Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
19-06-2005
Hij is NIET TERUGGEKOMEN
De Vlaamse Gaai is niet meer teruggekomen naar het roodborstennest.
Het verenpakje van de jongen groeit vlug. Ze houden zich nu koeststil als ik de klep open. Geen bedelende bekjes meer. Over luttele dagen zullen ze uitvliegen.
Met een gezelschap kwamen we bij de mispelbomen. De mispels zijn al flink ontwikkeld. Maar dan vielen de vele, erwtengrote, verdroogde vruchtjes op. De vruchtjes hadden hun ontwikkeling gestart, maar zijn dan bezweken door de schimmelaantasting. Hier en daar hangen nog de verdroogde schimmelbladeren, waarover we het vroeger reeds hadden. Ik schat dat al een derde van de vruchten op deze manier teloorgaat. De vorige winter had ik al heelwat mummievruchtjes verwijderd. Nu ken ik de verklaring.
Hoe ver zal deze aantasting gaan?
Mispels waren altijd zo'n gezonde bomen.
Als zoon van een vader die de Grote Oorlog heeft meegemaakt en die daar dagen over vertelde , was dit de associatie met het begin van de bloei van mijn papavers in De Kempen.
Mevrouw De Meutter zaliger, een dorpsgenote, bracht van een bezoek aan haar geboortestreek in Oekraïne papaverzaad mee. Ik heb dit meer dan 25 jaar geleden gezaaid en sindsdien staan her en der in de tuin forse, Russische Papavers. Hier en daar verschijnen de eerste bloemen, knap om zien. Later komen er nog meer. Sommige zijn donker rood; sommige iets meer rozig. Er zijn zelfs dubbelbloemigen bij.
We oogsten de zaden voor het maanzaad, dat gebruikt wordt in en op gebak. Maar sinds vorig jaar zijn er kapers op de kust. Ze deden hun werk grondig. In de praktisch rijpe zaadbollen pikten ze een gaatje en snoepten alle zaadjes: (kool)mezen. Wat wordt het dit jaar ? Eens geleerd, steeds gedaan? Zou het kunnen dat het ooit gedaan is met de Russische papavers?
Dan kan ik nog altijd biologisch papaverzaad kopen bij De Bolster. Die bloeien met grote, witte bloemen.
( * )
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved and were loved, and now we lie,
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.
Gedicht geschreven in de nacht van 2 op 3 mei 1915 te Ieper door de Canadese legerarts John Mc Crae
De eerste bloemen van de braam Fantasia komen nu open. Thornfree staat al iets verder.
Fantasia is een gestekelde braam zoals wij die kennen.Ik nam de maat van de langste stengel: 6,40 m. Oorspronkelijk was die nog langer. Bij het opbinden werd die nog iets ingekort. Dit ras met extra grote bessen, ontdekte men eind de tachtiger jaren op een allotment, een perceel te Kingston upon Thames in Engeland. Feitelijk is het dus een gecultiveerde wilde braam. De vruchten worden rijp vanaf de derde week van augustus. Die tijd zit in mijn geheugen verankerd, want dan was het Edewalle kermis ( een parochie van Handzame ) en ik ging er met mijn kozijns naar de hoogmis en de kermis. Onderwege plukten we steeds bramen. Ik hou van de stevige bramensmaak van mijn jeugd. Ik herinner mij die grote bramen. De vruchten van Fantasia overtreffen echter alles van wat ik aan wilde bramen in de natuur ooit zag. Bij het plukken heb je van de stekels helemaal geen hinder. De vruchtentrossen hangen mooi vrij. Maar voor het wegknippen van de takken die gedragen hebben en het opbinden van de nieuwe, heb je wel stevige handschoenen nodig.
Thornfree is een late, stekelloze braam met een goede smaak. De uitlopers worden formidabel lang. Ik heb de langsten nagemeten, beiden 7,30 m. Gelukkig heb ik in mijn bramenhaag daar veel plaats. Tussen de Thornfree en de Fantasia als laatste, stond vroeger een Himalaya, ook een gestekeld ras. Ik heb die gerooid toen deze sterk aangetast werd door bacterieknobbels. Aan de voet van de plant, maar ook hoger op de stengel verspreid, ontwikkelden zich woekerende knobbels die de normale sapstroom danig verstoorden. Het was geen zicht meer.
Aleide had ze gedroogd en liet ze mij vanavond zien en ruiken. Het aardbeienaroma welmde er zo uit op. Abraham haalde zijn mosterd uit OBST UND GARTEN Fachmagazin für das Obst und Gartenland Baden-Wûrttemberg. Het is het tijdschrift dat het meest aan mijn interesse tegemoet komt.
Aleide las het artikel Erdbeeren rafiniert verwerten Sommeraroma einfangen.
Je zoekt gave, kleine, volrijpe vruchten uit, niet groter dan een kriek. Voorzichtig de kelkblaadjes verwijderen en met een scherp mes de vruchten halveren. Ze worden met het snijvlak naar boven op het droogblik gelegd. Ze dienen vervolgens 48 u bij een temperatuur van 35 ° tot 37 ° te drogen. Daarvoor bestaan droogtoestellen.
Aleide deed het boven de chauffage. De thermometer wees iets boven de 30 ° aan.
90 % van de vruchten is water. Van een kilo vruchten houdt je nog 100 gr over. Dank zij die lage temperatuur blijven kleur en aroma behouden.
In dezelfde tunnel heb ik ook twee rode bessen staan. De vroegste is de nu rijpe 'Vroege Hollander'. Jasmien plukte er gisteren een hele kom van. Het is een lekkere, niet zo zuur smakende rode bes. Het ras bekwam ik in 1982 op de Tuinbouwschhool van Vilvoorde. Nergens elders ben ik dit ras daarna tegengekomen. Het andere ras begint nog maar te rijpen.
Dit is het Franse ras Junifer, het vroege kwekersras voor binnenteelt, omdat dit ras minder 'koudebehoefte' heeft om goed te dragen. De knoppen van Rode bessen moeten het een tijd voldoende koud hebben om 'sterk' te worden. Dit verschilt naargelang het ras. Jonkheer Van Tets, het vroege ras bij uitstek,is op dat vlak veeleisend en moeilijk voor binnenteelt.
We zijn in de open Filclair Tunnel volop aan het plukken aan de stekelloze Buckingham Taybes. De Taybes is een braamboos, half braam, half framboos die in 1978 op de markt kwam. De langwerpige vruchten worden bij rijpheid zwart-rood. Ze hebben een fijne zoetzure, aromatische smaak. Rond 1995 vond er in het Engelse Graafschap Buckinghamshire een mutatie plaats, een blijvende erfelijke verandering met stekelloze stengels.
Ik kwam net in de bibliotheek- computerkamer. Op datzelfde ogenblik landde de Vlaamse gaai, met zijn volksnaam de rotzak, in de Vlinderstruik, klaar om naar het nest met 3 roodborstjesspruiten te vliegen. Zie blog Geritsel van 19 mei. Hij verschoot van mijn reactie. Daarna heb ik in de struik een doorschijnende, in de wind dansende plastiekzak gehangen en voor het nest een aluminiumzak.
Heb ik hem voldoende afgeschrikt? Het roodbortje gaat gelukkig voort met voederen.
Dit voorjaar werd ik geconfronteerd met een vreemd fenomeen. Moeloe, de Burundese hond van ons Veerle kan geweldige putten graven op zoek naar konijnen of muizen. Zo had hij 3 jaar terug een appelboom aan een kant erg ondergraven. In de winter daarop volgend heb ik het gat opgevuld met uitgerijpte compost. Vorig jaar heb ik daar geen effect van gezien. Maar dit jaar was er wel een vreemd verschijnsel. Bij het uitlopen van de bladeren dit jaar was het precies of de takken aan die kant zouden afsterven. En vreemd: de schors schilferde af. Ik heb de dikke takken ingestreken met Lac Balsam, die een kunstmatige bast vormt. Enkele kleinere takken heb ik weggeknipt. Wellicht was dit de goede remedie. Ik constateer nu dat die takken opnieuw groeikrachtige bladeren gevormd hebben.
In het verleden heb ik in het voorjaar twee maal meegemaakt dat de bast van een appelboom aan de zonkant in het vroege voorjaar openklapte. De eerste maal betrof het een Sterappel. Toen ik het opmerkte was de schors al meer dan voor de helft losgekomen, opgekruld en uitgrdroogd. De boom ging er aan kapot. De 2 de maal gebeurde het bij een Jupiter en was ik er vlugger bij. Ik streek alles in met Lac Balsam en snoerde alles zo goed mogelijk weer dicht. Nu is enkel de vergroeiing nog te zien en groeit de boom voorbeeldig. Vorig jaar stond hij afgeladen vol met grote, rode appelen met een Coxsmaak. Dit jaar zit hij in een beurtjaar.
In 1976 hadden we als VELT een stand in het Rogiercentrum in Brussel. Laurence Hills was toen in Brussel en hield een lezing in het Perscentrum. Hij sprak zo enthoesiast en vlug dat de professionele tolken niet konden volgen.
We hadden hem daarna ruimte geboden op onze stand voor zijn producten, voornamelijk op basis van smeerwortel.
Er kwam een man langs, een Knokkenaar.
Smeerwortel was zijn redding geweest. Hij had in zijn kelder in glas getrapt en had er een lelijke wonde aan overgehouden, die niet wou genezen en zelfs wild vlees ontwikkelde dat men operatief moest verwijderen. De historie had hem al 50 000 BFR gekost en toen wees iemand hem op smeerwortelzalf. 50 BFR. Op een goede week was zijn wonde genezen.
Hij begon met zijn schoen uit te trekken om de goede genezing te laten zien.
Smeerwortel is een tijd populair geweest in VELTmiddens. Als ik mij niet vergis heeft een afdeling een brochure over smeerwortel vertaald van de abdij Fulda in Duitsland.
Bij de mailgroep Tuinieren van het Seniorennet werd een foto geplaatst. Men vroeg welke plant.
Dat is de smeerwortel.
Voor ons zit er nog een anecdote aan vast. In juli 1975 bezochten we het toenmalige Centrum van de Henry Doubleday Research Association ( cfr de VELT -Vereniging voor Ecologische Leef - en Teeltwijze vzw bij ons en in Zuid Nederland- ) te Braintree. Het was er opendeurdag.
We werden er hartelijk ontvangen door Laurence Hills en zijn vrouw, toen beiden al zeventigers. Laurence Hills, de stichter, had de vereniging genoemd naar Henry Doubleday, een Quaker, die o.a. de Russische smeerwortel, Symphytum peregrinum promootte als dierenvoedsel en voor de kalium bij compostering en als oppervlaktebemesting bv tussen aardappelen. Ze kweekten verschillende rassen. Hun topras was de Bocking nr 14, genoemd naar de voorstad Bocking waar hun centrum, een tuin van een ha met in het midden hun bungalow, gevestigd was.
Ik kocht enkele wortelstukjes aan 1 pond het stuk. De stukjes reisden nog 3 weken mee tot de verste tip van Schotland. Ik had ze in vochtig mos gewikkeld. Alle stukjes bleven in leven. De nazaten tieren na 30 jaar nog welig in onze tuin.
Maar nu de anecdote.
Waar we in het wild kampeerden groeide de gewone smeerwortel (Symphytum officinale) voorbeeldig. Aleide stoofde enkele wortelen mee met de aardappelen voor het avondeten. Het smaakte zelfs. Maar oh wee 's nachts: onze magen geraakten door het spul opgezet en de een na de andere moest de tent uit om te gaan overgeven;
ik zelfs twee keer. 's Anderendaags ondervonden we geen hinder meer.
Ik zou zeggen: wie zijn maag eens wil ledigen kan op dezelfde manier te werk gaan. Achteraf ben je er niet ziek van en is je maag gereinigd!
Relinda is een van mijn top appelrassen. Het is een lekkere, iets zurige appel, die tot mei kan bewaard worden naar mijn ondervinding, langer dan in de Duitse boeken staat aangegeven. Op een proefavond eind december van onze Fruitwerkgroep kwam hij er ooit als nummer één uit. De vruchten van 2004 smaakten mij gewoon goed.
Ik waardeer het ras nog meer om de steeds voortreffelijke dracht. Vorige jaar droegen de appels bij de liefhebbers in het algemeen zeer overdadig, met als gevolg weinig vruchten dit jaar.
Met Relinda is van een beurtjaar in de verste verte geen sprake! Ik moet werk maken van uitdunnen.
Ook op een tak in zijn derde groeijaar, op een omgeënte boom, zag ik een overvloed aan vruchten.
De boom groeit op dit ogenblik nog zeer gezond, zonder sporen van schurftaantasting.
Zon 10 jaar terug toen ik meedeed aan de Open Tuinendag van VELT vzw (Vereniging voor Ecologische Leef en Teeltwijze) maakte een bezoeker mij attent op de Canadese Fijnstraal en gaf mij de raad die zorgvuldig te verdelgen, want binnen de kortste keren zou het een echte plaag worden. Dit heb ik dan ook gedaan.
Maar dit jaar zijn er opvallend veel nieuwe planten. Er is natuurlijk de mogelijkheid dat een stiekemerd zich heeft schuil gehouden tussen de voedermais. Anderzijds komen deze zaadjes van heinde en ver aangewaaid.
Canadese Fijnstraal, Erigéron du Canada, Coryza canadensis heeft een mooi rechtopstaande groeiwijze tot een goede halve meter hoog, met talrijke rond de stengel staande, zeer lange, grijsgroene, behaarde bladeren. In de oksels is er momenteel een begin van groei, net als de dieven bij tomaten. Is dit het begin van de bloeiwijze van de witte bloempjes? Er worden erg veel zaadjes gevormd. Sommige verwaarloosde percelen zijn er door overwoekerd.
Zoals de naam zegt komt de plant uit Noord-Amerika. De indianen maakten er medicinaal gebruik van. Het kruid heeft nogal wat kruidgeneeskundige eigenschappen o.a. waterafdrijvend en samentrekkende werking bij ontstekingen.
Goeiemorgen,
Sorry dat ik wat later antwoord, ik moest studeren voor de examens
Esperanto.
Perkels zijn mij maar al te bekend. In Ichtegem in West-Vlaanderen is dit eveneens de dialectnaam voor perzik. Wij hadden ook zo'n perkel
thuis.-Wellicht een soort Reine de Vergers. Ik raad je aan de bijdrage van
Fik Denissen te lezen in de blog Perzik. De ziekte waarover je het had was
hopelijk de tijdelijke krulziekte?
Wellicht ben je uit Zeeuws Vlaanderen. Het interessantste assortiment
fruitbomen verkoopt vanaf begin november te Stabroek Andre Hendrickx ( een van de
vrienden uit onze vroegere fruitwerkgroep) Tel : 03 665 32 15
GSM 0475 902122 -E-post : fruitbomenhendrickx@telenet.be-
Vriendelijke groeten
Daniel Willaeys
> Bericht:
> Daantje,
> ik heb niet alle berichten gelezen maar heb je wel al eens gehoord van een perkel? Het is een soort inheemse perzik. Is lekker van smaak met een groene schil. Vorig jaar is de boom in mijn tuin doodgegaan. Ik heb een nieuw boompje(spontaan opgekomen) maar volgens mij gaat dat ook niet overleven. De bladeren worden rood en krullen helemaal.
> Weet u toevallig een adres om zo'n boompje te kopen?
> met vriendelijke groet
> Lut
Bericht:
Hallo, ik zie hier in de blog dat er veel pruimen zijn dit jaar !
Ik heb 7 bomen staan en moet vaststellen dat er bij mij zeer weinig vruchten te bespeuren zijn.
Ik woon wel in de vlaanders en ik denk dat wij een beetje vorst hebben gekregen tijdens de bloei.
Kan dat de reden zijn ?
Vorst kan inderdaad de reden zijn dat er weinig of geen vruchten zijn. Met die factor hebben we veel meer rekening te houden in De Kempen, dan in de Vlaanders. Die factor was er dit jaar wel een beetje hier, maar wellicht minder in uw streek.
Een ander belangrijk punt is de bestuiving. Ken je de rassen die je hebt staan? Er zijn zelfbestuivers en andere. Het makkelijkst is Google te laten zoeken. Typ in : Bestuivingstabel pruimen. Je komt bij de gegevens van Guy de Kinder, tuinbouwleraar te Mechelen. Als je meerdere rassen hebt, is het ene ras soms al minder geraakt dan het andere.
Een andere reden is de beurtjaargevoeligheid. Na een jaar met te grote dracht volgt meestal een zeer mager jaar.
Zo heeft Andre Lagrou, een kozijn van ons in Leffinge, dit jaar haast niets aan zijn eigen pruimenras, eveneens wortelecht, dat niet moet geënt worden. Ik heb er de naam Polderpruim aan gegeven. Ik heb die hier ook staan, maar de vruchten smaken hier opvallend minder goed dan deze uit zijn Poldergrond. Trouwens ik heb ooit de kans gehad op een pruimendag van de Friends of Brogdale te Faversham in Kent het ras Jubileum te proeven. Mijn vruchten waren groot, doch die waren nog véél groter en smaakten werkelijk uitstekend.
Een factor die bij liefhebbers nogal veel uit het oog verloren wordt is de verzorging van de bomen. Pruimen vragen meer bemesting dan bv appels. Ook peren zijn op dat punt meer veeleisend. Dit heb ik tot mijn schade zelf ondervonden. Lange tijd heb ik gedacht dat peren minder geschikt waren voor mijn Kempense grond, tot de bemesting werd opgedreven, nadat ik dit gezien had bij anderen.
Wel heb ik hier in de winter een te hoge waterstand en dat is helemaal niet bevorderlijk voor het fijne wortelgestel. Herman Vandepoele te Torhout (Zie het Gastenboek) heeft gezorgd voor drainering van zijn grond en dat is een groot pluspunt. Als dit niet mogelijk is, dan kan men zijn toevlucht nemen tot het planten op een heuveltje. De gebroeders Vereyken, die een biologische hoogstamboomgaard hebben in Berlaar, hebben er sterk het nut van ondervonden. Zelf heb ik vastgesteld dat de woelmuizen s winters naar dergelijke plaatsen verhuizen en zich te goed doen aan de wortels rond hen. Bij oudere bomen kan je dit beschouwen als een natuurlijke vorm van wortelsnoei. Beroepstelers doen wortelsnoei soms machinaal. Liefhebbers die dit nog nooit gezien hebben, zouden verschieten bij het zien van zon ingrepen.
Een andere factor is de gezondheidstoestand van de boom. Ik heb al over het ras Jubileum geschreven. Vroeger was dit bij mij een topras. Ik heb erg veel droge en zieke takken moeten wegknippen en ik zie nog verdrogende takjes. De takmonilia slaat verder toe. De boom verzwakt er sterk door . Een onvoldoende gevoede of door ziekte verzwakte boom vormt minder en zwakkere bloemen, die weinig vruchten kunnen geven.
Een verklaring dat mijn Kempische pruimen het minder goed doen is de grotere gevoeligheid voor de honingzwam die in mijn grond aanwezig is. Misschien zou ik regelmatiger moeten kalken?
Aleide heeft de gewoonte s morgens vruchtenmoes te maken als ontbijt. De basisvruchten zijn op dit ogenblik aardbeien en de laatste appelen. We zijn juni en er zijn nog enkele appelen van 3 rassen: Het Tjechisch ras Otava, een gele appel, die weinig last heeft van het zwart van de regenvlekkenschimmel. Ondanks wat rimpeling is de vrucht nog voldoende vast en smakelijk als handappel. Hetzelfde kan ik zeggen van Rewena. De smaak is hier meer zurig, tegenover het zoete van Otava. Baujade is eerder klein, zeker bij de vorige oogst, bij een zeer overladen boom. Het zwart van de regenvlekkenziekte is hier ook meer aanwezig.
Rewena is een van de Re-rassen van Pillnitz (Dresden), die weerstandbiedend zijn tegen schurft.
Otava en Rewena heb ik gekocht bij de Nationale Boomgaardenstichting.
Baujade bekwam ik als ent via een Fransman.
Op zaterdag 9 juli wordt het hier een plezante bedoening met optredens allerhande, tuinrondleidingen en barbeque met o.a. Tilapiavis. Dan houden we ons 4 de AFRIKAANS TUINFEEST.
Het zit namelijk zo. Ik heb nogal ondernemende dochters en echtgenote. Aleide startte als ze terugkwam van haar eerste bezoek aan Kameroen in 2002, het ontwikkelingsproject CoZoeGo (Coöperatie Zoersel-Going). (* 1) Onze gemeente Zoersel steunt via de Derde Wereldraad deze initiatieven. Ze had met dochter Leen in het droge Noorden het geboortedorp van mijn schoonzoon Aminou bezocht, zag de vele noden en vond er een nieuwe roeping.
In Going, bij Kaele, in de Province l'Extrème Nord , met een Sahelklimaat, kennen ze in jaren met te weinig regen hongersnood. Dan oogsten ze te weinig graan. Aleide en Leen vergaderden met de vrouwen. Deze vroegen een graanmolen, want nu moesten ze 11 km lopen naar de meest nabije molen.
Uit het Fonds van de Derde Wereldraad waren er net voldoende centen voor een lichtere molen, maar die hielden het niet lang uit. Daarom werd tot het 1 ste Tuinfeest besloten om een molen met een zware dieselmotor te kunnen aanschaffen.
Daarin zijn we geslaagd. Na een paar jaar heeft men de molen toch kapot gekregen, maar dat is een ander verhaal... Intussen werd een graanproject gestart en een touwpomp geïnstalleerd. Een touwpomp fuctionneert met een touw, waarin op geregelde afstand een knoop gelegd wordt, telkens met een rubberen rondel. Het touw wordt neergelaten in de put. Onderaan gaat het touw door een draaipunt waaraan een buis is vastgemaakt. Deze opstaande buis reikt tot boven. Daar wordt een afvoerpijp aan bevestigd om het water op te vangen. Bovenaan loopt de koord over een wiel met hendel. Draait men de hendel, dan draait de koord en het water tussen de rondellen wordt mee opgepompt. Na een klein jaar zijn de rondellen te veel afgesleten en dienen ze vervangen te worden.
Aleide heeft zich geëngageerd voor de toiletten (* 2) van de nieuw te bouwen secundaire school. Daar zit het grondwater echter diep en dient er eerst een put geboord te worden met een stevige pomp. Een touwpomp volstaat hier niet. Men heeft dringend behoefte aan water voor de bouw en later. Het thema dit jaar : 4500 euro voor een waterput, lets go for it.
(* 1) Zie website: http://users.pandora.be/aleide.lagrou
(* 2) Het zouden composttoiletten moeten worden, voor bemesting van de aan te planten mangobomen.
In de Filclair serre staat een Buckingham Taybes, de stekelloze mutant van de gewone, gestekelde Medana Taybes. k Geloof dat een merel nog vroeger dan ik gezien had dat de bessen kleuren. De poort is nu dicht. Daarnet kwam ik in de tuin en meneer de merel had een andere toegangsweg gevonden via de fruitkooi. Ik moet dus het net beter gaan vast leggen, gaten stoppen en onderaan de draad weer recht zetten. Rondom rond staat draadgaas, omdat anders konijnen steeds gaten beten in het net om toch binnen te geraken, alhoewel vruchten toch niets voor hen zijn. Wat hadden ze er toch te zoeken?
Tuinbonen zijn bij ons een geliefde groente. Ze werden vroeg gezaaid en staan al een tijd in bloei. Ik heb slechts twee planten gezien met een kolonie zwarte bonenluis, een gedekte tafel voor onzelieveheerbeestjes. Op een plant zaten er 3 aan de dis. Gewoonlijk constateer ik een kleine minderheid aangetaste planten. Zijn er dit jaar zo weinig met het koude weer? Ik help het opruimen door met duim en wijsvinger voorzichtig over de luizenplaatsen te wrijven, waarbij ik let op de lelijke larven van onzelieveheerbeestjes en heel soms een groene larve van de gaasvlieg. Na een korte tijd zijn al de luizen verdwenen.
De grootste aantasting die ik ooit zag was in 1973 op een van de busreizen die we met de pas gestichte Vrienden van de Biologische Teelt Voorkempen inrichtten. We bezochten De Vier Jaargetijden, het toenmalige centrum van De Vereniging ter Bevordering van de Bio-Dynamische Teelt. Het meest van al herinner ik mij een gans veld dat zwart zag van de luizen en de roetdauw. Nochtans waren de toppen uitgebroken, iets wat ik nooit doe. Sindsdien ben ik nog minder vatbaar voor bepaalde filosofieën.
Nog een andere maatregel die ik toepas: Rond het bed heb ik een touw gespannen, want met een rukwind kunnen de planten platgeslagen worden.
Vandaag heb ik mijn stambonen uitgedund.
Ik heb voor 't ogenblik 3 rassen staan: Saxa, het vroegste ras en Parfaco, beiden biozaad van De Bolster, een Nederlandse firma. Momenteel herinner ik mij het derde ras niet meer.
Ik zaai de bonen liever iets dichter. Als je maar om de 5 - 10 cm een boon legt , en er is een slechte opkomst, dan zijn er kale plekken.
Dit jaar was er een zeer goede opkomst en kon ik gelukkig flink dunnen.
Men belooft weer erg frisse nachten. Op 30 juni 1962, maar toen was het hier nog helemaal open, leden mijn bonen van de toenmalige nachtvorst.
Mijn vrouw dacht eerst dat ik te straf bemest had met roze korrel, meststof die later nooit meer gebruikt werd.