De dagelijkse dingen volgens Roger (78jr) uit Beveren Waas Elke week een nieuw verhaal...
Reacties zijn steeds welkom!
>> NU OOK BESCHIKBAAR VIA WWW.ROCOR.SHORT.BE
10-07-2016
Vrouw en kinderen
Onlangs was ik in een instelling waarvan ik dacht dat die zorgvuldig hun woorden kozen. Ik dacht in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming…
Ja man, dat is niet simpel! Ik geld geven wel, geen enkel probleem, maar zo maar terug krijgen, na een berg van bewijzen, dat lukt amper of niet.
Maar wat mij het meeste stoorde was de vraag : “mijnheer hebt U een vrouw of kinderen ten laste?” Ik vind dat een complete belediging ten opzichte van mijn dierbaren. Voor het goede begrip : die zijn mij niet tot last. Dat zijn mensen waar ik van hou, waar ik alles voor doe. Ten laste GVerD! Hoe durven ze dat vragen? Wie heeft dat uitgevonden? Zij gaan er dus van uit dat uw gezin U een ongelooflijke last bezorgd. En ja, als dat zo is, krijg je verhoogde tegemoetkoming en voordelen.
Maar bij deze wil ik dat het woord verdwijnt uit alle aanvragen. Is er nu echt geen mooier woord in onze taal om die banale woordkeuze te vervangen?
Stuur mij je suggestie… Ikzelf dacht aan : “dierbaren”. Zo van : Hebt U dierbaren mijnheer? Vrouw of kinderen waar U voor zorgt?
Nog zoiets : “Heeft uw vrouw meegewerkt?” Ja mijnheer, ze heeft de kinderen opgevoed en grootgebracht. Neen, U begrijpt me niet, echt gewerkt?! Is er een grovere belediging voor vrouwen die het huishouden hebben gedaan? Ik denk het niet.
Volgens “Van Dale” betekent ten laste : moeilijkheid, onaangenaamheid, overlast en hinder, en gebukt gaan onder de zorgen van lasten en lusten.
Als je thuis komt en die vliegt rond je nek met kusjes, is het zeer pijnlijk om dan te denken dat ze u tot last is na 58 jaar samen! Ja schat, wij krijgen jaarlijks 10 euro 62 cent vermindering omdat je mij al die jaren tot .... bent geweest en nooit hebt meegewerkt.
Hij vond dat niet nodig. Hij vertrouwde iedereen. Wie gaat er nu van mij iets stelen? En trouwens dat doet je toch niet!
Als hij ‘s morgens buiten kwam stonden er soms 3 of 4 defecte fietsen op zijn hof. Hij herstelde die en zette ze terug. De dag nadien waren ze verdwenen. Onze vader wist niet van wie ze waren. Hij vroeg er nooit geld voor. Heel soms stonden er 10 eieren aan zijn deur. Iemand die hem dan toch wilde bedanken.
Hij is er nu niet meer onze vader. We spreken er nog dagelijks over. We missen hem.
Moest hij terug kunnen komen, hij zou schrikken! Mijn vrouw sprong onlangs even een winkel binnen en weg was haar fiets!
Bij mijn kleinzoon hebben ze zijn laptop uit zijn auto gestolen. Ze hebben een speciaal apparaat waarmee ze kunnen zien of er elektronica in de auto ligt. Ze hebben een kleine raampje ingeslagen en de laptop was weg.
Ik stapte op de tram en mijn geldbeugel werd gepikt, wat geld, betaalkaarten en al mijn papieren weg.
We droegen vakantiespullen naar boven op een appartement aan zee en lieten de deur van de auto open. Een ganse mand benodigdheden voor het verlof waren verdwenen. Prettige vakantie!
Wat zou onze ooh zo eerlijke vader daar van gezegd hebben? Ik weet nog als we iets vonden op straat moesten we dagen zoeken en vragen aan iedereen tot die mens zijn spulletjes terug had. En zeker daarvoor niets aannemen.
Wij waren vroeger christelijke mensen maar nu weten we het niet goed meer. We krijgen dagelijks vreselijke beelden op de televisie. We zien kinderen verdrinken die op zoek waren naar een beter leven, we zien rampen, moorden,… maar weinig goed nieuws.
Maar we houden de moed erin en gaan niet klagen, kop op!
Rokers worden tegenwoordig op het hart gedrukt dat roken in het bijzijn van kinderen mishandeling is. Dit is een slagzin tegen kanker. Ik ben het daar mee eens.
Vroeger reden 2 rokende ouders met de kinderen op de achterbank van de auto naar de Ardennen of naar zee. Ze gingen naar ginder voor de goede lucht!
In mijn jeugd was er zelfs een slogan : “Hij is geen man die niet roken kan!”
Een beetje discriminerend want men sprak toen niet over vrouwen. Momenteel roken er ook veel vrouwen, hopelijk niet als ze zwanger zijn!
Vroeger kon je geen film bekijken of de acteurs waren aan het roken, dat was stoer!
Er sterven jaarlijks nog duizenden mensen aan longkanker. Toch blijven mensen roken. Om sigaretten te kopen wil men momenteel de leeftijdsgrens optrekken naar 18 jaar. Maar de bevoegde minister vindt dat wanneer je seks mag hebben op je 16e je dan ook mag roken. Dat is een vorm van vrijheid, je mag daar zelf voor kiezen.
Maar een pijnlijke dood sterven op je 50 jaar is een ander paar mouwen. Gewoonlijk heeft de roker wel een nonkel of een grootvader die verschrikkelijk veel gerookt heeft en toch nog 80 jaar is geworden!
Ik heb nooit gewild dat mijn kinderen en kleinkinderen zouden roken. Gelukkig rookt er niemand en ik denk dat ze me dankbaar zijn!
Om nog maar te zwijgen over hoeveel het kost, de vieze geur in je kleren en in huis. Rokers gooien hun peuken nonchalant op straat. Een gasboete zou niet misstaan voor die platgetrapte vuiligheid!
Onlangs stond een jonge knaap te roken. Ik kon niet zwijgen en zei vriendelijk : “Laat het jongen, nu het nog kan”.
Maar zo rap als tellen zei hij : “Hou je bakkes en moei u niet of ik haal mijn vrienden om op uw smoel te slaan”
Gelijk heeft hij. Ik mag me niet bemoeien… maar moesten veel niet- rokers het zeggen tegen jonge mensen…het zou misschien helpen?
Je ziet ze allemaal buiten staan aan café of restaurant. Gezellig is anders.
Op een terras ben ik rustig aan het genieten van een Duvel. Plots ga ik overeind zitten om te aanschouwen wat er zonet voorbij fladderde.
Een meisje van, ik schat, 19 jaar. Haar gezichtje bekroonde haar verblindende verschijning met elegantie in een prachtig jong lichaam met mooie grote ogen en een bos wild haar, O my God!
Ze had hoge benen. Ik dacht nog : die heeft ook wel een hoge inkom! Wat er aan de welgevormde benen hing, houd U niet voor mogelijk. Jawel gebreide sokken, waaraan te zien was dat de ontwerper geen wol genoeg had en de kleuren had gemengd. De kousen slingerden over haar sportschoenen die gaten vertoonden en waarvan de veters achter haar aansleepten. Door de gaten kon je duidelijk haar gekleurde sokken zien. Haar jonge knieën waren mooi gevormd en sterk om haar jonge lijf te dragen. De mannen op het terras deden of ze niet geïnteresseerd waren, maar schijn bedriegt, ze volgden het mooie meisje met haar gitzwarte ogen, ervoor zorgend dat hun vrouw het niet merkte.
Haar kontje wiebelde bij elke stap die ze deed. Het rokje was iets te kort en te klein en omvatte de lijnen van haar figuur heel nauwgezet, zeg maar té nauw! De mannen genoten ervan en vonden het hemels om naar te kijken.
Je zag ook een stukje van haar bruin buikje, want ook hier was haar topje aan de kleine kant. In haar navel kon je een piercing zien dat op en neer danste bij iedere stap. Het manneninstinct verbeeldde zich heel veel dingen die ik niet durf op te schrijven. Te veel om op te noemen en té pikant!
Haar borstjes waren nog niet helemaal vol…wassen maar keken naar de hemel. De mannen op het terras waren akkoord dat we niet voor niets een “rib” hadden afgestaan. We wilden direct nog van alles afstaan, als u begrijpt dat ik bedoel.
De mannen schoven onrustig op hun stoel. Ze hadden wat anders aan hun hoofd dan de boodschappen!
Het meisje schudde nog eens elegant met haar poep, keek nonchalant naar ons en verdween…. Wij bleven wezenloos achter….
Alle waarheden van vroeger worden tegenwoordig op een hoop gegooid en het wordt voor de gewone mens onbegrijpelijk.
Neem nu, goede boter. Vroeger moesten wij onze boterhammen dik besmeren met boter daarop een laag spek en eieren en dat was prima voor de gezondheid. Nu mag dat nog sporadisch want het maakt je dik, te veel vet!
Vroeger moest je niet te veel water drinken want dan moest je teveel naar het toilet. Nu moet je minimum 1,5 liter water drinken per dag. We mochten ook geen alcohol drinken maar nu raden ze 2 glazen wijn aan per dag. Er zit de stof tannine in die goed is voor hart- en bloedvaten. Ik had er nog nooit van gehoord.
Veel melk drinken dat hebben we ook gedaan. Om sterke botten te krijgen en groot te worden. Liefst verse melk van de koe. Nu raden ze hier en daar melk af en wordt het vervangen door andere zuivelproducten.
Mensen op pensioen kregen de welverdiende rust. Je had tenslotte heel je leven hard gewerkt. Maar nu raden ze de oudere mensen aan om meer te bewegen, trappen te lopen en als het kan dagelijks 10.000 stappen te doen.
Vroeger als je oud was zaten ze gezellig thuis te niksen. Nu TV, Smartphone of tablet, computer, alle dagen de krant lezen en kruiswoordraadsels oplossen om niet dement te worden. In onze tijd waren er enkele mensen die niet goed bij hun hoofd waren. Nu zijn er in rusthuizen verdiepingen vol met demente mensen. Maar ja, we worden natuurlijk altijd maar ouder en de kans is nu veel groter om dement te worden.
We moesten veel sparen en zeker geen dingen kopen die je niet direct nodig had. Nu is de slogan : genieten en consumeren. Leven dag per dag.
Alles, maar ook alles is veranderd. Maar niet verschieten hé, stilaan komt alles terug zoals vroeger. Wees maar gerust.
Onlangs zag ik een man een vest aanpassen die naast de container lag. Hij liet zijn eigen vest ter plekke liggen en liep opgewekt verder, zichzelf tevreden bekijkend. Raar om te zien want wie draagt nu nog kledij van iemand anders? Iemand zei : Ik heb dit kleed nog maar 2 keer gedragen maar ik zie het niet graag meer en iedereen draagt het. In de container ermee! Verwende trut dacht ik….
Nog zoiets : bij het buitenzetten van de groene glasbak zag ik dat er een glasbak stond met een pot mayonaise nog half gevuld, ook een pot chocopasta nog goed gevuld, confituur en pickles, allemaal zo weggesmeten met deksels erop. De ophaaldienst liet de bak staan met een briefje erbij : deksels eraf en uitspoelen a.u.b. Teveel weelde? Niet makkelijk om dragen….
Midden in de Tweede Wereldoorlog was ik 6 jaar. Een ei moest worden verdeeld onder twee mensen, er was honger bij de mensen. Kousen moesten hersteld worden en toen bestonden er geen containers om je gedragen spullen in te smijten.
Onze vader was krijgsgevangene. Hij kwam thuis en woog nog amper 38 kilo. Hij was voorheen een man van 78 kilo. Hij was precies een geraamte. Hij vertelde er niet veel over. Soms kleine anekdotes. Ze moesten alle dagen 14 uren werken. Ze kregen enkel een beetje soep en werden beschimpt en geslagen als het te traag vooruit ging. Ze konden zich amper wassen en zaten vol vlooien. Ze scheerden zich met een scherf glas, als dat er was.
Het toilet was een balk boven een gat in de grond. Allemaal naast elkaar. Dat was afschuwelijk, zei onze pa. Precies allemaal levende lijken die probeerden hun behoeften te doen. Toen één van de gevangenen achterover viel van uitputting in die shit, zeiden de Duitsers, (ik schrijf het zoals mijn vader het zei) : “oenderheisen” …. De gevangenen konden het niet. Ze hebben hem uit de stront getrokken en begraven. Toen liep er een traan langs onze pa zijn gezicht. Hij heeft nooit nog iets verteld over die verschrikkelijke tijd. Soms was hij heel stil en staarde hij voor zich uit. Hij trok me dan tegen zich aan. Voor mij iets om nooit te vergeten. Wat ging er toen allemaal door zijn hoofd?
Soms krijgt men een aankondiging, met uitnodiging, van 2 mensen die bij elkaar gaan wonen. Dan denk je wat moet ik daar voor kopen als geschenk? Niet gemakkelijk.
Onderaan staat dan… we hebben alles al…. Ze zijn dan net samen 40 jaar. Over weelde van deze tijd gesproken….Toen ik samen ging wonen met mijn vrouw, uiteraard na eerst te trouwen, hadden we niets om te beginnen. De familie legde geld samen voor een koffiemolen of om een mixer te kopen. Toen noemde men dat grote aankopen! We voelden ons gelukkig met zulke mooie dingen. Broers en zussen hadden samen gelegd om ons een eetservies te kopen en geloof het of niet we hebben het nog! Er zijn wel stukjes af hier en daar van het veelvuldig gebruik maar het mag niet weg. Het wordt gekoesterd.
Ik zat zo te denken als iedereen eens een tijdje niets moest hebben, maar dan ook niets…Dan zouden ze eens ondervinden wat dat is en dan zouden we misschien opnieuw blij zijn met kleine dingen?...
In het station Gent-Sint-Pieters zat een jong moedertje op de grond met een stukje karton in haar hand waarop stond geschreven : ik heb een kind en we hebben honger. Ik ben om een broodje gegaan en haar 5 euro gegeven. Ze was heel dankbaar en at met grote beten dat broodje op samen met haar kind. Toen ik het nadien aan mensen vertelde zei men : “Dat ze gaat werken hé! Je bent goed zot om daar iets aan te geven…”
Ik was onlangs uitgenodigd op een sinterklaasfeest bij een klein meisje van 1 jaar. Ze had nog geen besef over de sint of zwarte piet. Het kind bekeek nauwelijks de pakjes. Er stond zoveel, allemaal elektronisch speelgoed met veel muziek en geluid, wel 2 manden vol!
Toen ik 8jaar was kreeg ik een tol met koord. Ik was toen heel dankbaar. Ik vond het een zalig geschenk. Ik heb die tol nog!
Gaat deze rijkdom kunnen blijven duren? En zoals men zegt : “Een volle buik denkt niet aan een lege buik….”
Hoeveel kinderen hebben honger op deze aarde? Als bij ons iets in de ijskast ligt dat 1 dag over de houdbaarheidsdatum gaat, belandt het steevast in de vuilnisbak! rocor
Wellicht denkt U: wat heeft
de Roger nu uitgespookt? Maar neen, het gaat over zondigen tegen het elfde gebod:
VOLKSBEDE. Na het eten Heer ik dank U voor dezen, dat het morgen nog beter
zou wezen, en ist dat het niet beter mag, schenkt mij, lijk heden, nog zulk
eenen dag. Voor het goede begrip: u zal niet overdrijven, maar het vlees is
zwak. Men heeft geen enkele kans om nee te zeggen, laat staan weigeren, maar u
kunt u altijd uit de slag trekken met de legendarische zin: We leven maar een
keer. We mogen ook eens profiteren, niet?
We waren op een gelegenheid
waar op de kaart niets dan zondige lekkere verleidingen stond, gaande van crèmeglacés
tot pannenkoeken en wafels, overgoten met suiker, warme chocolade, advocaat met
slagroom. Uw suikerspiegel gaat in één ruk naar waarde 450. Ik zag daar kelners
uit de keuken komen, hun handen omvatten een glazen schotel, zo groot dat ik
dacht dat iemand een voetbad wilde nemen, maar neen. Men bracht een coupke naar
een zondaar, als u dat tot zich neemt, is dat geen gewone zonde, maar doodzondenaar!
Daar zat ik dan aan tafel en
ik zag al die meesterwerkjes aan mij voorbij gaan, want ik dacht nog: Ik ga
toch nog eens de kaart bekijken en kwam tot de conclusie dat ik ook wel eens
iets mocht nemen. Maar mijn gewicht laat dat niet toe, dat is zonder meer
erfzonde, iets waar ik nooit meer vanaf geraak. Plots staat er een kelner voor
mij en vraagt: Hebt u al gekozen mijnheer? Ik schrok, want ik was juist de
kwijl van mijn gezicht aan het wegnemen met een zakdoek. De tafel naast mij was
een gezette mevrouw het slagveld in ogenschouw aan het nemen. Een kan koffie
met melk, suiker en twee pralines. Op een bord had men vier toefen slagroom
gedeporteerd, de grote van een hortensia. U kent die bloemen wel.
Twee bananen overlangs
doorgesneden vormden de brug tussen de vier eilanden, overgoten met warme advocaat.
Op het binnen plein had men verse aardbeien kwistig rondgestrooid, keurig
doorgesneden. Men had ze bezwadderd met strooisuiker, en nu komt het, op de
aardbeien had men bollen crème glacé gestapeld, een complete ijsberg. Afgezet
met koekjes overgoten met warme chocolade, waar men een vlag op gezet had als
symbool van een bergbeklimmer.
Met haar servet onder haar
kin haar wapens in de hand viel die mevrouw aan. Ik moet zeggen, ze deed dat
zeer vakkundig en keurig zonder te morsen en zoals men kon zien, ze had er
smaak van. Ze vroeg zich nog een Spa, gaf 20 euro en zei dat het juist was. De garçon
zei vriendelijk Tot morgen mevrouw!
Dat crème glacé gevaarte
heet banana split, nog nooit van gehoord. U moet weten, ik ben op dieet. Ik had
een afspraak gemaakt met een diëtiste en stellig beloofd aan dat mens dat ik
haar regels, zeg maar wetten, stipt zou naleven. Op mijn communie zieltje had
ik gezegd de eerste 10 jaar niet meer te zondigen. Toen ik daar in het huis van
verderf zat heb ik dat mens, zeg maar mager ijskonijn, vervloekt en mijn eigen
zelve beklaagd. Ik dacht: ze kan den boom in wat denkt die wel? En voor dien
ene keer en bestelde een banana split.
Wat nu volgt gelooft u niet,
wie komt daar binnen? Dat ijskonijn. Ze kijkt naar mijn bord schudt het hoofd
en gaat terug buiten, het smaakte niet meer. Ik voelde me schuldig