Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Vandaag, de zoveelste,
zeer zonnige lentedag 2 nieuwe waarnemingen: een dagpauwoog, heel waarschijnlijk
een overwinteraar, want de andere moeten nog de reis maken vanuit Noord-Afrika
en de middellandse zeegebieden.
De andere was een oranjetip
samen dartelend met een koolwitje. Nog een bont zandoogje gezien, misschien de
talrijkste soort hier.
De rest van de pootui en de sjalotten zitten er in.
Het Davidsfonds is
vanavond (20/3) op vele plaatsen actief. Lionel, de voorzitter had gekozen voor
bepreken en proeven van de trappistenbieren. Alhoewel afkomstig van bachten de
kuppe (Houtem) was hij er niet in gelaagd Trappistenbier nr 1, West-Vleteren
te bemachtigen. Er stonden er 5 van de 6 op het programma.
Eric Loobuyck, oud-leerkracht
wonende in buurgemeente Malle wist heel wat te vertellen over het ontstaan der
kloosterorden , van de woestijnvaders over de Benedictijnen, de Cisterciensers
, de Bernardijnen, waarvan er bij ons maar 4 overschietenin de addij van Bornem en tenslotte de trappisten,
genoemd naar de La Trappe, de abdij in Frankrijk met veel verstrengde regels:
geen vlees eten en zwijgen. In de loop der jaren is men een stuk redelijker
geworden. Oorspronkelijk voorzag men totaal zelf in eigen levensonderhoud. Het
trappistenbier vormt een grote bron van inkomsten. En ook over trappistenbier
wist Eric alles.
We begonnen met het
proeven van Orval. Men gaat hier opvallend anders te werk. Hop wordt pas na het
brouwprocesbijgevoegd. Vandaar de
opmerkelijke, zure smaak. 6,3 vol. % alcohol. Valt niet bij iedereen in de
smaak. Mij staat Orval wel aan.
Vervolgens kwam Achel aan
bod, de meest recente trappist. Achel is maar een arme abdij. Men kreeg geen
oorlogschade vergoeding, na de verwoestingen van de eerste wereldoorlog. De
elektrische dodendraad werd dwars door de abdij gebouwd ( Zie blog van 19-07-2011) en al het brouwmateriaal werd
geroofd om het koper voor militaire doeleinden te gebruiken. Noch België, noch
Nederland wilden vergoeden.
Vervolgens kwam echtgenote
Solange aan bod met het verhaal over de kaasmakerij in Westmalle en Chimay. Men
kweekt met rassen die gemakkelijk kalven. In Malle zijn dit eigen Witruggen,
Blaaskoppen en Lakenvelders. En moet je horen: koeien geven meer melk met muziek,
geen klassieke muziek maar echte rockmuziek!Chimay heeft geen eigen veestapel. Daar sloot men een contract met de
omliggende boeren. De kaas is smeuïger dan deze van Westmalle. De kaasmakerij
vertrekt van volle melk. In Westmalle wast men de jonge kaas met een zetmeel
product, in Chimay doet men dit gedeeltelijk met bier!
Solange liet ons de
wrongel en de wei proeven. Best lekker, die wei. Die deed mij denken aan de
karnemelk die in de zomer diende als drank bij het landwerk. De kruik werd fris
gezet in de diepte en schaduw van een gracht.
Chimay is de grootste
brouwerij, en commercieel gericht, met meerdere producten. De trippel, 8 vol %
viel bij velen in de smaak.
Het was een boeiend
verhaal hoe de eerste 4 trappisten, die naar Amerika gestuurd werden met de
Franse revolutie in Rotterdam strandden en tenslotte door de bisschop van
Antwerpen naar Westmalle gehaald werden. Gegoede burgers kochten voor hen de
boerderij. In 1836 begon men er te brouwen. De donkere, dubbele trappist
bedroeg in het verleden het dubbel van de trippel. Nu is het de trippel die
tweemaal meer gebrouwen wordt dan de dubbele. De opbrengst dient voor het
onderhoud van de abdij en gaat verder integraal naar talloze projecten. Dubbele
7%; trippel 9,5%.Rond 1970
wou men moderniseren en had men had Westmalle een brouwerijingenieur
aangetrokken en de trappist trok op niets meer.Broeder brouwer kon het beter.
De huidige abt, Nathaniel
is ook de boer. Momenteel wordt er een hypermoderne, nieuwe stal gebouwd.
Als laatste kwam de
straffe Rochefort, een bruin bier van maar eventjes 11,3 %. Ik ben niet bij de
liefhebbers.
We vernamen nog dat krassen
in de bodem van het glas zorgen voor bubbels, champagne-effect. Duvel past dit
al een tijdje toe.
Voor de gezondheid kregen
we nog een glaasje biergist.
Vorige zaterdag 17/3 ging
op het Provinciaal Proefstation Pamel een ook voor de liefhebber interessante
studiedag door.
Rudi Peeters van de
Belgische Fruitveiling te Sint-Truiden bracht een geanimeerd verslag over het
Internationaal Aardbeisymposium en de aardbeiteelt dat om de vier jaar
ingericht wordt. In 2011 was dit in China. Azië en vooral China is de grootste
aardbeiproducent ter wereld. De productiekosten zijn er een stuk lager dan bij
ons en toch ligt de prijs van het eindproduct hoger. Aan verpakking en
presentatie wordt grote zorg besteed. Buiten het hoogstaande congres, bleef men
wel heel karig met informatie.
Daar herfstframbozen voor
de liefhebber een stuk interessanter zijn dan zomerframbozen keek ik vooral uit
naar de uiteenzetting van Sven Clemens, nog een paar maand hoofd van het
onderzoeksstation te Tongeren. Hijzelf gaat dan naar de Dienst Landbouw
Voorlichting in Nederland.
De heer Dany Bylemans,
algemene directeur van PCfrruit (Proefcentrum Fruitteelt te St-Truiden-Kerkom)
leidde hem in en vertelde hoe het onderzoek van Tongeren mee geconcentreerd
wordtte St-Truiden. Daar wordt nu alles
in gereedheid gebracht en wordt er volop gebouwd tegen de verhuis eind dit
jaar.
In Tongeren hebben ze al
twee jaar ervaring met beloftevolle nieuwe (Nederlandse) rassen.
Daarnaast is er ook het
Italiaanse ras Dolomia. Een
fruitkennis had deze rassen vorig jaar geproefd en vond dit ras het lekkerst.
In de namiddag kwam Yves
Hendricks, directeur van het PPK zelf aan het woord.
Het PPK werkt sinds 1997
biologisch en werd na de 3 overgangsjaren in 2000 als bio-bedrijf erkend.
Yves legde de nadruk op
het bodemvoedselweb als basis van de bioteelt. Daarnaast is matiging van de
bemesting interessant.
Als hij teelt met
nakomelingen van bioplanten, valt hem reeds jaren de hogere opbrengst op in
vergelijking met de productie van gangbaar plantmateriaal van aardbeien.
Mijn bedenking: Wellicht
is het gangbaar materiaal al zodanig geselecteerd voor de gangbare teelt (computergestuurde
voeding) dat deze planten het moeilijker krijgen in de bio-grondteelt.
Snoeihout van frambozen
niet direct afvoeren, maar eerst een week laten drogen en de nuttige beestjes
de kans geven zich te verspreiden.
Contaminatie uit andere
teelten toepassen: bv. blad van aardbeien tussen de herfstframbozen strooien.
Nooit in een nat
bramengewas werken bij valse meeldauw.
De bramenmineerwesp is
momenteel een groeiend probleem waarvoor men nog geen oplossing heeft.
Bessenstruiken pas snoeien
na 1 maart om stengelsterfte (Eutypa) te voorkomen.
Tenslotte vroeg hij
aandacht voor evenwicht. Bij problemen dient in eerste instantie gezocht te
worden waarom zich een plaag manifesteert.
FOTOS
Rudi Peeters
Yves Hendricks
Planten en stelling zomerframboos.
Let op de kruisbalken met draden ter ondersteuning van de lange vruchtstengels.
Voorbeeldsnoei bij
opgaande, stekelloze braam ( Triple Crown?). Op ongeveer 1 m werd de jonge
scheut getopt en ontstonden de mooie zijstengels.
De meer rankende braam Metolius,
eigenlijk meer een braamboos, half braam, half framboos laat zich moeilijker
leiden.
Alhoewel de roodborst een
regelmatige bezoeker was van het voedselhuisje en ik de vogel altijd op de
grond de verspilde brokjes van de mezenbollen, die in de seringenstruik hangen,
zag opsnoepen, was hij daarnet op de mezenbollen zelf neergestreken. Het is wel
de laatste wintervoeding en dan stopt het. Zal hij of zij dit onthouden tot
volgend jaar?
Het is hoog tijd om de
laatste door rondknopmijt gezwollen knoppen op zwarte bes te verwijderen. Met
velen zitten ze te wachten op het uitbotten van de bladeren om hun venijnig
zuigwerk te beginnen. De mijten zelf zijn te klein om ze met
het blote oog te kunnen zien.
De aangetaste knoppen zijn duidelijk
opgezwollen en gemakkelijk te herkennen. Zie de fotos.
Nu is het zaak om die uit
te breken en op te branden.
Op de moderne rassen is er
duidelijk minder aantasting. In t verleden heb ik struiken gerooid omdat de
aantasting te sterk was.
Gisteren (15/3) haalden we
19°. Ik zag ook een spiksplinternieuwe, geelgroene Citroenvlinder.
Dank zij de 4 decennia
lange traditie van de Engelse Chase zaden, die we al dertig jaar zelf afhalen,
staat al die tijd ook Londen op het programma. Een traditionele familie-uitstap.
Dit jaar waren we met zijn twaalven.
De Borough market ten
westen van London Bridge is telkens een belevenis. Peter had een plaats
bemachtigd in de luwte van de kerk.
Kew Gardens sloot ons
programma af, maar de in-de-kruinen-van-de-bomenwandeling, waar Tinzin naar uitkeek, werd gerenoveerd.
In Fruitteeltnieuws 05 2
maart 2012 bespreekt men dit insect dat wel met bloedluis kan verward worden.
Het schijnt al een oud bekend insect te zijn dat nu weer zijn kop opsteekt.
Zelf heb ik er gelukkig geen last van.
Appelwolluizen zijn
voornamelijk te vinden in de spleten van oudere appelbomen.
De appelwolluis
overwintert als larve in een witte cocon, die ze vanaf half maart beginnen te
verlaten. Vanaf half april zijn de meesten hun zuigwerk in de boom begonnen.
Daarbij scheiden ze honingdauw uit waarop zich de roetdauwschimmel ontwikkelt.
Bladeren en vruchten raken zwart besmeurd.
Mannetjes blijven
prutsklein maar krijgen wel vleugels. De larven en volwassen vrouwtjes zijn
veel groter en hebben het uitzicht van een mini pessebed, bepoederd met een
wasachtige, witte poederlaag. Ze produceren aan hun achterlichaam lange
wasdraden die een cilindervormige eizak vormen. Hierin leggen ze ongeveer 500
eieren. Dit gebeurt al vanaf eind april. Het zijn meestal deze lange eizakken
van ongeveer 9 mm lang en 3 cm breed die men ziet in schorsspleten, op scheuten
of aan de onderkant van bladeren. De jonge larven blijven een tijd in de eizak.
Pas van ongeveer half juni beginnen ze hun zuigwerk. Dit gaat een groot deel
van de zomer door.
Hun natuurlijke
bestrijders zijn dezelfde als deze genoemd bij bloedluis.
Van Geert kreeg ik volgende feed back
betreffende Bloedluis
Ik
heb zelf een tiental rassen appel. Alleen de court-pendu rosat hoogstam heeft
er voorlopig last van. Ik pak dit aan met een borsteltje met keukenolie. Welke
olie maakt niet uit. Olijfolie, soyaolie, zonnebloemolie...
Ik kreeg een vraag: Wat
doen? Mijn appelbomen zitten lelijk onder de schimmel.
Na wat navragen bleek het
niet om schimmel te gaan maar om bloedluis, verscholen onder een wit
dradenspinsel die deze luizen via hun wasklieren vormen. Het worden soms hele
plakken.
Bij platdrukken van deze
luizen vormt zich een rood-bruine vlek.
De schors wordt door de
luizen aangetast en vormt een hobbelig uitzicht vol woekeringen. Een
invalpoort voor kankersporen en dit is wel een schimmel, Nectria galligena.
Takken en bomen kunnen er door afsterven.
De overwinterende luizen
vormen geen wasdraden. Deze activiteit begint terug vanaf begin april met een
sterke toename van de luizen. Tien generaties volgen elkaar op.
Ik kreeg indertijd de raad
de plekken in te smeren met afgedraaide olie. Zou uitborstelen en insmeren met
slaolie ook lukken?
Het probleem met bloedluis
heb ik al jaren niet meer. Er zijn in mijn natuurlijke boomgaard voldoende natuurlijke
vijanden: lieveheerbeestjes en hun larven, gaasvliegen en hun larven, larven
van zweefvliegen, roofwantsen, larven van sluipwespen, oorwormen enz.
Vandaag bij het laden van de lading hout nr 17 de jubelende lentetonen van de grote lijster gehoord aan De Kluis. Het donkere, nevelige weer van de laatste dagen was blijkbaar geen beletsel. Het deed mij plezier, want het was toch al een aantal jaren dat ik deze lentezang miste. Blijkbaar is de vogel toch niet uit de streek verdwenen.
Zijn dochter Alison laat
weten dat Howard vorige vrijdag 25/2 in zijn slaap overleden is. Hij was in
januari 89 geworden.
Vorige woensdag brachten
we hem nog een bezoek en hadden de gevraagde Rode Boskoop mee. Konijnen hadden
zijn vorige vernield.
Hij had voor mij de
nieuwste, Schotse zwarte bes Big Ben bemachtigd, een geschenk dat mij heel veel
plezier doet en blijvend aan hem zal herinneren.
Zij hadden het deze keer
veel meer over hun kinderen en kleinkinderen. Er werden fotos getoond, o.a. van
bezoeken aan hun zoon in Frankrijk.
Alison vermeldt dat hij de
donderdagnamiddag nog gespeeld had met zijn great granddaughter
(achterkleindochter).
Ik heb Howard een eerste
maal ontmoet op de Europom te Alden Biezen in 1995. Hij bemande er toen de
stand van Brogdale. Veel beter heb ik hem en Elisabeth leren kennen op de
eerste reis van de Nationale Boomgaardenstichting naar Engeland in 1997, geleid
door Jean-Pierre Billen en Fons Houben.
Howard vertelde dat hij
zijn legerdienst kort na de oorlog doorbracht in Antwerpen. Als ingenieur had
hij toezicht op de communicatie (telefoon).
Terug in Engeland heeft
hij nog 1 jaar Nederlands gestudeerd. Er werd maar 1 jaar ingericht. Hij deed
dit om Nederlandstalige fruitboeken te kunnen lezen. Pomologia, het tijdschrift
van de NBS las hij grondig.Ik
stuurde hem ooit een van mijn teksten en hij vroeg mij meer uitleg betreffende 3
woorden. Hij vond ze niet in het woordenboek. Het bleken Zuid Nederlandse of
dialectwoorden!
Hij is een paar keer naar
België op bezoek gekomen, een eerste maal naar de Europom in Sint Pieters Leeuw. Hij logeerde bij ons. Vincent Turkelboom leerde hem de overheerlijke
biologische serredruiven van Overijse kennen en we gingen samen naar Peter
Bauwens, ook een goede bekende van Howard.
Een tweede maal kwam hij
op uitnodiging van Jean-Pierre Billen en bezochten we o.a. de Keiselboomgaard
te Diepenbeek met Erno Eersels en het Centre de Recherche Agronomiques te
Gemboux onder leiding van Marc Lateur.
Howard en Elisabeth waren
de eregasten op de laatste weekreis die ik 10 jaar terug met Velt in 2002
inrichtte naar de Cotswolds en Cornwall.We bezochten Hygrove, de tuin van prins Charles en Ryton, het
hoofdkwartier van Garden Organic (de Engelse Velt) en in Cornwall het pas
geopende Eden en de Lost Gardens of Heligan. Ik herinner mij een anekdote
tijdens de heuvelwandeling in de Cotswolds te Upper en Lower Slaughter. Hij
vond het erg zwaar, maar onderweg vonden we een gelegenheid voor een afternoon tea
en zij kikkerden helemaal op.
Elk jaar gingen we bij
Howard op bezoek en werden er enten uitgewisseld. Hij toonde mij ooit fier fotos
van zijn eerste Otavas van enten die ik hem gaf. Van hem leerde ik de fijne
winterappel Sturmer Pippin kennen. Via hem werd ik lid van de Friends of
Brogdale en leerde meerdere fruitmensen kennen o.a. Eckart Brandt, de man die
de 700 oude rassen uit de Elbestreek nieuw leven inblies.Elisabeth, zijn vrouw, eveneens 89 stamt uit
Hamburg.
Howard was een van de
eminente leden van de Fruitgroep van de Royal Horticultural Society. De groep
telt slechts ongeveer 200 leden. Als je dit aantal vergelijkt met de 300.000
leden van de RHS, besef je maar al te goed dat echte fruitliefhebbers maar een
zeldzaam ras zijn!
Jarenlang had hij op Wisley
en te Brogdale zijn zitdagen om de vragen betreffende fruit te beantwoorden.
Howard en Elisabeth hadden
naast de fruittuin ook een interessante moestuin. Ze waren al ruim in de
tachtig toen ze er mee stopten. In die tijd halveerde Howard zijn fruitbomen.
Te gevaarlijk om nog op een ladder te kruipen. Hij was ook een kersen kenner-specialist.
Voor hem bracht ik destijds de eerste Gisela 5 onderstammen mee. Op Colt werden
ze te groot om met net te overtrekken.
Van kersen gesproken. We
hadden het genoegen met hem en de Friends de kersendag te Brogdale mee te
maken. We proefden toen heel wat van de 350 kersenrassen. En wat mij toen het
meest trof: elke kers smaakte, natuurlijk in gradaties. Iets wat je van appelen
en peren beslist niet kunt zeggen.
De laatste jaren was hij
moeilijker te been, maar dit belette niet dat hij praktisch altijd aanwezig was
op de bijeenkomsten in Brogdale. Een vijftal jaar terug was hij een tweede maal
geopereerd aan zijn hart. Toch had hij er aan gehouden aanwezig te zijn op onze
busreis naar Brogdale en sprak de medereizigers toe over de nieuwe wendingen
die er voor Brogdale aankwamen. Later vertelde hij dat de terugrit met eigen
wagen zeer lastig was geweest met een viertal noodzakelijke rustpauzes
onderweg. Hij en Elisabeth kwamen maar tegen middernacht thuis, de tijd dat wij
thuis waren in België.
Howard met zijn geweldige
fruitkennis en blijvende weetgierigheid was en is voor mij een lichtend voorbeeld.
Ik draag in mij een dankbare herinnering aan hem mee.
FOTOS
Met Velt in Engeland 2007
Na de Europom te Wisley in
2010 gingen we samen met de Friese fruitvrienden eten in een pub te Send, hun
woonplaats (Woking, Surrey).
Op Blommerschot en Het
Kruis heeft Natuurpunt al enkele jaren het reservaat De Kluis. Ook omliggende
bossen werden aangekocht. Hier komen 4 gemeenten samen: Malle, Vorselaar,
Zandhoven en Zoersel.
In een van die bossen
verkocht Natuurpunt 5 kavels Amerikaanse eik, lorken (Larix decidua) en
Amerikaanse vogelkers: allemaal exoten die men uit de bossen weg wil hebben.
Samen met zoon Peter
hebben wij 2 kavels gekocht, samen ongeveer 25 m3 hout.
De voorbije weken leenden
zich uitstekend voor het boswerk. Tijdens het vriesweer werk je meer beschut in
het bos en daarna kwamen enkele mooie dagen. Een aangename kant zijn ook de
gesprekken met andere houthakkers. Jos leerde mij bv. hoe je een lus aan de touw
met een lange tak omhoog schuift langs de stam om een boom in de gewenste richting te doen
vallen. Vroeger hadden we daar een lange ladder voor nodig.
En ook mijn ego werd gestreeld. Een oudere fietser stopte toen ik op mijn eentje een vracht aan het laden was. "Zo'n zware blokken laden dat zou ik niet meer kunnen. Maar gij zijt nog jong!" Ik antwoordde: "Ik ben 2 x 7. Hij verstond eerst 72. Hijzelf 75. Ik nog 2 jaar ouder. Maar ik amuseer mij nog altijd in het bos.
Al 50 jaar geleden (1962)
kocht ik een kant kakhout met vooral zwarte els en wat es tussen de beemden van Zoerselbos aan
de toenmalige opzichter, de oom van Leo Cautereels, de huidige sterkhouder van
het Zoerselbos en het Bezoekerscentrum. Je moet er eens de boerenbloementuin
komen bewonderen.
Mijn vader Jules uit
West-Vlaanderen, toen 73 jaar oud - hij was van het jaar 1889, ook het jaar van Hitler. En ze waren allebei korporaal tijdens de eerste wereldoorlog- kwam dolgraag helpen. Ik herinner mij dat
hij de eerste dag s avonds nog een stuk fitter was dan ik, toen 27!
Het werk schiet goed op.
We hebben al 16 ladingen thuis.
Illustratiemateriaal
In het bos
Ik met de kettingzaag. Ik draag een beschermbroek.
Gevelde boom
In blokken gezaagd. Let op de met blauw gemerkte, dode
berk die moet blijven staan. Links ervan zie je een spork of vuilboom (Rhamnus
frangula), eveneens met de blauwe stip.
Afladen
De kleinkinderen hielpen bij het zwaarste werk,
ophalen en afladen van de blokken van de dikste lork. Links Michiel, Jochen en
Jonas.
De kruiwagen maakt het werk veel lichter.
Jochen 25, de oudste van de kleinkinderen en Jonas.
In het Berry Yearbook 2012 las ik over deze
biologische plantenkwekerij (Organic sinds 2000) in de Radnershire Hills te Bryngwyn
in Powys. (Wales). Het bedrijf ligt op 1100 Feeth (een kleine 400 m) hoogte. De
rood-bruine leemgrond heeft een PH van 5,5 -5,8 ideaal voor kleinfruit. Ze kweken
robuuste planten die later overal vlot weggroeien.
Dit jaar brengen zij een nieuwe plant op de markt: de Chucklebes. Dit is een nieuwe kruising
(hybride) van 3 soorten: rode bes, kruisbes en Josta (op zichzelf al een
kruising van zwarte bes en kruisbes.).
De plant groeit als een
zwarte bes met een hoge opbrengst aan zwarte bessen. Ze rijpen midden juli.
Ze lenen zich voor het
maken van een fantastische, rode confituur met smaken van de drie soorten
vruchten.
Daarnaast zijn het
smaakmakers voor ijsroom, cakes en voor verwerking in dranken.
IK lees in de krant dat
Antwerpen aan de inwoners, die aan een stoep van minstens 1,80 m breed wonen,
de mogelijkheid biedt om tot het einde van de maand een gratis plantpakket aan te
vragen via de stadswebsite of de infolijn.
Behalve klimop, bosrank en
klimhortensias worden ook eetbare druivelaars en braamstruiken aangeboden.
En dat wijst bij ons op
een hele omkeer in het groendenken.
In 1993 bezochten we Wenen
met schoonbroer Evert, prof Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw. In een nieuwe wijk zag ik toen al tegen de
huizen aanplant van bramen.
De Elf Stedentocht wordt
dan toch niet gereden. Het ijs is nog te dun.
Ik las dat men in de
Flevopolder, het drooggelegde stuk van het IJsselmeer, -22 °C had gemeten en
men zich afvroeg of er schade zou zijn aan de appeloogst.
De laatste dagen is het
minder gaan vriezen en tegen volgende zondag verwacht men dooi.
Mijn kippen trekken het
zich niet erg aan. Enkel na de sneeuwval bleven ze een tijdje in het hok.
Wie zich ook weinig van
het vriesweer aantrekt is de heggenmus. Enkele dagen terug, s morgens in de
vrieskou weerklonk aan 2 kanten het fijn geprevelde liedje. Ze zijn al een
tijdje aan t zingen. Op de voederplaats kan je ze direct herkennen aan het
sluipend, beweeglijk gedrag. Ze fourageren enkel op de grond.
In mijn kindertijd in
West-Vlaanderen was dit de Koolpupe . Vele keren heb ik de helblauwe eitjes
gezien in een warm met haren, vezeltjes en pluimpjes gevoerd nest. Toen ik
gelijkaardige, blauwe eitjes ontdekte, vooral in de holten van knotwilgen, kwam
dit verwonderlijk over tot ik ontdekte dat dit de eitjes waren van de Gekraagde
Roodstaart, een holenbroeder. Vele jaren geleden trof ik die soms aan in mijn
nestkasten hier. Blijkbaar verdwenen uit de streek?
Een paar keer heb ik een
koekoeksjong ontdekt in het nest ven een heggenmus.
FOTOS
Hieronder een aantal fotos.
Ik heb nog een vraag. Tot
op heden heb ik de rasnaam van de nieuwe haan nog niet kunnen achterhalen.
Typisch zijn de beverderde poten. Wie kan mij die laten weten?
Het is een temperamentvol
dier, want hij valt mij steeds aan als ik te dicht bij zijn kippen kom. Tot nog
toe ben ik er niet in geslaagd om hem te intimideren. Er schiet mij een beeld te
binnen van een knecht op onze hoeve die er wel in slaagde om een aanvallende
haan Witte Leghorn- het kippenras dat tot het einde van de tweede wereldoorlog werd
gehouden als het beste legras- , te doen afdruipen.
1.Zonnepanelen.
Het was verwonderlijk hoe vlug de sneeuw wegsmolt. Alhoewel het nog vroor, zag
ik smeltwater neerdruppelen.
2.De
kippen onder de kleinfruitserre.
3.Idem
4.De
stappende haan in de sneeuw
5.De
grote kleinfruikooi ontmanteld. Vorig jaar met het net er nog op had ik heel wat
te stellen met de sneeuw. (Blog van 5/1/2011)
6.De
familieboom met zijn 18 rassen
7.Oprit
aan de straat met erachter de Schijnvallei.
Tot bijna eind januari
begon het er op te lijken dat we geen winter zouden krijgen. Maar dan vormde
zich een zeer sterk en uitgebreid hoge luchtdruk gebied in het hoge noorden en
het oosten en versmolt met dit aan onze kanten. De Siberische koude zakte af.
Vanmorgen 4/2 voor mij
een belangrijke dag, want 2x7- las ik op de beide buitenthermometers om 8u -15
°C. Toch voelde het niet echt koud aan in vergelijking met de koude wind van de
vorige dagen. Een echt striemende wind was het gelukkig nog niet, want pas dan
is het vriesdroogeffect op zijn sterkst en is er veel vorstschade. Nogal wat
peren op kwee vriezen dan dood.
Bij mij lijden dan vooral
de bramen en braambozen (half braam, half framboos).
Misschien beschut de 4 cm
sneeuw die gisteren viel enigszins de op de grond liggende stengels?
Men voorspelt nog een week
serieuze vorst. Boven de sneeuw en open hemel vriest het hard.
Als de wind maar
wegblijft!
FOTOS
De bramen staan er deze
winter er nog opvallend groen bij. Was er nog te veel sapstroom en zijn ze nu
misschien nog gevoeliger?Vanaf -10 °C
lopen ze gevaar.
Info ISSAÏ uit Friesland (Rinskje Kooistra & Auke Kleefstra )
Info ISSAÏ uit Friesland (Rinskje
Kooistra & Auke Kleefstra )
Wijzelf hebben de Issai altijd
ontraden aan kwekers die een grote aanplant wilden realiseren. Op rijke
zandgrond in Sumar groeien de Issai erg goed, een paar meter schot. Maar op
klei, blijft het een tierig plantje.
De vruchten zijn te kwetsbaar voor
de handel en te klein. Vaak ook telaat, oktober, waardoor ze niet goed rijpen.
In Duitsland zijn er nogal wat
plantages met Issai. En ook diverse offertes die we aangevraagd kregen voor
Nederland/Belgie bevatte vaak de wens om Issai te offereren. Mensen gaan toch
voor de korte termijn merkten we. Maar goedkoop is in deze toch duurkoop.
Jammer hoor, want het zorgt voor onterechte teleurstelling voor dit ideale
fruitgewas!
Inderdaad niet planten in kassen
o.i.d.! Lopen ze onder de spint. De minikiwi komt van oorsprong uit hele koude
gebieden, verre Oosten Rusland en Noord-Korea/China.
Min 20/30 Celcius kunnen ze prima
hebben. Alleen als de bloemknoppen aanwezig zijn, dan zorgt (nacht)vorst ervoor
dat ze gevriesdroogd worden.... met als gevolg (bijna) geen oogst!
Wij hebben een aantal jaren 50
diverse rassen in proef. Waarvan enkele rassen niet geschikt bleken en alweer
verwijderd zijn. De lege plekken worden weer opgevuld met andere rassen, nog
genoeg te testen!
We testen op smaak, zoetheid vrucht
versus bitterheid schil. Verder is gewicht belangrijk, minimaal 6/7 gram per
vrucht voor de markt. En bewaardbaarheids proeven.
Ik heb Gerard een eerste maal ontmoet te Roeselare bij Jan Heyman in 1974. Ze waren collegas op de Land- en Tuinbouwschool. Gerard is ingenieur Tuinbouw. Hij was toen al begonnen met zijn organische meststoffen OSMO, eerst te Keiem, dan te te Diksmuide. Zijn bedrijf bezochten we in 1976 ter gelegenheid van het VELT-congres op de Volkshogeschool De Blankaart te Woumen. Na de verkoop van het bedrijf(+/-10 jaar terug ) hebben zij zich gevestigd op een verbouwde hoeve te Houthulst. De broer van Irene is bekend van het Dischhof te Keiem, het ouderlijke hof, een van de eerste bio-melkbedrijven. Voor de geïnteresseerde: www.dischhof.be Irene en Gerard waren meerdere keren mee op de reizen van de NBS en de Veltreizen naar Engeland die ik inrichtte. Gerard heeft een fijne neus voor bibliofiele werken over fruit en groenten. Ik had het geluk er te kunnen in grasduinen. Laatst vond ik nog gegevens over de Wintercitroenen. Een interessante bewaarappel. Het blijkt een oud Duits ras te zijn. Sterke groeikracht, gezond, grote vruchten met een goede smaak en die bewaren tot april. De enten kwamen uit de tuin van de nichten van Aleide te Kortemark. Het is een goede en regelmatige drager. Ik heb ze geënt aan de basis van onze familieboom en dat was een goede keuze. Het ras vormt van nature een brede kroon. Een bewaarappel die ik zeker zou aanraden. Gerard heeft zijn perenplantsoen Potager du Roi genoemd naar de tuin te Versailles. Daartegenover staat een weelderige kersenaanplant op Gisela 5, bomen die van Bart Dequidt van Kemmel komen . www.boomkwekerijdelinde.be In de hoogstamboomgaard lopen schapen. Tegen de zuidgevel staan enkele vijgen. Problemen met bevriezen zijn er nog niet geweest. Steeds hadden ze een overvloedige opbrengst. Blijkbaar een gunstig klimaat, goede rassen en een dankbare leemgrond. Op de moestuinpercelen nog heel wat groenten. In de serre oogstrelend plantsoen van veldsla. Ik schreef reeds een blog over de Issai die het niet deed in de serre. Was het een mindere kloon? Te zware grond? De gevoeligheid voor spint in een serreklimaat?
FOTOMATERIAAL
1. Uw verslaggever 2. Met Gerard 3. Het woonhuis 4. Irene in de deur 5. Tuinpad 6. Huis met oprit 7. We naderen Le Potager du Roi naar het voorbeeld van Versailles 8. Idem 9. Detail
10. Peren 11. Kersenboomgaard 12. Knotwilgen met meidoornhaag tegen de straat 13. Schapen inde hoogstamboomgaard 14. Vijg 15. De druiven in bakken geven weinig voldoening 16. Kolen 17. Spruiten 18. Oude knotwilg en moerbei