaatschappij CBS leverde ook altijd knappe singles af met een klein gaatje in het midden. Dat was makkelijk want dan hoefde je niets te veranderen voor een elpee. Alleen de snelheid mocht je niet vergeten aan te passen, zoniet konden er wel eens belachelijke klanken uit de luidsprekers komen.
"All hands on deck, we run afloat, I heard the captain cry..." Procol Harum bleef maar prachtige platen afleveren alhoewel bijna iedereen de groep vastpint op "A Whiter Shade Of Pale" uit 1967 ondertussen. Deze parel uit 1969 staat bol van de dramatiek. En het waren zilte waterlanders die de kapitein plengde want de hond was gezouten...
Uit Gent kwamen in 1969 ook weemoedige klanken overgewaaid. Danny Sinclair was zanger bij de eerste formatie. De groep mocht opnames maken in Engeland en enkele songs verschenen op het prestigieuze Apple-label van The Beatles. Omstreeks 1970 viel de band uit elkaar door de vele personeelswissels maar manager Jacques Verdonck wist een nieuwe groep rond zanger Guido Wolfaert te verzamelen en die kende nog meer succes, vooral in Nederland.
Dit is de LP waaruit "Birth" c/w "Steel Mill" werden getrokken.
In de jaren '60 was Marvin Gaye nog een propere, afgeborstelde jongen. Vanaf 1970 veranderde dat: hij liet zijn baard en zijn haar groeien en begon protestsongs op te nemen tegen rassendiscriminatie, milieuvervuiling en oorlog.
De Gentse groep rond zanger Danny Sinclair (uiterst links) hier nog op het DECCA label. Later mochten ze bij de concurrentie plaatjes uitgeven, nl. APPLE.
De Mojo Triangle (driehoek) is een aardrijkskundige en culturele regio die een driehoek vormt met New Orleans, Nashville en Memphis. Zij is de geboorteplek van country, blues, jazz en rock-'n-roll. Er zijn in die driehoek ongelofelijk veel creatieve artiesten geboren, niet alleen in de muziekwereld maar ook in die van film en literatuur. (zie onderstaande link)
Een welbekende song is "I Got My Mojo Working" of simpelweg "Got My Mojo Working" waarvan het copyright nog altijd betwist wordt. Preston Foster schreef het origineel in 1956 en Ann Cole tourde op dat moment samen met Muddy Waters. Hij pikte de song en schreef gedeeltelijk nieuwe lyrics. De versie van Waters kwam uit op 1 december 1956 terwijl die van Ann Cole & The Suburbans pas uitkwam in april 1957. (zie onderstaande link)
Ann Cole zou de song bekend gemaakt hebben aan Muddy Waters tijdens een tournee.
Deze aarzelde niet, schreef prompt enkele nieuwe lyrics en eigende zich de song toe.
The Zombies brachten in 1964 al een snellere versie van de song uit.
Ook een mooie versie van Manfred Mann met een gedreven Paul Jones op mondharmonica die ook zorgt voor de vocals.
Uiteindelijk nog een mooie cover van Kitty, Daisy en Lewis (twee zussen en een broer) die live ook optreden met ma en pa.
En tenslotte is er Jim Morrison, zanger van The Doors, die zichzelf "Mr. Mojo Risin'" noemde (een letterkeer van zijn voornaam en naam). Luister zelf maar omstreeks 4:55 minuten:
En ik mag zeker niet vergeten dat een toonaangevend muziektijdschrift de naam MOJO heeft aangenomen.
Aanvankelijk werd deze single al uitgebracht in 1968 zonder veel succes, behalve in Nederland. Door de hoge positie van "Albatross" besliste platenmaatschappij Blue Horizon het 45T-plaatje opnieuw uit te brengen in 1969, ditmaal met meer bijval. Het origineel van deze blues is van de hand van Little Willie John.
Ik kan Adolphe Sax niet genoeg bedanken voor zijn prachtige uitvinding die vanuit Dinant de hele muziekwereld veroverde. Zo kwamen er in 1969 van over de Atlantische Oceaan heerlijke saxofoonklanken overgewaaid. Alweer opperbeste dansmuziek uit de Motown stal.
In november 1968 trok de Britse Mary O'Brien beter bekend als Dusty Springfield naar Memphis om daar een album op te nemen met de toepasselijke titel "Dusty in Memphis". Op 31 maart 1969 werd daaruit deze single getrokken, geschreven door John Hurley en Ronnie Wilkins. The Sweet Inspirations zorgden voor de fijne backing vocals. Tijdens die Memphis sessies suggereerde Dusty aan de bazen van Atlantic Records een gloednieuwe groep te tekenen, waarvan zij de bassist kende. Het was John Paul Jones die haar af en toe had begeleid tijdens concerten. Zonder de band ooit gezien te hebben en grotendeels dankzij het advies van de Britse zangeres werd Led Zeppelin voor een bedrag van 200.000 US Dollar aangenomen. In die tijd was dat de grootste deal ooit voor een splinternieuwe groep.
De Amerikaanse heavy metalband Steppenwolf kon ook tragere nummers brengen. Karakteristiek zijn het geluid van het orgel en de krachtige stem van John Kay. Deze single komt uit het voortreffelijk album "At Your Birthday Party" (1969). De song werd geschreven door John Kay (zanger, gitarist en harmonicaspeler) en Nick St. Nicholas, bassist. Drummer Jerry Edmonton bepaalde mee het typisch geluid van de groep.
Doug Sahm en zijn kornuiten kende ik nog uit 1965 toen ze een grote hit scoorden met "She's About A Mover". En zoals er bij de intro gezongen wordt: "Sir Douglas Quintet is back. We'd like to thank all of our beautiful friends all over the country for all the beautiful vibrations. We love you." Het bleef dus niet bij die eendagsvlieg en het muziekgenre Tex-Mex werd wereldwijd bekend in 1969.
The Pious Bird Of Good Omen
Steppenwolf met John Kay (met zonnebril) in het midden.
In 1969 kwam er nog zo'n legendarische film uit waar muziek perfect overeenkwam met de beelden. Dustin Hoffman en Jon Voight schitterden in deze prent en het thema, gecomponeerd door John Barry, kent onderhand bijna iedereen. De mondharmonica werd bespeeld door niemand minder dan Jean 'Toots' Thielemans, ondertussen baron maar nog altijd even nederig en sympathiek. Ik zag de virtuoos tweemaal live optreden en mocht hem persoonlijk ontmoeten in 1996.
Op de soundtrack van "Midnight Cowboy" stond muziek van o.a. Elephant's Memory, Warren Zevon en Randy Newman. En ook deze voortreffelijke cover van een song van Fred Neil uit 1967. In Brussel en naar ik verneem ook in de rest van België werd de film overal aangekondigd onder de belachelijke titel "Macadam Cowboy".
Maar de melodie die iedereen meteen associeert met die film is "Man With A Harmonica". De beelden van een getormenteerde Charles Bronson en een duivels lachende Henry Fonda komen mij zó voor de geest. Meer hoef ik daar niet aan toe te voegen. Luisteren is de boodschap!
Zelden gingen film en muziek zo goed samen (de Bondfilms en de spaghettiwesterns niet te na gesproken). Zo ook "Le clan des Siciliens" met in de hoofdrollen Alain Delon, Jean Gabin en Lino Ventura, mijn absoluut favoriet trio van de Franse cinema. En dan die prachtige muziek als ondersteuning van grootmeester Morricone. Music Maestro please!
Ook een leuke meezinger was deze compositie van Geoff Stephens en Tony Macaulay, twee Britse hitmakers. Op deze single zong voor het eerst Terry Sylvester mee, de vervanger van Graham Nash die de groep verliet uit onvrede voor de commerciële richting die de groep gekozen had. Hij vormde een nieuwe supergroep in de VS samen met David Crosby en Stephen Stills. Iets later kwam Neil Young zich bij het trio voegen.
Graham Nash (ex-The Hollies) schreef dit juweeltje en gaf het aan de nieuwe supergroep. David Crosby kwam uit The Byrds en Stephen Stills uit Buffalo Springfield, twee legendarische Amerikaanse bands. De demoversie van The Hollies uit 1968 vond Nash niet goed genoeg en daarom ligt ze nog altijd in de kluis van de platenfirma.
In 1969 was Jim Morrison nog springlevend en goed op weg om een sekssymbool te worden. Uit de LP "The Soft Parade" werd de single "Touch Me" getrokken. The Doors waren toen een van de populairste Amerikaanse bands met dank aan het vakmanschap van Ray Manzarek (toetsen), Robby Krieger (gitaar) en drummer John Densmore. En natuurlijk mogen we het charisma van Jim Morrison, de zanger, niet vergeten.
In 1957 vormden deze jeugdvrienden het duo "Tom & Jerry". Maar in 1969 liep het duo "S & G" op zijn laatste benen. Garfunkel wou zich meer toeleggen op een filmcarrière. Van deze parel krijg ik nog altijd kippenvel. In 1970 gooiden de twee muzikanten uiteindelijk de handdoek in de ring. Lailalai lailalai lailalai...
Morricone componeerde veel muziek voor spaghettiwesterns.
Grootmeester Ennio Morricone.
Een supergroep.
Deze single was ook de moeite waard!
De twee boezemvrienden maakten ruzie, gingen uit elkaar maar gelukkig kwam alles na jaren terug in orde.
Lucio Battisti schreef het Italiaans origineel ( "Il paradiso della vita") en Andy Fairweather Low en zijn makkers maakten er midden februari 1969 een wereldhit van. Oorspronkelijk werd de song aan The Tremeloes aangeboden die hem weigerden op te nemen. Ma che bella canzone!
De melodie is gebaseerd op een Europese wals en de singer-songwriter vertelt hier over zijn voormalig liefje dat omkwam in een hotelbrand in 1965. Andere geruchten dat de song over Sophia Loren zou gaan worden door de zanger tegengesproken. De lyrics zijn doorspekt met actuele verwijzingen naar Marlene Dietrich, Zizi Jeanmaire, Pierre Balmain, Boulevard Saint-Michel, The Rolling Stones, Sacha Distel, de Sorbonne, Picasso, Juan-les-Pins, Saint Moritz, Napoleon brandy en de Aga Khan. Peter heeft twee zingende broers: Eden Kane (schuilnaam voor Richard Sarstedt) en Clive Robin Sarstedt. Ze werden alledrie in India geboren. Luister vooral naar de heerlijke accordeon op het einde...
Op 3 maart 1969 werd deze prachtige song uitgebracht. Het origineel is van The Ronettes (1966) en werd geschreven door Jeff Barry, Ellie Greenwich en Phil Spector. Brian Wilson begon meer en meer interesse te verliezen in de groep vandaar dat Carl Wilson hier lead zingt. Heerlijke samenzang!
Mijn favoriete Bondsong en geschreven door Hal David/John Barry. In 1969 waren de financiële eisen van Sean Connery zó hoog geworden dat hij prompt werd vervangen door de onbekende George Lazenby, een Australisch model. Connery zal toen waarschijnlijk gedacht hebben: "I will be back". De film kent een droevig einde en de weemoedige muziek past hier goed bij. Oh, yeah...
En hier is het instrumentaal thema uit de film "On Her Majesty's Secret Service", in roulatie gebracht op 18 december 1969.
In 2012 vierde James Bond op het witte doek zijn 50ste verjaardag. De boeken van Ian Fleming dateren uit de jaren '50 en ook in die periode werd al een TV-film met James Bond in de hoofdrol uitgezonden.
In januari 1969 stond deze Britse bluesformatie o.l.v. Peter Green op nummer 1. De puristen schreeuwden moord en brand maar ik vond deze instrumentale song geweldig, net als John Lennon trouwens en dat zou eind september 1969 blijken uit een van zijn composities op de elpee "Abbey Road". Vliegt de Blauwvoet? Storm op zee!
Dit prachtig bluesnummer werd in 1968 al uitgebracht door Etta James. Deze Britse bluesformatie had een link met Fleetwood Mac: zangeres Christine Perfect zou later trouwen met gitarist John McVie en zelfs tot de groep Fleetwood Mac toetreden. De bluesrevival was in gang gestoken door John Mayall & his Blues Breakers, een kweekvijver voor groot talent zoals o.m. Eric Clapton.
De Amerikaanse heavy metal/hard rock-band Steppenwolf met zanger John Kay zingt hier over de gevaren van drugs. De song met het hallucinant gitaargeluid werd in 1969 gebruikt voor de film "Easy Rider" en stond natuurlijk ook op de fantastische soundtrack. God damn the pusher!
Op 30 januari 1969 vond het laatste live optreden plaats van de Fab Four. Op het dak van de Apple building en met de hulp van organist Billy Preston. Na een halfuur was het afgelopen toen de Britse Bobbies de hele zaak kwamen opdoeken.
01. 00:00 "Get Back (One)" [Warm-Up] 02. 03:23 "Get Back (Two)" [Film Version] 03. 06:45 "Don't Let Me Down (One)" [Film Version] 04. 10:05 "I've Got A Feeling (One)" [Film Version] 05. 14:03 "One After 909" 06. 17:05 "Dig A Pony" 07. 21:05 "I've Got A Feeling (Two)" 08. 24:47 "Don't Let Me Down (Two)" 09. 28:08 "Get Back (Three)" [Film Version]
Lennon riep op het einde nog sarcastisch (verwijzend naar de DECCA auditie van 1 januari 1962 waar The Beatles afgewezen werden): "I wanna say thank you on behalf of the group and ourselves and I hope we passed the audition".
De fameuze "Get Back"-sessions uit 1969 die uiteindelijk zouden leiden tot de elpee "Let It Be" die pas in 1970 zou uitkomen alhoewel hij was opgenomen vóór "Abbey Road" (1969).
Van links naar rechts: Tom en John Fogerty, Stu Cook en Doug Clifford. Samen CCR.
"The Pusher" staat natuurlijk ook op dit album.
Christine Perfect staat in het midden.
Van links naar rechts: John McVie, Danny Kirwan (blond haar), Jeremy Spencer (donkerharig), Mick Fleetwood (zonnebril) en Peter Green. Samen maakten ze deel uit van 'Fleetwood Mac', de Britse bluesformatie.
In het late najaar van 1968 gonsde het van de geruchten uit de VS. Er werd een musical opgevoerd speciaal voor de jongeren. Het thema lag in het verlengde van de gedachtengang van de hippies: vrije liefde, geen oorlog. Een late uitloper van de Flower Power-beweging. Er zou ook een soundtrack van uitgebracht worden. Maar vóór die West-Europa bereikte sprongen diverse artiesten op het repertoire van "Hair". De versie van The Cowsills leunde te dicht aan bij de musical, vandaar dat ik de Nederlandse cover verkoos. Op 4 januari 1969 kwam die groep binnen in de hitlijsten en het leuk hoesje was een verwijzing naar "Electric Ladyland" van Jimi Hendrix. "Darling............"
Een pakkende versie uit diezelfde Broadway Rock Musical "Hair" (geschreven door het trio Galt MacDermot, Gerome Ragni en James Rado) kwam van Nina Simone, de voormalige muze van Eric Burdon. Zij nam zelfs twee liedjes voor haar rekening en maakte er een medley van.
De Amerikaanse popzanger William Oliver Swofford alias Oliver bracht in 1969 een afgeborstelde versie uit van dat feelgoodnummer uit de Musical Hair. Hij verkocht er meer dan een miljoen exemplaren van. Het bleef voor hem echter bij deze eendagsvlieg. "Sing a song..."
De Amerikaanse groep 'The Fifth Dimension' was een ontdekking van Johnny Rivers, singer-songwriter en platenproducer. Het viertal maakte ook een mooie medley uit die Musical Hair. "Aquarius" werd gekoppeld aan het finalelied "The Flesh Failures", want zo heette "Let The Sunshine In" eigenlijk. Eveneens zeer hoog in de hitparades van 1969.
Tenslotte nog een vijfde nummer uit de Rock Musical Hair, die ik pas in 1970 zou zien in het Koninklijk Circus te Brussel. De voorstelling was fantastisch en voor de finale werden vrijwilligers gevraagd om mee te dansen met de crew. Vóór ik het goed en wel besefte stond ik met een bende halfnaakte dansers en danseressen mee te huppelen op het podium. Gelukkig vielen er toen veel slingers en confetti's uit de lucht... De fantastische Three Dog Night met de heerlijke stem van Chuck Negron.
En hier is de versie van The Cowsills, een Amerikaanse familiegroep, die bijna volledig dezelfde is als die van de Broadway uitvoering. Een grote hit in de VS maar hier in Europa was het de versie van Zen die scoorde.
De finale werd gedanst en gezongen op "The Flesh Failures", beter bekend geworden als "Let The Sunshine In".