Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
28-11-2007
NESTKAST
Nestkast
Hier is de nieuwe
nestkast, aangeschaft ter gelegenheid van 5 jaar Natuurpunt Malle-Zoersel. Knap
gemaakt in masieve eik door het Opvangcentrum voor vogels en wilde dieren
Brasschaat. Binnenin het makkelijk te openen voorpaneel zijn er zelfs trapjes
gezaagd om het naar boven kruipen van de vliegvlugge jongen te vergemakkelijken.
De woning voor de
rupsenpakkertjes is klaar. Nu is het een goed moment om nestkastjes uit te
hangen. De vogels hebben alle tijd om de mogelijk nieuwe woning voor het
volgende broedseizoen te taxeren en goed te keuren. Er komt een zot zinnetje in mijn hoofd: "En hedde gij meubelen, dan kunde gij trouwen met uw lief."
Ik heb de kast in
de Mutsu gehangen voor observatie van uit huis.
Vanmorgen had ik al
een prachtige bezoeker van de mezenbollen die ik pas gisteren ben beginnen
uithangen. De Grote Bonte Specht is een prachtige vogel. Verrukkelijk deze kleurige
vogel van zo nabij te kunnen bewonderen.
Even later kwam ook
de charmante kuifmees op bezoek. Alvast een uitstekend begin.
Vanaf oktober is
het interessant vetbanden aan te brengen tegen de wintervlinder, die vanaf eind
oktober en gedurende de winter actief wordt.
Terwijl ik dit zit
in te tikken zie ik een mannetje, 1,5 cm tegen de verlichte ruit fladderen. Het
is een grijsbruin vlindertje met fijne bruine bandjes over de vleugels.
De wijfjes van de Kleine Wintervlinder ( Operophtera
brumata L.) zijn schadelijk om wille van de rupsjes die in het vroege voorjaar soms
erg vreten aan de pas ontluikende bladeren en bloemen. In een later stadium
vallen de vele bladeren met gaten op en later ook de vervormde vruchten.
Als natuurlijke
vijanden zijn er vooral de meesjes die de rupsjes voeren aan hun jongen.
Nestkasten zijn onontbeerlijk in een boomgaard.
Het wijfje kan niet
vliegen en klimt nu tegen de stam en takken omhoog naar de uiteinden om daar
100-200 eitjes af te zetten.
Dit zeer talrijke insect
tast zowel fruitbomen als andere loofbomen aan. Nu ik dit schrijf, bedenk ik
dat ik nog nauwelijks naar de schade op andere bomen gekeken heb. Twee jaar
terug was er echter een massale landing op de rij fruitbomen het dichst tegen
de boskant. (Vorig jaar beschreven op de blog.) Zo goed als alle bladeren en
bloembotten vielen ten prooi. Zoiets had ik nog nooit gezien. Deze bomen hebben
dit jaar als compensatiewel prachtig
gedragen!
Naar ik vernam doet
deze plaag zich af en toe voor. Elk jaar zijn er evenwel veel Kleine
Wintervlinders. Misschien hebben ze een voorkeur voor sommige rassen. Ooit zag een
Jerseymac, echter toen nog een
kleinere boom te midden van andere hoogstammen, waar praktisch elke knop
aangetast was door een of twee rupsjes. Of vond moedermot het gemakkelijker op
het kleine boompje te klimmen?
De remedie is het
aanbrengen van vangbanden, ingestreken met een speciaal soort vet, zeer
plakkend en niet uitdrogend. Tegen de zomer worden die losgemaakt en opgebrand.
Ik heb mij beperkt
tot de perenboompjes en de kwees, omdat ik in eerste instantie die vruchten zoveel
mogelijk wil sparen.
Vandaag hield de zesjarige Jonathan , de jongste van de jongste dochter Tinneke en Werner hier zijn verjaardagsfuif voor de klasgenootjes. Een van de activiteiten was appeltjes plukken van de Jonathan-Jonagoldboom.
Ik heb een zaailingappel
die er mag zijn. Het uittesten verloopt nu al een 15 tal jaar. De groei valt
mee, maar er was wel hulp van een onder stormwind bezweken acasia, die bij zijn
val de toptak eruit maaide. De breedtegroei werd erdoor bevorderd.
Het is de laatste
appel die ik een week terug geplukt heb.
Gisteren proefde ik
de vrucht samen met Eva-Maria, de oudste dochter van Walter De Block, de eerste
landbouwingenieur die hier voor VELT werkte. Ze was op stage in Sint Antonius.
Het zijn eerder
grote vruchten met een rode blos. Volgens mij ligt de smaak iets boven de
middelmaat. Als late appel draagt hij de sporen van de regenvlekkenschimmel,
maar het zou erger kunnen. Bewaart wellicht tot maart.
Ik heb de vrucht Aleida genoemd naar mijn vrouw Aleide,
die zich momenteel ter plaatse inzet voor Going, een dorp in het droge noorden
van Kameroen, waar er de meeste jaren, als het niet genoeg regent, een
hongerperiode heerst.
De vruchtmaat ligt boven de middelmaat. Het is een winterappel, de laatste vruchten die ik dit jaar geplukt heb. Merk de sporen van de regenvlekkenschimmel.
Deze week hebben we
in Zoersel de week van de senioren.
Op dinsdag is er een
initiatief van de Openbare Bibliotheek. In t verleden werd dan steeds een
auteur uitgenodigd.
Dit jaar ging men te velde. Men kon kiezen tussen het Bezoekerscentrum van Zoerselbos
of bij mij Biologisch Tuinieren/Fruit.
Ik heb mij gejeund met
de 15 bezoekers (mannen en vrouwen) en dat was wederzijds. We hadden gelukkig tameljk
goed herfstweer, zodat we ook buiten uitgebreid een kijkje konden nemen. Mooi meegenomen, want vanmorgen en vanavond was het aan het regenen.
Vrijdag 16 nov.
zette VELT(*) Zoerselde week van de
smaak in naar aanleiding van zijn Algemene Vergadering.
Na het wegvallen
van Linda, een formidabele kracht, zijn er gelukkig drie bestuursleden
bijgekomen. Zij konden zich vandaag onderscheiden.
Na de vergadering
was het proeven van 2 heerlijke pompoensoepen, pompoentaart, pompoenbeleg en
pompoenchutney. Verrassend lekker.
Mijn fantastisch
appelsap moest echter het onderspit delven voor de zeer pittige Gageleer, biobier, gebrouwd met
gagel, zoals in de voor-hop-tijd, dat door Natuurpunt Zoersel -Malle
gepropageerd wordt.
(*)
VELT Vereniging
voor ecologische Leef- en Teeltwijze VZW met 12.000 leden.
Dit jaar zijn de
vruchten opvallend groot. In normale jaren zijn ze sterk onderhevig aan schurft,
blijven kleiner en vertonen veel zwarte schurftplekken. Door het hete weer in
april en begin mei konden de schurftsporen niet ontkiemen. De bladeren konden
hun volle werk doen. Vandaar ook dat de vruchten een heel stuk beter konden
uitgroeien.
Dit jaar bleven ze
gespaard van de vele schurftplekken.
De zwarte vegen
zijn sporen van de regenvlekkenschimmel die sinds enkele jaren het aesthetisch
uitzicht van meerdere winterrassen ontsiert. Gelukkig doet dit niets af van de
smaak.
De verrassing te Doesburg was een appel met een
overweldigende geur.
Twee dames uit Zeist hadden een appeltje bij waarvan ze graag de
naam hadden geweten.
De grote, ongeveer 60 jaar oude boom staat op grond
van de buren, maar er kwam een andere eigenaar en die heeft binnenkort de
toelating om de boom te rooien.
Toen ik aan het appeltje rook overwelmde
mij een nooit eerder geroken, formidabele geur.
De dames vertelden dat na een tijdje de geur zich in
de wagen verspreidde.
Ze hadden de vrucht in de koelkast bewaard met het oog
op een mogelijke determinatie hier.
Het is een zomerappel die eind juli al begint te
rijpen.
Op dat ogenblik zijn er nog niet zoveel rassen rijp.
Er werd gedacht aan Laxtons Epicure, maar dan een weinig gekleurd exemplaar. Een
Coxachtige smaak konden, we er niet in ontdekken. De smaak was gewoon, maar wat
kan je verwachten na een lang verblijf in de koelkast. Hoe is zon sterke,
aromatische geur tenslotte toch nog mogelijk?
Ook Ellisons
Orange werd geopperd en laatst
Kidds Orange Red, maar dit is een appel voor oktober.
We kebben aangeboden te enten, als men ons eenjarige
takken als enthout kan bezorgen.
Zon fenomenale geur, daar zouden we wel
graag het fijne willen van weten.
Foto van de eigen peer WILMA van Willy Mahieu, boomkweker te Jabbeke
Stationsstraat 57 B 8490 Jabbeke Tel +32 (0)50 81 41 44
In zijn boek 'Appels en Peren' Omschrijft hij Wilma als volgt: Weinig tot licht schurftgevoelig Sappige, grofvezelige, bewaarbare winterpeer met zeer goede smaak. Groenbruin en licht hobbelig. Vruchtbaar. Matige groeikracht. Vraagt zonnige standplaats, niet voor koude, natte gronden. Heel geschikt voor haagvorm. Erg mooie herfstkleur. Pluktijd: vanaf half oktober. Eetrijp: vanaf januari tot maart. Om opeenvolgende rijpheid te bekomen, vanaf januari met kleine hoeveelheden in de huiskamer brengen.
Ik kreeg ooit een ent (ten minste dit
was de bedoeling) van de Grenadier (R.Gembloux F.), een vroege keukenappel. Die wou men mij geven omdat die het zo schitterend deed in
de Velttuin van Schoten.
De ent groeide voortreffelijk, maar wat bleek: de flinke
nieuwe scheut torste na een groeijaar een lelijke kankerplek. Na de winter
kon ik niet anders dan de tak doorknippen en de kanker verbranden. Er schoot
gelukkig nog een gezond stukje van de geënte tak over en hieruit ontwikkelden
zich nieuwe scheuten, waarbij er gelukkig geen nieuwe kankers ontstonden.
Toevallig zag ik toen Marc Lateur van Gembloux en signaleerde mijn
kankerprobleem. Hij repliceerde dat hij
nog nooit kanker gezien had op Grenadier.
Het duurde daarna nog zeker 5-7 jaar (onderstam MM
106) vooraleer er eindelijk vruchten kwamen en ze waren rood, helemaal anders
dan de grote, groene vruchten die ik verwachtte! Ik begon voordien al iets te
vermoeden omdat de nieuwe boom een sterke kopgroeier bleek. Het bleek een Sterappel!
En wat zag ik gisteren bij het bomenaanbod: Sterappels
met zware kankers.
Fruittentoonstelling
t Olde Ras, Museumtuin te Doesburg
Zaterdag
10 nov.
In 1994 waren wij de eerste Belgen op de 2 de
tentoonstelling, toen nog in een plaatselijke zaal.
Sinds enkele jaren gebeurt dit op de eigen stek, de
Museumtuin.
Het geheel maakt een bijzonder mooie, goed
gestructureerde en gestoffeerde indruk. Wat wij
bijzonder waardeerden was dat een heel aantal speciale rassen te proeven waren.