Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Mijn appelsap laat ik persen bij Lombarts Calville in Voormezele bij Ieper. Voor grotere hoeveelheden perst men de ene dag. Het sap laat men 1 dag bezinken. 's Anderendaags wordt het dan gepasteuriseerd. Zowel naar inhoud en smaak is het sap onovertroffen. Hun eigen sappen zijn in de winkels van de streek te koop.
Appelsap bevat, naast vitaminen, mineralen en
spoorelementen veel vruchteigen suikers, waaronder gemiddeld 1,7 % saccharose,
2,4 % glucose en 6,5 % fructose. In calorieën uitgedrukt bekomt men ca 185 kj
per 100 ml.
Dit zou van het goede teveel zijn voor het nog steeds steigende
aantal te zware mensen en suikerzieken. Dit
zal wel aan andere zaken dan aan het drinken van appelsap liggen.
Europa heeft
daarom een driejarig onderzoeksproject opgezet met 17 partners.
Mijn
bedenking: Het appelsap waarvan sprake, betreft het natuurlijke, ongefilterde appelsap. Waar
vindt men dit nog in de handel tegenwoordig? Ik vraag me tevens af wat er nog in het reeds uitgefilterde,
commerciële sap van heden zit? Vorig jaar bleek uit een studie hoe
belangrijk ongefilterd sap wel was voor
de goede darmwerking en het voorkomen van bv kanker.
Een eerste weg die men wil bewandelen is zoeken naar
appelrassen met weinig suikers.
Kwekers van deze rassen zouden dan duurzame contracten
kunnen afsluiten en een betere prijs kunnen bedingen.
Een andere onderzoekspiste is het zoeken naar
technologieën om het calorieëngehalte te verminderen met behulp van
biokatalysatoren (enzymes). Het product moet wel smakelijk blijven.
Tenslotte wil men een aantal kleine- en middelgrote bedrijven helpen deze
reductietechnologieën toe te passen om hun concurentiekracht te verhogen ten
opzichte van het goedkope, vooral uit Azië, ingevoerde sap.
We hebben inderdaad een eigen Velt-boomgaard te
Wevelgem die gelegen is op een oud voetbalterrein van Gemeenschapsschool
"De Startbaan" in de Reutelstraat. De aanplantingen gebeurden in
1999. Er werden dan 29 hoogstambomen en 16 laagstambomen aangeplant.
In 2005 werden nog eens 24 laagstambomen bijgeplant.
Er komen nog bomen bij de komende jaren.
Wij organiseerden onze eerste fruithappening ter gelegenheid van ons 5-jarig
bestaan in 2004, de tweede in 2006 en de volgende wordt voorzien in september
2008. De boomgaard wordt volledig ecologisch beheerd, het snoeiwerk gebeurt
door de leden van onze werkgroep en Pierre Demeulenaere hoort daar ook bij.
Er worden ook jaarlijkse snoeilessen gegeven en andere activiteiten rond fruit.
Dit jaar hebben voor het eerst samen met de Fruitwerkgroep van Beernem de jaarlijkse fruitboomactie
georganiseerd voor de afdelingen van Velt-West Vlaanderen. Vroeger gebeurde dat
door leden van ons provinciaal bestuur .
Oud
Belgisch ras, oorspronkelijk uit het dorp van Vieux-Waleffe, traditioneel als
hoogstam gekweekt maar zeer goed aangepast op alle onderstammen (M 9, M 26
& MM 106).Dessertappel van eerste
kwaliteit, goed caliber, halfglad, tweekleurig met een mooie, oranje blos;
gelijkt op en mengsel vanCourt-Pendu
en Reinette de France, Reinette-type met zeer wit, fijn en stevig vlees,
wordt niet melig, zeer goed evenwicht tussen zoet en zuur, fijn aroma, zeer
goed te bewaren in een goede kelder tijdens de hele winter (tot maart). Boom
met weinig behoefte aan meststof, snel en goed vruchtbaar, algemeen weinig
gevoelig voor schurft op vrucht, net als andere Reinette rassen, aandacht
voor witziekte en kanker is wel nodig, daardoor niet aanbevolen op slechte
gronden en in koude en te natte situaties; neiging tot stip op jonge bomen.
Slechte stuifmeelkwaliteit, heeft een bestuiver nodig in de tamelijk late
bloeiperiode groep 4-5 - (o.a. Reinette Etoilée Sterappel, Président Van
Dievoet).Bron
RGF
Dit ras wordt door de met het RGF gecontracteerde telers voor
t eerst aangeboden.
Biologische
voeding is stukken gezonder dan voeding uit de klassieke landbouw. Tot die
conclusie komt een grootscheeps Europees onderzoek dat vier jaar duurde en 18
miljoen euro kostte.
Biofruit en
-groenten bevatten tot 40 procent meer antioxidanten, biomelk zelfs 90 procent
meer. "Interessant als gegeven, maar je mag de gevolgen daarvan niet
overdrijven" (Bedenking: welke
gevolgen?) nuanceert voedingsdeskundige Patrick Mullie in Het Laatste
Nieuws. In België is bio goed voor ongeveer 2 procent van wat we besteden aan
voeding. (Bedenking: er zijn nog veel
onwetenden).
Onder
leiding van de universiteit van Newcastle teelden boeren en wetenschappers her
en der in de Europese Unie op 33 percelen groenten en fruit op de biologische
en de klassieke manier. Ze deden ook hetzelfde met vee. Vervolgens analyseerden
ze de oogst en de teelt. De definitieve resultaten zullen de komende maanden
mondjesmaat vrijgegeven worden.
Kanttekening
De eerste voorlopige onderzoeksgegevens zijn op z'n zachtst gezegd ophefmakend.
Professor Carlo Leifert, coördinator van het onderzoek: "Dit zou toch iedereen
tot nadenken moeten aanzetten. En voor al diegenen die de voorgeschreven vijf
stukken groenten en/of fruit per dag niet halen, is dit goed nieuws. Als je
biologisch eet, kom je met vier stuks toe". Mullie heeft wel een
kanttekening: Dit gaat over de groente of het fruit die je oogst. Maar wat je
effectief binnenkrijgt aan antioxidanten hangt af van de versheid, de
bereidingswijze. In sommige gevallen is het bijvoorbeeld beter om blikgroenten
te bereiden dan vers te eten".(Bedenking: wel een curieuze stellingname.Wat
is vers bij deze man?)
"Het
lichaam heeft ook geen onbeperkte hoeveelheid antioxidanten nodig. Er is een
juiste dosis maar we kennen die nog niet", zegt Patrick Mullie nog.
"Het probleem is nog altijd dat veel mensen te weinig groenten en fruit
eten. Zeggen dat je van bio met vier stuks genoeg hebt, is mijns inziens een
foute boodschap. Het is beter er vijf te eten, al komen die uit de klassieke
landbouw en eet je ze zelfs uit blik. Door de prijs is bio ook lang niet voor
iedereen weggelegd".
Een
meer genuanceerde visie
BioForum bestrijdt de analyse van Test-Aankoop.
"Wij hebben zelf vergelijkingen gemaakt", zegt coördinator Marianne
Vergeyle. "Een grijs biobrood kost op de markt 1,90 euro, in biowinkel één
2,25, in biowinkel twee 2,01 en in de supermarkt 1,85. Maar het brood van de
biowinkel en de markt weegt 800 gram en dat uit de supermarkt 500 gram. Men
vergelijkt dus appelen met peren". Nog een voorbeeld: zes bio-eieren. Op
de markt kosten die 1,50 euro. In biowinkel één 1,98 euro, in biowinkel twee
1,70. In supermarkt één kosten ze 1,94 euro, in supermarkt twee 1,84 en in de
derde supermarkt 2,09 euro. "Dan is de discussie voor mij gedaan",
zegt Vergeyle. "Bio is het goedkoopst op de markt of bij de boer".
De biokoper geeft volgens Test-Aankoop gemiddeld 4 tot 5 procent meer uit aan
voeding dan de gemiddelde Belg. Vergeyle zegt dat niet te merken. "Ik heb
niet het gevoel dat ik veel meer betaal dan andere gezinnen. Als je kiest voor
lokale en seizoensgebonden producten weegt dat niet zoveel door. Laat ons dus
stoppen met te memmen dat bio zogezegd duurder is. Als ik mijn zalm in de Aldi
haal of in een speciaalzaak met exquise vissen, dan zal die in die laatste
winkel ook 270 procent duurder zijn".
Sommige producten, zoals vlees, zijn wel duurder. Daarvoor zijn verschillende
redenen. Zo heeft vee in de biolandbouw meer ruimte dan in de conventionele
teelt. Ze krijgen ook meer gras en granen en minder krachtvoeder, waardoor ze
minder melk produceren. Biovoeding wordt dan ook vooral gesmaakt door
hogeropgeleiden die met hun gezin in de stad wonen. Ze zijn zeer begaan met de
milieu- en Noord-Zuidproblematiek en kiezen zeer bewust voor bio. Financieel
gaat het ze voor de wind, aldus Test-Aankoop.(KS)
Op
de foto Marc Lateur van Gemboux en Vincent Turkelboom, tuinbouwleraar te
Mechelen, een monument op fruitgebied. Spijtig dat fruit slechts nog een kleine
rol speelt in het tuinbouwonderwijs. Zo zijn in het recent verleden de
internationaal befaamde fruitcollecties van de Tuinbouwschool te Vilvoorde
verdwenen.
Een van de interessante aspecten aan dergelijke
fruithappenings is de ontmoeting met fruitbekenden en nieuwe kennismakingen.
In een vorige blog had ik het over Michel Duflot en
Jean Wisniewski.
Ik had het genoegen er Marc Lateur, de opvolger van de
heer Populer, op het Département Lutte Biologique & Ressources
Phytogénitique van de Waalse Landbouwuniversiteit te Gembloux te ontmoeten. De
grote collectie, die 25 jaar terug aangelegd werd door zijn voorganger wordt nu
sistematisch vernieuwd.
Zeer belangrijk is dat de fruitverzameling biologisch beheerd wordt.
Gembloux
heeft de grote verdienste eenserieus
aantal soorten en rassen met goede ziekteweerstand te propageren door enthout
ter beschikking te stellen aan de boomkwekers. Recent is de Reinette de Waleffe nog hierbij gekomen.
(Maar hierover een andere keer meer.)
Pierre Demeulenare had fruitvrienden mee van Wevelgem.
Sommigen van hen waren de initiatiefnemers voor een Veltboomgaard in deze
gemeente; de eerste maal dat ik van deze verwezenlijking hoorde.
Tenslotte leerde ik nog René Burghgraeve, Fransvlaming
van Capelle kennen, die vol enthoesiasme vertelde over zijn entingen.
Het weekend 27-28 oktober is er de tweejaarlijkse Pomexpo , voor de tweede keer in het
Musée de plein Air, het Bokrijk in Forest sur Marque, een buitendorp van de
stad. Gelukkig was het droog en 's namiddags brak de zon even door.
Ik heb maar weinig van deze manifestaties gemist, te
beginnen in 1987. Toen was het nog zeer beperkt op de Ferme du Héron, waar
ook de Verger Conservatoire ligt.
Twee fruitvrienden die we toen leerden kennen Michel
Duflot en Jean Wisniewski, beiden zijn 76 of in 't Frans soixante seize. Jean is van Bully les Mines bij Lens, de oude mijnstreek in
Frankrijk als voortzetting van de Borinage, waren weer present. Jean met een
eigen stand: Fruit de la Terre schisteuse. Als oud-mijnwerker van Poolse
afkomst heeft hij heelwat zaailingen op de terrils, mijnsites en van andere plaatsen
verzameld en verder vermengvuldigd. Zijn ervaringen en waarnemingen heeft hij
neergeschreven in het boek La pomme de lEspérance naar het mytische eiland,
lĬle de l Espérance, met de gouden appelen.
Ik heb een boompje, of beter nog een half boompje
Elstar staan. Vele jaren werd er niet naar omgezien. Het stond ook wat apart,
omringd door oude frambozen. Er kwamen slechts enkele prutsvruchtjes aan.
Vorig jaar heb de helft omgeënt. Tijdens de laatste winter
werd veel compost toegediend. Op de schuin opgaande tak, die behouden bleef, was
de groei vorig jaar al geexplodeerd, maar de snoei was achterwege gebleven.
Dit jaar was er eindelijk een goede vruchtzetting,
maar de takken stonden veel te dicht. Gevolg onvoldoende belichting van de
vruchten. Deze winter zal wel aandacht geschonken worden aan de snoei, zodat de
vruchten een veel beter belichting kunnen krijgen. Dit jaar is er geen schurft.
Ik weet nog niet hoe erg die kan zijn op dit ras in een normaal schurftjaar.
Ik heb meteen ook geleerd dat Elstar, als modern ras,
gebaat is met compost en organische mest.
Beste mensen volgend jaar is het zover dat ik kan/mag stoppen met
werken. Nu heb ik de gelegenheid om een stuk grond de mogen gebruiken ongeveer
300 m². Nu mijn vraag ik ken er niks van heb al wel wat aan het lezen
geslagen hier op jullie mailgroep (Tuinieren) en vermoed dat er wel krakken
tussen zitten die het heus wel weten hoe het wel moet vandaar mijn vraag naar
jullie toe wat nog te doen .De grond is sinds lang niks meer aangedaan en heeft
wel wat brandnetels maar niet echt veel spreek over 10 m² in het totaal en de
rest staat gras maar wel echt heel hoog . Volgende vraag moet ik er een draad
rond zetten om de konijnen buiten te houden ? . enz ik weet echt niet hoe
te beginnen.
Gif en scheikundige meststoffen komen er bij ons niet
in.
Ik zou onmiddellijk beginnen met direct zoveel
mogelijk bedekkingsmateriaal aan te brengen, te beginnen met grote kartonnen.
Kan je de gemeente niet vragen enkele camions bladeren bij jou te brengen? Ook verse stalmest kan helpen bedekken en de
grassen verminderen. In de lente is al veel verteerd en de begroeiïng voor een
heel stuk gedund. Vooraleer te ploegen zou ik de grootste netels uithakken. Met
de vlakzeis- werktuig dat nu spijtig genoeg niet meer gefabriceerd wordt- gaat
dat tamelijk gemakkelijk.
Begin april zou ik alles laten inploegen.
Aardappelen, maar ook struikbonen zijn goede
bodembedekkers. Je zou ook op een gedeelte een groenbemester kunnen zaaien als
bv Phacelia, dat met geen moestuinplanten verwant is. Heel vroeger maakte ik graag gebruik van gele
mosterd, maar gezien de verwantschap met kolen kan dit een wegbereider zijn
voor knolvoet.
Mijn eerste experiment met bedekking dateert van 1963.
De oude mesthoop van de boerderij was helemaal overgroeid door kweekgras met
zijn sterke worteluitlopers (pemen in het West-Vlaams). Ik heb er het tamelijk
verteerde materiaal dat voordien gebruikt werd voor het afdekken van groeves opgelegd en er aardappelen op geplant.
Ik herinner mij dat maar weinig kweekgras nog de kop opstak. Na de goede oogst
van de aardappelen had ik een prima compostgrond om uit te voeren op de
moestuin.
Pinova ziet er dit jaar schitterend uit, mooie, gave
rode vruchten. Bij een tweede boom is de kleur meer geel-rood. Wat een verschil
met de schurftige appelen vorig jaar. Haast overal lees je nog dat het ras
weinig schurftgevoelig is. In een gewoon jaar is dit vast en zeker bij ons niet
het geval. Even schurftig als een van de ouders: Golden Delicious.
Pinova is namelijk een kruising tussen Clivia en Golden
Delicious van het Institutfür Obstforschung
Dresden-Pillnitz. Kwam in de handel in 1986.
De bloeitijd is middellaat. Goed stuifmeel. De
vruchtzetting is overvloedig en regelmatig (geen beurtjaren). Dunnen
noodzakelijk. De groeikracht van de boom is matig.
Gisteren heb ik geplukt. Ze begonnen nog niet te
vallen.
Het vruchtvlees is vast, sappig, knakkend, met een goede
zoet-zuurverhouding. De vruchten houden wellicht tot februari-maart?
Jeanne dArc is een geweldig lekkere peer. Na een drietal weken wordt ze rijp: smeltend vruchtvlees, sappig, zoet.
Comtesse de Paris: komt op smaak eind december, januari. Dan halfsmeltend vlees, sappig en zoet. Het viel mij op dat er reuzenperen tussen zaten. Vroeger nooit gezien. Was het omdat alle bladeren gaaf bleven (geen schurft. Dit ras kan tamelijk goed tegen schurft)?Of is het een gevolg van de overvloedig toegediende compost? Of van de overvloedige vochtvoorziening door de geregelde regenbuien de voorbije maanden? Ik proefde een al een tijdje terug aangepikte, grote vrucht met een begin van rotting. De smaak valt al verrassend goed mee: sappig en opvallend zoet. Beslist op smaak voor iemand die van vast vruchtvlees houdt. Sommige jaren met te weinig zonneschijn blijft de smaak achter. Dit is dit jaar alvast niet het geval, ondanks de weinige zonneschijn van september.
Beurré de Naghin In 1963 plantte ik een hoogstam. De vruchtdracht is altijd teleurstellend geweest. Nu weet ik hoe dit kwam. Nauwelijks voeding en daarbij wortelconcurentie met de beukenheg. Na dertig jaar werd die gerooid voor een een andere aanplant. Op een andere plaats plantte ik een andere peer, die ik aanschafte als Dubbele Flip (Beurré de Merode). Later bleek dit een nieuwe Beurré de Naghin. Hierop heb ik wel mooie vruchten. Het is ook een hoogstam die door de vele vruchten wel wat lager blijft. De hoogtegroei tracht ik ook te beperken tot een goede 5 m, zodat ik kan plukken met mijn plukladder.
Dit ras blijkt wel tamelijk gevoelig voor moniliarot. De vrucht bereikt zijn volle rijpheidsstadium vanaf januari. Dan vind ik het een lekkere peer met halfsmeltend vlees en een vrij goede smaak, iets minder dan dit van Comtesse.
De heer G.Bellair heeft dit ras als eerste beschreven in de "Revue Horticole"uit 1898, blz. 242-243 en noemde als teler W. Fourcine. De juistheid van de naam van de teler als W. Fourcine werd in 1980 door de stad Dreux bevestigd met de mededeling dat hij in 1882 zijn teelt aan de Gravin van Parijs (Comtesse de Paris) opdroeg.