Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
28-08-2011
Met het Davidsfonds naar het MAS
Met het Davidsfonds naar het MAS
We maakten dankbaar
gebruik van deze gelegenheid om het nieuwe Museum
Aan de Stroom te bezoeken. Met het weer hadden we geluk, een warme,
zonnige zomerdag, meer uitzondering dan regel dit jaar. We hadden het genoegen
om Patricia Van De Velde als gids te hebben. Als jonge moeder met een dochtertje
van 5 weken kwam zij een eerste maal hier gidsen. Vroeger was zij verbonden aan
het Etnografisch museum, waarvan de collectie nu in het MAS is opgenomen. Ze
wist de diverse aspecten van het MAS zeer goed aan te brengen: de
architectuturale creatie, de materie, de grote, rode, vierkante zandstenen in
vier tinten uit Indie, de handjes en poëtische medaillons, de begeleidende
kunstwerken, de speciale inplantingplaats net voor het eilandje. Enz.
Tijdens de eerste
Veltjaren kwam ik geregeld naar het gebouw op deze plaats. Ik bracht er de
teksten en stencils voor het Tussenseizoentje, ledenblad voor de grote Veltafdeling
Antwerpen-Voorkempen. Mevrouw Wouters van Brasschaat die er werkte zorgde voor
het intypen en liet ruimte voor het intekenen door grafisch kunstenaar
Frank-Ivo Van Damme van Merksem die telkens ook zorgde voor een originele
voorpagina. Voor het afdraaien der stencils stond een familie van Westmalle in.
Een ganse zaterdag draaide de elektronische stencilmachine in onze living. Wie
had er nog zon meubelstuk in de living? Het is er geen museumstuk geworden.
Een gedeelte van het MAS is
vrij te bezoeken: het kijkdepot op twee, waar al een massa voorwerpen en dingen
te zien zijn. Via de roltrappen kan je naar de wandelboulevard op elke
verdieping. Telkens schuift de roltrap een kwartslag op en verandert het zicht
op de stad. Een curiositeit is dat je van op een bepaald standpunt door de
gewelfde ruiten de torens dubbel ziet. Niveau 10, het grote dakterras, bereik
je tenslotte via een paar vaste trappen. Een van de attracties van het MAS vond ik dit
steeds veranderend zicht op de stad. Bijzonder trof het mij dat je op de
boulevard voor de plant Antwerpen Wereldhaven juist zon verre blik op de haven
hebt.
Wij hadden enkel geboekt
voor de vaste collectie en sloegen verdieping drie met de tijdelijke
tentoonstelling over. Voor een andere keer.
Je wordt al direct wat
overweldigd door het thema machtsvertoon op verdieping 4. In het voorportaal
flitsen de fotos van machtige mannen je in een ontvankelijke gemoedsstemming.
Verdieping 5 confronteert
je met Antwerpen als wereldstad en op 6 kom je in contact met Antwerpen in het
heden en het verleden als wereldhaven.
Verdieping 7 en 8 heten
leven en dood in verschillende culturen en religies. Op 8 bevindt zich de fenomenale
verzameling precolumbiaanse kunst van het echtpaar Janssen, de stichtersvan Janssen farmaceutica; uiteindelijk
verworven door Vlaanderen en niet verdwenen naar het buitenland.
Hier komen we nog enkele
keren terug.
Aleide zorgde weer voor het vele fotomateriaal.
We verzamelen aan een door
mankracht ronddraaiende molen; vissen en aanverwante in plaats van paardjes.
Voorplein met het
loodswezen
Het Mas
Aan de oostkant tussen het
MAS en het Willemdok staat een rij lage gebouwen. In een hiervan een groot fotoplan
van de stad en grote omgeving. Je treedt Antwerpen met de voeten, letterlijk
dan.
Achter deze gebouwen, zicht
op het Willemdok, als jachthaven en omgeving. De hoge woontoren staat links op
de hoek van de Italiëlei en de Londenstraat. Het andere gebouw rechts is van de
Karel De Grote Hogeschool, op een uitloper van het nieuwe Park Noord.
Zij komen er enkel in het
weekend. In de vroegere stal hebben ze nu de kunstgalery Szymon.
Van de vroegere boomgaard
schieten enkel nog een paar oude notelaars en een oude beuk over. Verder een
grote graspartij omringd door diverse
struiken en bomen en een paar plekken waarop exhaustief getuinierd wordt. De
adder komt er wellicht nog voor, want Myriam vertelde dat zij vorig jaar een
giftige beet in haar voet opliep en men haar ziektetoestand in de kliniek diagnosticeerde
als een adderbeet.
Volgende afspraak: op 10
september bij ons om de tomatenrassen van Lieven David te proeven.
FOTOS
De hoeve
De gastvrouw
Annemie en Monique
Is het te vochtig voor een
kalebasachtige? De gespeende bloemen vallen af.
Een Sarpo Mira aardappel
heeft ook hier nog niet te lijden van de aardappelplaag.
In een natte zomer als dit
jaar lukt het niet om buitentomaten te kweken.
HeiligenboonSaint Esprit. Het is een staakboon.
Tomaten proeven: Malechiet
(smakelijk) en gele (matig).
In het voorjaar kwam hier
Stijn Derammelaere. Ik gaf hem heel wat plantmateriaal mee en in ruil kreeg ik
enkele speciale aardappelen die hij bij een specialist in Schoten had aangeschaft.
Een paar dagen geleden heb
ik ze gerooid. Ze waren allemaal compleet afgestorven door de aardappelplaag
(Phytophthora infestans) en enkele knollen bleken ook al aangetast.
Het meest opmerkelijke is
de zwart- paarse kleur van de meeste rassen. Soms moest ik zelfs goed kijken om
ze te onderscheiden van de grondkluiten. Je kan dit onmogelijk een attractieve
kleur noemen.
We hebben ze al eenmaal
geproefd, in plakken gesneden en gebakken op het ovenblik in de elektrische
oven.Waarschijnlijk was dit Blauwe Zweden. Ze waren iets bloemiger
dan de Biogold die we momenteel
consumeren. Wat smaak betreft zou ik deze laatste eerder verkiezen. Biogold
wordt in het biocircuit verdeeld als vroege aardappel. De aardappel vertoont
iets weerstand en is meestal al volgroeid als de plaag toeslaat. Mijn andere patatten
zijn de rode Agria, aardappelen die
een fors gewas ontwikkelen en wat weerstand bieden. Als latere aardappel heb ik
Toluca, die het meest weerstand
biedt tegen de plaag, maar tenslotte ook bezwijkt.
Het meest weerstandig
blijkt het ras Sarpo Mira, dat pas
een begin van aantasting vertoont, maar er al bij al nog zeer goed uitziet. Zie
fotos, genomen op 20/08/2011.
FOTO-ILLUSTRATIE
Enkele knollen heb ik gewassen om beter de kleur te laten zien.
Vitelotte
Sielad Blue & Rode Emma
Detail Sielad Blue
Blauwe Zweden: blijkbaar de meest gevoelige in de knol? Let op de
aangetaste
Een tiental dagen terug
vroeg iemand van de mailgroep Tuinieren welk ras pruimen hij had op een elk
jaar vruchtbare pruimenboom: roodblauwe pruimen met een losse steen.
Iemand zei dat het een
Altesse Double was, een dubbele bakpruim, hierbij ondersteund door een
handelaar.
Daar ik nog nooit een zon
vruchtbare Altesse Double gezien had,
ging ik vergelijken met mijn eigen pruimen.
Het ras Anna Späth klopt
perfect met de beschrijving. Ik had ook nog veel vruchten.
Op mijn Altesse Double
vond ik nog 2 vruchten ; op Altesse Simple nog 3. En veel meer waren er niet
geweest.
De historie
Vraag van Bezembinder:
Op 02 April 2002 kocht ik een pruimelaar in een "doe-het-zelf"
zaak in Eeklo. Nu is dat reeds een ferme boom geworden. Afbeelding 1
Elk jaar levert die boom een massa vruchten. De vruchten zijn niet zo groot,
vast vruchtvlees, loszittende pit en lekker. Een aanrader voor confituur.
Worden dergelijke pruimen soms "kwetsen" genoemd?
Aan de boom hing een etikeket ....Afbeelding 2...maar
"SUSINA"is dat niet het italliaans voor pruim.
Kan iemand mij meer inlichtingen betreft mijn pruimelaar geven?
Met groeten van Bezembinder
Antwoord van Hughes
De getoonde pruimelaar is een "Italiaanse kwets". De
vruchten zijn goed vast en de "steen" komt makkelijk los van het
vruchtvlees.
In de volksmond heet men deze pruimen ook wel eens
"bakpruimen". Ze zijn immers zeer geschikt voor het bereiden
van pruimentaart.
Zo, nu weet u hoe uw boom heet. Let wel op: de bomen scheuren
gemakkelijk in. (belasting vruchten, wind). Tijdige snoei is een
must.
Mijn antwoord:
Toen ik het antwoord van Hughes las klopte dit in eerste instantie: goed vast
en losse steen. Alleen ik heb hier nog nooit een vruchtbare Altesse double of
Italiaanse kwets gezien. Ook de vruchten zijn zwarter blauw.
Ik ben naar mijn
pruimen gaan kijken en mijn vermoeden dat het om een Anna Späth pruim gaat klopt. Dit is een lekkere, wel duidelijk
beter bij een niet te overladen boom, die bovendien regelmatig draagt, met een tamelijk
losse steen. De normale rijpheiddatum is eind augustus, begin september. Dit
jaar twee weken vroeger.
Tweede antwoord Hughes
Ik heb hier een Italiaanse kwets staan, althans onder die naam gekocht
bij het grootste Waalse tuincentrum-postorderbedrijf (ca. 25 j geleden).
De vruchten en de overtollige dracht zijn krek dezelfde als bij Bezembinder.
Hierna een foto van de vruchten, zowat een week geleden geplukt en nagerijpt
(en dus ietsje kleiner geworden) in de teil. (de groene pruimen zijn Reine
Claude Crottée, veruit de beste onder de pruimen)
FOTOMATERIAAL
1.Boom
en vruchten van Bezembinder
2.De
vruchten van Hughes; Dit zijn Altesse Double.
3.Mijn
Fotos van 15 augustus
Pruimen; Anna Späth;
Altesse Double; Altesse Simple; Damastpruim uit West-Vlaanderen en de kleinste
Prune de Prince van Gembloux.
Doorgesneden vruchten: boven Altesse Simple; links Anna Späth, rechts Altesse Doyble
Zo. 14/8 met Ingolf, Jan
en Louis naar de pruimendag op Brogdale te Faversham. In de gietende regen tot
in Frankrijk. In Engeland hadden we mooi zomerweer. We zagen er onze fruitvrienden
uit Friesland weer, Nynke, Jet en Frits met nog een Duitse kennis van hen. Van
Frits vernam ik dat in Friesland een pruimen-boomgaard met 120 rassen aangelegd
wordt.
Onze gids op de geleide
wandeling was ditmaal Paul Jasphon.
Bij de peren vroeg ik naar
Belle de Jumet, een lekkere
zomerpeer die door de heer Vogelaar in Zeeland gekweekt wordt.
De pruimen kregen alle
aandacht. En wij maar proeven! De pruimen zijn dit jaar minstens veertien dagen
vroeger rijp.
Thames Cross genoot de voorkeur van de gids
Ingolf kende Gordon Castle van het bezoek met de
NBS, 2 jaar terug, inderdaad een schitterende pruim.
De pruim die mij het meest
in de smaak viel was wellicht Brassai
Szilvaja.
Maar nog veel andere
smaakten uitstekend. Die dag waren we fruitarier.
FOTOS
Op de boot
Belle de Jumet
Gids voor de geleide
rondleiding van 2 uur: Paul Jashpon
Cambridge Gage, een
lekkere Reine Claude. We proefden trouwens nog meerdere R.C. Rassen. Allemaal
zeer lekker
Coes Golden Drop, nog een
tikkeltje onrijp.
Thames Cross
Gordon Castle
Brassai Szilvaja, viel bij
mij zeer in de smaak, zoet en aangenaam zuur.
KICK staat voor Kennis & Informatie Centrum Kleinfruit. Twee jaar terug waren we
aanwezig bij de start (Blog van 05/11/2009. Gemakkelijk: typ bij zoeken: Kick in).
K kreeg een lift van
Yves.
Er was veel volk naar
aanleiding van de open dag topfruit die de ganse namiddag in beslag had
genomen. Het onweerde in de verte en het begon te regenen. We waren er net op
tijd voor het kleinfruit om half zeven. We verhuisden naar een aparte ruimte.
Onderzoekers hadden het
over de proeven.
O. a. Eutypa, een
schimmelziekte die het afsterven van rode bes veroorzaakt, kwam aan bod.
Snoeien tijdens de winter kan een inval zijn voor de sporen. Er zitten wel
meerdere jaren tussen de besmetting en het afsterven.
Verder werden de stengelziektes
op frambozen besproken. Hier is de schorsgalmug een wegbereider. De larfjes
veroorzaken vraatschade: een invalspoort voor schimmels. Men heeft ontdekt dat
schorsgalmuggen biologisch te bestrijden zijn door inzet van een ander insect.
Het bezoek aan de
proefpercelen gebeurde in de regen, niet bepaald uitnodigend. Het was te donker om de
larfjes van schorsgalmug te zien.We kunnen even ook een blik werpen op de kiwibesaanplanting. De eerste aanplant met elf rassen heeft al vruchten. Over een tiental dagen zijn die rijp merkte Kris Lavens van O' Bio op. Hij houdt het op 1 stam. Hier zie ik er soms 2. En een kritische opmerking: 1 plant is helemaal rond de opklimstok gegroeid: absoluut te vermijden zegt Kris.
Yves ontdekte op
framboosbladeren de eerste dode plekken door een mineerinsect. In Pamel is dit
op korte tijd een erge plaag geworden. In het voorjaar hebben de scharrelende
kippen niet voor soelaas kunnen zorgen. Hoe deze pest op natuurlijke manier oplossen?
Tijdens het terugrijden vernemen we het onheil door het onweer met vreselijke gevolgen voor Pukkelpop te Hasselt, met meerdere dodelijke slachtoffers..
FOTOS
De insectenman van
Wageningen. Let op de dode mineerplekken op de frambozenbladeren.
Yves vertelt over de plaag
met het mineerinsect in de proeftuin te Pamel-Roosdaal
Bramen vol heerlijk sap
en struiken vol rozenbottels. Wat een rijkdom! En dan heeft u ook al kunnen
genieten van hun bloei! In de tuin zijn sierplanten
met culinaire meerwaarde ideaal. Steeds meer mensen zoeken die
combinatie. Bramen zijn geweldig om van te snoepen, in desserts te verwerken of
om sap en jam van te maken. Rozenbottels zijn heerlijk gekookt als zoete saus,
in jams en compotes, om thee van te trekken en in ijs. Plant bramen beschut als
leiplant tegen de schutting en zet bottelrozen gewoon tussen de
sierplanten. Een aanwinst voor uw tuin en eettafel!
Ook bramen behoren tot
de grote rozenfamilie
Er zijn zoveel bramensoorten met vaak grote verschillen dat de indeling erg lastig
is. Veel gecultiveerde bramen stammen af van Amerikaanse bramensoorten. De echte Europese bosbraam is
Rubus fruticosus met hoekige stengels die in een grote boog groeien. Iedereen kent deze planten met hun grote
stekels en heerlijke vruchten. De vruchten bestaan uit een cluster kleine
steenvruchten die rond een centrale kolf of spil zijn gegroepeerd_ Ze beginnen
groen, worden dan rood en, als ze rijp zijn,
glanzend zwart. Kies uit rassen met gestekelde takken (b.v. 'Himalaya')
of stekelloze (doornloze), zoals Rubus 'Thornless
Evergreen', 'Thornfree, 'Dirksen
Thornless' of 'Smoothstem'. Ze geven
grote vruchten, ieder jaar kilo's opbrengst en per ras verschilt de smaak van zoet tot friszuur. Proef en kies.
Het is er nu de tijd voor (oogst van juli-augustus tot oktober).
Medegedeeld: VLAM ((Vlaams Centrum voor
Agro en Visserijmarketing).
Post Sriptum
Ik heb ook Himalaya,
maar een beter gestekeld ras vind ik Fantasia.
In de 49 jaar dat ik tuinier
nooit een prachtiger ajuinenoogst gehad. Het plantmateriaal werd bij een
toevallig bezoek in de Makro Deurne aangeschaft. Was het van de firma Somers?
VELT verdeelde dit jaar geen plantgoed meer wegens de minderwaardige kwaliteit
in het verleden.
Enerzijds had ik goed uitgangsmateriaal,
maar anderzijds sla ik het aandeel van de grond nog hoger aan. Daar hadden de
aardbeien gestaan. Voor deze teelt waren er verhoogde bedden aangelegd met
compost, leemgrond, verteerde paardenmest en gecomposteerd hakselhout.
Daarenboven had ik nog wat
bentoniet in de plantgaten gestrooid. Gevolg: door de rijke, vochthoudende
grond hadden de uien geen last van de lange droogteperiode in het voorjaar,
waarbij concurrerende onkruidgroei eveneens uitbleef.
De regen kwam nog op tijd. Veel
regen kan nochtans funest zijn. Dit plantmateriaal werd echter niet aangetast
door een schimmelinfectie, wat in het verleden meermaals het geval was. Slechts
een zeer beperkt aantal planten viel uit als slachtoffer van de maden van de
uienvlieg.
Deze oogst deed mij veel
plezier.
FOTOMATERIAAL
De rode uien
Idem. Er zijn 5 bakken
Dochter Leen vlecht de eerste
streng
Idem
De gele uien
In t totaal 11 bakken gele
uien. Ze drogen verder in de kleinfruitserre
Het geoogste veld
Zo ziet de grond voor het nieuwe
veld voor volgend jaar er uit
Collina is een zomerappel uit
een kruising van Priscilla en Elstar door Marc Vandewal uit Nederlands Limburg.
Het is een schurftresistente
vrucht, net als de Priscilla.
Het zijn tamelijk grote, aantrekkelijke,
rood blozende appelen met een verwonderlijk goede smaak, knapperig en sappig.
Het is mijn eerste oogst van dit ras dat door biotelers geteeld wordt. Hoelang
de houdbaarheid is, weet ik nog niet, zeker enkele weken.
De appel is
schurfttoleranten weinig gevoelig voor
meeldauw en kanker. De vruchtbaarheid is in de aanvangsjaren minder groot.
De Vlinderdag van
Natuurpunt ging dit jaar door in onze gemeente. Erg veel wind, geen best vliegweer
voor de dagvlinders. Veelal bewolkt en toch af en toe wat zon. Gelukkig bleef
de regen uit. Er kwamen een 25 -30 bezoekers. Het meest plezier deed mij nog
het weerzien met de nu 81 jarige Marcel Couwels. In 1966 maakten we deel uit
van de stichters van De Wielewaal Voorkempen. Marcel was samen met wijlen
Michiel Hautekiet een gereputeerde vogelfotograaf. Velen hebben toen genoten
van de diaseries.
Ik zocht de meer beschutte
gedeelten van de tuin op. Op al de passages achter de wegkant zagen we telkens
het bont zandoogje, eenmaal zelfs vier exemplaren. Het oranje zandoogje werd
tweemaal gezien. Slechts eenmaal werd een grotere vlinder, de Atalanta of
nummervlinder waargenomen op een bos Koninginnekruid (leverkruid)aan de
zuidkant van het huis.
Al bij al zagen we 9
soorten: Atalanta, Gehakkelde aurelia, Landkaartje, Boomblauwtje, Klein
koolwitje, Groot koolwitje, Oranje Zandoogje, Bont zandoogje en Dikkopje.
Ik merk bv geen
Dagpauwogen meer op wel gezien in het voorjaar- die in vroegere jaren talrijk
kwamen snoepen op het afgevallen fruit. In de vorige dagen wel een paar keer nog
een Citroenvlinder gezien.
De oudste boom hier- de
enige fruitboom die ik niet zelf geplant heb- en zeker een eeuwenling is een Bellefleur appel.
Toen we hier in 1962
kwamen was het al een oude boom van meer dan 50 jaar. Ik herinner mij dat ik
toen een versleten, onderste kankertak afgezaagd heb en nog meer dood hout
verwijderd heb.
Tijdens een zwaar
augustusonweer in 1992, met felle storm, woei de boom omver. Ik heb de meeste
takken op stompen gezaagd. Het werd een geliefde klimboom voor de
kleinkinderen.
Dicht tegen de wortelhals
ontstond een eerste rugscheut. Die heb ik geënt met een Reinette de Flandre,
die ik moest steunen met een paal. De voet werd aangeaard en de tak vormde
eigen wotelscheuten en staat nu zeer stevig.
Op 2 augustus laatst hoorden
we s avonds laat gekraak en een plof. De reeds gehavende stam kon het gewicht
van de talrijke vruchten niet meer dragen en begaf. Hopelijk is het stuk schors
dat nog aan de stam vastzit voldoende om de vruchten verder te laten rijpen. Op
de stam staat nog een andere, jongere, maar ook al dikke tak, nog in goede
staat ( de hoge tak) en dit voorjaar heb ik het ras al verder geënt, want ik
vind het een goede appel, voldoende als handappel, maar vooral een uitstekende
vrucht als bakappel, appelmoes. De vrucht bewaart gemakkelijk tot maart.
Ik vind het een goed, oud
ras, ondanks de kankergevoeligheid en de beurtjaren. Op een Bellefleur heb je
maar om de 2-3 jaar vruchten.
FOTOMATERIAAL
1.De
boom voor de breuk; links de hoge tak en
nog een kleinere; rechts de verdere stam die zal afbreken.
2. Nog een foto van de
takken die behouden zullen blijven.
3. De toptak, die er nog
staat
4. De zwaar beleden
kroontak voor het afbreken
5. De kroontak afgebroken
6. De breuk
7. De gebroken tak;
wellicht kunnen de vruchten nog rijpen?
Vanaf de parking kom je
door het buitenmuseum met een weelde aan fruit, een rijke, deskundig verzorgde
verzameling van diverse soorten met als hoofdbrok tientallen appelrassen,
meestal volgeladen en flink ontwikkeld op deze uitstekende fruitgrond.
In het conferentielokaal
hadden diverse liefhebbers eigen pruimen uitgestald, veelal met de vraag tot
verdere determinering.
De conferentie werd
gegeven door een tuinbouwleerkracht die sprak uit eigen beleving en zeer ruime
ervaring. Zijn topic smaak
knoopten de liefhebbers goed in hun oren.
Pruimen zijn haast
verdwenen in de beroepsteelt. In de winkel voor meer dan 90 % ingevoerde
pruimen, waarvan velen er beter uitzien dan ze smaken.
Ikzelf had wat kerspruimen
(myrobolanen, Prunus cerasifera), in deze contreien zeer onbekend en
voorbeelden van hun verwerking meegebracht. Een afdruk van De oorsprong der
pruimen uit mijn blog sprak enkelen aan. (16-08-2010).
Op een dergelijke
samenkomst ontmoet je steeds interessante mensen. Frans Nauwelaerts, de
oud-voorzitter van NBS Mechelen is een goede bekende in Goes. De Kiliaan, de doorhem ontdekte vondeling staat er opgeplant. Frans toonde mij de Ajans, zijn laatst ontdekte vondeling
zou een uitstekende zomerappel zijn. De eerste, mooi rode vruchten zijn bijna
plukklaar . De moeite om verder te proberen.
Interessant op deze bijeenkomst was de mogelijkheid om het suikergehalte, de Brixwaarde te laten meten met een refractometer, een klein, staafvormig toestelletje. Wat sap aanbrengen, het staafje naar het licht houden en het suikergehalte is zo af te lezen. De hoogste waarde 18° hadden de nog niet helemaal rijpe mirabellen van een mevrouw uit Axel die de aankondiging op radio Zeeland hoorde, vlug in de tuin een takje mirabellen meeritste en naar het fruitmuseum kwam. De Prof. Colombien van vriend Louis Eelen haalde 17 °, mijn smaakvolste kerspruim 13°.
Voor de namiddagexcursie
naar het fruitbedrijf van de heer Slabbekoorn te Kapelle-Biezele kreeg ik een
lift van de heer de Schipper, actief betrokken bij het fruitmuseum. Destijds was
hij medewerker op het verdwenen Proefstation voor de fruitteelt Wilhelminadorp.
We zijn er meerdere malen geweest op de open dagen. Ik heb er veel geleerd,
voornamelijk betreffende kleinfruit. Met VELT Antwerpen-Voorkempen waren we er ook
op busuitstap.
De heer Slabbekoorn maakt
deel uit van Lazoet, de club van
een 10-tal pruimentelers, verspreid over Nederland, van Zeeland tot Groningen,
die samen een 3-tal clubrassen kweken onder de merknaam Lazoet die gedurende een tiental weken aangeboden worden.
De pruimen hebben een
groot kaliber en zijn allemaal blauwzwart. We proefden het vroegst rijpende
ras: grote, aantrekkelijke, blauwe pruimen met een gewoon goede smaak. Als
liefhebber kennen we er meerdere met een betere smaak. Als onderstam gebruikt
men St Julien a, met wortelsnoei en VVA 1, matige groei, maar er is wat uitval.
Als snoei past men de Zahnmethode toe: snoei met een kapstokje (Zie foto).
De naam der rassen blijft
geheim. Trouwens de rassen zijn niet te bekomen door een liefhebber.
Waarschijnlijk zijn het nieuwe rassen, ontwikkeld in Servië, Roemenië,
pruimenlanden bij uitstek.
Bourg-en-Bresse, Savoye, abdij van Brou en Margaretha van Oostenrijk
Bourg-en-Bresse, Savoye, abdij van Brou en Margaretha van Oostenrijk
Maandag 3 juli verkennen
we eerst nog een stuk van de Dombes en rijden naar de Jura met een stop in
Bourg-en-Bresse.
Daar bezoeken we de abdij
van Brou, gesticht door Margaretha van Oostenrijk. Kerk en klooster zijn nu een
museum.
In de gotische kerk, met
renaissance elementen zien we haar praalgraf, dit van haar echtgenoot Fillibert
le Beau en een derde van zijn moeder Margaretha van Bourbon.
Margaretha van Oostenrijk
(1480-1530), te Brussel geboren als enige dochter van Maximiliaan I van
Oostenrijk en haar moeder Maria van Bourgondië.
De naam Maria van
Bourgondië heb ik al vroeg in mijn kinderjaren gehoord. Ze overleed in 1482 als
gevolg van een val van haar paard in de bossen van Wijnendale, de bossen van
mijn jeugd.
Zij had nog een broer Filips
van Oostenrijk de Schone (Philippe le Beau) (1478-1506), de vader van keizer
Karel V, die geboren werd in 1500 te Gent.
Margaretha huwt in 1497 met
de troonopvolger in Spanje, maar deze sterft al 5 maand later aan tuberculose.
Op 21 jarige leeftijd
hertrouwt ze met hertog Fillibert II van Savoye, of Fillibert le Beau. Haar
gemaal sterft al na 3 jaar. Ter nagedachtenis laat zij kerk en klooster op de
wijk Brou bouwen (1506-1532).
De
hertogin keerde naar de Nederlanden terug, waar keizer Maximiliaan (regentna
de dood vanFilips de Schone)
haar op18 maart1507belastte
met delandvoogdij. Margaretha regeerde vanuit hetHof van Savoyete
Mechelen, waardoor deze stad de hoofdplaats van de Nederlanden werd.
FOTOS
Voorkant kerk
Achterzijde
Monastére Royal de Brou
Koor met praalgraf van Margaretha van Oostenrijk
Koorgestoelte
Geen fotos van de
prachtige praalgraven: batterijen op.
Gisteren een oude hoop
hakselhout gaan opscheppen bij zoon Peter op de Kattenberg. Het materiaal wordt
gebruikt als tussenmateriaal tussen de aardbeibedden.
Hazelwormen hadden er hun
terrein gemaakt. Voor kleinzoon Jonas en kleindochter Yamsi waren het de eerste
pootloze hagedissen die ze te zien kregen: twee volwassen exemplaren: een
donker type en een zeer lichtkleurige, de onderbuik zacht blauwig. We zagen ook
twee kleintjes.
Zondereigen maakt deel uit van
Baarle Hertog, dat omringd door Baarle-Nassau, omsloten is door Nederlands
grondgebied, met uitzondering van Zondereigen, dat dan wel in België ligt. Nog
een aantal gehuchten en enclaves op Nederlands grondgebied behoren tot Baarle
Hertog. En om de puzzel nog ingewikkelder te maken: een aantal enclaves in
Baarle Hertog behoren dan weer tot de Nederlandse gemeente Baarle Nassau! Deze
situatie heeft nog zijn oorsprong in de Middeleeuwen en het Leenroerig stelsel.
Tijdens de eerste wereldoorlog
was Zondereigen bezet door de Duitsers. Nederland was toen neutraal gebied. De
Duitsers bleven er buiten.
Wegens de vele ontsnappingen
naar Nederland werd half 1915 de Dodendraad
geïnstalleerd met een dodelijke lading van 2000 volt. Deze 250 km lange
versperring liep van in Zeeland, naast de grens met Nederland, en nog een stuk
in Duitsland om daar de Duitse deserteurs op te vangen.
Men spreekt van in totaal 5000
doden door en in de omgeving van de draad. Verschillende personen werden ook
geschoten in de 100 m brede zone verboden gebied voor de dodendraad.
De passeurs, nachtelijke
gidsen, hadden er iets op gevonden: een houten constructie die tussen de
onderste twee draden gespannen werd en waar men kon doorkruipen. Parallel met
de elektrische afsluiting liepen aan weerszijden nog twee afsluitingen met
pinnekensdraad, een aan de voorkant en een aan de achterkant. Om de twee km was
er een wachtlokaal. Daartussen patrouilleerden soldaten. Eens deze voorbij, was
er een zekere speelruimte. Passeurs stonden o.a. ook in voor de smokkel van
Belgische brieven van het thuisfront naar Baarle Hertog, vanwaar ze vandaar het
front bereikten en vice versa.
Net voor de grens hebben de plaatselijke
initiatiefnemers Frans Van Gils, (kozijn van onze Frans Van Gils uit Halle) en
Herman, die onze gidsen waren, een stuk dodendraad nagebouwd. Onze ontvangst
begon met een inleiding en een zeer interessante powerpoint voorstelling.
Het zesde leerjaar van
Zondereigen beschermt dit monument .
We vernamen ook dat er te
Baarle Hertog twee radiostations functionnneerden die spionageberichten naar Engeland
of Bachten de kupe, het onbezette België achter de frontlijn, seinden en
hierdoor heel wat meer oorlogsonheil voorkwamen.
Op de terugweg liepen we even
binnen in de dorpskerk St.- Rumoldus. Men heeft er twee knappe glasramen ter
ere van een plaatselijke non, die de stigmawonden zou hebben gehad en nog
steeds aanbeden wordt voor gunsten. Het andere gedenkt een plaatselijke
missionaris Ladislas die naar de indianen trok in Canada.
Als zoon van een oudstrijder
van de Grote Oorlog sprak mij deze geschiedenis, waarvan ik nog nooit gehoord
had, sterk aan.
Fotos
De groep
Heldenhulde zerk, naar ontwerp
van Joe English. Tegen de muur van de kerk staat dit monument met Iers kruis,
het heldenmonument van de eerste wereldoorlog ter gedachtenisvan de 3 gesneuvelden van Zondereigen. Dit is
blijkbaar het enige, dergelijke monument in de provincie Antwerpen.
Met gids
Zondereigen telt 4 straten met
steeds dezelfde naam. Er zijn 118 huizen.
Aan de ene kant van deze straat
begint de nummering, die verder loopt om de hoek van de andere straatt om
tenslotte te eindigen aan de andere kant van de straat waar de nummering begon.
Idem
Hier staan we voor het huis van
de toenmalige eerste schepen dat fungeerde als vervangingsgemeentehuis.