Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
02-05-2006
HET VLIESDOEK WAS WEER NODIG
Het Vliesdoek was weer nodig
Vrijdag-
maar vooral zaterdagmorgen had het hier aan de grond gevroren. Beter nog dan
aan de rijp op het gras, zien we de rijpsporen op de rand
van de trampoline, dieop 29 april helemaal rond,
wit berijpt was. Het was 7 u en de termometer wees 3 ° C.
We maakten ons klaar om het eerste lustrum van het Seniorennet mee te
gaan vieren in de kursaal van Oostende. We hebben er van genoten en bijgeleerd
op computergebied.
Het gevoel dat overheerste was dat de senioren, dank
zij Pascal Vyncke weer meer meetellen in de maatschappij.
Op de 30
ste was er regen.
Gelukkig
bleef het de nacht daarop overtrokken en was er geen vorst. 1 mei werd een
(mot)regendag.
Gelukkig
was er geen nachtvorst vorige week.
De
luchttemperatuur is wellicht nooit onder het vriespunt gezakt? Peren, kersen en
pruimen zijn flink aan het bloeien. Zelfs de eerste bloemen op de Gravenstein
staan al open. Voor bestuiving zullen we moeten wachten op het warme weer dat
men voorspelt voor de volgende dagen. Voor de meeste pruimen zal het nog niet
te laat zijn.
Van het
begin vorige week heb ik de aardbeien afgedekt, veelal
met dubbel vliesdoek. Meerdere bloempjes komen al open. Zwarte hartjes van
bevroren bloemen heb ik nog niet gezien.
Zonder
afdekking zou dat zeker wel het geval geweest zijn.
Vanmorgen
2/5 lag er werkelijk ijs op de trampoline, alhoewel de termometer om 7 u al 5 °
C aanduidde. Er is dus nachtvorst geweest.
Gisteren de
laatste enten geplaatst. Ik hou het gemakshalve bij kroonenten.
Je hebt enkel de tak of onderstam op de gewenste plaats door te knippen of te
zagen.
Nu
bij het uitbotten van de bladeren komt de bast gemakkelijk los.
Je plaatst
het entmesje aan de (west)kant en maakt al drukkend een insnede. Door zachtjes
naar links en rechts te duwen maak je de bast iets los. Vervolgens neem je een
bewaarde ent, bij voorkeur al gesneden in januari en bewaard tegen een
noordermuur. Je legt de ent op je knie terwijl je deze vasthoudt met je
linkerhand. Met de rechterhand plaats je het entmes schuin op de ent, op de
achterkant van een oog. De hand met het entmes immobiliseerje zo goed
mogelijk op je knie en met de klinkerhand geef je een flinke ruk aan de
ent. Tracht een gelijkmatige schuine snede van een 2 tal centimeter te bekomen.
De ent top je in boven een derde of vierde oog. Met uw handen het snijvlak niet
aanraken. Met de achterkant van het entmes licht je de bast aan de insnede iets
op en duw je de ent voorzichtig in. Hierbij hou ik mijn linkerduim boven op de
insnede, zodat de kracht bij het inschuiven met de rechterhand zich meer
zijdelings verplaatst. Vroeger heb ik nog meegemaakt dat de ent naar buiten
geduwd werd. De ent stevig aanbinden met nat gemaakte raffia en alles goed dichtlakken met
entwas. Ik gebruik nog altijd Lacbalsam, maar er zouden er nog betere zijn. Hierbij
het topje niet vergeten, dat anders gaat indrogen. Bij dikkere takken plaats ik
2, 3, 4 enten, naar gelang de dikte, opdat de tak niet zou inrotten. Later laat
je er maar één of twee uitgroeien. De andere hou je kort, om die na verloop van
jaren weg te knippen als de uitgegroeide voldoende verdikt is en de stomp gaat
overdekken.
Dit jaar
heb ik een paar bomen omgeënt o.a. Delcorf
(rasnaam), Delbarestival, (merknaam), een lekkere, vroege herfstappel, maar zo
schurftgevoelig dat die zonder spuiten niet te telen is.
Van
Jean-Pierre Billen- de reisleider van de Nationale Boomgaardenstichting, met
wie we met de bus begin september het fruit gaan verkennen aan de zuid-west
kant van Engeland- had ik nogal wat enten gekregen.
Ik had ook
de Amerikaanse, schurftresistente Liberty
gekregen, een zwakke groeier, met rode vruchten, die steeds zo fors draagt dat
er nauwelijks scheutgroei is.
De erg
dunne enten heb ik op een M7 onderstam gezet , omdat dit een tamelijk sterke
groeier is. Er bestaat veel kans dat de enten uitdrogen vooraleer ze kunnen
aanslaan.
Dan moeten
we het beter met een andere enting, bv de verbeterde Engelse
plakenting proberen. Maar dit vraagt meer snijbehendigheid. Mijn goeie
vriend Louis Eelen is daar een krak in.
"Rassen voor begin
augustus zijn Opal, Violetta, en Valerija, een grote blauwe pruim uit Yoegoslavië.
Voor midden augustus zijn
er de variëteiten als P-6-19(een rode selectie), Heron, Swan, Jubileum (een sterke groeier) en Eastbourne Belle (voordien WJ65)" .
Nick refereerde
ook naar Noorwegens pruimenras nr 1, Mallard,
dat plukrijp is in de derde week van augustus.
Andere
vermeldenswaardige rassen voor eind augustus zijn Avalon, Manns NO.1, WJ30, Reeves en WJ 63 (nu Lord
Nelson), BlaisdonRed (de favoriete pruim voor verwerking: opleg en excellente confituur met rode kleur. Wij hebben de Belle de Louvain, die eveneens een uitstekende, rode confituur geeft. De beste die ik ken.), en
Excalibur.
"September
is de maand van Victoria; maar naast
dit meest gekweekt ras zijn er nog aantal andere vermeldenswaardige rassen als Haganta®,Laxton's Cropper (die korte tijd te bewaren is), Seneca (blauwe pruim), een
geregistreerde Canadese selectie uit een kruising van Victoria en WJ 96, die
beschouwd wordt als een verbetering ten opzichte van Marjorie's Seedling"
.
FP Matthews Ltd volgde
eveneens van nabij de ontwikkeling van nieuwe onderstammen voor pruimen, vooral
deze uit Frankrijk. Nick Dunn vernoemde Plumina,
veel gebruikt in Frankrijk. Hij suggereerde dat het ook interessant is te
controleren hoe de nieuwe rassen zich gedragen op de oude onderstammen, om
mogelijke onverenigbaarheden tussen ras en onderstam op te sporen."We zijn geïnteresseerd in de Russische
onderstam VVA1 die strenge vorst kan
verdragen en in Jaspi, die tollerant is voor natte gronden. ( Op mijn natte grond
zou zon onderstam meer dan welkom zijn!)We volgen Ishtara,
een verbetering ten opzichte van StJulien A," zegde Nick. "Het
zou ook kunnen dat Pixie betere
resultaten zou geven op rijkere gronden ".
Nick Dunn gaf ook
commentaar op het ontbreken van commerciële interesse voor ander steenfruit als
abrikozen, nectarines en perziken. Er zijn variëteiten van Mirabellen, vooral deze uit Oekraïne, die vrij
bloeien en interessant zijn voor nichemarkten. Mirabelle de Nancy, Golden
Sphere, Gypsy, UP1en UPC3, een kolomboom of
Ballerina variëteit met zeer sappige vruchten, bieden allemaal mogelijkheden.
De moderne
overdekkingsmogelijkheden bieden nieuwe kansen. We hebben zeer geschikte rassen
als Peregrine, een perzik met hoge eetkwaliteit, zeker beter dan deze
van importrassen. Het is aan een progressieve teler om als eerste te gaan
investeren.
Naschrift: meerdere van de genoemde rassen
zijn ook mij nog onbekend. Ik zal trachten meer gegevens te verzamelen. Ik zal
die graag doorgeven. Misschien zijn er lezers, die over meer info beschikken?
Ik zou dankbaar zijn voor nuttige tips ter zake.
(op de foto: Eastbourne Belle, een nieuwe Engelse pruim)
Vorige
maand verscheen in de Fruit Grower, het blad voor de beroepsteeltin Engeland, een in mijn ogen formidabel
interessant artikel van de hand van de Nederlandse tuinbouwvoorlichter Stephan
Timmermans van Lucel Horticultureover
genetische manipulatie en bodemvruchtbaarheid (Zie blogs van13-14-16 en 17
maart).
Het aprilnummer
is zeer interessant voor de pruimenliefhebbers.
Hierin geeft
Malcolm Withnall, hun beslagen fruitreporter, verslag van de jaarlijkse
Technical Day van de BIGFA leden te Bewl Water in Kent.
Voor de uiteenzetting over pruimen voor de beroepsteelt, had men Nick Dunn, uitgenodigd. Hij
staat aan het hoofd van befaamde boomkwekerij F P Matthews Ltd te Tenbury Wells
in Herford and Worcester (Midden Engeland).
Veruit het meest geteelde ras in Engeland is de Queen Victoria.
Bij ons rijpt dit ras eind augustus - begin
september. Indien men flink gedund heeft is deze roodachtige, tamelijk
grote pruim behoorlijk van smaak, maar zeker niet uitstekend.
Voeg daarbij dat men in de beroepsteelt pruimen
meestal iets te onrijp plukt voor de iets langere bewaring; wat de smaak
beslist niet ten goede komt.
Sinds kort is er een nieuw product: Smart Fresh dat
een filmlaagje rond de vrucht aanbrengt om het afrijpen (dit is vorming van ethyleen)
te beletten.
Dit komt het uitstalleven ten goede.
De Engelse consument is niet
opgezet met blauwe pruimen.
In zijn ogen zijn deze inferieur. Bij ons heeft men het niet voor
langwerpige kwetspruimen, die dan weer in Duitsland de hoofdmoot
uitmaken.
Bij de ontwikkeling van nieuwe rassen, zoals in het
kweekprogramma van East Malling Research zoekt men naar
roodkleurige vruchten.
Elk jaar selecteert men zon 300 zaailingen, om deze verder te
beproeven. Voor de komende jaren zitten er zeker nieuwe rassen in de pijplijn.
Bij het veredelingswerk maakt men gebruik van
waardevolle rassen als EM32, Opal, Avalon, Excalibur, Jojo en Victoria.
Naast de opkweek van boomkwekerij gewassen, heeft
Matthews zijn eigen evaluatieboomgaard voor nieuwe rassen.
Herman blijft een
waardevolle variëteit voor de eerste week van juli.
Sanctus Hubertus (De Blauwe van Rillaar) is een zeer
productief ras. Edda is een excellent Noors ras,
maar komt wat laat in productie.
De resistentie van Jojo
tegen het Sharka virus ( Plum pox in het Engels) is een plusfactor voor
dit ras,
plus het feit dat dit ras een zelfbestuiver is. Dit ras rijpt
half september met grote, lekkere pruimen. Vorig jaar liet ik de
enige pruim proeven aan Paul Bekaert, een fijnproever, die er niet veel
van verwachte gezien de afstamming van Stanley, maar de smaak echt kon
appreciëren.
Voor eind juli-begin augustus is er het
kwaliteitsras Opal.
Vanavond 19
april, de roep van de koekoek gehoord. Mijn vroegste waarneming ooit, was op 5 april
2004, 2 jaar terug. Vorig jaar was het 8 april. Toen hadden we koude, aprilse
grillen en omwille van de nachtvorst had ik de aardbeien afgedekt met
vliesdoek.
Dit jaar
staat alles veel minder ver; ook de aardbeien. Afdekken is nog niet nodig
geweest.
In
west-Vlaanderen gold de spreuk dat we als kind op blote
voeten mochten lopen als we de koekoek gehoord hadden.
Dit jaar
zou dit kunnen kloppen. We krijgen eindelijk warm weer.
Enige jaren geleden waren mijn rode
bessen(ribes) kapot. Ik kon het niet over mijn hart krijgen deze uit te doen,
maar ik snoeide ze. Ze groeiden niet daarna ook niet meer aan. Maar nu na drie
jaar begint die struik weer scheutjes geven. Ik heb er vier stekjes van genomen
om wortel te schieten.
Is dit normaal dat die plant dood scheen en na drie inactiviteit terug begint
te groeien. big ietie
Wellicht heeft het niets te maken
met de Verrijzenis van Pasen.
Waarom deden uw planten het niet?
Omdat de grond waarin de plant
staat niet meer in orde was?
Omdat de levensomstandigheden van
de plant niet meer voldeden door overwoekering en te veel schaduw van andere
planten? Wortelconcurrentie? Uitputting van de grond door de lange jaren op
dezelfde standplaats. Vergiftiging door sproeistoffen?
Schadelijke bodembeestjes en
schimmels? Onvoldoende toevoer van voedingsstoffen? Planten kunnen sterk aan
vitaliteit inboeten door sterke aantasting door
bladvalziekte. In de vroege zomer verschijnen er zwartbruine stippen,
die vlekken worden. Het blad wordt verder bruin en valt af. Vanaf juli zie je
dan haast kale struiken. Dergelijke planten staan stil in hun groei.
Terugknippen werkt stimulerend. De
ondergrondse delen werken naar een herstel van de bovengrondse delen. Die bovengrondse
delen met de bladgroenverrichting zijn op hun beurt nodig voor de
levensprocessen van de plant.
Vorig jaar hadden zich al
behoorlijke scheuten ontwikkeld waarvan je nu stekken kon snijden. Het eerste
jaar na het afsnijden was er blijkbaar nog maar weinig groei, omdat de plant
sterk verzwakt was, maar een start zal er wel geweest zijn.
Ik denk ook dat je met een ras met
zwakke groeikracht te maken hebt.
Andere rassen als Jonkheer van Tets,
Rondom, Rotet enz. groeien veel sterker.
Mijn perenassortiment is niet zeer uitgebreid. Dertig
jaar terug dacht ik nog dat peren hier niet goed gedijden. Maar met een
behoorlijke voedselvoorziening doen ze dat wel.
Vorige zaterdag kwam ik eerder toevallig in een
tuincentrum. Eens kijken wat ze nog hebben staan. Ik zag er onder andere Verdi, een peer die vroeger al mijn
interesse gewekt had.
Verdi is een Nederlandse peer, ontwikkelddoor het toenmalige IVT, het Instituut voor
de Veredeling van Tuinbouwgewassen te Wageningen, nu Plant Research International.
Verdi is geselecteerd uit een kruising in 1966 tussen Bonne Louised'Avranches en Doyenné du
Comice en werd in 1994 geïntroduceerd. Het ras is kweek- en merkenrechtelijk beschermd.
De rasnaam isVERDI,de merknaam in de handel SWEET BLUSH.
Het is een groene peer met een fraaie, bruinrode blos. De
smaak doet niet onder voor het uiterlijk: sappig met een goed aroma. De
vruchten van dit nieuwe ras lijken op die van Bonne Louise d'Avranches, slank
met rode blos, maar smaak en vruchtgrootte zijn duidelijk beter.
Groei: sterk. Rechtstreeks enten op kwee MC toont
onverenigbaarheid. Als tussenstam raadt men Doyenné du Comice aan.
Bloei: vrij vroeg (gevaar voor late vorst!) . Gedeeltelijk zelfvruchtbaar, maar
kruisbestuiving aanbevolen ( o.a. conference, concorde en de stoofpeer Gieser
Wildeman).
Productiviteit: Matig vroeg en regelmatig. De productie per
boom is matig tot goed.
Pluktijd: begin oktober. De liefhebber kan de vruchten
beter iets rijper laten worden, voor de beste smaak.
Vrucht: zacht, zeer sappig en fijnvlezig. De smaak is
aromatisch en iets zuur. Over de natuurlijke bewaarbaarheid heb ik niets
gevonden. In de koelcel bij 0,5 °C bewaart de vrucht gemakkelijk tot eind
december.
Ziektegevoeligheid:zeer vatbaar voor schurft. Hopelijk trekt de vrucht
hierbij op de ene stamouder Bonne Louise
dAvranches, die eveneens zeer vatbaar is voor schurft, maar waarover ik
toch relatief tevreden ben. Is de gevoeligheid dezelfde als deze van Doyenné du Comice dan wordt dat zeer
problematisch. Mijn twee bomen hadden in meer dan 10 jaar niets opgeleverd en
werden gerooid.
Dank
zij de warme zomer van 2003 begon het rapen van de vruchten al in de
eerste week van augustus. De meeste vruchten hangen dan nog in hun
groen jasje aan de plant. Eronder liggen al enkele rijpe, geelbruine
vruchten. Vorig jaar met de natte juli begon de oogst een maand later.
Het oogsten gaat door tot het invallen van de vorst.
Het speciale is dat deze planten zichzelf al 5 jaar massaal uitzaaien. Ze verschijnen pas begin juni, samen met het knopkruid.
Eigenlijk laten ze zich niet verplanten, maar je kan dit toch doen door het jonge plantje met een intacte kluit uit te steken. Ik zet ze op een rij met een 70 - 80 cm tussenruimte. Dan kan elke struik behoorlijk uitgroeien en bekom je mooiere bessen.
U hebt wellicht al geraden dat we het over de kaapse beshebben.
( Ze kregen die naam omdat ze in de Kaap (Zuid Afrika) commercieel
gekweekt werden. De lang bewarende bessen werden massaal meegenomen op
de schepen als middel tegen scheurbuik.) Ik spreek liever van goudbes, die veel beter de karakteristieken weergeeft.
In het Frans cerise de terre, coqueret pruinosa. In het Engels dwarf cape goosberry, ground cherry, strawberry tomato. In het Duits Kapstachelbeere, Erdkirsche, Ananaskirsche.
De wetenschappelijke naam is Physalis pubescens of Physalis pruinosa of beter nog Physalis grisea en behoort tot de familie der Salonaceae, de nachtschadeachtigen, waarbij bv. ook de tomaten behoren.
De plant komt uit Noord Amerika (Verenigde staten, Canada, Mexico).
Er werd selectiewerk mee verricht. Ik heb slechts de naam van één benoemd ras gevonden: Goldie.
Mijn
planten komen uit het eerste aanbod van biologisch zaad door Velt
1999-2000 van Terre de Semances als Physalis pubescens. De volgende
jaren werd het Physalis pruinosa van de firma Biau Germe.
Hoe dit ras zich gedraagt weet ik niet, maar gezien het een synonieme
benaming is, verwacht ik een gelijkaardige groei. Er kunnen
variëteitverschillen zijn.
De
groei is het best op goed van compost voorziene grond. Op een schrale
plek blijven plant en vruchten te klein. Maar veel mest hebben de
planten beslist niet nodig.
In
mijn zandgrond zaaien ze zich massaal uit, ondanks het feit dat ik mijn
tuin licht laat ploegen. Lukt dit ook op zware grond? De zaden blijven
erg lang kiemkrachtig. Op een pakje van Biau Germe lees ik: oogstjaar
1999, te zaaien voor 2007.
De
vruchten worden bij voorkeur verzameld op een warme, droge namiddag.
Best is dit op geregelde tijdstippen te doen, want het omhullend
weefsel begint na een tijdje te vergaan, te composteren als die lang op
de grond blijven liggen.
De
geraapte bessen worden vlak uitgespreid om verder te drogen. Bij
voorkeur gebruik ik hiervoor grote kartonnen dozen van groenten - en
fruitkramen. Je kan ze in de zon zetten en gemakkelijk weer binnen
nemen. Je dient wel geregeld te controleren op rottende vruchtjes. Je
merkt dit wel aan de zwermende fruitvliegjes. Afhankelijk van de
weersomstandigheden zitten er gebarsten of beschadigde vruchten bij en
je ziet en voelt dit niet steeds bij het rapen.
Eens
goed droog blijven de vruchten in hun omhulsel maanden goed. Tijdens
Kerst en Nieuwjaar heb je nog volop bessen. Tegen die tijd beginnen ze
in te drogen, zijn zoet, maar het sappige is er wat uit.
Naar het midden van oktober rijpen de bessen buiten haast niet meer en blijven groen.
Als je de afgevallen bessen toch verzamelt en binnen droogt, rijpen ze wat na, net als tomaten.
De
afgevallen, rijpe, gele bessen ter grootte van een kleine kers ( 3 gr)
hebben een zuurzoete smaak en doen aan ananas, appel, en stekelbes
denken. Ze zijn heerlijk om zo te snoepen, maar lenen zich ook voor
decoratie van spijzen en desserten. De omgekeerde omhulling met de
vrucht er nog aan vast, werkt zeer decoratief.
De
vrucht kan verder dienen als taartbeleg en leent zich ook voor het
bereiden van heerlijke confituur. Gebruik hiervoor vers geraapte
bessen: het schoonmaken gaat veel vlugger. Verder gebruik: in
vruchtensalades en compote. We maakten er ook confiserie mee voor de
Kerstmarkt ten voordele van het Zoego project. ( Steun van Zoersel aan
Going, dorp van onze schoonzoon in het droge noorden van Kameroen)
De
besjes op een stokje werden in warme chocolade gedoopt en na verharden
op een pompoen geprikt. Aanlokkelijk. Ze bleven nog een week houdbaar.
De
planten groeien ongeveer 50-70 cm hoog en beginnen dan open te vallen.
Wat ondersteuning voorkomt dat ze te veel op de grond liggen en
bevordert het afrijpen. Je zal veel plantjes moeten weghakken. Laat om
de 80 cm maar één plant staan. Je behoudt ook slechts de eerst
verschijnende planten. Latere hak je weg. Als het kan zorg dat de
planten in volle zon staan. Wat schaduw kan wel, maar vertraagt het
rijpingsproces. Zaaien doe je begin mei. Onder voldoende warme
omstandigheden bedraagt de kiemduur 8 à 15 dagen. De zaadjes zijn vrij
klein. Ik heb geen ervaring met warm voorzaaien. Je zou het kunnen
proberen in een potje met een paar of enkele zaden. Je behoudt een
plantje dat je na half mei, als het vorstgevaar geweken is, buiten
uitplant, er zorg voor dragend dat de kluit intact blijft.
Aldus verleng je het groeiseizoen en in een minder goede zomer kan dat wel nuttig zijn.
Maar in een warme zomer als 2003 doet de goudbes het ook bij ons uitstekend.
Je
kan de plant ook in bloempotten op je terras kweken. Op het Zoego
tuinfeest boden we enkele planten aan in bloempotten met compost. De
groei is voldoende om nog behoorlijke besjes te bekomen.
Men zou de goudbes ook warm kunnen voorzaaien en men kan dan nog vroeger oogsten!
Het familielid, de ananaskersPhysalis peruviana, zoals de naam zelf zegt afkomstig uit het meer tropische Zuid-Amerika, dien je wel voor te zaaien, zoals je met tomaten doet.
In het voorjaar 2000 zaaide ik beide soorten gewoon in de tuin. Ik
herinner mij toen op half oktober slechts een paar halfrijpe vruchten te hebben kunnen oogsten. Anderzijds van de pubescens waren er vruchten met hopen.
Wat een verrassing 2003: tussen de andere planten staat ook een peruviana!
Het is de plaats waar ik 4 jaar terug zaaide! Eind september zijn
enkele vruchten al bruin verkleurd en binnenin volledig rijp. Ze zitten
nog stevig vast aan de plant en vallen niet af.
De
peruviana heeft dus ongeveer een 2 maand langer groeiseizoen
nodig als je vergelijkt met zijn Noord-Amerikaanse soortgenoot.
Warm
voorkweken is een noodzaak. Maar ik heb het nog niet gedaan. Wat is de
optimale duur van de vooropkweek? Kan je deze plantjes verspenen?
Uitplanten in een serre geeft meer zekerheid op een voldoende lang
groeiseizoen. Maar buiten uitplanten na het vorstgevaar kan eveneens
succesvol zijn.
In
Bokrijk op het evenement Eetbaar Landschap zag ik op de stand van
Bokrijk zelf, enkele ranken waarvan de grootste vrucht de grootte van
een pingpongbal benaderde, maar nog volledig onrijp. Zeker geen
voorgekweekte planten. Achteraf kwam ik te weten dat dit tomatilo's
waren ( zie verder).
Ananaskersen worden toch dubbel zo groot als de physalis pubescens/ pruinosa en dieper oranje-geel van kleur.
Physalis
peruviana groeit een stuk forser en wordt een struikige plant van
minstens 1,50 m. en blijft rechtop staan, maar eveneens met breed
uitgroeiende takken. Buiten groeit de plant niet zo hoog maar toch
forser dan de pubescens / pruinosa / grisea.
Een derde familielid is de bij de bloemschikliefhebbers geliefde lampionplant, Physalis
alkekengii franchetii. De prachtige oranje lampions bevatten eveneens
een eetbaar geel kersvruchtje, dat ik vele jaren geleden al geproefd
heb.
Als vierde lid is er de Tomatillo, Physalis ixocarpa Lampiontomaat
De plant is nauw verwant met de goudbes, de ananaskers en de lampionplant met de Chinese lantaarntjes.
De tomatillo wordt 1,5 tot 2 m hoog en heeft gele bloemen.
De
vruchten zitten in een lampionachtige omhulling, die later openspringt
onder druk van de dikkende groene of paars kleurende vruchten.
Deze hebben een kruidig zuur aroma en zijn rijk aan mineralen en vitaminen.
In de Zuid en Midden Amerikaanse keuken worden ze veel gebruikt in Chilis, eenpansgerechten en sausen (Salsa verde).
Men zaait warm voor (22-24 °C) en plant midden mei uit in onverwarmde serre.
Het kan ook op een beschutte plaats buiten, vergelijkbaar met tomaten. Ze vragen wel iets minder bemesting.
Men kan ze ook in potten kweken.
Bij
cultuur in struikvorm worden de planten herhaaldelijk licht
teruggeknipt, om een compacter gewas te bekomen. Steunen als bij
tomaten. Chase Organics heeft biologisch zaad, zowel van de
groenkleurige als van de paarskleurige variëteit.
Vorige donderdag
kreeg ik het bezoek van Jules en Anna Reyniers.Ik kon hem Japanse Wijnbes en Dormanred
bezorgen. Zijn planten waren om een onbekende reden (was het vochttekort?)
onvruchtbaar geworden. De vruchtjes verdroogden.
Jules zit
op een droge zandgrond in Rijkevorsel, een gemeente die over het algemeen veel
rijkere grond heeft.
Jules heeft
me o.a. plezier gedaan met enkele druivenrassen. We zijn ook enkele jaren
geleden op de Lünenburgerheide bij Dierking de nieuwste Blauwbessen gaan halen.
Ik heb ze nog allemaal. Bij hem zijn enkele planten bezweken. Iets te veel
compost gegeven?
Jules is
een fijne tuinier en had Tomatillos
voorgekweekt.
Voeg
daarbij dat ik uit Nederland een vraag kreeg waar goudbeszaad
te bekomen was.
Samen
met kleinzoon Jonas heb ik het artikel over Ingepakte Bessen met een passende
foto op de blog gezet ter gelegenheid van 1 jaar blog op 8 april.
Ik ben het Seniorennet dankbaar voor de geboden mogelijkheid.
Vroeger had
men mij al gestimuleerd om mijn ervaring betreffende fruit neer te schrijven,
maar het kwam er praktisch niet van.
Op
deze manier hou je ervaringen vast en maak je anderen hieraan deelachtig.
Een
goede 70 % zijn Belgen. Ruim 1 op 4 woont in Nederland. Als derde land volgen
de Verenigde Staten (1 %). Verder Frankrijk, Duitsland , Groot Brittanië,
Kameroen, Spanje, Polen en Canadaen nog
een hele hoop landen.
Terwijl ik vandaag aan t snoeien was
hoorde ik het gekwetter van een boerenzwaluw en zag ze overvliegen.
Deze vogels worden zeldzaam,
vergeleken met onze jeugdjaren. Vorig jaar zag ik de eerste boerenzwaluw pas eind
april en het aantal doortrekkers kon ik op een hand tellen.
Eindelijk een regenloze dag met
nogal wat zon. Na een tijdje buiten voel je de frisse noordenwind minder.
Bij één kerspruim of myrobolaan
(Prunus cerasifera) komen de eerste bloemen open. Andere kerspruimen hebben nog
witte gesloten knopjes.
Mijn appelbomen zijn meestal
halfstammen, 4 op 4m van elkaar.
De onderstam is meestal MM 106, ook
een paar op MM 111.
Mijn voorkeur gaat naar bomen in
vaasvorm, maar de meesten hebben een centrale stam.
Daar ik een jaartje ouder word, ben
ik begonnen met de koptakken in te toppen volgens de
bereikbaarheid met mijn plukladder. ( Een
plukladder heeft naar onder toe een brede voet met bredere sporten en onderaan
de stijlen punten, zodat ze vaster in de grond staan. In het midden bovenaan
scharniert een paal, eveneens met punt.Het geheel vormt een tamelijk stabiele driepikkel.)
Steeds kan je toppen ter hoogte van
een zijscheut, zodat deze groeiremmend gaat werken.
Dit jaar, na het
algemene beurtjaar van 2005, zijn er enorm veel bloemknoppen. Telkens wordt ook het
vruchthout wat uitgedund en enkele van de knoppen op de vruchtbeurzen
wegeknipt, om uitputtende bloemvorming wat te vermijden.
Kankertakken
en - takjes worden zorgvuldig weggeknipt en apart verzameld om te
verbranden. Laat je ze ter plaatse, dan vormen ze een blijvende
infectiebron.
Door de vele te verwachten vruchten
zal de vegetatieve groei getemperd worden.
Het blijft natuurlijk altijd
mogelijk dat we in mei een zeer late nachtvorst krijgen waarbij veel bloemen
bevriezen, maar normaal mag de liefhebber in 2006 een
grote oogst verwachten .
Een paar weken geleden hadden we die
willen meebrengen van Duitsland, maar die zat vastgevroren in de grond.
Deze abrikoos rijpt
begin augustus. Het is een grote, mat oranje, gladde, vast vlezige vrucht, met
zeer goed loskomende steen, een gezonde groeier. De smaak is zeer goed, met een
fijn zurig accent.
André van de boomkwekerij Hendrickx
te Stabroek signaleerde mij, nadat hij de blog over ons bezoek aan Duitsland
gelezen had, dat hij nog drie stuks in voorraad had.
Vanmiddag ben ik die gaan halen,
want van de ene gegadigde van toen waren er intussen 3 geworden.
En nu nog een viertal jaren leven
in blijde verwachting en hopen dat de bloemen dan niet bevriezen!
In
zijn boomgaard te Winssen, in de
buurt van Nijmegen, toonde ir Piet De Sonnaville, oud medewerker
aan het IVT, Instituut voor Veredeling van Tuingewassen van de
Universiteit Wageningen aan Vincent en mij verschillende rode peren die hij toen aan het
ontwikkelen was. Dit is meer dan 10 jaar geleden.
Het waren de eerste rode peren die
ik ooit zag.
Daarna heb ik er niets meer over
gehoord.
Prof Piet De Sonnaville, die toen
al halverwege de zeventig was, is kort daarop overleden.
De Belgische
Fruitveiling (BFV) heeft eind december vorig jaar de eerste rode peren 'Sweet Sensation' geveild. De vruchten
kwamen uit Nederland en werden gretig gekocht.
Nu heeft de BFV het exclusiviteitscontract getekend met producent
Joop Van Doorn International voor de verkoop en de
teelt van de nieuwe roodkleurige peer Sweet Sensation.
Op haar beurt
zal de BFV met sommige van de bij haar aangesloten telers een contract
afsluiten om deze peren -volgens strikte afspraken, in clubverband -te telen.
De verwachtingen voor
het nieuwe perenras liggen bijzonder hoog. Kenners zijn er van overtuigd dat
deze bicolore, grotendeels rode peer, in heel Europa potten gaat breken.
De peer lijkt op de sappige Doyenné
de Comice, maar kleurt rood in plaats van groen. De sweet sensation komt
voorlopig uit Nederland, maar de BFV wil ze in het voorjaar 2006 introduceren
bij haar telers als beginnend alternatief voor de - op dit ogenblik nog altijd
erg succesvolleconférence,
waarvan er de laatste paar jaar telkens zon 2 miljoen bomen per jaar in
Nederland en België geplant werden.
De Nederlanders, Van Doorn
International, die de peren telen en ook de bomen verkopen, willen niet verklappen over welke kruising het gaat.
Wat de
smaak betreft gelijkt de peer sterk op de Doyenné du Comice, maar ze is zoeter.
Ze is productiever, heeft geen beurtjaren, maar wat belangrijker is, Sweet
Sensation heeft een overwegend rode kleur.
Deze eigenschap maakt
dit ras uniek en voor de consument aantrekkelijk. Europese bicolore
appelrassen zijn er bij de vleet; Europese bicolore perenrassen echter
niet", luidt het bij Van Doorn.
BFV wil met de Sweet Sensation
vooral de jongere consument aanspreken, want de Doyenné wordt overwegend door
ouderen gekocht. We willen de verkoop van peren in de supermarkt verhogen naar
een verhouding van 30 procent peren en 70 procent appels, nu is die verhouding
20/80. Op exportgebied komen Conference peren momenteel overal in Europa
terecht, ook Rusland en Scandinavië zijn vragende partij. Sweet Sensation kan
in de toekomst een zeer goede aanvulling betekenen, waardoor we onze positie
op de perenmarkt nog kunnen versterken," aldus directeur Lowette van BFV.
De Limburgse peren doen het op dit ogenblik nog altijd goed, maar de veilingen
hebben hun lessen getrokken uit de appelmarkt. Alles zetten op één ras is niet
verstandig. Want als die prijzen in elkaar stuiken - zoals bij de Jonagold - is
het probleem niet te overzien. Diversifiëren is dus de boodschap. "We
kunnen onze plaats in de perenmarkt verbeteren als we een ruimer assortiment
aanbieden," zegt Karel Belmans van de BFV.
In het voorjaar kunnen 200 bomen gekocht worden bij de Nederlanders, maar het
zal dan nog tot 2010 duren alvorens die peren op de markt komen. Want een
perenboom moet eerst zogezegd 'zijn eerste communie doen' alvorens hij genoeg
fruit draagt.
Nog voor half maart was ik gestopt
met voeren. Ik dacht dat de vogels zich nu wel konden behelpen. Vandaag werd in
de mailgroep Tuinieren volgend advies met een waarom doorgegeven.
Voor het aanbreken van
de paartijd ondergaan mezen een
inwendige metamorfose. Om de groeiende inwendige
geslachtsorganen meer ruimte te geven, wordt hun gespierde maagwand dunner.
Het gevolg is dat de
vogels geen zaden meer kunnen verteren en over gaan op een menu van insecten.
Daarom is het ongewenst om mezen na maart nog te voeren met bijvoorbeeld
pinda's. Een gouden raad van land leven.
Vorige donderdag 23 maart heeft het
nog een laatste maal gevroren in De Kempen. Eindelijk kwam er een einde
aan het lange en late vriesweer van maart 2006!
Na een regenachtige overgangsdag
was het zaterdag zonnig en zacht: 16 ° C.Ik hoorde voor t eerst de tjiftjaf zijn naam zingen.
Een paartje staartmezen verkenden
de oude buxushaag op zoek naar nestgelegenheid. Het is decennia geleden dat ze
er nog gebroed hebben.
Vandaag, zondag was er minder zon,
maar nog warmer: 18 ° C.
De gele bloempjes van de Cornus mas
komen open.
Ik heb bij de zwarte bessen de
gezwollen knoppen, die wel honderden rondknopmijten (Zie blog van 9 en 11 jan 2006) kunnen bevatten, afgeplukt
en verbrand.
In aansluiting
op het mezenverhaal met de veranderende geslachtsorganen, het volgende:
Hanen en Kapoenen
Een kip legt evengoed eieren met een haan als zonder. Als
je geen raskippen houdt en dus zelf niet kweekt kan een haan eerder een
lastpost zijn, zowel voor de buren (met zijn gekraai) als voor de kippen, die
meestal met te weinigen zijn voor zijn avances.7 à 10 kippen per haan is de beste verhouding.
Bij weinig kippen en een te zware haan is dit te merken
aan het beschadigde verenkleedop de
ruggen van de kippen.Bij het paren wipt
de haan op de kip. Met de snavel houdt hij zich vast aan de nekveren van de
hen. In enkele tellen drukt hij zijn aars tegen deze van de kip en spuit zijn
sperma in, dat 14 dagen de eieren kan bevruchten. Aan
de buitenkant zie je geen geslachtsorgaan bij de haan ( en bij de andere
vogels), die zitten van binnen, tegen de
rugkant aan.
Je zal je dan wel afvragen hoe men dan hanen tot
kapoenen kan castreren?
De ingreep verloopt bij jonge haantjes van een geschikt
ras (b.v. een Poule de Bresse) via een incisie tussen de laatste en voorlaatste
rib rechts.
Kapoenen leven een rustig leven en leveren malser vlees.
Onlangs werd het wettelijk
verboden om in België nog kapoenen te kweken
(Uit de Veltkippenbrochure die ik enkele jaren
geleden schreef en die door het machtsspelletje van een paar mensen niet kon
uitgegeven worden.)