TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
23-06-2006
ART . NR . 30 . - DE UITVOERING .
Art . Nr . 30 .
De uitvoering.
Iedere kunstenaar maakt gebruik van een techniek en een uitvoering welke het beste past bij zijn aanleg . Voorlopig moet je bij het portrettekenen pen en penseel nog laten rusten . Later , wanneer je meer ervaring heeft gekregen kunt je eens proberen pen - en penseeltekeningen te maken . Beide materialen eisen in het begin nog teveel aandacht voor zichzelf op .
De potloodtekening .
Potlood is verreweg het gemakkelijkste materiaal en de effecten welke je daarmee kunt bereiken zijn vele . Je kunt het potlood op verschillende manieren hanteren , namelijk door met een scherpere of stompere punt te tekenen , of wel dat je gebruik maakt van een schuin afgeslepen - beitelvormige - punt . Potloodstreken laten zich voorts uitwrijven met de vinger of met een doezelaar , waarbij je dan met vlakgum de hoge lichten kunt inzetten . Bij de laatste werkwijze moeten wij er wel op letten dat de tekeing niet te week wordt . De vlakken moeten dus niet " doodgepoetst " worden , zoals men dit noemt . De meest eenvoudige werkwijze is evenwel de beste en een bewijs hiervoor is fig . 57 , een meesterlijke portretstudie van Berthold - Mahn , van wiens hand er in deze les vele portretten zijn afgebeeld . Zie eens hoe hier met eenvoudige middelen een levendige uitdrukking verkregen is . Dergelijke tekeningen doen ons toch werkelijk meer dan die waarin met goedkope effecten een twijfelachtig resultaat is verkregen . In de tekeningen van Berthod - Mahn worden we getroffen door de lenigheid van de grijze potloodlijnen met hier en daar een versterking , zoals de ogen , de neusvleugels en de bovenlip , welke voldoende is om een indruk van leven te geven . Bekijken we nu eens het profiel - portret van fig . 47 . Door deze tekening is een heel andere manier gevolgd . Met brede streken zijn de voornaamste schaduwpartijen gearceerd . De tekenaar verkreeg hierdoor dus een sterk plastisch effect . De binding tussen de donkerste partijen en de lichtere schaduwen verkreeg hij door met de platte kant van het potlood luchtig over het papier te gaan . De hoge gedeelten van het papier zullen voldoende potlooddeeltjes vasthouden , waardoor de bindende toon onstaat . Voor deze techniek moet dus wel een iets grovere papier soort worden gebruikt . Het portret en face van fig. 51 is uitgevoerd in zwart en wit conté op lichtgetint papier . Door je deze verschillende voorbeelden te laten zien , hopen wij dat je die werkwijze gaat toepassen welke het meest bij uw persoonlijke aanleg en smaak past . Tekent je met gewoon potlood , maak dan uw opzet b.v. met HB en werk het geheel verder af met 5 of 6B . Je kunt hiermede het beste resultaat bereiken . Conté of contépotlood geeft direct een veel krachtiger en zwarte streek . Een prachtig materiaal overigens , doch je moet er in het begin heel voorzichtig mee omgaan , want een contélijn is niet weg te vlakken . Gebruik nimmer gewoon potlood en conté tesamen . Doordat het conté de potloodstreken niet dekt ontstaat er in zo'n tekening een onaangename schittering . Voor grotere portretstudies is houtskool aan te bevelen . Het wordt verkocht in een hardere en een zachtere soort . Houtskool laat zich gemakkelijk wegvlakken met gekneed brood of met kneedgum . Met houtskool kan men mooie , fluweelachtige zwarten verkrijgen . Werken wij op getint papier dan kunnen de hoge lichten met wit conté worden aangezet . Na voltooiing moet de houtskooltekening gefixeerd worden . Overigens hebben wij al deze technieken besproken in de les " Licht en Schaduw " . Tenslotte vragen wij nog uw aandacht voor de kopjes van Watteau (fig . 60 ) . Deze kopjes , waarvan de hoogtemaat 6 tot 8 cm bedraagt , werden uitgevoerd in drie kleuren krijt - zwart , wit en sanguine - op getint papier . Dat " ophogen " met sanguine en wit moet wel voorzichtig gebeuren , want heel gemakkelijk zou je een goede zwartkrijttekening kunnen bederven door teveel wit en teveel rood . Tussen de hoeveelheid zwart , wit en rood moet namelijk een mooie harmonie zijn . Ook de tint van het papier speelt een belangrijke rol . Beige of heel lichtblauwe tinten zijn wel de meest dankbare .
ART . NR . 30 . - FIG . 60 . - DOOR WATTEAU .
Art . Nr . 30 .
Fig . 60 .
Met wit krijt opgehoogde studies op getint papier ( Watteau ) .
22-06-2006
ART . NR . 29 . c , - DE SCHETS
Art . Nr . 29 . c ,
De Schets
Thans zijn wij dus gekomen tot de schets , wel te verstaan de vlugge schets . Verwar dit niet met de studie of een uitgewerkte schets . Reeds eerder hebben wij uiteengezet waarom wij pas met de schets beginnen nadat er eerst een nauwkeurige studie van de kop en het gelaat is gemaakt . Wij kunnen de schets het beste vergelijken met een " momentopname " , doch de maker moet dan ook in staat zijn alleen het meest karakteristieke van de kop in dit korte ogenblik vast te leggen . Ontdaan van alle overbodigheden moet de schets een krachtige indruk maken op de beschouwer . De tekenaar immers onderstreepte hier de elementen welke het meest zijn aandacht trokken . Het is een uitstekende oefening om in enkele trekken de expressie van de kop vast te leggen , doch omdat te kunnen moet uw observatievermogen wel heel goed ontwikkeld zijn . Dat je dit slechts na een geduldige voorstudie kunt bereiken , zal je thans wel duidelijk zijn . Het is door " het ontdoen van overbodigheden " dat wij de goede karikatuur vaak benaderen . Ook de karikatuur immers steunt op het laten zien van de typische karaktertrekken ? Om je hiervan te overtuigen behoeft je slechts de schetsen van V . Bonneterre en Ch . Roussel te bekijken . Deze koppen typeren de persoon en je zult gemakkelijk zijn karakter , maatschappelijke stand en gevoelen kunnen raden , ook al is het gezicht in slechts enkele trekken weergegeven . Sommige van deze koppen zijn wat verder uitgewerkt omdat de tekenaar wellicht meer tijd had of omdat hij steunde op zijn visueel geheugen . Niettenin zouden deze koppen ook in een minder gevorderd stadium aan de behoefte voldoen . Neem dan ook iedere gelegenheid te baat om dit soort schetsen te maken . Wat je door eerder volbrachte studies heeft bereikt zal hierdoor in hoge mate worden ontwikkeld . Voor de uitvoering van deze schetsen verwijzen wij je naar het betreffende hoodstuk in de les " Het schetsen van personen in een enkele lijn " . Vergeet vooral niet om je " te wapenen " met een zonnebril , om de richting van uw blik te verbergen voor uw slachtoffers . Sommige mensen vinden het namelijk niet prettig om geschetst te worden en het is altijd beter om geen ruzie te krijgen .
ART . NR . 29 . c , - FIG . 57 . - POTLOODSCHETS ( BERTHOLD - MAHN )
Art . Nr . 29 . c ,
Fig . 57 .
Potloodschets door Berthold - Mahn .
PLAAT I . - SCHETSEN DOOR C . ROUSSEL .
Plaat . I .
Schetsen door Charles Roussel .
ART . NR . 29 . c , - PLAAT II . ( BONNETERRE )
Art . Nr . 29 . c ,
Plaat II
Schetsen door Bonneterre .
FIG . 58 . - HOUTSKOOLSCHETS ( BONNETERRE )
Fig . 58 .
Houtskoolschets door Bonneterre . driekwart - aanzicht .
ART . NR . 29. c , - FIG . 59 . GEWASSEN TEKENING d/ BRENOT
Art . Nr . 29 . c ,
Fig . 59 .
Gewassen tekening door Brénot . Driekwart - aanzicht .
21-06-2006
FIG . 44 . ZELFPORTRET DOOR SCHULTZ - DAL
Fig . 44 .
Zelfportret door Schultz - Dal
FIG . 46 .
Fig . 46 .
Profiel in enkele lijnen .
FIG 45 . PORTRETSTUDIE DOOR BERTHOLD - MAHN .
Fig . 45 .
Een gevoelige portretstudie door Berthold - Mahn . ( zacht potllood , met de vinger luchtig doorgeveegd ) .
FIG . 52 en 53 . GEWASSEN TEKENING .
Fig . 53 .
Gewassen tekening . De Beweging in fig . 52 en 53 vormen samen een aangename tegenstelling tot het zuiver symmetrische vooraanzicht .
FIG . 52 en 53 . STUDIE IN SANGUINE.
Fig . 52 .
Studie in sanguine .
FIG . 50 . - ZELFPORTRET DOOR SCHULTZ - DAL .
Fig . 50 .
Zelfportret ( en face ) door Schultz - Dal . Neem een voorbeeld aan de weergave van de plastiek , welke sterk en toch gevoelig is .
FIG . 51 . STUDIE DOOR LEERLING M . ROUCHET .
Fig . 51 .
Krachtige studie in zwart en wit conté op getint papier . Gemaakt door leerling M . Rouchet .
FIG . 54 en 55 . - TWEE POTLOOD STUDIES d / BERTHOLD - MAHN .
Fig . 54 .
Potlood studie in driekwart - aanzicht door Berthold - Mahn .
FIG . 54 en 55 . - TWEE POTLOOD STUDIES d / BERTHOLD - MAHN .
Fig . 55 .
Potlood studie in driekwart - aanzicht door Berthold - Mahn .
FIG . 56 . STUDIE IN SANGUINE DOOR BERTHOLD - MAHN .
Fig . 56 .
Studie in sanguine ( rood krijttekening ) door Berthold - Mahn .
20-06-2006
ART . NR . 29 . b , - HET HOOFD VAN VOREN GEZIEN
Art . Nr . 29 . b ,
Het hoofd van voren bezien
Zoals wij reeds eerder hebben verteld kunt je met behulp van een spiegel talrijke zelfportretten in vooraanzicht tekenen . Je bent op die manier niet afhankelijk van een model en je kunt tekenen wanneer je dit het beste schikt . Voor de opzet van een studie en face gelden vanzelfsprekend dezelfde raadgevingen welke wij in het vorige hoofdstuk gaven . Ook hier moeten wij zoeken naar de hulp - en contructielijnen om tot een goede vorm te komen . Het belangrijkste is ook hier weer de verticale as van de ovaal . Op deze lijn zet je dan de voornaamste horizontale deellijnen uit en bepaalt je de grootste lengte en breedte van de kop . Door die deellijnen zijn dus de plaatsen voor ogen , neus en mond bepaald , evenals de kin en de grenslijn van voorhoofd en haar . Bij het tekenen van de ogen dienen wij nauwkeurig te letten op de afstand tussen de ogen , die - hetgeen je weet - gelijk is aan één ooglengte . De totale breedte van het hoofd komt ongeveer overeen met vijf maal de breedte van een oog . Maar , wij zeiden dit al eerder , neem deze maten niet als vaststaand aan , onderzoek het aan de hand van uw model door met het potlood te meten . Wij schetsen immers nog altijd met een zoveel mogelijk gestrekte arm ! De neus vormt wel een van de belangrijkste elementen . De gelijkenis van een portret hangt grotendeels af van de weergave van de neus . Maak hem dus niet te kort of te lang . Zo moet ook de afstand tussen neustop en mond naukeurig worden bepaald . Nadat wij in grote lijnen de mond hebben geschetst en de afplatting van de kin is weergegeven , begint het gezicht zich al voor ons " af te tekenen " . Het komt er nu nog op aan de oren te schetsen en de haarmassa aan te geven . Op deze opzet moeten wij dus verder gaan . Hoedt je echter voor een kille symmetrie in de kop . Probeer door de beweging in de hals - schouderlijn en door een lichte neiging van de kop een levendig beeld te verkrijgen . In onze illustraties laten wij verschillende voorbeelden van protretstudies en face zien . Zuiver recht van voren gezien zijn ze bijna niet . Altijd ziet je wel een heel kleine wending in het hoofd en juist hierdoor kunnen wij het te symmetrische in de kop vermijden .
Het hoofd in driekwart - aanzicht
Deze stand is wel het moeilijkst te tekenen , omdat wij de minste houvast hebben aan de grondvormen die ons van de verschillende onderdelen bekend zijn . Immers , naarmate de stand van het hoofd verandert , zullen als gevolg van de perspectief de verschillende onderdelen eveneens aan vormveranderingen onderhevig zijn . Begin dan ook met het opzetten van de verticale as . Dit zal de enige houvast blijken waarop je het geheel kunt bouwen . Vanzelfsprekend moet de plaats van de as - en vooral zijn richting , welke afhankelijk is van de stand van het hoofd - heel nauwkeurig worden bepaald . Bestudeer ook goed de stand van het hoofd ten opzichte van de hals , want mede hierdoor moet je dan weer de juiste richting en het verloop van de schouders vaststellen . Dit alles zijn voorwaarden om tot een goed gelijkend portret te komen . Evenals bij het tekenen van andere standen zult je ook bij het driekwart - aanzicht veel steun kunnen hebben aan de beenpunten , welke onder de huid doorschemeren . Deze beenpunten , zoals de voorhoohdknobbels , de wenkbrauwbogen , de jukbeenderen en de onderkaak mogen in de opzet wel degelijk geaccentueerd worden , omdat vooral ook daardoor de contour van het gelaat zuiverder kan worden bepaald . Op deze manier werkende zal het gemakkerlijker worden om de ogen goed in de kassen te plaatsen ; kotom : Je komt tot een verantwoorde opbouw van de kop ! Niet voor niets is het driekwart - aanzicht zo geliefd bij portretschilders . In tegenstelling tot de scherpe uitbeelding van het profiel of de regelmatigheid van het vooraanzicht , krijgt de kop juist door deze stand zo'n levendige aanblik . Hier geven wij de beweging van de kop weer en al zijn de ogen vaak afgewend , toch voelen wij veel meer de blik van de ogen . Ook van deze stand geven wij vele voorbeelden . Bestudeer de tekeningen aandachtig en probeer eens om door middel van een stukje transparant papier , dat je over de afbeelding legt , de verschillende constructie - lijnen terug te vinden . Het is een goede oefening en je zult gemakkelijker kunnen begrijpen hoe deze kunstenaars tot die vormen gekomen zijn .
FIG . 47 . IN PROFIEL
Fig . 47 .
In profiel , meer uitgewerkte studie ( contépotlood )