Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
07-04-2012
Grote Bonte Specht
Grote Bonte Specht
De Grote Bonte Specht komt
nog vlug snoepen van de allerlaatste mezenbollen.
Eerst ging het naar
Lessines (Lessen ligt over de taalgrens) voor het bezoek aan het tot museum
omgevormde oud hospitaal Notre Dame à la Rose, gesticht in 1242 met hospitaal
en kloostergebouwen, een eigen boerderij en tuinen en een ijskelder. De stukken
ijs had men tijdens de vroegere, strenge winters maar uit de Dender, die naast
het gebouw vloeit, te kappen.
Heel veel werd bewaard en
het geheel werd uitstekend gerestaureerd. Met gids Jean hadden we een boeiende
en humoristische, uitgebreide, door iedereen gesmaakte rondleiding. Er zijn
veel mooie dingen te zien en ook akelige zaken van de oude geneeskunde. We
vernamen veel over de vroegere behandelingen.Bij de kunstwerken hangt er zelfs een
Christusfiguur met borsten, 1 van de 3 dergelijke taferelen in Europa.
Meubelstukken en oude kasten vallen op.
Ik was al eens als
twaalfjarige in Lessen. In de ondergrond zit een zeer hard, vulkanisch
stollingsgesteente porfier. Men kapt er o.a. kasseistenen uit. Tussendoor
hoorde ik dat er nog steeds 2 groeven actief zijn. Maar een kijkje stond spijtig
niet op het programma.
We hadden een verzorgd
middagmaal in De Zwalmkoets te Munkzwalm. Het begon met een bord waterkerssoep.
Waterkers is een gewas dat gekweekt wordt in stromend bronwater. Van de gids
zullen we in de namiddag horen hoe hij een vrouw met kanker met goed gevolg
waterkers aanraadde.
Met gids Nestor Bekaert
hadden we een rondrit door het zonovergoten landschap van de Vlaamse Ardennen
o.a. over kasseistroken en stijgende wegen als de Berendries waar op zondag 1
april de Ronde van Vlaanderen passeerde. Een knap uitgedokterd traject.Een bezoek aan de kaasmakerij van
de Sint-Michelshoeve onder de toren te Michelbeke-Brakel vormde de laatste
activiteit. Het werd aanschuiven in de winkel.
Er was nog een stop aan de
Biestmolen, nu herberg-restaurant op de
Zwalm te Oudenaarde. De gids trok onze persoonlijke aandacht op een waardevolle,
bedrijfsvaardige dieselmotor. De watermolen staat hier midden onder het gebouw.
Er zijn plannen om hem te restaureren en weer te laten functioneren.
FOTOS van Aleide
Lessines heeft blijkbaar
een grote kerk
Daouda bij nonneke.
Erachter een alkoof waarin men tot 3 patiënten kon leggen. Op de rode gordijnen
zag men minder het bloed.
Gedekte tafel met tinnen
eetgerief. Later gebruikte men porselein
Via de ogen van dit
schilderij hield het gebeuren in de andere kamer in het oog
Eiken kasten op de
achtergrond
Daouda, onze gast voor 3
maand keek zijn ogen uit.
Een curieus beeld
En deel van het gezelschap.
Toren van de kapel van het
hospitaal. Achteraf hoorde ik dat een paar buitenbeentjes van het gezelschap in
de tuin waren geraakt. Spijtig dat ik de kruiden niet heb gezien.
Louis Eelen van Vorselaar
is een fijne vakman. Vorige week, toen hert nog warm en zonnig was dook hij op.
Toevallig was hier mijn
oud leraar Duits Leo. Hij en Daouda waren benieuwd om te zien hoe hij entte.
Louis had zijn beitel wel
niet bij maar zijn mes volstond. Hij ent nu met een driehoeksenting: driehoekige
insnijding en precies passende driehoekige aansnijding van de ent.
Begin mei 1963 ging ik op
een gelijkaardige manier te werk bij mijn allereerste enting, geleerd uit een
boekje. En terwijl ik toen bezig was hoorde ik het snorrend-rollend geluid van een
nachtzwaluw.
Op de boom bestemd voor
dochter Tinneke tegenover het Lindenpaviljoen in Zoersel, entte hij de Aleida appel, een zaailing van hier en
genoemd naar haar moeder. Het is een behoorlijke winterappel. De onderstam is
een MM 106 bestaande uit een gesplitste stam. Op stam twee kwam een Ecolette. Het eerste resistent ras dat
men in Wageningen kweekte. Een van de ouders is Elstar.
Op een tweede onderstam zette Louis een dubbele enting met Reinette d'Armorique met enten van Pierre Coustenoble, de voorzitter van de Croqueurs de Pommes Nord et Pas de Calais uit zijn boomgaard op de flanken van de Catsberg net over "de schreve" in Frans-Vlaanderen. Het is een zeer lang bewaarbare winterappel. (foto 3).
Op mijn 8 jaar oude, tot
nog toe vruchtloze Weiki kiwibes entte Louis nog een mannelijke ent. Wellicht
niet het beste moment , want nu geknipte takken gaan bloedden. Het zou kunnen
dat de chip van vorig jaar toch nog tot leven komt.
Op de fotos is te zien dat
hier niet meer gewerkt wordt met raffia, maar met een speciaal lint. Het
achteraf instrijken blijft hetzelfde. Echter het topje van de ent niet
vergeten. (Laatste foto).
In het Noorden van
Kameroen werkt men niet met zaad of plantuitjes, maar men snijdt een grote ui
horizontaal in twee helften door. Dan merk je de geelgekleurde vruchtbeginselen.
De ene ui had er 5, een andere 3, maar er was er ook een met slechts twee elementen.
Het bovenste stuk wordt geconsumeerd
en het onderste stuk dat wortelen heeft geplant. Als de nieuwe vruchtelementen een
tiental cm gegroeid zijn, worden deze afzonderlijk uitgeplant.
Toevallig belde Paul, die
een natuurwinkel heeft. Hij doet ongeveer hetzelfde en plant de schietende afvaluien
uit en bekomt meerdere nieuwe knollen. Nu ga ik de scheuten ook eens afzonderlijk
uitplanten.
Zondagavond is Daouda hier
aangekomen voor een opleiding van 3 maand in Ecologisch leven en telen.
Andre komt van het dorp
Bi-Paing in het hoge, droge noorden van Kameroen. Het is een bijdehandse, jonge
boer en actief betrokken bij de projecten van Cozoego (Comité Zoersel-Going). Naast
Going heeft de werking zich sterk verruimd tot Lara, Bi Paing en het stadje
Kaele.
Het wordt ook voor ons een
drukkere tijd om hem met veel kennis te laten maken.
Een gelegenheid om de
collegas terug te zien, net als de vorige maal in de hotelschool Coloma te
Mechelen.
Jef Pauwels, destijds mijn
opvolger en ook al met pensioen en de levensgezel van Maria verraste met een openingsgebed
met woordspelingen en anekdotes, niet direct in de lijn van de leer.
Maar aan Jan Verdoodt, als
steeds de feestredenaar, kan niemand tippen. Het is een waar genoegen om naar
zijn goed gestoffeerde, met verve gebrachte biografie van ditmaal Maria, te
luisteren.
Daar er langere periodes
zonder vieringen in aantocht lijken is men plannen aan het smeden voor een
jaarlijkse bijeenkomst.
Vandaag, de zoveelste,
zeer zonnige lentedag 2 nieuwe waarnemingen: een dagpauwoog, heel waarschijnlijk
een overwinteraar, want de andere moeten nog de reis maken vanuit Noord-Afrika
en de middellandse zeegebieden.
De andere was een oranjetip
samen dartelend met een koolwitje. Nog een bont zandoogje gezien, misschien de
talrijkste soort hier.
De rest van de pootui en de sjalotten zitten er in.
Het Davidsfonds is
vanavond (20/3) op vele plaatsen actief. Lionel, de voorzitter had gekozen voor
bepreken en proeven van de trappistenbieren. Alhoewel afkomstig van bachten de
kuppe (Houtem) was hij er niet in gelaagd Trappistenbier nr 1, West-Vleteren
te bemachtigen. Er stonden er 5 van de 6 op het programma.
Eric Loobuyck, oud-leerkracht
wonende in buurgemeente Malle wist heel wat te vertellen over het ontstaan der
kloosterorden , van de woestijnvaders over de Benedictijnen, de Cisterciensers
, de Bernardijnen, waarvan er bij ons maar 4 overschietenin de addij van Bornem en tenslotte de trappisten,
genoemd naar de La Trappe, de abdij in Frankrijk met veel verstrengde regels:
geen vlees eten en zwijgen. In de loop der jaren is men een stuk redelijker
geworden. Oorspronkelijk voorzag men totaal zelf in eigen levensonderhoud. Het
trappistenbier vormt een grote bron van inkomsten. En ook over trappistenbier
wist Eric alles.
We begonnen met het
proeven van Orval. Men gaat hier opvallend anders te werk. Hop wordt pas na het
brouwprocesbijgevoegd. Vandaar de
opmerkelijke, zure smaak. 6,3 vol. % alcohol. Valt niet bij iedereen in de
smaak. Mij staat Orval wel aan.
Vervolgens kwam Achel aan
bod, de meest recente trappist. Achel is maar een arme abdij. Men kreeg geen
oorlogschade vergoeding, na de verwoestingen van de eerste wereldoorlog. De
elektrische dodendraad werd dwars door de abdij gebouwd ( Zie blog van 19-07-2011) en al het brouwmateriaal werd
geroofd om het koper voor militaire doeleinden te gebruiken. Noch België, noch
Nederland wilden vergoeden.
Vervolgens kwam echtgenote
Solange aan bod met het verhaal over de kaasmakerij in Westmalle en Chimay. Men
kweekt met rassen die gemakkelijk kalven. In Malle zijn dit eigen Witruggen,
Blaaskoppen en Lakenvelders. En moet je horen: koeien geven meer melk met muziek,
geen klassieke muziek maar echte rockmuziek!Chimay heeft geen eigen veestapel. Daar sloot men een contract met de
omliggende boeren. De kaas is smeuïger dan deze van Westmalle. De kaasmakerij
vertrekt van volle melk. In Westmalle wast men de jonge kaas met een zetmeel
product, in Chimay doet men dit gedeeltelijk met bier!
Solange liet ons de
wrongel en de wei proeven. Best lekker, die wei. Die deed mij denken aan de
karnemelk die in de zomer diende als drank bij het landwerk. De kruik werd fris
gezet in de diepte en schaduw van een gracht.
Chimay is de grootste
brouwerij, en commercieel gericht, met meerdere producten. De trippel, 8 vol %
viel bij velen in de smaak.
Het was een boeiend
verhaal hoe de eerste 4 trappisten, die naar Amerika gestuurd werden met de
Franse revolutie in Rotterdam strandden en tenslotte door de bisschop van
Antwerpen naar Westmalle gehaald werden. Gegoede burgers kochten voor hen de
boerderij. In 1836 begon men er te brouwen. De donkere, dubbele trappist
bedroeg in het verleden het dubbel van de trippel. Nu is het de trippel die
tweemaal meer gebrouwen wordt dan de dubbele. De opbrengst dient voor het
onderhoud van de abdij en gaat verder integraal naar talloze projecten. Dubbele
7%; trippel 9,5%.Rond 1970
wou men moderniseren en had men had Westmalle een brouwerijingenieur
aangetrokken en de trappist trok op niets meer.Broeder brouwer kon het beter.
De huidige abt, Nathaniel
is ook de boer. Momenteel wordt er een hypermoderne, nieuwe stal gebouwd.
Als laatste kwam de
straffe Rochefort, een bruin bier van maar eventjes 11,3 %. Ik ben niet bij de
liefhebbers.
We vernamen nog dat krassen
in de bodem van het glas zorgen voor bubbels, champagne-effect. Duvel past dit
al een tijdje toe.
Voor de gezondheid kregen
we nog een glaasje biergist.
Vorige zaterdag 17/3 ging
op het Provinciaal Proefstation Pamel een ook voor de liefhebber interessante
studiedag door.
Rudi Peeters van de
Belgische Fruitveiling te Sint-Truiden bracht een geanimeerd verslag over het
Internationaal Aardbeisymposium en de aardbeiteelt dat om de vier jaar
ingericht wordt. In 2011 was dit in China. Azië en vooral China is de grootste
aardbeiproducent ter wereld. De productiekosten zijn er een stuk lager dan bij
ons en toch ligt de prijs van het eindproduct hoger. Aan verpakking en
presentatie wordt grote zorg besteed. Buiten het hoogstaande congres, bleef men
wel heel karig met informatie.
Daar herfstframbozen voor
de liefhebber een stuk interessanter zijn dan zomerframbozen keek ik vooral uit
naar de uiteenzetting van Sven Clemens, nog een paar maand hoofd van het
onderzoeksstation te Tongeren. Hijzelf gaat dan naar de Dienst Landbouw
Voorlichting in Nederland.
De heer Dany Bylemans,
algemene directeur van PCfrruit (Proefcentrum Fruitteelt te St-Truiden-Kerkom)
leidde hem in en vertelde hoe het onderzoek van Tongeren mee geconcentreerd
wordtte St-Truiden. Daar wordt nu alles
in gereedheid gebracht en wordt er volop gebouwd tegen de verhuis eind dit
jaar.
In Tongeren hebben ze al
twee jaar ervaring met beloftevolle nieuwe (Nederlandse) rassen.
Daarnaast is er ook het
Italiaanse ras Dolomia. Een
fruitkennis had deze rassen vorig jaar geproefd en vond dit ras het lekkerst.
In de namiddag kwam Yves
Hendricks, directeur van het PPK zelf aan het woord.
Het PPK werkt sinds 1997
biologisch en werd na de 3 overgangsjaren in 2000 als bio-bedrijf erkend.
Yves legde de nadruk op
het bodemvoedselweb als basis van de bioteelt. Daarnaast is matiging van de
bemesting interessant.
Als hij teelt met
nakomelingen van bioplanten, valt hem reeds jaren de hogere opbrengst op in
vergelijking met de productie van gangbaar plantmateriaal van aardbeien.
Mijn bedenking: Wellicht
is het gangbaar materiaal al zodanig geselecteerd voor de gangbare teelt (computergestuurde
voeding) dat deze planten het moeilijker krijgen in de bio-grondteelt.
Snoeihout van frambozen
niet direct afvoeren, maar eerst een week laten drogen en de nuttige beestjes
de kans geven zich te verspreiden.
Contaminatie uit andere
teelten toepassen: bv. blad van aardbeien tussen de herfstframbozen strooien.
Nooit in een nat
bramengewas werken bij valse meeldauw.
De bramenmineerwesp is
momenteel een groeiend probleem waarvoor men nog geen oplossing heeft.
Bessenstruiken pas snoeien
na 1 maart om stengelsterfte (Eutypa) te voorkomen.
Tenslotte vroeg hij
aandacht voor evenwicht. Bij problemen dient in eerste instantie gezocht te
worden waarom zich een plaag manifesteert.
FOTOS
Rudi Peeters
Yves Hendricks
Planten en stelling zomerframboos.
Let op de kruisbalken met draden ter ondersteuning van de lange vruchtstengels.
Voorbeeldsnoei bij
opgaande, stekelloze braam ( Triple Crown?). Op ongeveer 1 m werd de jonge
scheut getopt en ontstonden de mooie zijstengels.
De meer rankende braam Metolius,
eigenlijk meer een braamboos, half braam, half framboos laat zich moeilijker
leiden.
Alhoewel de roodborst een
regelmatige bezoeker was van het voedselhuisje en ik de vogel altijd op de
grond de verspilde brokjes van de mezenbollen, die in de seringenstruik hangen,
zag opsnoepen, was hij daarnet op de mezenbollen zelf neergestreken. Het is wel
de laatste wintervoeding en dan stopt het. Zal hij of zij dit onthouden tot
volgend jaar?
Het is hoog tijd om de
laatste door rondknopmijt gezwollen knoppen op zwarte bes te verwijderen. Met
velen zitten ze te wachten op het uitbotten van de bladeren om hun venijnig
zuigwerk te beginnen. De mijten zelf zijn te klein om ze met
het blote oog te kunnen zien.
De aangetaste knoppen zijn duidelijk
opgezwollen en gemakkelijk te herkennen. Zie de fotos.
Nu is het zaak om die uit
te breken en op te branden.
Op de moderne rassen is er
duidelijk minder aantasting. In t verleden heb ik struiken gerooid omdat de
aantasting te sterk was.
Gisteren (15/3) haalden we
19°. Ik zag ook een spiksplinternieuwe, geelgroene Citroenvlinder.
Dank zij de 4 decennia
lange traditie van de Engelse Chase zaden, die we al dertig jaar zelf afhalen,
staat al die tijd ook Londen op het programma. Een traditionele familie-uitstap.
Dit jaar waren we met zijn twaalven.
De Borough market ten
westen van London Bridge is telkens een belevenis. Peter had een plaats
bemachtigd in de luwte van de kerk.
Kew Gardens sloot ons
programma af, maar de in-de-kruinen-van-de-bomenwandeling, waar Tinzin naar uitkeek, werd gerenoveerd.
In Fruitteeltnieuws 05 2
maart 2012 bespreekt men dit insect dat wel met bloedluis kan verward worden.
Het schijnt al een oud bekend insect te zijn dat nu weer zijn kop opsteekt.
Zelf heb ik er gelukkig geen last van.
Appelwolluizen zijn
voornamelijk te vinden in de spleten van oudere appelbomen.
De appelwolluis
overwintert als larve in een witte cocon, die ze vanaf half maart beginnen te
verlaten. Vanaf half april zijn de meesten hun zuigwerk in de boom begonnen.
Daarbij scheiden ze honingdauw uit waarop zich de roetdauwschimmel ontwikkelt.
Bladeren en vruchten raken zwart besmeurd.
Mannetjes blijven
prutsklein maar krijgen wel vleugels. De larven en volwassen vrouwtjes zijn
veel groter en hebben het uitzicht van een mini pessebed, bepoederd met een
wasachtige, witte poederlaag. Ze produceren aan hun achterlichaam lange
wasdraden die een cilindervormige eizak vormen. Hierin leggen ze ongeveer 500
eieren. Dit gebeurt al vanaf eind april. Het zijn meestal deze lange eizakken
van ongeveer 9 mm lang en 3 cm breed die men ziet in schorsspleten, op scheuten
of aan de onderkant van bladeren. De jonge larven blijven een tijd in de eizak.
Pas van ongeveer half juni beginnen ze hun zuigwerk. Dit gaat een groot deel
van de zomer door.
Hun natuurlijke
bestrijders zijn dezelfde als deze genoemd bij bloedluis.
Van Geert kreeg ik volgende feed back
betreffende Bloedluis
Ik
heb zelf een tiental rassen appel. Alleen de court-pendu rosat hoogstam heeft
er voorlopig last van. Ik pak dit aan met een borsteltje met keukenolie. Welke
olie maakt niet uit. Olijfolie, soyaolie, zonnebloemolie...
Ik kreeg een vraag: Wat
doen? Mijn appelbomen zitten lelijk onder de schimmel.
Na wat navragen bleek het
niet om schimmel te gaan maar om bloedluis, verscholen onder een wit
dradenspinsel die deze luizen via hun wasklieren vormen. Het worden soms hele
plakken.
Bij platdrukken van deze
luizen vormt zich een rood-bruine vlek.
De schors wordt door de
luizen aangetast en vormt een hobbelig uitzicht vol woekeringen. Een
invalpoort voor kankersporen en dit is wel een schimmel, Nectria galligena.
Takken en bomen kunnen er door afsterven.
De overwinterende luizen
vormen geen wasdraden. Deze activiteit begint terug vanaf begin april met een
sterke toename van de luizen. Tien generaties volgen elkaar op.
Ik kreeg indertijd de raad
de plekken in te smeren met afgedraaide olie. Zou uitborstelen en insmeren met
slaolie ook lukken?
Het probleem met bloedluis
heb ik al jaren niet meer. Er zijn in mijn natuurlijke boomgaard voldoende natuurlijke
vijanden: lieveheerbeestjes en hun larven, gaasvliegen en hun larven, larven
van zweefvliegen, roofwantsen, larven van sluipwespen, oorwormen enz.