Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
29-12-2008
Nieuws van Brogdale
Nieuws van Brogdale
Brogdale is een plaats in
Faversham, ongeveer 12 km voorbij Canterbury in Kent, Engeland.
Daar bevindt zich de
grootste fruitverzameling van Europa.
Het geheel werd in 1990,
onder het bewind van Tatcher geprivatiseerd met uitzondering van de vruchtbomen
collecties die afhankelijk bleven van het Ministerie voor landbouw dat in
Engeland DEFRA heet (Department for Environment,
Food andRural Affairs).
De gronden werden verkocht
en de werking werd overgenomen door de Brogdale Trust.(Bij ons een vzw, in
Nederland een stichting).
Eind vorig jaar kwam er een
nieuw beheer door Reading University en het Farm Advisory Service Team (FAST).
Het team dat nu de National
Fruit Collection beheert werkt onder de professoren Nick Battey en Paul
Hadley, beiden van het Centre for Horticulture and Landscape van de
universiteit van Reading en Tim Biddlecombe van FAST.
De universiteit van
Reading heeft de breedste agrarische interesse van alle Engelse universiteiten.
De interesse voor tuinbouw dateert al van meer dan een eeuw terug en dekt alles
van biotechnologie tot tuinhistorie. FAST is de
grootste adviesgroep voor fruit in Engeland met meer dan 20 stafleden. Hun
hoofdkwartier hebben ze naar Brogdale overgebracht. Tim Biddlecombe is een
afgestudeerde van Wye en begonzijn
loopbaan in Brogdale als verantwoordelijke voor de rassenproeven met peren en
frambozen.
FAST staat in voor het
onderhoud van de Nationale Fruitcollectie.Nigel Baker is de farm manager.
De universiteit van
Reading is verantwoordelijk voor de verzorging en het wetenschappelijk
onderzoek. Het team bestaat uit 8 academici met een ruime expertise. Er zijn
experts voor het onderhoud van de collecties, gewasdeskundigen (crop
physiologists), moloculaire biologen, database expertenen een statistieker. Dr MattOrdidge werd aangesteld als full-time
onderzoeker. Mary Pennell en Penny Hale behoren tot de onderhoudsstaf. Prof Andy
Greenland (National Institute of Agricultural Botany) houdt met zijn team
toezicht over het wetenschappelijk en onderhoudswerk.
Verder is er, zoals in het
verleden, een adviesgroep van DEFRA , voorgezeten doorprofRoger Smith (Royal Botanic Gardens, Kew) die periodiek samenkomt en het
geheel evalueert.
Het wetenschappelijk en onderhoudswerk
van de Nationale Collectie volgt een aantal uitgestippelde wegen. Het
onderhoudswerk zet de lange reeks van aantekening van waarnemingen verder. Er
komen bijkomende registraties van bloei en rijpheidsdata in verband met de
klimaatsverandering. De perencollectie werd vermeerderd en wordt op een nieuwe
locatie opgeplant. Er zijn plannen om de algemene collectie aan te vullen met
commerciële rassen en met historisch waardevolle rassen. Men wil de waarde van
de collecties nog vergroten voor hen die geïnteresseerd zijn in het ontwikkelen
van nieuwe rassen en wetenschappelijk werk, zodat het een actieve collectie is
en niet simpel een museum. Er zijn plannen om de zekerheid van de collectie in
de toekomst te verhogen door het ontwikkelen van cryo-preservation technieken (bewaring onder extreem lage temperaturen) en men werkt nauw samen met de
collegas van de Nordic Fruit Collection van de universiteit van Kopenhagen.
Men werkt aan een nieuwe
National Fruit Collection website en database (nog enkele maanden geduld).
De klimaatsverandering
krijgt extra aandacht. De reeds lang bijgehouden waarnemingen duiden aan dat
over de laatste 20 jaar de gemiddelde bloeidatavoor Bramley met 5 dagen vervroegd zijn en voor Cox met 8 dagen.
Men is zeer
geïnteresseerdom sommige nieuwe
moloculair genetische technieken te gebruiken om de genetische verscheidenheid
van de collectie te onderzoeken. Men wil starten met de appelcollectie en hoopt
speciale karakteristieken te vinden die van nut kunnen zijn bij het ontwikkelen
van nieuwe rassen. Bv kwaliteitseigenschappen intelen in fruit met een hoger
vitamine C gehalte.
Veel van dit werk zal niet
direct zichtbaar zijn voor de bezoekers.
Op de viering van 30 jaar
Croqueurs de Pommes te Nevers 15-16 november 2008 was het interessant vruchten
uit verschillende streken in Frankrijk te zien en te vergelijken.
De eerste foto echter komt
uit Doesburg. De vruchten werden wellicht iets te vroeg geplukt.
Gisteren kwam een
fruitkennis enten halen van de Grand
Champion. Ik heb deze peer al meer dan 40 jaar staan en ben er zeer tevreden
over. Het is een lekkere, zoete , sappige bruine peer, iets onder de middelmaat,
helemaal schurftvrij.
De vruchten rijpen half september
en een maand later bereiken ze hun volle rijpheid met in de mond smeltend
vruchtvlees.
Deze peer is wat bekend
geweest rond de jaren 60. Ze staat enkel vermeld in de Nederlandse Rassenlijst
van 1962. Bij de beschrijving spreekt men over een zekere schurftgevoeligheid;
iets wat ik nooit heb ondervonden.
Grand Champion is een
mutatie (USA 1943) van de peer Gorham.
De peer Gorham is dan weer het product van de
kruising tussen Williams Bon Chrétien en Josephine de Malines (USA 1910).
Op 9 juni 2008 berichtte
ik over de jonge plantjes van 4 nieuwe frambozenrassen uit Engeland. (Zie
aldaar).
Straks ga ik de 2
herfstframbozen afknippen tot tegen de grond. Ze hebben nog hun best gedaan om
vruchten te dragen, maar het groeiseizoen was een stuk tekort.
In de Proeftuin Pamel
hebben ze wel vruchten gedragen, maar daar ligt vloeidarm en waarschijnlijk
werden ze ook vroeger geplant.
Mijn struiken zijn stevig
uitgegroeid en dat belooft voor volgend jaar.
Fotos:
Herfstframbozen:
Marcela
Autumn Treasure
Zomerframbozen
Cascade Delight
Cowichan
Mijn zomerframbozen staan
op een opgehoogde rij. Dit maakt dat ze minder te lijden hebben van de te natte
grond die we hier in de winter hebben. Een van de volgende dagen wordt die nog
verder opgehoogd en de nog open plekken worden verder beplant.
In maart rol ik de
worteldoeken op, zodat ik een onbegroeide, zwarte bodem heb die goed opwarmt overdag
en s nachts warmte uitstraalt, zodat lentenachtvorst minder schade kan
berokkenen. Half mei, na de ijsheiligen krijgen ze opnieuw een mulchlaag van
voor een stuk verteerde houtsnippers. Tussen de rijen laat ik de onkruiden welig opschieten tot eind juni.
Dan gaan de doeken er weer op. De groenbemesting zit eronder.
Tweederde van de
sterren-restaurants in Nederland kookt zoveel mogelijk met biologische
ingrediënten.
Niet in de eerste plaats om redenen van milieu of dierenwelzijn, maar omdat de smaak
aantoonbaar beter is. Dat blijkt uit onderzoek van het VARA radioprogramma
Vroege Vogels. Voor een groot gedeelte van de restaurants met Michelin ster is
biologisch eten dagelijkse kost. Een snel toenemend aantal topkoks kiest voor
vlees, groenten, fruit, kruiden, zuivel en zelfs wijn die biologisch
geproduceerd zijn.
De meeste chef-koks vinden dat biologische producten zoals vlees en groente een
betere smaak hebben en van hogere kwaliteit zijn dan de niet-biologische
producten. Daarom koopt 97 procent regelmatig biologische producten en kiest
ruim tweederde zoveel mogelijk biologische ingredinten. Vooral vlees, groenten
en fruit zijn populair: meer dan zestig procent van de sterrenrestaurants kiest
waar ze kunnen voor biologisch.
De reden is simpel volgens eigenaar-kok Martin Kruithof van de Lindenhof in
Giethoorn (**): Wij kiezen voor kwaliteit. Dus wil ik de beste glazen, het
beste bestek en uiteraard ook de beste ingredinten. Kies voor smaak en dan kom
je bij producten die op een natuurlijke manier groeien.
Het onderzoek is verricht onder alle 83 restaurants die een of meer sterren
haalden in de Michelingids 2009.
Onlangs heb ik twee grote,
reeds dragende noten uitgeplant. (Fotos op http:// blog.seniorennet.be/fruit)
De noten werden geplant
door eekhoorns, eksters of Vlaamse gaaien. Er is veel kans op goede noten,
gezien de oudste exemplaren, doch met een zaainoot weet je nooit.
In de namiddag stond nog een bezoek aan de galerie Exelmans te Neeroeteren op het programma. Daar was heel veel moois te zien.
De galeriehouder vertelde o.a. over het project voor de beeldenstoet gemaakt naar aanleiding van de tentoonstelling van de beelden uit China. In keramiek zijn ze veel duurzamer (gebakken op 600 °) in vergelijking met terracotta (gebakken klei) dat poreus is en niet geglazuurd. Bij het terracottaleger zijn de oorspronkelijke kleuren vergaan. Keramieken beelden zouden het er heelhuids van afgebracht hebben.
Op de derde foto Charles Pauwels (met baard) in gesprek met
de galeriehouder.
Maaseik, Terracota leger van de eerste keizer van China te Xi'an
Maaseik, Terracotta
leger van de eerste keizer van China te Xian
Met Art Fan in een volle
bus onder leiding van Charles en Dinora Pauwels-De Waele naar Maaseik.
de Zondag van Gazet Van
Antwerpen van deze dag 14 dec. bevatte net een bijdrage over Zoersel, met o.a. Uit
de kunst over Charles Pauwels. Dinora plezierde ons elk met een exemplaar.
Leesvoer voor onderweg.
In Maaseik kregen we eerst
een inleiding met powerpoint presentatie over de Chinese geschiedenis en de
eenmaking onder de eerste keizers met als hoofdstad Xian.
Qin Shin Huan Di die
leefde van 259 tot 210 voor Chr, wist de andere rijken van China te onderwerpen
en te verenigen in een eerste keizerrijk dat centraal bestuurd werd vanuit Xian
(Sian uitspreken).
Hij standaardiseerde het
systeem van maten en gewichten en het Chinese karakterschrift, dat hetzelfde
wordt geschreven, maar in diverse landsdelen anders wordt uitgesproken.
Hij begon ook met de bouw
van de fameuze Chinese muur.
In het hiernamaals wou hij
blijven heersen en liet 700.000 dwangarbeiders vele jaren werken aan een immens
mausoleum met als bewakers het terracottaleger dat in 1974 ontdekt werd en
sindsdien beetje bij beetje opgegraven en gerestaureerd wordt.
In Maaseik zijn 14 van
deze beelden te zien, in marsorde opgesteld.
Daarnaast worden nog een
200 tal andere grafgiften getoond o.a. de eerste gouden munt.Veel kleinere beelden uit de tweede
keizerlijke dynastie, de West Han (202 tot 9 j. na Chr.) zijn sierlijker van
ontwerp.
Na het bezoek wacht nog
een interessante documentaire film (12 minuten) als samenvatting.
Wat de foto's betreft: je mag niet fotograferen met flits en het is er vrij duister. Dus een lange sluitertijd en intussen niet bewegen of bibberen!
De Duitse Dr Helga
Buchter-Weisbrodt raadt notenolie aan.
De spreuk: Vijf walnoten
daags houden de aders open! zou even populair mogen zijn als One Apple a day
keeps the doctor away!
Al van de jaren 1900
gelden noten als middel tegen jicht, als purinezuiverend en goed voor de nierlijders
wegens chloorvrij.Onschatbaar zijn de goede
vetzuren, de waardevolle mineralen en B-vitamines, daarnaast ook de eiwitten.
De proteïnen met meer dan 15 %, liggen hoger dan bij vlees en zijn beter
opneembaar.Frambozen, braambessen, aardbeien en druiven hebben met noten gemeenzaam
dat ze behoren tot de voedingsmiddelen die met Ellagzuren effectieve beschermingsmiddelen
tegen kanker bevatten. Ellagzuren zijn werkzaam tegen gifstoffen als
nitrosaminen, gechloreerde koolwaterstoffen en aflatoxinen. Dat walnoten nuttig
zijn tegen de slechte cholesterol ligt aan de vetsamenstelling: 24 %
onverzadigde vetzuren, 55 % dubbel onverzadigde linolzuren en 15 % driedubbel
onverzadigde linolzuren en slechts 6 % verzadigde vetzuren.Dierlijke vetten verhogen de
cholesterolspiegel van het bloed. Plantaardige vetten met hoge gehaltes aan
onverzadigde vetzuren verlagen deze.
De veelzijdige walnoot:
De noot werkt
cholesterolverlagend, zoals reeds vermeld.
De groene bolster bevat
natuurkleurstof.
Aftreksel van de bast
werkt wondhelend.
Van de fijn gemaakte
noottussenschotten, overgoten met kokend water en 10 minuten laten trekken
maakt men een hartversterkende drank. Men brengt op smaak met pepermunt of
bloemblaadjes van rozen.
Notenolie hebben we een
paar keer meegebracht vanuit Frankrijk. Ook in Zuid-Duitsland perst men nog
notenolie.
Op de blogs van 29 sept.
en 5 okt. hadden we het ook over MOBIPERS die notenolie persen. 2,5 kg gepelde noten geven ongeveer 1l olie.
Vandaag krijg
ik een mail met de concrete mogelijkheden tot persen.
De appels zijn
geperst, rust in de tuin en alle tijd om uw walnoten te pellen. Lever ze in bij
Mobipers en wij persen er heerlijke walnootolie van.
Iedere woensdag in
januari kunt u uw walnoten inleveren in Zoelen. Ook kunt u op zaterdag 31
januari uw walnoten inleveren in Domburg. Wij kunnen u een zak opsturen waarin
u de gepelde noten kunt bewaren en in kunt afleveren. Meer informatie vindt u
op www.mobipers.nl.
Ik heb Theresa nu 6 jaar tegen de zuidmuur
staan. Pas in het 5 de jaar had ze een eerste tros, maar de vogels waren mij
voor. Dit jaar waren er verschillende trossen, maar ze geraakten niet volledig
rijp.
Theresa vormt mooie trossen met grote,
lange bessen. Ze rijpen pas in oktober en in een groeiseizoen als deze zomer
worden ze niet optimaal rijp. Vorige zomer was niet de beste voor de latere
druiven. Steuben bv., een van mijn beste blauwe buitendruiven, deed het ook
iets minder goed. Reliance, een pitloze,roze, Amerikaanse druif, rijp half september deed het wel schitterend.
Ik heb besloten Theresa in de tunnelserre
te zetten. Ik heb er al Perlette staan. De pitloze, gele bessen beginnen al te
rijpen rond half oogst.
Het uitsleuren en ter
plaatse trekken verliep vlotter dan ik had gedacht.De kleinmannen konden mee helpen trekken.
Voor het terugplanten was
er enkel plaats voor de sterksten.
1. De boom is ter plaatse.
Nu rechtzetten.
2. Tinneke en Kael
3. De wortelklomp draaien.
4. Nog wat uitgraven
vooraleer het lavagruis (nog in de kruiwagen) uit te strooien.
5. Tinneke, mijn jongste dochter, kinesiste, manuele therapeute, gespecialiseerd in de behandeling van kinderen met problemen. Laatst is daar behandeling gekoppeld aan paardrijden bijgekomen.
6. David (geoloog en speleoloog. We vernamen dat hij met zijn teamgenoten 8 ste staan in de wereld, wat het diepst afdalen in een grot betreft: 1500 m onder de Picos de Europa in Spanje.)
7. David en Kael
8. Lander ( de jongste
zoon van Nick en Bart Lagrou(+) is tevreden.
9. Nero en Jacoba,
kinderen van Griet Lagrou, fotografe van dienst, genieten nog na.
vernam ik dat Koningin
Emma een synoniem is voor Mère de Mènage.
In Brogdale, Kent is dit
een van de meer dan 2000 appelrassen die ze er hebben staan.
Joan Morgan in haar Book
of Apples schrijft het volgende over Mère de Ménage:
Was in de late 1700 jaren
bekend in Europa. Maar een verwarrende geschiedenis. Veel synoniemen, waaronder:
Flanders pippin, Combermere Apple, Queen Emma, Husmoder, maar waarschijnlijk
niet Zweeds, Danish HusmØder.
Vroege bloeier. Grote,
rode appel. Pluk eind oktober, bewaart tot februari. Keukenappel. Kookt tot
puree, zoet, doch ook wat zuur, niet zeer sappig, wordt aanbevolen voor Apple
Charlotte (Voor recepten kijk op Google). Een in de 19 de eeuw wijd verspreid ras
in Engeland. Was tot 1930 in de handel in East Anglia.
Te oordelen naar de vele
synoniemen moet dit vroeger een bekende appel geweest zijn.
Zondag komt het jong volk van de familie. Voor enkelen is
het de gelegenheid om bessenstruiken en stekken mee te nemen.
Er staat een speciale
happening op hetprogramma: het
verplanten van een vrij grote notenboom.
Ik heb die reeds helemaal rond gestoken. Nu nog de dikke
touwen er rond, om, na nog wat verder
ontbloten van de wortels, met zijn twintigen de boom los te trekken en naar de
nieuwe plantplaats te trekken.
Hopelijk blijft het voldoende lang droog, want er wordt
regen voorspeld voor zondag.
Als titel van dit stukje koos ik: de weg is vrij.
Inderdaad. Op hetzelfde perceel van de okkernootstonden ook enkele jonge appelboompjes.
Vandaag heb ik die uitgegraven en op hun definitieve plaats gezet.Er is nu ruimte om te passeren met de noot.
Vorig jaar was de plaats waar nu de appelboompjes
uitgeplant werden nog helemaal overgroeid met netels en bramen. Ik heb nog voor
de winter die plaats afgedekt metworteldoek en alles eronder is afgestorven en gecomposteerd. Het heeft mij
dus niet het minste werk gekost om een propere plantgrond te bekomen!
Bij het maken van de plantputten heb ik enkel nog wat
dikke wortelresten verwijderd.
Wat heb ik uitgeplant:
Koningin Emma, een Nederlandse appel, genoemd naar
het eerste vrouwelijke staatshoofdin Nederland: koningin-regentes Emma. De 10
jarige Wilhelmina werd koningin bij het overlijden van haar vader Willem III.
Tot haar 18 jaar (1898) was haar
moederkoningin- regentes. Ik heb nog niet kunnen achterhalen wie
deze appel, koningin Emma gecreëerd heeft.
Het tweede boompje zou Sunsetmoeten zijn (Nog niet
gedragen). Sunset is een zaailing van Coxs Orange Pippin in Kent. Kwam in 1933 in de handel.
Het is een kleine appel (te klein voor het commerciële circuit), doch met een
goede Cox smaak. Het ras groeit veel gezonder dan de ouder. Een goed ras voor
de liefhebber, zeer verbreid in de Engelse tuinen.
Nummer 3: : JuppS
Russet. Een Nieuw Zeelandse appel die in 1951 naar Brogdale kwam. Ik kreeg
een ent van mijn goede Engelse fruitvriend Howard Stringer. Joan Morgan
omschrijft de vrucht aldus.
Gelijkt op een bruinkleurige (russet) Sturmer Pippin.
Een goede, rijke smaak, zoet maar evenwichtig, knapperig vruchtvlees. Groeit
uit in de breedte. Boomri jp eind october, eetrijp januari- april.
Nr. vier Santana, bekomen
door Wageningen uit een kruising met Elstar. Sinds 1996 in de handel. Het is
een schurftresistent ras. Wel vatbaar voor meeldauw, weinig kankergevoelig. De
vrucht is rood, vast, sappig en knapperig, met een friszure, aromatische smaak.
Pluk eind september. Eetrijp okt. Tot ?
Eind september brachtten
we (de foto's zijn van Aleide) onze lege bakken terug naar het sapbedrijf te Voormezele bij Ieper.
Bedrijfsleider Luc
Goossens was volop bezig met vullen van het de vorige dag geperste sap. Het sap
blijft een dag staan voor spontane filtering. De zware delen zakken naar de
bodem en het klaardere, gepasteuriseerde sap gaat op fles. Bewaarbaar tot 2
jaar.
Van de gelegenheid maakten
we gebruik om op bezoek te gaan bij Gerard en Irene Ameeuw te Houthulst.
Foto van de oprit met
rechts een kleine glimp op zijn Potager du Roi met een zeer interessant
perenassortiment.
Van Nevers bracht ik het deze maand
door de Crocqueurs de Pommes uitgegeven CARNET nr 2 LE PRUNIER mee.
Over de verspreiding van de
pruimen in Europa moet ik mijn kennis, zeker wat de myrobolanen of kerspruimen
betreft, helemaal herzien.
De Prunus spinosa(sleepruim, sleedoorn, prunellier, spine noire)
is bijna over gans Europa verspreid, in de Kaukasus en in het noorden
van Afrika. De soort groeit tot op een hoogte van 1500 m . In Europa vindt men stenen
vanaf 3 000 en 2 000 voor J.-C
Soms vormt de sleedoorn met zijn doornen
ondoordringbare hagen. De kleine (7-12
mm), donkere vruchten hangen lang aan de takken. De bittere smaak verdwijnt pas
na vorst.
Men kan de sleedoorn als onderstam gebruiken.
De Prunus cerasifera
of Myrobolaan, Kerspruim afkomstig uit de Balkan en geacclimatiseerd tot in
Siberië, van oorsprong komende uit de Kaukasus, werd pas sinds de 19de eeuw verspreid in West-Europa!
De kerspruim groeit tot 8m, bloeit zeer vroeg, een maand voor de
sleepruim, die samen bloeit met de vroege eetpruimen. De 2-3 cm dikke, groen,
gele of rode vruchten variëren van sappig tot melig. Sommige smaken tamelijk
goed. Sommige geven een uitstekend confituur.
Geselecteerde types werden gebruikt als onderstam voor hoogstampruimen.
De Prunus insititia, in het
Frans prunéolier, afkomstig uit centraal Azië, is minder verspreid, maar bezet praktisch
hetzelfde gebied als de sleepruim. De
verspreiding in Europa zou gestart zijn in de 10 de eeuw na Christus.
De boom of struik heeft weinig of geen doornen. De gele of zwarte
vruchten (2,2 cm doormeter)rijpen laat, vanaf september. De mirabel en de Saint
julien worden gebruikt als onderstam.
De Prunus domestica. Hierin
steekt domus = huis in het latijn, gekweekt in bewoond gebied. Deze pruim komt
van de Kaukasus en het Midden-Oosten en stamt af van de Prunus insititia.De
Prunus insititia is dan weer het kruisingsproduct van de sleedoorn met de
kerspruim.
De Prunus domestica bestaat uit 3 ondersoorten: 1. De (cultuur)pruim 2.
De Reine Claude 3. De kwets.
De cultuur van de pruim dateert al van de oudheid. Ze was al zeer
verspreid in de streek van Damascus.
2.000 jaar voor chr. werd de pruim al geteeld in China. Gedroogde pruimen
werden in het graf van Kha, de architect van Thebe (Egypte) gevonden. Een eeuw
voor Chr. kenden de Romeinen al een 12 tal variëteiten of rassen.
De kruisvaders in de 12 de eeuw brachten pruimen uit Damascus mee naar
Zuid-Frankrijk.
Een eeuw later entten de monniken van Clairac bij Agen locale rassen en
bekwamen de pruim dEnte (van enter), de basis voor de pruimedant, pruneau in
het Frans, de droogpruim van Agen.
Eind der zestigerjaren
begon ik met het opzetten van een composthoop. Dat was eerst een bescheiden
hoop.
Halverwege de
zeventigerjaren waren dat grote hopen. Steeds werd er op de goede verhouding gelet
van bruin materiaal (vooral hakselhout en droge resten) en groen materiaal
(verse bladeren, gras, tuinresten en mest). Er werd kalk toegevoegd. Iets later
vernamen we dat uit onderzoek bleek dat dit normaal niet nodig was. Na
composteren bekomt men een neutraal materiaal. (Dit is natuurlijk niet het
geval als men zuur materiaal als bv dennentakken op zichzelf laat verteren. Zie
verder).
We hadden toen een hakselaar
met een elektrische motor van 1,5 PK. Kort daarop werd die vervangen door een
grotere met een 10 PK benzine motor.
Ik vond het geen pretje
met de geluidsoverlast en de uitlaatgassen.
Begin der tachtigerjaren
werd die doorverkocht en ging ik op volgende manier te werk.
Mijn takkenmateriaal kreeg
jaar na jaar een plaats op een uithoek van het terrein. Het was/is nestplaats
voor vogels en schuilplaats voor egels. Aan de oudste kant heb je na twee, drie
jaar de dikkere takken maar uit te nemen voor houtstook (na droge opslag). Het
fijne materiaal werd tussen het kleinfruit gestrooid.
Voordien lieten we al
ganse ladingen rijpe compost aanvoeren voor de geïnteresseerden.
Nu nog laat ik haast elk
jaar een container compost brengen (tussen de 17 en 19 ton).
Een hakselfirma heeft enkele
maanden geleden 3 ladingen afgezet. De eerste hoop bevat nogal wat zuur
materiaal van coniferen. Die hoop laat ik nu een jaar verteren en zal dit
materiaal gebruiken als mulching voor mijn zuurminnende blauwbessen en tussen
de aardbeibedden.
De andere ladingen waren
enkel van populieren. Na de vrij vlugge vertering bekomt men een basisch
product. Vroeger dacht ik dat populier zorgde voor een zure compost. Ik had het
verkeerd voor.
Compost wordt bij mij
nooit gezeefd, maar vooral in de lente ingefreesd. Een enkele keer zeef ik voor
een zaaibakje.
Het afvalmateriaal van de
keuken wordt meestal in de kippenren gegooid, waar de kippen er nog iets in
vinden en verder scharrelen. Peulen van citrusvruchten bv zie na een maand al
niet meer. Dit proces noemt men vlak
composteren. De natuur gaat op dezelfde manier te werk.
Daarnaast heb ik een
wachthoop-composthoop voor allerlei grof materiaal. Tijd om te keren steek ik
er niet in. Na een jaar heb je ook deze compost maar uit te voeren.
Ik vind het niet nodig meer
arbeid te verrichten dan strikt nodig.
Het uitvoeren van compost op zichzelf is al een zeer zware klus!
Nog foto's van 30 jaar Croqueurs de Pommes in Nevers
Van de heer Lucien Clement van 69790 Propieres, met wie we een lange babbel
hadden; kregen we een serie fotos met een goed overzicht van de Fruit Expo in Nevers.
Bezoek aan Goossens Flevoplant Aardbeiplanten Te Ens
Bezoek aan
Goossens Flevoplant Aardbeiplanten Te Ens
Op uitnodiging van Dirk
Verheyen (foto 3), de vertegenwoordiger in België kon ik mee.
Ens ligt in de Noord-Oost
Polder van Flevoland, de provincie van Nederland die ontstond door het
droogleggen van een groot stuk van de Zuiderzee of Ijsselmeer.
Eerst bezochten we een paar
grote vermeerderingsvelden op humushoudende zandgronden in Drente. Men streeft
ernaar een groot aantal A+ planten te bekomen.
We krijgen plastiek
overtrekkers aan tegen mogelijke besmettingen. Enkele planten worden
uitgegraven en beoordeeld. De stevige, dikke, witte wortels wijzen op
veelbelovende planten. Over een week, als de groei gestopt is door de
winterkou, begint men met het rooien en gaan de planten de koelcellen in als
wachtbedplanten.
Het land, met een
humuspercentage van minstens 7 % wordt voor een jaar gehuurd. In de voorgaande
jaren mogen er geen aardappelen gestaan hebben wegens de aaltjes of nematoden
die eveneens schadelijk zijn voor de aardbeiplanten.
Bij liefhebbers gebeurt het
wel meer dat in augustus geplant wordt op het pas vrijgekomen bed van de
aardappelen.
Op het eerste perceel is nog
wat te merken van de 50 ml regen van de laatste dagen, op het tweede perceel
niet meer.
Op het bedrijf staat net een
nieuwe aardbeienplanten oogstmachine klaar.
We zien werkhal en
koelplaatsen. Nemen een kijkje in de serre met de jongste trayplanten.
De firma investeert in
onderzoekswerk. We mogen een blik werpen in de onderzoeksserre met vele nieuwe,
unieke planten, waarbij hopelijk de plant met formidabele eigenschappen, als
basis van een nieuw ras. Onder de schragen staan al veel uitgeselecteerde
planten, bestemd voor de composthoop.
Buiten staan de trayplanten
bestemd voor de verkoop. Vliesdoek ligt ernaast om erover te trekken bij vorst.
Als laatste bezoek trekken we
naar het vermeerderingsveld voor bioplanten. Men is er nog maar pas mee
begonnen en zal nog moeten leren hoe het onkruid te beheersen.
Yves Hendrickx (foto 8), de
verantwoordelijke voor de bioproeftuin in Pamel, Roosdaal vertelt hoe ze dit
bij hen, zij het op kleine schaal onder de knie hebben. De moederplanten staan
geplant in plastiek. Wanneer zich de uitlopers gaan vormen wordt een 5 cm
dikke, onkruidvrije, biologische compost gestrooid. Hierin ontwikkelen zich de
planten zeer gezond. Hij heeft al geconstateerd dat moederplanten die toch wat
sporen van witziekte vertoonden, door de compost weer helemaal gezond werden.